'Carbon Chair' (2004)
Producten zijn gemaakt uit materialen en materialisering is nu eenmaal onvermijdelijk. Toch is het vaak een vergeten onderdeel van het ontwerpproces. Hoe de lampen en meubels die Studio Bertjan Pot maakt in samenwerking met klinkende namen als Arco, Moooi, Established & Sons, Goods en Moustache eruitzien, is dan ook even belangrijk als hoe ze aanvoelen.
Pot brak in 2002 internationaal door aan het
lampenkappen van gedroogde pompoenschillen
design-front met zijn Carbon Copy, een uitvoering
(Old Fruits, Tops and Bottoms, 2004) of de instal-
van Charles Eames’ beroemde DKR Chair in kool-
laties die hij maakt van strijkkralen (Melted Beads,
stofvezels en kunsthars (het origineel bestaat uit
2014-2016): de huid omhult het object niet alleen,
staal). Deze stoel ging ook niet aan musea voorbij:
maar is het daadwerkelijke object. De oppervlakken
onder meer het Stedelijk Museum in Amsterdam en
van de materialen zijn allesbehalve glad en egaal,
het New Yorkse MoMa hebben een exemplaar in
een verfrissende en haast rebelse daad in een
hun collecties opgenomen. Een andere klassie-
industrie waar textuur doorgaans wordt gewist en
ker van zijn hand is de Random Light voor Moooi
gestroomlijnde vlakken de regel zijn. Het is duidelijk:
uit 1999. Die verlicht inmiddels als wereldwijde
voor Pot is design geen oefening in styling, waarbij
bestseller tal van huiskamers. Pot maakte de ronde
je als ontwerper een object hipper maakt, maar
hanglamp door te experimenteren met restma-
een antwoord op de vraag ‘wat is het ultieme ding
teriaal van zijn afstudeerproject. Hij wikkelde met
dat je kunt maken met de techniek of het materiaal
kunsthars verharde glasvezeldraden op willekeurige
dat nu voor je ligt?’. Waar sommige ontwerpers
wijze rondom een ballon, liet de ontstane structuur
een onstilbare honger lijken te hebben naar nieuwe
drogen en de ballon vervolgens weer leeglopen,
materialen, wordt Pot meer aangetrokken tot mate-
et voilà: een transparante globe die lijkt op een
rialen die zich al hebben bewezen. Geavanceerde
zeepbel, een bal van garen of … een object van
technieken en experimenten stellen hem in staat
buitenaardse komaf.
om te tonen dat deze nog vol verrassingen zitten: herontdekken is even belangrijk als ontdekken.
Het is typisch voor Pot: zijn objecten hebben niet
46
één verhaal, maar bestaan uit talloze ingrediënten
Als Pot niet ontwerpt voor klinkende designmerken,
die tot meerdere identiteiten kunnen leiden, afhan-
pielt en bouwt hij graag wat in zijn eentje aan alles
kelijk van degene die ze bezit, gebruikt of naar ze
wat los en vast zit in zijn atelier. Wat niet zelden tot
kijkt. De relatie die ontstaat tussen interieurobjecten
nieuw werk leidt, uiteraard: het is simpelweg hoe
en hun gebruikers, is dan ook van groot belang
Pot tot nieuwe designs komt. Uit zo’n materiaal-
voor Pot. Zelf ziet hij dat zo: producten die gemaakt
experiment ontstond bijvoorbeeld ook The Masks
zijn voor woonruimtes zijn persoonlijker dan hard-
in 2010: een doorlopende serie maskers in felle
core industriële objecten, zoals auto’s en gebou-
kleuren en met duidelijk handgemaakte details. Pot
wen, maar minder intiem en vluchtig dan mode.
wilde eigenlijk uitvinden of hij een groot, plat tapijt
Deze positie geeft Pot de vrijheid om te spelen,
kon maken door stukken touw aan elkaar te naaien
zonder vrijblijvend te zijn. Pot is geen ontwerper bij
met een naaimachine. Nee dus: in plaats van plat,
wie het in de eerste plaats om de esthetiek gaat (hij
werden zijn naaisels bochtig en bollig. Toen een
heeft ook geen herkenbare vormstijl), toch is er één
assistent voor de grap één ervan voor zijn gezicht
kenmerk dat Pots designs verbindt: de tactiele huid
hield, werd Pot op een nieuw idee gebracht. Wie
ervan. Of het nu een wollen stoel is (Jumper, 2010),
dus beweert dat de inspiratie van deze maskers