Reinier Research | Uitgave april 2016

Page 1

R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:21 Pagina 1

Reinier Research Wetenschappelijk tijdschrift Reinier de Graaf Groep

Winnaar Reinier de Graaf Wetenschapsprijs Maarten Rรถling

Winnares Publieksprijs Gona Azis

Jaargang 6 | April 2016

Multiprofessioneel onderwijs, scenariotrainingen RdGG


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:21 Pagina 3

3

Prod. Feb 2016 NL/UCV/0032/15(1)c

Inhoud 5

Redactioneel

7

Onderzoek op de afdeling: neurologie a. Marjolijn Bornebroek: Onderzoek naar slaapstoornissen komt uit de startblokken b. Daan Kamphuis: Innovatie en wetenschap c. Job Gilhuis: Ook casuĂŻstiek kan de aanzet geven tot academische promoties d. 10 vragen over wetenschappelijk onderzoek voor Leo Aerden

16

Multiprofessioneel onderwijs: scenario team training in het Reinier de Graaf Gasthuis

19

Casus

22

Reinier de Graaf Wetenschapsdag 2015

26

Abstracts Wetenschapsdag

33

Gepromoveerd

35

Gepubliceerd

41

Uitwerking casus

52

Wetenschapskalender

April 2016


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 5

5

Redactioneel U heeft Reinier Research in de afgelopen periode

neurologie is vooral geïnteresseerd in de werking

natuurlijk gemist! Een zeer dynamisch jaar voor

van de hersenen en de behandeling bij CVA’s.

het Reinier de Graaf Gasthuis is de reden dat u

Het project waar hij vooral mee bezig is het

niet eerder ons magazine heeft kunnen lezen.

4DEEG onderzoek: een nieuwe manier van

Eind augustus 2015 vond de verhuizing naar de

meten van hersenactiviteit moet inzicht geven in

nieuwbouw plaats. Er is veel tijd gaan zitten in de

wat er gebeurt in de eerste periode na een CVA.

voorbereiding op het werken in de nieuwbouw,

Inzicht hierin biedt handvatten voor neurologi-

de verhuizing zelf en het wennen aan de nieuwe

sche behandeling en mogelijkheden voor

werkplek en vaak ook nieuwe manieren van wer-

vroegtijdige gerichte revalidatie. Daarnaast parti-

ken. Het ontbrak ons aan tijd om u regelmatig op

cipeert hij in het PROFITS project waarvan het

de hoogte te stellen van de wetenschappelijke

doel is een grote database rondom CVA op te

wederwaardigheden van ons ziekenhuis. Nu de

zetten.

verhuizing achter de rug is en mensen geleidelijk zijn gaan wennen aan het werken in de nieuwe

In het volgende artikel wordt beschreven hoe

situatie is daar weer ruimte voor. In een periode

kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid verbeterd

van een jaar kan er veel veranderen. In de eerste

kan worden door samen te leren als je op de

plaats moeten wij u meedelen dat Martine Tax,

werkvloer ook samen moet werken. Vooral in

jarenlang trouw redactielid, het Reinier de Graaf

acute situaties is dit van belang. In het artikel

Gasthuis heeft verlaten. Martine, van harte

beschrijft Geke Blok, psycholoog en hoofd medi-

bedankt voor al je goede werk.

sche opleidingen en wetenschap/manager

geneeskunde won de Reinier de Graaf Publieks-

leerhuis, de ziekenhuisbrede aanpak van multi-

prijs met haar onderzoek naar evaluatie van de

In deze uitgave wordt de afdeling Neurologie in

professionele scenario-based team training en de

diagnostische accuraatheid van ultrasound

het zonnetje gezet, die ondanks beperkte midde-

manier waarop het Reinier dit doet. Bijvoorbeeld

geleide fine needle aspiration cytology (FNAC)

len tijd maakt voor wetenschappelijk onderzoek.

door alle docenten dezelfde didactische training

voor schildkliercarcinomen. De abstracts die

Marjolijn Bornebroek, neuroloog en klinisch

te geven: de STAP training (Simulation based

meedongen naar de prijzen worden vervolgens

epidemioloog én medisch manager van de vak-

Teaching and Practice (STAP), van het Wencke-

allemaal gepresenteerd.

groep, komt het eerst aan het woord. Zij is vooral

bach Instituut van het UMCG. Het geïntegreerde

geïnteresseerd in slaapstoornissen, want zoals zij

videosysteem dat is aangekocht biedt professio-

In 2015 promoveerde Diana van Rooijen bij het

zegt “als de slaapkwaliteit weer verbetert gaat

nele ondersteuning van de leeractiviteiten,

LUMC. Diana van Rooijen was tot half januari

direct de kwaliteit van leven omhoog”. Haar

waardoor iedereen optimaal feedback kan krij-

2015 wetenschappelijk medewerker bij het

enthousiasme betreft vooral de veelzijdigheid en

gen.

Wetenschapsbureau van het Leerhuis van Reinier

Dave Schweitzer en Geke Blok

de Graaf. Zij promoveerde op 3 november 2015

de multidisciplinariteit van dit thema. Zij is zeer nauw betrokken geweest bij de oprichting van

Natuurlijk onthouden wij ook ditmaal niet een

op onderzoek naar het complex regionaal pijn

het Slaapcentrum van de RdGG en doet onder-

zeer intrigerende casus; we nodigen u allen uit

syndroom (CRPS). Het voornaamste doel van dit

zoek naar slaapstoornissen. Daan Kamphuis,

om uw diagnostische kennis te toetsen.

proefschrift was sensorische stoornissen bij CRPS te bestuderen en de bijdrage hiervan aan de

(kinder)neuroloog en innovatiemanager van het

motorische disfunctie te onderzoeken. We

RdGG, is als arts én als onderzoeker vooral geïn-

De jaarlijkse Reinier de Graaf Wetenschapsdag is

teresseerd in spieren die zich niet adequaat

het onderwerp van het volgende artikel. Dit eve-

bedanken Diana vanaf deze plaats voor haar bij-

gedragen: Torticollis, Parkinson en spasticiteit.

nement vond plaats op woensdag 2 december

drage aan het wetenschappelijk onderzoek in het

Hij heeft vooral onderzoek gedaan naar de dys-

2015; voor het eerst in het nieuwe ziekenhuis.

Reinier de Graaf Gasthuis. Ze wordt opgevolgd

tone spieren bij deze ziektebeelden. Sinds dit jaar

De bijeenkomst, met als thema multidisciplinair

door Suzanne Verver en Carolien Haazer, die wij

heeft hij de portefeuille Innovatie in het bestuur

onderzoek, werd zeer goed bezocht. De uitnodi-

in het volgende nummer aan u zullen voorstellen.

van het medisch bedrijf en is hij het gezicht van

ging voor het bijwonen van de wetenschaps-

het RdGG op het gebied van innovatie bij onze

avond werd voor het eerst aan álle medewerkers

In de rubriek ‘Gepubliceerd’ een greep uit de

externe partners, waaronder de STZ. Zijn

van het ziekenhuis verstuurd. Er was daardoor

publicaties van het afgelopen jaar.

adagium is: “Als je niets uitprobeert, blijft alles

zowel een breder aanbod aan abstracts als een

hetzelfde, dan wordt je ingehaald door nieuwe

meer gemengd publiek. Dit zorgde tevens voor

Geachte lezers, wij hopen dat wij u plezier beleeft

ontwikkelingen”. Hij heeft daarom de Werk-

een zeer gevarieerd programma, met presentaties

aan het lezen van dit magazine. Met uitwerking

groep Innovatie opgericht die innovatie in het

door verschillende typen onderzoekers: coassis-

van de casus en de wetenschapsagenda van het

RdGG meer handen en voeten gaat geven. Job

tenten, fysiotherapeuten, medisch specialisten,

RdGG besluiten deze uitgave. De redactie wenst

Gilhuis is een neuroloog met een brede interesse.

arts-assistenten en klinische epidemiologen. Het

u veel leesplezier toe.

Hij schrijft zelf regelmatig artikelen over interes-

thema multidisciplinair onderzoek werd op zeer

sante casus, en houdt zich daarnaast – als

geanimeerde wijze toegelicht in een duopresen-

coördinator – bezig met twee multidisciplinaire

tatie door Prof. dr. G.J. KleinRensink (Erasmus

onderzoeksprojecten: de genetische profielen

MC) en Prof. dr. R.H.M. Goossens (TU-Delft). De

van patiënten met hersenmetastasen bij huid-

Reinier de Graaf Wetenschapsprijs werd gewon-

kanker en de relatie tussen cognitie en

nen door aios orthopedie Maarten Röling voor

afwijkingen op de DAT-scan bij de ziekte van

zijn onderzoek naar het dagelijks handelen van de

Parkinson. Leo Aerden, neuroloog en opleider

orthopedisch chirurgen; Gona Aziz van nucleaire

April 2016

5 02


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 7

ONDERZOEK OP DE AFDELING: NEUROLOGIE

7

Interview met Marjolijn Bornebroek

Onderzoek naar slaapstoornissen komt uit de startblokken Door: Diana van Rooijen Dr. Marjolijn Bornebroek is sinds 2011 werkzaam in het RdGG als neuroloog met als aandachtsgebied slaapstoornissen. Ze vertelt: ‘Een slaapstoornis heeft een negatieve invloed op het dagelijks functioneren en een verstoorde nachtrust kan voor veel problemen zorgen. Wanneer de slaapkwaliteit weer verbetert gaat direct de kwaliteit van leven omhoog. Het mooie van werken met het patiënten met slaapstoornissen vind ik de veelzijdigheid en de multidisciplinariteit’.

belegd. Zo is een gestandaardiseerde manier van onderzoek doen naar de klachten van de patiënt belangrijk. In eerste instantie dient dit natuurlijk in het belang van de patiënt, maar het komt ook wetenschappelijke studies ten goede.

Onderzoeksprojecten Want met een achtergrond als klinisch epidemioloog kriebelt het toch wel om meer met wetenschap te gaan doen. ‘Inmiddels zijn er twee onderzoeksprojecten opgestart. De eerste is samen met Tim Vaessen (klinisch neuropsycholoog in het RdGG en tevens externe promovendus aan de universiteit van Tilburg), hij doet onderzoek naar cognitieve klachten bij

De in Leiden opgeleide en gepromoveerde neuro-

slaapapneu. Dit onderzoek maakt deel uit van

loog heeft ook de opleiding tot klinisch

zijn promotietraject. Deze studie was hij al

epidemioloog in Rotterdam gevolgd. ‘Voordat ik

gestart bij zijn vorige werkgever in het VieCuri

in het Reinier kwam werken had ik een duo baan,

MC in Noord-Limburg en wordt nu voortgezet

ik werkte parttime als neuroloog in het Vlietland

in het RdGG’, licht ze toe.

