Mondriaan Fonds - Jaarverslag 2016

Page 1

Jaarverslag 2016



Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

3

Aan de lezer, Voor u ligt het jaarverslag 2016 van het Mondriaan Fonds, het publieke stimuleringsfonds voor beeldende kunst en cultureel erfgoed. Een bijzonder jaarverslag, want het fonds sluit hiermee niet alleen het achterliggende jaar, maar ook de cultuurplanperiode 2013-2016 af. Een vruchtbare periode, waarin het fonds heeft bijgedragen aan talloze projecten die de productie en de presentatie van erfgoed en kunst uit Nederland bevorderen. Daarmee stimuleert het fonds een dynamische en rijke sector van beeldende kunst en cultureel erfgoed, die zo belangrijk zijn voor de Nederlandse samenleving. Kunst en cultuur dragen onbedaarlijk bij aan ons leven. Ze zijn van onschatbare waarde als vrijhavens van de verbeelding. Juist die verbeelding, creatief talent, is in dit tijdsgewricht belangrijker dan ooit. Kunst, in welke vorm ook, kan vertrouwen helpen ontwikkelen. Vertrouwen op je identiteit, op je omgeving, op de toekomst. En kunst stimuleert niet bang te zijn voor het onbekende, maar dat juist te verkennen. Kunstenaars gaan uit van mogelijkheden in plaats van grenzen. Van het afwijkende zien ze het bijzondere. En ze reageren los van dogma’s op vragen over het leven. Het loont om dat te koesteren. Een samenleving die luistert naar zijn kunstenaars herkent in diversiteit schoonheid en in verandering kansen. Het vertrekpunt van het Mondriaan Fonds is de burger namens wie het investeert in kunst en cultureel erfgoed. De aanvragers van het fonds variëren van kunstenaars, bemiddelaars en uitgevers, tot musea en andere erfgoedinstellingen, galeries en publieke en private opdrachtgevers. Zij wisten het fonds de afgelopen vier jaar goed te vinden. Deze cultuurplanperiode begon met een forse bezuiniging op het budget van het Mondriaan Fonds. Dat betekende minder geld voor bijdragen aan aanvragers. Het betekende ook dat de bemensing van het fonds zelf moest inkrimpen. De afgelopen vier jaar kon het fonds voor de bijdragen aan kunst en erfgoed nog enkele reserves inzetten uit de periode vóór 2013. Toch liet de bezuiniging zich sterk voelen. Dat gold met name voor talentontwikkeling, voor het aankoopfonds musea en andere erfgoedinstellingen en voor de meerjarenprogrammering presentatie-instellingen. Voor talentontwikkeling kreeg het fonds van het ministerie van OCW tijdelijk extra geld in 2014 en met name ook 2015 en 2016. Dat gold ook voor het aankoopfonds (in 2016) en – voor de komende cultuurplanperiode – voor de presentatie-instellingen. Voor musea en andere erfgoedinstellingen kwam vanaf 2013 geld voor een nieuwe bijdrage die samenwerking met meerwaarde moet bevorderen. Ondanks deze extra middelen worden de gevolgen van de drastische bezuinigingen steeds meer zichtbaar. De spreekwoordelijke rek van de kunstsector is er uit. Dat neemt niet weg dat er in de afgelopen vier jaar met bijdragen van het fonds veel is gerealiseerd, zoals u op de volgende pagina’s kunt lezen. De opzet van dit jaarverslag is als volgt: in ‘De Oogst’ vindt u op hoofdlijnen wat er de afgelopen cultuurplanperiode is gebeurd en in hoeverre het fonds de doelen zoals het die had geformuleerd aan het begin van de cultuurplanperiode heeft bereikt. Daarna volgt informatie over de algemene werking van het fonds, samenwerking met partners, activiteiten voor zichtbaarheid en de financiële stand van zaken. De pagina’s met het meer algemene verhaal worden telkens afgewisseld met tekst en beeld over de verschillende specifieke bijdragen van het fonds en quotes van aanvragers. Meer informatie over de werking van het fonds en de resultaten van de bijdragen vindt u op onze website: mondriaanfonds.nl. Birgit Donker directeur-bestuurder Mondriaan Fonds



Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

5

Inhoud De oogst van vier jaar Mondriaan Fonds

7

Behandeling aanvragen

19

Pilotprojecten

23

Gezamenlijke activiteiten

31

Partners

37

Activiteiten voor zichtbaarheid en transparantie

43

Fonds achter de schermen

55

Kwaliteitszorg

63

FinanciĂŤn

67

ContinuĂŻteit van het beleid

69



Bijdragen 6 Werkbijdrage Jong Talent 8 Bijdrage Meerjarenprogramma’s Presentatie-instellingen Beeldende Kunst 10 Werkbijdrage Bewezen Talent 12 Bijdrage Meerjarenprogramma’s Musea en overige Erfgoedinstellingen 14 Bijdrage Opdrachtgeverschap 16 Werkbijdrage Jong en Bewezen Talent plus Opdrachtgever 18 Bijdrage Praktijkverdieping: Postacademische Instellingen 20 Bijdrage Praktijkverdieping: Vrije Praktijkverdieping en Assistentiebijdrage 22 Bijdrage Praktijkverdieping: Talentontwikkeling in Internationale Context 24 Bijdrage Gastateliers 26 Projectinvestering Instellingen 28 Projectinvestering Kunstenaar en Bemiddelaar 30 Bijdrage Collectieprogramma’s 32 Bijdrage Incidentele Aankopen 34 Bijdrage Collectiemobiliteit 38 Projectinvestering Herinnering Slavernijverleden 40 Bijdrage Samenwerking Musea 42 Bijdrage Presentaties Buitenland 44 Bijdrage Kunstbeurzen 46 Mobiel Erfgoed Lening 48 Bijdrage Wet Behoud Cultuurbezit 50 Bijdrage Publicaties 52 Bijdrage Veiligheidszorg 54 KunstKoop 56 Bijdrage Internationale Samenwerkingsprojecten Erfgoedinstellingen 58 Oriëntatiereis 60 Internationaal Bezoekersprogramma 62 Prospects & Concepts 64 Prix de Rome 66 Biënnale van Venetië


Joris Strijbos, render uit het Tone Color System programma, 2017

Gehonoreerd > Werkbijdrage Jong Talent

Joris Strijbos – langer nadenken over nieuwe insteek ‘Als autonoom kunstenaar ben ik voortdurend bezig met exposities en projecten. Met deze werkbijdrage kan ik even wat langer nadenken over een nieuwe insteek, experimenteren, onderzoek doen. Door een jaar lang te kunnen werken aan één licht-en-geluidinstallatie hoop ik zowel kwalitatief als conceptueel naar een hoger niveau te komen. Momenteel concentreer ik me op werken met kleur. De schaal is groter dan voorheen, zelfs zaal vullend. Zonder de gebruikelijke productiedruk kan ik gedegener te werk gaan, dingen uitproberen en bijschaven totdat het helemaal goed is.’ Joris Strijbos (beeldend kunstenaar)


Werkbijdrage Jong Talent Met de Werkbijdrage Jong Talent (WJT) kunnen beloftevolle, beginnende beeldend kunstenaars nieuw werk ontwikkelen. De bijdrage (18.000 euro) gebruiken zij bijvoorbeeld voor het bekostigen van materiaal en apparatuur, het verrichten van onderzoek en het uitvoeren van projecten in binnenof buitenland. Doel van de bijdrage is artistieke ontwikkeling en cultureel ondernemerschap te stimuleren, zodat werk tot stand komt dat een betekenisvolle bijdrage kan leveren aan de hedendaagse beeldende kunst in Nederland. In 2016 resulteerde de investering van het fonds in 79 WJT’s; significant meer dan de voorgaande jaren. Dit betekent dat bijna tachtig talenten een jaar lang een impuls kunnen geven aan hun professionele werkpraktijk en hun ondernemerschap kunnen ontwikkelen. Zoals bijvoorbeeld Olfa Ben Ali die gedurende haar werkperiode een film over vluchtelingen in Griekenland, Frankrijk en Hongarije maakt en achtergelaten objecten verwerkt tot een sculptuur. Het resultaat is het glossy Re-Fuse Magazine, in samenwerking met Ai Weiwei en Vivienne Westwood. Een overzicht van de resultaten van deze investering is jaarlijks te zien tijdens de tentoonstelling Prospects & Concepts tijdens Art Rotterdam en de bijbehorende publicatie. De lichting van 2016 zal de resultaten in januari 2018 tonen. 2013-2016 In de praktijk geven de kunstenaars aan de werkperiode vooral te hebben

gebruikt voor inhoudelijk en praktisch experiment, bijvoorbeeld onderzoek naar andere, betere materialen. De investeringen kunnen ook concreet zijn, zoals camera’s, printers, laptops en gereedschap, die de kunstenaars in staat stellen opdrachten professioneler uit te voeren. Het Mondriaan Fonds formuleerde in 2013 een aantal specifiekere doelen voor deze bijdrage, waarbij de nadruk is gelegd op de kwaliteit, het ondernemerschap en zichtbaarheid van het jonge talent. Tussen 2013 en 2016 reflecteerde jaarlijks een effectmetingscommissie op exact deze onderwerpen. De commissie concludeerde onder meer dat de kwaliteit van de groep kunstenaars die een WJT ontving over het algemeen bovengemiddeld is. Zij zien dat de kwalitatief sterkere academieverlaters de bijdrage goed weten te vinden. Belangrijke conclusie is bovendien dat deze groep kunstenaars in de werkperiode meer focus krijgt: ‘De toekenning van een WJT en de deelname aan de presentatie zijn belangrijke vormen van erkenning. Bovendien: door de (financiële en mentale) ruimte die de werkbijdrage biedt, kunnen deze kunstenaars zich langere tijd op hun werk concentreren en dat heeft een versnelde ontwikkeling van hun oeuvre tot gevolg, wat zich uit in hogere kwaliteit.’ Kortom: WJT-ontvangers komen volgens de experts relatief snel tot een eigen artistieke persoonlijkheid en eigen stem.


