
22 minute read
Terugblik corona
Corona – drie terugblikken
Het zal niemand ontgaan zijn dat de coronacrisis veel invloed heeft op Nivon: activiteiten en reizen vielen stil, accommodaties moesten worden gesloten... Achter de schermen werd steeds hard doorgewerkt in deze onzekere tijd. Drie Nivonners blikken terug.
De kanoreizen
Eind vorig jaar richtte ik met een vriendin de werkgroep Treq Kanoreizen op en na een aantal weken hard werken konden we begin dit jaar twee kanoreizen naar Zweden presenteren. Vol enthousiasme begonnen we met deelnemers werven en de reizen gedetailleerder voorbereiden. Net als iedereen hadden we geen idee wat ons te wachten stond.
De coronamaatregelen stapelden zich op en een onzekere tijd brak aan. Ikzelf had moeite om de zorgen los te laten en rustig af te wachten. Mijn gedachten gingen alle kanten op, het nieuws volgend en hopend dat de reizen in juli en augustus konden doorgaan. Maar plannen kunnen maken was er niet bij.
Begin mei werd duidelijk dat de reis in juli niet door kon gaan, een emotioneel moment. We besloten de reis te verplaatsen naar september, in de hoop dat er dan voldoende maatregelen zouden zijn versoepeld. De deelnemers reageerden gelukkig begripvol. Een paar weken later annuleerde de treinreiswinkel de treintickets voor de reis in augustus. Opnieuw viel een moeilijk besluit, dit keer om de reis naar volgend jaar te verplaatsen. De reis in september pasten we aan naar een
eigen vervoer reis. Ook stelden we een protocol op om de reis veilig te kunnen uitvoeren en hielden we de mogelijkheden in de gaten voor alternatieve plannen in Nederland.
Het mocht niet baten, ook de herfstreis wordt verplaatst naar volgend jaar. Op dit moment staat er nog wel een kanoweekend gepland. Op treqkanoreizen.nl kun je zien met welke reis je in 2021 mee kunt. Tekst: Bas Wetter, Treq kanoreizen

Het natuurvriendenhuis
Net in de drukste tijd van activiteiten in en rondom De Bosbeek, is daar ineens corona. De handwerkweek gaat nog net door, dan opeens stopt alles. Wel lekker rustig. Ook de bergsportcursus in Arnhem en de jaarlijkse wandelweek in Frankrijk gaan niet door, een heel onwerkelijke situatie.
Maar er moet toch van alles gebeuren, daarom duurt de rust maar kort. De Bosbeek wordt wel bemand maar we besluiten toch de verwarming en het warmwatercircuit uit te zetten. We verwarmen het huiswachtenverblijf met een elektrisch kacheltje en voor het douchen schaffen we een elektrische boiler aan die we binnen een aantal weken al terug hebben verdiend.
Er zijn rondom een natuurvriendenhuis altijd genoeg klusjes te doen. Deze periode niet met z’n allen, maar alleen of op afstand. Zo werden de kelder opgeknapt, de huiswachtenslaapkamer gewit, op het natuurkampeerterrein een schuilhut gebouwd en tal van andere klusjes gedaan.
Zodra het weer kan, organiseert een aantal enthousiaste wandelaars een tweetal wandelweekenden (met gepaste afstand) en komen ook andere activiteiten weer langzaam op gang. Het blijft nog afwachten wat allemaal kan, maar het is duidelijk dat weer velen eropuit willen.
Tekst: Henk Houthuijzen, technisch- en activiteitencoördinator De Bosbeek, Nivon Bergsportgroep ZON
De afdeling
Donderdag 12 maart, de laatste dag van drie gezellige, productieve werkdagen op De Kleine Rug. Als één van de eersten vertrekken echtgenoot en ik. Handen geven is al verboden. Aanmeldsecretaris Corrie van de Marel brengen we thuis; openbaar vervoer is voor haar al geen optie meer.
Ik ga later die middag oppassen in Delft. Drie kleinkinderen van de opvang halen, met ze eten en naar bed brengen. Juist als ik mijn fiets wil neerzetten, belt Welzijn Rijswijk. Meteen na de persconferentie die middag is besloten dat het wijkgebouw, waar wij Nivon-activiteiten hebben, dicht gaat tot het eind van de maand. Dus de Algemene Ledenvergadering van de afdeling kan niet doorgaan. Oei!
Zodra de kinderen in bed liggen meteen de ALV afzeggen, per e mail (1200 mailadressen). Gelukkig heb ik mijn computer bij me…
Op 14 maart maken we nog een wandeling door de Schilderswijk. De gids had niet afgezegd; kon best. Dan wordt de situatie ernstiger en de maatregelen stringenter. Scholen sluiten. Restaurants sluiten.

