NIBHV Veiligheid 84 - Eerste kwartaal 2021

Page 1

Eerste hulp bij brandletsel op de werkvloer

Veiligheid voorop “veiligheid draait om mensen”

EERSTE KWARTAAL 2021 • NUMMER 84

ING safety en security in balans

Philips veilig werken in coronatijd

VAKBLAD VOOR BEWUST VEILIG WERKEN


Met Planaday maak je jouw cursusadministratie nog eenvoudiger! Klaar met de excel sheets, onnauwkeurigheden en handmatig werk? Kies nu voor Planaday en regel alles voortaan automatisch én online!

1 Centrale plek voor alle cursusplanning, facturen, cursistinformatie, certificaten en meer Eenvoudig cursusaanbod op jouw website Bespaar tot 70% tijd met plannen 1 Vaste prijs, ongelimiteerd aantal gebruikers Optioneel extra portalen toevoegen Volledig encrypted: jullie data is veilig

Eerste jaar 15% korting!

Ga direct naar onze website en vraag gratis een demo aan! www.planaday.nl/advertentie Neem direct contact met ons op: info@planaday.nl


Digitale tsunami Terwijl ik mijn voorwoord bij dit eerste nummer van Veiligheid in 2021 schrijf, houdt de coronapandemie de wereld nog altijd in zijn greep. Nederland zit middenin de lockdown, een versoepeling van de meeste beperkende maatregelen zit er ondanks een licht dalende trend in de besmettingscijfers nog niet in, en de avondklok is net verlengd tot 15 maart. Zelf ben ik een gelukkige hondenbezitter en dus mag ik ‘s avonds na 21:00 uur nog wel naar buiten om mijn labrador – en natuurlijk mijzelf – even uit te laten. Tijdens deze wandelingen in de late uurtjes valt het mij op dat de straten inderdaad verlaten zijn. De avondklok lijkt wat dat betreft effect te hebben, of er wonen gewoon weinig hondenbezitters in mijn buurt. Maar goed, op die momenten realiseer ik mij wel dat het belangrijk is om zelfredzaam te zijn want er is nu even niemand in de buurt om te helpen als er onverwachts iets zou gebeuren. Wat dat betreft is het interview met Silvan Hijlkema in dit nummer interessant én actueel, want hij deed promotie-onderzoek naar de zelfredzame burger en publiceerde hierover een lezenswaardig proefschrift. Koos Pulleman directeur NIBHV

Verder blijken de avondwandelingen ideaal om mijn gedachten te ordenen en allerlei ontwikkelingen in perspectief te zien. Zo werd voor mij steeds duidelijker dat mede door de lockdown en alle beperkende maatregelen digitalisering in meer en meer aspecten van ons leven een prominente rol speelt en dat dit de komende tijd alleen maar zal toenemen. Want naast het tijd- en plaatsonafhankelijk werken dat met dank aan allerlei digitale tools de afgelopen maanden een hoge vlucht heeft genomen, biedt het kansen om theoretische kennis op peil te houden en wordt het aanbod daarin steeds realistischer. Denk daarbij aan Virtual Reality (VR), Augmented Reality (AR) en Mixed Reality (MR), waarmee de virtuele wereld zich voor ons opent. Daarom werkt NIBHV inmiddels samen met partijen die dit soort tools ontwikkelen. En natuurlijk ontwikkelen we onze eigen e-learning verder door. Maar ondanks deze digitale tsunami maken we elk kwartaal met veel enthousiasme een fraai papieren vakblad, omdat we weten dat dit door velen nog steeds wordt gewaardeerd. Elke editie staat vol met verhalen van en met mensen die graag hun kennis met jullie delen. Zo ook in deze editie die medio maart bij jou op de deurmat valt. Hopelijk is dan het einde van de avondklok in zicht, ligt het vaccinatieprogramma op koers, worden de beperkende maatregelen verder versoepeld, en ligt er een mooi en coronavrij jaar voor ons in het verschiet.

3


OP ZOEK NAAR GEVONDEN GELD! ZOEKEN NAAR HOGERE VERDIENSTEN? Waar vind je tegenwoordig nou geld? Nergens “zomaar”. Echter zijn er mogelijkheden die voor extra opbrengsten kunnen zorgen en waarvoor je weinig extra moeite hoeft te doen. Nu er de 2e golf met Coronamaatregelen zijn kan iedereen wel extra marge gebruiken.

STEL: je laat nu je demo-blussers extern vullen. Elke vulling kost toch snel tussen de € 7,50 en € 9.00. Geeft je als zelfstandige BHV-instructeur wekelijks aan 30 cursisten een cursus dan spuiten ze al snel 10 demo-blussers leeg! Toch al snel € 75 per week. Dat is € 3375 per jaar als je 45 weken werkt.

KOSTENBEWUST! Kostenreductie zou een extra winst kunnen genereren. Met de MAXXBOXX bijvoorbeeld kunt u snel zelf eenvoudig uw DEMO-blussers vullen met milieuvriendelijk oefenblusschuim. Kosten plm. € 0,50 per vulling en natuurlijk uw eigen “vultijd”. Per 6 liter blusser kost u dat dan ongeveer 1 minuut. Wel heeft u een compressor of pomp erbij nodig.

MAXXBOXX TERUGVERDIENEN? Bij 30 blussers per week … ongeveer 3 WEKEN!! U leest het goed: de MaxxBoxx kunt u in 3 weken terugverdienen indien u 30 blussers per week gebruikt! Op jaarbasis zou u dat ruim € 10.000 meer winst geven. Gevonden Geld dus …

ANDERE OPTIE? Met de MAXXBOXX kunt u niet alleen een 6 liter blusser vullen maar ook de Prymaxx Demo-sprayblusser. Indien u de capaciteit, via een video, laat zien van de Universele blusser en deze kort demonstreert, creëert u bewustwording bij de cursisten met als resultaat dat 30% van de cursisten één of meer universele spray-blussers bij u gaat aanschaffen. Met een gemiddelde marge van €10 kunt u snel uitrekenen wat dat voor u op jaarbasis extra zou kunnen betekenen.

ARBO bij BHV INSTRUCTEURS Komt u pijn in de rug, na een lange instructie dag, ook bekend voor? Zware metalen blussers uit en inpakken. Daar heeft Prymaxx Kunststof Aramide brandblussers voor die geen 12-13 kilo vol wegen maar slechts 9 kilo. Leeg slechts 2 kilo. Dat scheelt aanmerkelijk bij het tillen. Deze blussers worden voorzien van een snelkoppeling zodat ze snel hervult kunnen worden. Zo wordt het tillen in ieder geval een stuk aangenamer en kunt u door blijven werken.

GEÏNTERESSEERD? Hebben we u weten te prikkelen of heeft u brandende vragen? Neem dan contact met ons op zodat wij vrijblijvend uw nieuwsgierigheid kunnen blussen. Prymaxx Europe B.V.

Tel. 053 8881273 of mail info@prymaxx.eu


8 Over brandwonden die ontstaan op de dagelijkse werkvloer zijn slechts in zeer beperkte mate landelijke cijfers beschikbaar. "Maar op de spoedeisende hulp van een ziekenhuis zien we brandletsel uit allerlei soorten beroepen en werkomgevingen", aldus SEH-arts Pol Stuart, die al achttien jaar in de acute zorg werkt en sinds 2018 verbonden is aan het Franciscus Gasthuis & Vlietland. In een uitgebreid interview vertelt hij over de risico’s én de do's & dont's voor (bedrijfs)hulpverlening.

Eerste hulp bij brandletsel op werkvloer Sinds november 2019 is Jurgen Hoekstra voorzitter van de Stichting Veiligheid Voorop. Het gelijknamige programma heeft als doel de veiligheidscultuur en de veiligheidsprestaties van brzo-bedrijven in de (petro)chemische industrie te verbeteren. Koos Pulleman (directeur NIBHV) besprak met de vicepresident Benelux BASF & managing director BASF Nederland waar de sector momenteel staat en vroeg hem naar zijn ambities als voorzitter.

12

“Veiligheid draait om mensen”

5


DE WEGWIJZER BHV Bewust veilig werken: het is letterlijk van levensbelang voor je medewerkers en voor je bedrijf. Niet voor niets ben je als werkgever in Nederland wettelijk verplicht om te zorgen voor een veilige werkomgeving en heb je een algemene zorgplicht richting je werknemers. Tegelijkertijd kan het op de juiste manier inrichten van de bhv voor veel werkgevers een behoorlijke puzzel zijn. Elke organisatie is immers weer anders, en de omstandigheden verschillen van bedrijf tot bedrijf. Er bestaat – helaas – niet zoiets als dé blauwdruk voor de bhv.

Het neerzetten van een goede, adequate bhvorganisatie is een kwestie van maatwerk; van goed nadenken over specifieke risico’s en over manieren om die risico’s zo goed mogelijk in te dammen. We helpen bedrijven daar graag bij door onze kennis over bhv te delen. De Wegwijzer BHV, met antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ’s) over bedrijfshulpverlening, is een goed startpunt voor werkgevers en werknemers, die behoefte hebben aan meer houvast. Meer weten? Neem dan gerust contact op met NIBHV. Of kijk op www.nibhv.nl. Daar is ook een digitale versie te vinden van de Wegwijzer.

nibhv.nl


inhoud

16

Eigen redder in nood

19

Column Michel Dückers (bijzonder hoogleraar Crises, Veiligheid en Gezondheid)

20

Kunstmatige intelligentie zorgt voor ‘slimme’ ambulanceparaatheid

23

Young professional: Gijsbertjan Versluis

24

NIBHV en IFV: Partnerschap geworteld in historie

30

27

In de spotlight: Peter Bloemers (Sitech Services)

36

Safety en security in balans bij ING

UWV voorbereid op het nieuwe werken

38

NIBHV Nieuws

33

40

NIBHV Shop

Gezond en veilig werken bij Philips in coronatijd

Vakblad Veiligheid is een uitgave van: Nederlands Instituut voor Bedrijfshulpverlening (NIBHV) Hoofdweg 240, 3067 GJ Rotterdam Postbus 8714, 3009 AS Rotterdam Tel: 010 – 289 28 88 E-mail: info@nibhv.nl REDACTIE Marielle van Bemmel, Jolanda de Haas, Koos Pulleman en Arjen de Kort (tevens eindredactie). Coverfoto: fotografie Ivar Pel

Medewerkers aan dit nummer: Lynsey Dubbeld (LD), Rob Jastrzebski (RJ), Arjen de Kort (AdK), Peter Passenier (PP), Joost Peters (JP) De redactie en NIBHV besteden de grootst mogelijke zorg aan de inhoud van dit tijdschrift, maar aanvaarden geen aansprakelijkheid voor eventuele inhoudelijke fouten. Vormgeving en drukwerk: Coers & Roest | grafische producties BV

41

Podium voor bedrijfsveiligheid

Vakblad Veiligheid verschijnt ieder kwartaal. ABONNEMENTEN € 41,10 inclusief btw, per kalenderjaar. Losse nummers: € 12,85 inclusief btw. Te bestellen via: www.nibhv.nl Voor abonnementen, reacties, ingezonden brieven, informatie en/of productnieuws: NIBHV Postbus 8714, 3009 AS Rotterdam Tel: 010 – 289 28 88 E-mail: info@nibhv.nl

ADVERTENTIEVERKOOP Mooijman Marketing & Sales Telefoon: 070 – 323 40 70 E-mail: dm@mooijmanmarketing.nl Website: www.mooijmanmarketing.nl Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming worden verveelvoudigd, gepubliceerd of opgeslagen in een gegevensbestand. Overname van artikelen na overleg met uitgever en betrokken auteur/fotograaf. Aan de inhoud van deze uitgave mogen geen rechten worden ontleend. ISSN 1568-3699

7


EERSTE HULP

Eerste hulp bij brandletsel op de werkvloer Op de werkvloer kunnen verschillende soorten brandletsel ontstaan. SEH-arts Pol Stuart van het ziekenhuis Franciscus Gasthuis & Vlietland vertelt over de risico’s en de do’s & dont’s voor (bedrijfs)hulpverlening.

Over brandwonden die ontstaan op de dagelijkse werkvloer zijn in zeer beperkte mate landelijke cijfers beschikbaar. Uit de meest recente rapportage van het Letsel Informatie Systeem (LIS) van VeiligheidNL, die gaat over 2019, is af te leiden dat er jaarlijks 800 tot 1.000 arbeidsgerelateerde brandongevallen in Nederlandse ziekenhuizen worden geregistreerd. “Het gaat dan om relatief ernstige verbrandingen, die niet ter plekke door de bedrijfshulpverlening kunnen worden afgehandeld”, zegt Pol Stuart, spoedeisende hulp arts in het Franciscus Gasthuis & Vlietland, een ziekenhuis met een ziekenhuislocatie in Rotterdam-Noord en in Schiedam, drie poliklinieklocaties in RotterdamNoord en een polikliniek in Het Oogziekenhuis in Rotterdam. Over het brandletsel dat niet wordt gepresenteerd in de ziekenhuizen ontbreken landelijke registraties.

Drie typen letsel “Op de spoedeisende hulp van een ziekenhuis zien we brandletsel uit allerlei soorten beroepen en werkomgevingen”, vertelt Stuart, die al achttien jaar in de acute zorg werkt en sinds 2018 verbonden is aan het Franciscus Gasthuis & Vlietland. “Chemische verbrandingen, die te maken hebben met het contact van chemicaliën met de huid en de weefsels eronder, ontstaan meestal door bijvoorbeeld zuren en logen in schoonmaakmiddelen. Dergelijke stoffen worden in de schoonmaakbranche gebruikt, maar soms ook in de horeca. In restaurants brengen 8

daarnaast gasfornuizen en frituurpannen een risico mee. Er valt bijvoorbeeld onbedoeld een voorwerp in een frituurpan, en een medewerker steekt in een reflex de hand erin om het eruit te halen.” Bij thermische branden, die ontstaan door blootstelling aan warmte van bijvoorbeeld vlammen, stoom, hete oppervlakten en kokende vloeistoffen, wordt vaak gedacht aan ongevallen in huiselijke kring. Maar ook op de werkvloer kunnen zich dergelijke incidenten voordoen, bijvoorbeeld op locaties waar laswerkzaamheden plaatsvinden. Naast thermische en chemische brandletsels zijn er ook verbrandingen mogelijk door elektrische stromen door de huid, oftewel elektrocutie. Bij alle drie typen letsel kunnen eerste-, tweede- en derdegraads brandwonden ontstaan. “Bij vlambranden

I

VEILIGHEID 84 2021


“Als je uitgaat van een worstcasescenario dan doe je het eigenlijk nooit fout”

Foto: Ivar Pel

Pol Stuart

en chemische verbrandingen is bovendien rook- of dampinhalatie een risico”, benadrukt Stuart. De inademing van hete gassen, rook of vuur is een van de belangrijkste doodsoorzaken bij brand.

Spoedeisende hulp in het ziekenhuis Bij thermisch letsel let de spoedeisende hulp (SEH) in het ziekenhuis, overigens net als de bedrijfshulpverlening, in eerste instantie op het afkoelen van de verbrande lichaamsdelen. “Is er al gekoeld, is er lang genoeg gekoeld, moet er verder worden gekoeld?”, vat Stuart de vragen samen die aan de basis staan van de behandeling. Elke SEH heeft een ruimte met een brandwondendouche, die groot genoeg is om het slachtoffer ook liggend te spoelen.

