Nederlands Kamerkoor magazine - nr. 10

Page 21

hoe werkt het je misschien af? Met name in de bedrijfssponsoring ligt de grote discrepantie. Laat er geen misverstand over bestaan: het KCO doet dagelijks zijn stinkende best om sponsoring binnen te halen. Dat is niet makkelijk, en dat het ze lukt is dus bijzonder knap. Dagelijks zijn vele mensen bij het KCO bezig om particulieren en bedrijven aan zich te binden, en verbonden te houden. Dat vergt heel veel aandacht en zorg. Ze hebben één groot voordeel ten opzichte van het Nederlands Kamerkoor: het merk is ijzersterk, en wereldwijd bekend. Het orkest werd in 2008 uitgeroepen tot beste orkest ter wereld. Als het KCO iets doet, trekt dat de aandacht. Dat maakt het interessant voor grote sponsors om zich te binden. Voor het Nederlands Kamerkoor blijkt dat een stuk lastiger. De algemene tendens is namelijk heel anders, en het KCO zal dat ondanks de successen die ze boeken, ook voelen en beamen: bedrijven zijn niet happig op cultuursponsoring, anno 2019. En dat is jammer. Want er liggen legio kansen voor prachtige samenwerkingen tussen culturele instellingen en bedrijven. Onze projecten worden internationaal besproken en gezien, raken regelmatig aan maatschappelijke thema’s en staan garant voor topkwaliteit. Hoe beter we dat weten uit te dragen, hoe interessanter het wordt voor bedrijven om na te denken over samenwerking. Want zo zien wij dat: je houdt niet zomaar je hand op. Je werkt aan kruisbestuiving. Het aandeel bedrijfssponsoring in de totale financieringsmix van het Nederlands Kamerkoor mag dus nog wel een duwtje in de rug krijgen, en we denken dat daar prachtige mogelijkheden liggen. Particulieren blijken zich al wel steeds vaker aan het koor te willen binden. We prijzen ons bijzonder gelukkig met onze donateurs, onze Vrienden, waarvan de grootste gevers zich hebben verzameld in De Nobelkring, vernoemd naar de oprichter van het Nederlands Kamerkoor, Felix de Nobel. En dat we daarin enkele notabele schenkers mogen verwelkomen doet ons natuurlijk deugd. Op kantoor hebben wij een klein maar fijn team van mensen die zich op dagelijkse basis over onze donateurs ontfermen. Onder aanvoering van Sanne van den Brink, onze relatiemanager, werven we nieuwe gevers, organiseren we activiteiten voor de Vrienden, van privéconcerten tot reizen naar het buitenland met het koor. Daarnaast doen we aanvragen bij particuliere fondsen. Ook daar liggen anno 2019 uitdagingen, want steeds meer fondsen richten zich op specifieke onderwerpen zoals educatie en participatie. Hoewel wij veel doen op dat gebied, is onze kerntaak toch echt het brengen van spraakmakende koorproducties. Hoe meer fondsen zich richten op specifieke onderwerpen, hoe moeilijker het wordt om bijzondere projecten te realiseren die daarbuiten vallen. Des te meer noodzaak om onze kring van particuliere gevers verder uit te breiden.

Het belangrijkste deel inkomsten komt – en zo hoort het ook – uit uitkoopsommen, garanties, recettes en partages. Even uitleggen: het zijn allemaal publieksinkomsten. Uitkoopsommen betalen zalen als ze een vast bedrag op tafel leggen. Wij stellen een honorarium voor, en na onderhandeling komt daar een definitief bedrag uit. Dat wordt aan ons betaald, of er nu 10 of 10.000 mensen zitten. Bij een partage delen we het risico met de zaal, eventueel met een verzekerd minimumbedrag, via een zogenaamde garantiesom. Soms huren we een concertlocatie, en krijgen we dus alle kaartopbrengsten, de recette. Of we nu een uitkoopsom krijgen of de locatie zelf huren, in alle gevallen willen we een volle zaal. Zingen voor een lege zaal is vervelend voor het koor én de zaaleigenaar. Het is dus een gezamenlijke inspanning van zalen en kunstinstelling om de concertlocaties vol te krijgen. Tot slot nog de overheidsfinanciering: wij krijgen geld van de landelijke én de gemeentelijke overheid. Overheidssubsidies zijn in ons geval meerjarig. Elke vier jaar mogen we een aanvraag schrijven. De subsidies die we ontvangen van het Fonds Podiumkunsten en de gemeente Utrecht zijn in totaal 40% van onze inkomsten. Daarvoor geven wij de maatschappij iets terug. Niet alleen door het maken van mooie, relevante voorstellingen, maar ook in economische én maatschappelijke zin. We zijn een instelling met een internationale naam en faam. Als wij naar het buitenland gaan, verbinden we regelmatig overheden en bedrijfsleven. Het concert functioneert als een soort van kapstok, een netwerkmoment. En als wij in een uitverkocht TivoliVredenburg staan, verdienen er een heleboel organisaties geld aan onze inspanningen: de Q-Park onder het theater, de benzinestations, de lokale horeca, ticketservicebureau’s en de papier- en printindustrie, om maar enkele te noemen. Kunnen wij ze een factuur sturen voor de omzet die zij maken? Nee, natuurlijk. Onze activiteiten hebben daarnaast ook een rol te vervullen in de sociale cohesie. In de wijken van Utrecht, bijvoorbeeld, waar we ons focussen op het verbinden van mensen in de wijken. Dat doen we het liefst met onze partners, elk met een eigen netwerk, zoals ZIMIHC, dat drie theaters in de buitenwijken van Utrecht heeft. Op die manier dragen we zowel economisch als maatschappelijk gezien ons steentje bij. Overal liggen dus uitdagingen. En kansen. Een ding is duidelijk: of je nu Koninklijk Concertgebouworkest heet of Nederlands Kamerkoor, rusten op je lauweren is er niet bij. Het is keihard werken om te komen tot een evenwichtige financieringsmix. We nodigen u van harte uit ons te helpen in het realiseren van al onze prachtige projecten. We hebben uw steun hard nodig.

19


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.