Al snel besluiten we om alles wat gepland staat voor maart af te gelasten. Weer een e-mail de deur uit en een paar brieven naar mensen die geen computer gebruiken.
Een van de lezingen zou gehouden worden door Marijke de Kleijn - de Vrankrijker. Zij tipt om bij de afdelingsnieuwsbrieven een link te leggen naar de Internationale, op de website van het Nivon archief, en ook om te attenderen op het online volgen van de 1 mei lezing in het Koos Vorrinkhuis. Dit verlevendigde de berichten en hield ons verbonden bij het telkens opschuiven van de annuleringen, nu tot en met juni. •
Huiswachtencursus
Toekomstige huiswachten worden niet zomaar in het diepe gegooid. Vlak voordat corona toesloeg, was de cursus gastvrouw en gastheer (ook wel: huiswachtencursus), deze keer in Krikkenhaar. Anneke Mohl, Hanneke Leeuwerink en Hielke Ploeg geven deze cursus al vele jaren. Elke keer is het weer volle bak met huis- en terreinwachten, beginners en gevorderden.
Het is altijd zinvol en vooral erg leuk om deze cursus te volgen, vooral dankzij de mooie gesprekken over dagelijkse dilemma’s als huiswacht. Op het programma staat onder meer de geschiedenis van Nivon, boekingsprogramma Tommy, brandveiligheid en BHV en ‘omgaan met lastige situaties’.
Superweekend
Wat doe je bijvoorbeeld als een kind dat van de trap valt, maar de ouders zijn in geen velden of wegen te bekennen? Natuurlijk moet je snel handelen als er letsel is, maar wat doe je als je troost wil bieden? Aanraken? Meenemen naar
Werkgroep Winterkamperen
Een aantal Nivon kampeerterreinen blijft het hele jaar open. Om te laten zien hoe leuk kamperen in de winter is, organiseerde Nivon vorig jaar het eerste Winterkampeerevent! Dit lange weekend bij Het Hallse Hull werd een groot succes. We willen het graag voortzetten. Help je mee? We zoeken mensen (jong, oud, die-hard kampeerders en amateurs) die in een nieuwe werkgroep willen meedenken en mee-organiseren. Dat kan voor langere of kortere tijd.

het huiswachtenappartement voor een pleister? Goed om zulke dilemma’s uit te wisselen, je leert er altijd van.
Van het onderdeel brandveiligheid en BHV heb ik vooral de uitspraak ‘Denk aan oew eigen’ (ofwel: zorg voor je eigen veiligheid) onthouden. Ook was het goed om al die blusmaterialen eens te bekijken en te weten wat waarvoor is.
Een superweekend: dat was de samenvatting van de reacties aan het eind. Als vrijwilliger word je goed voorbereid. Dat maakt het nog leuker om te doen. •
Tekst en foto: Marjan Engelen
Interesse? Meer weten? Stuur een mailtje naar winterkamperen@nivon.nl We kijken ernaar uit! Meer over winterkamperen bij Nivon: nivon.nl/winterkamperen •

