2018 11 10 Josef Spacek

Page 3

Toelichting Na een miraculeuze uitbarsting in de renaissance deed het latere België op componeergebied lange eeuwen amper nog van zich spreken. Zoals Otto Glastra van Loon het in zijn levendige Mozaïek der muziekgeschiedenis omschreef: ‘Er zou een wonder gebeurd moeten zijn, als de Zuid-Nederlanders historisch-belangrijke figuren voortgebracht hadden, nadat al hun kruit verschoten was in de zogenaamde ‘Nederlandse scholen’. Orlando di Lasso (1532 - 1594) had de kroon op het werk gezet. Daarna kwamen er, cultureel gesproken, moeilijke eeuwen voor de ‘Belgen’ – uitgezonderd de schilders!’ Maar viel er in de tweede helft van de negentiende eeuw toch niet even een haast net zo abrupte opleving te bespeuren? De in 1822 in Luik geboren César Franck schreef toen met zijn Symfonie in d en de Variations symphoniques muziek van eeuwigheidswaarde. Zijn sterleerling Guillaume Lekeu, in 1870 geboren bij Verviers, stierf helaas op z’n vierentwintigste maar mocht vóór dat tragische moment nog enkele meesterwerken componeren. En Joseph Jongen, in 1873 in Luik geboren, schreef een fraai oeuvre waarvan de fluitsonate Undine repertoire is.

zes schitterende sonates voor soloviool. Hij schetste ze razendsnel, binnen één etmaal op een dag in juli 1922 en publiceerde ze het jaar daarop. De man die nooit compositieles had en zich alleen in zijn laatste jaren echt aan het componeren kon wijden, schreef hiermee zes werken die eigenlijk alleen de partita’s en sonates voor viool solo van Bach boven zich hoeven te dulden.

En dan is er Eugène Ysaÿe. Ook hij is geboren te Luik, een stad die kennelijk meer componeertalent wist voort te brengen dan hoofdstad Brussel. Je kunt spreken van zoiets als een Belgische renaissance, van het wonder waarop Glastra van Loon niet meer hoopte. Daar komt nog iets bij. Precies in die tijd stond er in België ook een nieuwe generatie violisten op, zo opvallend, dat die de geschiedenis inging als de ‘Belgische vioolschool’. Velen van hen wisten ook de componeerpen te hanteren en zo worden de concerten van Henri Vieuxtemps en Charles de Bériot nog steeds gespeeld. Onder deze violist-componisten bekleedt Ysaÿe de eerste plaats. ‘De koning van de viool’, zoals hij werd genoemd, schreef

Conservatorium Ysaÿe werd in 1858 geboren in een eenvoudig en arm gezin, wat hem bij zijn carrière nog parten zou spelen. Op zijn vierde kreeg hij les van zijn vader, op zijn zevende werd hij toegelaten tot het conservatorium van Luik. Ondanks zijn talent moest hij daar echter twee jaar later alweer weg. Zijn lerares vond dat hij niet genoeg opschoot. Vreemde zaak. Of niet? De kleine Eugène moest, om het gezin mede te onderhouden, fulltime in twee orkesten spelen en kwam zo te weinig aan studeren toe. Een verhaal wil dat hij op een dag in een kelder stond te studeren. Juist toen liep de grote violist Henri Vieuxtemps langs. Die keek verbaasd op van wat daar

Eugène Ysaÿe was ‘de koning van de viool’

3


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.