Samen met de koeling start de pijnbestrijding. “Een brandwond is heel pijnlijk voor het slachtoffer. Door de pijn te verminderen, zorgen we ervoor dat de patiënt comfortabeler ligt, rustiger wordt en beter kan meewerken aan de behandeling.” De derde stap is om nauwkeurig te kijken naar de omvang en diepte van de brandwonden. Bij een rode plek op de huid kan een brandwondenzalf voldoende zijn. Brandblaren worden weggehaald en/of verbonden. Bij derdegraads verbrandingen worden patiënten doorgaans doorverwezen naar een van de drie brandwondencentra in Nederland. Spoeling is ook een vast onderdeel van de aanpak van chemisch brandletsel. “De brandende werking van zuren, zoals zoutzuur, is doorgaans goed tegen te gaan door veel te spoelen. Bij logen, die 9


EERSTE HULP

bijvoorbeeld in gootsteenontstoppers zitten, is vaak een langdurige spoeling nodig om een einde te maken aan de verbranding van de huid.” Stuart waarschuwt dat het daarbij altijd belangrijk is om de samenstelling van de chemische stoffen te weten. “Het basisbeginsel van alle hulpverlening is natuurlijk: eigen veiligheid voorop. Je wilt daarom niet zomaar in een plas met een onbekende vloeistof stappen als er een slachtoffer ligt. Als je dan ook onwel wordt, dan heeft niemand meer iets aan je hulpverlening. Check daarom eerst de chemiekaart of het etiket van het middel dat – naar alle waarschijnlijkheid – een rol heeft gespeeld bij het ongeval.” Als duidelijk is welke chemische stoffen er aanwezig zijn, kan de patiënt worden geholpen volgens de gangbare bhv-regels. Ga na of de luchtwegen vrij zijn en leg het slachtoffer in een stabiele zijligging. Loszittende kleding kan worden weggehaald, waarna het spoelen met veel lauwwarm water begint. “De spoeling is niet alleen bedoeld om de huid af te koelen, maar ook om chemische stoffen te verwijderen. Let op dat de patiënt niet onderkoeld raakt en schakel zo snel mogelijk professionele hulp in.”

Bij elektrische verbranding, die in professionele omgevingen ontstaat in bijvoorbeeld een schakelkast waarin iets ontploft, of bij elektrische bedrading waarop spanning blijkt te staan, is in de eerste fase van hulpverlening extra voorzichtigheid nodig, benadrukt Stuart. “Als iemand een draad of kabel vastpakt waarop spanning staat dan verkrampen de spieren en houdt de hand de bron dus vast. Als je dan als hulpverlener de patiënt aanraakt, krijg je ook een schok. Het is daarom essentieel om eerst te controleren of de bron is uitgeschakeld.” Daarna gelden de gebruikelijke bhv-acties, zoals het nagaan of iemand goed ademhaalt, het neerleggen van het slachtoffer in een stabiele zijligging en het inroepen van professionele hulp. Spoelen is doorgaans niet nodig, tenzij er een brand- of schaafwond is ontstaan als gevolg van de elektrocutie. Bhv’ers spelen ook een belangrijke rol in de vroege stadia van rookinhalatie, vindt Stuart. “Het overbrengen van het slachtoffer naar een goed geventileerde ruimte met frisse lucht kan levensreddend zijn. Daarna is het noodzakelijk om

SPOEDEISENDE GENEESKUNDE ALS SPECIALISME Pol Stuart is naast zijn werk als arts in het Franciscus Gasthuis & Vlietland ook bestuurslid van de NVSHA, de wetenschappelijke beroepsvereniging van spoedeisende hulp artsen en artsen in opleiding tot spoedeisende hulp arts. Bedrijfsongevallen zijn niet een speciaal agendapunt voor de vereniging, maar preventie van ongevallen en kennisontwikkeling over SEH staan in algemene zin op de agenda. “Een van de issues waarmee we aan de slag zijn, is de erkenning van spoedeisende geneeskunde als medisch specialisme”, voegt Stuart toe. “In veel andere Europese landen is deze erkenning er al, wat bijdraagt aan de kwaliteit van de acute zorg en de positie van de spoedeisende hulp binnen ziekenhuizen. Bij brandwonden zal er op een SEH vaak een arts assistent chirurgie aan je bed verschijnen. Dat kan voldoende zijn. Maar voor sommige acute zorg, zoals de omgang met inhalatieletsels, heb je veel ervaring nodig. Met een spoedeisende geneeskunde specialist is er in elk ziekenhuis een betrouwbaar niveau van expertise op de SEH aanwezig.” Foto: Ivar Pel

10

I

VEILIGHEID 84 2021


zuurstof toe te dienen en na te gaan welke verbrandingsgassen mogelijk zijn ingeademd. Dat is dus een zaak voor ambulancehulpverlening.” Op de SEH houden artsen er altijd rekening mee dat bij een brandongeval schadelijke rook is geïnhaleerd. Daarom wordt er met bewakingsapparatuur of bloedbepalingen zorgvuldig gecontroleerd of er in het bloed verbrandingsgassen, zoals koolmonoxide en cyanide, worden gedetecteerd.

Van SEH naar brandwondencentrum Het gros van de patiënten die met brandwonden terechtkomen op de SEH van een ziekenhuis wordt er ter plekke behandeld, om daarna naar huis te gaan. Bij ernstige letsels wordt er verwezen naar een brandwondencentrum, een gespecialiseerde afdeling van een ziekenhuis die is getoetst door de European Burns Association. In Nederland gaat het om het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk, het Martini Ziekenhuis in Groningen en het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam. Er zijn een aantal criteria voor doorverwijzing van de SEH naar een brandwondencentrum, licht Stuart toe. Het gaat om de diepte van de verbranding, de omvang van de verwonding en de plek van de aangetaste huid. “Als op vijf procent van de lichaamshuid een derdegraads brandwond zit, dan is dat al aanleiding voor doorverwijzing. Bij tweedegraads wonden ligt de minimumomvang op tien procent.” Bij brand die is ontstaan door vlammen is er vaak sprake van een mengbeeld: rond een centrum van derdegraads verbrandingen bevinden zich plekken met tweede- en eerstegraads wonden. In dergelijke gevallen gaat de SEH in overleg met het brandwondencentrum over een eventuele opname. “Brandwonden in functionele gebieden zoals rond het oog, of op de polsen of hals, zijn in de richtlijnen van de brandwondencentra ook als ernstig aangemerkt. Als de huid daar niet goed wordt behandeld en er veel littekenweefsel ontstaat, kan dat namelijk vervelende bewegingsbeperkingen veroorzaken.” Kinderen die gloeiendhete thee of koffie in het gezicht en op de bovenste helft van de borstkas hebben gekregen, gaan na overleg meestal naar een brandwondencentrum.

Worstcasescenario als startpunt Stuart adviseert bhv’ers om altijd in eerste instantie aan te nemen dat er iets ernstigs aan de hand is en op basis daarvan te acteren. “Als je uitgaat van een worstcasescenario dan doe je het eigenlijk nooit fout. Zo redeneren wij op de SEH ook. Als je iemand bewusteloos aantreft in de buurt van een brand, is het raadzaam om te onderzoeken of er giftige gassen zijn ingeademd. Vervolgens kan je een reële inschatting maken van de vereiste acties.” SEH-artsen vragen om die reden ook altijd naar de

“De spoeling is niet alleen bedoeld om de huid af te koelen, maar ook om chemische stoffen te verwijderen”

omstandigheden en toedracht van een ongeval om het letsel te kunnen verklaren. “Als een professional vertelt dat er een brand was in een transformatorruimte en hij er naar binnen is gegaan om zijn telefoon te halen, dan weet je dat er mogelijk rook en hitte zijn ingeademd. Dat kan hele nare gevolgen hebben, en adequaat handelen van de bhv – natuurlijk vanuit het beginsel: eigen veiligheid eerst – maakt echt het verschil.” Hitte geeft verbrandingen bovenaan de luchtwegen, zoals in de neus, in de keelholte en aan het begin van de luchtpijp. Als de aangetaste lichaamsdelen opzwellen, wordt het ademen belemmerd. De inademing van rook in de longen kan vergiftigingen in het lichaam veroorzaken.

Aandachtspunten voor bhv’ers Een aandachtspunt is om lauwwarm – en niet ijskoud – water te gebruiken voor het spoelen van verbrandingen, aldus Stuart. “Dat is allereerst belangrijk om te voorkomen dat de patiënt niet onderkoeld raakt. Daarnaast spoelt lauwwarm beter. Bij koud water knijpen de bloedvaten dicht, terwijl het voor de afkoeling van het lichaam juist van belang is dat de bloedvaten veel bloed doorlaten.” “Over het algemeen vinden we het op de SEH fijn om te weten wat er op ons afkomt”, voegt Stuart toe. “Daarom adviseren we bhv’ers om van tevoren contact op te nemen over het incident, in plaats van spontaan aan te rijden. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat de brancard in de ruimte met de brandwondendouche in gebruik is. Als we weten dat er een brandletsel aankomt, dan kunnen we er tijdig ruimte voor maken.” LD// 11


ARBEIDSVEILIGHEID

CV JURGEN HOEKSTRA • Hoekstra begon zijn carrière bij ICI, werkte bij Johnson-Wax in Mijdrecht en Amerika, waarna hij terugkeerde naar Johnson Polymer in Heerenveen, het latere BASF Heerenveen. • Na 5 jaar bij BASF in Ludwigshafen als onder meer vicepresident Global Procurement Raw Materials, werd hij in 2015 vicepresident Regional Business Management Intermediates in Hong Kong. • Sinds medio 2018 is Hoekstra vicepresident Benelux BASF en managing director BASF Nederland. • In november 2019 volgde hij Anton van Beek op als voorzitter van Veiligheid Voorop.

12

I

VEILIGHEID 84 2021


Jurgen Hoekstra voorzitter Veiligheid Voorop:

“Veiligheid draait om mensen” Sinds november 2019 is Jurgen Hoekstra voorzitter van de Stichting Veiligheid Voorop. Het gelijknamige programma heeft als doel de veiligheidscultuur en de veiligheidsprestaties van brzo-bedrijven in de (petro)chemische industrie te verbeteren. Koos Pulleman (directeur NIBHV) besprak met de vicepresident Benelux BASF & managing director BASF Nederland waar de sector momenteel staat en vroeg hem naar zijn ambities als voorzitter.

“Ik was een keer op bezoek bij een chemische fabriek in Qatar. Terwijl ik zat te wachten toonde een tv-scherm een foto van een gezin, met eronder de volgende tekst: ‘Wij zijn de familie van werknemer X en wij willen dat jullie ervoor zorgen dat hij vanavond weer veilig thuiskomt.’” Voor Jurgen Hoekstra is dit voorbeeld één van de momenten in zijn carrière waarop het belang van veiligheid bij hem binnenkwam. Hij vervolgt: “Dat was een aha-moment waarop voor mij echt het kwartje viel als het gaat om veiligheid, met name het menselijke aspect ervan. Want veiligheid draait voor mij niet alleen om key performance indicators (KPI’s) of procedures, maar vooral om mensen. In alles wat ik doe komt dat steeds weer terug en daarmee bezig zijn geeft mij veel energie.”

Veiligheid nu heel gewoon Ondanks het feit dat Hoekstra geen chemicus is, is hij inmiddels ruim 32 jaar werkzaam in de sector. Hoekstra: “Aan het begin van mijn carrière was de chemie een erg aantrekkelijke branche met veel mogelijkheden, ook voor niet-chemici.” Die carrière voerde hem vervolgens langs talrijke productielocaties in verschillende landen. In 2018 keerde hij terug naar Nederland, waar hij verantwoordelijk werd voor de Benelux activiteiten en locaties van BASF. Veiligheid was voor Hoekstra al die jaren van groot belang en is dat in zijn huidige functie meer dan ooit, zo blijkt als hij vertelt dat hij elke vergadering begint met dit onderwerp. “Ik vind het mijn verantwoordelijkheid dat elke meeting begint met safety, altijd! Dit moment is nu heel gewoon geworden binnen onze organisatie.” 13


ARBEIDSVEILIGHEID

“Veiligheid begint met leiderschap” Transparantie bereiken Dit duidelijke statement maakt nieuwsgierig hoe veiligheid verder wordt vormgegeven bij BASF. Hoekstra: “We hebben veel verschillende vestigingen, met sterk uiteenlopende activiteiten. Het betreft vaak acquisities, waardoor we te maken hebben met verschillende veiligheidsculturen. De uitdaging die wij daardoor steeds hebben is, om naast onze EHS policies en standaarden, een basiscultuur te creëren voor alle vestigingen. Die basis is dat we een incident analyseren en vervolgens oplossingen bedenken om herhaling te voorkomen. Maar inmiddels willen we ook de volgende stap zetten, waarbij we verder proberen te kijken dan alleen het voorkomen van incidenten. Daarom wil ik dat iedereen – niet alleen de safetymanager of de site director – veel actiever meedenkt over veiligheid.

Meedenken over hoe je risico’s kunt inschatten en welke maatregelen je vooraf kunt nemen. Maar ik wil ook dat medewerkers alles durven te melden om zo meer transparantie te bereiken.” Ter illustratie vertelt Hoekstra over een BASF fabriek waar de veiligheidsprocedures goed zijn geregeld. “Tijdens een vergadering op deze site toen ik op bedrijfsbezoek was, presenteerden twee operators – Harry en Bart – aan ons een lijst met (mogelijke) shortcuts die zij zelf hadden geïnventariseerd. Dat heeft veel indruk op mij gemaakt. Dat ze hier zelf mee aan de slag gegaan zijn en dat vervolgens in deze vergadering durfden te presenteren, daar werd ik heel blij van. Dat is de cultuur die ik ambieer binnen BASF. Een open cultuur, waarin mensen niet bang zijn om zoiets aan het management te vertellen. Maar ook wij moeten hard werken om binnen de gehele organisatie deze ‘just culture’ te realiseren.”

Passie voor veiligheid Uit alles blijkt Hoekstra’s dagelijkse betrokkenheid bij veiligheid. Dus toen hem in 2019 gevraagd werd om het voorzittersstokje van Veiligheid Voorop over te nemen van Anton van Beek, hoefde hij niet lang na te denken. “Ik heb dat met veel plezier

Opleiding Instructeur BHV brand & ontruiming NIBHV Opleiding en bijscholing Instructeur EHBO (Rode Kruis) Open en veilige leeromgeving,

Haal het beste uit jezelf Kies voor een Instructeursopleiding van CCB

zeer ervaren instructeurs Uitstekende begeleiding tijdens en na de opleiding Mooie locatie, uitstekende faciliteiten, lunch en bereikbaarheid Al sinds 2007 actief met instructeursopleidingen Voor meer informatie www.ccb-groep.nl opleiding@ccb-groep.nl 020 - 528 6889

14

I

VEILIGHEID 84 2021


gedaan, want ik wil mijn passie voor veiligheid delen met de rest van de keten.” In het verlengde daarvan ligt zijn belangrijkste ambitie als voorzitter, namelijk kennis over veiligheid delen. “Grote bedrijven als Dow, Shell en BASF hebben heel veel kennis in huis. Maar kleinere bedrijven en contractors in de keten hebben daar vaak de middelen niet voor. Daarom wil ik als voorzitter mensen in de keten met elkaar verbinden om ze vervolgens actief kennis met elkaar te laten delen. Iedereen is het hiermee eens, maar ik vind dat het aan dat laatste nog steeds wel schort.”