Marjolijn Bornebroek

ziekenhuis en daarnaast twee dagen in de week als epidemioloog in het Erasmus MC’. Deze com-

Daarnaast werkt ze mee aan een onderzoek van

zijn als er geld vrijkomt om iemand aan te stellen

binatie bleek op papier mooier dan in de praktijk,

de afdeling orthopedie. ‘Stefan Vehmeijer (ortho-

die hier meer tijd aan kan besteden’.

omdat ze voor haar gevoel te weinig vlieguren

pedisch chirurg) vervangt heupen in één dag,

maakte als epidemioloog in de academische set-

waarbij patiënten dezelfde dag nog naar huis gaan

Op de afdeling zijn er sinds de komst van de art-

ting ten opzichte van haar collega’s.

en goede resultaten worden geboekt op het

assistenten in opleiding wekelijks besprekingen

gebied van herstel van de patiënten. De vraag is

waar geregeld ook iets over nieuw onderzoek of

Slaapcentrum

hoe het komt dat patiënten thuis sneller herstel-

resultaten wordt verteld. ‘De komst van de arts-

Sinds haar aanstelling in het RdGG is ze nauw

len, komt dat bijvoorbeeld doordat mensen thuis

assistent in opleiding (aios) is wel merkbaar op de

betrokken geweest bij de opzet van het slaapcen-

beter slapen dan in het ziekenhuis? Dit gaat

afdeling’, licht ze toe. ‘Zij hebben vaak wat meer

trum. In dit centrum komen patiënten ’s morgens

onderzocht worden in een volgende studie waar-

diepgang dan de arts-assistenten-niet-in-oplei-

binnen, vullen een screenende vragenlijst in en

voor het onderzoeksprotocol nu wordt

ding (anios); ze spitten een onderwerp helemaal

afhankelijk van de resultaten doorlopen zij een of

ontwikkeld’.

uit. De anios staan in vergelijking nog aan het

meerdere afspraken bij de neuroloog, KNO-arts

Dat er naast de patiëntenzorg niet heel veel tijd

begin van hun carrière en richten zich in eerste

en/of longarts. Tussen de middag bespreken de

meer over blijft voor het bedrijven van weten-

instantie veel meer op het bedrijfsmatige vlak’.

artsen de bevindingen tijdens een multidiscipli-

schap heeft ook te maken met het feit dat dr.

Ook als er een periode geen aios is gaan de bijeen-

nair overleg waarna de patiënt met een diagnose

Bornebroek als medisch manager van de

komsten gewoon door. Dit is goed voor de anios,

en mogelijk behandelplan naar huis gaat.

vakgroep een aantal management taken op zich

maar ook de specialisten vinden dit erg leuk, het

heeft genomen. ‘Er is een speciale regeling binnen

trekt de hele groep mee’.

‘Sinds de betrokkenheid van de longartsen mer-

het ziekenhuis om management te combineren

ken we dat het spreekuur echt is gaan lopen. Nu

met de patiëntenzorg. Het zou ook heel goed zijn

komt ook geleidelijk meer vraag naar, en tijd

als een dergelijke regeling zou bestaan voor

beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek op

onderzoekers’ vertelt ze. ‘De voornaamste taak

het gebied van slaapstoornissen. Belangrijk voor

van de neurologen in het RdGG is natuurlijk de

het doen van wetenschappelijk onderzoek is ook

zorg voor de patiënt en wetenschap is een onder-

dat de onderliggende infrastructuur goed is

deel van het werk dat er bij komt. Het zou mooi

Reinier Research

8:59

April 2016


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 8

8

Interview met Daan Kamphuis

Bevlogen neuroloog die de patiënt altijd als focus ziet, ook als het gaat om innovatie Door: Geke Blok Daan Kamphuis werkt al sinds ruim 1995 als neuroloog en kinderneuroloog in het Reinier de Graaf Gasthuis. Hij is daarnaast sinds het samengaan van VMSD, VMS en Coöperatie in september 2015 vice-voorzitter van het Bestuur van het Medisch Specialistisch Cooperatief RdG met de portefeuille Innovatie. In die hoedanigheid zit hij de recent opgerichte werkgroep Innovatie RdG voor en vertegenwoordigt hij het ziekenhuis als innovatiecoördinator bij de STZ.

zijn circa 70 spieren in het hoofd hals gebied. Genoeg zaken dus om verder uit te zoeken.” Met de afdeling neurologie van het Academisch Medisch Centrum (AMC) heeft hij meegewerkt aan een aantal onderzoeken naar torticollis o.a. in het kader van het de Neurosipe-project met de TU Delft. Dat is inmiddels afgerond en heeft een aantal promoties opgeleverd. Onderdeel van het onderzoek was het registreren van de activiteiten van verschillende nekspieren. Torticollispatiënten werden daartoe in een door de TU Delft ontworpen stoel geplaatst, die naar alle kanten kon bewegen om te zien of de nekspieren reage-

Dystonie

ren dan bij gezonde controlepersonen. Het

In recente jaren heeft Daan Kamphuis vooral

vermoeden was dat op een EMG, met behulp van

onderzoek gedaan naar de spierdystonie die

oppervlakte electroden en intramusculaire elek-

optreedt bij de torticollis (‘scheef hoofd’). Hij

troden, de dystone spieren

heeft een speciale poli voor patiënten met deze

aanspanningspatronen zouden laten zien en dat

klachten en heeft daar ruim 80 patiënten in

het frequentiespectrum inzicht zou geven in

behandeling. Bij torticollis zijn de nekspieren van

oorzaak en gevolg. Daan: “Deze patiënten bleken

patiënten verkeerd aangespannen, waardoor zij

echter onder deze omstandigheden niet anders te

een krampachtige, verwrongen houding krijgen.

bewegen dan mensen zonder deze klachten. De

Daan:“Het is een zeer invaliderend klachtenbeeld

dystone spieren (verkeerd aangestuurde spieren)

wat ervoor zorgt dan mensen door de gefixeerde

waren op deze manier niet te identificeren. Dit

Daan vervolgt: Het RdGG is een goed georgani-

stand bijvoorbeeld niet kunnen autorijden en

betekent dat we verder op zoek moeten gaan.”

seerd ziekenhuis. Veel zaken zijn efficiënt

niet op een normale manier hun werk kunnen

Andere onderzoekslijnen bij torticollis zijn

geregeld met weinig verspilling. Maar naast ope-

doen. Bovendien hebben deze patiënten vaak pijn

gericht op medicamenteuze behandelingen,

rationeel excelleren is het ook belangrijk dat er

en last van trillingen. Zij zijn zich daar voortdu-

onderzoek gericht op de werking van neurotrans-

ruimte is om innovatieve ideeën uit te werken,

rend van bewust en worden er erg moe van.” De

mitters en specifieke fysiotherapie. Dit

uit te proberen en te implementeren. “Het gevaar

standaardbehandeling is nu het injecteren van de

onderzoek is nog gaande en daarover kunnen

is dat je alleen bezig bent met oude dingen steeds

spieren met botulinetoxine. Daan Kamphuis

daarom nog geen uitspraken worden gedaan.

beter te doen en dat je geen nieuwe methoden en

heeft deze behandeling in 1995 in het RdGG

Daan Kamphuis

processen uitprobeert. Dit moet allebei. Als je

geïntroduceerd. Het is tot op de dag van vandaag

Innovatie

niets uitprobeert, blijft alles hetzelfde, dan wordt

niet duidelijk welke spieren die verkramping

“Ik wil graag de dingen doen die mij goed liggen

je ingehaald door nieuwe ontwikkelingen” Hij

starten en welke spieren als een gevolg van de

en die belangrijk zijn voor onze patiënten”, aldus

vindt het belangrijk om een goede kosten-baten

houdingsverandering (secundair) aanspannen.

Daan. Daarom heeft hij in het bestuur van het

analyse te maken en goed te onderzoeken wat de

Daan: “Bij sommige mensen kan aanraken van

Medisch Bedrijf de portefeuille Innovatie. Zie-

meerwaarde van innoveren en onderzoek doen

een gezichtsspier voor tijdelijke ontspanning

kenhuisbreed heeft hij als innovatiecoördinator

is. Dit is ook de informatie waar sponsoren, zie-

zorgen, een zogenaamde sensory trick, ook dat

de taak om dit op de kaart te zetten en het RdGG

kenhuizendirecties en ziektekostenverzekeraars

werkingsmechanisme is nog niet duidelijk. Er

te vertegenwoordigen in STZ-verband.

willen hebben. “Als je nieuwe behandelingen

Reinier Research


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 9

ONDERZOEK OP DE AFDELING: NEUROLOGIE

9

Torticollis of cervicale wordt gekarakteriseerd door onwillekeurige spiercontracties van de nek en abnormale houdingen van het hoofd waardoor ADL-activiteiten en het sociale leven van patiënten worden beïnvloed.

doet kost dit eerst vaak een investering”. Daarom

maar ook van het RdGG) zijn praktisch ingesteld:

ziekenhuis participeren. Op 6 juni a.s. is er een

is het ook belangrijk klein te beginnen met een

er gebeurt al heel veel. Maar dit kan nog beter

themabijeenkomst Innovatie georganiseerd door

pilot, bij te sturen als het niet voldoet (pivot) en

gecoördineerd, gestimuleerd en geïmplemen-

de Coöperatie Medisch Specialisten RdG waar de

het pas op grotere schaal te gaan doen als het wel

teerd worden. Belangrijk is om projecten samen

resultaten van een innovatie-inventarisatie wor-

werkt en veelbelovend is. Het is ook belangrijk

te doen: mensen van verschillende disciplines,

den gepresenteerd en een discussie op gang

om te stoppen met innovaties die in de praktijk

verschillende afdelingen maar ook van buiten het

wordt gebracht met interne en externe partijen

niet werken, ook al heb je er veel tijd en energie

ziekenhuis zoals de TU en bedrijven. Daarbij is

over mogelijkheden van innovaties op de diverse

ingestopt: “kill your darlings”. Acht van de tien

ook van groot belang om vanaf het begin met

afdelingen in het Reinier.

nieuwe methoden werken niet in praktijk.

patiënten of andere gebruikers te praten. Het is nu tijd om het concreet te gaan regelen”

Er gebeurt al een hoop aan innovatie in het

Daan is ook van mening dat we nog veel meer

RdGG. Wat betreft innovaties op het gebied van

kunnen doen met gegevens die we al hebben, b.v.

duurzaamheid bijvoorbeeld was het Pharmafilter

in het EPD. We moeten dan wel maximale zorg-

een wereldprimeur. Ook het programma Clini-

vuldigheid betrachten. “Daar kan veel meer mee

graphics, door een startup van YES Delft samen

gedaan worden. Analyse van ‘patients at risk’

met de afdeling orthopedie ontwikkeld, was

bijvoorbeeld”

volledig nieuw en wordt inmiddels aan klinieken in 20 landen verkocht. Zo zijn er veel meer voor-

Er is een Werkgroep Innovatie opgericht waarin

beelden te noemen. “Delftenaren (van de TU,

een 10-tal vertegenwoordigers uit het gehele

April 2016


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 11

ONDERZOEK OP DE AFDELING: NEUROLOGIE

11

Interview met Job Gilhuis

Ook casuïstiek kan de aanzet geven tot academische promoties Door: Diana van Rooijen ‘Wetenschap vormt de basis van de medische opleiding, maar is tevens een van de lastigste onderdelen’ zegt Job Gilhuis, neuroloog. Om die reden stimuleert hij arts-assistenten op de afdeling neurologie altijd om wetenschappelijke artikelen te schrijven. I

van tijd tot tijd wel eens casussen uitwerkt. ‘Het is ontzettend leuk om te zien dat sommige initiatieven die hier zijn gestart ook de aanzet kunnen zijn tot academische promotietrajecten’, licht Gilhuis verder toe. ‘Zo is recentelijk een arts-assistent een promotietraject in het LUMC gestart op basis van een casus die zij heeft gepresenteerd op de regionale refereeravond naar bijeffecten van kanker bij zwezeriktumoren’.

