GRAM mei 2023

Page 1

SPECIAL NVRD JAARCONGRES: GASTHEER RD4

PERIKELEN RONDOM DE AFVALSTOFFENHEFFING

BIJPLAATSEN VAN AFVAL BIJ ONDERGRONDSE AFVALCONTAINERS

VOORWOORD DOOR WIL SIJSTERMANS, DIRECTEUR RD4

OVERZICHT VAN SPREKERS EN PROGRAMMA

GROF HUISHOUDELIJK RESTAFVAL, WEL OF NIET NASCHEIDEN?

KIJKJE IN DE KEUKEN BIJ RD4

OPLOSSING VOOR LUIERS STEEDS DICHTERBIJ

VAKBLAD VAN DE NVRD | JAARGANG 108 #05 JUNI 2017
VOOR SCHONE EN AFVALVRIJE GEMEENTEN
SAMEN
VAKBLAD VAN
JAARGANG
DE NVRD |
114 #04 mei 2023

COLOFON

UITG EVER

NVRD, WTC Arnhem

Nieuwe Stationsstraat 10

6811 KS ARNHEM

+31 (0)88 - 3770000 post@nvrd.nl www.nvrd.nl

REDACTIECOMMISSIE

Marc Veenhuizen, gemeente Oldebroek (hoofdredacteur)

Addie Weenk, Rijkswaterstaat

Daan Middelkamp, Dar

Folkert Starreveld, Cyclus Management

Ilse van der Grift, NVRD

Marianne Zegwaard, Stantec

Peter de Boer, Royal HaskoningDHV

Diederik Notenboom, HVC

EINDREDACTIE

Suzie van de Pas en Vrhl

Postbus 1218, 6801 BE Arnhem

+31 (0)88 - 3770000 vandepas@nvrd.nl

ADVERTENTIE-EXPLOITATIE

Elma Media B.V.

Silvèr Snoek - Sales Manager

0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl www.elma.nl

REALISATIE EN DRUK

Print2Pack

Coverbeeld: Rd4

ABONNEMENTENADMINISTRATIE

NVRD, Postbus 1218, 6801 BE Arnhem

Jaarabonnement ad €113,40 ex btw. België €131,25 (Europa en buiten Europa op aanvraag).

BEËINDIGING ABONNEMENT

Abonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd.

Gemeentereiniging en Afvalmanagement is het officiële vakblad van de NVRD.

Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.

ISSN 1569-0458

© NVRD

VOORWOORD WIL SIJSTERMANS

Wil Sijstermans opent de NVRD Jaarcongres special van de GRAM. In deze special lees je alles over het programma en de sprekers, gekoppeld aan het thema ‘Zoek je grenzen op’. Daarnaast vertellen vier medewerkers van Rd4 hoe zij hun grenzen verleggen.

NIET OM TE LACHEN: LACHGASCILINDERS

De afgelopen tijd zijn lachgascilinders een veelbesproken item: in de verschillende media is er veel over te horen. Vanuit de achterban krijgt de NVRD regelmatig signalen over de problematiek rondom lachgascilinders. Niet alleen in grote steden, en in een mate die echt verrast. Janneke Bolijn, adviseur Goed Werkgeverschap bij de NVRD, licht de situatie toe.

CIRCULAIR BELEID NOG LANG NIET CIRCULAIR

Het Nationaal Programma Circulaire Economie en het voor 2025 beoogde Circulair Materialenplan moeten de ambitieuze circulariteitsdoelen van de overheid dichterbij brengen. Er valt nog veel op af te dingen. Twee onderzoekers geven hun analyse van de plannen.

GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 8x per jaar.

35 BRANCHENIEUWS

GRAM #04 mei 2023 | 3 INHOUD 05 VOORWOORD DOOR WIL SIJSTERMANS 07 BEZEM 08 SPREKERS JAARCONGRES 10 DUO-INTERVIEW OUDE EN NIEUWE VOORZITTER YOUNG NVRD 12 BRAM VAN ROON: DE BESTTAS: GELE TAS MET EEN CIRCULAIRE MISSIE 16 HOE DOEN ZIJ DAT? DIFTAR. 18 BKN: ZOEK GRENZEN OP EN KIJK ER OVERHEEN 22 TONIE HAARBOSCH: ALLES UIT JEZELF HALEN MET SPORTEN 23 TRAINEESHIP CIRCULAIRE ECONOMIE: EEN PROCES IN MEERDERE OPZICHTEN!
HUGO JANSSEN: GRENZEN VERLEGGEN OM TE GROEIEN VAN REINIGER NAAR BESTUURDER 26 BETERE REPAREERBAARHEID GOED VOOR CIRCULAIRE ECONOMIE 28 CIRCULARITEIT MEETBAAR MAKEN
MARK JANSSEN: SOLLICITEREN MET EEN ENKELBAND
KIJKJE IN DE KEUKEN BIJ RD4
TERUGBLIK GEMEENTELIJK GRONDSTOFFENCONGRES 2023 34 NVRD-NIEUWS
25
30
31
32
20
05
13

Door de koeling staat de FRESHSTATION organic dicht bij de bewoner: in de centrale hal of bij de ingang. Hierdoor wordt er meer GFE ingezameld en met een hogere kwaliteit.

4 | GRAM #04 mei 2023 22-3000-0474-01 NVRD GRAM 2023 mei www.newwaste.nl Zutphenseweg 31-A2, Deventer, T +31 570 796 045, E info@newwaste.nl Efficiënt en innovatief AFVAL INZAMELEN • Toegangscontrole • Innovatief communicatieplatform • Slimme vulgraadmeters 18-04-2023 09:34 22-2000-1576-05 GRAM 2023 mei DE OPLOSSING VOOR GFE IN DE HOOGBOUW Simpel, met de FRESHSTATION van Sidcon
Frisse ideeën, effectieve oplossingen
1-2_190x130mm_D_GRAM.indd 1 18-04-2023 09:37

Voorwoord

Laat dat nu het centrale thema zijn voor ons congres op donderdag 11 mei, want als sector moeten we gaan toewerken naar een circulaire economie waar uiteindelijk geen afval meer bestaat, maar een oneindig hergebruik van grondstoffen. Dat is onze gezamenlijke uitdaging voor de toekomst. Misschien geen letterlijke sprong in het diepe, maar wel een uitdaging waarbij we soms het vertrouwde moeten loslaten en bereid moeten zijn om anders te gaan denken en te handelen. Ik denk dat het Jaarcongres een perfect podium is om samen te kijken hoe we de komende jaren onze grenzen gaan opzoeken, zakelijk maar ook persoonlijk. De sprekers die we hebben uitgenodigd zullen getuigen van hun unieke zoektocht en ontdekkingsreis waarbij zij ieder op hun eigen manier hun grenzen hebben opgezocht.

Daar ben je toch bij? We nodigen iedereen uit om aanwezig te zijn, om te luisteren, maar ook om mee te doen, elkaar te inspireren, te informeren en te motiveren.

Het thema van het NVRD Jaarcongres 2023 is ‘Zoek je grenzen op’ en dat nemen we niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk. Deze editie is namelijk iedereen van harte welkom in Zuid-Limburg, en wel bij Rd4 in Heerlen. Op woensdag 10 en donderdag 11 mei stappen we samen uit onze comfortzone, verruimen

we ons blikveld en springen we in het diepe. Als parachutist deed ik dat een aantal keren in mijn leven. Het valt met bijna niets te vergelijken en het is daarom een van mijn mooiste herinneringen ooit. Loslaten en in het diepe springen en erop vertrouwen dat het goed komt.

Dus wat is jouw persoonlijke ambitie de komende jaren? Kom naar het NVRD Jaarcongres op woensdag 10 en donderdag 11 mei en maak samen met ons het verschil. Daarnaast kan iedereen er uiteraard op rekenen dat het bij Rd4 goed toeven is, want het is een groot voorrecht om dit jaar jullie gastheer in Heerlen te mogen zijn.

GRAM #04 mei 2023 | 5 NVRD Jaarcongres - Zoek je grenzen op

FIETSACCU’S RECYCLEN:

SAMEN BRENGEN WE

INWONERS VAN UW

GEMEENTE IN BEWEGING

Fietsaccu’s bevatten dezelfde grondstoffen als batterijen. Deze stoffen kunnen we recyclen om nieuwe producten van te maken. In de praktijk blijkt dat er bij consumenten veel onwetendheid is: losse batterijen worden veelal wél keurig ingeleverd, maar afgedankte fietsaccu’s belanden nog te vaak bij het huisvuil. Dit leidt tot gevaarlijke situaties: brand in de afvalstroom is aan de orde van de dag. In vuilniswagens bijvoorbeeld. Als er brand ontstaat in de laadbak, moet de vuilniswagen zijn lading op straat dumpen. In de meeste gevallen is een lithium-ion (fiets)accu die geplet wordt en oververhit raakt de oorzaak dat de lading vlam vat.

Fietsaccu’s bevatten net als batterijen de stoffen zink, ijzer, nikkel, mangaan, lithium en (kleine hoeveelheden) kobalt. Deze stoffen kunnen mechanisch, chemisch of in een smeltproces gerecycled en daarna hergebruikt worden. Het is dus zowel voor de veiligheid als voor het realiseren van circulariteit van groot belang dat consumenten hun afgedankte fietsaccu’s wegbrengen voor recycling. Werk aan de winkel dus! Consumenten kunnen hun afgedankte fietsaccu’s inleveren bij milieustraten en bij fietsenwinkels die aangesloten zijn bij Stibat als inleverpunt. Stibat wil gemeenten en milieustraten helpen om deze boodschap uit te dragen, omdat deze organisaties een belangrijke rol spelen in het ‘in beweging brengen’ van de consument als het om afvalverwerking gaat.

COMMUNICATIEMATERIAAL AANVRAGEN

Als aanvulling op de eigen expertise en informatievoorziening over recycling, biedt Stibat gemeenten en milieustraten een communicatiepakket aan. Het gezamenlijke doel? De juiste informatie bij de juiste mensen terecht laten komen: de e-bikebezitters. En dat is een behoorlijk gevarieerd gezelschap: van jongeren tot gepensioneerden en van bakfietsouders tot mountainbikers. Veel fietsliefhebbers zijn milieubewust dus de boodschap vindt ongetwijfeld weerklank.

Het communicatiepakket is gratis te downloaden en bestaat uit kant-en-klare teksten, posters en flyers die gemeenten online of als drukwerk kunnen verspreiden:

- Waar kunnen consumenten hun batterijen en fietsaccu’s inleveren?

- Waarom is het belangrijk om afgedankte fietsaccu’s in te leveren?

- Wat zijn de mogelijke gevolgen als fietsaccu’s in het huisvuil belanden?

- Hoe kunnen consumenten veilig met fietsaccu’s omgaan?

Kijk op stibat.nl/gemeenten en ontvang gratis de communicatiemiddelen om inwoners van uw gemeente te informeren en aan te sporen fietsaccu’s in te leveren.

[Advertorial]

VERLEGGEN

Prachtig voorjaarsweer; alles knapt open en de grote schoonmaak woedt in menig huishouden. Opgeruimd afscheid nemen van de koude periode. Ik moet als bezem dan altijd wel even schakelen. Niet alleen wat ik dan aan moet trekkenwinterjas te warm, zomerjas te koud - maar ook dat mensen weer meer naar buiten gaan. Vanuit kantoor krijg ik ’s ochtends keurig aangereikt wat ik die dag moet doen, weet precies wat gevraagd wordt en waar de grens ligt van mijn werk. In welke buurt ik wat moet doen en weet dat ik, als ik mijn best doe, vroeg klaar ben. Heel overzichtelijk en ook wel fijn. Routine is ook een houvast, een vertrouwde setting

voor je dagelijkse bezigheden. Voor menig collega geldt dit zeker en daar vaart men wel bij. Zelf heb ik als bezem wel regelmatig behoefte om net even verder te willen kijken, te willen ontdekken wat er achter die routine, die kaders, ligt. Of zo u wilt wat er voorbij de grens van de dagelijkse werkzaamheden te vinden is. Elke dag hetzelfde kan ook leiden tot een versmalling van je blikveld. En daarmee ook onrust als daar een grote of kleine inbreuk op plaatsvindt. Maar is dat erg? Soms is het best leuk om te ontdekken dat het gras bij de buren echt niet groener is dan bij jou. Soms blijkt dat zelfs onnatuurlijk geel te zijn. En het kan zo maar zijn dat diezelfde buren een briljante oplossing hebben voor een probleem waar je zelf al heel lang mee loopt. Een bubbel is soms lekker, maar kan ook verstikkend zijn. Bram Vermeulen zong ooit “ik heb een steen verlegd”. Misschien moeten we groter durven denken en grenzen gaan verleggen. Te beginnen bij je eigen grenzen. Spannend, zeker, maar het is als een andere zanger ooit al zong: “angst is maar voor even, spijt is voor altijd” (Daniel Loheus). Ik zie dat de zon doorbreekt, het is tijd voor de zomerjas.

GRAM #04 mei 2023 | 7

SPREKERS NVRD-JAARCONGRES

Dagvoorzitter: Harm Edens

Programmamaker, scenarist, columnist, dagvoorzitter en spreker/beroepsouwehoer; net als zijn karakter is Harm Edens verrassend veelzijdig: geestig, scherp en alert, maar altijd inhoudelijk. Harm is nieuwsgierig geboren en windt nergens doekjes om. Zijn belangrijkste drijfveer: onvervalst contact maken met zijn publiek. Harm Edens is onder andere bekend van Dit Was Het Nieuws, als columnist van Linda, presentator van BNR Duurzaam en ambassadeur van het Wereld Natuur Fonds.

“WE MOETEN SNEL EEN NIEUWE BETERE WERELD MAKEN EN ALS WE DAT SAMEN DOEN, BLIJKEN ONZE GRENZEN INEENS EEN STUK VERDER WEG TE LIGGEN. LET MAAR OP!”