Kenniscentrum Een belangrijke schakel voor de oplossing van dit probleem is het vorig jaar ingerichte kenniscentrum van Safety Delta Nederland. Hoekstra legt uit: “Safety Delta Nederland is mede door de stichting Veiligheid Voorop opgericht, als onderdeel van het programma Duurzame Veiligheid 2030. De organisatie is vormgegeven volgens het Triple Helix Model, waarin overheid, bedrijfsleven en onderwijs & wetenschap samenwerken. Het kenniscentrum is een platform waar kennisontwikkeling, kennisopbouw en kennisuitwisseling op het gebied van veiligheid in brede zin kan plaatsvinden. Daarmee luiden we een nieuwe fase in voor Veiligheid Voorop, waarin we over schuttingen heen gaan

VEILIGHEID VOOROP Veiligheid Voorop is hét samenwerkingsverband van en voor brzo-bedrijven en branches uit de (petro)chemische industrie en haar ketenpartners, van raffinage, chemie tot opslag. Veiligheid Voorop maakt leren, luisteren en leiden in veiligheid toegankelijk voor de hele sector én verzamelt en deelt informatie over veiligheidsprestaties met de buitenwereld met als doel om samen te bouwen aan een nog veiliger Nederland. Het gelijknamige programma is gebaseerd op vier pijlers: betrokken leiderschap, excellente veiligheidsbeheerssystemen, veiligheid in de keten en regionale veiligheidsnetwerken. Lees ook het interview met Anton van Beek in Veiligheid 74, waarin de voorganger van Jurgen Hoekstra uitgebreid ingaat op de inhoud van het programma Veiligheid Voorop.

kijken en proactief kennis gaan delen. Niet alleen met andere bedrijven maar ook met de inspectie, bijvoorbeeld over ‘near misses’. En dat alles is gebaseerd op wederzijds vertrouwen.”

‘Dare to care’ Het nieuwe kenniscentrum is wat Hoekstra betreft een goed voorbeeld van commitment voor veiligheid vanuit de sector. “Zelfs in deze lastige tijd hebben we bedrijven bereid gevonden om hier de komende drie jaar geld voor vrij te maken. Ik heb mijn collega-bestuurders van andere bedrijven hier direct op aangesproken, omdat we zo laten zien dat we veiligheid belangrijk vinden. Daarmee sluiten we bovendien aan op het ‘dare to care’ principe van Veiligheid Voorop dat onder andere vraagt om leiderschap dat erkent dat niet alles perfect is, maar wel zegt ‘I care about you’. Als leiders dat doen, dan gaan we uiteindelijk het verschil maken.”

Op weg naar 2030 De sector heeft de afgelopen jaren enorme stappen vooruit gezet en staat er vandaag de dag goed voor als het gaat om veiligheid, daarover is volgens Hoekstra geen twijfel mogelijk. “Uit onderzoek is gebleken dat de vaak tientallen jaren oude assets op orde zijn, omdat er veel is geïnvesteerd in vernieuwingen. Bovendien is veiligheid goed verankerd in de processen en is ook de veiligheidscultuur verbeterd.” Desalniettemin blijven er voldoende uitdagingen. Vooral als het gaat om de veiligheidscultuur is er in de ogen van een kritische Hoekstra de komende jaren nog wel een slag te maken. “Mijn hoop is dat we stappen zullen zetten richting ‘just culture’. Maar ook dat het besef nog verder zal groeien dat veiligheid aan de top begint en niet alleen de verantwoordelijkheid is van de safety-afdeling. Er zijn bedrijven die al zover zijn, maar ook bedrijven die hierbij moeten worden geholpen. Voor die laatste groep ontwikkelen we momenteel vanuit Veiligheid Voorop tools waarmee ze hun cultuur kunnen meten en managementopleidingen om te komen tot betrokken leiderschap. Uiteindelijk moet dit resulteren in een transparante sector en willen we uitkomen bij het ‘dare to care’ principe.” Afsluitend spreekt Hoekstra de verwachting uit dat als gevolg van de verdergaande digitalisering de chemie er in het jaar 2030 heel anders uit zal zien. “Er zal op een andere manier worden geproduceerd en de factor mens – toch een risico als het gaat om veiligheid – wordt minder belangrijk. Digitalisering gaat ervoor zorgen dat we met de ‘big data’ uit het productieproces beter kunnen inschatten waar en wanneer onderhoud of vervanging nodig is. Die voorspellende waarde van ‘big data’ kunnen we gebruiken om problemen voor te zijn, wat de veiligheid ten goede zal komen.” AdK// 15


BEDRIJFSHULPVERLENING

Eigen redder in nood Wat doet jouw organisatie in geval van een incident? Natuurlijk, je kunt dan terugvallen op de bhv’ers. Zij zullen meteen contact opnemen met de professionele hulpdiensten. Maar helaas, het zal enige tijd duren voordat die arriveren. En tot die tijd ben je afhankelijk van zelfredzaamheid. Daarom is het buitengewoon nuttig als je gebruik kunt maken van extra hulpbronnen: bijvoorbeeld van burgers in de buurt. Maar hoe pak je dat aan? Silvan Hijlkema, Strategisch Adviseur Veiligheid van de gemeente Zwolle schreef hierover het proefschrift ‘Eigen redder in de nood’.

Het leek een simpele prullenbakbrand, maar de bhv was er te laat bij. De vlammen sloegen over naar naburige kamers en verspreidden zich via openstaande deuren naar andere delen van het gebouw. Nu de brandweerauto’s aan komen scheuren, met gillende sirenes, staat een groot deel van de verzorgingsflat al in lichterlaaie. Een hypothetische situatie. Maar toch, wat er vervolgens gebeurt, valt volgens Silvan Hijlkema gemakkelijk te voorspellen. “Je ziet in zo’n geval dat veel buurtbewoners zich voor het gebouw

16

verzamelen. Sommigen willen natuurlijk alleen kijken, maar andere staan te trappelen om te helpen. Echter, wat doen de hulpverleners doorgaans? Die spannen enkele rood-witte linten en verzoeken iedereen om daar achter te blijven. De filosofie: in het geval van een calamiteit staan burgers alleen maar in de weg. En dat is jammer, want zo maken ze nauwelijks gebruik van de zelfredzaamheid.”

Zelfredzaamheid Zelfredzaamheid is een thema waar Hijlkema de afgelopen jaren regelmatig mee te maken

I

VEILIGHEID 84 2021


“Improvisatie zou onderdeel moeten zijn van ieder veiligheidsbeleid” Silvan Hijlkema

kreeg. Als Strategisch Adviseur Veiligheid van de gemeente Zwolle en programmamanager bij de Veiligheidsregio IJsselland, maar ook tijdens het schrijven van zijn proefschrift. ‘Eigen redder in de nood. Over zelfredzaamheid van burgers bij fysiek gevaar’, is de titel, en het gaat onder andere in op situaties zoals hiervoor geschetst. Want kijk nog eens naar die omwonenden bij dat brandende gebouw. “Daar zou een dokter bij kunnen zitten”, zegt Hijlkema. “Of een elektricien, of in ieder geval iemand die de buurt kent en die weet waar die dokter of elektricien zijn te vinden. En ja, al die mensen willen je waarschijnlijk graag helpen. Vergeet die verhalen over omstanders die niet in het water sprongen als er iemand lag te verdrinken: dat zijn toch uitzonderingen. Over het algemeen zie je juist dat mensen elkaar uit brandende gebouwen halen en dat ze staan te dringen om hun ehbo-kennis toe te passen. Niemand laat zijn medemensen graag stikken.”

Veiligheid en improviseren Hoe je die hulpkrachten kunt mobiliseren? Die vraag beantwoordt Hijlkema niet alleen als promovendus, maar ook als gepassioneerd amateurdrummer. Want tijdens zijn promotieonderzoek ontdekte hij een duidelijke link tussen veiligheid en musiceren. Of preciezer gezegd: tussen veiligheid en improviseren. “Volgens sommige sociologen leven we in een improvisatiemaatschappij. Onze samenleving lijkt op het eerste gezicht een zootje – maar dat is schijn. Je ziet dat mensen in een continu proces van afstemming toch goede dingen voor elkaar krijgen. Deze theorie is geïnspireerd door geïmproviseerde muziek. Alleen speel je bij noodsituaties niet samen met je bandleden, maar met iedereen in je omgeving, binnen je organisatie en daarbuiten. Met collega’s, hulpdiensten, bewoners en met de fabriek op een kilometer afstand.” Laten we nog eens teruggaan naar een zorginstelling zoals hiervoor, maar dan een die nog niet in brand staat. “Stel dat jij daar bent aangesteld als Hoofd bhv”, zegt Hijlkema. “Dan kom je niet onder

dat improviseren uit. Natuurlijk, jij hebt die bhv-organisatie goed op orde, maar dat betekent nog niet dat het werkelijk veilig is. Want het komt voor dat er tijdens de nachtelijke uren slechts enkele bhv’ers aanwezig zijn, en die zijn soms verantwoordelijk voor honderden bewoners. Bewoners die verminderd zelfredzaam zijn. Tijdens een calamiteit zul je meteen de hulpdiensten bellen, maar je weet ook dat het even kan duren voor die ter plaatse zijn. Tot die tijd sta je er alleen voor, en dus moet je improviseren.”

Buurtbewoners Zoals gezegd, dat improviseren doe je niet alleen met mensen binnen de organisatie, maar ook met buitenstaanders. “Stel dat je je zorginstelling helemaal moet ontruimen”, zegt Hijlkema. “Waar laat je dan al die cliënten? Die kun je uiteraard opvangen in een sporthal, maar voor ouderen is dat niet ideaal. Dus ga je op zoek naar een meer huiselijke omgeving. En daarvoor ben je afhankelijk van de buurtbewoners. Diezelfde buurtbewoners kun je ook inzetten voor medische ondersteuning, of om de cliënten te vervoeren naar hun familieleden. En zit je tijdelijk zonder stroom? Dan kun je bij die buurtbewoners waarschijnlijk ook terecht voor een noodaggregaat. Nogmaals, bij een ramp staan mensen altijd klaar om te helpen. Kijk naar het ongeval 17


BEDRIJFSHULPVERLENING

met Turkish Airlines in 2009: dat vliegtuig stortte neer in een akkerveld, en boeren reden vervolgens op en neer met tractoren om slachtoffers te vervoeren naar de opvang.” Improvisatie zou dus een onderdeel moeten zijn van ieder veiligheidsbeleid. Maar let wel, die improvisatie is niet mogelijk zonder dat je goed op elkaar bent ingespeeld. En dus is het volgens Hijlkema belangrijk om regelmatig met je potentiële partners af te spreken – al voordat er een calamiteit aan de orde is. “Het eerste advies: ken je buurt. Op welke partijen kun je allemaal terugvallen? Als jij werkt bij een organisatie met veel niet-zelfredzame cliënten, is het belangrijk om te weten hoe het staat met de omwonenden. Kunnen die snel te hulp schieten, of zijn die ook minder mobiel? Wonen er een dokter en een monteur in de buurt? En komen die snel helpen als er gewonden zijn, of als de hele boel blank staat? Het is heel belangrijk om hier van tevoren afspraken over te maken.”

Hulpdiensten Terug naar het incident aan het begin van dit artikel. Naar de brand in het verzorgingstehuis en de hulpdiensten die iedereen achter een rood-wit lint plaatsten. Het past in Hijlkema’s betoog om ook met de hulpdiensten van tevoren goede gesprekken te voeren. “Natuurlijk, soms hebben ze een goede reden om dat lint te spannen. Maar ze moeten waken voor automatismen. Het uitgangspunt zou niet moeten zijn: deze mensen staan alleen maar in de weg, dus moeten we alles zo snel mogelijk schoonvegen. In plaats daarvan moet je je afvragen: wat kunnen mensen, met inachtneming van ieders veiligheid, voor ons betekenen? Pas op die manier maak je optimaal gebruik van ieders zelfredzaamheid.” PP//

PROEFSCHRIFT In zijn proefschrift ‘Eigen redder in de nood. Over zelfredzaamheid van burgers bij fysiek gevaar’ onderzocht Hijlkema welke plaats burgers hebben in veiligheid. Volgens hem zijn er vier mogelijke invalshoeken van zelfredzaamheid die op enig moment in de samenleving dominant zijn of zijn geweest. 1. De burger als substituut voor overheidsoptreden. “Dit zag je vooral vroeger”, zegt Hijlkema. “Toen was er van een overheid nog geen sprake en waren de burgers wel gedwongen om alles zelf te regelen. Nu we op ieder moment 112 kunnen bellen, is dit scenario verleden tijd.” 2.De tweede invalshoek staat hier haaks op. Want volgens Hijlkema heeft de overheid de veiligheid inmiddels geheel naar zich toe getrokken en staan de burgers buitenspel. “In deze visie worden die vooral gezien als slachtoffers.” 3.In het derde scenario zien we een tussenvorm: de burger als geïnstitutionaliseerd surplus. Nee, in tegenstelling tot scenario 1 hoeven de burgers de overheid niet te vervangen, maar ze krijgen wel een prominente plek. “Denk aan de tijd van de Bescherming Bevolking”, zegt Hijlkema. Deze organisatie uit de vorige eeuw had als doel de bevolking in tijden van oorlog te beschermen.”

18

4.Het vierde scenario is actueler. Nog steeds is de overheid verantwoordelijk, maar de burgers fungeren nu als invalskracht voor de hulpdiensten, zonder dat zij structureel onderdeel uitmaken van de overheid. Volgens Hijlkema klinkt dat door in de overheidscommunicatie. “Bijvoorbeeld als het gaat over mogelijke overstromingen. Dan vertelt de overheid gewoon eerlijk hoeveel capaciteit er is om mensen op te vangen – en doorgaans is dat te weinig voor iedereen. De rest van de burgers is afhankelijk van zelfredzaamheid. Iets dergelijks zie je ook met de huidige coronacrisis. Premier Rutte benadrukt dat hij geen 17 miljoen agenten beschikbaar heeft om mensen te controleren. We moeten volgens hem dus uitgaan van de eigen verantwoordelijkheid. Ja, de overheid valt dus terug op zelfredzaamheid en is daarvan simpelweg ook afhankelijk. Maar van structureel benutten en organiseren is voorlopig nog geen sprake.”

