6 minute read

Het Wrakkenmuseum in Formerum

Next Article
OEROL 2022

OEROL 2022

Eigenaar Hille van Dieren vertelt over zijn duikschatten

HET WRAKKENMUSEUM IN FORMERUM

Terschelling is rijk aan musea, die allen een bezoekje waard zijn. Maar in Formerum staat wel een heel bijzonder exemplaar: het Wrakkenmuseum. Op hun eigen website valt te lezen dat dit een prettig gestoord museum is vol spannende verhalen voor groot en klein. En die beschrijving dekt inderdaad de lading. Het café en terras van het Wrakkenmuseum hangt vol met juttersschatten van het strand, overal waar je kijkt is wel wat te zien. Achter het museum ligt de piratentuin met piratenschip, boomhut en kasteel. Het museum zelf ligt bomvol met opgedoken inventarisstukken van de vele scheepswrakken rondom het eiland Terschelling. Elk stuk, van heel groot tot heel klein, heeft een verhaal en al die verhalen kent eigenaar en wrakduiker Hille van Dieren.

‘We vonden bijvoorbeeld kisten vol kostbaar porselein, speciaal glaswerk, allerlei soorten wijn en champagne, bier, heel veel soorten gereedschap, olielampen en watermeters’

SCHEEPSWRAKKEN

Hille, inmiddels 75 jaar, is altijd een fervent duiker geweest vanaf 1975. Samen met een groep Terschellinger duikers heeft hij sinds die tijd een kleine 160 scheepswrakken opgespoord rondom het eiland Terschelling. Dit waren zowel moderne als historische schepen. Hieruit zijn duizenden uiteenlopende voorwerpen opgedoken die nu staan te pronken in het Wrakkenmuseum. Wat startte als hobby, monde uit in de start van een heus bedrijf. “In 1969 zijn we ooit begonnen als een koffiehuis dat ‘de boerderij’ werd genoemd”, vertelt Hille. “In het zomerseizoen waren we drie maanden open en daar verkochten we koffie, thee, broodjes, soep en dat was het. Een paar jaar later, in 1975, ontdekte ik het duiken. Samen met een man of tien hebben we toen de Terschellinger duikclub Ecuador opgericht. Met die groep gingen we regelmatig op pad met Gerrit en Klaas Knop want zij hadden een bootje. En dan was het duimen dat we het wrak zouden vinden waarvan we wisten dat die gezonken was, want in die tijd hadden we nog niet de apparatuur van nu. Later werkten we met een sonar die kon zien dat er iets boven de bodem uitstak.”

DE THASOS

In 1981 koopt de duikclub een eigen boot: het duikschip 'Ursus II'. “In die tijd was er inmiddels goede plaatsbepalingsapparatuur en we kregen van vissers door waar een wrak lag. Al die wrakken, zo’n 160 stuks, heb ik bekeken. En alles wat los zat of lag heb ik meegenomen. Dat kun je je nu in deze tijd natuurlijk niet meer voorstellen, maar in die tijd kon dat. Maar het was natuurlijk wel altijd een beetje op het randje wat we deden.” De eerste grote vondst deden deze groep Terschellinger duikers op het in 1895 gezonken Duitse vrachtschip de Thasos. “De helft van de spullen op de bovenverdieping van het Wrakkenmuseum komen allemaal uit dat ene wrak. Kun je nagaan. En wij waren de tweede duikgroep toen die op dit wrak dook. We vonden bijvoorbeeld kisten vol kostbaar porselein, speciaal glaswerk, allerlei soorten wijn en champagne, bier, heel veel soorten gereedschap, olielampen en watermeters. Je kon het zo gek niet bedenken of het zat erin en met die grote kreeftennetjes sleepten we alles omhoog.”