Wat betreft de zichtbaarheid van het werk geeft negentig procent van de WJT-ontvangers aan tijdens of vlak na de WJT-periode deel te hebben genomen aan groep- of solo-exposities. Dat is veel, aangezien sommige meer conceptuele kunstvormen zich lastig lenen voor de traditionele presentatievormen. Bovendien geeft meer dan de helft van de WJT-ontvangers aan een werk te hebben verkocht tijdens of vlak na de werkperiode en een derde geeft aan incidentele of vaste vertegenwoordiging door een galerie te hebben gevonden. Ook dat zijn prima resultaten; kunstvormen als videokunst liggen overigens lastiger in de commerciĂŤle kunstmarkt. Gevraagd naar de manieren waarop de kunstenaars zelf hun werk onder brede aandacht brachten, noemen zij vooral nieuwsbrieven, websites, Facebook en andere sociale media. Daarnaast doen ze (inter-)nationaal mee aan tentoonstellingen, performances en festivals. De presentatie Prospects & Concepts is bovendien volgens vrijwel alle ontvangers essentieel voor de Nederlandse zichtbaarheid van hun werk. De resultaten sluiten kortom aan bij het doel van de bijdrage: het stimuleren van artistieke ontwikkeling, zichtbaarheid en cultureel ondernemerschap. 2016 Aantal aanvragen: 181 Totaal gevraagd bedrag:â‚Ź 3.258.00 Gehonoreerd: 79 Toegekend bedrag: â‚Ź 1.422.000 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 512 Totaal gehonoreerd: 213


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

De Oogst van vier jaar Mondriaan Fonds Het stimuleren van de productie en de presentatie van relevante beeldende kunst en cultureel erfgoed uit Nederland: dat was de afgelopen vier jaar het voornaamste doel van het Mondriaan Fonds. Of het nu gaat om twee indringende videowerken van Steve McQueen – aanwinsten voor ons allemaal in het Stedelijk Museum Amsterdam –, het tonen van ons gedeelde verleden op Saba bij het Saba Heritage Center, een permanente kinderpresentatie ‘BOS’ in Natuurmuseum Brabant of het langlopende slowfotografie project ‘Via PanAm’ van Kadir van Lohuizen. Met dit jaarverslag reflecteert het fonds op die opdracht, op de doelstellingen die eruit voortvloeiden en op de resultaten. Het fonds betreedt daarmee deels onbekend terrein. Natuurlijk is het niets nieuws dat het fonds zich verantwoordt via het jaarverslag; het jaaroverzicht waarin iedereen kan lezen wat gebeurde met de publieke middelen die aan het fonds werden toevertrouwd. Nieuw is wel de manier waarop. In plaats van enkel een opsomming van activiteiten en resultaten, legt het fonds verantwoording af door een vergelijking van doel en resultaat. Dat geldt zowel voor de zeven algemene kerndoelen van het fonds als de doelstellingen per specifieke bijdrage. Het Mondriaan Fonds heeft ruim twintig bijdragen die alle het algemene doel van het fonds dienen en vervolgens zijn toegespitst op verschillende aanvragers. Dat kan zijn een museum dat een aankoop wil doen die een aanwinst is voor de Collectie Nederland of een kunstenaar die zijn praktijk wil verdiepen. Er zijn ook stimuleringsbijdragen voor opdrachtgevers, galeries of uitgevers. De resultaten van de verschillende bijdragen plus een specifiek voorbeeld staan beschreven in het inlegkatern in dit jaarverslag. De kerndoelen worden in het nu volgende hoofdstuk beschreven. Kerndoel: Bijdragen aan relevante kunst en erfgoed Over het centrale doel – de productie en presentatie van relevante kunst en erfgoed – expliciteerde het Addendum dat directeur-bestuurder Birgit Donker met medewerkers schreef bij het beleidsplan 2013-2016: ‘Dat stimuleren gebeurt niet lukraak, maar op die plekken van relevante artistieke en culturele ontwikkeling waar de markt zijn werk (nog) niet doet. Daarbij richten we ons op kunst en erfgoed uit Nederland in binnen- en buitenland. Het Mondriaan Fonds werkt als katalysator. Het stimuleert de laboratoriumfunctie van beeldende kunst en erfgoed en de prikkelende en samenbindende rol die zij spelen in de samenleving.’ Aantallen bijdragen en activiteiten Dat er behoefte is aan bijdragen van het fonds blijkt uit het aantal aanvragen en toekenningen. Een grafiek laat de ontwikkeling zien van de aantallen aanvragen en toekenningen in de afgelopen vier jaar. >pagina 19 Maar hoe zit het met de kwaliteit en relevantie van die activiteiten waarvoor is aangevraagd? Voor alle publieke cultuurfondsen als het Mondriaan Fonds geldt dat het de experts zijn die bepalen wat de kwaliteit en relevantie inhoudt, op basis van door het fonds opgestelde criteria en in onderling overleg. Concreet stelde het Mondriaan Fonds zich dan ook ten doel: aanvragen worden op kwaliteit en relevantie beoordeeld door commissies van experts. Daarnaast stelde het fonds een systeem in van effectmeting waarbij het de resultaten van de plannen beoordeelde. >pagina 65 Kwaliteit was vier jaar lang een centraal criterium waarop het Mondriaan Fonds iedere binnengekomen aanvraag heeft getoetst. Alleen wanneer de experts het eens waren dat bijvoorbeeld een

7

aanwinst van uitzonderlijke kwaliteit en belang was, werd een bijdrage versterkt. Zo heeft de aankoop van het monumentale schilderij ´Entrance of the Theatre’ van Lawrence Alma-Tadema het Fries Museum in staat gesteld als enige museum in Nederland een goed overzicht te bieden van de ontwikkeling van Alma-Tadema. Het werk speelde onder meer een centrale rol in de succesvolle tentoonstelling ‘Alma-Tadema, Klassieke Verleiding’ die tot februari 2017 te zien was en die in de eerste drie maanden al meer dan honderdduizend bezoekers trok. Bij de beoordeling op kwaliteit ging het bij het werk van kunstenaars om onder meer zeggingskracht, onderzoekende houding, beheersing van gekozen middelen en samenhang tussen artistieke uitgangspunten en de wijze waarop die tot uitdrukking komen in het werk. Bij de bijdragen aan instellingen ging het om de vraag of de plannen zorgen voor de ontwikkeling en zichtbaarheid van beeldende kunst en erfgoed in Nederland en in het buitenland. Zo was winter 2016 tijdens één van de grootste en belangrijkste kunstevenementen in Zuid-Azië, de Kochi-Muziris biënnale in Kerala (India) werk te zien van vier Nederlandse beeldend kunstenaars: Gabriel Lester, Praneet Soi, Erik van Lieshout en Katarina Zdjelar. De biënnale zelf ontving een bijdrage van het fonds voor de presentatie van de kunstenaars en Van Lieshout ontving daarnaast een Projectinvestering Kunstenaar voor het maken van nieuw werk. Het stimuleren en tonen van kwalitatief uitzonderlijk talent stond niet alleen bij de bijdragen centraal, maar ook bij de activiteiten van het fonds, zoals de verschillende edities van de Prix de Rome en de Biënnale van Venetië. Over de kwaliteit van de presentaties in Venetië oordeelden vooraf de experts in de hiervoor samengestelde jury en achteraf verschillende nationale en internationale media. Zo schreef De Telegraaf onder de kop ‘Trots van Nederland in Venetië’ lovend over de Nederlandse inzending van herman de vries tijdens de Biënnale van Venetië 2015. In de buitenlandse media schreef Frieze: ‘herman de vries’ career spans more than 60 years. His unique vision affirms humankind’s relationship with nature’. En Whitewall, Artribune en The Independent namen de presentatie ‘to be all ways to be’ op in hun top vijf van beste paviljoens. Om aan de manier waarop aan de criteria kwaliteit en relevantie invulling wordt gegeven zoveel mogelijk perspectieven te verbinden, streefde het fonds naar een samenstelling van commissies en werknemers die verschillende perspectieven met zich mee brengen. Die samenstellingen (met een boven landelijk gemiddeld hoge diversiteit in achtergronden) maakte het mogelijk oog voor pluriformiteit te houden in de zoektocht naar kwaliteit: ‘intercultureel sensitief’ noemt de Code Culturele Diversiteit dit: ‘De mate waarin een persoon actief interesse toont in anderen, hun achtergrond, behoeften en perspectieven.’ Sinds 2013 worden alle adviseurs via een openbare oproep geworven: iedereen kan zich aanmelden. Het fonds spant zich in een zo divers mogelijk potentieel te bereiken, onder meer door te adverteren in regionale dagbladen en bij uiteenlopende organisaties. Door jaarlijks te selecteren op grond van die interculturele sensitiviteit poogde het fonds recht te doen aan de uiteenlopende contexten waarin de aanvragen ontstonden en ervoor te zorgen dat kwaliteit werd gemeten langs de lat van een eigentijdse niet-geïnstitutionaliseerde ontwikkelingen. Resultaat: de afgelopen vier jaar werden de aanvragen door 173 adviseurs beoordeeld, met 23 verschillende expertises, variërend van archeologie tot fotografie. In 2014 had de helft van de adviseurs in zijn dagelijkse praktijk te maken met de competentie interculturele sensitiviteit en aan het einde van 2016 was dat tweederde. Fonds als katalysator Een aanjager en facilitator van initiatieven in het kunstenveld: dat


Presentatie van de Beestachtige Schat als onderdeel van The International Village Shop in GfZK in Leipzig, 2016. Foto: Julia Rössner

Gehonoreerd > Bijdrage Meerjarenprogramma’s Presentatie-instellingen Beeldende Kunst

Kunsthuis SYB – kweekvijver voor internationale podia ‘Wat begint in de humuslaag van kleine kunstenaarsinitiatieven in de periferie, werkt vaak lang door. De International Village Shop van Wapke Feenstra bijvoorbeeld. Het nieuwe streekproduct dat zij hier samen met dorpsbewoners ontwikkelde, zegt iets over de culturele productie op het platteland en reist nu de wereld rond. Beetsterzwaag is voor veel residents een tussenstop voor werk dat nog niet af is maar dat uiteindelijk terechtkomt op internationale podia. Via de Triënnale van Beetsterzwaag en presentaties op Art Rotterdam en Supermarket Art Fair in Stockholm proberen we publiek naar onze kweekvijver te trekken.’ Maritt Serena Kuipers (directeur Kunsthuis SYB)


Bijdrage Meerjarenprogramma’s Presentatie-instellingen Beeldende Kunst De bijdrage is voor presentatie-instellingen met programma’s van één of twee jaar die bijdragen aan de ontwikkeling van of discussie over hedendaagse beeldende kunst. Instellingen vragen aan voor een serie inhoudelijk samenhangende activiteiten gericht op presentatie, experiment, opinie en debat. Doel is deze instellingen te stimuleren hedendaagse beeldende kunst op een inspirerende manier aan het publiek te tonen en de relatie met de burger te versterken. De aanvragen worden beoordeeld op kwaliteit. Ook regionale spreiding weegt mee in de beoordeling. Het Mondriaan Fonds draagt maximaal veertig procent bij. De overige zestig procent komt veelal van lokale overheden. Op presentatie-instellingen is fors bezuinigd: hun budget bij de basisinfrastructuur en het Mondriaan Fonds is tijdens de bezuinigingen in 2012 bijna gehalveerd, met overvraging van het fondsbudget als gevolg. Hoewel deze instellingen doorgaans met weinig mankracht veel weten te realiseren, hadden vele het moeilijk. Twaalf instellingen sloten in de afgelopen drie jaar inmiddels de deur. De instellingen hebben het zwaar om aan de eisen van meerdere partijen te voldoen, zoals fondsen, gemeentes en provincies. Zelfs met de inzet van de extra middelen en reserves staan de regionale spreiding en de diversiteit onder druk. In 2016 vroegen vijftig presentatie-­ instellingen voor ruim 7,6 miljoen euro aan. De 24 programma’s die op de meest aansprekende manier vorm en inhoud geven aan relevante ontwikke-

