De governancedriehoek in bedrijf

Page 49

48

3.6 Bedrijfsleven versus non-profit: de stichting als rechtspersoon

25 Men mag echter niet uit het oog verliezen dat bedrijven die diensten verlenen aan dergelijke instellingen wél winst mogen maken en dividend mogen uitkeren. Daarbij gaat het om bedrijven waaraan bijvoorbeeld vastgoedbeheer, facilitaire diensten, ict of van (delen van) de zorgverlening worden uitbesteed. Kabinet Rutte III wil dit op zich zo laten, maar heeft aange geven dat het wel wil optreden tegen ‘ondoelmatige besteding’ van zorggeld die daarbij kan voorkomen. 26 Dit betreft een vrijstelling voor vennootschappen die een afhankelijke maatschappij zijn van een vennootschap waar het structuurregime van toepassing is. 27

Dit betreft een vrijstelling voor vennootschappen waarvan de werkzaamheid beperkt is tot het beheer en de financiering van groepsmaatschappijen, een zuivere holding dus.

Aangezien financiering uit collectieve middelen zich niet of nauwelijks verdraagt met winstuitkering aan aandeelhouders in plaats van besteding aan zorg,25 worden ziekenhuizen, verpleeg- en zorginstellingen vaak in stand gehouden door een stichting in plaats van door een naamloze of een besloten vennootschap. Datzelfde is te zien bij onderwijsinstellingen die voor hun financiering geheel of grotendeels afhankelijk zijn van publieke middelen. Uitzonderingen zijn grotere conglomeraten die particulier onderwijs aanbieden, zoals NCOI. De stichting dient een ideëel of sociaal doel te hebben. Zij kent een zogenaamd uitkeringsverbod, hetgeen betekent dat zij niet tot doel mag hebben het doen van uitkeringen aan de bij haar organisatie betrokken personen. Wellicht vormt dat een van de redenen waarom de stichting in Nederland een goede naam heeft bij het publiek. Een stichting wekt door zijn rechtsvorm de indruk dat er een goed doel wordt behartigd. Een van de meest in het oog springende voordelen van de stichting als rechtsvorm ten opzichte van de naamloze of de besloten vennootschap is de grote flexibiliteit. Boek 2 BW bevat nauwelijks bepalingen die betrekking hebben op de inrichting en de governance van stichtingen. Zo kan een stichting volstaan met één orgaan: het bestuur. Ook is het bijvoorbeeld mogelijk de bevoegdheid tot benoeming van bestuurders en/of van toezichthouders aan derden toe te kennen, of aan derden de bevoegdheid toe te kennen een bindende voordracht te doen. Bij derden kan men onder meer denken aan verstrekkers van subsidie, aan de ondernemingsraad of aan de cliëntenraad, en aan de vereniging van huurders.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.