Esther Crombag (1974) werd op haar elfde blind. Na het doorlopen van een mavo- en havo-scholing, studeerde ze uiteindelijk cum laude af aan de studie rechten aan de Universiteit van Maastricht. Esther werkt nu als universitair docent bij dezelfde universiteit. Naast haar loopbaan ontdekte ze haar voorliefde voor tandem-wielrennen. Ze werd vier keer Nederlands kampioen en in 2006 werd ze vierde bij het wereldkampioenschap op de 1000 meter sprint. In 2008 werd ze door de Limburgse Vrouwenraad en de lezers van Dagblad De Limburger uitgeroepen tot Limburgse Vrouw van het Jaar. In 2011 schreef ze samen met Erik Knippenberg het boek ‘Blind Vertrouwen’ over haar levensverhaal. Tegenwoordig combineert ze haar werk met het geven van inspirerende en motiverende lezingen.

“GEEF JE OVER AAN WAT ER IS, LAAT LOS WAT ER WAS, EN HEB VERTROUWEN IN WAT ER KOMT.”

Jaap Korteweg

“Zonder vlees of vis werken is lastig”, hoort Jaap Korteweg, oprichter van De Vegetarische Slager, chefs regelmatig zeggen. “Vlees en vis zijn nog vaak de dragers van een gerecht. Toch groeit het aantal mensen dat minder of zelfs geen vlees eet gestaag. Je komt als chef niet meer weg met een menukaart zonder vegetarische opties. Wie proactief inspeelt op de groeiende vraag naar plantaardig eten is bezig met de toekomst. Schuif je het vooruit, dan leef je in het verleden.”

Jaap Korteweg, biologisch akkerbouwer en 9e generatie boer, is oprichter en directeur van De Vegetarische Slager en Those Vegan Cowboys. Het grote ideaal? Vleeseters te laten beleven dat ze helemaal niets hoeven te missen als ze het vlees één of meer dagen achterwege laten. Zijn ambitie is de grootste slager ter wereld te worden.

Na het volgen van de Middelbare Agrarische School in Goes gaat Jaap in 1980, achttien jaar oud, thuis op de boerderij aan het werk. In 1993 richt hij met succes een vakbond voor akkerbouwers op, met als missie een nieuw Europees landbouwbeleid. Hij heeft diverse innovaties binnen de biologische landbouw vormgegeven, zoals de robot gestuurde tractor. Verder houdt hij zich bezig met duurzame energie en natuurontwikkeling.

Vegetarische Slager

Sinds 2007 werkt hij met een enthousiast team aan een Vegetarische Revolutie die de wereldvoedselvoorziening een ander aanzien zal geven. Inmiddels zijn producten van De Vegetarische Slager verkrijgbaar bij ruim 4000 verkooppunten in 15 landen wereldwijd. Jaap werd twee keer Ondernemer van het Jaar en werd in 2017 nummer twee in de Duurzame 100 van Trouw. "Jaap Korteweg laat zien hoe je duurzaamheid aantrekkelijk maakt voor een grote groep", oordeelde de jury. Daarnaast werd De Vegetarische Slager uitgeroepen tot Marketing Scale Up Company of the Year en ontving het bedrijf de Agrofoodpluim van de provincie Noord-Brabant.

“IK NODIG JE GRAAG UIT OM ONDERDEEL TE ZIJN VAN DE GROOTSTE VOEDSELREVOLUTIE ALLER TIJDEN!”

8 | GRAM #04 mei 2023 NVRD Jaarcongres - Zoek je grenzen op
Esther Crombag

NVRD Jaarcongres - Zoek je grenzen op

Jan Paul Rutten studeerde geneeskunde, specialiseerde zich tot chirurg, maar verloor het familiebedrijf nooit uit het oog. Nu staat hij aan het roer van de Gulpener Bierbrouwerij en wordt hij geroemd om zijn duurzame beleid.

In 2019 mocht hij zich een jaar lang Limburgs Ondernemers van het Jaar noemen. De bierbrouwer werd door de vakjury unaniem gekozen als winnaar van de ondernemersverkiezing van de regionale krant De Limburger. Rutten wordt geroemd om de duurzame koers die hij de afgelopen jaren met Gulpener heeft ingezet. Gulpener opende in 2020 het duurzaamste brouwhuis van Europa, een grote stap in de richting van een fossielvrije brouwer die het in 2030 wil zijn.

“EEN AMBITIEUS DUURZAAMHEIDSBELEID GEEFT NIET ALLEEN INTERESSANTE UITDAGINGEN EN VEEL ENERGIE MAAR OOK MAAR OOK LEVENSPLEZIER. ZEKER ALS JE HET KUNT COMBINEREN MET EEN GOED GLAS BIER!”

Michel Verheijden

Michel Verheijden is al 26 jaar improvisatie cabaretier en de helft van cabaret Mier. Samen werden ze twee keer Nederlands Kampioen improviseren en speelden ze al meer dan 3000 voorstellingen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Constant spelen ze overal razendsnel op in en zijn daarmee expert op het omgaan met verandering. Naast grappenmaker is Michel daardoor ook serieus geïnteresseerd in de manier waarop ons brein verandering tegenwerkt.

“WE HEBBEN DE NEIGING OM BIJ ELKE VERANDERING EERST NA TE DENKEN, VAST TE HOUDEN AAN ONS PLAN EN RISICO’S UIT TE SLUITEN. MAAR ALS WE DAT DOEN KOMEN WE NIET VOORUIT. DE ECHTE VOORUITGANG BEGINT PAS ALS WE STOPPEN MET NADENKEN, ONS PLAN LOSLATEN EN IN HET DIEPE SPRINGEN.”

Henry Meijdam

Henry Meijdam is sinds 2020 voorzitter van de NVRD en beweegt zich graag op het grensvlak tussen publieke en private werelden. Naast zijn voorzitterschap bij de NVRD, is Henry ook voorzitter visitatiecommissie.

“EEN CONGRES TE MIDDEN VAN ALLES WAT ONZE BRANCHE TROTS MAAKT, OP DE WERKVLOER BIJ RD4. EEN TOPCONGRES OP EEN TOPLOCATIE.”

GRAM #04 mei 2023 | 9

DUO-INTERVIEW OUDE EN NIEUWE VOORZITTER YOUNG NVRD

Laura Heese Smit (strategisch adviseur bij HVC) neemt het stokje over van Sigrid Schuurmann (programmamanager bij gemeente Rotterdam) als voorzitter van Young NVRD. In dit duo-interview blikken ze kort terug en kijken ze vooral vooruit naar de toekomst.

Laura en Sigrid zijn beiden 32 en ook allebei ‘per toeval’ in de afvalbranche terechtgekomen. Sigrid via een afstudeeropdracht voor haar studie Industrieel Ontwerpen, Laura via een praktisch bijbaantje om haar studie Strategische Bedrijfskunde te bekostigen.

SIGRID: “Hoe ben jij bij HVC terecht gekomen?”

LAURA: “Via een studentenuitzendbureau kwam ik terecht op de klantenservice van HVC, 5 minuten fietsen van mijn ouderlijk huis. Het bijbaantje bij de klantenservice van HVC sloot qua werktijden mooi aan op mijn studie, doordat ik met name in de vakanties kon werken. Wat ze precies deden, wist ik eigenlijk niet. Op de klantenservice leerde ik HVC pas goed kennen en dat ze zoveel met duurzaamheid deden, vond ik heel interessant. Toen ik klaar was met mijn master wilde ik graag iets doen met deze positieve impact, dus ben ik bij HVC gaan kijken naar de mogelijkheden. En daar gebleven!”

LAURA: “Eens in het afval, altijd in het afval? Wat zijn jouw toekomstplannen?”

SIGRID: “Ik ben blij dat ik in deze mooie branche terecht ben gekomen. Voorlopig heb ik het nog enorm naar mijn zin in mijn huidige rol, omdat we in Rotterdam aan een grote opgave werken met gfe+t (groente-, fruit- en etensresten + tuinafval). Het programma heeft ook nog een aantal jaren nodig om de benodigde verandering teweeg te brengen. Dat vraagt om visie, een heldere strategie én de organisatie goed meekrijgen. Ooit wil ik denk ik wel weer eens iets heel anders doen, vanuit nieuwsgierigheid. Maar wat dat is? Ik houd alle opties nog open.”

SIGRID: “Je bent al langer actief bij Young NVRD, maar nieuw in het bestuur als voorzitter. Waar kijk je het meeste naar uit?”

LAURA: “De verjonging in de branche erin te houden én groter te maken. Jong trekt jong aan en Young NVRD heeft een mooie rol om dat aan te wakkeren. Ik heb er zin in om een nieuwe inspirerende golf jonge mensen de afvalbranche in te laten stromen.

LAURA: “Jij sluit je bestuursperiode juist af. Waar ben jij het meest trots op als aftredend voorzitter?”

10 | GRAM #04 mei 2023
TEKST: LAURA HEESE-SMIT EN SIGRID SCHUURMANN

SIGRID: “Op het feit dat er bij elke bijeenkomst van Young NVRD weer een hoop nieuwe gezichten zijn. Nieuwkomers in de branche, jonge enthousiastelingen die blij zijn met dit netwerk. Dan ben ik trots! Ook ben ik trots op de professionalisering die we met Young NVRD de afgelopen jaren hebben neergezet, ondanks die vervelende onlineperiode. We groeien gestaag, zowel in aantal leden als een professionelere aanvulling voor de branche.”

SIGRID: “Hoe ziet Young NVRD er over 3 jaar uit?”

LAURA: “Weer een stukje minder vergrijzing in de branche en nóg meer jonge mensen. We hebben ervoor gezorgd dat organisaties makkelijker jonge mensen aantrekken en hier zit een stijgende lijn in. Ook hebben we over drie jaar internationaal een netwerk opgebouwd. We kunnen landelijk van elkaar leren, maar ook over de landsgrenzen heen valt nog veel te ontdekken, vooral met de Europese regelgeving in gedachten. Daarnaast zou het mooi zijn als we inhoudelijk nog meer bijdragen aan thema’s in de branche en daar als Young NVRD serieus in genomen worden. Ondanks onze jeugdigheid en rebelsheid!”

LAURA: “Hoe rebels ben jij eigenlijk?”

SIGRID: “Ik ben bang dat dat wel meevalt, haha. Ik ben juist erg van het plannen en nadenken, ik werk heel gestructureerd vanuit een visie naar concrete actiepunten. Het is lastig voor mij om echt uit de band te springen. Wel ben ik heel creatief en vind ik het superleuk

om nieuwe dingen te bedenken en uit te denken. Voor de uitvoering van rebelse acties heb ik wel andere mensen nodig die het zetje geven. Maar dan doe ik graag mee!”

SIGRID: “Wat is jouw mooiste eigenschap die je gaat helpen in je rol als voorzitter?”

LAURA: “Ik denk mijn aanstekelijke enthousiasme. Ik ben enorm enthousiast als het gaat om de wereld een stukje mooier maken, of dat nou op het gebied van circulair, duurzaamheid, afvalpreventie of iets anders is. Daarin zoek ik continue naar mogelijkheden, nieuwe ontdekkingen en avontuur. Ik vind het ontzettend leuk om mensen vanuit dit enthousiasme mee te krijgen. Dat Young NVRD’ers denken: ‘Wauw, wat een leuke club om bij te horen, ik krijg er energie van!’. Dan ben ik op mijn best.”

LAURA: “Tot slot: wat wens jij Young NVRD toe?”

SIGRID: “Het bestuur wens ik voldoende tijd en vrijheid toe om de bestuurstaken uit te voeren. En vooral de intrinsieke motivatie en energie, dus dat je er als bestuur lol in hebt en dat niets je daarin tegenhoudt. Het netwerk gun ik dat alle drempels weg zijn om op een fijne manier werkzaam te zijn in de afvalbranche. Dat ook jonge mensen de juiste mensen weten te vinden en dat je weet wat er speelt. Vooral als je nieuw in de branche bent. En daarnaast wens ik zowel het bestuur als het netwerk net zo’n leuke tijd toe als ik heb gehad. Ik zal Young NVRD altijd een warm hart toedragen!”

GRAM #04 mei 2023 | 11
22-3000-0475-01 NVRD GRAM 2023 Mei Efficiënt en innovatief AFVAL INZAMELEN Hanzeweg 45 K, Deventer , T 31(0)613 911 281, E sales@ttc-nl.nl www.ttc-nl.nl • Ondergrondse containers • Service en onderhoud • Toegangscontrole DIRECTE LIJNEN BETERE SERVICE 1-2_190x130mm_B.indd 1 12-04-2023 11:06

DE BEST-TAS: GELE TAS MET EEN CIRCULAIRE MISSIE

Voor deze speciale Jaarcongres-special van de GRAM zijn verschillende medewerkers van gastheer Rd4 gevraagd hoe zij hun grenzen verleggen. Zo ook Bram van Roon, hoofd beleid bij Rd4.

Bram werkt twintig jaar bij Rd4. In 2012 was hij betrokken bij het ontstaan van de BEST-tas. Een mooi voorbeeld van hoe een organisatie als Rd4 haar grenzen kan verleggen.

Bram: “Omdat er in 2011 nog erg veel elektrische apparaten in het restafval verdwenen, zochten we naar manieren om apparaten uit het restafval te houden. We dachten aan een huis-aan-huis-inzameling, maar dat was met alleen elektrische apparaten niet rendabel genoeg. De kosten stonden niet in verhouding met de opbrengsten. We gingen op zoek naar afvalstromen die we eraan konden toevoegen.

BRAM VAN ROON:

Stromen die net als elektra grondstoffen leverden en uit het restafval gehouden moesten worden. Zo kwamen we op boeken en textiel. Al vrij snel voegden we er speelgoed aan toe en zo ontstond de BESTtas: een grote gele tas voor Boeken, Elektrische apparaten, Speelgoed en Textiel.”