lingen op het gebied van hedendaagse beeldende kunst kregen bijdragen variërend van 55.000 tot 160.000 euro per jaar. De reserves die het fonds de voorbije jaren aansprak om bezuinigingen (in 2012 was er nog 2,7 miljoen euro, vanaf 2013 2,1 miljoen) op te vangen, waren in 2016 op. Toen de minister van OCW in september 2016 extra geld beschikbaar stelde voor presentatie-instellingen, organiseerde het fonds een tweede aanvraagronde. Door het grote aantal goede plannen en het beperkte budget, kreeg een aantal instellingen lagere bijdragen voor maximaal één jaar. In het verlengde van het circuit van presentatie-instellingen droeg het fonds voor het tweede jaar ook bij aan kunstinitiatieven verspreid over Nederland (zie ook pilotprojecten). 2013-2016 Het fonds wil bijdragen aan relevante,­landelijk gespreide presentatie-­ instellingen die zich programmatisch onderscheiden. Met bijdragen aan zeer uiteenlopende organisaties, van Aruba tot Beetsterzwaag, van Middelburg tot Hoorn, ontstaat een vruchtbaar klimaat voor experiment, ontwikkeling en presentatie van hedendaagse beeldende kunst. De bijdrage van het Mondriaan Fonds is volgens de adviescommissie van cruciaal belang voor de omvang, de kwaliteit en de diepgang van de programmeringen. Zonder bijdrage, zo geven instellingen zelf aan, ontbreekt een lange termijnperspectief en is het


voor presentatie-instellingen dikwijls onmogelijk om nieuwe producties te realiseren, internationale netwerken te onderhouden of opdrachten te geven. Omdat de bijdrage instellingen de kans biedt programma’s uit te voeren die bijdragen aan de ontwikkeling van of discussie over hedendaagse beeldende kunst, en deze koppelt aan een presentatiefunctie, blijft het van belang deze instellingen structureel te ondersteunen. Presentatie-instellingen koppelen hun internationale oriëntatie aan lokale betrokkenheid en inbedding. Bijna alle organisaties werken samen met andere culturele instellingen, maar ook maatschappelijke organisaties, onderwijs en particulieren. Presentatie-instellingen werken daarnaast samen met andere (private) fondsen, gemeentes en provincies om minstens zestig procent van de financiële dekking van de jaarprogramma’s te realiseren. Presentatie-instellingen fungeren steeds meer als opdrachtgever en geven kunstenaars ruimte, middelen en vaak ook begeleiding om nieuw werk te maken. Alle instellingen reserveren inmiddels honoraria voor kunstenaars, variërend van vaste tot flexibele bijdragen. Daarnaast gaan steeds meer instellingen langdurige relaties aan met kunstenaars, sommige ook met een extra bijdrage van het fonds (zie de Werkbijdrage Jong en Bewezen Talent plus Opdrachtgever).

2016 Aantal aanvragen: 50 Totaal gevraagd bedrag: € 7.651.993 Gehonoreerd: 24 (inclusief 2 toeken­ ningen na bezwaar) Toegekend bedrag: € 3.259.000 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 135 Totaal gehonoreerd: 71


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

is de rol die het Mondriaan Fonds de afgelopen vier jaar voor ogen had. Om de inbedding en het publieke draagvlak van de plannen van aanvragers zo groot mogelijk te maken, formuleerde het fonds in het Addendum het voornemen niet meer bij te dragen dan veertig procent van projectkosten bij instellingen. De afgelopen vier jaar is gebleken dat dat percentage in de praktijk zelfs veel lager lag: gemiddeld droeg het fonds een kwart bij van de projectkosten van instellingen als musea en archieven. Opvallend: eveneens een kwart van de gehonoreerde instellingen gaf éxpliciet aan dat de honorering door het Mondriaan Fonds cruciaal was om andere subsidiënten over de streep te trekken: ‘(…) het Mondriaan Fonds als participerende partner gaf de doorslag dat andere fondsen en sponsoren eveneens genegen waren financieel deel te nemen aan het project.’ Deze opmerking, veelvuldig in de eindrapportages terug te vinden, is een waardevol gegeven. Het betekent dat een toekenning door het Mondriaan Fonds doorgaans wordt gezien als een vorm van erkenning. Maar het betekent ook iets anders. De afgelopen vier jaar investeerde de Nederlandse burger, via het Mondriaan Fonds, dertig miljoen euro in publieksprojecten van die instellingen. Uit onderzoek blijkt dat sprake is van een aanzienlijk multiplyer effect bij die regelingen: de bijdragen van het fonds worden aangevuld met overige inkomsten die uiteenlopen van eigen bijdragen en inkomsten tot publieke en private fondsen, donaties, crowdfunding en leningen. Als een ware katalysator stimuleerde die investering zo voor meer dan tweehonderdvijftig miljoen euro aan aanvullende financiering voor beeldende kunst en erfgoed. Kerndoel: Zichtbaarheid Zichtbaarheid van beeldende kunst en cultureel erfgoed was de afgelopen vier jaar een kernwaarde van alle activiteiten en bijdragen van het Mondriaan Fonds. Het addendum bij het beleidsplan 2013-2016: ‘Zichtbaarheid is van eminent belang voor het draagvlak. Daarom doet het Mondriaan Fonds een beroep op het veld om op alle mogelijke manieren de rijkdom te tonen die met behulp van gemeenschapsgeld wordt gecreëerd en in stand gehouden. Die opdracht geldt ook voor het Mondriaan Fonds zelf.’ Dit voornemen heeft het fonds specifieker geformuleerd. Alle gehonoreerde aanvragen in de periode 2013-2016 moesten een zogeheten presentatieplan bevatten, dat door een commissie van experts werd beoordeeld. In die plannen moest concreet en realistisch beschreven staan hoe een aankoop, een expositie, een onderzoek, of het werk(proces) werd getoond; welke inspanningen de aanvrager zou verrichten om publiek te raken, op een manier die inclusiviteit en inbedding zou stimuleren. Wat is er na vier jaar van deze doelstellingen terecht gekomen? De invoering van een presentatieplan voor alle aanvragen is goed gelukt. Honderd procent van de gehonoreerde bijdragen was de afgelopen vier jaar voorzien van een passend presentatieplan. Een toekenning van een aanvraag gebeurde mede op basis van de kwaliteit van dat plan: was dit een inderdaad inspirerende manier van presenteren? Ging het om een passend publiek? Een goed voorbeeld was de bijdrage aan de aankoop van Trix, de Tyrannosaurus Rex in 2015 aankocht door Naturalis in Leiden en de ‘Nachtwacht onder de dinosauriërs’ genoemd. Edwin van Huis, directeur van Naturalis over de aankoop: ‘Deze T.rex levert ons al jaren publiciteit op, waarmee we een groot publiek betrekken bij cultuur en wetenschap.’ En de grote architectonische ingreep ‘Verwoest Huis’ van kunstenaar Marjan Teeuwen, is inmiddels in Amsterdam, Leiden en Gaza gerealiseerd. Binnen dit project transformeerde Teeuwen oude panden tot een tijdelijke ruimtelijke installatie, met als enig blijvend element een fotoserie. Niet iedereen was direct vertrouwd met dit nieuwe verplichte element in de aanvragen. Om zowel aanvragers als commissieleden te verduidelijken wat met passende presentatieplannen wordt bedoeld, werd van iedere bijdragemogelijkheid ten minste één inspirerend plan op de website geplaatst.

9

Rest de hamvraag: wat hebben die duizenden presentatieplannen daadwerkelijk aan zichtbaarheid en draagvlak opgeleverd? Bij de beantwoording van die vraag maakt het fonds gebruik van de informatie die de aanvragers zelf in huis hebben. Bij het verantwoorden van aanvragen – sinds begin 2016 gebeurt dat volledig digitaal – reflecteren aanvragers zelf op de zichtbaarheid van hun project. Dit heeft een schat aan informatie opgeleverd. Talloze instellingen schrijven over de publieksgroepen die zij bereikten; kunstenaars en bemiddelaars over de vaak internationale contacten die ze met een bijdrage opdeden en over de manier waarop ze sociale media gebruikten om hun nieuwe werk voor het voetlicht te brengen. Interessant is ook dat honoreringsbrieven van het fonds steeds openlijker worden gedeeld via sociale media; aanvragers zien de honorering als een belangrijke vorm van erkenning. Om de zichtbaarheid van beeldende kunst en cultureel erfgoed te vergroten zette het Mondriaan Fonds de afgelopen periode een tweeledige strategie uit: enerzijds werd beoogd specifiek publiek te informeren over bijvoorbeeld de uiteenlopende bijdragen, anderzijds werd ook een breed publiek opgezocht. Bij de bijdragen gaat het om het bereiken van (culturele) instellingen, kunstenaars en bemiddelaars, (particuliere) opdrachtgevers, burgers en kunstwerken. Voor iedere bijdrage een andere groep. Maar met berichtgeving over bijvoorbeeld biënnales of een bijzondere aankoop poogde het fonds juist iedereen te bereiken, bij wijze van publieke verantwoording. Centraal onderdeel van de communicatiestrategie was het gericht uitdragen waar het fonds voor staat, wie kunnen aanvragen en dat het fonds openstaat voor (nieuwe) aanvragers. Maar ook dat de Nederlandse burger, via het fonds, in feite mini-mecenas is. Zo werd de website omgevormd in een toonzaal en dynamisch loket ineen, waar de gehonoreerde aanvragen worden geëtaleerd en activiteiten aangekondigd, naast het overzicht aan bijdragemogelijkheden. Bovendien groeide de site uit tot een knooppunt van informatie, waar zes aparte platforms samenkomen, van het mobiele KunstKoop-platform tot het digitale platform voor samenwerkingsprojecten van musea, en de Prix de Rome. Die online zichtbaarheid leidde tot 280.510 hits in 2016. Om alle buitenlandse activiteiten van het fonds in één oogopslag zichtbaar te maken, ontwikkelde het fonds een digitale wereldkaart met daarop alles waaraan het fonds in het buitenland bijdraagt, van gastatelier tot internationale kunstbeurs: internationalactivities.mondriaanfonds.nl. Het vergroten van de zichtbaarheid gebeurde bovendien via de goed gelezen blogs van de directeur (in totaal 101 blogs in vier jaar), de nieuwsbrieven van het fonds, de honderden berichten op Facebook, Twitter en Instagram. Het fonds organiseerde negen open huizen, waar gemiddeld zeventig potentiële aanvragers op afkwamen. Daarnaast verzorgde het fonds met het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie zeven voorlichtingsbijeenkomsten voor jonge academieverlaters. Bij het vergroten van de zichtbaarheid van wat het fonds mede mogelijk maakt deed het Mondriaan Fonds een beroep op de aanvragers, onder het motto ‘help us help you’. Alle aanvragers werd gevraagd duidelijk te maken dat het fonds hun project mede mogelijk had gemaakt, om zo te laten zien dat er publiek geld aan is besteed. Dat leverde bijvoorbeeld bij de bijdragen aan presentatie-instellingen een indrukwekkende reeks berichten op van de instellingen zelf en van de, veelal lokale, media. Zo schreef Tubantia over kunstruimte Tetem en het Brabants Dagblad uitgebreid over de bijdrage van het fonds aan stichting Fundament (Tilburg): ‘Artistiek leider Chris Driessen reageert verheugd: We waren al begonnen met voorbereidingen voor komend jaar, maar nu weten we ook zeker dat het door kan gaan.’ Om de zichtbaarheid van beginnende beeldend kunstenaars een impuls te geven, organiseerde het Mondriaan Fonds vanaf 2013 jaarlijks de tentoonstelling Prospects & Concepts, onder meer om te laten zien wat met publieke middelen via het fonds