DUIKEN IS EEN VERRIJKING

Al zijn duikschatten nam Hille mee naar huis tot het thuis zo’n beetje overal uitpuilde. “Toen zei mijn vrouw Hillie, die later in 2010 overleden is, weet je wat? Neem het maar mee naar het café en begin daar je eigen museum. En zo is het letterlijk begonnen. Als je maar lang genoeg alles wat je vindt op je duiken meeneemt, dan kun je inderdaad wel een museum beginnen. Dat startte ongeveer begin jaren ’90.” Zijn laatste duik heeft Hille nog in 2019 gemaakt, daarna werd het schip Ursus II helaas afgekeurd en gesloopt. In al die 44 jaar heeft hij zeker ruim 2000 duiken op zijn naam staan. “Het duiken heeft me vanaf het begin gegrepen, voor mij was dat een grote verrijking van mijn leven. Met een ploeg mooie mensen hebben we prachtige tochten gemaakt. Dan waren we een dag zoet, we namen een barbecue mee, een kratje koud bier en we hadden verschrikkelijk veel plezier. Dat de Ursus II werd gesloopt was voor mij een trieste gebeurtenis, toen ben ik gestopt met duiken. Ik was toen ook al 72 jaar, we hebben in de glorietijd >

> gedoken en daarna was het was genoeg. En nu duik ik nog steeds, maar dan onder de grond als vrijwilliger bij het Bunker Museum op West. Ik mag daar tentoonstellingen bedenken dus ik kan mijn ei weer kwijt.”

DUITSE ONDERZEEBOOT

Hille nam tijdens zijn duiken alles mee wat hij leuk vond. “En ik vond eigenlijk alles leuk”, vertelt hij lachend. “Van grote stukken zoals ankers, kanonnen en de toren van een Engelse onderzeeboot tot het minuscule spul. Ook zijn er veel juttersvondsten te zien, daar heb ik een groot deel van gekregen, en daarnaast heb ik een grote verzameling oude koperen duikhelmen, die heb ik gekocht.” Een van de mooiste duiken van Hille was toen de eilander duikgroep de Duitse onderzeeboot UB61 vonden, en later ook de E34, die beide sinds 1917 werden vermist. “Als Terschellinger duiker waren we meestal als eersten op een wrak sinds de ondergang, dan is het altijd spannend wat je aantreft. Het mooie van onderzeeërs is dat die dingen behoorlijk intact blijven in zee. Maar het zicht in zo’n boot is erg slecht omdat het zwart zag van de modder. Dat maakte het extra spannend.”

SHIT HAPPENS

“Zeker die keer dat ik met mijn duikfles bleef vastzitten in een onderzeeboot. Toen kneep ik ‘m wel even. Omdat ik niet loskwam heb ik alles uitgetrokken en toen kon ik mijn duikfles losmaken en meenemen naar buiten, waar ik het weer aan kon trekken. Op elke duik nam ik een meetlint mee die ik vastknoopte aan het schip voor ik naar binnen zwom. Zo kon ik het meetlint weer volgen om naar buiten te komen. Dat was wel een van de hefstigste gebeurtenissen waar ik achteraf niet zo blij mee was. Maar ja, shit happens en het is goed gegaan. Ik ben er ook nooit voorzichtiger van geworden. Ik zeg altijd: als de hebzucht groter is dan de angst, neem je risico’s.”

STEEDS VERDER UITGEBREID

Vanaf 1990 ongeveer is het Wrakkenmuseum ontstaan. Eerst heel kleinschalig en toen er in 1992 een nieuw dak op het pand kwam, is de bovenverdieping ingericht. Daarna ontstond de muur aan de zijkant van het museum, gemaakt van verzamelde oude stenen en waarin ook verschillende duikvondsten te vinden zijn. Weer even later werd dit uitgebreid met een heuse piratenspeeltuin met eerst een kasteel, daar kwam er een boomhut bij en tenslotte ook een piratenschip. “Ik heb eigenlijk altijd alles gebouwd en verzamelt wat ik leuk vond. We kregen toen al leuke en enthousiaste reacties en dat krijgen we nu nog steeds. Mijn zoon Guus runt het nu. Ik ben een jaar of drie geleden gestopt, maar ik ben hier nog steeds bijna dagelijks te vinden. Dan poets ik de bronzen vondsten op of ik doe andere klusjes zoals de boodschappen. Dat blijf ik doen, ik vind het te leuk.”

‘Zeker die keer dat ik met mijn duikfles bleef vastzitten in een onderzeeboot. Toen kneep ik ‘m wel even.’

This article is from: