
4 minute read
Internationaal: De 'werken' van onze vereniging
Het is wat sneu dat de naam van onze vereniging zo kort voor het 100 jarig jubileum voor menigeen een mysterie is. Nog maar enkele jaren geleden wist zelfs een aantal bestuursleden het acroniem ´Nivon´ niet te duiden. Een snelle blik in onze statuten biedt al bij artikel 1 de ontknoping: De vereniging draagt de naam: Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk, afgekort aan te duiden met Nivon.
Al bijna honderd jaar bevat de naam van onze vereniging de I van Instituut, wat ons bestempelt als een organisatie met een maatschappelijk, cultureel doel, n.l. de 'verheffing', aanvankelijk van de Arbeider, vanaf 1960 van 'het Volk'. Eerder had het Instituut zich onder het label I.v.A.O., samen met de vakbond en de Wiardi Beckmanstichting, met het 'Scholenwerk' over het ontwikkelingsniveau van 'den arbeider' ontfermd. Het ging daarbij niet om socialistische vorming, maar om 'het kweken van een geschoold en volgzaam kader' 1, niet bepaald een lokker voor een gretige toestroom van cursisten. Wegens gebrek aan belangstelling voor de aangeboden cursussen volgde in 1959 de onvermijdelijke ontmanteling van de Stichting Scholendienst.
Nadat wij het zonder het 'Scholenwerk' moesten stellen en het met de 'Volksverheffing' ook niet meer zo'n vaart loopt, lijkt het bestaansrecht van de honderdjarige vooral verbonden te zijn met de overgebleven belofte van het 'Natuurvriendenwerk' en het daarmee samenhangende 'Huizenwerk'.
Het toeval wil dat het in 1924 exact honderd jaar geleden is dat 'wij' ons als Nederlandse 'sectie' bij de internationale Natuurvriendenbeweging hebben aangesloten. Dat speelde zich af in de prenatale periode van het 'Instituut'. Dat is inderdaad ook in 1924 opgericht, maar al vijf jaar eerder werd in Amsterdam in een zaaltje aan het Waterlooplein een Arbeidersreisvereniging ten doop gehouden door vertegenwoordigers van de vakbond en de Amsterdamse vereniging Zomers Buiten , een vereniging die zich bezighield met de verbetering van de leefomstandigheden van arbeiders. De Arbeidersreisvereniging organiseerde korte reizen om te voorkomen dat de arbeiders zouden gaan werken op de moeizaam afgedwongen eerste vakantiedagen.
Zwitserland was in die dagen de ultieme vervulling van een droom. Daar maakten de reislustige arbeiders kennis met de eerste berghutten van de Touristenverein ‘Die Naturfreunde’. Die naam wordt meestal verkeerd begrepen. Een 'Tourist' was in het bergland iemand die een 'Bergtour', een bergtocht, maakte. Die bergwandelaars werden ook wel als 'Naturfreund' aangeduid, zonder verdere bijbetekenis.
In september 1923 togen de bestuursleden Maarten Borsje en Hans Grimm van de Arbeidersreis-vereniging naar een congres van de internationale Natuurvriendenbeweging in Leipzig, het legendarische congres waarvan geen verslag bewaard is gebleven, omdat daar een aantal Duitse communistisch georiënteerde afdelingen geëxcommuniceerd werd. Politiek behoorde je niet mee de bergen in te dragen in je rugzak, was het standpunt van de leiding in Wenen. Tegelijkertijd werd de reisclub van Borsje en Grimm met open armen ontvangen. De kranige Nederlandse bestuurders wisten zelfs af te dwingen dat hun reisvereniging zijn eigen entiteit mocht behouden, een novum, want voordien werd de internationale vereniging strak vanuit Wenen aangestuurd.

In 1924 werd de overeengekomen toetreding tot de Natuurvriendenbeweging geëffectueerd. Toen de Arbeidersreisvereniging in 1929 min of meer door het Instituut werd opgeslokt, werd de nieuwe verenigingsnaam: I.v.A.O. “De Natuurvrienden”.
In Oostenrijk, Zwitserland en Duitsland hebben de Natuurvriendensecties tegenwoordig de status van milieubeschermingsorganisatie. De Duitse Natuurvrienden profileren zich als sterk gepolitiseerde organisatie met engagement voor de vrede en klimaatrechtvaardigheid. Nivon hinkt wat achteraan op zoek naar een raison d'être. Het 'Instituut' speelt hooguit nog een rol in het debat of het 'Nivon', 'de Nivon', of 'het Nivon' moet zijn. Persoonlijk opteer ik voor het behoud van het vertrouwde 'het', dat tenminste nog de herinnering aan ons onvolprezen 'Instituut' koestert. Ondertussen treden wij naar buiten als 'Nivon Natuurvrienden', een tautologie, als Natuurvrienden in het kwadraat, een belofte voor de toekomst.•