Antonio Guzman, Wavo Dukkha Series, 2016

Gehonoreerd > Werkbijdrage Bewezen Talent

Antonio Guzman – veelomvattend project met maatschap­ pelijke urgentie ‘Zonder bijdrage van het Mondriaan Fonds zou Dukkha niet mogelijk zijn. Het is een veelomvattend project waarin ik mijn films, foto’s en onderzoek van de afgelopen tien jaar samenbreng. Dukkha betekent ‘einde van het lijden’, oftewel: ‘een nieuw begin’. De wortels van dit project zijn autobiografisch want hebben te maken met mijn gemengde joods-zwarteinheemse achtergrond. In het licht van de huidige migratieproblematiek heeft het echter ook een maatschappelijke urgentie. Dukkha is momenteel te zien in het MAC in Panama, in juli in het Zuiderzeemuseum en volgend jaar in de Havana Biënnale.’ Antonio Guzman (beeldend kunstenaar)


Werkbijdrage Bewezen Talent Een Werkbijdrage Bewezen Talent (WBT) bestaat uit een bedrag van 36.000 euro, dat kan worden ingezet voor alles wat verband houdt met het aangaan van het experiment en de ontwikkeling van nieuw werk door kunstenaars met een praktijk van ten minste zes jaar. Denk aan onderzoek, materiaal, apparatuur of diensten van derden. Ook kan de werkbijdrage besteed worden om deel te nemen aan tentoonstellingen en manifestaties in binnen- en buitenland. De bijdrage kan eenmaal in de vier jaar worden aangevraagd. Doel is het stimuleren van het oeuvre, het cultureel ondernemerschap en van zichtbaarheid van de bewezen talenten. In 2016 ontvingen 164 kunstenaars een bijdrage, bijna het dubbele ten opzichte van 2015. Dit betekent dat zij in relatieve rust een intensieve impuls kunnen geven aan hun professionele werkpraktijk. Omdat een WBT eenmaal in de vier jaar mag worden aangevraagd, herhaalt zich om de vier jaar een run op deze bijdrage. Dit was in de tweede helft van 2016 het geval en naar verwachting in de eerste helft van 2017. De groep kunstenaars om wie het gaat is breed; van gevestigde, bekende namen tot nog relatief onbekend, beloftevol talent. Het feit dat deze groep kunstenaars om de bijdrage moet vragen, bewijst eveneens dat het slecht is gesteld met inkomsten van bekende en minder bekende beeldend kunstenaars in Nederland: om voor de WBT in aanmerking te komen mag hun jaarinkomen maximaal modaal zijn.

Omdat in Nederland een redelijk honorarium voor kunstenaars nog steeds geen gemeengoed is, kan de WBT ook als een vangnet dienen. 2013-2016 Specifieker geformuleerd is het doel van de WBT dat alle gehonoreerde aanvragen van goede kwaliteit en optimaal zichtbaar moeten zijn. In Nederland is op alle dagen van het jaar ergens het werk van een WBT-ontvanger te zien – of het nu te zien is in een museum, een festival of in de openbare ruimte. Dat komt uiteraard in de eerste plaats door het talent van de kunstenaars. Toch helpt ook de bijdrage kunstenaars aanzienlijk, zo bleek uit een enquête die het fonds eind 2015 hield onder 545 aanvragers. Gevraagd naar de effecten van de WBT gaf 95 procent aan dat deze onmiddellijk verder helpt in de carrière. Daarnaast vindt 92 procent dat de bijdrage vooral de artistiek inhoudelijke ontwikkeling een impuls geeft. Dat is niet verwonderlijk, aangezien juist die artistiek inhoudelijke kwaliteit en erkenning centraal staan bij de toetsing van WBT-aanvragen door een commissie van experts. Er is ook een ander effect van de bijdrage: continuïteit in de beroepspraktijk. ‘De Werkbijdrage Bewezen Talent is voornamelijk belangrijk door het langdurig perspectief die het geeft’, zei een van de ondervraagden. Een ander merkte op: ‘Het biedt de mogelijkheden zaken goed af te ronden en nieuwe te starten. Dit is een kans die voor het gehele oeuvre van betekenis blijft.’ Uit de enquête blijkt dat de behoefte


aan een flexibel inzetbare bijdrage voor bewezen talent nog steeds groot is. Bovendien smeert tweederde procent van de ontvangers de bijdrage uit over een periode van vier jaar, om zo continuïteit in hun werk te kunnen bieden. Een WBT helpt daarnaast voor het uitbreiden van het netwerk en het bereiken van internationale zichtbaarheid. De meeste kunstenaars brengen hun werk en/of onderzoek via website, blogs en andere sociale media naar buiten. Het merendeel heeft een vaste galerie waar hun werk jaarlijks wordt getoond, kunstenaars doen mee aan atelierroutes, ze houden open studio’s en ze brengen publicaties uit. Het Mondriaan Fonds beschouwt de WBT als een van de pijlers van zijn beleid. Juist omdat het ruimte biedt voor onderzoek en ontwikkeling zonder dat vooraf al precies de uitkomst bekend is. 2016 Aantal aanvragen: 244 Totaal gevraagd bedrag: € 8.784.000 Gehonoreerd:164 Toegekend bedrag: € 5.904.000 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 624 Totaal gehonoreerd: 347


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

tot stand is gekomen. Door de nabijheid van Art Rotterdam kregen kunstprofessionals en verzamelaars, maar ook een brede groep geïnteresseerden de mogelijkheid met het werk van in totaal tweehonderd beloftevolle kunstenaars kennis te maken. De spin-off van deze tentoonstelling was groot, in de vorm van (media-) aandacht, nieuwe opdrachten en aankopen. Een van de vele voorbeelden was het Museum Boijmans Van Beuningen, dat in 2014 acht zeefdrukken van Wouter Venema en Koen Taselaar kocht die ze op Prospects & Concepts hadden getoond. Voor de kunstenaars waren de tentoonstellingen van grote waarde, zo blijkt uit de enquêtes die het Mondriaan Fonds na afloop hield. ‘Ik vond het een bijzondere ervaring waarvan ik veel geleerd heb, zeker ook omdat ik nieuw werk heb gemaakt dat in een experimentele fase was, dus vrij spannend. Maar ik ben blij dat ik het heb gedaan en er zijn erg veel goede reacties geweest.’ Om de zichtbaarheid van kunst en erfgoed buiten de kunsten erfgoedsector te vergroten zocht het Mondriaan Fonds regelmatig de openbaarheid op en nam deel aan actuele debatten over beeldende kunst en cultureel erfgoed. Voorbeelden zijn de opiniestukken die directeur Birgit Donker schreef over bijvoorbeeld museale aankopen of het kunstenaarshonorarium. In dit kader past ook de serie Beeldbepalers die het fonds organiseerde samen met debatcentrum De Balie. Op deze avonden kregen kunstenaars de gelegenheid iets te laten zien van hun werkproces en ideeën; als het ware een kijkje in hun ateliers. De openbaar toegankelijke avonden waren steevast uitverkocht. Een ander voorbeeld van zichtbaarheid van het werkproces voor een beeldpubliek is de serie Hollandse Meesters: filmportretten van kunstenaars aan het werk die getoond werden via lokale omroepen en via Avrotros Kunstuur. Met een bijdrage van het fonds werd bovendien een speciale website ontwikkeld met de portretten en vertoningen van alle films in onder meer EYE. Een bijzondere vorm van grote zichtbaarheid creëren was de begeleiding van het staatsieportret van de koning waartoe het fonds opdracht had gekregen. De Volkskrant publiceerde een artikel waarin kunstenaars vertelden over het maakproces en hetzelfde deed de NOS in de documentaire ‘de tweedimensionale koning’ die aan de vooravond van de eerste Koningsdag in 2014 werd getoond. De communicatiestrategie van het Mondriaan Fonds is uitzonderlijk positief beoordeeld door de Visitatiecommissie die de zes publieke fondsen in 2014 onder de loep nam. Ze schrijft: ‘Het fondsbeleid draagt actief bij aan het versterken van de relatie tussen kunst en publiek. Voor de profilering van de kunst en de eigen organisatie maakt het fonds strategisch gebruik van communicatie.’ Over de op specifieke doelgroepen gerichte communicatie schrijft ze: ‘Het Mondriaan Fonds stemt zijn communicatiestrategie af op het soort stakeholders dat het wenst te benaderen en de media die deze stakeholders gebruiken. De website fungeert als een visueel aantrekkelijke etalage van hetgeen het fonds doet en biedt in een heldere navigatiestructuur de mogelijkheid voor de verschillende stakeholders het fonds verder te verkennen. Het Mondriaan Fonds heeft een doordachte sociale mediastrategie die verder gaat dan het op Facebook plaatsen van dezelfde informatie die ook op de website staat.’ Een overzicht van de activiteiten die de zichtbaarheid bevorderden is te vinden in het hoofdstuk ‘Activiteiten voor zichtbaarheid en transparantie’. >pagina 43 Kerndoel: Opdrachtgeverschap Net als kwaliteit en zichtbaarheid liep het onderwerp opdrachtgeverschap de afgelopen vier jaar als een rode lijn door de mogelijkheden van het fonds. In het Addendum was het uitgangspunt als volgt geformuleerd: ‘Om de inbedding van beeldende kunst en erfgoed in de samenleving verder te stimuleren, hecht het Mondriaan Fonds aan publiek-private