I

VEILIGHEID 84 2021


De emotionele conjunctuur van de crisis Helaas is het Nederland niet gelukt om zich te onttrekken aan de wereldwijde coronacrisis. Het afgelopen jaar zijn we dagelijks geconfronteerd met maatregelen om de besmetting in te dammen – en met discussies over de (on)zin van diezelfde maatregelen. Voorstanders van interventie benadrukken dat de acute zorg zonder ingrijpen overbelast raakt. Aan de andere kant zien we tegenstanders van maatregelen, met uiteenlopende argumentatie. Volgens sommigen is ingrijpen niet nodig omdat het virus niet bestaat of omdat het risico van het virus acceptabel is. Het middel is bovendien erger dan de kwaal. Wat niet helpt is dat in beide gevallen de onderbouwing betwistbaar is. Dat kan ook niet anders. Geen partij beschikt over ondubbelzinnige zekerheden. Iedere toekomstvoorspelling is gebaseerd op minder of meer onzekere aannames. In het beste geval zijn het educated guesses, waarbij de onzekerheid toeneemt met ieder punt verderop in de tijd waarop de voorspelling durft te zinspelen. Tegelijkertijd zien we hoe standpunten van voor- en tegenstanders verharden en wegtrekken van het genuanceerde midden waar geen praatprogramma in geïnteresseerd lijkt. Hoe breng je dat ooit bij elkaar in een breed gedragen maatregelenpakket? Mogelijk volgt het coronavirus een seizoenpatroon, met een verhoogde besmettingskans in de winter. Misschien volgt de intensiteit van de discussie tussen voor- en tegenstanders van maatregelen eveneens een patroon. Dat patroon zou zomaar kunnen overeenkomen met de emotionele conjunctuur van een samenleving in een rampencontext. Een getroffen samenleving doorloopt een paar fasen. Dat is een uitgangspunt uit de rampenpsychologie sinds de jaren 80. Eerst is er een periode van steun voor elkaar, welwillendheid jegens noodmaatregelen en er is geloof dat het tij zal keren, schouders eronder. Op een gegeven moment slaat dit om. Steun, vertrouwen en hoop nemen af. De gemoedstemperatuur daalt. Mensen raken vermoeid, frustratie en somberheid zetten meer en meer de toon. Zodra we uit dit dal kunnen kruipen – wat tijd kost en met terugval gepaard gaat – herstelt het gemoed en re-integreren we tot, al is de term al eerder (en misschien ook wel te vroeg) gebruikt, een nieuwe normaal. Inmiddels zijn er aanwijzingen dat deze dynamiek optreedt tijdens de coronacrisis. In de eerste periode van de uitbraak bestond er in Nederland veel draagvlak voor de maatregelen. Daarna kenterde de toon, overal eigenlijk. Vlak voor de tweede golf was internationaal een flinke afname zichtbaar in tevredenheid over de overheidsrespons. De desillusie overstijgt landgrenzen. En begin 2021 staan we samen voor de uitdaging om uit het dal te krabbelen. Zelfs met blue monday achter ons blijft het moeilijk om draagvlak te vinden en te behouden voor (extra) maatregelen. De roep om verlichting door beleidscriticasters wordt gevoed door waargenomen leed en zorgen zolang de situatie niet verbetert. Tegelijkertijd voelen pleitbehartigers van interventie zich gesteund door cijfers die de weerbarstige beheersbaarheid van de besmettingsgolven illustreren. Is er hoop? Ja, naar verwachting smelt de discussie als sneeuw voor de zon zodra de voor- en tegenstanders van maatregelen het (zon)licht weer zien aan het einde van de tunnel. Michel Dückers, bijzonder hoogleraar Crises, Veiligheid en Gezondheid (Rijksuniversiteit Groningen en ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum), programmaleider Rampen en Milieudreigingen (Nivel). 19


EERSTE HULP

KI zorgt voor ‘slimme’ ambulanceparaatheid

Kunstmatige intelligentie (KI), ook de hulpverleningswereld kan niet meer zonder. Zo maken de regionale ambulancevoorzieningen in Flevoland en Gooi en Vechtstreek gebruik van een slim rekenmodel om de ambulancedekking in hun werkgebieden continu te waarborgen. Dankzij de toepassing van het computeralgoritme zijn ambulances vaker binnen de gestelde normtijd ter plaatse. Dat levert gezondheidswinst op in situaties waarin iedere seconde telt.

De Veiligheidsregio Flevoland kent vanwege zijn geografie uitdagingen voor de operationele hulpverlening. Het werkgebied is omvangrijk maar telt slechts een beperkt aantal stedelijke kernen. Daardoor zijn de rijafstanden groot en is het voor de ambulancedienst een opgave om na een oproep voor ambulancehulp op tijd ter plaatse te zijn. Marnix Marcusse, Plaatsvervangend teamleider Meldkamer Ambulancezorg Flevoland en Gooi en Vechtstreek: “De responstijd voor ambulancezorg is via een landelijke branchenorm vastgesteld op vijftien minuten. Met twee minuten verwerkingstijd voor de meldkamer en één minuut ‘instaptijd’ na alarmering, blijft er twaalf minuten rijtijd over. Op basis van die norm zijn de ambulancestandplaatsen verspreid over de regio. Ambulancecapaciteit is kostbaar en schaars, dus is het belangrijk dat we de beschikbare wagens en medewerkers zo efficiënt mogelijk inzetten. Dat betekent dat we, verspreid over de dag, continu met onze wagens aan het schuiven zijn om de dekking in de regio te waarborgen, als een of meerdere wagens voor een rit hun werkgebied uit zijn. 20

Algoritme biedt uitkomst Marcusse vult aan dat ambulances in 95 procent van de gevallen de responstijd van 15 minuten moeten halen. Die eis is vastgelegd in de contracten met de verzekeraars die de ambulancezorg financieren. Omdat door de lastige geografie in Flevoland de norm gemiddeld in 93 procent van de hulpvragen werd gehaald, zocht GGD Flevoland, verantwoordelijk voor de ambulancezorg, naar oplossingen om de dekking en paraatheid te verbeteren. Marcusse: “Die oplossing kwam van planningssoftware van Stokhos Emergency Mathematics. Het programma is vanaf 2013 ontwikkeld op basis van een algoritme van het Centrum voor Wiskunde en Informatica. Het algoritme berekent op basis van eerdere ambulanceritten op ieder moment van de dag in welke gebieden in de regio de kans het grootst is dat een beroep wordt gedaan op ambulancehulp. Op die verwachte ambulance-inzet plannen we onze ‘voorwaardenscheppende’ paraatheid. Door ambulances volgens het computervoorstel te herplaatsen over standplaatsen die onbezet zijn vanwege een uitruk, proberen we de

I

VEILIGHEID 84 2021


dekking in de regio optimaal te houden. Zo biedt toegepaste wiskunde belangrijke ondersteuning aan de centralisten op de Meldkamer Ambulancezorg. De praktijk toont aan dat het werkt. Sinds we de software gebruiken halen we de 15-minutennorm in ruim 95 procent van de gevallen.”

Cijfermatige onderbouwing paraatheid GGD Flevoland werd in 2013 benaderd door wetenschappers van het CWI en Stokhos Emergency Mathematics, die het door hen ontwikkelde algoritme in de praktijk wilden beproeven. Zo’n pilot paste volgens Marcusse perfect bij de wens van de organisatie om de planning van de ambulancedekking wetenschappelijk te onderbouwen met een betrouwbaar model op basis van statistische cijfers. Om tot een werkbaar rekenmodel te komen, hebben onderzoekers de geanonimiseerde ambulanceritten over een periode van drie jaar geanalyseerd. Daarna is in de periode 2014-2017 de software ontwikkeld, op basis van simulaties en praktijktesten. In 2015 is de eerste versie van de tool operationeel ingevoerd op de meldkamer ambulancezorg, waar de paraatheid wordt gepland. In de jaren daarna is de applicatie steeds verder ontwikkeld tot het product dat het nu is.

Zo hebben we in enkele jaren tijd steeds verdere detaillering aangebracht in de planningsapplicatie.” De kracht van de applicatie zit volgens Marcusse in de gebruikersinterface. Die toont op een geografische kaart van het werkgebied in meerdere kleurgradaties de dekkingsgraad van de respectievelijke ambulanceposten, op basis van de responstijd. De centralist ziet zodoende in één oogopslag in welke delen van de regio de dekking zwak is. Het programma geeft zelf met een simpel pijlsymbool een voorstel voor verplaatsing van een ambulance van de ene naar de andere standplaats, op basis van de volgens de statistiek te verwachten oproepen. “Vóórdat we over deze tool beschikten, konden centralisten bij grote drukte alleen op hun gevoel werken bij het herschikken van de capaciteit om de dekking op peil te houden. Dat was arbeidsintensief. Nu hebben we een wetenschappelijk onderbouwde tool die het analyse- en rekenwerk uitvoert en zelf met een voorstel komt. De centralist hoeft dat alleen maar te accepteren en een ambulance op een standplaats opdracht te geven naar een andere standplaats te gaan.”

Marcusse: “Aanvankelijk was er bij ambulancepersoneel en centralisten enige scepsis. In de praktijk leidde het gebruik van de applicatie tot heel veel voertuigbewegingen, doordat het systeem continu elke lege ambulancepost wilde opvullen met een wagen van elders. Er was dus verdere verfijning nodig. Die is aangebracht door te kijken naar de kenmerken van de werkgebieden van de ambulanceposten. In een stad als Almere, met meer dan 200.000 inwoners, wordt begrijpelijkerwijs veel vaker een beroep op ambulancezorg gedaan dan in een kleinere kern als Zeewolde met 20.000 inwoners. Wanneer in beide gebieden een ambulancepost onbezet is en het systeem moet kiezen welke standplaats voorwaardenscheppend door een andere wagen met bemanning moet worden bezet, is het dus logisch om voor Almere te kiezen.

“We wilden het voorwaardenscheppend herplaatsen van ambulances cijfermatig goed onderbouwen” Marnix Marcusse

21


EERSTE HULP

“De operationele dekking kunnen we met één tool bewaken” Twee regio’s, één dekkingsgebied Een nieuwe fase in de toepassing van de planningsapplicatie is ingegaan in september van het afgelopen jaar. Toen werden de meldkamers van de Veiligheidsregio’s Flevoland en Gooi en Vechtstreek samengevoegd en ook de twee regionale ambulancevoorzieningen zijn onder één gezamenlijke directie nauwer gaan samenwerken. Formeel zijn het nog twee afzonderlijke ambulancediensten, maar ze bedienen één werkgebied met ruim 650.000 inwoners. De ambulancezorg in dit gebied wordt uitgevoerd met 22 ambulances vanaf negen standplaatsen. In 2019 voerden beide regio’s gezamenlijk circa 45.000 ambulanceritten uit. Marcusse: “De planningsapplicatie is op die nieuwe

22

situatie aangepast, zodat we nu de operationele dekking in beide regio’s met één tool kunnen bewaken en sturen. Van Weesp tot Emmeloord zijn ambulances nu over de regiogrenzen heen inzetbaar voor zowel spoedritten bij incidenten als besteld ambulancevervoer. Ook de voorwaardenscheppende verplaatsing om de dekking te waarborgen vindt over de regiogrens heen plaats. Het zou mooi zijn als we ook de voorwaardenscheppende dekking samen met de buren op een uniforme manier met één applicatie zouden kunnen regelen. Maar iedere regionale ambulancevoorziening is zelf verantwoordelijk voor het regelen van zijn dekking en kiest zijn eigen technische tools om die dekking te managen. Tot dusver werkt, naast Flevoland en Gooi en Vechtstreek, alleen de regio Zuid-Holland Zuid met deze planningsapplicatie. Op basis van de ervaringen die wij de afgelopen jaren hebben opgedaan, kunnen we stellen dat de applicatie daadwerkelijk een bijdrage levert aan een betere dekkingsgraad, waardoor we de norm voor de geëiste responstijd in meer gevallen halen. Dat is pure tijdwinst voor patiënten die, al dan niet spoedeisende, ambulancehulp nodig hebben.” RJ//

I

VEILIGHEID 84 2021


YOUNG PROFESSIONAL

In deze rubriek komen jonge professionals aan het woord over hun opleiding, carrière, vakgebied en ambities. Ook meewerken aan deze rubriek? Meld je dan aan via: info@nibhv.nl, o.v.v. Young Professional en laat in je e-mail weten waarmee jij organisaties op het gebied van bewust veilig werken kunt inspireren.

Persoonlijk Ik woon en werk in Bergambacht. Ik heb min of meer leren lopen in de brandweerkazerne aangezien mijn vader al ruim 25 jaar vrijwilliger is bij de brandweer in Bergambacht. En sinds 2,5 jaar ben ook ik vrijwilliger bij hetzelfde korps.

Opleidingen Ik heb een commerciële opleiding afgerond (mbo-niveau 4), maar haalde daar onvoldoende voldoening uit. In het laatste jaar van deze opleiding stroomde ik door van de jeugdbrandweer naar de vrijwillige brandweer. Dat bleek ik ontzettend leuk te vinden – vooral het onderdeel ehbo – en vervolgens ben ik mij daarop gaan focussen. Tegelijk met mijn Manschap opleiding van de brandweer ben ik toen de opleiding tot ehbo-instructeur gaan volgen. Beide opleidingen heb ik in juli 2020 afgerond. Het afgelopen half jaar heb ik nog cursussen gevolgd in reanimatie en kinderreanimatie.

Gijsbertjan Versluis LEEFTIJD: FUNCTIE:

26 JAAR INSTRUCTEUR BIJ EXPERT-BRANDBEVEILIGING

Carrière Momenteel werk ik als instructeur bhv en ehbo bij ExpertBrandbeveiliging. Dit is mijn eerste fulltime baan. Ik geef ongeveer 3 trainingen in de week en de overige dagen ontwerp ik ontruimingsplattegronden.

Bewust veilig werken in de praktijk In mijn trainingen wil ik mensen erop attenderen dat de meeste ongelukken te voorkomen zijn door preventief handelen. Hiervoor wijs ik ze bijvoorbeeld op het belang van toolboxmeetings. Meestal zien ‘de jongens in de bouw’ daar tegenop, omdat het in hun ogen een saai uurtje is dat ‘moet’. Daardoor is de uitvoering ervan in de praktijk soms ondermaats. Om het toch aantrekkelijk te maken, wijs ik werkgevers erop om deze momenten te zien als ‘mini teamuitje’, waarin op verschillende – en ook leuke – manieren naar veiligheid kan worden gekeken. Bijvoorbeeld door het organiseren van een pub quiz of kahoot (red.: multiple choice-quiz). Of door af en toe iemand uit te nodigen die bijvoorbeeld een AED-instructie geeft, of vertelt wat er allemaal in een verbandkoffer zit. Vaak geef ik zelf ook tips, zoals: • Wijs één persoon aan die een week lang verantwoordelijk is voor de veiligheid. • Ga als collega’s langs bij elkaars projecten, want vaak zien anderen meer dan wanneer je er dagelijks rondloopt. • Bespreek na een ongeval in een open sfeer met elkaar hoe het in de toekomst kan worden voorkomen.

Grootste succes? Voor mij voelt het als een succes als ik samen met mijn collega’s binnen een bedrijf alles op het gebied van veiligheid kan regelen: de brandblusmiddelen, de bhv- en vca-trainingen, de ehbo-materialen, en de ontruimingsplattegronden.

Trends Actueel tijdens de coronapandemie is de vraag hoe we getraind blijven als het gaat om veiligheid. Immers, alle trainingen werden en worden vooruitgeschoven. Dat geldt niet alleen voor de bhv- en vca-trainingen, maar ook voor die van de vrijwillige brandweer. En dit duurt veel langer dan we allemaal gehoopt hadden. Maar het is belangrijk om goed getraind te blijven, want ongevallen wachten niet totdat deze pandemie voorbij is.

Over vijf jaar… Ik zou mij de komende jaren graag nog verder willen specialiseren in de ehbo. En dan met name de evenementenehbo. Er bestaat ook nog een kans dat ik probeer om bij de beroepsbrandweer te komen, want repressief optreden en gevaar wegnemen voor anderen vind ik nog steeds één van de gaafste dingen om te doen. Ik denk dat dit goed te combineren is met het geven van trainingen, waarin ik deze ervaringen dan ook weer zou kunnen verwerken. 23


BRANDVEILIGHEID

NIBHV en het Instituut Fysieke Veiligheid

Partnerschap geworteld in historie Een van de oudste samenwerkingspartners van NIBHV is het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). Een logische partner, want NIBHV heeft zijn wortels in de historie van het instituut. Beide organisaties hebben als doel de veiligheid in de samenleving te bevorderen; het IFV aan de publieke kant en NIBHV in het bedrijfsleven. De raakvlakken tussen de kennisorganisaties zijn groot, zien NIBHV-directeur Koos Pulleman en René Hagen, lector brandpreventie aan het IFV.

“NIBHV is een belangrijke voorpost voor maatschappelijke veiligheid”, stelt René Hagen. “Onderschat de toegevoegde waarde en kracht van bedrijfshulpverleners niet. Zij zijn de eerste hulpverleners ‘on the spot’ bij bedrijfsincidenten, terwijl de overheidshulpdiensten nog onderweg zijn. Bedrijfshulpverleners dragen in belangrijke mate bij aan beperking van letsel en schade.