Nieuwe duurzame accommodaties: POD’s en Ecohuisje
Vier Wilgen op een rij

Vier gloednieuwe trekkershutjes zijn sinds deze zomer te huur op het terrein van De Kleine Rug: Wilg 1 tot en met 4. De naam sluit aan bij die van de grote blokhutten op het schiereiland in de Dordtse Biesbosch: Klaver 1 tot en met 4.
Tekst en foto's: Henk Schaaf D eze ‘POD’s’ (zo heten ze officieel) zijn tonvormige huisjes. Een slaapkamer met twee bedden, een kleine zitruimte met twee bankjes en onder de luifel twee krukjes. Het geheel is op en top eco. Duurzaam, zonder luxe. Geen wc, keukentje en koelkast. Daarvoor moeten de bewoners elders op het terrein zijn. Ze zijn van geïmpregneerd berkenhout, geheel opgebouwd uit natuurlijk materiaal, dus zonder dat er plastic in is verwerkt. Door de vorm blijft alle warmte binnen. De kop ligt op het zuiden, dus op de zonzijde. De vloer is geïsoleerd. Stroom zal binnenkort worden opgewekt met zonne-energie. Trekkershutten op De Kleine Rug, Dordrecht
bijgeleverd, hoewel er meer gereedschap nodig was dan een inbussleuteltje. Bij Wilg 1 veel tijd versleten met passen en meten, maar Boudewijn, Dick, Fred, Jorien en Martien raakten gaandeweg bedreven: Wilg 3 en 4 konden aanzienlijk vlotter worden opgezet. Goede samenwerking met vlijt. De aanvoer van het bouwmateriaal verliep iets minder eenvoudig. Een grote truck met oplegger bleef steken in de zachte bodem en moest met een tractor worden losgetrokken.
De vier trekkershutten zijn vooral gewild bij stellen die een kort verblijf op De Kleine Rug boeken. Deze Nivonacommodatie alleen bereikbaar met een bootje - is kleinschalig. Het natuurvriendenhuis telt tien kamers, waarvan er in de coronatijd slechts enkele konden worden verhuurd. Op het aangrenzende kampeerterrein is tot het eind van dit seizoen ook een klein deel van de standplaatsen beschikbaar. De grote Klaver-blokhutten zijn erg in trek, maar onderhand dringend aan vervanging toe. De vier Wilgen vormen op dit alles een mooie aanvulling. •


Op den Haar in gebruik
De etiketten zitten nog op de mooie BK-pannen. Zo nieuw is niet alleen de inrichting, maar ook het huisje zelf. Sinds juni is het open en we (Jeanneke en ik) zijn een van de eerste gebruikers van dit ecohuisje bij Krikkenhaar. Omdat ik betrokken ben geweest bij de ontwikkeling ben ik erg nieuwsgierig of het technisch allemaal klopt wat er uitgedacht is. Van de huiswacht krijgen we de sleutel en dan wijst alles zichzelf.
We (Jeanneke vooral) vallen voor de architectuur, het materiaalgebruik en design. De grote glazen pui met een overkapping geven je een tentgevoel. Het idee van een tent en de luxe van een huisje, voor ons een prima combinatie. Zowel de overkapping als alle binnenwanden, deuren en plafond zijn van Fins berkenhout. Dit geeft het huisje een beetje een Scandinavische uitstraling. Het is niet zo groot (14 m2) maar met de schuine kap voelt het binnen ruim. En eigenlijk is ook het grote terras een soort buitenwoonkamer. Twee slaapkamers bieden ruimte aan vier personen. Mooi zijn de kleine raampjes precies op ooghoogte om naar buiten te kijken vanuit je bed. En ook het daglicht door het dakraam in de badkamer is plezierig. De douche met twee douchekoppen is luxer dan wij gewend zijn.
Wat vinden Nivonners van deze nieuwe ecohuisjes?
Hoe zien jullie de toekomst van de accommodaties?
We horen graag jullie reacties, ideeën en ervaringen: toorts@nivon.nl • Op den Haar is een ecohuisje. Het hout komt van duurzaam beheerde bossen (PEFC). Het heeft veel (14 cm houtvezel) isolatie, HR++ glas en geen gasaansluiting. In elke kamer hangt een klein thermostaatje waarmee je de elektrische vloerverwarming kunt regelen. Dit werkt heel snel en je kunt ook het elektraverbruik in de kamer zien. Ook de ventilatie is innovatief. Sensoren meten de luchtkwaliteit in elke ruimte en samen met een sensor voor het vochtgehalte in de badkamer wordt daarmee de afzuiging geregeld. Maar ook de raampjes kunnen gewoon open. We zullen er nog even mee moeten leren omgaan.
De vrijwilligers van Krikkenhaar hebben er veel werk aan gehad, maar kunnen trots zijn op een heel mooi resultaat. Jammer dat de coördinator Marten Lofström begin dit jaar plots is overleden en het gebruik niet meer meemaakt.
Dit huisje is een pilot. Het is niet goedkoop, maar wel toekomstgericht. En wellicht behorend bij het luxere segment binnen Nivon. Is daar vraag naar bij Nivonleden? Wij denken van wel.