11

samenwerking. Budget voor opdrachtgeverschap (door bedrijven, overheden, instellingen of particulieren) maakt daarom deel uit van alle instrumenten waarmee het fonds relevante artistieke en culturele ontwikkeling stimuleert. De komende tijd wordt gewerkt aan het verder uitwerken van methodes om opdrachtgeverschap te stimuleren, bijvoorbeeld via bemiddelaars.’ Van een opdracht door het Academisch Medisch Centrum aan Jacco Olivier voor een monumentale video-installatie bij de ingang van de Eerste Hulp tot een opdracht voor het vernieuwde Wereldmuseum Rotterdam waarvoor Meschac Gaba dertien haarsculpturen maakte, geïnspireerd op befaamde Rotterdamse gebouwen: het Mondriaan Fonds heeft sinds 2013 opdrachtgeverschap verweven in tal van bijdragen. Verschillende subsidiemogelijkheden werden aantrekkelijk voor publieke en private opdrachtgevers. Centraal stond de Bijdrage Opdrachtgeverschap, die als doel had de realisatie van bijzondere werken. Voorwaarden waren dat het werk kwaliteit heeft en dat het publiek toegankelijk is. En dat er een reëel honorarium werd betaald aan de kunstenaar. Ook internationale opdrachtgevers konden bij het fonds terecht. Zowel binnen de Bijdrage Presentaties Buitenland als de Bijdrage Kunstbeurzen leverde de extra aandacht voor opdrachtgeverschap relevante resultaten op. Zo ontwikkelden kunstenaars David Bade, Tirzo Martha, Antonio Guzmán en Nelson Gonzales nieuw werk voor de twaalfde editie van de Havana Biënnale in 2015. De Beaufort Triënnale 2015 toonde nieuw werk van Mark Manders, Falke Pisano, Domenico Mangano en Marc Bijl met een Bijdrage Opdrachtgeverschap. Opbrengst: van de ruim vierhonderd bijdragen aan internationale platforms die Nederlandse kunstenaars toonden, betrof het in meer dan de helft van de gevallen een opdracht voor nieuw werk. Naast die bijdrage ontwikkelde het fonds de zogeheten plusmogelijkheden: een deel van de bijdragen voor beginnend en bewezen talent werd verstrekt aan kunstenaars die hun aanvraag deden samen met een instelling, of ander platform. >pagina 16 De samenwerking garandeerde dat het gemaakte werk werd tentoongesteld en liefst ook (deels) aangekocht. Opvallend is dat die plusbijdragen niet alleen resulteerden in langdurige partnerschappen en exposities binnen de kunstsector, maar ook binnen de zorg of kerkgemeenschappen. Een bewijs dat opdrachtgeverschap bij uitstek bijdraagt aan de inbedding van kunst in de rest van de samenleving. Omdat opdrachtgeverschap een relatief nieuw terrein was voor het Mondriaan Fonds, formuleerde het fonds begin 2013 een aantal doelstellingen SMART, zodat de resultaten zo concreet en meetbaar mogelijk zouden zijn: - Binnen vier jaar dienden ten minste zestien grote opdrachten gerealiseerd te zijn in samenwerking met bedrijfsleven en/of andere organisaties. - In vier jaar moest tien procent van de relevante bijdragen van het fonds een opdracht betreffen. - Van alle bijdragen aan projecten en programma’s van instellingen zou het fonds in vier jaar maximaal veertig procent bijdragen. Zoals verderop in dit jaarverslag staat beschreven, is die eerste doelstelling ruimschoots behaald. >pagina 14 Aan meer dan honderd opdrachten is bijgedragen. Een derde van álle gerealiseerde opdrachten is gerealiseerd buiten het reguliere kunstcircuit – van een boerderij tot ziekenhuizen, scholen, bedrijven en kerken. Ook het tweede doel is met een kort cijfer te beantwoorden: in totaal betrof in vier jaar vijftien procent van de aanvragen een opdrachtsituatie, waarbij alle mogelijke bijdragen zijn meegenomen waarbinnen een opdracht in potentie mogelijk is. Het derde doel is een voorwaarde voor alle bijdragen, en is dus positief te beantwoorden. Kortom: positieve resultaten, die echter direct het nadeel van SMART formuleren aantonen. Zeker, het fonds is trots


Restauratoren Frans Hals Museum aan het werk

Gehonoreerd > Bijdrage Meerjarenprogramma’s Musea en overige Erfgoedinstellingen

Frans Hals Museum/De Hallen – haalbaarheidsonderzoek voor de beste keuze ‘Als monografisch museum dat al veel restauratie gerelateerd, kunsthistorisch en natuurwetenschappelijk onderzoek doet naar het oeuvre van Frans Hals, is de ambitie een Frans Hals kenniscentrum op te zetten een logische. Ook omdat het huidige onderzoek wereldwijd zeer gefragmenteerd is. We willen echter iets opbouwen dat niet alleen nu voldoet, maar ook over twintig of dertig jaar. Een haalbaarheidsstudie is daarom wenselijk. Niet alleen om de focus, stakeholders en financiering van het project te bepalen, maar ook drie verschillende scenario’s wat betreft vorm en grootte te onderzoeken. Die kunnen we analyseren om uiteindelijk een keuze te maken.’ Ann Demeester (directeur Frans Hals Museum/De Hallen Haarlem)


Bijdrage Meerjarenprogramma’s Musea en overige Erfgoedinstellingen Musea en overige erfgoedinstellingen kunnen aanvragen voor nieuwe, experimentele en voorbeeldstellende programma’s over relevante ontwikkelingen in beeldende kunst en cultureel erfgoed. Doel is erfgoedinstellingen te stimuleren zich te professionaliseren en profileren om zo een unieke positie in het erfgoedveld te verwerven waardoor beeldende kunst en cultureel erfgoed op een inspirerende manier aan het publiek worden getoond en de relatie met de burger wordt versterkt. Omdat het maken van dergelijke plannen veel inventiviteit en kosten vergt, draagt het fonds ook bij aan haalbaarheidsonderzoeken. In 2016 ontvingen zeer uiteenlopende musea een bijdrage: van kunstmusea tot wetenschappelijke musea en archieven. Opvallend was het aandeel haalbaarheidsonderzoeken en herinrichtingen van vaste opstellingen binnen de ingediende plannen. Het merendeel van de bijdragen ging echter naar langduriger trajecten waarmee musea investeren in de duurzame ontwikkeling van nieuwe visies en ambities. Kennisdeling is een integraal onderdeel van de plannen. Musea hebben methodes ontwikkeld om ervaringen doelgericht te delen met het professionele publiek, maar ontsluiten hun kennis vaak ook via websites, publicaties of een kijkje achter de schermen in speciale tentoonstellingen. 2013-2016 Alle aanvragers hebben bij hun aanvraag een uitgewerkt presentatieplan ingediend, dat naast de inhoudelijke

kwaliteit van het plan van groot belang in de beoordeling is. Uit de verantwoording van de afgeronde programma’s blijkt dat verreweg de meeste programma’s in een publieke context hebben plaatsgevonden. Het passend publiek varieert van zeer jong publiek bij Villa Zebra in Rotterdam, bij het nieuwe Jeugdlab van het Universiteitsmuseum Utrecht en voor het Jeugdwatersnoodmuseum in Ouwerkerk, tot lokale verenigingen bij het programma van heroriëntatie van het Stedelijk Museum Schiedam en amateurarcheologen bij het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Musea gebruiken de bijdrage ook om zich als kenniscentrum voor museale en wetenschappelijke kennis te profileren, zoals het Centraal Museum in Utrecht over het speciaal ontwikkelde werkplaatsmodel of het Natuurmuseum Nijmegen rondom nieuwe vormen van natuurbeheer. Veel van de kennis die werd opgedaan bij de meerjarenprogramma’s werd gedeeld met professionals binnen en buiten de sector, zo blijkt uit de verslagen die de musea ter afronding van de programma’s opsturen. Op die manier droeg het fonds niet alleen bij aan de ontwikkeling van een individuele instelling, maar ook aan die van de erfgoedsector. Een speciale effectmetingscommissie bezocht in 2016 gehonoreerde en afgewezen programma’s. Uit deze bezoeken en gesprekken met betrokkenen concludeerde deze commissie dat de bijdrage cruciaal is voor musea om tijd en ruimte te maken voor herbezinning op de eigen positie en de verbinding


met hun publiek. De bijdrage blijkt tevens voor erfgoedinstellingen een vliegwielfunctie te hebben en helpt ze na te denken over hun positie in de samenleving en zich te profileren als netwerkorganisatie. Een constante factor daarbij bleek ‘learning by doing’: de bijdrage werd veel gebruikt voor onderzoekende en experimentele trajecten, bijvoorbeeld over het vergroten van publieksparticipatie. Acht instellingen kregen een bijdrage voor een haalbaarheidsonderzoek, die alle door de effectmetingscommissie onderzocht zijn. Uit deze evaluaties blijkt dat musea met deze haalbaarheidsonderzoeken een verdiepingsslag in hun plannen maken, onder meer door onderzoek te doen naar goede voorbeelden of externe adviezen in te winnen. De onderzoeken leiden tot betere aanvragen of aanpassingen in de opzet. Zo leidde een haalbaarheidsonderzoek van Stichting Open Monumentendag tot een nieuwe opzet van een evenement waarbij plaatselijke comités (via crowdsourcing) betrokken zijn. In sommige gevallen leidde het onderzoek tot afgelasting van een voorgenomen plan. 2016 Aantal aanvragen: 31 Totaal gevraagd bedrag: € 3.308.585 Gehonoreerd: 17 Toegekend bedrag: € 1.045.000 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 94 Totaal gehonoreerd: 59


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

dat het aan zoveel mooie opdrachten mocht bijdragen en dat opdrachtgeverschap duidelijk door alle mogelijkheden heen is verweven. Maar deze cijfers vertellen ook zo veel níet: zoals de reacties van speciaal-onderwijs-scholieren op een toegespitst schoolplein van Krijn de Koning in Utrecht, of het publiek in de winkelstraat Wilhelminastraat in Breda dat op het kunstwerk van Tom Claassen reageerde. Of de verspreiding van de mogelijkheid en de resultaten in artikelen over opdrachtgeverschap in Het Financieele Dagblad, Management Scope of in Arts en Auto, die zorgde voor een bredere zichtbaarheid van opdrachtgeverschap. Of de onverwachte zijresultaten van de bijdragen, zoals nieuwe aanbiedingen voor de deelnemende kunstenaars en de duurzame contacten die eruit voortvloeiden; opdrachten die zijn doorgereisd naar het buitenland; kennis die door het verlenen van de opdrachten is opgedaan over nieuwe samenwerkingsvormen – het is een greep uit de onbedoelde, maar bijzondere resultaten van de opdrachten die in verhalen, maar niet in cijfers zijn te vatten. De opbrengst in verhalen van vier jaar aandacht voor opdrachtgeverschap is samengevat in een aparte publicatie, die als bijlage bij dit jaarverslag verschijnt. Kerndoel: Samenwerking Of het nu gaat om het samenwerken van een kunstenaar met een museum of van een erfgoedinstelling met een maatschappelijke organisatie: samenwerking kwam de afgelopen vier jaar als speerpunt overal in de mogelijkheden van het fonds terug. Het ging niet om samenwerken om het samenwerken maar om samenwerken met inhoudelijke meerwaarde, zoals in het geval van de assistentiebijdrage, bestemd voor mid-career kunstenaars die door een samenwerking met een jongere kunstenaar hun praktijk willen verdiepen. Aanvankelijk richtte het Mondriaan Fonds zich vooral op samenwerking tussen kunstenaars en instellingen via gezamenlijke aanvragen, in de veronderstelling dat dit efficiënter zou zijn en tot meer zichtbaarheid zou leiden. Het Mondriaan Fonds stelde zich dan ook in 2013 concreet ten doel: veertig procent van alle relevante aanvragen bij het Mondriaan Fonds is gezamenlijk ingediend door kunstenaars en instellingen. Al snel bleek dat niet haalbaar, vooral omdat van de mogelijkheid gezamenlijk aan te vragen in de praktijk weinig gebruik werd gemaakt. Niettemin geldt dat bij ruim veertig procent van álle gehonoreerde plannen sprake is van enige vorm van samenwerking. Dat kan variëren van vijftig kerkgebouwen die samen hun brandveiligheid op orde willen brengen, tot een langdurig partnerschap tussen een kunstenaar en een museum, waarbij de kunstenaar gedurende een langere periode nauw wordt gevolgd en begeleid. Interessante ontwikkeling was dat een groeiende groep kunstenaars aangaf samen te hebben gewerkt, bijvoorbeeld met grafici, een specifieke inhoudelijk verwante kunstenaar of een specifieke wetenschapper. Verschillende bijdragen van het fonds stimuleerden expliciet samenwerking. Zo stelde het ministerie van OCW in de periode 2014-2016 jaarlijks 2,4 miljoen euro beschikbaar voor de samenwerking tussen musea, waarvan de resultaten op het digitale platform Samenwerking Musea staan uitgestald ter inspiratie van collega-musea en daarnaast voor alle belangstellenden. Een prachtig voorbeeld van zo’n samenwerking is het initiatief van Museum van Loon het Nederlandse hippomobiel erfgoed te ontsluiten, denk aan de prachtige koetsen en rijtuigen die in Paleis het Loo te zien zijn. Als eerste stap opende eind 2016 in Museum van Loon een tentoonstelling over de gala-berline in Nederland, waarbij werd samengewerkt met de Koninklijke Stallen, Kasteel Twikkel, Paleis het Loo en Museum Nienoord. Bij NRC Handelsblad verscheen een bijlage over de gala-berline en de expositie genereerde landelijke aandacht. Bij de beoordeling van aanvragen werd samenwerken positief meegewogen. Daarbij bekeken de adviseurs of de beoogde

13

samenwerking daadwerkelijk meerwaarde had, bijvoorbeeld voor het realiseren van een randprogrammering of het bereiken van nieuwe publieksgroepen. Het belang van samenwerking gold ook het fonds zelf. Als makelaar van contacten, kennis, inzicht en ontwikkelingen op het gebied van erfgoed en beeldende kunst vervulde het fonds een netwerkpositie. Of het nu gaat om de kennisoverdracht via de geregelde Open Huis-bijeenkomsten of om het net genoemde speciale platform met resultaten van de Bijdrage Samenwerking Musea – een platform dat er kwam op uitdrukkelijk verzoek van het veld. Het fonds werkt zelf samen waar dit meerwaarde oplevert. Het gaat bijvoorbeeld om de Vereniging Rembrandt bij aankopen van musea of het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie bij het gezamenlijk benaderen van vierdejaars in het kunstvakonderwijs. Een overzicht met partners waar vier jaar lang mee is samengewerkt en een beschrijving van gezamenlijke activiteiten staan op >pagina 31 en 37. Wat zijn de effecten van die partnerschappen van het fonds? Om met een belangrijk wapenfeit te beginnen: eind 2016 lag er voor het eerst een breed gedragen richtlijn voor honoraria van kunstenaars die in gezamenlijkheid tot stand is gekomen. Vanaf 2013 heeft het fonds het belangrijkste overlegplatform in Nederland voor de beeldende kunst BKNL (Beeldende Kunst Nederland), gefaciliteerd en gecoördineerd. BKNL liet onderzoeken welke praktijken er bestaan voor de honorering van kunstenaars en hoe die professioneler kunnen. Deze onderzoeken leidden eind 2016 tot een richtlijn en een compensatiereglement bij het Mondriaan Fonds, die vanaf 2017 ingaat. Een ander effect van het partnerschap BKNL: in 2016 bezorgde het een overzicht van alle beschikbare cijfers over de beeldende kunst en aan het einde van dat jaar een overzicht van relevante trends en ontwikkelingen. Deze dienen onder meer als inbreng voor onderzoek van de Raad voor Cultuur. Tastbare resultaten van een samenwerking met andere partners zijn: via De Verbeelding, een gezamenlijke regeling met het Nederlands Filmfonds voor artistieke speelfilms, werden vijf films gerealiseerd, waarvan een aantal internationaal gelauwerd. ‘History’s Future’ van Fiona Tan (producent: Family Affair Films), werd bijvoorbeeld geselecteerd voor diverse (inter)nationale festivals waaronder Rotterdam International Film Festival – Tiger Awards Competition 2016 en genomineerd voor de Grand Prize op het Jeonju Film Festival 2016. In samenwerking met RTL4 is de afgelopen jaar negentien keer aandacht geweest voor beeldende kunst en erfgoed in het programma ‘Mijn Stad’, met in totaal 2.957.342 kijkers. Internationaal werkte het Mondriaan Fonds samen ­binnen het Visual Arts Platform (VAP), een groep van acht Europese beeldende kunstfondsen die twee tot driemaal per jaar samenkwam. Naast het Mondriaan Fonds nemen aan de bijeenkomsten deel: Arts Council England, Danish Agency for Culture, Frame Visual Art Finland, Institut für Auslandsbeziehungen (Duitsland), Kunstenpunt Vlaanderen, Pro Helvetia (Zwitserland). De samenwerking resulteerde onder meer in een gezamenlijk programma voor curatoren van de landenpaviljoens tijdens de Biënnale van Venetië in 2017. Het Mondriaan Fonds is als makelaar van contacten, kennis, inzicht en ontwikkelingen op het gebied van erfgoed en beeldende kunst gegroeid tot gesprekspartner voor velen en vervult een netwerkpositie; het brengt partijen bij elkaar, geeft kennis door en wordt gevoed door de ervaring en kunde van anderen. Een jong talent schreef daarover bij het verantwoorden van de werkbijdrage: ‘Ik vind het een goede zaak dat er vanuit het Mondriaan Fonds veel activiteiten voor kunstenaars worden georganiseerd, zoals de aparte bijeenkomst voor de WJT-ers en De Verbeelding. Ik vind het erg prettig dat de medewerkers erg toegankelijk zijn en altijd oren hebben naar je verhaal en/of


Lina Issa, Voices on cultural diversity and empathy, 2016. Foto: Bart Majoor

Gehonoreerd > Bijdrage Opdrachtgeverschap

Art Partner – interventies om bewust te maken ‘Onderzoek heeft uitgewezen dat studenten geneeskunde minder empathisch worden naar mate ze verder in hun studie zijn. Bovendien stromen studenten met een biculturele achtergrond minder vaak door naar specialismen. Kunstenaar Lina Issa heeft op onze uitnodiging interventies binnen en buiten het curriculum ontwikkeld, bedoeld om álle studenten bewust te maken van hun culturele achtergrond. Het zijn geënsceneerde ontmoetingen met richtlijnen voor vragen en gedrag. Die hebben geleid tot een commissie, die zelf activiteiten ontwikkelt en trainingen geeft, ook aan docenten. De leden zijn niet langer onzichtbaar. Het is een sneeuwbal die niet meer is te stoppen.’ Sandra Boer (directeur Art Partner)


Bijdrage Opdrachtgeverschap Het Mondriaan Fonds biedt deze mogelijkheid aan publieke en private opdrachtgevers die beeldend kunstenaars een opdracht willen geven voor het maken van werk. Het kan gaan om incidentele opdrachten of om intensievere samenwerking met een kunstenaar. Voorwaarde is dat de resultaten publiek toegankelijk zijn. Denk aan een installatie, een beeld, videowerk, portretten of andere vormen van kunstwerken. Doel is de kwaliteit en de zichtbaarheid van kunst te vergroten voor een zo groot mogelijk publiek door belangwekkende, openbaar toegankelijke beeldende kunstprojecten mogelijk te maken, die zonder een bijdrage van het fonds niet tot stand zouden komen. In 2016 zijn zeventig aanvragen ingediend waarvan in totaal 45 kwalitatief hoogstaande opdrachten werden gerealiseerd, zoals de opdracht van DordtYart aan vijf gerenommeerde kunstenaars op het Venetiaanse glaseiland Murano voor een samenwerking met glasblaasmaestro’s van blazer Adriano Berengo. Deze kunstenaars werkten hier voor het eerst met glas, en gaven hun praktijk zo een nieuwe richting. De werken waren uiteindelijk in Dordrecht te zien. Het fonds heeft zich in 2016 extra ingespannen de bijdrage onder brede en nieuwe aandacht te brengen, onder meer door een samenwerking met het tijdschrift Management Scope, tijdschrift voor de top van zakelijk Nederland. Het tijdschrift publiceerde interviews met zowel fondsdirecteur Birgit Donker als Ronald Besemer (di-

recteur toerisme Utrecht) en Carel Nolet (Nolet Distillery) over het belang van opdrachtgeverschap door bedrijven. Met resultaat: in 2016 kregen zestien opdrachtgevers buiten het reguliere cultuurveld een bijdrage, waaronder een opdracht voor een kunstwerk op een begraafplaats en een groot werk op de eerste hulp van een ziekenhuis. 2013-2016 Het Mondriaan Fonds formuleerde in 2013 een aantal specifiekere doelen voor deze bijdrage. Ten eerste: binnen vier jaar dienden ten minste zestien grote opdrachten gerealiseerd te zijn door het bedrijfsleven of andere niet-culturele organisaties. Uitgangspunt was dat de bijdrage bij uitstek in staat stelt nieuwe geldstromen richting beeldende kunst te laten stromen; het fonds betaalt immers maximaal de helft van het totaalbedrag. Een tussentijdse evaluatie door onderzoeksbureau Urban Paradoxes wees in 2015 uit dat opdrachtgevers buiten de cultuursector minder vaak voorkwamen dan gehoopt. Weliswaar maakten ziekenhuizen, scholen, universiteiten (boeren-)bedrijven en gemeenten wel degelijk gebruik van de bijdrage, het aandeel opdrachtgevers als musea, operagezelschappen bleef (te) groot. Uiteindelijk is het aandeel opdrachtgevers van buiten het reguliere circuit gegroeid tot een derde van het totaal; een mooi resultaat. Een tweede specifieker geformuleerd doel: alle gerealiseerde opdrachten zijn optimaal zichtbaar en van hoge kwaliteit. Zeker is in ieder geval dat alle aanvragen zijn getoetst volgens de


criteria kwaliteit en passende benadering. Een derde van de gerealiseerde opdrachten blijkt uiteindelijk in de vrij toegankelijke (publieke) ruimte te zien. Mooi voorbeeld is Hoog Catharijne en Utrecht CS, waar tijdens de zomer 2016 dagelijks bijna een kwart miljoen reizigers met het werk van Sander Breure & Witte van Hulzen in aanraking kwam: een performance bij de roltrap naar perron 5. De opgetekende opmerking van een voorbijganger: ‘Ik heb verder helemaal niks met kunst en alles, maar zoiets heb ik gewoon nog nooit gezien.’ Ander opvallend resultaat na vier jaar Bijdrage Opdrachtgeverschap: 72 procent van de opdrachtgevers geeft aan zeker in de toekomst vaker opdrachten te willen verlenen. Nog eens zestien procent overweegt dit. Een ziekenhuis schrijft bijvoorbeeld dat het kunst als integraal onderdeel is gaan beschouwen van het zogeheten Genezende Omgeving-concept (Healing Environment), dat het ziekenhuis uitdraagt. Tot slot geeft tachtig procent van de opdrachtgevers aan dat de bijdrage van het Mondriaan Fonds cruciaal is geweest om medefinanciers te overtuigen. Een aanvrager schrijft: ‘(…) het Mondriaan Fonds als participerende partner gaf de doorslag dat andere fondsen en sponsoren eveneens genegen waren om financieel deel te nemen aan het project.’ Het doel van de bijdrage, de kwaliteit en de zichtbaarheid van kunst te vergroten voor een zo groot mogelijk publiek door toegankelijke beeldende kunstprojecten mogelijk te maken, is dan ook behaald.

2016 Aantal aanvragen: 70 Totaal gevraagd bedrag: € 3.585.960 Gehonoreerd: 45 Toegekend bedrag: € 1.865.335 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 231 Totaal gehonoreerd: 131


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

vragen. Dat gaf me echt het gevoel er niet alleen voor te staan als kunstenaar.’

15

De waarde van ’skyfinanciering’ ligt vooral in het feit dat het de zichtbaarheid en het publieke draagvlak voor beeldende kunst en cultureel erfgoed vergroot.

Kerndoel: Skyfinanciering Kerndoel: Effectmeting Nog een doel waar het Mondriaan Fonds in het Addendum nadrukkelijk op inging: zich inzetten voor meer ‘skyfinanciering’. >pagina 25 Met die term doelde het fonds op nieuwe, aanvullende vormen van financiering en ondersteuning van beeldende kunst en erfgoed. Dit was urgent omdat er zo fors was bezuinigd op het budget. Het Addendum expliciteerde dat bijvoorbeeld met een nauwere samenwerking met Fonds Kwadraat (voorheen Materiaalfonds), dat renteloze leningen verstrekt aan talentvolle kunstenaars. Fonds Kwadraat bestaat sinds 1972 en is een ‘revolving fund’; de leningen vloeien weer terug. Verder was in het Addendum sprake van de wens ‘andere vormen van financiering’, zoals Timebanking, verder te verkennen en samen te werken met de crowdfundwebsite voordekunst.nl. Vier jaar later is ‘skyfinanciering’ op verschillende manieren beproefd. Zo werd het Mondriaan Fonds in 2013 de eerste landelijke partner van voordekunst.nl, het platform voor crowdfunding in de creatieve sector. Bij de beoordeling van de aanvragen woog de afgelopen vier jaar financiering via crowdfunding positief mee. Crowdfunding werd regelmatig gebruikt voor de eigen bijdrage van minimaal tien procent die het fonds bij een Projectinvestering Kunstenaar en Bemiddelaar vroeg. >pagina 28 Zo wist de hierboven genoemde kunstenaar Marjan Teeuwen een deel van haar project ‘Verwoest Huis op Noord’ te financieren via crowdfunding. De nauwere samenwerking met Fonds Kwadraat kreeg vorm met een ‘Fonds op naam’. Kunstenaars die een bijdrage van het Mondriaan Fonds kregen, konden vanaf 2013 zonder extra toetsing aanvragen bij Fonds Kwadraat. Begin 2015 werd de mogelijkheid om te lenen verruimd. Naast leningen voor het ontwikkelen en presenteren van werk, werd lenen ook mogelijk voor bijvoorbeeld apparatuur of een nieuwe website. Maar de samenwerking met Fonds Kwadraat ging dieper: kunstenaars die een bijdrage van het Mondriaan Fonds ontvingen, konden zonder kwalitatieve toetsing bij Fonds Kwadraat versneld een lening afsluiten. In totaal maakten 119 kunstenaars van deze mogelijkheid gebruik, zoals Hadassah Emmerich die in 2015 een imposant vijfluik realiseerde ‘The Cold Shoulders Series’ dat te zien was tijdens Art Rotterdam en dat werd verkocht aan Museum Voorlinden. Sinds 2015 onderzoekt het Mondriaan Fonds de mogelijkheden van het zogeheten Impact Investment in de cultuursector. Dat zijn risicodragende investeringen met zowel een maatschappelijk als financieel rendement. Een initiatief dat voortkomt uit de wens van investeerders (private equity, pensioenfondsen, familiekapitaal) meer in te zetten op maatschappelijk verantwoorde investeringen van zowel bedrijven als non-profit organisaties. In opdracht van het fonds realiseerde het bureau True Price in 2016 het onderzoek ‘Cultural Impact Investing – een verkenning naar het potentieel van impact investeren in kunst en cultuur’. Het rapport beschreef een wederzijdse behoefte aan verbinding van investeerders en van de kunst- en cultuursector, en dat de (internationale) ontwikkelingen op gebied van ‘impact investment’ een kans bieden samen met investeerders, kunstenaars en culturele instellingen een innovatief investeringsinstrument te ontwikkelen. Dit kreeg vorm in een plan voor een ‘Cultural Impact Fund’ dat als pilot wordt uitgevoerd in 2017. >pagina 27 De conclusie van vier jaar aandacht voor ‘skyfinanciering’ is dat deze weliswaar zorgt voor enige aanvullende bedragen en mogelijkheden maar geen werkelijk alternatief is voor publieke investering in kunst en erfgoed. Crowdfunding bijvoorbeeld, blijkt bewerkelijk en lang niet geschikt voor iedere aanvrager.

Voor het Mondriaan Fonds was effectmeting vier jaar lang cruciaal. >pagina 65 Om te monitoren of de eigen doelstellingen werden behaald en om te laten zien welke rijkdom tot stand kwam via de investeringen van het fonds. In het Addendum schreef het fonds: ‘Bij de werkwijze van het Mondriaan Fonds zal evaluatie een belangrijke rol spelen. Op die manier kunnen we toetsen of ons beleid het gewenste doel heeft. Cijfers alleen zeggen daarbij niet genoeg, we zullen extra criteria ontwikkelen op basis waarvan we (kwalitatief) kunnen toetsen. Dat vergt ook van ons creativiteit.’ Concreet stelde het fonds zich twee doelen: viermaal per jaar zouden voortgangsmetingen worden gehouden om de doelstellingen van de bijdragen te evalueren. En jaarlijks zou het Mondriaan Fonds zijn eigen presteren aan de hand van voortgangsmetingen en extern onderzoek evalueren. Om met de voortgangsmetingen te beginnen: Het Mondriaan Fonds ontwikkelde de afgelopen cultuurplanperiode de zogeheten Öfner-methode, dat het fonds in staat moest stellen de resultaten van de bijdragen te schetsen. Direct werd duidelijk dat de verschillende doelen van de regelingen om een specifieke meetmethode vroegen, die vergelijking van doel en resultaat mogelijk maakte. De Öfner-methode werd daarom divers van opzet: monitoring van alle bijdragen geschiedde via het opvragen van gerichte en vergelijkbare effectmetings-data via het onlineaanvragen en -verantwoorden. Sommige bijdragen werden daarnaast intern en extern door onderzoekers en commissieleden geëvalueerd. Verschillende speciaal aangestelde effectmetingscommissies inventariseerden bijvoorbeeld de resultaten van de bijdragen door deze letterlijk te gaan bekijken en te toetsten of de beoogde doelen worden behaald. Omdat een aantal bijdragen voor kunstenaars gedurende verschillende jaren werd gebruikt, is voor die bijdragen een aangepaste meetmethode ingezet die de ontwikkeling van kunstenaars monitorde en waarbij gebruik is gemaakt van enquêtes. Het eerste concrete doel, viermaal per jaar een voortgangsmeting, bleek al snel niet haalbaar. Daarvoor waren de bijdragen te talrijk en het instrumentarium te zeer toegespitst (en dus complex en tijdrovend). Een vertraging in de invoering van het onlineaanvragen was ook een oorzaak dat dit doel niet werd behaald. Niettemin is het aan het einde van de periode een standaard praktijk geworden dat iedere regeling jaarlijks op minimaal twee verschillende manieren wordt gemeten: via het online-aanvragen, interne evaluatie, een gerichte enquête, een effectmetingscommissie of een evaluatie door een extern onderzoeksbureau. In 2016 zijn de resultaten van dertig verschillende bijdragemogelijkheden op twee verschillende manieren gemeten, van bijvoorbeeld de Bijdrage Publicaties tot de Bijdrage Samenwerking Musea. Er werden veertien evaluaties door externe onderzoeksbureaus gerealiseerd, onder meer naar de Beurzen Praktijkverdieping die waren gereserveerd voor de postacademische instellingen en naar de effecten van de KunstKoop; negen effectmetingscommissies hebben zich over de resultaten van bijdragen gebogen (waaronder de Meerjarenprogramma’s Musea en overige Erfgoedinstellingen en de Werkbijdrage Jong Talent); twee enquêtes­werden uitgevoerd (naar de Werkbijdrage Bewezen Talent en de gastateliers) en meer dan zestig interne evaluaties uitgevoerd. De resultaten van deze metingen zijn zo veel mogelijk op de website van het fonds te vinden, bijvoorbeeld op de leestafel. Ook tijdens de beoordeling van aanvragen was volop aandacht voor reflectie. Zo bekeken na afloop van iedere commissievergadering adviseurs naar de manier waarop de beoordeling was verlopen en was er regelmatig intern overleg. Het Mondriaan Fonds


Spinvis (Erik de Jong), Alexander Mangel, Thomas Ritzen, Theatertour Trein/Vuur/Dageraad, 2016

Gehonoreerd > Werkbijdrage Jong en Bewezen Talent plus Opdrachtgever

Spinvis – samenbrengen van verhalen ‘Er zit spanning tussen wat ik wil vertellen en wat zij willen vertellen. Dat hoeft niet per se hetzelfde te zijn, maar het moet wel samenkomen. Alexander Mangel en Thomas Ritzen zijn met hun interactieve lichtinstallatie langzaam richting mijn liedjes gegroeid, zowel inhoudelijk als technisch. Dit is anders dan bij een lichtshow voor een concert. In het continue gesprek en het experimenteren zit de meerwaarde van de samenwerking. En het gaat nog steeds door. Want de voorstelling gaat op tournee, naar wel veertig plekken. We blijven eindeloos verder ontwikkelen.’ Erik de Jong/Spinvis (muzikant)


Werkbijdrage Jong en Bewezen Talent plus Opdrachtgever De Werkbijdrage Jong en Bewezen Talent plus Opdrachtgever is bedoeld voor instellingen en andere opdrachtgevers met veelbelovende plannen voor een bijzondere samenwerking met kunstenaars. De bijdrage wordt gebruikt voor de productie van nieuw werk, waarbij de opdrachtgever de intentie heeft het werk aan te kopen en/of het werk van de kunstenaar intensief te volgen en onder de aandacht van het publiek te brengen. Doel is initiatieven uit het professionele veld te stimuleren zodat werk tot stand komt dat een betekenisvolle bijdrage levert aan de hedendaagse beeldende kunst in Nederland. In 2016 ontvingen zes organisaties een bijdrage voor een samenwerking met een bewezen talent en drie voor een jong talent. Maar liefst vijf presentatie-instellingen voor beeldende kunst kozen voor een langdurige samenwerking met een kunstenaar, waarbij begeleiding en coaching nadrukkelijk gecombineerd werd met concrete tentoonstellingsplannen – ook buiten de muren van de instelling zelf. De andere opdrachtgevers waren erfgoedinstellingen en een particulier. Net als in eerdere jaren verbonden opdrachtgevers zich met deze bijdrage aan langdurig artistiek onderzoek waarvan op voorhand het resultaat niet altijd duidelijk was. Dit gold voor de Leidse Rooms-Katholieke Parochie die haar transformatieproces liet volgen door Krien Clevis, maar ook voor onderzoek naar nieuwe vormen van lezen en kijken door Rana Hamadeh in opdracht van Witte de With in Rotterdam.