In het bedrijven van wetenschap is er echt sprake van ‘oefening baart kunst’ en het uitzoeken van

Coördinatie grotere projecten

problemen die je tegenkomt in de praktijk hoort

Naast casuïstiek coördineert dr. Gilhuis ook twee

bij de academische vorming’.

grotere projecten. Samen met arts-assistent Ras-

Op de afdeling neurologie werken met name veel

hid Ghaznawi, oncoloog Vincent Dezentjé en

arts-assistenten niet in opleiding. ‘Het schrijven

pathologen van het RdGG en het Erasmus MC,

helpt deze jonge dokters in hun ontwikkeling.

heeft hij een onderzoek opgezet naar genetische

Tevens verbeteren zij hiermee hun CV en vergro-

profielen van patiënten met hersenmetastasen bij

ten daarmee de kans om in opleiding te komen’.

huidkanker. Rashid heeft de voorlopige resulta-

Job Gilhuis

ten gepresenteerd op de Reinier de Graaf

Casuïstiek

Wetenschapsmiddag (zie ook het gepubliceerd

Zelf heeft hij zijn opleiding gevolgd aan de

abstract in dit nummer van Reinier Research,

Onderzoeksfaciliteiten in het RdGG

Radboud Universiteit in Nijmegen, waar hij ook

red.). Tevens coördineert hij een studie naar de

Op de vraag waarom de afdeling neurologie nog

promoveerde, op het onderwerp hersentumoren

relatie tussen cognitie en afwijkingen op de DAT-

geen grote onderzoeksgroep heeft als bij som-

bij kinderen. Al tijdens zijn opleiding wist hij dat

scan bij de ziekte van Parkinson, een onderzoek

mige andere afdelingen in het ziekenhuis

hij in de toekomst wilde gaan werken in een

dat is opgezet in samenwerking met de afdeling

antwoordt hij: ‘het is toch de tijd en de infrastruc-

groot perifeer ziekenhuis waar ook de opleiding

nucleaire geneeskunde.

tuur die ontbreekt’. Desalniettemin ontstaan er

tot medisch specialist werd aangeboden. Als neu-

in de loop der jaren steeds meer mooie weten-

roloog in een perifeer centrum merkt hij wel dat

Waar de meeste mensen zich gedurende hun

schappelijke initiatieven op de afdeling en krijgt

het lastig is om de zorg voor patiënten te combi-

carrière steeds meer en meer gaan specialiseren

het onderzoek steeds meer vorm. ‘Laatst heb ik

neren met wetenschap, omdat er voor het laatste

valt de brede interesse van dr. Gilhuis op. Hij

voor de eerste keer een verzoek ingediend bij de

geen tijd staat ingeroosterd. Dat is één van de

vertelt dat de diversiteit aan studies al terugvoert

Wetenschappelijke Activiteiten Commissie voor

redenen waarom hij een voorstander is van het

naar zijn promotietijd. ‘Mijn opleider prees mij

financiële ondersteuning voor het benodigde

publiceren van casuïstiek. Momenteel publiceert

voor het feit dat ik naast mijn promotieonder-

materiaal voor de studie van Rashid Ghaznawi.

hij gemiddeld drie artikelen per jaar, waarvan het

zoek op diverse andere neurologische gebieden

Deze is ons toegekend waar wij zeer gelukkig mee

merendeel beschrijvingen zijn van interessante

had gepubliceerd’, zegt hij lachend. Al vertelt hij

zijn. Ik ben erg blij dat dit soort initiatieven op

casussen. Zijn credo heeft hij dan ook opgepikt

ook dat stiekem zijn onderzoekershart toch wel

het gebied van financiële ondersteuning het

van een hoogleraar in Nijmegen: ‘Het gaat om de

bij de onderwerpen op neuromusculair gebied

onderzoek in RdGG stimuleren’. Ook merkt hij

kwantiteit, er zit altijd wel iets goeds bij’.

ligt.

op: ‘daarbij zou het wel mooi zijn als we meer

De beschreven casussen zijn bijna altijd resultaat

Naast initiatieven van de eigen neurologen en

afdeling neurologie kunnen organiseren in de

van samenwerking met collega’s van verschil-

arts-assistenten doet de afdeling neurologie

vorm van researchverpleegkundigen. Op dit

lende disciplines en vaak samen arts-assistenten

zoveel mogelijk mee aan landelijke trials. De

moment werkt alleen Karin Bodde een paar uur

(niet) in opleiding. Dit kunnen patiënten zijn die

kracht van een perifeer ziekenhuis ligt volgens dr.

in de week voor het CVA onderzoek van dr. Leo

zich presenteren op verschillende poli’s in het

Gilhuis dan ook in grote aantallen van patiënten

Aerden. Met meer ondersteuning kunnen we het

Reinier de Graaf. Zo heeft hij recent met Gerald

die hier het ziekenhuis bezoeken. De afdeling

onderzoek verder bevorderen’. En al overpein-

Kraan (orthopedie) een case report geschreven

werkt hierbij veel samen met het LUMC, bijv. op

zend: ‘maar de grootste drempel voor het doen

over congenitale hypertrofie van de handen. In

het gebied van myasthenia gravis. Afhankelijk

van onderzoek ben je eigenlijk toch zelf’.

het verleden heeft hij ook samen met oogartsen

van de aantallen patiënten die deelnemen vanuit

en infectiologen gepubliceerd. Daarnaast heeft hij

RdGG krijgt de afdeling ook de mogelijkheid om

nog steeds contacten in Nijmegen, voor wie hij

mee te schrijven met de publicaties.

structurele onderzoeksondersteuning voor de

April 2016


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 12

12

10 vragen aan Leo Aerden Door: Leo Arden Leo Aerden is neuroloog en opleider in het RdGG. Hij is opgeleid tot medisch specialist in Heerlen en is in 2005 in Maastricht gepromoveerd op de beschermende werking van diazepam bij beroertes. Zijn aandachtsgebied is de vasculaire neurologie.

het RdGG geplaatst. Dit wordt gedaan in combinatie met DWI (diffurse weighted imaging) met fibre tracking, wat ook in het RdGG kan plaatsvinden. Door deze technieken te combineren kunnen we hopelijk iets meer zeggen over hoe het herstelproces na beroerte er uit ziet. PROFITS

1.Wat is op dit moment hét wetenschapsnieuws op jouw vakgebied?

Deze multidisciplinaire samenwerking tussen technici, neurologie, radiologie en revalidatie is erg leuk. Het is mooi dat wij als perifeer ziekenhuis ook mee kunnen denken. Daarnaast zit er aan dit project nog een ander onderdeel

Een zeer belangrijke doorbraak op het gebied van de behandeling van beroer-

vast, PROFITS genaamd. Dit is een groot project waarin een database wordt

tes zijn de resultaten van de Mr. Clean studie. In deze studie is de effectiviteit

opgezet waarin allerlei gegevens rondom beroertes worden geregistreerd,

aangetoond van catheterisatie van de hersenen. Bij deze nieuwe behandeling

met als doel prognostische factoren te gaan identificeren. In dit project werkt

wordt het bloedpropje door middel van een catheter via de lies uit het getrof-

het Reinier de Graaf Gasthuis samen met de TU Delft, het ErasmusMC en het

fen hersengebied getrokken. Deze ingreep moet binnen 6 uur na het

LUMC.

optreden van de klachten plaatsvinden. Het eerste artikel over deze studie is in januari 2015 zijn gepubliceerd in de NEJM en heeft wereldwijd veel impact.

4. Kun je iets vertellen over de samenwerking met de TU Delft en hoe jullie met elkaar in contact zijn gekomen?

Deze studie is geïnitieerd vanuit Rotterdam door prof. dr. Dippel in samenwerking met het AMC en de Maastricht University. Daarnaast deden nog 11

De afdeling neurologie werkt al langer samen met de TU Delft. In eerste

andere ziekenhuizen mee, waaronder het RdGG. Het RdGG zat ook in de

instantie is het contact gelegd tijdens project van de TU Delft naar houdings-

steering committee, waardoor we actief betrokken waren bij dit onderzoek

reflexen in de nekspieren waarbij zij zochten naar een neuroloog die

en onder andere hebben meegedacht over de methode. Naast de afdeling

elektrodes in de spier kon plaatsen. Dit is een project waarin collega neuro-

neurologie was ook René Dallinga van de afdeling radiologie hierbij betrok-

loog Daan Kamphuis met technici samenwerkt. Vervolgens is er verdere

ken. Als ziekenhuis zijn we heel trots dat we tot deze groep behoren.

samenwerking ontstaan tijdens bijeenkomsten waarin zowel onderzoekers

Na de eerste publicatie is catheterisatie van de hersenen nu een wereldwijde

van de TU als RdGG samenkomen.

geaccepteerde behandeling en het is mooi dat wij een van de 14 ziekenhuizen in Nederland zijn die deze behandeling kunnen aanbieden aan patiënten. In de aankomende periode zullen er nog meer resultaten uit deze studie

5. Wordt de apparatuur ook beschikbaar gesteld voor andere onderzoeken?

gepubliceerd worden. In de toekomst gaat dit zeker gebeuren. Op dit moment worden de 4D EEG

2. Je neemt deel aan een innovatief wetenschappelijk onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van 4D EEG. Wat is dat precies, 4D EEG?

en de robotarm in het ziekenhuis geplaatst. Dit gaat echter niet over één nacht ijs. Een deel van de apparatuur is CE gecertificeerd, maar een deel ook nog niet. De apparatuur konden we dus niet direct neerzetten en gebruiken, dit was nog wel even een praktisch obstakel bij de start van dit onderzoek.