Meer info: krikkenhaar.nivon.nl/op-den-haar •

Ecohuisje 'Op den Haar' Krikkenhaar, Bornerbroek
‘Leerbedrijf’ Eikhold: “Ze vertrouwen erop dat je het goed doet”
Behalve een grote groep vrijwilligers, werkt er nog een aantal andere ‘vaste gasten’ regelmatig in Eikhold. Scholieren van de plaatselijke praktijkschool kunnen er hun maatschappelijke stage doen in het huishouden of bij de technische dienst; een andere groep leerlingen doet een week ervaring op in de groenverzorging; er zijn plannen om bewoners van een AZC te laten meewerken in de tuin, zodat zij de Nederlandse taal in de praktijk kunnen leren. De meest constante groep zijn de studenten Facilitair Management van het om de hoek gelegen Vistacollege. Wie zijn zij? En wat doen ze precies bij Eikhold?
Tekst en foto's: Hester Schaaf E ikhold is sinds 2015 een Erkend Leerbedrijf. ‘We vinden het belangrijk om jongeren de gelegenheid te geven hier een deel van hun opleiding te doen. In het begin is het veel investeren, maar al gauw draaien de studenten mee als volwaardige collega’s.’ Jo Heunen, zelf vrijwilliger bij Eikhold, is praktijkopleider voor de stagiairs. Ze nemen een stuk uitvoerend werk uit handen. ‘Dat is heel mooi meegenomen,’ zegt hij, ‘maar het opleidingsaspect staat voorop.’

Vrijheid en vertrouwen In het begin was het wennen van beide kanten. De taken waren niet altijd even duidelijk afgebakend, er was de nodige onrust. Maar na een aantal evaluaties loopt het nu gesmeerd. ‘Er zijn ook stages waarbij je gewoon als goedkope arbeidskracht wordt gezien en alleen maar bevelen opvolgt,’ zegt tweedejaars student Loet Nentjes. ‘Hier krijg je veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Als er bijvoorbeeld iets kapot gaat, zegt Tim gewoon: ‘Hier heb je een boor en een v.l.n.r. Mila, Loet en Kevin
schroevendraaier, regel het maar.’ Je vogelt het zelf uit en als het niet lukt, krijg je hulp. Ze hebben er vertrouwen in dat je het goed doet. Je moet zelf goed opletten, ook dat is heel leerzaam.’
‘Hee Mila, mag ik even wat vragen?’ ‘Nee.’ ‘Ophouden nu, of ik gooi een stuk zeep naar je hoofd!’ De ronde langs de slaapkamers verloopt oplettend maar ontspannen. Eerstejaars studenten Mila van Leipsig en Kevin Kocak weten inmiddels wat er van hen verwacht wordt. Het praktische werk hebben ze onder de knie: de kamers en de sanitaire ruimtes schoonmaken, klusjes in de tuin, welke gereedschappen en schoonmaakmiddelen gebruik je waarvoor (met een Green Key-label mag je natuurlijk niet zomaar alles gebruiken) en welke beschermende kleding moet je wanneer dragen? ‘Gast, heb je nou met je schoonmaakhandschoenen in de bak snoep gezeten?’ ‘Nee, natuurlijk niet.’

er niet met m’n neus bovenop zitten,’ zegt hij. ‘In de eerste week heb ik alles uitgelegd, in de tweede week controleer ik of ze alles begrepen hebben, daarna controleer ik nog een beetje steekproefsgewijs. Ik wil ze het vertrouwen geven dat het goed is wat ze doen, zoals ik dat zelf ook krijg. Ik word er gek van als iemand me voortdurend op de vingers kijkt. Dus ik wil niet de persoon zijn die dat bij hun doet. Al iets niet goed is, hoor ik het wel.’
Van de tweedejaars wordt al flink wat verantwoordelijkheid gevraagd. Het beoordelen en begeleiden van de eerstejaars; delegeren; werkvloeroverleg; functioneringsgesprekken… ‘En van alles moet dan weer een verslag komen, dat is best veel werk.’
Handleiding Een ander belangrijk onderdeel van de stage is het maken van een operationeel plan voor Eikhold, bedoeld om een bepaald proces te verbeteren. Loet werkt aan een plan om de hygiëne te structureren. ‘Met een lijst werk ik alle ruimtes en werkzaamheden af. Hoe gaat het nu? Hoe kan het beter? Wie is waarvoor verantwoordelijk? Je noemt de taken, de risico’s, inventariseert alle werkzaamheden. Sommige zijn periodiek, andere naar gebruik of eens per half jaar. Daar schrijf ik nu een handleiding voor, dat bespaart op de langere termijn werk en kosten.’ ‘Als het toepasbaar is nemen we het graag over,’ zegt Jo.
Het fijne van een stage bij Eikhold, vinden ze alle drie, is dat de sfeer zo goed is. ‘Je merkt dat je bij deze locatie losser kan zijn met de mensen,’ zegt Mila. ‘Bij mijn vorige stage mocht je niet praten, alles moest snel, snel. Hier kun je, naast hard werken, ook lol maken.’
Ook kunnen de studenten aan hun schoolopdrachten werken tijdens hun stage. ‘Bij sommige stageplekken moet je dat nog na je werk doen,’ weet Kevin. ‘Dan blijft er weinig tijd over voor andere dingen.’ Een aandachtspunt is dat sommige vrijwilligers wat moeten worden afgeremd in het geven van opdrachten. ‘Afgesproken is nu dat jullie je opdrachten via Tim of Diana krijgen, en niet zomaar van iedereen.’ zegt Jo. ‘Het is soms best moeilijk om te zeggen:

‘Nee, dat doen we niet’,’ vult Loet aan. ‘Maar Tim en Diana zijn geweldig. Ze beschermen ons ook tegen de soms onduidelijke of rare opdrachten van school.’
Even hoi zeggen Zelf krijgen de studenten ook wat verbeterpunten mee. ‘Ik moet wat minder flauwekullen,’ zegt Kevin, hard lachend. ‘En in het begin meldde ik me te vaak ziek, nu moet ik dat daarna dubbel inhalen. Dat heeft wel geholpen.’ Mila: ‘Ik moet leren om me wat opener op te stellen. Iets meer praten met mensen, zowel vrijwilligers als klanten. Ik vind het best lastig met onbekende mensen te praten.’ Om daar een beetje bij te helpen, tekenen de studenten nu bij binnenkomst een presentielijst bij de huiswacht. ‘Dat is niet per se nodig, maar zo heb je meteen als je aankomt even een contactmoment.’ zegt Loet. ‘Anders loop je er te makkelijk voorbij. En je gaat ook niet speciaal op de bel drukken om even ‘hoi’ te zeggen.’
Vervelende dingen hebben ze nog niet meegemaakt, zeggen de studenten. Maar soms wel een beetje rare dingen. ‘Ik vond een keer een hele stapel oude foto’s bovenop een kast,’ vertelt Mila. ‘Niemand wist hoe lang ze er lagen, of wie ze daar had achtergelaten. Daar zijn we ook nooit achter gekomen, heel vreemd.’ Kevin kon een keer een kamer niet binnen: ‘Iemand had z’n spullen voor de deur achtergelaten en was zelf weggegaan. Ik durfde niet binnen, ik dacht echt dat er een lijk lag, hahaha.’ En Loet trof ooit een man slapend in de bibliotheek aan. ‘Hij zat daar stil, in het donker. Ik schrok me rot. Toen ben ik maar even gaan koffiedrinken.’ ‘Over koffie gesproken: weten jullie al hoe dat grote koffieapparaat werkt?’ •


kijkt terug op een
zeer succesvolle zomer
Voor het eerst in jaren waren alle zomerkampen vol! Met wat aanpassingen hier en daar hebben we, ondanks het coronavirus, vijf fantastische kampen gehad.

Er waren veel nieuwe kinderen, maar ook deelnemers die al jaren meegaan en nog steeds verrast worden door de toffe thema's. Ook de club enthousiaste begeleiders groeit mee met het toenemende aantal deelnemers. Zij rusten nu lekker uit, maar staan alweer te popelen om volgende zomer weer vette kampen neer te zetten.
Kun je niet wachten tot je weer op kamp mag? Houd dan je (digitale) brievenbus in de gaten, want zodra de Winter Toorts op de mat valt, kun je je weer inschrijven voor de kampen van 2021. Die beloven minstens zo episch te worden als die van dit jaar!


JUMP heeft zin heeft zin in 2021! 21!
Hoe wij Natuurvrienden werden dankzij Zwitserse Obmann Castricum
De relatie van onze vereniging met de Internationale Natuurvrienden gaat terug tot 1923. In dat jaar reisde een groep leden van de drie jaar daarvoor opgerichte Nederlandse Arbeiders Reis Vereniging (N.A.R.V.) voor het eerst naar Zwitserland.
De reis naar de omgeving van Zürich en Interlaken was een initiatief van Maarten Borsje, de voorzitter van de N.A.R.V. Borsje stond later terecht bekend als “Natuurvriend nummer 1”. De jurist Marius van de Flier leidde de reis. Van de Flier had in 1906 de Nederlandse Reisvereniging (NRV) opgericht en trad ook op als voorzitter van deze club. Het ging Van de Flier om de “veredeling des volks”. Hij organiseerde daarom scherp geprijsde educatieve reizen voor middenstanders en arbeiders, als bijdrage aan de overwinning van de verzuilde Nederlandse samenleving. Aan ambtenaren en leraren geen gebrek, maar aanmeldingen van arbeiders waren schaars. Via vakverenigingen hoopte Van de Flier deze alsnog binnen te kunnen halen. In 1911 kwam hij in contact met de sociaaldemocratische vakbondsman Maarten Borsje. De NRV-bestuursleden zaten alleen niet op de deelname van proletariërs te wachten. “Stel je voor dat een werkgever één van zijn eigen werknemers in het buitenland zou ontmoeten als lid van dezelfde reisorganisatie!” Maarten Borsje (1880 Rotterdam – 1963 Den Haag) Vakbroeders — Borsje zag zich, overigens in harmonie met Van de Flier, gedwongen een eigen reisclub op te richten. Deze richtte zich op het werkende volk in brede zin zonder partijpolitieke binding. Via zijn N.A.R.V. wilde hij proletariërs in contact brengen met vakbroeders in het buitenland om zo een bijdrage te leveren aan internationale solidariteit en daarmee indirect aan de vrede. Een nobele gedachte, zo kort na de Grote Oorlog. In 1895 richtte in Wenen een groep sociaaldemocraten de Toeristenvereniging “De Natuurvrienden” op, die o.m. als oogmerk had de bergen ook voor de arbeidersklasse toegankelijk te maken als alternatief voor de gang naar de kroeg. Met beschonken proletariërs was het socialisme een utopie. De Hongaarse letterzetter Ferdinand Bednarz bracht als trekkende gezel in 1905 de Natuurvriendenbeweging naar Zürich. Binnen acht jaar richtte de bevlogen natuurvriend elf Zwitserse afdelingen op. In 1912 openden de Zwitserse Natuurvrienden hun eerste twee berghutten. In Zürich waren de Natuurvrienden sterk vertegenwoordigd. (Zürich was aan het einde van de 19e eeuw een belangrijk Europees centrum van de socialistische beweging. Bakunin vond er een tijd lang politiek asiel, Rosa Luxemburg studeerde er en Bebel
leefde er een jaar of 15 tot aan zijn dood.)