De gemeente Landgraaf bood zich aan voor een pilot. Bram: “We selecteerden 5.000 adressen in Landgraaf om het systeem te testen. We waren benieuwd of mensen de BEST-tas zouden omarmen, of het idee zou aanslaan.”

Dat bleek het geval. De pilot was een succes en een paar maanden later werd de BEST-tas geïntroduceerd in bijna het hele Rd4-gebied, acht gemeenten in ZuidLimburg. Gaandeweg werden er dingen verbeterd in het proces. Bram: “We pasten dingen aan in de inzameling, sortering en frequentie. We gingen terug van eenmaal per maand naar eens per twee maanden, het aantal adressen per route werd verhoogd, lage karren werden vervangen door hoge karren en later werd de sorteertafel vervangen door een lopende band. Allemaal om zo efficiënt en gezond mogelijk te werken.”

De BEST-tas werd een begrip in ZuidLimburg. Bram: “Toen inwoners spontaan kleine kringloopspullen via de tas gingen aanbieden, moesten we iets doen. We besloten het idee te omarmen en maakten van de BEST-tas de BEST+-tas.”

Grenzen verleggen heeft de organisatie veel gebracht. Bram: “Alleen al de acht kilogram grondstoffen die per inwoner worden ingezameld zijn het waard. Grondstoffen die nu op een verantwoorde manier

worden verwerkt en niet in de verbrandingsoven eindigen. Het is een belangrijke bijdrage aan de circulariteit. Maar de BEST-tas levert ook werkgelegenheid met 35 sociale werkplekken. Elke medewerker heeft een sorteertaak die hij of zij aankan en bij hem of haar past.”

Grenzen verleggen brengt meestal risico’s met zich mee. Dit was voor Rd4 niet anders. “Voor ons was het spannend of de inwoners de BEST-tas zouden omarmen. Of het rendabel zou zijn en of het proces goed was ingericht. De synergie en samenwerking tussen de betrokken afdelingen heeft uiteindelijk voor een groot deel van het succes gezorgd. Een goede werkgroep en een goede samenwerking is onmisbaar als je als organisatie je grenzen wil verleggen. Bij dit project waren veel afdelingen bij betrokken: van beleid en communicatie tot aan de inzameling, sortering en de winkels.”

Als tip voor anderen die denken aan het verleggen van grenzen wil Bram meegeven om vooral in je eigen plannen te geloven. Bram: “Als je ergens voor gaat, geloof er dan ook in. Wij geloven in de circulaire transitie. Durf iets uit te proberen en heb lef. Maak een goede businesscase en doe het vooral samen. Creëer een groep mensen om je heen die er ook in geloven. Blijf in gesprek en optimaliseer waar mogelijk. Je bent nooit klaar.”

Binnenkort start Rd4 weer met een nieuwe proef, waarbij ook grondstoffen zoals piepschuim en harde kunststoffen bij de BEST-tas worden ingezameld. Bram: “We blijven optimaliseren om onze bijdrage aan de circulaire transitie te leveren. Zo verleggen we continu onze grenzen.”

12 | GRAM #04 mei 2023
TEKST EN BEELD: RD4
“ALS JE
GAAT, GELOOF ER DAN OOK IN”
ERGENS VOOR

NIET OM TE LACHEN: LACHGASCILINDERS

De afgelopen tijd zijn lachgascilinders een veelbesproken item, in de verschillende media is er veel over te horen. Vanuit de achterban krijgt de NVRD regelmatig signalen over de problematiek rondom lachgascilinders. Niet alleen in grote steden, en in een mate die echt verrast.

TEKST: JANNEKE BOLIJN BEELD: ROVA

Waarom vonden we eerder niet overal lachgascilinders? Omdat er toen statiegeld op zat. En zoals we weten, motiveert statiegeld mensen om zaken netjes af te danken. Sinds 1 januari van dit jaar is in ons land een lachgasverbod van kracht. Lachgas staat nu op lijst II van de Opiumwet. Dit betekent dat het verboden is om lachgas binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen, te verkopen, te vervoeren of in bezit te hebben. Althans voor recreatief gebruik. Er zijn professionele toepassingen waarvoor het nog is toegestaan, middels een ontheffing van het verbod. Waar er voorheen dus statiegeld op de meeste lachgascilinders zat, worden ze nu massaal gedumpt in de openbare ruimte of bij het restafval gedaan met alle gevolgen van dien.

GEVOLGEN

Cilinders in de berm, waar andere inwoners ze kunnen vinden. Cilinders in het restafval, waardoor ze onbedoeld in de kraakperswagen kunnen worden beschadigd. Cilinders in de afvalverbrandingsinstallaties, waar de combinatie met hoge temperaturen leidt tot enorme explosies en schade aan de installaties. Wie bij lachgas denkt aan kleine slagroomspuiten komt bedrogen uit. Het gaat

om gasflessen tussen de 15 en 37 liter inhoud. NVRD-leden meldden zich de afgelopen weken uit alle hoeken van het land. Tijdens een digitaal overleg spraken vele directeuren hun zorgen uit. Wat moesten ze met deze flessen? En ook de Vereniging Afvalbedrijven (VA) kreeg bezorgde telefoontjes vanuit de verwerkers. De Telegraaf filmde de explosies bij AEB.

OPIUMWET

De wetgeving is helder. De Opiumwet is aangepast op (recreatief) lachgas. Wie zo’n lachgasfles verkoopt, koopt, vervoert of opslaat is strafbaar. Dat geldt dus ook voor de leden van de NVRD als zij deze dingen liever opruimen of aannemen. Dit botst in de dagelijkse uitvoering met de rolopvatting. We houden Nederland graag schoon en veilig. Dus wordt er na dumpingen in de openbare ruimte soms voor gekozen om de cilinders toch in en mee te nemen, omdat laten liggen ook voor problemen zorgt. Wettelijk gezien moeten de cilinders blijven liggen en door bevoegd gezag opgehaald en vervoerd worden. Afstemming hierover met politie verloopt niet altijd soepel, begrijpelijk gezien de werkdruk en mogelijkheden. Ook de politie heeft geen eindeloze opslagcapaciteit of mensen om ze op te halen. Als de milieustraat de cilinders dan netjes opslaat, wordt het steeds ingewikkelder ze af te voeren. Vervoeren naar verwerkers buiten Nederland vereist een vergunning die niet wordt afgegeven voor producten die onder de Opiumwet vallen.

GESCHROKKEN.

HOE KOMEN WE HIERUIT?

Voor de NVRD en de VA is het zaak dat lachgasflessen niet meer als zwerfafval of restafval eindigen. In die zin zou herinvoering van statiegeld een oplossing zijn. Dat voelt natuurlijk wel krom, statiegeld op iets dat verboden is. En het ministerie van Justitie en Veiligheid vreest dan een beloning voor strafbaar gedrag. Dat wordt waarschijnlijk niet de oplossing. Door flink aandacht te vragen voor het probleem, is dit ministerie echter wel ‘wakker’ geworden.

GRAM #04 mei 2023 | 13
“DE COLLEGA’S ZIJN ERG
DE ONTPLOFFING IN HET INZAMELVOERTUIG GAF ECHT
EEN DOFFE KNAL.”

Op het moment dat de NVRD samen met de VA een persbericht uit wilden sturen, kwam het bericht van ROVA dat een lachgascilinder in de kraakpers was gekomen, met een enorme ontploffing tot gevolg. De medewerkers waren zich rot geschrokken. Gerry de Laet, KAM-coördinator: “De collega’s zijn erg geschrokken. Het geeft echt een doffe dreun.” Gelukkig geen schade, maar het was oneerbiedig gezegd wel een sprekend voorbeeld dat de zorgen onderbouwde. Het uitgezonden persbericht werd opgepikt door onder meer de Volkskrant en NOS, het haalde zelfs de avondjournaals. De telefoontjes, mailtjes en memo’s aan de ministeries van Justitie en Veiligheid, en Infrastructuur en Waterstaat (IenW), kregen nu de urgentie die de brancheverenigingen al weken aan probeerden te geven.

SAMEN OPLOSSEN

Half april spraken de brancheverenigingen met verschillende mensen van beide ministeries tijdens een goed en constructief overleg. Dit effect was natuurlijk nooit de bedoeling van de gewijzigde Opiumwet geweest. Vooraf zijn oplossingen aangedragen: (her)invoering van een retour- of statiegeldsysteem zodat er een prikkel is om op de juiste wijze van de cilinders te ontdoen. Gemeentelijke beheerders van de openbare ruimte bevoegd maken de cilinders mee te nemen, milieustraten bevoegd maken de cilinders in ontvangst te nemen en ook borgen dat verwerkers deze flessen dan weer mee kunnen nemen. Hier vragen we niet alleen financiële, maar vooral ook wettelijke mogelijkheden toe. De bereidheid samen de effecten op te lossen lijkt vooralsnog groot. Justitie gaat bekijken welke mogelijkheden er zijn om cilinders uit het zwerfafval mee te nemen, om milieustraten een rol te geven en om met ons de doelgroep te informeren. Een alternatief zou kunnen zijn om tot een model of werkinstructie te komen waarmee alle politiekorpsen hun bevoegdheid op dit vlak delegeren aan beheerders van de openbare ruimte en milieustraten. IenW gaat aan de slag om de opties te bekijken om vervoer naar verwerkers elders in Europa toch mogelijk te maken. Op het moment dat deze GRAM naar de drukker gaat, bespreken de partijen de voortgang met elkaar.

TOEKOMST

Naast de praktische en juridische maatregelen, geeft Justitie ook aan dat Nederland koploper is in het verbieden van lachgas. De verkopers bevinden zich veelal in andere Europese lidstaten, waaronder Polen. De verwachting is dat ook deze lidstaten toewerken

Wij zoeken met onze software-oplossingen grenzen op én gaan verder, zodat u:

Uw operatie duurzamer inricht.

E ciëntie binnen uw planning verbetert.

Meer gemak en veiligheid onderweg creëert.

Kosten bespaart voor uw onderneming.

naar een lachgasverbod op recreatief gebruik. Dat zou op termijn het aanbod van deze cilinders in Nederland kunnen beperken. Tot die tijd vraagt de NVRD haar leden om haar te (blijven) informeren. Over zorgen, oplossingen, over incidenten en over aantallen. Al die informatie helpt om tot passende afspraken te komen. Zoals Gerry de Laet het formuleert: “We hebben net de Week van de AfvalHelden gehad en binnen de branche onze collega’s in het zonnetje gezet, we kunnen ze nu echt niet hiermee in hun hemd laten staan. Ze moeten ’s avonds weer veilig naar huis.”

We ontmoeten u graag tijdens het NVRD jaarcongres bij stand 8!

Level up for smart logistics

14 | GRAM #04 mei 2023
22-3000-0469-01 NVRD GRAM 2023 mei
1-4_190x62mm_A.indd 1 12-04-2023 11:03
Gerry de Laet

Gemeenten en milieustraten, helpen jullie mee?

Steeds vaker belanden oude en kapotte fietsaccu’s in het huisvuil. Veel mensen weten niet waar ze hun fietsaccu wél kunnen inleveren en waarom dat inleveren zo belangrijk is.

Veilig

Doordat mensen uit onwetendheid fietsaccu’s bij het restafval gooien, neemt het risico op kortsluiting toe met mogelijk brand tot gevolg.

Duurzaam

In fietsaccu’s zitten waardevolle metalen die hergebruikt kunnen worden. Dat lukt alleen als fietsaccu’s op de juiste manier worden ingeleverd voor recycling.

Verantwoord

De juiste plek voor het inleveren van fietsaccu’s is bij de milieustraat van de gemeente of bij een fietsenwinkel die is aangesloten bij Stibat.

Daarom is het van belang om inwoners van uw gemeente op de hoogte te brengen van het veilig, duurzaam en verantwoord afdanken van oude en kapotte fietsaccu’s! Helpt u ook mee?

Ga naar stibat.nl/gemeenten voor meer informatie en download gratis het communicatiemateriaal.

Scan de QR-code voor meer informatie

Samen veilig, duurzaam en verantwoord fietsaccu’s inzamelen

HOE DOEN ZIJ DAT?

DEZE MAAND: DIFTAR: TIJDIG BEGINNEN

BETAALT ZICH TERUG

TEKST: RENÉ DIDDE

met veel restafval, meer dan tweehonderd kilogram per persoon per jaar. Het landelijke doel was om dit in 2020 terug te brengen tot honderd kilogram. Dat is dus niet gelukt. Wij lieten op weg naar de besluitvorming onder andere een uitgebreide scenariostudie uitvoeren, waarin scenario’s als diftar, omgekeerd inzamelen en nascheiding zijn onderzocht. Diftar, en wel de volume-frequentie-variant, kwam voor Lansingerland als beste uit de bus op basis van diverse indicatoren zoals verbeteren afvalscheiding maar ook qua investering. Dat laatste komt vooral omdat we al sinds 2015 gechipte minicontainers en (ondergrondse) verzamelcontainers met slotvoorziening hebben. Achteraf gezien is dat een geluk, wat invoering van diftar makkelijker maakte. Want sinds de oorlog in Oekraïne is er overal schaarste en inflatie. Alles is nu veel duurder en de levertijd is langer.”

DIFTAR IS ER IN VELE SMAKEN. WAT VOOR SMAAK HEBBEN JULLIE GEKOZEN? EN SINDS WANNEER?

“Wij hebben sinds januari dit jaar diftar ingevoerd voor onze gemeenten (drie kernen Bleiswijk, Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek). Wij hebben een lange aanlooptijd gehad voor zowel de besluitvorming als de invoering. We kampten, zeker gezien onze stedelijkheidsklasse D (minder dan twintig procent hoogbouw)

WAT ZIJN DE EERSTE

ERVARINGEN,

WAT VIEL JULLIE OP?