Door middel van EEG (elektro-encephalografie) kun je continue zien wat er

De afdeling klinische fysica heeft ons geholpen bij het waarborgen van de

in de hersenen gebeurt. Bij 4D, oftewel 4 dimensionaal, wordt de elektrische

veiligheid en hebben ook de juridische zaken goed geregeld.

activiteit in de hersenen niet alleen in de ruimte maar ook in de tijd gemeten.

In de eerste studie die straks van start gaat worden patiënten gemeten met

Door middel van deze techniek is het mogelijk om heel precies te lokaliseren

een beroerte die korter dan 3 dagen is ontstaan. In de toekomst willen zelf

wat er in de hersenen gebeurt, waarbij we in dit specifieke project kijken naar

ook gaan kijken naar de meest acute fase en de 4D apparatuur gaan gebruiken

de effecten van een beroerte.

om binnen 6 uur na de start van de klachten de effecten van een beroerte in de hersenen te bestuderen.

3.Kun je iets meer vertellen over het onderzoek waar je op dit moment mee bezig bent? 4D EEG

6. Heeft deze techniek meerwaarde voor de klinische praktijk, en wat zou hier voor nodig zijn om dit beschikbaar te maken voor metingen voor iedere patiënt?

Dit project is een samenwerkingsverband tussen de TU Delft (prof. dr. Frans van der Helm) en het VUmc (prof. dr. Kwakkel). De 4D EEG is gekoppeld aan

In eerste instantie wordt deze techniek voor wetenschappelijk onderzoek

een robotarm die met een bepaalde frequentie beweegt. Patiënten die korter

gebruikt en hopen we dat dit inzicht gaat verschaffen in de processen van de

dan 3 dagen geleden een beroerte hebben gehad worden gevraagd mee te

hersenen. Het is een veelbelovende en laagdrempelige techniek om de prog-

doen aan dit onderzoek. In de studie houden patiënten de robotarm vast en

nose van beroertes in vroeg stadium te bepalen, maar of we prognostische

wordt door middel van opgelegde bewegingen door de robot gekeken hoe de

gaan vinden moet het onderzoek eerst uitwijzen. Daarna zou de techniek ook

hersenen zich herstellen na een beroerte en hoe het weefsel zich om het

geschikt kunnen worden voor de klinische praktijk.

getroffen gebied weet aan te passen. De apparatuur wordt op momenteel in

Reinier Research


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 13

ONDERZOEK OP DE AFDELING: NEUROLOGIE

13

Leo Aerden

7. Zijn er nog andere onderzoeken waarbij je betrokken bent?

bieden die niet op alle plaatsen wordt aangebo-

Ook voor de neurologen is het natuurlijk leuk om

den. En daarnaast is het gewoon heel erg leuk om

op deze manier een publicatie voor elkaar te krij-

met onderzoek bezig te zijn.

gen en iemand te kunnen begeleiden bij het doen van onderzoek.

Wij hebben meegedaan aan een trial waarbij het effect van antibiotica na een beroerte is onder-

Om het onderzoek op onze afdeling verder te

zocht, wat niet effectief is gebleken.

ontwikkelen zou het fijn zijn als er een onderzoe-

Desalniettemin is deze studie gepubliceerd in de

ker of epidemioloog op de afdeling zou werken,

Lancet. Andere trials die nu lopen zijn die naar

waar je hele korte lijntjes mee hebt en even bin-

het effect van bloeddrukbehandeling bij trombo-

nen kan lopen om te sparren over een idee.

In 2016 zullen we vooral veel data gaan verzame-

lyse, het toedienen van bloedplaatjes na een

Daarbij zou ik zelf graag nog beter onderlegd

len, dus het wordt vooral het jaar van hard

bloeding en het couperen (kortdurend onderbre-

willen zijn in het doen van onderzoek. Het is niet

werken waarin alle plannen die gemaakt zijn

ken) van antistolling bij subarachnoĂŻdale

je dagelijkse bezigheid en het vraagt toch wel veel

uitgevoerd gaan worden. De resultaten zullen in

bloedingen. Daarbij is de club van de Mr. Clean

van iemand.

de loop van 2017 bekend worden.

10. Heb je nog goede onderzoeksvoornemens voor 2016?

studie zeer actief waaruit nieuwe vraagstellingen ontstaan die onderzocht gaan worden.

8. Wat is voor jou de aanleiding geweest om onderzoek te gaan doen in het RdGG en heb je suggesties om het onderzoek nog beter te faciliteren?

9. Hoe dragen arts-assistenten bij aan de onderzoekssfeer op de afdeling? Vaak zijn arts assistenten erg enthousiast om een bijzondere casus verder uit te werken en te publiceren samen met een van de neurologen. Het enthousiasme is erg stimulerend en heeft al

Het doen van onderzoek is een middel om te

geleid tot meerdere leuke publicaties. Vorig jaar

zorgen dat je vooraan loopt met de zorg die geeft

nog een leuk artikel over prednisonconcentraties

en met de 15 topcentra in Nederland mee te

in borstvoeding verschenen bij MS. Voor een arts

doen. Ook heb je contact met de mensen die het

assistent is dit enorm stimulerend en dit vergroot

beleid maken in het land. Zo kunnen we zorg

ook nog eens zijn kansen op de arbeidsmarkt.

April 2016


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 16

16

Multi-professioneel onderwijs: scenario-teamtrainingen RdGG Door: Geke Blok Verbeteren van kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid ‘Patiënten moeten erop kunnen vertrouwen dat patiënten die medisch specialistische zorg ontvangen dat deze zorg zo veilig mogelijk is. Verbeteren van kwaliteit en veiligheid is een continu proces. Teamwork is de basis voor goede en veilige patiëntenzorg, zowel in de eerste lijn als in een klinische setting. Effectief teamwork niet in alle zorginstellingen een vanzelfsprekendheid en vaak is een cultuurverandering nodig om effectief teamwork te bewerkstelligen’. (Visie Teamtraining Federatie Medisch Specialisten, 2015) Ook de beroepsvereniging van verpleegkundigen en verzorgenden (V&VN) benadrukt dat goed teamwork essentieel is voor de kwaliteit van de zorg en voor de patiëntveiligheid. ‘De kwaliteit en veiligheid komen in gevaar als de samenwerking tussen zorgverleners niet goed loopt.’(V&VN, 2015).

Ziekenhuisbrede aanpak van het scenario teamtrainingen Scenario team-trainingen voor acute situaties vinden al jaren plaats door verschillende afdelingen in het Reinier de Graaf Gasthuis. Om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen heeft het Leerhuis het initiatief genomen om een Werkgroep Scenario-onderwijs op te richten, waarin alle afdelingen die deze vorm van trainingen verzorgen vertegenwoordigd zijn. De afdelingen die

zorgprocessen en patiëntuitkomsten. Een opvallende bevinding was dat de

meedoen zijn de IC, SEH, AOA, Kindergeneeskunde, Gynaecologie &

grootste effecten worden gezien bij vormen van teamtraining die tevens zijn

Obstetrie, MDL en OK. In overleg is ervoor gekozen om alle artsen en ver-

gekoppeld aan het beschikbaar stellen van instrumenten ter implementatie

pleegkundigen die scenario-onderwijs verzorgen een professionele

van de bereikte verbeteringen op de werkvloer en binnen de organisatie.

didactische training te geven, om er voor te zorgen dat zij allemaal vanuit

Zoals SBAR of andere systematische manieren van werken.

dezelfde onderwijskundige systematiek werken en om zo een levendige

Er is een groeiende overtuiging dat goed opgezette teamtrainingen in combi-

community voor scenario-onderwijs te creëren. Het rendement van de trai-

natie met geschikte instrumenten ter implementatie van de opgedane

ningen zal daardoor verhoogd worden.

verbeteringen een gedegen bijdrage kunnen leveren aan verbetering van de patiëntveiligheid.(1)

Teamtrainingen hebben aantoonbaar effect op resultaten, zorgprocessen en teamprocessen

Samen werken, samen leren

In een recent overzicht van de onderzoeksliteratuur de periode 2011-2012

Zoals hierboven aangegeven is het van groot belang dat de professionals die

werden statistisch significante verbeteringen in teamgedrag, -processen en –

met elkaar samenwerken op de hoogte zijn van elkaars expertise en verant-

kenmerken gevonden en in 10 van de 26 studies relevante verbeteringen in

woordelijkheden. Volgens Haerkens (3) is dit een gemiste kans, omdat ‘in de opleidingsfase het fundament wordt gelegd voor het latere (team)functioneren’ en dat er ‘in deze fase veel winst te behalen is met het plannen van gestandaardiseerd multi-disciplinair onderwijs van niet-technische teamvaardigheden.’ Daadwerkelijk verbeteringen in de zorg voor elkaar krijgen door meer oog te hebben voor en mensen te trainen in crew-resourcemanagement (crm/trm) zal alleen gaan werken als er tijd en aandacht voor zijn van een voldoende grote groep medewerkers met bijbehorend mandaat om veranderingen in gang te zetten. Pas dan zal een verandering op gang komen die helpt bij het creëren van de sfeer en cultuur die nodig zijn om patiëntveiligheid te verbeteren .(3)

Kwaliteitsimpuls voor het Leerhuis aanjager voor verbetering Uit de gelden uit het investeringsbudget en de Kwaliteitsimpuls is niet alleen nieuw trainingsmateriaal (zoals simulatiepoppen) aangeschaft, maar ook uitgebreid videosysteem aangeschaft zodat het team na een scenariotraining goede feedback kan krijgen. Het gaat om hierbij om een ‘geïntegreerde debriefing-oplossing waarmee audio en video van simulaties en andere

Reinier Research


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 17

17

Albert Jan Ikkink, Roelie Sitepu-Clevering en Peter Boendermaker

leeractiviteiten worden opgenomen’ (Laerdal). Afdelingen waar audio- en

pleegkundigen opgeleid. (hierbij foto trainers Wenckebach Instituut (vlnr

video apparatuur zijn geplaatst zijn: Skillslab Vitaal bedreigd, IC, Verloska-

Albert Jan Ikkink, Roelie Sitepu-Clevering en Peter Boendermaker)

mer, kindergeneeskunde en SEH.

