Zijn zending ging vergezeld van het volgende, nogal cryptische berichtje: Lieve Alice, Nu heb ik toch het topaasken gehouden – want bij het afscheid nemen hebben gij noch ik eraan gedacht! Ik zal ’t laten repareeren en je terug-geven. Zoodra die andre verzen getypt zijn, zend ik ze je. Heel veel liefs van H. Wie zich zou afvragen of Alice en de oude Hein verder zijn gekomen dan ‘kussen’ kunnen we op basis van een notitie van de gynaecoloog Catharine van Tussenbroek geruststellen: Hein Boeken was impotent. Een uur voor de opening van het Museum van de Vlaamsche Letterkunde op zondag 5 november 1933, hield de Vlaamsche Vereeniging van Letterkundigen er haar jaarvergadering. Het eerste punt van de dagorde was de herdenking van het afgestorven lid Alice Nahon. Zij was op 21 mei 1933 ontslapen, Hein Boeken op 19 oktober van hetzelfde jaar, in 2008 precies 75 jaar geleden. Manu van der Aa bereidt een biografie voor van Alice Nahon die in het najaar van 2008 zal verschijnen bij uitgeverij Lannoo. Het boek wordt gepresenteerd in het Letterenhuis.
12
Alice Nahon in het Zoniënwoud (ca. 1928)
Houden ja nee ja nee ja nee schrijvers ja nee ja nee ja nee van filmers? ja nee ja nee ja nee Erik Martens
Wat heeft een Vlaamse schrijver gemeen met een Vlaamse filmer? Is er communicatie tussen beide mogelijk of leven ze in verschillende werelden? In Vlaanderen lijkt het soms op dat laatste. Op de ene planeet wonen schrijvers die boeken schrijven. De andere planeet heet Hollywood aan de Schelde, bekende Vlamingen lopen er over rode lopers en poseren voor de fotograaf van Dag Allemaal. De realiteit is natuurlijk genuanceerder. Langzamerhand loopt er bijvoorbeeld ook wel eens een schrijver over een rode loper, en al is het zo dat schrijvers best kunnen overleven zonder filmers, toch zijn er een paar bekende uitzonderingen van literatoren die zich ondanks alles ook met het bewegende beeld hebben ingelaten. Denk aan de beginnende auteur Ivo Michiels die samen met zijn filmvrienden Roland Verhavert en Rik Kuypers in 1955 de Vlaamse klassieker Meeuwen sterven in de haven maakte. Film en literatuur stonden toen even zij aan zij en hadden het gevoel met elkaar te kunnen praten. Tien jaar later maakte Roland Verhavert Het afscheid naar het boek van Michiels. Ook toen zag een film het licht die zich verwant voelde met een boek en er alles aan deed om er de geest en de vorm van uit te ademen. Ivo Michiels is blijven flirten met het filmmedium. Dat deed hij trouwens ook al voor hij zich aan de literatuur gaf. Als cultuurjournalist bij de Antwerpse krant Het Handelsblad volgde hij de filmactualiteit van de jaren vijftig met gretigheid, nadien gaf hij les aan een filmschool in Brussel (het Rits) en werkte hij samen met André Delvaux aan een kunstfilm (Met Dieric Bouts, 1975) en een langspeelfilm (Vrouw tussen hond en wolf, 1979).
13