
3 minute read
Koos Vorrink, vergeten na geleverde strijd
Een nieuwe biografie van Koos Vorrink belicht tot in details het leven van deze veelzijdige politicus. In de eerste helft van de 20e eeuw drukte hij zijn stempel op vrijwel alle zuilen van de rode familie. Van 1924 tot 1927 was hij bestuurder van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling, de voorloper van Nivon.
Joop Witte (79) is telg uit een rood nest. In de vijftiger jaren kwam hij in contact met de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC), en veel later logeerde hij in het zogeheten Huisje van Koos in Vierhouten. Daar, aan de voet van De Paasheuvel waar jong en oud pinksterfeesten vierden, werd zijn interesse gewekt in het leven en werk van Vorrink. Pas na zijn pensionering als middelbare school-conrector begon hij aan een serieus historisch onderzoek. Het resulteerde in een vuistdik boek: ‘Koos Vorrink, de vergeten man’.
Hoezo, vergeten?
Zo voelde Vorrink zich, toen hij in de laatste fase van zijn leven in een verzorgingshuis zat. Na zijn overlijden in 1955 was er een grote herdenkingsbijeenkomst in het Amsterdamse Concertgebouw. Volgens zijn broer Adri had “Koos een strijd geleverd om weer beter te worden, maar verloren en zag hij zich als een vergeten man”. Bij de begrafenis was daar weinig van te merken. Duizenden begeleidden hem naar het crematorium, een huldebewijs dat ooit slechts was getoond voor de socialistische giganten Troelstra (1930) en Wibaut (1936). Maar daarna werd het stil. Joop Witte: “De Pinksterfeesten in Vierhouten waren allemaal door hem bedacht. Maar bij festiviteiten op De Paasheuvel kwam zijn naam in de toespraken niet meer voor. Ook bij de Partij van de Arbeid herinnert iedereen zich Drees en Den Uyl, maar niemand kende Vorrink.”
Vele functies
De biografie biedt een overzicht van alle bestuurlijke functies, en gaat diep in op het persoonlijk leven, zijn liefdes, op intriges en machtsstrijd. Geen persoon of gebeurtenis blijft onvermeld. Als kweekschoolstudent al oprichter van een bond voor geheelonthouders, vanaf 1927 AJC-voorzitter en sinds 1933 van de SDAP. In de eerste oorlogsjaren was Vorrink betrokken bij de illegale krant Het Parool, gevangengehouden in het gijzelaarskamp Haaren en vervolgens gedeporteerd naar Sachsenhausen. Na de bevrijding voorzitter van de PvdA. Verbonden aan VARA en vakbond NVV. In 1986 publiceerde Hein Wiedijk al een studie die eindigt in juli 1940. Joop Witte: “Waardevol materiaal. Ik hoefde dat werk niet uitgebreid over te doen. Over de vooroorlogse tijd heb ik zijn boek nauwkeurig als leidraad genomen.”
Het Instituut
Aan het IvAO wijdt Wiedijk 20 pagina’s: Witte beperkt zich tot zes. De biograaf presenteert wel wat opmerkelijke feiten: Vorrinks benoeming als bezoldigd bestuurder in 1924 was voorgekookt. Andere sollicitanten maakten geen kans. Het Instituut moest ‘een Arbeiders Jeugd Centrale voor volwassenen’ zijn. Koos wordt neergezet als verkondiger van het ‘gezindheidssocialisme’. Het dagblad Trouw stelde ooit dat Nivon afkomstig is uit “deze stroming binnen de arbeidersbeweging die de onhebzuchtige, verantwoordelijke, innerlijk vernieuwde mens hoog in het vaandel droeg.”
SDAP-bestuurder A.B. Kleerekoper noemde Vorrink een goede organisator, maar vond dat er naast hem een “fijne intellectuele geest” nodig was. Zowel Wiedijk als Witte wijst op zijn uiteindelijke afgang als IvAO-voorman. Hij slaagde er niet in de club uit te bouwen tot het culturele verlengstuk van de AJC.
Vorrink vergeten? Niet bij Nivon, als erfopvolger van het ‘Instituut’. Koos leeft voort in het natuurvriendenhuis te Lage Vuursche. Zijn portret in de hal, een borstbeeld in de binnentuin.

Koos Vorrink, de vergeten man. 444 pagina’s. Uitg.: Schrijverspunt. € 25,95 •