“De vlag kan voorzichtig uit! We zijn nog bezig met de definitieve cijfers over het eerste kwartaal, maar in de eerste twee maanden van dit jaar is er 35 procent minder restafval aangeboden én zien we een toename van 33 procent gft en 35 procent meer PMD ten opzichte van dezelfde maanden in 2022. Vooralsnog zien we geen grote toename van vervuiling van PMD- en gft-containers met restafval, en ook geen extreme toename van bijplaatsingen of afvaltoerisme naar bijvoorbeeld buurgemeente Pijnacker-Nootdorp. Het aantal keren dat de minicontainers voor restafval worden aangeboden is gehalveerd, maar ze zitten wel voller dan voorheen. Vandaar dat de afname van het restafval (nog) niet is gehalveerd.”

“Ja, onze lange aanlooptijd komt mede doordat we bij gemeenten die ons voorgingen met de invoering van diftar zoals Zuidplas, Nieuwkoop en inzamelaar RAD De Hoekse Waard informatie hebben opgehaald over hoe zij het hebben aangepakt. Zij gaven ons wijze lessen mee over wat wel maar vooral ook wat niet te doen. Wij geven nu ónze ervaringen graag door aan andere gemeenten. We hebben ook de tijd genomen om de inwoners van Lansingerland te raadplegen én te informeren. In de uitgevoerde raadpleging onder inwoners vroegen wij onder andere of zij de stelling onderschreven dat inwoners met meer afval meer moeten betalen. Daar was een meerderheid het mee eens. Recent voerden wij een meting uit over de communicatiecampagne rondom de invoering. Daar kwam uit naar voren dat een meerderheid van de inwoners de campagne gezien had en de inhoudelijke boodschap begreep.”

WAT ZOU JE NU ANDERS DOEN?

“Nog eerder beginnen met zaken zoals het gereed maken van de verzamelcontainers bij de appartementencomplexen. Mede vanwege de oplopende levertijden hebben wij een aantal containers pas in het laatste kwartaal van 2022 kunnen plaatsen. Een belangrijke tip is om te zorgen voor een goede samenwerking tussen de betrokken ambtenaren en het bestuur. We hebben geluk met twee wethouders die de diftarmaterie inhoudelijk snappen en goed kunnen overbrengen naar gemeenteraad en inwoners. Het bleef mede daardoor ook rustig in de lokale media in aanloop naar en rondom de invoering.”

16 | GRAM #04 mei 2023
Marieke de Wit, programmaleider Afval en Schoon, gemeente Lansingerland HEBBEN JULLIE VAN TEVOREN ERVARINGEN VAN ANDERE GEMEENTEN OPGEDAAN?

DIFTAR IS ER IN VELE SMAKEN. WAT VOOR SMAAK HEBBEN JULLIE GEKOZEN? EN SINDS WANNEER?

“Wij noemen het allereerst geen ‘diftar’, maar ‘tarief op restafval’. Diftar is een begrip dat bij veel mensen in Zwolle geen prettig gevoel opwekt en het omschrijft beter waar het om gaat. Het ‘tarief op restafval’ is voor ons het sluitstuk van een traject van meerdere jaren waarin we de laatste twee jaar door verbeterde PMD- en gft-inzameling meer scheiding van grondstoffen wilden bereiken. Dat is gelukt. We daalden in 2021 al van 181 kilogram per persoon per jaar naar 164 kilogram in 2022. Het sinds 1 januari ingevoerde volume-frequentiesysteem moet deze hoeveelheid verder verminderen in de richting van de 100 kilogram.’

‘We hebben op 1.700 adressen in het buitengebied minicontainers van 240 liter die eens in de vier weken worden opgehaald. In het verstedelijkt gebied hebben we zakken voor ondergrondse verzamelcontainers; zestig liter voor de meeste wijken en tachtig liter voor bewoners en bedrijven in de binnenstad. Daar is minder ruimte.”

WAT ZIJN DE EERSTE ERVARINGEN, WAT VIEL JULLIE OP?

“We kunnen nog geen cijfers overleggen. We zijn nog bezig om de resultaten van het eerste kwartaal te valideren. We zien

wel een afname van restafval en een toename van PMD, gft en gfe-afval. Als ik rondfiets door Zwolle zie ik af en toe wel wat bijplaatsingen maar die zag ik vorig jaar ook al. Er is altijd een categorie mensen die ‘tegen’ is, mensen die redeneren vanuit hun onderbuik en altijd negatieve zaken zien.

Toen we in de maanden voor de invoering de hoogte van het tarief bekendmaakten, veroorzaakte dat eerst wel wat reuring. Dat had niet eens zoveel met het nieuwe tarief op het restafval te maken, maar het doorvoeren van de prijsstijgingen als gevolg van de inflatie. Ook besloot de raad dat de afvalstoffenheffing met een dekkingsgraad van 95 procent voortaan 100 procent moest bedragen. Wat we nu na een paar maanden horen, is dat mensen het mee vinden vallen. Ik denk dat veel mensen minder dan 42 keer per jaar restafval aanbieden. Dat kost de mensen met een zak van 60 liter € 1,70 per keer, en met een zak van 80 liter is het bedrag € 2,30 per keer. We weten dat de meeste diftargemeenten ver onder de 42 aanbiedingen per jaar zitten. Die 42 aanbiedingen komt neer op het doel van 100 kilogram per persoon per jaar. We hebben een vrijstelling voor mensen met jonge kinderen vanwege de luiers. Ook mensen met een medische indicatie krijgen een vrijstelling en minima betalen tot een bepaald bedrag niets. Daarboven gaat de teller

wel lopen. Belangrijk is ook dat inwoners worden ontzien die zwerfafval opruimen of een afvalbak hebben geadopteerd. Zij brengen immers afval uit de openbare ruimte weg.”

HEBBEN JULLIE VAN TEVOREN ERVARINGEN VAN ANDERE GEMEENTEN OPGEDAAN?

“Zwolle is een van de 23 aandeelhouders van ROVA, de afvalorganisatie die aan de wieg stond van diftar. Er is hier heel ervaring. We hebben vooraf gepraat met vergelijkbare gemeenten als Apeldoorn, Deventer en Enschede. Wat we door die gesprekken ‘nieuw’ hebben gedaan, is dat we goed in kaart hebben gebracht wat de hotspots van bijplaatsingen zijn. We hebben dus vlak voor de invoering van het nieuwe systeem een hele goede nulmeting met feiten over de actuele situatie en kunnen dus goed kijken waar de situatie verslechtert of verbetert. We hebben ook veel aandacht aan communicatie besteed. Niet met bekende Zwollenaren, maar met gewone mensen. We hebben een geadresseerde huis-aan-huis-folder verspreid met uitleg van het systeem en tips. We zijn bij speciale groepen als kerkgenootschappen en woningbouwverenigingen langsgegaan om het systeem uit te leggen. We hebben en hadden ook goede wethouders. Direct na de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 zaten we met de nieuwe wethouder om tafel. We hebben nu wekelijks nauw contact over hoe het gaat en waar we aandacht aan moeten besteden. Je moet ook ná de invoering goed de vinger aan de pols houden.”

WAT ZOU JE NU ANDERS DOEN?

“Eigenlijk is het nog te vroeg om al lering te trekken. We hebben keuzes gemaakt binnen de gestelde kaders (tijd, geld en ruimte) op basis van de informatie die toen beschikbaar was. Wij verwachten pas na een jaar te kunnen zien wat we anders of beter hadden kunnen doen. Ondertussen monitoren we de dagelijkse gang van zaken. Waar nodig ondernemen we direct actie.”

GRAM #04 mei 2023 | 17
Marco Kruizinga, beleidsadviseur afval, gemeente Zwolle

BRANCHEVERENIGING KRINGLOOP-

BEDRIJVEN NEDERLAND: ZOEK GRENZEN OP EN KIJK ER OVERHEEN

Het ministerie van Justitie en Veiligheid zet in op de bestrijding van heling en witwassen. Dit houdt onder andere in dat alle opkopers en handelaren zoals kringlooporganisaties verplicht worden om een Digitaal Opkopersregister (DOR) in te richten. In het DOR moeten tweedehands goederen (fietsen, kleine elektrische apparaten, sieraden en kunstvoorwerpen) én de personen die deze goederen aanbieden, worden geregistreerd. Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN) spreekt zich uit tegen deze ontwikkeling.

TEKST: ROEL BEUMER, RACHEL HEIJNE (BKN) BEELD: STEFAN VERKERK

Wat begon als een ogenschijnlijk eenvoudig persbericht over de registratieplicht leidde tot een mediastorm en uiteindelijk kamervragen over het issue. Het leek alsof de kringloopbranche in maart gedurende een paar weken in het middelpunt van de belangstelling stond. Niet geheel onterecht, want een wetgeving vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie bleek een directe bedreiging voor de circulaire economie.

In diezelfde maand werd ook het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) 2023 – 2030 gepubliceerd. Hierin staan de plannen en maatregelen van de overheid om te zorgen dat de Nederlandse economie in 2050 volledig circulair is. BKN zag dat nu de ontwerp- en gebruiksfase van spullen eindelijk serieuzer genomen wordt en zelfs voorop komt te staan. Waar het nu nog eenvoudiger en goedkoper is om iets nieuws aan te schaffen, moet in de toekomst tweedehands de norm zijn.

Tegelijkertijd stelt het ministerie van Veiligheid en Justitie een nieuwe wet voor: ‘Verbetering bestrijding van heling, witwassen en de daaraan ten grondslag liggende vermogensdelicten’. Niemand verwacht dat een voorstel vanuit die hoek de circulaire economie zou kunnen bedreigen. Maar het tegendeel bleek waar. Deze ‘witwaswet’, zoals we hem gemakshalve noemen, staat gek genoeg haaks op de ambities uit het recent gepubliceerde NPCE.

WETSVOORSTEL WERKT IN PRAKTIJK NIET

Met de witwaswet wil het ministerie van Justitie en Veiligheid heling en witwassen voorkomen en bestrijden door de artikelen 437 en 437ter van het Wetboek van Strafrecht te wijzigen. Deze wijziging houdt onder andere in dat alle opkopers en handelaren verplicht worden om een Digitaal Opkopersregister (DOR) in te richten. In het DOR moeten tweedehands goederen (fietsen, kleine elektrische apparaten, sieraden en kunstvoorwerpen) en de personen die deze goederen aanbieden, worden geregistreerd. Gek genoeg worden kringlooporganisaties ook in de categorie opkoper en handelaar geschaard, óók als zij alle goederen gedoneerd krijgen.

Hoewel de insteek van de wet begrijpelijk is, constateert BKN en de hele kringloopbranche dat het wetsvoorstel in de praktijk niet werkt. Het betekent namelijk dat iedereen die z’n zolder opruimt en een doos vol spullen bij de kringloop op de hoek wil afgeven, zich moet legitimeren. Kringlooporganisaties verwachten dat veel mensen er dan vanaf zien hun spullen, die nog prima hergebruikt kunnen worden, naar de kringloop te brengen en waardoor die bij

18 | GRAM #04 mei 2023

het restafval eindigen. En het blijft niet bij de legitimatieplicht. Vervolgens moeten medewerkers al deze spullen registreren in het Digitaal Opkopers Register, op straffe van boetes van duizenden euro’s. Binnen de branche wordt in totaal jaarlijks 126 miljoen kilogram spullen verwerkt, waarvan grofweg een derde onder de registratieplicht valt. Dat is simpelweg te veel om allemaal in het systeem te zetten. De kans op heling en witwassen via de kringloop is overigens nihil, daar worden spullen immers gedoneerd. Kortom, een registratieplicht voor de kringloop is niet wenselijk, niet mogelijk en niet nodig.

CIRCULAIRE ECONOMIE MOET LEIDEND ZIJN

De katalysator van de mediastorm in maart 2023 was dat er boa’s op de stoep stonden bij kringloopwinkels om medewerkers te controleren op de uitgebreide registratie. Wat vooral vreemd was omdat er al een voornemen was om de wetgeving aan te passen. Eerder hebben NVRD en BKN al de krachten gebundeld om het ministerie te bereiken, wat resulteerde in de voorgenomen aanpassingen. Nu wordt voorgesteld dat kringlooporganisaties die het Keurmerk Kringloop Nederland voeren, een zeer beperkte registratieplicht krijgen. Zij hoeven alleen goederen met unieke kenmerken te registreren en niet meer de brenger te vragen zich te identificeren. Dat is natuurlijk prettig voor BKN-leden, maar de algehele circulaire economie moet leidend zijn in dit dossier. Het is dus nog geen definitieve geruststelling.

De zorgen zijn namelijk niet beperkt tot de kringloopbranche. De mogelijke uitzondering voor de kringloop biedt nog geen oplossing voor tal van andere, veelal kleinschalige initiatieven op het gebied van hergebruik, zoals ruilwinkels en weggeefwinkels. Bij weggeefwinkels worden spullen gedoneerd én kunnen de meest kwetsbare mensen spullen gratis halen voor eigen gebruik. Dit soort organisaties komen vooralsnog niet in aanmerking voor de uitzondering, maar leveren lokaal een belangrijke bijdrage aan sociale en circulaire doelstellingen. Als er niets gedaan wordt, blijven zij nog onder de uitgebreide registratieplicht vallen.

Verder staat in het voorstel nog niet duidelijk hoe we omgaan met spullen die worden aangeboden op de milieustraat. BKN en NVRD blijven er daarom op aandringen ook daarvoor een uitzondering op te nemen. Met name voor spullen die door bijvoorbeeld repara-

tie, upcycling of hergebruik een tweede leven krijgen. De milieustraten en eerdergenoemde initiatieven zijn ontzettend belangrijk voor de transitie naar een circulaire economie en zorgen ervoor dat álle Nederlanders, zelfs de meest kwetsbare, daaraan deel kunnen nemen.