Autonoom — De natuurvriendenbeweging werd centralistisch vanuit Wenen aangestuurd. Zwitserland was in twee “gouwen” opgesplitst, die direct onder de aansturing vanuit Wenen ressorteerden. In de Ostgau was de Nederlander Castricum Obmann (voorzitter). Via Genosse Castricum kwam Borsje in aanraking met de Internationale Natuurvriendenbeweging. In 1923 nam hij, samen met de secretaris van de N.A.R.V. Hans Grimm, als gast deel aan de Algemene Vergadering van de natuurvrienden in Leipzig. Daar bereikten ze overeenstemming over toetreding van de N.A.R.V. tot de “Natuurvriendenvolkerenbond”. De nationale natuurvriendensecties kregen op voorstel van Borsje zowaar permissie een min of meer autonoom nationaal sectiebestuur te vormen. Voor Borsje een voorwaarde voor de toetreding en voor Zwitserland en Duitsland een eerder gekoesterde wens. Terwijl het politieke engagement van de Toeristenvereniging Die Naturfreunde oorspronkelijk wat diffuus met de ideeën van de reformbeweging verbonden was, werd in Leipzig een duidelijke resolutie t.a.v. de politieke kleur van de vereniging aangenomen: “TV-Die Naturfreunde is een internationale wandelsportorganisatie voor het werkende volk. Zij streeft naar een socialistische cultuur.” Voor Borsje, zelf al vroeg lid van de SDAP, toch een hobbel. Zijn reisclub was niet zo uitgesproken socialistisch.
Sprookjesland — In 1924 berichtte het ledenblad Der Naturfreund vanuit Wenen dat de N.A.R.V. is toegetreden tot de Natuurvriendenbeweging. De vereniging heette nu N.A.R.V. / De Natuurvrienden. Samen met Grimm was Borsje als kwartiermaker in Zwitserland geweest om een reis voor te bereiden. Zwitserland was een populaire reisbestemming. De Alpen golden volgens een meereizende journalist als “sprookjesland van watervallen en sneeuwbergen”.
Helaas was de reiskas van de N.A.V.R. / De Natuurvrienden leeg toen er in 1925 wederom, nu in Wenen, een algemene ledenvergadering plaatsvond. Het ledental stagneerde bij zo´n 5000 leden. Het in 1924 met rugdekking van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij en het Nederlandse Verbond van Vakverenigingen opgerichte Instituut voor Arbeidersontwikkeling (IvAO) was met 15.000 leden aanmerkelijk groter en hield zich ook steeds meer bezig met natuurbeleving, gecombineerd met kampeertochten, vanaf 1927 in samenwerking met de N.A.R.V. Met een vrijwillige contributieverhoging van Hfl 1,50 konden IvAO leden gebruikmaken van de ledenfaciliteiten van de N.A.R.V. In 1929 ging de N.A.R.V. op in het IvAO. Dat ging niet zonder slag of stoot. Een deel van de leden wilde het neutrale karakter niet opgeven. Zij waren geen “georganiseerde socialisten” of waren lid van een niet bij het NVV aangesloten radicalere vakbond.
Delegatie te voet — In augustus 1928 vond de algemene ledenvergadering van de Internationale Natuurvrienden plaats in het stadhuis in Zürich. De opkomst was indrukwekkend. Een honderdtal gedelegeerden en bestuursleden met zo’n 8000 natuurvrienden elders in de stad. Vanuit Oostenrijk en Duitsland reisden ze met speciale treinen. Sommige Duitsers kwamen op de fiets, zelfs te voet. NFI congres 1928 in het Raadhuis van Zürich Een delegatie begaf zich naar het kerkhof om een krans te leggen op het graf van Bebel. Op het lint de tekst: “Dem großen Führer – Touristenverein die Naturfreunde”. De grondlegger van de Duitse sociaaldemocratie was in 1913 in de buurt van Zürich overleden. Op zaterdagmiddag was er een massale boottocht met een complete vloot over de Züricher See naar Rapperswil. De deelnemers droegen