Vooral in instellingen met kwetsbare personen, zoals verpleeg- en verzorgingstehuizen. Maar ook in andere bedrijfscategorieën, bij kleine en grote incidenten. In de praktijk zie je vaak dat mensen slecht reageren op het signaal van een ontruimingsalarm en pas in beweging komen als ze aanwijzingen krijgen van bhv’ers. Mensen maken het verschil!”

Koos Pulleman (links) en René Hagen willen onderzoeken hoe de meerwaarde van bhv’ers in de maatschappelijke veiligheid kan worden vergroot.

24

I

VEILIGHEID 84 2021


Kennis delen Om die reden vinden Pulleman en Hagen het belangrijk dat hun instituten zoveel mogelijk kennis en expertise delen en elkaar versterken op het grensvlak tussen bedrijfshulpverlening en de respons van de overheidshulpdiensten. Die kennisdeling vindt onder andere plaats via onderzoek en op het gebied van les- en leerstof. Zo is bijvoorbeeld het rapport ‘Visie op brandveiligheid’ van de brandweer in samenwerking tussen IFV en NIBHV vertaald naar de bedrijfshulpverlening. Het resultaat was het kennisdocument ‘Bewust omgaan met (brand)risico’s’. NIBHV heeft die kennis vervolgens vertaald in lesmateriaal voor bhv-opleidingen en nascholingen voor instructeurs. Pulleman: “In dit kennisdocument wordt een koppeling gemaakt tussen de brandgrootte, brandeffecten in termen van hitte en rook en het handelingsperspectief voor de bhv. In hoeverre kun je als bhv’er bij een gebouwbrand nog een zinvolle rol spelen en waar ligt de grens voor deze eerstelijns hulpverleners? Bhv’ers met alleen een bhv-basiscursus dragen geen ademlucht, dus hun mogelijkheden om reddend op te treden in een situatie met rook

“We bevorderen de samenwerking tussen bhv en brandweer; we spreken elkaars taal” en hitte zijn heel beperkt. Het is belangrijk dat bhv’ers hun beperkingen kennen en weten dat ze zich vooral moeten concentreren op het evacueren van mensen naar een veilige plek. Dáár kunnen ze verschil maken. En daarnaast uiteraard bij het opvangen, gidsen en informeren van de brandweer. Want bhv’ers kennen de relevante details van het bedrijf, de bedrijfsprocessen en zijn gebruikers en bewoners. Informatie die de overheidshulpverleners nodig hebben voor hun besluitvorming en inzet. In onze leerstof hanteren we dezelfde begrippen en uitgangspunten. Zo bevorderen we ook de samenwerking tussen bhv en brandweer; we spreken elkaars taal.”

Wegblijven van gevaren Pulleman zegt in principe geen voorstander te zijn van het dragen van ademlucht door bhv’ers, omdat die extra bescherming hen ertoe zou kunnen

bewegen onacceptabele risico’s te nemen. Onder voorwaarden en op beperkte schaal is het dragen van ademlucht in zijn ogen echter wel mogelijk; er zijn immers meerdere ‘smaken’ bedrijfshulpverlening. “Als bhv’ers alleen worden ingezet voor begidsing en ondersteuning van de brandweer op plaatsen waar specifieke bedrijfskennis vereist is, dan kan het. Mits zij goed zijn opgeleid en getraind en werken onder toezicht van de brandweer. First Responders bedrijfsnoodorganisatie met een duidelijk omschreven risicogericht takenpakket kunnen na training en certificering ook zelfstandig met ademlucht optreden. Maar ook voor deze categorie interne hulpverleners geldt dat hun inzet in beginsel risicomijdend moet zijn.” Hagen beaamt dat bedrijfshulpverleners weg moeten blijven van gevaren waarvoor zij niet zijn getraind. Toch ziet hij dat bhv’ers zich soms in gevaarlijke situaties begeven. “We merken dat bhv’ers het emotioneel en ethisch heel moeilijk vinden om niet te handelen, terwijl ze weten dat er in een zwaar berookte ruimte mensen in gevaar zijn. Dat is een dilemma, maar slachtoffers onder bhv’ers moeten we echt niet willen. Daarom is het essentieel dat de brandweer en de bhv-wereld heldere afspraken met elkaar maken over afbakening van taken en samenwerking. Daarin spelen onze beide instituten een belangrijke verbindende rol.”

Onderzoek rookverspreiding Om bij het thema omgaan met brandrisico’s te blijven: NIBHV keek aandachtig mee bij de praktijkexperimenten die het IFV in 2019 uitvoerde in Oudewater. Daar werd in een leegstaand voormalig woonzorggebouw een reeks binnenbranden onder reële condities gesimuleerd. Doel van de experimenten was te onderzoeken hoe snel de rook van een brand in één appartement zich verspreidt door de rest van het gebouw, op welk moment de situatie in andere ruimten ‘onleefbaar’ wordt, en welke invloed een ontruiming en de brandweerinzet hebben op die rookverspreiding (open deuren, ventilatie). De uitkomsten van het onderzoek waren onthutsend en ook de bedrijfshulpverleningswereld kan met die kennis zijn voordelen doen. Hagen: “Tijdens die experimenten hebben we geleerd dat de rook, veroorzaakt door brandende schuimrubber vulmaterialen in één zitbank, zich veel sneller verspreidt dan verwacht. Al binnen enkele minuten kan ook in andere appartementen een onoverleefbare situatie ontstaan. Opmerkelijk daarbij is dat, ook als nog geen sterke rookontwikkeling zichtbaar is, er al gevaarlijk hoge concentraties koolmonoxide worden gemeten. Bij het openen van deuren tijdens een ontruiming en een brandweerinzet kan die rookverspreiding snel escaleren. Daardoor nemen de mogelijkheden om nog mensen uit veilige ruimten te redden snel af. Een van 25


BRANDVEILIGHEID

“Bijdragen aan algemene maatschappelijke veiligheid is een interessante gedachte” de conclusies die we na het onderzoek trekken, is dat alle vormen van brandpreventieve voorzieningen in woongebouwen weinig zin hebben als niets wordt gedaan aan de bron van de rookverspreiding. Meubels en vulmaterialen moeten intrinsiek brandveilig worden gemaakt, om snelle verspreiding en ophoping van giftige verbrandingsrook sterk te beperken. Gelukkig zijn er steeds meer fabrikanten van meubels en matrassen die produceren met brandveilige materialen. Als op termijn de inrichting van woningen, ziekenhuizen en verpleeghuizen verandert en die zeer ontvlambare kunststoffen uit woon- en slaapkamers verdwijnen, krijgen we andere brandscenario’s. Dan heeft de brandweer een veel beter handelingsperspectief. En bedrijfshulpverleners ook.”

Samen verder Pulleman onderschrijft het belang van het delen van kennis uit onderzoek en praktijk, om het optreden van bedrijfshulpverleners veiliger te maken en hun ondersteunende rol aan de overheidshulpverlening te bevorderen. Maar wat kunnen NIBHV en het IFV samen nog meer doen? Pulleman ziet vooral mogelijkheden voor praktijkgericht onderzoek op het raakvlak van bedrijfs- en overheidshulpverlening. “Hoe kan de effectiviteit van het optreden van bhv’ers in de eerste minuten van een incident verder worden verbeterd? Hoe kunnen we een incident zo goed mogelijk overdragen aan brandweer en ambulancedienst en hoe kunnen we deze diensten optimaal ondersteunen? Interessant is bijvoorbeeld ook om verder te onderzoeken hoe de bhv lessen kan trekken uit de resultaten van de experimenten die het IFV uitvoerde in Oudewater. Wat zijn de handelingsperspectieven voor de bhv als het gaat om het risico op koolmonoxide en de (snelle) rookverspreiding bij het openen van deuren?” Hagen ziet bredere raakvlakken op het gebied van brandveiligheid en het verbeteren van de weerbaarheid van de maatschappij. Hij wijst op de snel toenemende vergrijzing in de samenleving en op het feit dat kwetsbare en minder mobiele ouderen steeds langer zelfstandig blijven wonen. “Die mensen lopen extra risico’s bij brand en andere noodsituaties, omdat zij zichzelf niet of moeilijk 26

in veiligheid kunnen brengen. Omdat individuele en collectieve woonvormen voor senioren geen bhv-verplichting hebben, moeten zij wachten op de brandweer. Maar als die arriveert, hoe snel ook, is het kwaad soms al geschied. De afgelopen jaren zijn er in heel Nederland tientallen branden geweest in woongebouwen, waarbij massale ontruimingen nodig waren en ook slachtoffers zijn gevallen. Ik denk dat bhv’ers in hun eigen woonomgeving een wezenlijke rol kunnen spelen bij ontruiming en opvang in dergelijke situaties. En ook bij het verbeteren van de preventieve brandveiligheid in hun woonomgeving. Ze hebben de kennis en hebben de motivatie om te zorgen voor de veiligheid van anderen. Laat ze die kennis en passie vanuit hun bedrijven meenemen naar hun eigen buurt en wijk. Daar zouden de brandweer en de bhv-wereld eens dieper over kunnen nadenken.” Pulleman bevestigt dat het bijdragen aan algemene maatschappelijke veiligheid een interessante gedachte is en dat hij openstaat voor de verkenning van mogelijkheden op dit gebied: “Tenslotte zijn er landelijk zo’n 500.000 bedrijfshulpverleners actief, waarvan circa 300.000 onder de vlag van NIBHV. Hoe we het meer structureel inzetten van die kennis en menskracht kunnen organiseren, is de volgende vraag. De moeite van het onderzoeken waard.”RJ//

FUNDAMENT NIBHV LIGT IN HISTORIE IFV NIBHV werd in 1999 opgericht door het Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding (Nibra) en het Oranje Kruis. Het scheiden van markt en overheid was de aanleiding om NIBHV in een B.V. onder te brengen. Het Nibra (tegenwoordig IFV) en het Oranje Kruis werden de aandeelhouders van NIBHV en zijn dat tot op de dag van vandaag.

I

VEILIGHEID 84 2021


Safety en security in balans bij ING

‘Safe & compliant’. Die begrippen zijn belangrijke pijlers onder de bedrijfsvoering van ING. Het robuust en kwalitatief organiseren van de safety- en securitytaken is een uitdaging voor de organisatie waar mensen zowel in grotere hoofdkantoren als in kleine banklocaties werken. Hoe organiseert de bank van de ‘oranje leeuw’ dat in de praktijk? Ronald Eisma, senior productmanager security & safety bij ING, vertelt hoe de interne veiligheidsorganisatie bij de tijd blijft.

ING telt in Nederland bijna 20.000 medewerkers, die verspreid over het land werkzaam zijn op 200 locaties. Daaronder vallen de gebouwen van de hoofdvestigingen in Amsterdam, Rotterdam en Leeuwarden, maar ook het landelijk netwerk van ruim 170 lokale bankkantoren. Verschillende typen locaties met verschillende safety- en securitybehoeften. Wat de locaties gemeen hebben is dat de medewerkers, maar ook de duizenden dagelijkse klanten en zakelijke bezoekers op ieder moment moeten kunnen rekenen op snelle interne hulpverlening bij incidenten. In het bhvbeleid en een kaderbeleidsplan heeft ING deze bedrijfshulpverleningstaken voor de hele organisatie uitgewerkt. Met landelijke kaders voor taken, verantwoordelijkheden, opleiden en oefenen en materiële toerusting en lokaal maatwerk in de uitvoering.

Voorrang voor safety “Qua werkprocessen en werknemerspopulatie kent ING geen bijzondere extra risico’s”, legt Eisma uit. “We onderscheiden ons niet van andere kantooromgevingen, we werken niet met gevaarlijke stoffen en bij een incident of ontruiming in onze kantoorlocaties, gaan we uit van het zelfredzaamheidsprincipe. Op basis van de wettelijk verplichte risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) richten we voor iedere locatie een bedrijfshulpverleningsorganisatie op maat in, die is toegesneden op de reële risico’s op de locatie. Zoals brand, onwelwording en ontruiming.

Deuren open Voor een bancaire organisatie als ING, die sterk leunt op security voor de beveiliging van haar vitale diensten en processen, is het logisch dat safety- en securitytaken in samenhang worden georganiseerd. 27


BEDRIJFSHULPVERLENING

Het een mag het ander immers niet belemmeren. Eisma: “Safety en Security bevatten van oudsher tegenstrijdigheden. Vanuit securityoverwegingen willen we bepaalde deuren graag dicht houden, terwijl ze vanuit het oogpunt van safety open zouden moeten zijn of tenminste snel geopend moeten kunnen worden. We hebben dit zo op elkaar afgestemd dat zowel aan de security- als aan de safety-eisen wordt voldaan. Zo zijn er bijvoorbeeld beveiligingsmaatregelen genomen bij de nooduitgangen die ongewenst gebruik voorkomen, zonder dat dit ten koste gaat van de veiligheid. Een belangrijk aandachtspunt is ook het faciliteren van toegang voor externe hulpverleners op onze locaties. Met als uitgangspunt snelle professionele hulpverlening, maar met behoud van de beveiligingsgraad. Met een combinatie van organisatorische-, bouwkundige- en installatietechnische maatregelen én de inzet van beveiligers, kunnen we op elke locatie de juiste inzet leveren, waarbij safety en security hand in hand gaan. Daar waar we tóch een keuze moeten maken zal safety altijd voorrang krijgen. Veiligheid van personen staat in ons safety- en securitybeleid altijd bovenaan.”

Grote en kleine locaties De bhv-organisatie van ING telt in totaal circa 400 personen. De kern bestaat uit vrijwilligers, aangevuld met beveiligers en receptiemedewerkers. ING heeft haar facilitaire werkzaamheden uitbesteed aan haar partner CBRE. Ook de beveiligings- en receptiemedewerkers vallen onder deze dienstverlener en hiermee dus ook een deel van de uitvoerende bhv-taken. Opleidingen en oefeningen en het beheer van bhv-middelen en -uitrusting worden eveneens door CBRE verzorgd. De kern van de bhv-organisatie bestaat echter uit ING-medewerkers. De uitvoering van de bhv-werkzaamheden gebeurt in samenwerking, waarbij ING als eindverantwoordelijke de regie houdt. Jaarlijks vindt minimaal één bhv-oefening plaats. Het te oefenen scenario wordt afgestemd tussen de Beheerder Security en het Hoofd bhv. Om de kennis en vaardigheden op peil te houden, zijn alle bhv’ers verplicht tot het volgen van een jaarlijkse herhalingscursus. De organisatie, taken en ook preparatie van de bhv-organisatie bij ING, zijn locatie specifiek,

Ronald Eisma: “Met een combinatie van maatregelen kunnen we op elke locatie de juiste inzet leveren, waarbij safety en security hand in hand gaan.”

28

I

VEILIGHEID 84 2021


“Organisatie, taken en preparatie van de bhvorganisatie bij ING zijn locatie specifiek” vanwege het grote verschil in de omvang en bemensing van de locaties. Eisma licht toe: “Op onze hoofdkantoren werken duizenden mensen, waardoor er daar voldoende ‘body’ is om een bhv-organisatie op te zetten. Per hoofdkantoorlocatie zijn een Hoofd bhv en Beheerder Security aangesteld. Op basis van het beleid en het kaderbeleidsplan stellen zij een ontruimings- en bhv-plan op. In dit plan staat gedetailleerd omschreven hoe een daadwerkelijke bhv-inzet op de locatie uitgevoerd moet worden. Er wordt gewerkt met scenario’s zoals ongeval, brand en ontruiming. In de huidige coronatijd is hieraan ook een gericht bhv-protocol voor Covid-19 besmettingen toegevoegd.