ONDERLINGE LOGICA WETGEVING BEWAKEN

Om dit soort issues in de toekomst te voorkomen roept BKN politici en ambtenaren van de verschillende ministeries op om de onderlinge logica van wetgeving tussen departementen te bewaken. Het is natuurlijk goed om grenzen op te zoeken, dat leidt tot innovatie en vooruitgang. Maar het komt te vaak voor dat wetgeving vanuit het ene departement haaks staat op doelen die de regering op andere beleidsterreinen wil halen. Dit leidt vaak tot een onnodige strijd met belanghebbenden en dat is ontzettend zonde. Want alle energie die we hierin stoppen is hard nodig om daadwerkelijk stappen te zetten richting een circulaire en inclusieve samenleving.

Hopelijk nemen Tweede Kamerleden bij de beoordeling van de witwaswet ons advies ter harte en houden ze de doelstellingen uit het NPCE scherp voor ogen. Het debat wat al twee keer is uitgesteld, waarschijnlijk met goede reden, vindt nu plaats in mei. Ook al lijkt de storm dus iets te gaan liggen, het laatste woord over het onderwerp is nog niet gesproken.

De perscontainer met kantelaar

Hoge capaciteit door persmechanisme Minder vaak ledigen zorgt voor rust

Schone straat zonder rolcontainers

GRAM #04 mei 2023 | 19 22-3000-0466-01 NVRD GRAM 2023 mei
1-4_190x62mm_A.indd 1 18-04-2023 09:36

KABINETSBELEID MOET OP HARDE WETTELIJKE EISEN STUREN

CIRCULAIR BELEID NOG LANG NIET CIRCULAIR

Het Nationaal Programma Circulaire Economie en het voor 2025 beoogde Circulair Materialenplan moeten de ambitieuze circulariteitsdoelen van de overheid dichterbij brengen. Er valt nog veel op af te dingen. Twee onderzoekers geven hun analyse van de plannen.

De overheid heeft al jaren de mond vol van de circulaire economie. De ambities liegen er niet om. In 2030 moet de inzet van primaire grondstoffen zijn gehalveerd, in 2050 moet onze economie volledig circulair zijn. In het in februari gepresenteerde Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) en het voor 2025 beoogde Circulaire Materialenplan (CMP1) wil staatssecretaris Vivianne Heijnen de circulaire ambities handen en voeten geven. In de april-editie van GRAM gaf Heijnen aan dat ze onder meer wil inzetten op een minimaal aandeel hernieuwbare grondstoffen of gerecycled materiaal in producten. Ook wil ze het beleid naar de voorkant van de keten verschuiven, bijvoorbeeld door tijdens de ontwerpfase na te denken over hergebruik en recycling aan het eind van de levensduur van producten. Ook in het CMP, dat in 2025 in moet gaan – als opvolger van het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3) – wil de bewindsvrouw zich richten op de hele keten, en niet alleen op de afvalfase.

Vooraan in de keten valt beslist de meeste winst te behalen, zegt hoogleraar Energy, Resources & Technological Change Ernst Worrell van de

Universiteit Utrecht. “Recycling is het fundament van de circulaire economie, want alles komt een keer aan het eind van zijn levensduur. Daarom is het zo belangrijk dat producten zodanig zijn ontworpen, dat materialen snel en makkelijk zijn terug te winnen voor nieuwe producten. We zien dat producten wel worden verbeterd, maar alles is gericht op het eerste leven. Over een tweede leven wordt nog te weinig nagedacht. De term ‘design for recycling’ kennen we al ruim dertig jaar, maar desondanks gebeurt er veel en veel te weinig. Ook ontwerpers moeten ervoor zorgen dat je meer grondstoffen uit producten terug kunt halen. Anders ben je continu aan het downcyclen. Juist dat grote geheel moet je als overheid stimuleren.”

Dat de verantwoordelijkheid in de hele keten ligt en niet alleen aan het eind bij de recycling ziet Worrell in de circulaire beleidsplannen echter nog onvoldoende terug. “Het Nationaal Programma kijkt al wel naar productketens, wat een eerste stap in de goede richting is, maar uiteindelijk gaat het om de implementatie. De meeste maatregelen gaan uit van stimulering en nauwelijks van normering en verplichte inspanningen. De inzet moet erop gericht zijn ketens anders te organiseren. Het beleid maakt daarin nog geen keuzes. Zo gaat het niet lukken.”

20 | GRAM #04 mei 2023
TEKST: PIETER VAN DEN BRAND Recycling van oude elektronica: zaak is producten zodanig te ontwerpen, dat materialen snel en makkelijk zijn te recyclen. Hoogleraar Ernst Worrell: ‘Er zou geen wetgeving moeten zijn die een nuttige nieuwe bestemming van materialen in de weg staat’ (Foto: Marc Wallican).

MISMATCH

In zijn recente Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER) bezigt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dezelfde kritiek. Dit belangrijke tweejaarlijkse rapport houdt vinger aan de pols bij de transitie naar de circulaire economie in ons land. “Het is te prijzen dat het kabinet ambitieuze circulariteitsdoelen heeft vastgesteld, maar voorlopig bestaat er een mismatch tussen de gestelde doelen en het ingezette beleid”, zegt onderzoeker Aldert Hanemaaijer van PBL, één van de auteurs van de ICER. “Er wordt nu vooral geprobeerd producenten op vrijwillige basis in beweging te brengen door subsidies te geven en partijen bij elkaar te brengen. Om de ambitieuze doelen voor de circulaire economie te halen, zijn verplichtende instrumenten cruciaal. Bij de milieudossiers waarop de afgelopen decennia zeventig tot tachtig procent reductie is bewerkstelligd, is dat gelukt door de combinatie van beprijzen en normeren. Zonder deze instrumenten ga je de doelen niet halen.”

Punt van aandacht verder voor de staatssecretaris is de achterhaalde afvalstoffenwetgeving in ons land. Wat er aan het eind van de keten uitkomt – en wat de afval- en recyclingsector zelf een secundaire grondstof noemt – is niet zomaar terug te brengen naar nieuwe producten. Voor producenten is het lastig om teruggewonnen grondstoffen weer in te zetten. Af en toe zijn er verbeteringen en krijgt een gerecyclede stroom de ‘end of waste’-status, maar dat is nog erg incidenteel. Zoiets moet juist ketenbreed gestalte krijgen. De wetgeving maakt de inzet van primaire materialen erg makkelijk, terwijl die van secundaire grondstoffen flink wordt belemmerd. Herziening van de afvalwetgeving is nodig, stelt PBL-onderzoeker Hanemaaijer. “De komst van ‘einde-afval-wetgeving’ kan een behoorlijk verschil maken. Tegelijk snap ik wel waarom dit zo lang duurt, want de afvalwetgeving is er niet voor niets. Het doel is de volksgezondheid en

het milieu te beschermen. Voor sommige materialen verandert er echter al heel lang niets, terwijl helder is dat aanpassing enorm zou bijdragen aan een circulaire economie. Met normering kun je aan de voorkant producthergebruik en hoogwaardige recycling realiseren. Dat zou een echte gamechanger kunnen zijn. Als je alleen vanuit het afvalbeleid redeneert, kom je minder ver dan wanneer je vanuit de circulaire economie nadenkt. Een beleid dat ervoor zorgt dat producten langer mee gaan, gerepareerd kunnen worden en hoogwaardiger recyclebaar zijn, levert veel meer op.”

AFVALSTEMPEL

De overheid moet harde wettelijke eisen gaan stellen, vindt hoogleraar Worrell, om gerecyclede materialen in nieuwe producten terug te laten komen. “In principe zou geen enkele grondstof een afvalstempel moet hebben. Deze wettelijke beperkingen hinderen de circulaire economie. Ook al heeft een product of materiaal geen waarde meer voor degene die het weggooit, er zou geen wetgeving moeten zijn die een nuttige nieuwe bestemming in de weg staat. We moeten goed nadenken over wat voor labels we aan materialen hangen en wat voor impact dit soort administratieve exercities heeft.” Voor tal van stoffen, constateert Worrell, is vaak ingewikkelde regelgeving bedacht, ongetwijfeld met goede bedoelingen voor de gezondheid en veiligheid, maar tegelijkertijd wordt de recycling van producten met dit soort stoffen gehinderd. “Het liefst zouden deze problematische stoffen niet in producten moeten zitten. Dat benadrukt nog eens het belang van een op productontwerp gericht beleid.”

Worrell bespeurt veel interessante ontwikkelingen op circulair vlak in ons land. “Tussen wat er aan afgedankte producten en materialen bij recyclers binnenkomt, zitten nog volop onderdelen die een tweede leven kunnen krijgen. Bij de inzameling van elektronica worden bijvoorbeeld al opladers apart gehouden, om deze opnieuw te verkopen. Zo kun je meer componenten en producten hernieuwd in de markt te zetten. Er valt veel meer waarde uit afvalstromen te halen, denk aan stalen frames uit een machine of een gebouw. Er is nog veel mogelijk. Deze beweging komt nu echt op gang. Steeds meer bedrijven zien hier business in. Zo zie je dat het bedrijfsleven zelf het initiatief kan nemen om de circulaire economie dichterbij te brengen.”

GRAM #04 mei 2023 | 21
PBL-onderzoeker Aldert Hanemaaijer: ‘Als je alleen vanuit het afvalbeleid redeneert, kom je minder ver dan wanneer je vanuit de circulaire economie nadenkt.’ De Fairphone geldt als een voorbeeldproduct dat is ontworpen voor eenvoudige reparatie en efficiënte recycling.

ALLES UIT JEZELF HALEN MET SPORTEN

Voor deze speciale Jaarcongres-special van de GRAM zijn verschillende medewerkers van gastheer Rd4 gevraagd hoe zij hun grenzen verleggen. In gesprek met Tonie Haarbosch, chauffeur papierinzameling bij Rd4.

TEKST EN BEELD: RD4

mijn grenzen verlegd. Maar je voelt dat je verder kunt, dat er meer in zit. Je voelt dat het kan. En als ik iets wil, dan ga ik ervoor. ”

ik ben streng voor mezelf en laat dat niet gebeuren. Ik heb een doel en zorg ervoor dat ik het haal.”

Tonie werkt bij Rd4 als chauffeur bij de papierinzameling. In haar vrije tijd sport ze veel. De afgelopen jaren heeft ze flink wat grenzen verlegd met haar deelname aan marathons en triathlons.

Tonie: “Het was nooit mijn plan om fanatiek te gaan sporten. Ik werd een paar jaar geleden gevraagd als chauffeur voor de brandweer. Ik was toen 36. Voor een toelatingstest moest ik in zes weken fit zijn. Dat probeerde ik met zwemmen en hardlopen. Ik werd niet uitgekozen, maar mijn conditie voelde zo goed, dat ik doorging met sporten.” Ze ontmoette een aantal mensen die haar motiveerden meer uit zichzelf te halen. Bij een kleine triathlon in 2016 kreeg ze de kriebels en die zijn nooit meer weggegaan. Tonie: “Ik heb nooit bewust

Toen ze in 2017 per ongeluk haar PR (persoonlijk record) verbeterde, was het hek van de dam. Ze nam onder andere deel aan de halve Iron Man in Luxemburg, een halve triathlon voor Kika in Nice, een marathon in Sevilla en vorig jaar in Barcelona de hele triathlon: 3,8 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen en 42,2 kilometer hardlopen. Een uitputtingsslag van in totaal zo’n vijftien uur. Ze deed het allemaal.

Dat Tonie zo haar grenzen in het sporten opzoekt heeft met haar oude thuissituatie te maken denkt ze. “Thuis had ik mijn grenzen helemaal niet in de hand. Ik zat in een ongelijk huwelijk en had daar eigenlijk geen controle over. Met sporten had ik dat wel. Het gaf me zelfwaarde. Het gevoel zelf de macht te hebben over wat ik kon en wat ik deed maakte mij sterker. Mijn angst zette ik om in iets positiefs en dat gebruikte ik als drijfveer”, aldus Tonie.

Angst en doorzettingsvermogen zorgen ervoor dat ze zelfs haar grenzen kan verleggen als haar lichaam smeekt om te stoppen. “De angst om het niet te halen is er altijd. Maar

Het sporten bracht haar veel fijne dingen. Naast een bulk eigenwaarde, nieuwe vrienden en mooie reizen naar het buitenland, kreeg ze een kledingsponsor, een kwalificatie voor een triathlon-challenge én een betaald reisje naar Barcelona. Meestal zijn de reacties uit haar omgeving positief. Lachend: “Mijn moeder heeft niks met sport. Ze vindt het een beetje overdreven. Iets minder was voor haar ook leuk geweest. Maar ze is wel trots.”

Anderen die ook graag hun grenzen willen verleggen zou ze adviseren om niet te snel te gaan. “Kleine stapjes moet je vieren.” Voor de toekomst heeft ze genoeg plannen. Daarbij gaat ze opnieuw grenzen verleggen. De Alpe d’Huez fietsen, een ultraloop van 100 kilometer en 10 kilometer zwemmen staan nog op haar verlanglijstje. Maar eerst gaat ze trainen voor de triathlon in Canada, die deze zomer plaatsvindt. Daarna volgt in november de marathon in Athene. Per ongeluk kwam daar nog de marathon van Sevilla bij, meteen een week later. Twee marathons in tien dagen. Als dat nog niet grensverleggend is? “Ik wil alles eruit halen dat erin zit.”

22 | GRAM #04 mei 2023
22-3000-0472-01 NVRD GRAM 2023 mei
21QUBZ Hét software platform voor de Nederlandse én Vlaamse afval- & milieubranche.
www.21south.nl info@21south.nl +31 (0)10 766 0065 www.linkedin.com/company/21south 1-4_190x62mm_A.indd 1 12-04-2023 11:02
21south biedt haar gebruikers één integrale digitale oplossing voor de ondersteuning van de inzameling én verwerking van afval- & grondstoffen voor de Nederlandse én Vlaamse afval- & milieubranche

TRAINEESHIP CIRCULAIRE ECONOMIE

EEN PROCES IN MEERDERE OPZICHTEN!