Toekomst STAP training

Vanaf half mei kunnen alle docenten de nieuwe manier van werken toepas-

Op 14 en 15 april werden twaalf deelnemers opgeleid in de nieuwe systema-

sen en zal het mogelijk zijn het geïntegreerde videosysteem te gebruiken. Op

tiek door het Wenckebach Instituut van het UMCG, die op locatie in Delft

vijf locaties in het ziekenhuis kunnen dan opnames gemaakt worden die de

een zeer geslaagde tweedaagse training verzorgde: de STAP training (Simula-

kwaliteit van de debriefing zullen verhogen. Het systeem is niet gekoppeld

tion based Teaching and Practice (STAP): Het leren leiden van simulatie

aan de IT infrastructuur van het ziekenhuis, waardoor de privacy van de deel-

scenario trainingen. Op 9 en 10 mei wordt een tweede groep artsen en ver-

nemers gewaarborgd is. Vanzelfsprekend zullen uit deze manier van werken diverse onderzoeksvragen beantwoord kunnen worden die voor het Reinier de Graaf Gasthuis van belang zijn.

Referenties: 1.

Raad Kwaliteit FMS (2015). Visie Teamleren. Bron: www.demedischespecialist.nl

2. 3.

http://www.venvn.nl/Kenmerken-Excellente-Zorg Haerkens, MHTM, Lemson, J, Van der Starre,C & Daniëls, M. (2014) Crew resource management en patiëntveiligheidscultuur in de kindergeneeskunde. Tijdschrift voor Kindergeneeskunde, 82(5)

April 2016


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 19

19

De casus Door: Dave Schweitzer, internist-endocrinoloog

Deze 60-jarige voedingsassistente is werkzaam in het Reinier de Graaf Gasthuis. Op een minder goede dag wordt zij door haar chef op kantoor geroepen omdat er klachten gerezen waren over de hygiĂŤne van haar handen en nagels. Geschokt door deze aantijging verweert zij zich door nadrukkelijk te stellen dat dit spontaan is ontstaan. Haar leidinggevende gelooft haar echter niet en informeert direct bij een ervaren arts-assistent die een differentiaal diagnose opstelt. A. Het betreft hier een schimmel die de nagels aantast, de voedingsassistente had eerder aan de bel moeten trekken. Het kwaad had voorkomen kunnen worden door een anti schimmelbehandeling veel eerder uit te voeren. B. Dit is een typisch geval van loodintoxicatie vermoedelijk afkomstig uit de oudbouw, een inspectie melding is een volgende rationele stap. C. Dit is het Yellow Nail syndroom, het overkomt je en het beste is om de behandeling door dermatoloog en internist te laten uitvoeren. D. Dit past bij latexallergie door het dragen van beschermende handschoenen. Voedingsassistenten in ziekenhuizen zijn vaak bezig met water en zeep waartegen zij hun handen moeten beschermen. Vermoedelijk kan zij de latex verwerkt in de handschoenen niet verdragen.

April 2016


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 22

22

Reinier de Graaf Wetenschapsdag 2015 Door: Nina Mathijssen en Diana van Rooijen

Woensdagavond 2 december werd de jaarlijkse Reinier de Graaf Wetenschapsdag gehouden, dit maal voor het eerst in het nieuwe ziekenhuis. De bijeenkomst met als thema multidisciplinair onderzoek werd georganiseerd door de Centrale Opleidingscommissie (COC), de Wetenschappelijke Activiteitencommissie (WAC) en het Leerhuis.

De avond werd geopend door Maarten van der Elst, voorzitter Centrale OpleidingsCommissie (COC), die het gemêleerde publiek prees, benadrukte hoe belangrijk onderzoek doen is in een STZ ziekenhuis en hoe recente CWTS analyses laten zien dat we daar ook heel goed in zijn. Het thema multidisciplinair onderzoek werd op zeer geanimeerde wijze toegelicht in een duopresentatie door Prof. dr. G.J. KleinRensink (Erasmus

Maar liefst 27 abstracts werden voor deze avond ingediend door onderzoe-

MC) en Prof. dr. R.H.M. Goossens (TU-Delft). De samenwerking tussen hen,

kers uit het hele huis. Een onafhankelijk panel heeft alle inzendingen

een anatoom en een engineer, stond centraal in deze keynote lezing. Zij lieten

beoordeeld. De negen best beoordeelde abstracts werden geselecteerd voor

mooie voorbeelden zien die een dergelijke interactie kan opleveren, zoals 3D

een presentatie en maakten daarmee kans op de Reinier de Graaf

geprinte botten van verschillende sterktes voor medisch onderwijs en een

Wetenschapsprijs.

enkelbrace die rekening houdt met de verschillen in anatomie van ieder mens.

Gevarieerd programma De uitnodiging voor het bijwonen van de wetenschapsavond werd voor het

Tegen de wand van symposiumruimte ‘Het Melkmeisje’ hingen gedurende

eerst aan álle medewerkers van het ziekenhuis verstuurd. Er was daardoor

de hele avond enkele wetenschappelijke posters over zelf geïnitieerd onder-

een zowel een breder aanbod aan abstracts als een meer gemengd publiek. Dit

zoek uit Reinier de Graaf. Rondom de presentaties werden de onderzoekers

zorgde tevens voor een zeer gevarieerd programma, met presentaties door

bevraagd naar hun bevindingen en was er mogelijkheid voor discussie.

verschillende typen onderzoekers: coassistenten, fysiotherapeuten, medisch specialisten, arts-assistenten en klinische epidemiologen.

Winnaar Wetenschapsprijs Maarten Röling (l) met voorzitter van de WAC Jerome Wishaupt

Reinier Research


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 23

23

Programma Wetenschapsavond Reinier de Graaf d.d. 2 december 2015 16:30-17:00 17:00-17:10

Ontvangst Opening door Maarten van der Elst, voorzitter COC en chirurg Geke Blok, hoofd Medische Opleidingen & Wetenschap/manager Leerhuis

Voorzitter: Ward Posthuma, Decaan Leerhuis en hematoloog 17:10-17:25

Carolien Haazer (oncologie): Docetaxel chemotherapy survival in metastatic castration refractory prostate cancer (MCRPC): an exploratory study

17:25-17:40

Gona Aziz (nucleaire geneeskunde): New approach for evaluation of diagnostic tests. Evaluation of the Diagnostic Accuracy of Ultrasound Guided Fine Needle Aspiration Cytology

17:40-17:55

Jeroen van Egmond (orthopedie): The first 6 weeks of recovery after total knee arthroplasty with fast track: a diary study of 30 patients.

17:55-18:10

Peter Smout (fysiotherapie): Reproducibility of de Morton Mobility Index (DEMMI) Dutch version.

Winnaar Publieksprijs Gona Aziz, Kwaliteitsmedewerker Nucleaire Geneeskunde

18:10-18:25

Rashid Ghaznawi (neurologie): Identification of genetic profiles associated with cerebral metastases of melenoma.

18:25-19:15

Diner

Winnaars Er waren twee prijzen beschikbaar voor de beste presentaties van de avond:

Voorzitter: Rolf Bloem, lid DB-COC en orthopedisch chirurg

de Reinier de Graaf Wetenschapsprijs beoordeeld door de jury bestaande uit COC en WAC-leden én de Reinier de Graaf Publieksprijs. Deze laatste prijs

19:15-20:00

Prof. dr. G.J. KleinRensink (EMC) en Prof. dr. R. H.M.

werd dit jaar voor het eerst uitgereikt. Het publiek kon op het eind van de

Goossens

avond door middel van voorkeurstemmen aangeven aan welke onderzoeker

Thema: multidisciplinair onderzoek

zij de voorkeur gaf. 20:00-20:15

and consequences of recurrent hospitalization

maken van de keuze. De wetenschapsprijs ging dit jaar naar Maarten Röling, arts-assistent orthopedie, voor de goede uiteenzetting van het werk en

20:15-20:30

chirurgen. Hij ontving een bedrag van € 500,- én een handgemaakte trofee

chirurgie 20:30-20:45

Annetje Guedon (TU Delft/Heelkunde): It’s time to prepare the next patient. A real-time prediction system

het onderzoek naar functionele uitkomstmaten na heuprevisie bij een heup-

for surgical procedure duration.

impingementsyndroom. De blije winnaar zei na afloop: ‘Ik vind het echt leuk om die prijs te krijgen, dit zie ik als waardering voor mijn werk’.

Nanno Peek (KNO-heelkunde): Effectiviteit van een gesteelde periostlap bij radicaalholten in cholesteatoom

gedurfde kritische blik op het dagelijks handelen van de orthopedisch (vervaardigd door Geke Blok, manager Leerhuis) voor zijn presentatie over

Frouktje De Klerk (kindergeneeskunde): Adolescent alcohol intoxication in the Netherlands: educational level

De jury prees het hoge niveau van de presentaties en hadden moeite met het

20:45-21:00

Maarten Röling (orthopedie): Functional outcome results of revision hip arthroscopy for femoroacetabular

De publieksprijs t.w.v. € 200 werd gewonnen door Gona Aziz (nucleaire

impingement.

geneeskunde), met als onderwerp de evaluatie van de diagnostische accuraatheid van ultrasound geleide fine needle aspiration cytology (FNAC) voor schildkliercarcinomen. Zij sloot met dit onderzoek haar opleiding tot

21:00-22:00

Borrel met prijsuitreiking door Jérôme Wishaupt, voorzitter WAC en kinderarts

klinisch epidemioloog af. De avond werd door zowel de deelnemers als de organisatie zeer geslaagd beschouwd. De abstracts van de presentaties van dit jaar zijn na te lezen in deze editie van Reinier Research. Alle ingediende abstracts zijn te vinden op het intranet van Reinier de Graaf.

April 2016


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 26

26

Abstracts presentaties wetenschapsdag 2015 New approach for evaluation of diagnostic tests Evaluation of the Diagnostic Accuracy of Ultrasound Guided Fine Needle Aspiration Cytology Auteur(s)

intention to diagnose analyses with four scenarios. For the diagnostic accu-

G.N. Aziz, E.W.P. Bakker, J.J.J. Borm †, M.R.J. ten Broek, A. Lafeber, P.T.E. Pos-

racy sensitivity (SE), specificity (SP) positive (PPV) and negative predictive

tema, H.H. van Ravenswaay

values (NPV) were calculated.

Objective

Results

Fine Needle Aspiration Cytology (USG-FNAC) has been the initial test for

The diagnostic performance of the 1st USG-FNAC in our clinic was for SE

subjects suspected for thyroid carcinoma, despite its limitation regarding in-

75,8 (95% CI: 62,5-85,7) and for SP 89,1 (95% C:I 87,2-90,9) PPV and NPV

determinate test results. The performance of this test has been varied widely

were 26,2 (95% CI: 20,0-33,3) and 98,6 (95% CI: 98,4-99,2) respectively.

in the literature. To optimize our patients’ care we evaluated the diagnostic

When taking into account the limitations in interpreting inconclusive re-

accuracy of USG-FNAC in patients with nodules in the neck suspected of

sults SE and SP were 70,8 (95% CI: 48,8-86,6), 99,2 (95% CI: 98,2-99,6)

thyroid carcinoma.

respectively in scenario 3, and in scenario 4 SE was 63,8 (95% CI: 543-72,4) and SP was 91,4 (95% CI: 89,5-92,9).