Ziekte en verlof Op basis van de scenario’s wordt de invullingen omvang van de bhv-organisatie per locatie bepaald. Bijvoorbeeld hoeveel bhv’ers nodig zijn bij welk scenario en hoeveel er daadwerkelijk op de locatie aanwezig dienen te zijn tijdens werktijd. Om op ieder moment voldoende bhv’ers te kunnen inzetten, rekening houdend met wisselende beschikbaarheid door bijvoorbeeld ziekte of verlof, hebben we het aantal bhv’ers dat nodig is bij de grootst denkbare inzet vermenigvuldigd met een factor drie, als basis voor het aantal op te leiden mensen.” Voor de gebouwen van de hoofdkantoren die zich op korte loopafstand van elkaar bevinden, wordt gewerkt met bhv-clusters. Bhv’ers van deze panden kunnen gebouwoverstijgend ingezet worden. Wel zullen in ieder gebouw altijd voldoende bhv’ers aanwezig zijn voor een snelle eerste respons bij een eventuele ehbo-inzet. Voor die eerste inzet geldt een responstijd van maximaal zes minuten; de bhv-teams werken daarom in zogenaamde 6 minuten zones.

Noodsituaties De situatie op de lokale bankkantoren is volgens Eisma totaal anders, omdat ze veel kleiner in omvang en overzichtelijker zijn. Daardoor is het risicobeeld eenvoudiger en er is meer sociale controle. “Maar ook op die locaties moeten medewerkers

weten hoe ze in noodsituaties moeten handelen. Elke kantoormedewerker volgt daarom periodiek een bhv e-Learning cursus. Daarnaast is er een, op de lokale situatie afgestemde, instructiekaart en worden workshops aan het personeel gegeven. In geval van nood bellen ze 112. Voor het aansturen van de bhv- en beveiligingsorganisatie, beschikt ING over een eigen Bedrijfs Alarm Centrale, binnen de bank bekend als de Centrale Beveiligings Loge (CBL). De CBL is 24/7 bezet en speelt een centrale rol bij de inzet van bhv’ers op de hoofdkantoorlocaties. De CBL is bereikbaar via het centrale landelijke noodnummer van ING. Op alle hoofdkantoren zijn interne noodtelefoons of noodintercoms aanwezig, waarmee medewerkers rechtstreeks contact op kunnen nemen met de CBL. Het noodnummer kan ook gebeld worden met een vaste of mobiele telefoon. Zodra het noodnummer gebeld is en de centralist voldoende gegevens over het voorval heeft, wordt de bhv-inzet opgestart. Zowel de bhv-vrijwilligers als beveiligers worden dan opgeroepen via een Personen Zoek Installatie met pagers.

Periodieke evaluatie ING evalueert periodiek zijn bhv-organisatie om na te gaan of de interne hulpverlening bij incidenten effectief is. Een plan voor de nabije toekomst is om de alarmering van bhv’ers op een slimmere manier in te richten. Eisma: “We anticiperen op nieuwe werkwijzen en nieuwe samenwerkingsvormen. Zo willen we de pagers van de Personen Zoek Installatie vervangen door een bhv-app voor smartphones. Hiermee is het mogelijk om de bhv-organisatie te optimaliseren en mensen flexibeler en efficiënter in te zetten. De app biedt overzicht waar bhv’ers zich bevinden, zodat snel een gerichte inzet kan worden opgestart. Ook houden we beter zicht op het aantal aanwezige bhv’ers, zodat bij een dreigende onderbezetting opgeschaald kan worden. Uiteraard wordt bij het gebruik van deze functionaliteit rekening gehouden met de privacywetgeving. Daarnaast willen we meer investeren in zelfredzaamheid van onze werknemers. Wij geloven dat zelfredzaamheid van mensen veel bijdraagt aan een veiligere werkomgeving. We onderzoeken manieren om dit ‘spelenderwijs’ voor elkaar te krijgen met een soort learning-app. Uitgangspunt is een win-win situatie. We willen bereiken dat medewerkers het leuk en nuttig vinden om een rol als bhv’er op zich te nemen en daar bij noodsituaties in hun privéleven ook voordeel van hebben.” RJ// Dit artikel is eerder gepubliceerd in: Security Management nummer 4, november 2020

29


SAFETY & SECURITY

IN DE SPOTLIGHT:

Peter Bloemers (Sitech Services)

“Goede crisiscommunicatie is cruciaal” Als kind al wilde Peter Bloemers (33) brandweerman worden. Na een studie Integrale Veiligheid en meerdere omzwervingen door veiligheidsland, staat hij nu aan het hoofd van een van de grootste bedrijfsbrandweerkorpsen van Nederland: dat van Sitech op Chemiesite Chemelot in Geleen. “Van bedrijfsbrandweer zijn we steeds meer een brandweerbedrijf geworden.”

Spannende avonturen beleven: dat zag de jonge Peter Bloemers wel zitten. Dus toen hij zichzelf als tienjarige enthousiast aanmeldde voor de nét opgerichte jeugdbrandweer in zijn geboorteplaats Belfeld (bij Venlo), was de teleurstelling aanvankelijk groot toen bleek dat hij minstens twaalf jaar oud moest zijn. “Maar omdat ik best groot was voor mijn leeftijd mocht ik uiteindelijk tóch meedoen. Enorm spannend en cool. Ook het gevoel van kameraadschap sprak me meteen aan.”

Brede basis Een tot op de dag van vandaag voortdurende fascinatie voor het brandweervak was geboren. Vanuit de ‘kweekvijver’ van de jeugdbrandweer stroomde Bloemers op zijn zeventiende door naar de vrijwillige brandweer. Zijn ambities reikten echter hoger: het allerliefst zou hij van brandweerman zijn beroep maken. “Maar omdat hier geen specifieke opleiding voor bestaat, ontstond het idee om Integrale Veiligheidskunde te gaan doen. Vanuit die brede basis zou ik vervolgens alsnog kunnen doorstromen naar de brandweer, was het idee.” Juist die brede 30

basis zorgde er uiteindelijk voor dat Bloemers’ blik op veiligheid langzaam maar zeker werd verbreed. “Zo maakte ik tijdens stages kennis met rampenbestrijding in onder meer de chemische industrie. Maar: ook het brandweervuur bleef branden. Na afronding van mijn studie kwam ik daarom eerst terecht bij de regionale brandweer en volgde ik diverse officiersopleidingen bij het Instituut Fysieke Veiligheid in Arnhem.” Tóch besloot Bloemers uiteindelijk verder te kijken, vertelt hij. “De cultuur binnen de brandweer is erg sterk; hoe hoger je in de boom komt, hoe meer je te vertellen hebt. Maar ook: hoe meer belangen er gaan spelen. Voor mij was het daarom een bewuste beslissing om de brandweer na een tijdje te verlaten, juist ook omdat ik vanuit mijn opleiding die brede basis had meegekregen. Zo kwam ik uiteindelijk als Specialist Ketenbevordering terecht bij de GHOR, de geneeskundige tak van de Veiligheidsregio Limburg-Noord. Daar heerste een hele andere cultuur: een van samenwerking. Al snel leerde ik dat je samen veel meer kunt bereiken.”

I

VEILIGHEID 84 2021


Chemelot is het voormalige terrein van chemiereus DSM in Geleen waar tegenwoordig zo’n 150 bedrijven en onderwijs- en onderzoeksinstellingen op het gebied van chemie gevestigd zijn.

“Juist in samenwerking kom je tot maximale veiligheid” Chemiecomplex Via zijn netwerk werd Bloemers benaderd voor de functie van hoofd Safety & Security bij de Technische Universiteit (TU) in Eindhoven. Een kans die hij niet kon laten schieten, vertelt hij. “Zo’n open campus, met duizenden mensen, tientallen gebouwen en een eigen brandweer, is een stad op zich. Voor mij een uitgelezen kans om me in brede zin met veiligheid en security bezig te houden, in een enorm interessante omgeving.” De TU Eindhoven bleek voor Bloemers een goede opmaat voor zijn huidige functie als Business

Unit Manager Fire Brigade & Security bij Sitech Services. Vanuit die rol is hij verantwoordelijk voor de brandweer en securityzorg op Chemelot, het voormalige terrein van chemiereus DSM in Geleen waar tegenwoordig zo’n 150 bedrijven en onderwijs- en onderzoeksinstellingen op het gebied van chemie gevestigd zijn. “Al met al hebben we het hier over het grootste aaneengesloten chemiecomplex van Europa, midden in een woongebied. Die omgeving vraagt uiteraard om enorm hoge eisen op het gebied van veiligheid. Als er een incident plaatsvindt, hoe klein ook, zitten we daar meteen vol bovenop; 365 dagen per jaar, 24 uur per dag.”

Brandweerbedrijf Sitech Services, ontstaan vanuit diverse onderdelen van het ‘oude’ DSM, levert allerlei diensten op technisch en veiligheidsgebied aan de klanten op de Chemelot-site. De veiligheidscultuur is er nog steeds dominant, merkt Bloemers. “Veel van onze inspanningen zijn gericht op het maximaal uitsluiten van risico’s aan de voorkant. Veiliger dan hier kan het bijna niet, durf ik wel te stellen. Tegelijkertijd 31


SAFETY & SECURITY

AIV: NETWERK VAN VEILIGHEIDSPROFESSIONALS De stichting Alumni Integrale Veiligheid (AIV) brengt veiligheidsdeskundigen bij elkaar en zet zich in om het vakgebied van integrale veiligheid verder te professionaliseren. Peter Bloemers trad meerdere malen op als host van AIVbijeenkomsten. “Het is altijd leuk om collega’s en studenten een kijkje te bieden in ons werkveld. Wat gebeurt hier nou allemaal? En hoe kijken we aan tegen veiligheid? Zo’n bijeenkomst doet je weer beseffen dat je integraal bent opgeleid, en dat je niet puur brandweerman of beveiligingsdeskundige bent.”

zie je dat de site steeds meer partijen herbergt die op zichzelf geen groot risico voor de omgeving opleveren.” De chemiesite ontwikkelt zich in rap tempo. Belangrijk onderdeel van Chemelot is de Brightlands Campus, waar onderzoek wordt gedaan en onderwijs wordt gegeven. Dat vraagt om een andere benadering van veiligheid, schetst Bloemers. “Het roept bijvoorbeeld vragen op over de proportionaliteit van onze dienstverlening. Kijk, we rukken een paar honderd keer per jaar uit. Kom je voor een klein brandincident op de campus uit voorzorg langs met grote industriële brandweerwagens, dan roept dat al snel de vraag op of dat niet wat minder kan. Maar als het dan een keer goed misgaat, dan krijg je het verwijt dat je niet snel en adequaat genoeg hebt gereageerd. In die zin doe je het niet snel goed. We kijken niet voor niets voortdurend waar onze dienstverlening misschien nog beter en efficiënter kan. Van bedrijfsbrandweer zijn we steeds meer een brandweerbedrijf geworden, dat zo goed mogelijk probeert te luisteren naar wat de klant wil. Tegelijkertijd zijn we ook gewoon veiligheidsprofessionals, die staan voor een bepaalde kwalitatieve ondergrens. Als je je op deze site wilt vestigen, dan zul je daarin mee moeten gaan. Goede communicatie is daarbij belangrijk. Ja, je betaalt mee, maar in ruil daarvoor krijg je de best denkbare brandweer- en securityzorg.” 32

Draagvlak Goed communiceren is sowieso steeds belangrijker, merkt Bloemers. “Het draagvlak voor een chemieconcern in je achtertuin neemt af. Vroeger kende in deze regio iedereen wel iemand die bij DSM werkte. Nu wonen hier ook veel mensen zonder directe binding met de regio en haar historische wortels. Des te meer reden voor ons om te investeren in goede crisiscommunicatie; door social media weten mensen steeds sneller en beter wat er aan de hand is. Samen met de Veiligheidsregio is goede crisiscommunicatie een voortdurend punt van aandacht. Alleen zo kunnen we zorgen voor maximale veiligheid, terwijl we tegelijkertijd het draagvlak voor de chemiesector op deze plek beschermen.” Die voortdurende spanning is ook het mooie aan het brandweervak, benadrukt Bloemers. “Aan de ene kant probeer je aan de voorkant zo goed mogelijk alles af te dichten. Maar áls er dan ergens iets misgaat, dan heb je mensen nodig die op dat moment besluiten kunnen en durven nemen. Toch ben ik, ondanks mijn nog altijd luid kloppende brandweerhart, blij dat ik destijds heb gekozen voor integrale veiligheid. Door die brede basis kan ik nu op meerdere borden schaken, van brandbestrijding tot security. Die kennis komt me nu goed van pas. Want juist in de samenwerking tussen die domeinen en binnen de Veiligheidsregio, kom je tot maximale veiligheid. En dát is uiteindelijk het enige dat telt.” JP//

I

VEILIGHEID 84 2021


Gezond en veilig werken bij Philips in coronatijd

“Zonder voldoende bhv’ers gaat een locatie niet open” Hoe groot of klein ook: vrijwel elk bedrijf kreeg afgelopen voorjaar opeens te maken met de gevolgen van de coronacrisis. Ook multinational Philips schakelde razendsnel over op volledig thuiswerken en grondige voorzorgsmaatregelen op de productie- en innovatielocaties. Hoe zag gezond en veilig werken er de afgelopen tijd uit bij het gezondheidstechnologiebedrijf? En welke gevolgen had de crisis voor de werkwijze van de bhv?

Elsbeth Vogel-Jaartsveld (Environment, Health & Safety Manager) en Sandra van den Eeden (Occupational Health Leader) zijn binnen Philips Benelux allebei lid van het crisismanagementteam. Na het uitbreken van de coronacrisis, medio maart, kwam er vanzelfsprekend veel op het team af, schetst Van den Eeden. “We waren al voor maart bezig met de vraag: hoe gaat zich dit ontwikkelen? En wat zijn de mogelijke consequenties voor ons hier in Nederland?” Centraal uitgangspunt voor Philips was van meet af aan de zogenoemde triple duty of care, vertelt Van den Eeden. “Onze Covid-19-strategie stoelt op drie pijlers: we willen onze klanten zo goed mogelijk kunnen blijven ondersteunen. Medewerkers moeten veilig en gezond hun werk kunnen blijven doen. En het bedrijf als geheel moet zo goed mogelijk blijven doordraaien. Alle coronamaatregelen worden aan die drie elementen getoetst.”

“Het ons gelukt om de gezondheid en veiligheid van medewerkers goed te bewaken” Elsbeth Vogel-Jaartsveld

33


ARBEIDSVEILIGHEID

Corona-update Uiteindelijk informeerde Philips haar personeel in maart dat het – waar mogelijk – thuis zou gaan werken. Mensen die op kantoor werken, kregen de mogelijkheid om de werkplek thuis op een veilige en gezonde manier in te richten, schetst VogelJaartsveld. “In Nederland heeft Philips kantoren en fabrieken in onder meer de regio Eindhoven, Drachten en Amsterdam, met daarnaast nog wat kleinere locaties verspreid over Nederland en België.

“We drukten medewerkers op het hart om vooral op tijd rust te nemen en fysiek in beweging te blijven”

De medewerkers op die kantoorlocaties mochten alle draagbare apparatuur als monitors, toetsenborden en muizen meenemen naar huis, net als hun bureaustoel. Daar werd volop gebruik van gemaakt.” Na elke persconferentie van het kabinet over corona verstuurt het crisismanagementteam direct een corona-update: wat gaan de besluiten concreet betekenen voor Philips? Dat wordt erg gewaardeerd, merkt Vogel-Jaartsveld op. “Ook hebben we medewerkers meerdere keren via een survey om feedback gevraagd: hoe gaat het qua thuiswerken? Daar kwamen aanvankelijk veel positieve reacties op terug; mensen hadden vrij snel een nieuwe routine ontwikkeld.”

Frontlinie Anders lag de situatie voor de productielocaties in Drachten en Best, schetst Van den Eeden. “Voor fabriekspersoneel is thuiswerken uiteraard geen optie. In de fabrieken hebben we daarom snel allerhande maatregelen ingesteld, gericht op voldoende afstand houden, (persoonlijke) hygiëne, persoonlijke bescherming (waar nodig) en de boodschap om met klachten thuis te blijven. Daardoor konden we de situatie werkbaar houden en kon de productie binnen de beperkingen zoveel mogelijk doorgaan. Ook hebben we gekeken naar onze 34

service-engineers en applicatiespecialisten die voornamelijk op locatie in ziekenhuizen aan het werk zijn. Die hebben we zo snel mogelijk voorzien van persoonlijke beschermingsmiddelen, zodat ook zij veilig aan de slag konden.” Aanvankelijk was er in de ziekenhuizen een groot tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen, vult Vogel-Jaartsveld aan. “Onze servicemensen op locatie hielpen onder meer bij het inrichten van extra IC-plekken. Zeker in het begin was dat heel spannend; je zit in de frontlinie, terwijl je te maken hebt met een dan nog volstrekt onbekend virus. Die mensen hebben we zo goed mogelijk proberen te ondersteunen. De beschikbaarheid van beschermingsmiddelen was zeker in het begin een uitdaging en vereiste afstemming tussen Philips en de ziekenhuizen.”

Werkbare situatie Ook bij veel Philips-medewerkers heerste aanvankelijk het idee dat de situatie snel voorbij zou gaan. Dat blijkt uiteraard een stuk langer te duren dan gedacht, vertelt Vogel-Jaartsveld. “We hebben ook veel jongere collega’s; mensen die opeens alleen in een klein appartement zaten, waar ze werken, eten en slapen. Andere collega’s zagen zich dan weer opeens geconfronteerd met kinderen die thuisonderwijs moesten krijgen. Zie dat allemaal maar eens goed te managen. Sowieso is thuiswerken toch echt anders dan werken op kantoor; de balans tussen werk en privé vervaagde snel. Binnen teams en tussen medewerker en leidinggevende onderling zijn er daarom veel gesprekken gevoerd. Hoe kunnen we het werk zo inrichten dat het werkbaar blijft? Ook drukten we medewerkers op het hart om vooral op tijd rust te nemen en fysiek in beweging te blijven. Verder waren er regelingen voor kinderopvang.”

Sociale contacten In het najaar begon het vele thuiswerken zijn tol te eisen, vertelt Vogel-Jaartsveld. “Mensen misten de sociale contacten op kantoor. Zeker onder alleenwonende medewerkers kan eenzaamheid opspelen. Om hierop in te spelen hebben we toen de mogelijkheid ingesteld om desgewenst contact op te nemen met een psycholoog. Ook zijn er veel online activiteiten georganiseerd, zodat medewerkers toch de verbinding met hun collega’s blijven voelen.” Op bepaalde locaties werd het werken op kantoor gedurende het jaar weer mondjesmaat toegestaan, vervolgt Vogel-Jaartsveld. “Maar alléén als het strikt noodzakelijk is. En op voorwaarde dat het gebouw helemaal is aangepast aan de geldende coronamaatregelen, bijvoorbeeld door looprichtingen en aangepaste vergaderruimtes voor een maximaal aantal personen.”

I

VEILIGHEID 84 2021


Voor fabriekspersoneel is thuiswerken uiteraard geen optie” Sandra van den Eeden

Geen extra risico Uiteraard heeft de hele situatie ook invloed gehad op de bedrijfshulpverlening. Hoe richt je die in als er in een kantoorgebouw maar mondjesmaat mensen aan het werk zijn? En hoe werkt dat binnen ‘anderhalve meter’ in een fabriek? Uiteindelijk is de aanwezigheid van voldoende bhv’ers leidend voor de vraag of een kantoorgebouw überhaupt open kan, vertelt Van den Eeden. “Kunnen er niet voldoende bhv’ers op de been worden gebracht, afgemeten aan de actuele bezetting? Dan blijft het pand sowieso op slot. Uitgangspunt is dat er geen enkel extra risico mag ontstaan doordat er minder bhv’ers aanwezig zijn op een locatie. Op Philips-terreinen met meerdere kantoor- en fabrieksgebouwen – zoals op de locatie in Best – hebben we kritisch gekeken in hoeverre bhv’ers daar van het ene naar het andere pand kunnen komen in geval van nood, binnen de geldende oproeptijden.”

Aangepaste instructies Op de productielocaties kon de bhv gewoon doorgaan, maar wel met aangepaste instructies, vertelt Vogel-Jaartsveld. “Zo is de bhv geïnstrueerd over de ‘tijdelijke richtlijnen reanimatie buiten het ziekenhuis’ van de Nederlandse Reanimatie Raad, waarbij de luchtweg niet geopend wordt en er geen mond-op-mondbeademing plaatsvindt; men belt 112

en handelt volgens de instructies van de centrale.” Op elke locatie – zowel op kantoor als in de fabrieken – is er verder nagedacht over naleving van de regels. Vaak spelen bhv’ers daarbij een rol, vertelt Vogel-Jaartsveld. “Volgen mensen de looprichtingen? Houden ze voldoende afstand, ook al dragen ze een mondkapje? Waar nodig worden collega’s erop aangesproken. Vrijwel altijd is het geen kwestie van opzet; die anderhalve meter is in sociaal opzicht nu eenmaal een lastige afstand.” In de ziekenhuizen vertrouwt Philips vooral op de nood- en bhv-procedures binnen de ziekenhuizen zelf. Van den Eeden: “Dat deden we voor corona ook al, dus in dat opzicht is er niet veel veranderd. De ziekenhuizen hebben dat goed voor elkaar; onze collega’s kunnen daar op vertrouwen.” Al met al heeft de coronacrisis ook op een wereldwijd actief bedrijf als Philips de nodige impact, benadrukt Vogel-Jaartsveld. “Mede door de schaal van de organisatie is het ons gelukt om de gezondheid en veiligheid van medewerkers goed te bewaken. Als bedrijf proberen we in elk geval zo goed mogelijk in te spelen op de ontwikkelingen om ons heen. Of het nu gaat om de mentale gezondheid van onze medewerkers of om de inzet van de bhv: veiligheid boven alles.” JP// 35


BEDRIJFSHULPVERLENING

Voorbereid op het nieuwe werken Met zo’n duizend bhv’ers op 68 locaties is de bedrijfshulpverleningsorganisatie van UWV een enorme operatie. Facility manager Erwin van Kints, verantwoordelijk voor de bhv in acht vestigingen, vertelt over de actuele uitdagingen, ontwikkelingen en oplossingen.

Bij UWV werken meer dan 20.000 professionals, verspreid over 68 vestigingen in het hele land. Zo’n duizend medewerkers zijn gecertificeerd als bhv’er, en op elke locatie is een Hoofd bhv actief. Erwin van Kints, sinds 2017 werkzaam als facilitair manager bij UWV, is verantwoordelijk voor de bhv op acht locaties in Gelderland en stuurt er de Hoofden bhv aan. “Bhv is een vast onderdeel van het takenpakket van de twintig facility managers van UWV Facilitair Bedrijf en we zijn allemaal aangesteld als Hoofd bhv”, vertelt Van Kints. “Omdat ik de verantwoordelijkheid heb over meerdere panden, zijn daar ter plekke ook Hoofden bhv aangesteld. Als eindverantwoordelijke voor de bhv, onderhoud ik de contacten met deze collega’s. Daarnaast zorg ik ervoor dat bijvoorbeeld de herhalingscursussen worden gevolgd op het gebied van bedrijfshulpverlening, regel ik de mutaties onder bhv’ers en controleer de lijsten voor de uitbetaling van de jaarlijkse vergoeding aan de actieve bhv’ers.”

Landelijke kwaliteitsborging Brengen de omvang en de landelijke spreiding van de organisatie speciale uitdagingen mee voor het bhv-beleid? Van Kints is vanuit de regio Noord een van de deelnemers aan het landelijke overleg van de bhv-organisatie. “Elk kwartaal gaan we met de

regio’s Noord en Zuid om tafel met onder meer de aanbieder van onze bhv-opleidingen. Je wilt dat de uitgangspunten van het beleid overal hetzelfde zijn en de kwaliteit van de opleidingen en trainingen landelijk is geborgd. Het aanbod van de opleidingen is heel belangrijk voor de bhv-organisatie. We zorgen er bijvoorbeeld voor dat medewerkers in elke regio op een laagdrempelige manier een opleiding kunnen vinden.” Alle bhv’ers kunnen online het opleidingsaanbod bekijken en zich ook direct inschrijven. De Hoofden bhv zien er eenvoudig of bhv’ers de vereiste opleidingen hebben gevolgd. De opleiding van bhv’ers is ook een belangrijk onderwerp binnen de aanbesteding van de bhv-diensten voor UWV. Van Kints is vanwege zijn expertise vanuit het werkveld actief betrokken bij de aanbestedingsprocedure. De aanbesteding heeft betrekking op zaken zoals opleidingen, certificering en ontruimingsoefeningen, maar ook op de optimalisatie van de bhv-organisatie. “Omdat we een Europese aanbesteding doorlopen, gaat het om ingewikkelde materie. Er worden concrete criteria opgesteld waaraan marktpartijen moeten voldoen en de Hoofden bhv kijken mee vanuit de ervaringen van de praktijk. Wat loopt er goed en welke aanvullingen zijn er in de toekomst misschien gewenst? We vinden het bijvoorbeeld belangrijk dat een opleidingsinstituut landelijke dekking heeft, zodat alle bhv’ers dichtbij de werkplek een opleiding kunnen volgen.” De bhv-organisatie hecht er ook aan dat bhv’ers zich online kunnen inschrijven, en dat Hoofden bhv online inzicht hebben in de certificering.

Gemotiveerde bhv’ers

Erwin van Kints vindt de borging van de opleidingen en trainingen een belangrijk aandachtspunt voor de kwaliteit van de bhv-organisatie.

36

Van Kints ziet dat er binnen UWV veel enthousiasme is voor bhv-functies. “We proberen een goede vertegenwoordiging te vinden vanuit verschillende divisies. Bij grote panden is het natuurlijk prettig als op elke verdieping een bhv’er werkt. Maar we hebben eigenlijk nooit problemen om mensen te werven. De huidige bhv’ers zijn heel gemotiveerde

I

VEILIGHEID 84 2021


Het is de verwachting dat medewerkers ook in de toekomst vaker thuiswerken.

mensen die het mooi vinden om het werk te doen. Als organisatie proberen we de bhv’ers ook duidelijk te laten merken dat we trots op hen zijn. We luisteren goed naar hun ideeën en versturen ieder kwartaal een digitale nieuwsbrief over actuele ontwikkelingen.” Verder vindt er elk jaar een ontruimingsoefening plaats en is de bhv-organisatie een actieve deelnemer aan de landelijke Dag van de bhv. Een aantal UWV-vestigingen is onderdeel van een gebouw waarin ook een gemeente of de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is gehuisvest. De gedeelde huisvesting maakt het mogelijk om opleidingen en trainingen van bhv’ers gezamenlijk te organiseren, vertelt Van Kints. “Op sommige locaties worden alle bhv’ers opgeleid door de gemeente, en op andere plekken zijn onze bhv’ers gecertificeerd via de opleider van UWV. Maar we zorgen altijd samen dat er voldoende bhv’ers aanwezig zijn. Verder trainen de bhv’ers regelmatig gezamenlijk en delen we als Hoofden bhv expertise en ervaringen.” Zo kwam Van Kints via een gemeente in aanraking met een bhv-app. Inmiddels is UWV bezig om de piepers van bhv’ers te vervangen door een app en helpen de ervaringen van de gemeente bij de ontwikkeling van het project. Een belangrijk aandachtspunt voor de kwaliteit van de bhv-organisatie vindt Van Kints de borging van de opleidingen en trainingen. “In alle drukte van het dagelijkse werk vergeten medewerkers soms om een certificaat te verlengen, of is het op het laatste moment niet mogelijk om een opleidingsdag te volgen. Maar het is belangrijk om goed in de gaten te houden dat bhv’ers opgeleid zijn én blijven.”

Bhv tijdens corona De landelijke maatregelen tegen Covid-19 stellen de bhv-organisatie voor nieuwe uitdagingen. In de eerste maanden van de lockdown lagen de opleidingen stil. In het eerste kwartaal van 2021 gaan naar verwachting een recordaantal UWV-medewerkers alsnog met een bhv-opleiding van start. Voor de

grote gebouwen worden de opleidingen eventueel incompany georganiseerd. Een ander gevolg van de corona-pandemie is dat de bezetting van UWV-kantoren lager ligt dan voorheen. “Met een bezettingsgraad van 20 tot 25 procent hebben we de afschaling van beveiliging en bhv onder de loep genomen. Beveiligers en receptionistes, die vanuit de eigen organisatie zijn gecertificeerd, spelen nu een grotere rol in de bhv. We hopen natuurlijk dat als we straks allemaal weer wat meer op kantoor kunnen werken, er ook weer meer bhv’ers aanwezig zijn.” De veranderde inzet van bhv’ers vraagt om een zorgvuldige controle en communicatie, vindt Van Kints. “We moeten steeds goed in kaart hebben waar collega’s aan het werk zijn. De bhv-app, die we naar verwachting in het eerste kwartaal van 2021 introduceren, helpt daarbij: daarmee krijgen we sneller informatie over welke medewerkers er op welk moment aanwezig zijn.”

Zelfredzaamheid Het is de verwachting dat medewerkers ook in de toekomst vaker thuiswerken en steeds meer tijden plaatsonafhankelijk werken. De bhv-organisatie van UWV anticipeert daarop, vertelt Van Kints. “We zien nu al dat een groeiend aantal collega’s flexibel op verschillende locaties werken, in plaats van vanachter een vast bureau op één kantoor. Dat betekent onder andere dat zelfredzaamheid steeds belangrijker wordt. Daarom informeren we nieuwe medewerkers met een bhv-video over wat te doen bij calamiteiten. Het moet daarnaast natuurlijk voor iedereen overal glashelder zijn wat het bhv-beleid precies inhoudt, bijvoorbeeld waar de nooduitgangen zijn. Op elke locatie werkt de bedrijfshulpverlening misschien net even iets anders, maar als er iets gebeurt, dan moeten we allemaal weten wat we moeten doen: goed opletten waar de bhv’ers zijn en meteen de aanwijzingen opvolgen.” LD// 37


NIBHV NIEUWS

Natascha Kooijman afgestudeerd MVK’er

Whitepaper Bedrijfsdeskundige

De visie van NIBHV is dat veiligheid op het werk boven alles een kwestie van risicobewustzijn is en van blijven leren. Dat geldt ook voor de NIBHV collega’s. Natascha Kooijman heeft onlangs het diploma Middelbare Veiligheidskunde behaald.

Wanneer een bedrijf of organisatie wordt getroffen door (de dreiging van) een calamiteit, treedt de bedrijfsnoodorganisatie (bno) in werking. Op dat moment komt de zogenoemde bedrijfsdeskundige in beeld als de hoogst operationeel leidinggevende.

Los van inzicht in haar eigen competenties, heeft Natascha haar kennis verder uitgebreid op het gebied van wet- en regelgeving, de RI&E, en ongevalsonderzoek. De mondelinge verdediging van haar scriptie – een first responder bedrijfsnoodorganisatie op maat bij Rockwool Roermond – sloot ze af met een 9! De HVK opleiding lonkt nu. Maar eerst dit geleerde in de praktijk toepassen. Dus heb jij advies nodig? Neem dan contact met haar op via: kooijman@nibhv.nl

Webinar competentiegericht beoordelen Op 4 februari jl. organiseerden NIBHV, Het Rode Kruis en de Nederlandse Reanimatie Raad een webinar over competentiegericht beoordelen. Competenties die optimaal aansluiten bij de praktijk: ze vormen de basis van competentiegericht opleiden en beoordelen. Bij competentiegericht opleiden leren cursisten vaardigheden die optimaal aansluiten op de praktijk. Mariëtte Verheij (Het Rode Kruis), Paul Toonen (NIBHV) en Ruben Verlangen (Nederlandse Reanimatie Raad) namen instructeurs in 1 uur mee door het delen van hun best practices en de ontwikkelingen op dat vlak.

Als behartiger van bedrijfsbelangen vervult de bedrijfsdeskundige een cruciale rol tijdens calamiteiten. In Nederland is Kappetijn Safety Specialists op dit moment de enige opleider die een basisopleiding/calamiteitencoördinator* (level 3) aanbiedt. Tijdens deze vierdaagse opleiding leren bedrijfsdeskundigen in spe hoe ze hulpverleningsdiensten kunnen bijstaan en tegelijkertijd zo goed mogelijk de bedrijfsbelangen kunnen behartigen. Naast een theoretisch gedeelte bestaat de opleiding uit case studies, rollenspellen en oefensimulaties. Uitbreiding met een vijfde lesdag op een extern oefenterrein om functionarissen zonder enige ervaring met incidentbestrijding te laten ervaren wat incidentbestrijding in de praktijk inhoudt, is mogelijk. NIBHV verzorgt de certificering voor deze opleiding, waarbij regelmatig wordt gecontroleerd of de opleiding en het bijbehorende examen nog voldoen aan de certificeringsstandaarden. Op die manier zijn de kwaliteit van de training en van de opleider te allen tijde geborgd.

Gemist? Je kunt het webinar terugkijken op het YouTube kanaal van NIBHV. Lees de whitepaper: https://www.nibhv.nl/ expertises/bedrijfsnoodorganisatie/ basisopleiding-bedrijfsdeskundige/

38

I

VEILIGHEID 84 2021


NIBHV NIEUWS

BOBR-spel verkrijgbaar Het BOBR-spel is een spel voor bhv’ers, ploegleiders, hoofden bhv en bedrijfsdeskundigen, waarmee je risicogericht denken in jouw organisatie verder kunt ontwikkelen. Door dit spel te spelen, wordt de mate van brandveiligheid in jouw organisatie duidelijk. Je krijgt inzicht hoe de veiligheid in jouw bedrijf is opgebouwd en waar je die kunt verbeteren vanuit risicogericht denken. De samenhang tussen brandkenmerken, gebouwkenmerken, menskenmerken, inzetkenmerken en omgevingskenmerken is na het spelen van dit spel in één klap duidelijk. Met casuïstiek, kennisvragen en scenario’s ga je met elkaar aan de slag. Het spel is een leuke, leerzame en interactieve vorm om de kennis vanuit het kennisdocument ‘Bewust omgaan met brandrisico’s’ over te dragen.

Bestellen kan via: https://www.nibhv.nl/bobr-spel-bestellen/

Update Basiscursus bhv Regelmatig ontvangen wij reacties en feedback van lezers op onze leerstof en instructiematerialen. Daarbij worden wij soms ook geattendeerd op mogelijke verbeteringen in de leerstof. Die nemen we waar nodig mee in een volgende druk van een boek en/of de e-learning. Dergelijke input hebben wij ook verwerkt in de Basiscursus bhv. Daarin zijn bovendien twee nieuwe paragrafen toegevoegd: (1) over het belang van regelmatig herhalen en oefenen, en (2) over bhv tijdens een pandemie. Deze actualisaties zijn doorgevoerd in het boek (23e druk), in de e-learning, en in de PowerPointpresentaties voor instructeurs. In de theorietoetsen zijn bovendien de afbeeldingen van rook aangepast.

Online masterclass brandveiligheid voor bedrijven Elk jaar vinden er in Nederland meer dan zesduizend bedrijfsbranden plaats. Die veroorzaken een flinke schade en leiden niet zelden tot een faillissement. Maar ook voor de veiligheid van medewerkers is het uiteraard belangrijk om te investeren in brandveiligheid. Daarom organiseert NIBHV in maart en april de online masterclass brandveiligheid voor bedrijven.

Kijk voor meer informatie op: https:// www.nibhv.nl/academie/training/masterclass-brandveiligheid-voor-bedrijven/ en meld je eenvoudig aan door een e-mail te sturen naar: advies@nibhv.nl

Bhv-oefencentra weer volledig open Na een intensieve lobby heeft het kabinet het belang van de doorgang van ehbo-, bhv- en veiligheidstrainingen voor beroep en bedrijf onderkend. Dit betekent dat de branche haar werkzaamheden per 3 maart weer volledig heeft opgestart en oefencentra weer volledig zijn geopend voor alle bedrijven, instellingen en organisaties. Uiteraard altijd met inachtneming van de 1,5 meter afstand, coronamaatregelen en het brancheprotocol. Opleiders maken, daar waar mogelijk, gebruik van e-learning om de contactmomenten te beperken.

39


NIBHV SHOP

KENNISDOCUMENTEN • • • •

Bewust omgaan met (brand)risico’s Werkwijzer bedrijfsnoodorganisatie Wegwijzer BHV Bhv als veiligheidsmotor

UITGAVEN BEDRIJFSHULPVERLENING • Basiscursus bedrijfshulpverlener • Basiscursus bedrijfshulpverlener brandbestrijding en ontruiming • Ploegleider bedrijfshulpverlening • Coördinator/hoofd bedrijfshulpverlening • Bhv eerste hulp bij werken met kinderen • Onafhankelijke adembescherming voor de bedrijfshulpverlener • Beheerder brandmeldinstallatie en ontruimingsalarminstallatie • Bedrijfshulpverlening in de operatiekamer • Kleine blustoestellen • Handleiding omgaan met alarmmeldingen • Omgaan met bommeldingen

UITGAVEN BEDRIJFSNOODORGANISATIE First responder bedrijfsnoodorganisatie • Incidentbestrijding bij atmosferische tanks • Vloeistofbrandbestrijding en inzet blusschuim • Optreden bij productontsnappingen • Incidentbestrijding bij branden in een industriële omgeving • Chemicaliënpakdrager • Onafhankelijke ademluchtdrager

UITGAVEN ARBEIDSVEILIGHEID • Preventiemedewerker • Basisveiligheid VCA • Veiligheid voor operationeel leidinggevenden VCA

ALLE UITGAVEN ZIJN TE BESTELLEN VIA DE WEBSHOP: WWW.NIBHV.NL

INSTRUCTIEMATERIALEN • • • • • • • • • • • • • •

PowerPointpresentatie basiscursus bedrijfshulpverlener Instructiekaarten eerste hulp Instructiekaarten brandbestrijding Set instructiekaarten eerste hulp en brandbestrijding PowerPoint presentation Emergency Response Officer: basic training PowerPoint presentation Emergency Response Team Leader PowerPointpresentatie ploegleider bedrijfshulpverlening PowerPointpresentatie coördinator/hoofd bedrijfshulpverlening PowerPointpresentatie eerste hulp bij werken met kinderen PowerPointpresentatie beheerder brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie PowerPointpresentatie onafhankelijke adembescherming voor de bedrijfshulpverlener PowerPointpresentatie preventiemedewerker PowerPointpresentatie basisveiligheid VCA PowerPointpresentatie veiligheid voor operationeel leidinggevenden VCA

ENGELSTALIGE UITGAVEN BEDRIJFSHULPVERLENING

VAKBLAD

• Emergency Response Officer: basic training

• NIBHV vakblad Veiligheid (kwartaalblad)

E-LEARNING BHV (VIA NIBHV OPLEIDER)

• Basiscursus eerste hulp bij werken met kinderen (alleen eerste hulp bij werken met kinderen in het Nederlands) • Herhaling eerste hulp bij werken met kinderen (alleen herhaling eerste hulp bij werken met kinderen in het Nederlands) • Basiscursus eerste hulp • Herhalingscursus eerste hulp • Basiscursus brandbestrijding en ontruiming • Herhalingscursus brandbestrijding en ontruiming • Basiscursus brandbestrijding • Herhalingscursus brandbestrijding • Basiscursus ontruiming • Herhalingscursus ontruiming

• Basiscursus bedrijfshulpverlener • Herhalingscursus bedrijfshulpverlener • Basiscursus bedrijfshulpverlening bij werken met kinderen (eerste hulp bij werken met kinderen en brandbestrijding en ontruiming) • Herhalingscursus bedrijfshulpverlening bij werken met kinderen (eerste hulp bij werken met kinderen en brandbestrijding en ontruiming) • Emergency response officer: basic training • Refresher course emergency response officer

E-LEARNING BHV LOSSE CURSUSSEN (VIA NIBHV OPLEIDER, OOK ENGELSTALIG) • • • •

Basiscursus niet-spoedeisende eerste hulp Herhalingscursus niet-spoedeisende eerste hulp Basiscursus spoedeisende eerste hulp Herhalingscursus spoedeisende eerste hulp

40

E-LEARNING VCA (VIA VCAEXAMEN.NL) • Basisveiligheid VCA inclusief examentraining • Veiligheid voor operationeel leidinggevenden VCA inclusief examentraining

I

VEILIGHEID 84 2021


Kennisuitwisseling voor bedrijfsveiligheid Het podium bedrijfsveiligheid biedt bedrijven en kenniscentra de gelegenheid kennis te delen om de veiligheid in bedrijven in Nederland te verhogen.

DEELNEMERS AAN DIT PODIUM:

• PLANADAY • PROCARDIO • NEW BRIDGES 41


PODIUM Kennisuitwisseling voor bedrijfsveiligheid PLANADAY

Opleiders opgelet: Dit zijn de nieuwste toevoegingen aan de Planaday cursusadministratie software! Op zoek naar de beste alles-in-1 oplossing voor jouw BHV, EHBO of VCA opleidingen? De voordelige cursusadministratie software van Planaday biedt de uitkomst! Onlangs hebben we deze nieuwe functionaliteiten aan Planaday toegevoegd: Automatiseringen: makkelijk jouw administratieve werk organiseren Automatische mails naar cursisten, bijvoorbeeld een dag voordat de cursus begint. Of automatisch certificaten genereren voor iedereen die een cursus succesvol heeft afgerond. Deze en meer handige automatiseringen zijn nu mogelijk in Planaday! Handige exports: snel cursisten exporteren naar het NIBHV-portaal Beschikt jouw opleidingsinstituut over het NIBHV-keurmerk? In Planaday kun je met één klik op de knop al jouw cursisten exporteren en toevoegen aan het NIBHV-portaal. Herhaal cursussen: moeiteloos oud-cursisten herinneren Dienen cursisten een bepaalde opleiding ieder jaar te herhalen? Dan wil jij hen op tijd informeren. Met Planaday stel je dit moeiteloos in en worden de oud-cursisten automatisch op de hoogte gesteld wanneer het tijd is voor hun herhaalcursus!

Planaday Raadhuisstraat 58, 1474 HJ Oosthuizen T (085) 872 22 22 • info@planaday.nl planaday.nl/advertentie

Is jouw cursusadministratie toe aan versimpeling en automatisering? Start met Planaday! De eerste maand is altijd gratis en nu ontvang je het eerste jaar zelfs 15% korting!

PROCARDIO

Philips HeartStart HS1 AED Snel, makkelijk & betrouwbaar! De meest verkochte AED ter wereld is de Philips HeartStart HS1 AED. Het is namelijk de makkelijkste, snelste en meest betrouwbare AED. Ideaal voor gewone mensen in een ongewone situatie. Dankzij de intuïtieve handelingen en stap-voor-stap begeleiding op jouw tempo kan je de AED niet fout bedienen. Ook zonder ervaring of training kan jij een leven redden! Koop de Philips HS1 AED inclusief 10 jaar service & onderhoud met maar liefst € 700,- korting. Je profiteert o.a. van onze 24/7 servicedienst bij storingen en na een inzet, alle kosten voor regulier onderhoud zijn inbegrepen én je hebt de aankomende 10 jaar geen omkijken naar je AED. Wij ontzorgen jou!

ProCardio

Geleverd door ProCardio, de grootste Philips AED dealer van Nederland. Voor meer informatie of een vrijblijvende offerte, neem contact met ons op.

Vlierberg 4-5b, 3755 BS Eemnes T 035 - 33 33 515 • info@procardio.nl ProCardio.nl

42

I

VEILIGHEID 84 2021


PODIUM Kennisuitwisseling voor bedrijfsveiligheid NEW BRIDGES

Ben je ook in deze tijd goed voorbereid op een ongeval of calamiteit? Door de coronacrisis is er veel veranderd. Veel mensen werken thuis en voor het werken op locatie zijn protocollen opgesteld om het virus tegen te gaan. Dit brengt nieuwe risico’s met zich mee in verschillende werksituaties. Zijn er nog steeds voldoende BHV-ers op jouw plant of in jouw bedrijf aanwezig? Zijn er medewerkers die nu vaker alleen werken? Zorg voor een slimme oplossing die past in de nieuwe situatie en flexibel aan te passen is! Nerve Centre: • Alarmeert per soort alarm de juiste medewerkers; • Alarmeert binnen enkele seconden met concrete informatie op elk gangbaar (telefonie) device; • Is zeer flexibel, waardoor je snel kunt inspelen op nieuwe situaties, ook in Coronatijd. Nerve Centre kan vanuit de cloud worden geleverd en wordt nóg efficiënter in combinatie met de Nerve Centre app's. New Bridges Calandstraat 44, 3316 EA Zwijndrecht T 088 66 00 333 • sales@nervecentre.nl www.nervecentre.nl

Elke maand organiseren wij een gratis webinar over een van deze thema’s. Kijk hiervoor op onze website www.nervecentre.nl. Meer informatie? Bel 088 66 00 333 en vraag naar Danny en Barbara.

WHITEPAPER: BRANDBESTRIJDING BIJ BEDRIJVEN Elk jaar vinden er in Nederland zo’n zes- à achtduizend bedrijfsbranden plaats. Die veroorzaken een flinke schade en leiden niet zelden tot een faillissement. Maar ook voor de veiligheid van medewerkers is het uiteraard belangrijk om te investeren in een goede brandbestrijding. Aan de bhv de taak om de brand te bestrijden, uitbreiding te voorkomen en ervoor te zorgen dat iedereen snel in veiligheid wordt gebracht. De uitvoering van de brandbestrijding staat of valt met een goede organisatie. Hoe kom je tot helder geformuleerde taken en procedures? In de whitepaper brandbestrijding bij bedrijven vindt je de handvatten, taken en procedures om dit succesvol te organiseren. Kijk op www.nibhv.nl en download deze gratis. Of boek een masterclass.

nibhv.nl

43


Is jouw (thuis)werkplek al hartveilig?

Waar je ook werkt, thuis of op locatie, een hartveilige omgeving is van levensbelang! Vergroot de overlevingskans bij een hartstilstand tot maar liefst 90% door te handelen met een AED binnen zes minuten. De makkelijkste, snelste en meest betrouwbare AED is de Philips HeartStart HS1.

SPECIALE AANBIEDING – 10 JAAR ONTZORGD Philips HeartStart HS1 AED inclusief 10 jaar service & onderhoud. Nu met € 700,- korting. Bestel direct in de webshop of neem contact op met één van onze experts via info@procardio.nl | 035 – 33 33 515

ProCardio is officieel Philips distributeur.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.