In september 2022 begonnen dertien trainees aan hun Traineeship Circulaire Economie (CE) van de NVRD. Zij gaan in twee jaar tijd ieder bij drie verschillende leden van de NVRD aan de slag (drie keer acht maanden). De eerste acht maanden zitten er nu op en is het tijd om de balans op te maken. Voor de GRAM spraken we met Nora Stein, trainee en haar begeleider Fréderique Houben van de Stout Groep. Nora is via Stout Groep gedetacheerd bij Avri in Geldermalsen.

Nora: “Toen ik afstudeerde was ik nog erg zoekende wat ik precies wilde gaan doen. Ik wist wel dat ik iets wilde doen waarbij ik het gevoel heb dat ik echt kan bijdragen aan een groene en gezonde samenleving, maar nog niet precies waar of in welke functie. Het traineeship CE kwam op mijn pad en ik was meteen geïnteresseerd. Het onderwerp circulaire economie heeft veel raakvlakken met de onderwerpen waar ik in geïnteresseerd ben en me in het dagelijks leven ook mee bezighoud. Het vraagt echt om een systeemverandering, waarbij we anders omgaan met spullen en grondstoffen.”

“Via Stout Groep ben ik voor mijn eerste opdracht bij Avri terechtgekomen, de publieke afvalinzamelaar van regio Rivierenland. Hier was een collega van Stout Groep al begonnen met het begeleiden van het proces ‘Houtskoolschets’ (lees hier meer over in de GRAM april, red.), waarbij ik haar mocht gaan ondersteunen. Tijdens dit proces is een

aantal raadsleden uit de acht gemeenten van Avri gezamenlijk aan de slag gegaan om de toekomstige richting van Avri op hoofdlijnen te schetsen. Aan dit proces heb ik bijgedragen door inhoudelijke input aan te leveren voor deze raadswerkgroep, waarmee zij hun ambities beter konden bepalen. Hiervoor hebben we bijvoorbeeld een overzicht gemaakt van alle (inter)nationale wet- en regelgeving en beleidsstukken omtrent circulaire economie. Daarnaast heb ik ook geholpen met het organiseren en voorbereiden van verschillende bijeenkomsten en een excursie. Naast deze opdracht heb ik ook een aantal losse taken gekregen. Zo heb ik bijvoorbeeld meegedacht over de visie voor de milieustraten en ben ik bezig om het evenementenbeleid te herzien.”

Op de vraag waarom Stout Groep meedoet aan het traineeship zegt Fréderique: “Een van de oprichters en voormalig directeuren van Stout Groep, Arthur Reuvers, is samen met Wendy de Wild (directeur NVRD), de aanjager van het traineeship.

GRAM #04 mei 2023 | 23
TEKST: LEONIE REINDERS

En, zo geeft Fréderique lachend aan, “Als je het bedenkt, moet je ook meedoen.” Maar dat is zeker niet de enige reden. “Stout Groep is een organisatie die echt een bijdrage wil leveren aan de grotere opgaven in de maatschappij. We moeten zorgvuldig en slim omgaan met de ruimte die we hebben. Wij hebben als missie om organisaties met onze kennis te ondersteunen bij die opgaven. Wij doen dit kritisch en met lef. Jonge mensen kunnen vaak met een frisse blik naar de verschillende uitdagingen kijken die er liggen op het gebeid van onder andere circulariteit. Daarom staan wij ook helemaal achter het traineeship van de NVRD.”

Ook Walter Brouwer, directeur Avri is enthousiast over het traineeship: “Ik zie dat Nora en de andere trainees een hechte groep aan het vormen zijn. Mooi dat er zo een netwerk ontstaat. Toen ik bij Avri kwam werken viel het me op dat de NVRD-leden elkaar niet altijd goed kenden. Ik denk dat het traineeship er onder meer voor kan zorgen dat we elkaar meer gaan opzoeken in de branche en meer informatie en kennis gaan uitwisselen.”

Voor Stout Groep is het heel gebruikelijk om jonge mensen aan te nemen. Ze hebben zelfs een ‘Jong Stout’, een groep van junior adviseurs, die onder en na werktijd ook inhoudelijke en leuke activiteiten organiseren. Fréderique: “Nora past heel goed in deze groep, ze gaat deels ook mee in hetzelfde programma dat onze junioren volgen.”

Nora: “Dat was echt heel fijn. Bij Avri ben ik de jongste, maar als ik op kantoor ben bij Stout dan kan ik met mijn leeftijdsgenoten sparren.”

Renske Meijers (senior adviseur bij Stout Groep), de begeleider van Nora bij Avri, geeft aan: “Ik heb Nora gelijk zoveel mogelijk betrokken bij gesprekken op alle niveaus. Met collega’s, met het bestuur, om alle deuren open te zetten en om zoveel mogelijk ruimte te geven. Daarnaast gaf ik haar zoveel mogelijk verantwoordelijkheden, zodat zij kennis kon nemen van hoe dingen gaan. Zij heeft haar rol ook echt gevonden in het project en steeds meer naar haar toe getrokken.”

De trainees hebben bij het verschijnen van deze GRAM net hun eerste periode erop zitten en zijn gestart op hun tweede werkplek. We vragen aan Nora hoe ze het traineeship tot nu toe heeft ervaren: “Ik vind het heel waardevol dat ik in korte tijd zoveel ervaring kan opdoen en dat ik daarnaast ook mezelf kan blijven ontwikkelen door middel van het traineeprogramma. Zo werd er in het begin

bijvoorbeeld de Afvalvierdaagse georganiseerd: vier ochtenden met inhoudelijke colleges van gastsprekers uit de branche. Ook zijn we gestart met de persoonlijke effectiviteitstraining, waarbij we met onze persoonlijke leerdoelen aan de slag gaan. Het is ook leuk om tegelijkertijd te starten met andere trainees. Op deze manier leer je ook weer van elkaars ervaringen. In dit traineeship krijg ik ook veel mee van de praktijk. Dat is denk ik heel belangrijk, omdat de theorie en praktijk (dus beleid en uitvoering) nu vaak ver uit elkaar liggen. Door nu op verschillende plekken te zien hoe het gaat in de praktijk en waar afvalinzamelaars tegenaan lopen in de uitvoering, kan ik er later voor zorgen dat dit beter op elkaar aansluit.”

Voor Nora is het duidelijk wat ze na twee jaar traineeship bereikt wil hebben: “Op persoonlijk vlak hoop ik mezelf verder te ontwikkelen en meer inzicht te krijgen in wat voor soort werkzaamheden en onderwerpen mij energie geven. Verder hoop ik dat ik het belang van circulariteit nog meer onder de aandacht kan brengen bij zowel overheden, producenten en inwoners, om de beweging richting een circulaire economie te versnellen.”

Op 1 september 2022 zijn dertien net afgestudeerden gestart aan het Traineeship Circulaire Economie. Het traineeship is een mooie kans voor deze jonge mensen om zich te ontwikkelen tot zelfstandig professional. In twee jaar tijd werken ze bij drie verschillende organisaties in de afval- en grondstoffensector. De trainees volgen daarnaast een opleidingsprogramma dat bestaat uit onder andere bedrijfsbezoeken, een training persoonlijke effectiviteit, colleges circulaire economie en een groepsopdracht.

Geen overlast van maden & stank

Verleng de inzameling interval, zelfs in de zomer

Ideaal voor het inzamelen van etensresten

Bewezen toename in kwantiteit & kwaliteit GFT-e afval

Verminder CO2 footprint

24 | GRAM #04 mei 2023
De Biofilterdeksel nl.biologic.de 1-4_190x62mm_C.indd 1 13-04-2023 14:52
IN KORTE
ZOVEEL ERVARING
OPDOEN EN DAT IK DAARNAAST OOK MEZELF KAN BLIJVEN ONTWIKKELEN DOOR MIDDEL VAN
TRAINEEPROGRAMMA.”
“IK VIND HET HEEL WAARDEVOL DAT
IK
TIJD
KAN
HET

GRENZEN VERLEGGEN OM TE GROEIEN VAN REINIGER NAAR BESTUURDER

Voor deze speciale Jaarcongres-special van de GRAM zijn verschillende medewerkers van gastheer Rd4 gevraagd hoe zij hun grenzen verleggen. In gesprek met Hugo Janssen, wethouder en eerste locoburgemeester van de gemeente Brunssum.

TEKST EN BEELD: RD4

Hugo is sinds 2010 wethouder in de gemeente Brunssum. Sinds juli 2022 behoort afval tot zijn portefeuille. Daarmee is de cirkel rond, want Hugo werkte ooit zelf in de reiniging en inzameling bij de gemeente Brunssum. Ook was hij betrokken bij de oprichting van de commerciële afdeling binnen Rd4. Om van straatreiniger naar wethouder te klimmen heeft hij de nodige grenzen verlegd.

Hugo: “Ik ben inderdaad bij de gemeente begonnen in de straatreiniging. Daarvoor deed ik de meao, helaas een verkeerde keuze. Ik was weinig gemotiveerd en ben daarna direct gaan werken. Eerst bij een tankstation, later bij de gemeente.

Vanuit mijn baan als straatreiniger kreeg ik meer functies zoals belader, chauffeur op de kleine veegwagen en bijrijder op de kolkenwagen. Ik stond overal voor open en pakte alles met beide handen aan.”

Hugo haalde zijn chauffeursdiploma en vrachtwagenrijbewijs. “Ik volgde cursussen, onder andere voor milieuparken en BOA en behaalde mijn middenstandsdiploma. Toen de gemeente zich wilde verdiepen in het inzamelen van afval bij bedrijven, heb ik de opleiding commerciele economie opgepakt. Voor de gemeente schreef ik een beleidsstuk over bedrijfsafval. En zo belandde ik bij Rd4. Tijdens de oprichting vijfentwintig jaar geleden werd ik gevraagd om de commerciële afdeling te versterken.”

grenzen opzoek. Mijn paniekbeeld is dat ik ooit achter een bureau eindig met een grote stapel papier die ik elke dag opnieuw moet verwerken. Ik heb uitdaging en ook wel wat stress nodig om goed te functioneren. De inhoud moet me boeien. Soms komen dingen op je pad en moet je de stap durven maken.”

Naast doorzettingsvermogen en de wil om iets bereiken was ook de steun van zijn gezin belangrijk. “Ik werk veel uren, ben vaak van huis weg. We hebben twee dochters en de opvoeding deed mijn vrouw grotendeels hierdoor. Ze heeft mij altijd de ruimte gegeven om te groeien. Het voelt daardoor echt alsof we het met zijn tweeën hebben gedaan. En natuurlijk moet je ook geluk hebben. Hoewel je geluk soms ook kunt afdwingen.”

Voor de toekomst heeft Hugo vooralsnog geen grensverleggende plannen. “Ik ben nu wethouder en vind genoeg uitdaging in mijn werk. Onlangs ben ik van portefeuille gewisseld. Naast afval heb ik bijvoorbeeld ook civiele techniek. Dat is iets nieuws waar ik me helemaal in kan verdiepen.”

Jaren later nam Hugo het politieke stokje van zijn vader over. Hij nam deel aan de gemeenteraadsverkiezingen en werd raadslid bij de gemeente Brunssum. In 2010 schoof Hugo door als wethouder en diende hij zijn ontslag in bij Rd4. Een onzekere toekomst, maar Hugo nam de uitdaging graag aan.

Hugo: “Ik ben nooit bewust bezig geweest om mijn grenzen te verleggen. De angst om vast te roesten zorgt ervoor dat ik die

Hugo is niet bezig met het aansporen van anderen om grenzen te verleggen. Dat hij misschien wel als voorbeeld voor anderen wordt gezien met zijn groei van straatreiniger naar wethouder en locoburgemeester, maakt hem zelfs wat ongemakkelijk. “Mensen moeten zelf weten wat ze doen.”

Als advies zou Hugo anderen meegeven om te blijven groeien. “Volg opleidingen en cursussen en accepteer begeleiding waar je kunt. Pak kansen met twee handen aan. Met doorzettingsvermogen en de wil om iets te bereiken kun je heel ver komen.”

GRAM #04 mei 2023 | 25
“MET
EN DE WIL OM IETS TE BEREIKEN KUN JE HEEL VER KOMEN”
DOORZETTINGSVERMOGEN

BETERE REPAREERBAARHEID GOED VOOR CIRCULAIRE ECONOMIE

Hoe kan een betere repareerbaarheid van apparaten beperken dat dergelijke apparatuur eerder dan nodig weggegooid wordt? Ruth Mugge, hoogleraar Design for Sustainable Consumer Behavior/duurzaam consumentengedrag aan de TU Delft, vindt het in elk geval belangrijk om al in het ontwerp van apparaten het aspect van repareerbaarheid mee te nemen. Maar, benadrukt Mugge, wettelijke regulering – zoals het recht op reparatie voor consumenten – en gedragsbeïnvloeding zijn net zo noodzakelijk.

TEKST: MARTIJN KREGTING

Verantwoord ontwerpen, verantwoorde marketing: hoogleraar Ruth Mugge is er dagelijks mee bezig. Vooral aan de TU Delft, maar ook als hoogleraar aan de Amsterdam Business School van de Universiteit van Amsterdam. Al sinds haar studie houdt Mugge zich bezig met duurzaam ontwerpen. Zo ging haar promotieonderzoek over hoe het te realiseren is dat mensen vanuit duurzaamheidsoogpunt meer gehecht raken aan hun apparatuur. Later volgden projecten over refurbishment, energiegedragverandering, repareerbaarheid en duurzame verpakkingen.