Methods Consecutive patients with thyroid nodules, referred by an endocrinologist

Conclusions

for a first USG-FNAC in the period 01-01-1995 - 01-01-2008 were inclu-

This study confirms the accuracy of the USG-FNAC as a first diagnostic test

ded. USG-FNAC reports were re-classified according the Bethesda classifica-

in the evaluation of the solitary thyroid nodules in a general hospital setting,

tion (22). The reference standard incorporated next to histology, a 5 year

regardless of the chosen scenario the accuracy stays high (NPV 96-99 %)

follow up. Exclusion criteria: 1. USG-FNACs performed as part of a second

That means that we can rule in the thyroid carcinomas in our hospital.

or later diagnostic episode for thyroid nodules irrespective the site, 2. (hemi) thyroidectomy performed before USG-FNAC, 3. Non thyroid tissue. To address the clinically unconvinced findings (Bethesda 1, 3-4), we performed an

The first 6 weeks of recovery after total knee arthroplasty with fast track: a diary study of 30 patients Auteur(s)

tal discharge after fast-track TKA surgery.

Jeroen C. van Egmond, Hennie Verburg, Nina M.C. Mathijssen Department of Orthopedic Surgery, Reinier de Graaf Groep, Delft,

Methods

the Netherlands.

34 consecutive patients who had TKA surgery with fast track received a diary for 6 weeks, which contained various international validated question-

Objective

naires. In addition, general questions regarding pain, the wound, physiothe-

During the last decade, many hospitals have implemented fast-track proto-

rapy, and thrombosis prophylaxis injections were posed.

cols for total knee arthroplasty (TKA). These protocols reduce the length of hospital stay, but there is no literature on the first period after hospital disch-

Results

arge. We determined how patients experienced the first 6 weeks after hospi-

4 of the 34 patients were excluded during the study. Of the remaining 30

Reinier Research


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 27

27

patients, 28 were positive regarding the short

ment modalities, probably due to the lack of stan-

therapy was surprisingly low. The quality of life

length of hospital stay. Pain gradually decreased

dardized treatment protocols. 9 patients had con-

6 weeks after discharge was similar to that before

and quality of life and function gradually impro-

sulted their general practitioner or our institution

the surgery. With concomitant use of analgesics

ved during the 6 weeks. Mean hours of weekly

before the outpatient visit 6 weeks after disch-

patients experienced most pain during the first 2

physiotherapy were 0.6 for the first week and 0.9

arge. Most consultations were for anxiety about

weeks after discharge which gradually decreased

during the sixth week. Additional clinical consul-

wound infection, pain, or insomnia, and most pa-

over 6 weeks. Moreover, functioning increased,

tations were needed in 9 patients during the 6-

tients were treated with watchful waiting.

and even during the first week after surgery pa-

week period.

tients had a better function score than preoperati-

Conclusions Discussion

28 of 30 patients were satisfied with the short

Physiotherapy contained high variance of treat-

length of hospital stay. The intensity of physio-

vely.

Identification of genetic profiles associated with cerebral metastases of melanoma Auteur(s)

further research is required to increase our under-

Results

Rashid Ghaznawi, arts assistent neurologie

standing of the pathogenesis of cerebral metasta-

Data of 80 melanoma (18 cerebral metastases, 20

Reinier de Graaf Groep

sis in melanoma. To assess which genes are

visceral and 42 without metastasis) and 120 me-

Dr. HJ (Job) Gilhuis, neuroloog

responsible for cerebral metastasis, a retrospec-

lanoma of the validation group (43 cerebral, 47

Reinier de Graaf Groep

tive case control study of melanoma patients

visceral and 30 without metastasis) was recor-

Dr. RR (Ronald) de Krijger, patholoog

with and without brain metastases was perfor-

ded. Seven genes (ALCAM, EDNRB, HBEGF,

Reinier de Graaf Groep

med.

M AP2, MITF, ST6GALNAC5, TNFSF13B) were

Dr. JHC (Hans) Meijer, patholoog

expressed significantly higher (p<0,05) and one

Reinier de Graaf Groep

Materials and methods

gene (EGFR) significantly lower (p<0,05) in 13

Dr. V (Vincent) Dezentje, oncoloog

Clinical and histopathological data of melanoma

melanoma with cerebral metastases vs. 29 mela-

Reinier de Graaf Groep

with and without (cerebral) metastases was col-

noma without cerebral metastases, respectively.

Prof. dr. JM (Max) Kros, patholoog

lected. RNA isolation was performed on the cor-

Erasmus MC

responding formalin-fixed paraffin-embedded

Conclusions

materials and gene expression levels of 29 genes

Our preliminary results indicate that melanoma

Background and purpose

were determined using RT-qPCR. Gene expres-

with cerebral metastases may show a different

Cerebral metastasis occurs in a significant

sion levels were compared between melanoma

genetic profile compared to melanoma without

amount of patient with advanced melanoma and

with and without (cerebral) metastases. The re-

cerebral metastases. Further data and validation

can lead to subsequent death or morbidity. Due

sults were validated on a second group of mela-

is required to confirm our hypothesis.

to limitations of conventional therapies to lower

noma.

mortality in patients with cerebral metastases,

It’s time to prepare the next patient A real-time prediction system for surgical procedure duration Auteur(s)

The aim of this study is to develop a prediction

Results

Annetje CP Guédon1, M Paalvast1, FC

system that estimates in real-time the remaining

The system’s estimated duration was mostly lon-

Meeuwsen1, DMJ Tax1, AP van Dijke1, M van der

duration of a surgical procedure.

ger than in reality, with a mean absolute error of

Elst2, J Dankelman1, JJ van den Dobbelsteen1

14 minutes. The OR staffs’ estimated duration

Methods

was mostly longer than in reality, with a mean

Affiliation(s)

The prediction system was developed and tested

absolute error of 19 minutes. The opinion of the

1TU Delft, BioMechanical Engineering

on laparoscopic cholecystectomies. The progress

OR staff was positive regarding automatic com-

2 Reiner de Graaf Gasthuis, Chirurgie

of the procedures was monitored by recording

munication between the OR and the nursing de-

the activation of a single piece of equipment in

partment but they considered the predicted

Objectives

the OR, the electrosurgical device. The data re-

timing to start preparing the next patient as too

Efficiency in the Operating Room (OR) is a topic

corded during the procedure was processed in

late.

of growing interest. Planning of care is a crucial

real-time using pattern recognition methods. The

element to ensure optimal use of the ORs. Cur-

remaining surgical procedure was estimated and

Conclusion

rently, OR scheduling is considered as a complex

the optimal timing to start preparing the next pa-

The prediction system was able to estimate in

task based on predictions of surgery duration.

tient for surgery was communicated to the OR

real-time the remaining procedure duration by

These predictions are often based on average

personnel through a web application. The reliabi-

measuring the activation of the electrosurgical

times, but turn out to be inaccurate in practice be-

lity and the usability of the prediction system

device only. Such a system is a promising tool to

cause of various factors (such as complexity, pa-

was tested during 21 procedures.

improve OR planning and decrease unnecessary

tient’s characteristics, unexpected events, etc).

patients’ waiting times.

April 2016


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 28

28

Docetaxel chemotherapy survival in metastatic castration refractory prostate cancer (mcrpc): an exploratory study Auteur(s)

Results

Carolien Haazer a, Paul M.M. van Haard, Ph.D. a, Martijn M. Stuiver, Ph.D. b,

In total, 83 mCRPC patients treated with docetaxel were included. In a Cox

Michel D. Wissing, Ph.D. c, Diana E. van Rooijen, MSc. a, Vincent O. DezentjĂŠ,

PH model with survival since diagnosis of mCRPC as response variable, star-

Ph.D. a

ting chemotherapy at a later stage (days) after diagnosis of mCRPC was associated with longer survival (adjusted HR 0.998, 95% CI [0.997;1.000], P =

Affiliation(s): a Reinier de Graaf Group of Hospitals, Delft, Voorburg, NL, b

.033).

AMC-UvA, Amsterdam, NL, c Leiden University Medical Centre, Leiden, NL

Conclusion Introduction

In this study the timing of start of docetaxel treatment is associated with

No guidelines are available in the Netherlands on the best timing to start do-

overall survival. Taking other variables into account, starting later with doce-

cetaxel chemotherapy after diagnosis of metastatic Castration Refractory

taxel treatment shows a small but statistically and clinically significant bene-

Prostate Cancer (mCRPC). This exploratory study is based on institutional

fit on overall survival in this cohort. At the same time the results show no

experience with docetaxel treatment in mCRPC patients and is intended to

difference in survival since start of docetaxel, which suggests that docetaxel

explore the possible relationship between timing of initiation of docetaxel

treatment can be safely postponed until a later stage. This finding must be in-

treatment and survival, and whether there is an optimal timing of start of do-

terpreted carefully due to methodological limitations of the current study,

cetaxel treatment.

but warrants further investigation in future studies.

Patients and Methods

Keywords

Patients treated with docetaxel chemotherapy for mCRPC between 2004

Metastatic castration refractory prostate cancer; Docetaxel; Prognosis;

and 2012 in the Reinier de Graaf Hospital in Delft, the Netherlands, were in-

Survival

cluded. Univariable and multivariable Cox proportional hazards modelling was used to evaluate whether survival after diagnosis of mCRPC was related to start time of docetaxel chemotherapy after controlling for the most important clinical characteristics at baseline.

Adolescent alcohol intoxication in the Netherlands: educational level and consequences of recurrent hospitalization Auteur(s)

Methods

F.A. de Klerk1, N. van der Lely1, J.J. van Hoof2

In the period 2007-2013, 2794 adolescents who were admitted due to acute alcohol intoxication with reduced consciousness were investigated.

1

Department of Pediatrics, Reinier de Graaf Hospital, P.O. Box 5011, 2600

GA, Delft, The Netherlands

Results

2

Among alcohol intoxicated adolescents more HAVO students were present,

Behavioral Sciences Faculty, Unversity of Twente, P.O. Box 217, 7500 AE,

Enschede, The Netherlands

compared to general Dutch population, while less VMBO and VWO stu-

Keywords : Adolescents, alcohol intoxication, education, recidivists.

dents were present. Higher educational levels, but not school performances, were associated with higher BAC (blood alcohol concentration).

Correspondence:

A relapse percentage of 1.2% was found. Recidivists being more often male

F.A. de Klerk, MD, Reinier de Graaf Hospital

and already known by care organizations, but they were equal in school level

PO BOX 5011, 2600 GA, Delft, The Netherlands

distribution and school performances, compared to non-recidivists. Further-

Tel.: +31152603688, Fax: +31152603559

more, 20.5% of alcohol intoxicated recidivists declined in school level be-

E-mail: frouktjedeklerk@hotmail.com

tween first and second admittance, and 12.8% repeated. Surprisingly, 20.5% increased in school level.

Objective This study aims to identify school factors that are associated with alcohol in-

Discussion

toxication and to analyze the effect of alcohol intoxication on school level

Lower educated adolescents are not more frequently involved in alcohol in-

and performances in recidivists.

toxication compared to higher educated adolescents.

Reinier Research


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 29

29

The found relapse percentage is higher than in a

search is needed on the causal relation between

and performances between first and second ad-

previous study, however this probably neverthe-

alcohol and school level.

mittance, suggest a negative impact of alcohol intoxication on educational performances.

less is an underestimation because not all intoxications are seen by pediatrics and any relapse

Conclusions

However, more research is needed on the causal

from the age of 18 will not be treated at a pedia-

Adolescent alcohol intoxicants are a demographic

relation between alcohol and educational level in

tric department.

reproduction of society and therefore prevention

order to more specifically design new preventive

Decline in school level and performances be-

campaigns should focus on all adolescents, re-

strategies.

tween first and second admittance, suggest a ne-

gardless educational level.

gative impact of alcohol intoxication on school

Future research is needed to investigate possible

performances. However we have no clear expla-

underlying psychosocial problems in alcohol in-

nation for the increase in school level. More re-

toxication recidivists. Decline in educational level

Effectiviteit van een gesteelde periostlap bij radicaalholten in cholesteatoom chirurgie Auteur(s)

20 tot 60% . Verschillende factoren kunnen hier-

nog geïnfecteerd was door analyse van poliklini-

Nanno Peek, afdeling KNO RdGG

bij een rol spelen zoals een hoog facialis spoor,

sche beschrijving.

een te kleine meatus, een zeer grote holte of mu-

Introductie

cosale en/of buis van eustachius problemen. Bij

Er zijn verschillende chirurgische technieken om

een holtebekleding met een goede epitheliale mi-

Na 8 mnd en na 12 mnd was er een significant

Chronische Otitis Media met Cholesteatoom te

gratie is er meer kans op een droge en zelfreini-

droger holte bij de gesteelde lap groepin vergelij-

verwijderen. Bij een uitgebreid groeiend -, of re-

gende radicaalholte.

king met de radicaalholte zonder gesteelde

cidief cholesteatoom is er door het verwijderen

Resultaat

lap(p=0.016, en p=0.014, Fisher Exact). Er werd 1

van de gehoorgang soms een betere expositie.

Methode

recidief in de holte aangetroffen in een holte met

Het primaire doel bij het formeren van een radi-

30 radicaalholten zonder en 22 radicaalholten

een gesteelde lap.

caalholte is om het cholesteatoom volledig te ver-

met een gesteelde zwaailap worden vergeleken.

wijderen en om vervolgens een veilige en droge

De operatie’s werden verricht door eenzelfde

Conclusie

holte te creëren. Het aantal mild chronisch ont-

operateur in het RdGG.

bedekking van een gesteelde periostlap in een ra-

stoken radicaalholten postoperatief wisselt van

Retrospectief werd beoordeeld of de radicaalholte

dicaalholte geeft een betere genezing.

Functional outcome results of revision hip arthroscopy for femoroacetabular impiingement Auteur(s)

Score (HOS) and the Visual Analogue Scale

pincer deformities were resected, five labral adhe-

M.A. Röling , N.M.C. Mathijssen, R.M. Bloem

(VAS) for pain. We identified and analyzed all re-

sions were resected and in ten patients osteoar-

Orthopaedic surgery department, Reinier de

vision arthroscopies of patients with at least one

thritis grade III was identified.

Graaf Hospital Delft

year follow up after initial hip arthroscopy.

Objective

Results

Functional outcome scores after revision hip ar-

Despite high success rates in hip arthroscopy for

Nineteen patients out of 154 had a revision hip

throscopy improved and the VAS score for pain

femoroacetabular impingement (FAI) and labral

arthroscopy (12%). Thirteen patients were fe-

improved with more than the MCID. Residual

tears, a revision hip arthroscopy is sometimes in-

male, mean age was 38.8 years and the average

deformity and adhesions of the labrum are the

dicated. Analyzing these revision cases can im-

follow up after revision was 1.6 year. Two pa-

main etiologies for revision hip arthroscopy. Pro-

prove the knowledge regarding FAI and can help

tients underwent a third hip arthroscopy and one

ceeding degenerative changes of the hip joint

us to optimize the treatment of this condition.

patient received a total hip arthroplasty. Average

causes poor outcome after hip arthroscopy. Accu-

VAS for pain declined significantly from 7.1 to

rate identification of the impinging deformity

Methods

3.1, average mHHS score raised from 54.3 to

and optimizing the staging of osteoarthritis is an

Since 2011, all patients who had a hip arthros-

65.2 points and the average HOS ADL signifi-

important factor for a better patient outcome

copy for FAI at RdGG Hospital are included in a

cantly increased from 50.2% to 62.6% after hip

after hip arthroscopy

prospective cohort. Demographic characteristics

revision arthroscopy. The VAS for pain improved

and questionnaires are registered: the modified

with the minimal clinical important difference

Harris Hip Score (mHHS), the Hip Outcome

(MCID). Seven persisting cam and five persisting

Discussion and conclusions

April 2016


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:22 Pagina 30

30

Reproducibility of de Morton Mobility Index (DEMMI) Dutch version Auteur(s)

Results

Petrus A.A. Smout, PT, Msc Epidemiology, Henrica C.W. de Vet, PhD, Prof,

The reliability of DEMMI scores was acceptable (ICC=0.95(95%CI: 0.92–

Nico L.U. van Meeteren, PT, PhD, Prof, Geke. A. Blok, PhD.

0.97)).

Reinier de Graaf Group, TNO Leiden and EMGO/ VUmc

The reliability per DEMMI item, for nominal and ordinal date, ranged from 0.34 to 1.00 and from 0.69 to 0.88, respectively.

Objective

Measures showed good agreement on the Bland & Altman test; the 95% li-

To investigate the reproducibility, floor and ceiling effects of the Dutch ver-

mits of agreement were –12.58 to 12.62.

sion of the De Morton Mobility Index (DEMMI), a performance-based mea-

The MDC95 was 12.6 on the 100-point DEMMI scale.

sure of the mobility of clinical patients aged > 65 years.

The percent agreement between two assessors per item varied from 46% to

Design: a longitudinal applicability study and a cross-sectional reproducibi-

100%.

lity study (inter rater).

For none of the patients the maximum possible score of 100 or the lowest possible score of 0 the DEMMI was assessed.

Participants Physiotherapists (n=9) and clinical patients (n=50) (age >65y) with mixed

Conclusions

(co)morbidities in general hospital.

The DEMMI Dutch version is a reproducible performance-based measure for assessing mobility in clinical older patients with a broad range of pathologic

Main outcome measures

disorders.

The reliability of DEMMI scores and per item are assessed using intraclass

The DEMMI does not have floor or ceiling effects, and can be used for assess-

correlation coefficient and Cohen’s Kappa, respectively.

ment of mobility for all patients with diverse pathologic disorders in hospi-

The agreement of DEMMI scores are assessed using the Bland & Altman me-

tal.

thod, the MDC95, the SEMagreement. The agreement between two assessors per item is assessed using the percent agreement.

Key Words: hospitals; applicability; reproducibility of results; geriatric

The percentage of participants who scored the highest and lowest possible

assessment; mobility limitation

score on the DEMMI was calculated to determine whether a floor and ceiling effect occurred.

Reinier Research


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:23 Pagina 33

33

Gepromoveerd Diana van Rooijen Sensory and motor dysfunction in complex regional pain syndrome Sensorische en motorische dysfunctie bij complex regionaal pijn syndroom (CRPS)

Samenvatting Complex regionaal pijn syndroom (CRPS) is een aandoening die wordt gekenmerkt door pijn in combinatie met verscheidene afwijkingen als temperatuurverschillen, zwelling en gevoelsstoornissen in armen of benen. Klachten ontstaan meestal na een ongeval (breuk of een kneuzing) of een operatie. Een gedeelte van de patiënten ontwikkelt hierbij ook motorische klachten, van verminderde kracht tot aanhoudende abnormale standen, ook wel dystonie genoemd. Het voornaamste doel van dit proefschrift was sensorische stoornissen bij CRPS te bestuderen en de bijdrage hiervan aan de motorische disfunctie te onderzoeken. Een tweede doel was de kwantificatie van de motorische stoornissen te verbeteren. Allereerst is een systematische review uitgevoerd naar alle gepubliceerde patiënten met bewegingsstoornissen die zijn ontstaan na een perifeer trauma (bijv. een breuk, kneuzing of een operatie) om meer inzicht te krijgen in de kenmerken van deze stoornissen. Deze review liet zien dat de bewegingsstoornis tonische dystonie het meest voorkomt na een perifeer trauma, vaak in combinatie met pijn en sensorische stoornissen. Een derde van de patiënten had de diagnose CRPS. De gevoeligheid voor verschillende sensorische prikkels is onderzocht door middel van ‘quantitative sensory testing’; hierbij werden (pijn)drempels

dr. Diana van Rooijen

voor onder andere temperatuur, druk en vibratie gemeten op handen, voeten en de wang. Een verlaagde pijndrempel voor druk, uitgeoefend op een spier,

en in het bijzonder bij de patiënten met dystonie. Daarnaast bleken CRPS-

was de meest uitgesproken afwijking in aangedane ledematen van CRPS

patiënten met dystonie minder goed in staat om in te schatten hoeveel kracht

patiënten met én zonder dystonie, in vergelijking met gezonde controleper-

zij uitoefenden dan CRPS-patiënten zonder dystonie. Concluderend werden

sonen. Daarnaast is een relatie gevonden tussen sensorische disfunctie en

er aanwijzingen gevonden dat een verminderd krachtsgevoel een rol kan

verminderde motorische (dis)functie.

spelen bij de motorische disfunctie bij CRPS.

Tevens bleek dat een verlaagde drukpijndrempel in spieren ook in níet-aan-

Om de ernst van de abnormale standen die voorkomen bij CRPS patiënten

gedane ledematen van CRPS-patiënten de meest afwijkende gevoelsstoornis

nauwkeuriger te kunnen meten in de toekomst, is een nieuw meetinstru-

was, zowel bij patiënten mét als zónder dystonie. Mogelijk wijst dit op een

ment ontwikkeld op basis van de actieve range of motion. De range of

verstoring in de centrale pijnverwerking bij patiënten met CRPS. De

motion scale (ROMS) is klinimetrisch getest en bleek betrouwbaar en valide.

verlaagde drempel in niet aangedane ledematen wijst mogelijk op een verstoring in de centrale pijnverwerking bij patiënten met CRPS. Aangezien een

Promotiedatum: 3 november 2015

verlaagde drukpijndrempel in zowel aangedane als niet-aangedane ledema-

Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)

ten de meest voorkomende afwijking is, zou het meten van drukpijndrempels een belangrijke uitkomstmaat kunnen zijn in toekomstige (therapeutische) studies en mogelijk gebruikt kunnen worden om het verloop van de aandoening te volgen. De bijdrage van een andere sensorische modaliteit, proprioceptie, werd onderzocht in een studie waarbij CRPS-patiënten mét en zónder dystonie kracht moesten leveren tijdens een knijptaak (mét en zonder visuele feedback). De vrijwillige knijpkracht was sterk verminderd bij CRPS-patiënten,

Reinier Research

April 2016


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:23 Pagina 35

35

Gepubliceerd Door: Dave Schweitzer In deze rubriek beschrijven wij alleen publicaties van in het RdGG geïnitieerd en uitgevoerd onderzoek. Dekker JW, Gooiker GA, Bastiaannet E, van den Broek CB, van der Geest LG, van de Velde CJ, Tollenaar RA, Liefers GJ. Cause of death the first year after curative colorectal cancer surgery; a prolonged impact of the surgery in elderly colorectal cancer patients. Eur J Surg Oncol. 2014 Jun 6.

van de Berg P, van Haard PM, van den Bergh JP, Niesten DD, van der Elst M, Schweitzer DH. First quantification of calcium intake from calcium-dense dairy products in Dutch fracture patients (the Delft cohort study). Nutrients. 2014 Jun 23;6(6):2404-18.

Colorectaal carcinoom is berucht om de hoge1-jaars postoperatieve sterfte-

landse vrouwelijke en 372 manlijke fractuurpatiënten en een gezond cohort

cijfers. In dit onderzoek wordt de oorzaak van sterfte geanalyseerd onder

patiënten uit de USA. Nederlanders in Delft en omstreken consumeren

1924 patiënten met stadium I-III colorectaalcarcinoom, gebruik makend van

dagelijks gemiddeld drie zuivelhoudende consumpties, onafhankelijk van

de kankerregistratie West Nederland. De oversterfte door deze vorm van

leeftijd, geslacht of bevolkingsdichtheid. Nederlandse vrouwen en mannen

kanker wordt bepaald door deze database af te zetten tegen een nationale

consumeren op dagbasis gemiddeld 790 mg calcium via zuivelproducten en

database.13.2% van de patiënten waren binnen 1 jaar overleden, 43% van de

dat betekent dat 11.3% van de vrouwen en 14.2% van de mannen voldoen

oudere patiënten met acute presentatie. Patiëntensterfte kon in 75% aan het

aan de Nederlandse aanbeveling 'calciumconsumptie uit voeding'. Deze per-

hebben van kanker worden toegeschreven en in 25% aan postoperatieve

centages lagen op 60,5% and 59.1% indien de calciumconsumptie uit andere

complicaties. Juist de oudere patiënt met comorbiditeit was bepalend voor de

voedselbronnen daarbij werd opgeteld. Er waren geen correlaties tussen cal-

1-jaars sterfte. Dit betekent dat er aan deze groep extra aandacht moet wor-

ciumconsumptie uit zuivelproducten en de botmineraaldichtheid (BMD) of

den besteed.

met het voorspelde fractuurrisico. Uit subanalyse bleek echter wel dat cal-

De consumptie van melkproducten werd vergeleken tussen 1526 Neder-

cium uit zuivelproducten negatief met het krijgen van een heupfractuur

de Putter CE, van Beeck EF, Burdorf A, Borsboom GJ, Toet H, Hovius SE, Selles RW. Increase in upper extremity fractures in young male soccer players in the Netherlands, 1998-2009. Scand J Med Sci Sports. 2014 Jul 2.

correleerde en dat heupfractuur bij de moeder van de patiënt voorspellend

Dit onderzoek inventariseert bovenste ledemaatfracturen (UEFs genoemd in

nationale database (periode 1998-2009). De resultaten werden uitgedrukt in

Verburg H, van de Ridder LC, Verhoeven VW, Pilot P. Validation of a measuring technique with computed tomography for cement penetration into trabecular bone underneath the tibial tray in total knee arthroplasty on a cadaver model. BMC Med Imaging. 2014 Aug 27;14:29.

jaartrends UEFs per 1000 jeugdvoetballers. Onder de groep voetballende

Om loslating te voorkomen moet cement onder een totale knieprothese in

jongens van 5-10 jaar waren er 19,4% UEFs, in de groep van 11-14 jaar

bot 3 tot 5 mm doordringen. CT beelden kunnen dit laagje cement zichtbaar

73,2% en in de groep van 15-18 jaar 38,8% UEFs. Het aantal UEFs

en analyseerbaar maken. In dit onderzoek werd nagegaan in hoeverre CT

correleerde in alle leeftijdgroepen met kunstgras terwijl voetballen op kunst-

beelden reproduceerbaar en betrouwbaar zijn. CT beelden werden met de

gras en het aantal fysieke contactmomenten alleen onafhankelijk

prothese in situ en na verwijdering vergeleken om voor het effect van metaal

correleerden in de groep voetballers in de leeftijdcategorie 15-18 jaar.

te kunnen corrigeren. CT afgebeeld bot onder het tibiaplateau en het doorge-

het onderzoek) onder Nederlandse voetballende jongens en vergelijkt echte gras met kunstgras en doet onderzoek naar voetbalgerelateerde contactmomenten. De onderzoekers analyseerden de uitkomsten van een bestaande

was voor de huidige fractuur. De calciumconsumptie uit zuivelproducten was onder Nederlanders en Amerikanen ongeveer gelijkwaardig.

drongen cementlaagje konden heel goed van elkaar worden onderscheiden.

van Melick EJ, Wilting I, Ziere G, Kok RM, Egberts TC. The influence of lithium on calcium homeostasis in older patients in daily clinical practice. Int J Geriatr Psychiatry. 2014 Jun;29(6):594-601.

Het effect van metaal door de prothese bleek verwaarloosbaar klein. Het CT

Dit cross-sectionele onderzoek werd gehouden onder 111 oudere patiënten

laagje onder een totale knieprothese.

gedetermineerde cementlaagje kwam goed overeen met de maatvoering vastgesteld aan transversaal gemeten botdichtheid. Geconcludeerd werd dat de CT techniek goed bruikbaar is voor verder onderzoek naar het cement-

met psychiatrische stoornissen. Doel was om het effect van lithium op de calciumhomeostase te analyseren. Nagegaan werd of de duur van lithiumgebruik van invloed was op de prevalentie van hypercalciemie, verhoogde PTH spiegels of 24-uurs urine calciumexcretie. Dit bleek niet aan de orde. In deze groep patiënten bestond een verhoogde PTH concentratie bij 47,8%. Ook werd er een negatieve correlatie gevonden tussen de duur van lithiumge957969.011EXP01/01/2018

bruik en de vitamine D spiegels; 76,6% langgebruikers van lithium (d.w.z. meer dan 10 jaar) bleken een vitamine D deficiëntie te hebben (<50 nmol/L).

Reinier Research

April 2016


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:23 Pagina 41

41

Uitwerking casus Deze voedingsassistente heeft het Yellow Nail syndroom, dus antwoord C is goed. Het syndroom is vaak een uiting van een onderliggende ziekte maar het exacte mechanisme is niet bekend. Deze vrouw had 12 maanden eerder voor het eerst dubbelzijdige longontsteking en daarna was zij continu neus verkouden. Dit syndroom omvat meestal gecombineerde afwijkingen en zich steeds herhalende neusverkoudheden en ontstekingen. Er zit niet veel anders op dan de symptomen te bestrijden en in te grijpen op het moment dat het nodig is. Een oorzakelijke behandeling is niet ‘’voorhanden’’. Met goede uitleg door de arbeidsgeneeskundige hervatte deze werkneemster haar dagelijkse arbeid.

April 2016


R DE GRAAF_Opmaak 1 22-04-16 10:24 Pagina 52

Wetenschapkalender April 2016

Medische Opleidingen & Wetenschap Inschrijven in Reinier Academie of via Irma Maas (I.Maas@rdgg.nl) Cursus

2016

Tijd

Epidemiologie (introductie)

14 september, 21 september, 28 september, 5 oktober

17.30 – 18.30 uur

Good Clinical Practice

MCH: cursus 9 juni Examen: 16 juni Haga: cursus 12 september Examen: 19 september

Good Clinical Practice: herregistratie

RdG: cursus 12 april MCH: cursus 9 september

Methodologie: opzetten van wetenschappelijk onderzoek

Bij voldoende aanmeldingen

Pubmed: zoeken van wetenschappelijke literatuur

Info cursus via medische bibliotheek

Statistiek met SPSS: Basiscursus

7 juni, 14 juni, 21 juni,5 juli

17.00 – 19.00 uur

Wetenschappelijk schrijven in het Engels: leergang

20 september, 4 oktober, 1 november, 15 november, 29 november, 13 december

17.30 – 20.00 uur

Signaleren huiselijk geweld en kindermishandeling

Nieuwe data wordt nog bekend gemaakt

09.00 – 16.00 uur

STAP Training (Semulation-based Teaching and Practice)

14 en 15 april en 9 en 10 mei

TAS training (Multidisciplinaire Training in de acute fase in de Obstetrie)

14 maart, 13 juni, 10 oktober

Van 08.30 – 12.15 uur Van 13.30 – 16.45 uur

CASTOR training (datamanagement)

11 april

Van 16.00 – 19.00 uur

Lunchbijeenkomst voor coassistenten* * Aanmelden via Coassistenten@rdgg.nl of I.Maas@rdgg.nl

14 april, 4 mei, 2 juni 14 juli, 3 augustus

12.00 - 13.15 uur

RdG: 17.30 -21.00 uur MCH: 09.00 – 13.00 uur

Gasthuispraatje 11 april 2016 17 t/m 20 april 2016 18 mei 2016 15 juni 2016

Gasthuispraatje: Delfts Allergie Centrum Vlieland nascholing Gasthuispraatje: Hygiene Infectiepreventie. Avond ook voor doktersassistenten. 10 Jaar Gasthuispraatje

Overige evenementen 6 juni 2016 12 juli 2016

Thema avond Innovatie Medische Staf Reinier de Graaf Congresdag/Masterclass in RdGG voor 2e en 3e jaars medische studenten met interesse voor chirurgie


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.