fier hun natuurvriendenembleem op de borst. Op het water weerklonk de natuurvriendengroet “Berg frei!”. Onder een grote lindeboom voerden verschillende sprekers het woord, waaronder ook Hans Grimm voor de N.A.R.V. Zijn rede zal weinig indruk hebben gemaakt: hij sprak die uit in het Nederlands. Na een rijk buffet en een feestprogramma met zang en dans in het casino van Rapperswil werd om 22.00 uur het gezelschap weer naar Zürich verscheept, terwijl boven het slot van Rapperswil in manshoge purperrode letters “Berg Frei” oplichtte.

NFI congres 1928 Rapperswil Begeleid door Zwitserse natuurvrienden trokken veel deelnemers kort daarop de bergen in. Ze overnachtten in natuurvriendenhuizen. In 20 jaar tijd hadden de Zwitserse natuurvrienden er 42 gerealiseerd. Vrij snel na deze indrukwekkende manifestatie pakten donkere wolken zich samen boven de natuurvriendenbeweging. Na Hitlers machtsovername in 1933 werd de vereniging in Duitsland verboden. Toen de natuurvriendenbeweging in 1934 ook in Oostenrijk werd verboden, kon het centrale bureau op het laatste moment van Wenen naar Zürich verplaatst worden. Belangrijke verenigingsdocumenten werden onder een stapel kolen per trein naar Zwitserland gesmokkeld. Borsje was tot 1933 voorzitter van de natuurvriendensectie binnen het IvAO. Pas in 1938 werden de organisatorische schotten tussen de IvAO en de Natuurvriendensectie volledig weggenomen. Ook in de jaren ‘50 was Maarten Borsje nog een gewaardeerd bestuurslid. Zijn laatste openbare daad was het bijwonen van het leggen van de eerste steen voor
het Koos Vorrinkhuis op 12 oktober 1962. •
De Werkgroep Historie Nivon verzamelt materiaal uit het Nivonverleden om voor de toekomst te bewaren.
Bronnen:
–Der Naturfreund, diverse jaargangen –De Natuurvriendenbeweging in Nederland – Kees de Boer in:
Zestig jaar Natuurvriendenbeweging 1955 –Socialistische Vorming – H.C.M. Michielse 1980 –Maarten Borsje – Jannes Houkes( BWSA) 2017