Volgens Mugge is duurzaamheid al sinds de jaren negentig onderdeel van ontwerpen. “Toen ik ging studeren, speelden al meer aspecten mee dan vormgeving. Ergonomie, gebruiksvriendelijkheid, de engineering-kant – het moet technisch werken – maar ook marketing. De Industrieel Ontwerpen faculteit in Delft heeft altijd al deze bredere visie op design gehad. En zelfs in de jaren negentig kreeg ik al ecodesign, waarbij we keken naar de milieuconsequenties van een product, zoals materiaalgebruik, minder vervuilende productie.”

BREDERE FOCUS OP CIRCULARITEIT

De omslag naar een brede focus op een circulaire economie in plaats van een wegwerpmaatschappij is van meer recente datum. “Circulaire economie is sinds een jaar of tien echt een begrip, dat verder gaat dan milieuvervuiling. Je ziet dat inmiddels veel meer genormaliseerd worden. Een groeiend aantal bedrijven ziet circulariteit niet als iets dat geld kost, maar waar ook gewoon geld mee verdiend kan worden. Iets dat integraal onderdeel kan worden van het businessmodel.”

Repareerbaarheid van producten hoort hier bij. Hoe makkelijker een product te repareren is – of een onderdeel te vervangen – hoe groter de kans dat het niet weggegooid wordt. “Bij een groeiend aantal producten ging het de afgelopen jaren juist de andere kant uit. De nadruk werd bijvoorbeeld gelegd op zo goedkoop mogelijk zijn om zo beter te kunnen concurreren. Dat leidde vaak tot het gebruik van minder sterke materialen en maakte producten zo kwetsbaarder.”

Een goed voorbeeld zijn smartphones, stelt Mugge. Vroeger was het eenvoudig om de accu te vervangen. Tegenwoordig worden veel smartphones verlijmd. Deels omdat een smartphone dan dunner kan

zijn – en er mooier uitziet – en deels omdat dit de waterdichtheid bevordert. Dan spelen er andere belangen die in de praktijk ervoor zorgen dat een product minder makkelijk te repareren is.

REPAREERBAARHEID INTEGRAAL ORGANISEREN

Er is nu een trend – ook in wetgeving – om repareerbaarheid integraal beter te organiseren. Zo wil de Europese Commissie consumenten het recht geven om elektrische producten te (laten) repareren (zie ook kader). Je kunt ook verder gaan, meent Mugge. “Frankrijk kent een repareerbaarheidsindex. Dan kun je producten vergelijken op mate van repareerbaarheid. Dat is voor bepaalde elektronica verplicht, zodat consumenten het mee kunnen nemen in hun aankoopoverweging. Het zorgt ook voor meer bewustzijn over repareerbaarheid.”

Naast wetgeving is gedragsverandering belangrijk, meent Mugge. Binnen de garantietermijn maken veel consumenten wel gebruik van het recht op reparatie. Dan is het voor fabrikanten voordelig om die producten ook zo te ontwerpen dat ze eenvoudiger te repareren zijn. Maar je moet de consument ook verleiden om na die periode nog te kiezen voor zelf repareren – of dit laten doen.

EENVOUDIG ZELF REPAREREN

“We hebben hier zelf onderzoek naar gedaan in het geval van een koffiezetapparaat. Dat is typisch een apparaat dat mensen niet laten repareren, want dat is te duur, en voor honderd euro heb je een nieuwe. Vaak wordt zo’n apparaat al vervangen als hij ontkalkt moet worden. We hebben een test gedaan met een foutindicatie waarbij het koffie-

26 | GRAM #04 mei 2023

zetapparaat aangeeft wat er wanneer mis is. Dit had een positief effect op de intentie om tot reparatie over te gaan. Dat hebben we ook bij een steelstofzuiger gedaan, bijvoorbeeld wanneer de accu vervangen moet worden. Het gaat om zaken die relatief eenvoudig zelf gedaan kunnen worden.”

Mugge omschrijft dat als ‘can do’-mentaliteit. Zo stimuleer je consumenten om het te laten repareren en – zeker bij goedkopere producten – het zelf te doen. “Hierbij helpt het om al in het ontwerp eenvoudige mogelijkheden tot reparatie mee te nemen, maar ook om een foutindicatie toe te voegen.”

Ook zoiets als modulair ontwerpen – zoals bij de Fairphone – wordt vaak genoemd. Maar je moet mensen daar dan wel in meenemen, zoals met een stap-voor-stap-handleiding. Mugge: “Dat kan het product overigens ook zelf doen. Denk aan kopieerapparaten die mensen stap voor stap meenemen in het oplossen van een probleem.”

MOTIVATIE BELANGRIJK

Bovenstaande gaat allemaal om het vermogen om te repareren, zoals eenvoudiger vervanging van onderdelen en een handleiding. Maar motivatie om te repareren is ook belangrijk, benadrukt Mugge. Financiële motivatie is een goede reden – een auto laat men veel eerder repareren dan een koffiezetapparaat.

Meer informatie motiveert ook. “Vaak is het nu een gevoel dat iets ‘duur’ is om te repareren. Als mensen precies weten hoeveel iets kost om te repareren, geeft dat hen een goede basis om een besluit te nemen. Hierbij helpt bijvoorbeeld een online platform dat per regio aangeeft waar mensen terecht kunnen om producten te laten repareren.”

Verder ziet Mugge waarde in het creëren van bewustwording op het gebied van milieu-impact. “Mensen willen die impact wel verminderen, maar het zit nog niet echt tussen de oren dat vervanging in plaats van reparatie een grotere milieu-impact heeft.”

MENSEN ZIJN ONGEDULDIG

Initiatieven zoals Marktplaats en Repaircafé helpen mee om producten langer in omloop te houden. Een probleem met Repaircafé is volgens Mugge wel dat je er niet elke dag terecht kunt. En mensen wiens koffiezetapparaat kapotgaat, willen dat het de volgende dag weer

werkt. “Mensen zijn daarnaast vaak veeleisend en willen niet lang wachten. Dat geldt ook voor reparatieplatforms. Je wilt niet drie of vier dagen wachten tot je smartphone gerepareerd is, want je gebruikt hem voortdurend. Als het zo lang duurt, dan wordt reparatie vaak niet eens overwogen.”

Tot slot kunnen campagnes helpen om consumenten meer bewustzijn mee te geven over het nut van repareerbaarheid. Zo lanceerde Sire een jaar of drie terug een campagne onder de naam ‘Waardeer het, repareer het’. “Dat heeft bij veel mensen een zaadje geplant, maar het heeft helaas geen vervolg gekregen.”

KANTELPUNT

Zitten we al op een kantelpunt? Mugge vindt dat lastig te zeggen. “Ik vind de aandacht van de Europese Commissie en het recht op reparatie stappen in de goede richting. Maar uiteindelijk zijn ontwerpprocessen niet van de ene op de andere dag te veranderen. Ik ga er niet van uit dat over een jaar alles anders is. Maar ik hoop ook niet dat het nog tien jaar gaat duren.”

EU: RECHT OP REPARATIE

Verkopers worden, als het aan de Europese Commissie ligt, verplicht om defecte producten tijdens de garantieperiode op verzoek van een klant te herstellen (tenzij repareren duurder is dan vervangen). Is de garantie verlopen, dan moet een klant in principe binnen vijf tot tien jaar na aankoop ook nog voor reparatie bij de verkoper terecht kunnen - behalve als dat technisch onmogelijk is. De regels moeten gaan gelden voor huishoudelijk apparaten en op termijn ook voor mobiele telefoons en tablets. Consumenten vinden het nu vaak te moeilijk om een monteur of andere reparateur te vinden. Verkopers moeten straks duidelijk maken dat klanten voor reparatie bij hen terechtkunnen. Bovendien moeten er online platforms komen waar vraag en aanbod elkaar kunnen treffen. Dat moet voorkomen dat monteurs en klusjesmannen en -vrouwen worden verdrongen. De EU-landen en het Europees Parlement moeten nog instemmen met de plannen. Zij buigen zich ook al over voorstellen van de Commissie om producten zo te ontwerpen dat ze zich beter lenen voor reparatie.

GRAM #04 mei 2023 | 27
22-3000-0473-01 NVRD GRAM 2023 mei 1-4_190x62mm_A.indd 1 12-04-2023 11:08

CIRCULARITEIT MEETBAAR MAKEN

alleen niet zo simpel als het lijkt.

TEKST: LARISSA VAN DER FEEN

De laatste jaren komen veel bedrijven met ambitieuze doelstellingen om volledige circulariteit te bereiken. Maar wat houdt circulair zijn precies in? In 2018 deed de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) onderzoek naar deze vraag en kwam tot de conclusie dat veel bedrijven eigen meetsystemen voor circulariteit hadden ontwikkeld. Deze vele meetsystemen stonden in conflict met elkaar, wat zorgde voor verwarring in plaats van een gezamenlijke transitie naar een circulaire economie. Soms waren bepaalde facetten van de circulaire economie wel gemeten, zoals bijvoorbeeld bedrijfsafval, maar werd de circulariteit van de materialen die bedrijven inkopen niet gemeten. De circulaire economie is een systeemverandering die alle aspecten van het economische leven omvat. Dit betekent dus ook dat er niet één duidelijke indicator is voor circulariteit.

CIRCULAR TRANSITIONS INDICATORS

Als reactie op de vele verschillende meetsystemen is WBCSD in 2020 begonnen met het ontwikkelen van één raamwerk voor circulariteit dat bruikbaar is voor elk bedrijf ongeacht sector, grootte of positie in de waardeketen. Dit raamwerk, de Circular Transition Indicators (CTI), is gezamenlijk ontwikkeld door tientallen bedrijven. Dankzij het netwerk van de WBCSD, dat bestaat uit meer dan tweehonderd internationale bedrijven, heeft dit raamwerk een wereldwijd bereik en kent het tevens een stevige Nederlandse inbreng.

Zo schreven onder andere DSM, Rabobank, Philips en AkzoNobel mee en ook partijen als KPMG (co-auteur) en PwC. CTI gaat verder dan alleen rapporteren over afval en recycling en omvat indicatoren die gaan over waarde behoud van materialen.

CTI kent in totaal tien verschillende indicatoren en omvat een brede aanpak van circulariteit waarbij goed inzicht in inkoop, productontwerp en afvalmanagement benodigd is. NS was één van de eerste Nederlandse bedrijven die CTI ging gebruiken, om ze te helpen met het ambitieuze doel om in 2030 volledig circulair te zijn. CTI maakt onderscheid tussen (1) input van materialen (circular inflow) en (2) output van materialen (circular outflow). Circular inflow meet de circulariteit van alle materialen die worden ingekocht. Voor NS betekende dit schakelen met duizenden leveranciers, en in totaal hebben ze details opgevraagd van 94.000 ton materialen (66 procent van de totale ingekochte goederen van het bedrijf). Niet voor elk bedrijf is het vanzelfsprekend dat ze weten waar hun materialen vandaan komen, en of het bijvoorbeeld recyclaat bevat. Dit gesprek moet worden aangegaan.

NIEUWE FIETSENSTALLING VAN AFGEDANKTE TREINEN

Naast circulair inkopen is het belangrijk om te weten wat er gebeurt met de materialen na gebruik. Circular outflow meet in hoeverre het product is ontworpen voor het behoud van waarde na gebruik. Zo meet NS, bijvoor-

beeld, wat er gebeurt met hun afgedankte treinen. Ze gaan een nieuwe fietsenstalling bouwen van oude treinonderdelen – zoals vloeren, ramen en panelen – om de materialen een tweede leven te geven. Ook plannen ze het terugwinnen van materialen die ze op dit moment inkopen; ze weten precies welk type afval er gaat komen en hebben tijd om te zorgen dat de materialen gerecycled of hergebruikt kunnen worden. Voor NS was het gebruik van CTI een manier om de juiste KPI’s te bepalen en juiste beslissingen te kunnen nemen die de circulariteit van het bedrijf nu en morgen verbetert.

TRANSPARANTIE EN STANDAARDISATIE BELANGRIJKE VOORWAARDEN

Modulair ontwerpen en circulair ontwerpen zijn strategieën die kunnen worden ingezet om de materialen uit een product terug te kunnen winnen. Als voorwaarde moet de infrastructuur en technologie aanwezig zijn om de producten en materialen na gebruik ook echt in te zamelen en te kunnen recyclen, herfabriceren of te repareren. Dit vereist transparantie over hoe en waar het product in het afvalsysteem terecht komt. Dit is precies waar de meeste bedrijven mee worstelen. Data is nodig voor bedrijven om te weten waar hun product vandaan komt, wat er precies in zit, en waar het heen gaat. Gemeenten en publieke inzamelbedrijven worden geconfronteerd met zelfde ondoorzichtigheid en het ontbreken van data uit de private sector. Het praten van dezelfde taal en standaardisatie van data spelen een kritieke rol om de dialoog tussen al deze verschillende actoren te vergemakkelijken.

SPANNENDE ONTWIKKELINGEN

Er zijn spannende nieuwe ontwikkelingen gaande. Het nieuwe Ecodesign for Sustainable Products Regulation bevat het Digitaal Product Paspoort (DPP). Dit digitale paspoort geeft inzicht in materiaalstromen en de materiaalcompositie van producten, data die nodig is om een product over de gehele keten

28 | GRAM #04 mei 2023
‘Meten is weten’ wordt vaak geroepen. Dit geldt ook voor circulariteit. Bedrijven die inzetten op circulariteit moeten objectief hun vooruitgang kunnen meten. Dit is

meer circulair te maken. Terwijl de DPP nog in ontwikkeling is, zullen de meeste bedrijven in 2030 een DPP moeten hebben. Dit zijn veelbelovende ontwikkelingen om het meten van circulariteit in de toekomst te vergemakkelijken.

Het meten van circulariteit door te kijken naar de circular inflows en outflows zorgt dat

bedrijven verantwoordelijkheid nemen over de gehele levenscyclus van hun product. Het raamwerk promoot dan ook producentenverantwoordelijkheid. Ontwikkelingen in regelgeving van de EU zoals het Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) voeren de druk op bedrijven in Europa om circulariteit te gaan meten op. Het meten van circulariteit is niet alleen belangrijk voor bedrijven, maar

ook voor gemeenten en de afvalbranche. Het collectief meten van circulariteit moet zorgen voor transparantie en voor samenwerking in de keten. Dit geeft bedrijven een duidelijke rol in een circulaire toekomst in Nederland.

GRAM #04 mei 2023 | 29
13-04-2023
22-3000-0515-01 NVRD GRAM 2023 mei
14:25
1-4_190x62mm_A.indd 1 12-04-2023 11:39
22-3000-0461-01 NVRD GRAM 2023 mei

SOLLICITEREN MET EEN ENKELBAND

Voor deze speciale Jaarcongres-special van de GRAM zijn verschillende medewerkers van gastheer Rd4 gevraagd hoe zij hun grenzen verleggen. In dit artikel gaan we in gesprek met Mark Janssen, medewerker assortimentsbeheer bij Rd4.

TEKST EN BEELD: RD4

Al drie jaar werkt Mark bij Rd4. Eerst als sorteerder aan de BEST-tassen sorteerband, nu stuurt hij een aantal mensen aan bij de expeditieafdeling van assortimentsbeheer. De weg die Mark heeft bewandeld is bijzonder. Mark startte zijn loopbaan bij Rd4 met een enkelband.

Mark: “Ik heb wel wat grenzen verlegd in mijn leven, als ik terugkijk. Toch voelde het op dat moment niet altijd zo.” Toen bij Mark en zijn gezin een forse rekening op de deurmat viel, nam hij een allesbeslissende stap. Hij belandde in België in het drugsmilieu. “Een hele domme keuze. Maar het sloop erin. Als je er eenmaal in zit en je raakt gewend aan het geld, kom je er niet zo snel meer uit.”

Dat de politie hem op het spoor kwam, is achteraf zijn redding geweest. Toch voelde dat niet meteen zo. “Ik was mezelf niet meer. Het maakte me op dat moment allemaal niet meer uit.” Toen ook zijn vrouw werd gearresteerd en hun zoon bijna in een internaat terechtkwam, zette Mark alles op alles om dat te voorkomen. Zijn zoon werd tijdelijk opgevangen bij een nichtje en al snel mocht zijn vrouw naar huis.

Mark bleef in de gevangenis achter. Hij onderging zijn lot en stond niet open voor welke vorm van hulp of coaching dan ook. Tot dat ene moment. “Ik omschrijf het zelf als ‘het spiegelmoment’. Ik stond voor de spiegel en het was alsof ik dwars in mijn ziel kon kijken. Ik keek naar mezelf en

moest denken aan mijn moeder, een lieve vrouw, die mij liefdevol heeft opgevoed. Mijn zoon van zes verdient ook een vader om trots op te zijn. Op dat ene moment kwam ik echt tot mezelf. Dat was heel confronterend.” Het zorgde voor een ommekeer. Mark accepteerde de hulp die hem werd aangeboden, werd overgeplaatst en ging al snel werken bij de bakkerij in de gevangenis.

Het leven zag er ineens heel anders voor hem uit. Hij kwam vrij met een taakstraf en een enkelband en kreeg een baan bij Rd4 aan de sorteerband. “Dat was heel spannend voor mij. Achteraf ben ik heel blij dat ik juist daar ben begonnen. Het is het hart van de afdeling en ik heb de mensen en hun beperkingen goed leren kennen. Ik ben heel blij dat ik die kans heb gekregen en dat iedereen me accepteert.”

Grenzen verleggen hoeft dus niet altijd positief te zijn. “Uiteindelijk moet je in het

leven opletten welke keuzes je maakt. Ik ben mezelf volledig kwijtgeraakt, maar ik heb ook positieve dingen eruit gehaald. Ik zei ooit tegen mezelf: ‘Mark, als je hier uitkomt ben je echt een sterk persoon’ en het is me gelukt. De liefde voor mijn zoon en mijn doorzettingsvermogen hebben me gebracht waar ik nu sta en zorgen er ook voor dat ik nooit meer terugga naar waar ik vandaan kom.”

Toch ziet Mark dat grenzen verleggen juist ook positief kan zijn. Hij moedigt dat op het werk heel erg aan. “Ik probeer mijn collega’s zoveel mogelijk te leren en hun wereld groter te maken. Als ze veel dingen kunnen, voelen ze zich trots en belangrijk.”

Voor de toekomst wil Mark zijn grenzen vooral positief verleggen. “Ik wil graag alles eruit halen wat erin zit. Maar thuis wil ik er vooral voor mijn zoon zijn en een gewoon en gelukkig leven leiden.”

30 | GRAM #04 mei 2023
“IK HEB WEL WAT GRENZEN VERLEGD IN MIJN LEVEN, ALS IK TERUGKIJK”

KIJKJE IN DE KEUKEN BIJ RD4

Gastheer van het NVRD Jaarcongres Rd4 ontplooit veel verschillende activiteiten. Dit jaar bestaan zij 25 jaar. In die tijd zijn zij uitgegroeid tot een van de grootste werkgevers in de regio, met meer dan 600 medewerkers. Al deze medewerkers zetten zich in voor een beter milieu en een schonere leefomgeving. Neem een kijkje in de keuken van Rd4!

GRAM #04 mei 2023 | 31
22-3000-0471-01 NVRD
1-4_190x62mm_A.indd 1 18-04-2023 09:31
GRAM 2023 mei

TERUGBLIK GEMEENTELIJK GRONDSTOFFENCONGRES 2023

In aanloop naar het NVRD Jaarcongres 2023, kijken we terug naar het Gemeentelijk Grondstoffencongres 2023. Een congres met een recordaantal bezoekers (waaronder veel jong talent), twintig inspirerende sessies, een mooi plenair programma én een vegetarische lunch. Kijk mee terug op een mooie dag!

32 | GRAM #04 mei 2023

NIEUWS

NVRD-BENCHMARK HUISHOUDELIJK AFVAL WEER VAN START!

Op 11 april was het alweer zover: de kick-off van de NVRD-Benchmark Huishoudelijk Afval. Dit jaar nemen bijna 200 gemeenten deel aan de steeds groeiende benchmark.

Ook dit jaar is het weer tijd om de eigen resultaten te vergelijken met anderen, en na te gaan waar verbeterpunten liggen. De cijfers van 2022 zullen besproken worden gedurende vier bijeenkomsten, waarvan de eerste op 11 april plaatsvond.

Na het openingswoord van Wendy de Wild, directeur van de NVRD, is de opzet en planning voor 2023 gepresenteerd. Voor deelnemers was er de mogelijkheid om hun kennisbehoeften te delen. De vervolgbijeenkomsten zullen hierop aansluiten.

NIEUWE VOORZITTER YOUNG NVRD

Ook bij de Young NVRD is het soms tijd voor vernieuwing. Sigrid Schuurmann (programmamanager GFE bij de gemeente Rotterdam) neemt dit jaar afscheid van het Young NVRD bestuur om plaats te maken voor nieuwe energie en ideeën.

Sigrid was betrokken bij de oprichting van de Young NVRD en heeft in totaal zes jaar in het bestuur gezeten, waarvan drie jaar als voorzitter. Onder haar leiding heeft de Young NVRD zich steeds sterker geprofileerd als rebel van de afvalbranche. Van een club met vier jaarlijkse bijeenkomsten naar een netwerk dat zich ook profileert in de landelijke discussies van onze branche.

Bestuurslid Laura Heese Smit (Business ontwikkelaar bij HVC) zal op de ALV van 10 mei officieel het stokje van Sigrid overnemen.

RECTIFICATIE

In het artikel ‘Nieuw talent: Young NVRD'ers aan het woord’, gepubliceerd in de GRAM april, staat de naam Johan Zandee genoemd bij één van de geïnterviewde Young NVRD’ers. Dit moet Johan Schadee zijn. De redactie biedt haar excuses aan voor deze vergissing.

Practice what you preach

In de vorige GRAM stond een mooi artikel over hoe we dat proberen toe te passen op onze events. Ook voor ons kantoor – dat na bijna elf jaar wel aan een kleine upgrade toe is –willen we alleen hergebruikte, natuurlijke of duurzame oplossingen. Een intrigerende ontdekkingstocht op wat er al wél kan, en hoe ingewikkeld (en duur) duurzaam ook nog is. Ons kantoor is open en licht, maar ook een klankkast met overleggende en teamsende mensen. Dus: meer dempende elementen. Nee! zei ik echter resoluut toen deze van gerecyclede petfles werden aangeboden. “Pet moet weer pet worden”, antwoordde ik de beduusde interieurontwerper. Hij had nog zo zijn best gedaan alleen duurzame opties te vinden. Het alternatief van vilt was echter 21.000 euro duurder. Nogal een ding, op een prijs van 4.500 euro. Wat doe je dan, beste leden? Ook hier thuis stranden goedbedoelde pogingen. Een nieuwe tuinset wilde ik laten maken van gebruikt hout van de milieustraat door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Na enkele maanden bleken ze de opdracht kwijt of vergeten. Ging deze zomer niet meer lukken. Oké. Kan gebeuren. Googlen op duurzame tuinmeubels dan maar. Dat geeft een inzicht in hoe bizar eenvoudig die term misbruikt wordt, en hoe weinig er echt te krijgen is. Althans, voor mensen die niet bereid zijn duizenden euro’s voor een bankje neer te leggen. Zucht. Nieuw maar van Europees hout? Ik ga overstag. Poging drie. Dochterlief zocht de perfecte galajurk voor een feestje. “Huren!” riep ik enthousiast. Veel beter. Mama betaalt! 3 avonden zoeken in het aanbod dat in niets aansluit op de smaak van 16-jarigen in 2023. Ze wil gewoon in dat kekke jurkje van de Pull&Bear. Twee smekende ogen. 29 euro maar, mama. Ik buig. Het goedkope hippe vod wordt bezorgd, inclusief kapotte stiksels. Ik gris het weg voordat het retour gaat, sprint naar de kledingmaker, en laat het voor 10 euro fixen. Gelukkig. Tóch nog iets soort van circulairs gedaan. Af en toe is het makkelijker om preach aan te passen dan practice. Maar we blijven het proberen.

Wendy de Wild directeur NVRD

GRAM #04 mei 2023 | 33
COLUMN
Foto: Bart van Dieken

BRANCHE NIEUWS

VERDIEP JE IN DE WERELD VAN AFVAL TIJDENS DE AFVALVIERDAAGSE

Van afval naar grondstof vinden we tegenwoordig vanzelfsprekend, net zoals het veilig vernietigen van afval dat niet hergebruikt kan worden. Maar ook dat we in een schone omgeving wonen en dat we ervoor kunnen kiezen om tweedehands spullen te kopen. Er is op het gebied van beperken, scheiden, verzamelen en verwerken van afval veel veranderd ten opzichte van generaties terug met een steeds duurzamere samenleving als resultaat en een circulaire economie in het vooruitzicht.

Na het succes van de twee voorgaande edities, organiseert Circulus, in samenspraak met de NVRD, in juni 2023 wederom de training Afvalvierdaagse. Deskundigen docenten, zelf ook werkzaam in (of met) de afvalbranche, maken je op vier trainingsochtenden wegwijs in afvalland. Duurzame afvalverwerking kan niet zonder de inzet van en samenwerking tussen overheid, gemeenten, bedrijven, instellingen en burgers. Acht boeiende modules geven uitleg over wetgeving, beleid, activiteiten, inzichten en bewustwording en vertellen over de geschiedenis en de toekomst van afvalverwerking.

De training is interessant voor iedereen werkzaam in de afvalbranche, of bij een gemeente, op ambtelijk, bestuurlijk of raadsniveau. Er is naast veel informatie voldoende ruimte voor onderlinge kennismaking en het delen van ervaringen en kennis.

De deelnemers uit de vorige edities waren enthousiast: ‘In vier ochtenden krijg je een overzicht van de branche in de meest brede zin van het woord. Je leert over de historie, maar ook over de actuele manieren waarop we in Nederland en daarbuiten met afval omgaan. Variërend van praktische feiten over de verschillende manieren van inzameling tot de vernieuwende kijk op circulariteit van grondstofstromen. Maar ook over hoe de producentenverantwoordelijkheid nu precies zit en hoe gedragsverandering nu écht werkt.’

De trainingsochtenden zijn op de vrijdagen 2, 9, 16 en 23 juni 2023, van 9.00 uur tot 12.30 uur, gevolgd door een gezamenlijke lunch. De locatie van de training is in Apeldoorn. De kosten bedragen voor NVRD-leden 500 euro.

Wilt u zich aanmelden of meer informatie over deze training en de voorwaarden. Dat kan. Uitgebreidere informatie is beschikbaar bij het secretariaat van Circulus via mail: secretariaat@circulus.nl of telefonisch: 06 - 51 49 44 88.

AGENDA

10 en 11 mei

ALV + NVRD Jaarcongres

Heerlen

2/9/16/23 juni

Afvalvierdaagse

Apeldoorn 28 juni

Vakdag

Utrecht

34 | GRAM #04 mei 2023
1_4_st_GRAM_92x130mm_B.indd 1 12-04-2023 11:05
22-2000-1628-02 NVRD GRAM 2023 mei

“Al

KLIKO GROEP Standaardruiter 36 3905 PZ Veenendaal +31(0)318 559393 info@kliko.nl www.kliko.nl
meer dan 40 jaar toonaangevend in minicontainers, innovator van ondergrondse containers, marktleider in chipregistratiesystemen en trendsetter in toegangselektronica.”
van afvalinzamelsystemen KLIKO.BE | KLIKO.NL BEZOEK ONZE NIEUWE WEBSITE
chipregistratie
KLIKO GROEP Innovators
vierwielcontainers
ondergrondse containers minicontainers containerbehuizing onderhoud en reiniging palletboxen toegangscontrole containermanagement ALLES ONDER 1 DAK
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.