2013-2016 Met een werkbijdrage voor een langdurige samenwerking tussen een instelling en een kunstenaar wilde het fonds specifieker geformuleerd bijdragen aan minder voorspelbare maar artistiek belangwekkende en maatschappelijk relevante trajecten. Van de 28 gestarte trajecten zijn er zeven inmiddels afgerond. In de eerste plaats valt op dat opdrachtgevers minder snel kiezen voor een langdurige verbintenis aan een jong talent: slechts zeven van de 28 opdrachten gingen naar een startende kunstenaar. Presentatie-instellingen voor beeldende kunst vormen hierop een uitzondering; zij geven aan dat talentontwikkeling tot hun kerntaak behoort en dat de bijdrage hen in staat stelt een intensieve relatie op te bouwen die anders minder makkelijk tot stand komt. Kunstenaars op hun beurt geven aan te profiteren van de begeleiding en de introductie in het netwerk van de instelling. Erfgoedinstellingen hebben de bijdrage vooral gebruikt om kunstenaars in huis te halen en ze te laten reflecteren op de bestaande collectie. De samenwerking tussen het Drents Museum en ­Daniëlle Kwaaitaal leidde zo tot herwaardering van reeds afgestoten objecten, het onderzoek van Amie Dicke bij Castrum Peregrini ontsloot de bijzondere onderduikgeschiedenis van het pand op een nieuwe manier en ­Helen Verhoeven gaat verbanden leggen tussen de hedendaagse en historische collecties van het Bonnefantenmuseum.


Ook partijen buiten het beeldende kunstcircuit hebben gebruik gemaakt van de werkbijdrage. Aanvragen werden bijvoorbeeld toegekend aan een tbs-kliniek, een katholieke parochie, een theatermaker en een dansgezelschap. In alle gevallen gaven de betrokkenen in hun verantwoording aan het andere perspectief van de kunstenaar binnen de organisatie te waarderen om verrassende vragen te stellen, te ontregelen en ook te inspireren. In hun aanvraag geven zowel de instellingen als de kunstenaars aan de bijdrage nodig te hebben om in relatieve rust te kunnen werken aan (een reeks van) projecten die tijd nodig hebben vanwege hun onderzoeksmatige karakter. Uit de verantwoording blijkt dat tijd inderdaad een cruciale factor is geweest. Omdat alle plannen een presentatieplan hebben en dit ook uitvoeren, kan het publiek geregeld kennis nemen van de voortgang van de samenwerkingen. Zo exposeerde Sara Blokland niet alleen in de eigen ruimte van Fotodok, maar is haar onderzoek naar de verbeelding van de Surinaamse onafhankelijkheid ook te zien bij CBK Zuidoost en op termijn ook in Paramaribo. Edward Clydesdale Thomson zal met de Frankendael Foundation geregeld exposities in en om het Park Frankendael verzorgen en uiteindelijk een theatervoorstelling maken. In de periode 2017-2020 zal de mogelijkheid voor een langdurige samenwerking met een kunstenaar geïntegreerd worden in de Bijdrage Opdrachtgeverschap.

2016 Aantal aanvragen: 10 Totaal gevraagd bedrag: € 306.000 Gehonoreerd: 9 Toegekend bedrag: € 252.000 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 37 Totaal gehonoreerd: 28


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

rapporteerde jaarlijks onder meer in het jaarverslag en op de website over de onderzoeksresultaten van de Ă–fner-methode. Overigens beschouwt het Mondriaan Fonds jaarverslag, website, sociale media en blog van de directeur evengoed als onderdeel van het instrumentarium: het etaleren van die rijkdom onder meer via de website is ĂŠĂŠn van de methodes van verantwoording. Wat leverde deze metingen op? In gemiddeld drie gevallen per jaar is een praktijk aangepast, of leverde de meting nieuwe informatie op. Zo werd in 2015 de indeling van mogelijkheden voor praktijkverdieping van kunstenaars versimpeld en de afstemming met de Projectinvestering Kunstenaar en Bemiddelaar aangepast. Naar aanleiding van het onderzoek naar de beurzen voor de postacademische instellingen werd het vooraf vastgestelde aantal toe te kennen beurzen flexibeler. In 2014 is op basis van een evaluatie de Werkbijdrage Bewezen Talent gewijzigd. In plaats van een beroepspraktijk van minstens acht jaar, konden kunstenaars aanvragen wanneer zij minstens zes jaar een beroepspraktijk hadden. En voor de overige resultaten van de metingen: zie de beschrijving van de resultaten van de verschillende bijdragen.

17


Juliaan Andeweg, Open, 2016. Foto: Gert-Jan van Rooij

Gehonoreerd > Bijdrage Praktijkverdieping > Postacademische Instellingen

Juliaan Andeweg – van experiment naar presentatie ‘Tijdens mijn eerste jaar aan de Rijksakademie heb ik veel geëxperimenteerd. Ik heb complexe mallen leren maken, voor het eerst videowerk geproduceerd als integraal onderdeel van grotere werken, veelvuldig de keramiekwerkplaats gebruikt. In het tweede jaar heb ik me geconcentreerd op het samenbrengen van werken in een tentoonstellingscontext. Mijn ‘advisors’ kon ik aanpassen aan mijn behoeften. Doordat je twee keer een presentatie hebt tijdens RijksakademieOPEN wordt je bovendien geforceerd je ideeën in rap tempo te laten kristalliseren. Je begint traag en eindigt snel, en je leert daarop anticiperen.’ Juliaan Andeweg (beeldend kunstenaar)


Bijdrage Praktijkverdieping Postacademische Instellingen De Bijdrage Praktijkverdieping biedt mogelijkheden voor praktijkverdieping van beeldend kunstenaars en bemiddelaars. Het gaat om elke vorm van artistiek of theoretisch onderzoek, een residency, leerperiode of stage in binnen- of buitenland. Doel van de bijdrage is de verdieping van de praktijk van kunstenaars en bemiddelaars te stimuleren. In totaal is het aantal aanvragen in de loop van de afgelopen vier jaar gestegen, zelfs bijna elk jaar verdubbeld. Dit toont aan dat de bijdrage zichtbaarder is geworden onder de doelgroep en in een behoefte voorziet. Het effect van de bijdrage is in 2014 en 2015 nader onderzocht door onderzoeksbureau Panteia. Uit dit onderzoek bleek dat door een gerichte bijdrage kunstenaars en bemiddelaars een impuls kunnen geven aan hun praktijk. De Bijdrage Praktijkverdieping biedt vier mogelijkheden. Postacademische Instellingen Een substantieel deel van het budget van de Bijdrage Praktijkverdieping was de afgelopen periode gereserveerd voor werkperiodes bij de Rijksakademie, De Ateliers, de Jan van Eyck Academie en Sundaymorning@EKWC. Hiertoe had het bestuur van het Mondriaan Fonds in 2012 besloten, omdat deze voor het Nederlandse kunstenveld belangrijke instellingen anders zouden zijn omgevallen. Na een voorselectie door de postacademische instelling zelf adviseerde de commissie van het Mondriaan Fonds

samen met deskundigen van de betreffende instelling welke kunstenaar een bijdrage zou krijgen. In 2016 werd de balans opgemaakt en is de samenwerking met de postacademische instellingen afgerond. Reeds aan het begin van het jaar was duidelijk dat na 2016 de bijdragen voor postacademische instellingen niet meer via het Mondriaan Fonds zouden worden verdeeld. Enkel aan de Jan van Eyck Academie en De Ateliers is nog een aantal bijdragen toegekend. De directeuren van de postacademische instellingen blikten in 2016 terug op het belang van de bijdragen. Lex ter Braak, directeur Jan van Eyck Academie: ‘De beurzen die het Mondriaan Fonds voor de postacademische instellingen structureel ter beschikking stelde, hebben de Jan van Eyck Academie de afgelopen drie jaar overeind gehouden. De uiteindelijke selectie voor de beurs deelnemers werd door een gemeenschappelijke commissie gedaan. Dat leidde tot vruchtbare discussies en verrassende keuzes. Het Mondriaan Fonds heeft met deze ondersteuning een belangrijk element uit de Nederlandse infrastructuur van de kunst gered.’ Els van Odijk, directeur Rijksakademie: ‘De financiële ondersteuning van de Rijksakademie door het Mondriaan Fonds is in de afgelopen jaren doorslaggevend geweest voor de continuïteit.’ 2013-2016 Het Mondriaan Fonds heeft deze cultuurplanperiode meer dan 8,5 miljoen euro bijgedragen aan de


werkperiodes. Met ingang van volgend jaar is er voor postacademische instellingen weer ruimte gecreëerd in de basisinfrastructuur. Bijna tweehonderd kunstenaars hebben met een Bijdrage Praktijkverdieping Postacademische Instellingen van het fonds een werkperiode bij een van de postacademische instellingen gehad. Uitkomsten van deze werkperiodes worden gepresenteerd tijdens publieke open dagen van de betreffende instellingen. Uit een evaluatie van onderzoeksbureau Panteia (2014) en de online effectmeting van aanvragers blijkt dat de bijdrage in grote lijnen goed heeft gefunctioneerd. Een belangrijke indicator is dat de kunstenaars zelf zeggen tevreden te zijn over de kwaliteit van de programma’s bij de postacademische instellingen. Ook zijn er ten opzichte van een vergelijkbare postacademische instelling in het buitenland, zoals HISK in Gent, geen opvallende verschillen. Op basis van de evaluatie deed het fonds halverwege de periode 2013-2016 enkele praktische aanpassingen. Zo is besloten de verdeling van het aantal plekken per postacademische instelling deels variabel te maken. Deelnemers noemen na afloop van de werkperiode gemiddeld drie concrete resultaten of effecten die uit de werkperiode voortvloeien: van presentaties in musea en deelname aan internationale samenwerkingsverbanden tot opdrachten voor particulieren.

2016 Aantal aanvragen: 21 Totaal gevraagd bedrag: € 1.050.000 Gehonoreerd: 12 Toegekend bedrag: € 600.000 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 378 Totaal gehonoreerd: 198


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

19

Behandeling aanvragen Aanvragers kunnen gedurende het hele jaar een aanvraag indienen via een (digitaal) aanvraagformulier en bijlagen; met uitzondering van enkele bijdragen die in rondes worden behandeld. Het Mondriaan Fonds kondigt de deadlines voor aanvraagrondes aan op de website, via de nieuwsbrief en sociale media. In 2013 werden alle aanvragen nog ‘op papier’ ingediend. Na een geleidelijke invoering per bijdrage is sinds begin 2015 de aanvraagprocedure honderd procent digitaal. Als een aanvraag binnen is, toetsen medewerkers van het Mondriaan Fonds deze allereerst op formele voorwaarden die op de website vermeld staan. Aanvragen die daaraan voldoen, worden voorgelegd aan deskundige adviseurs voor een inhoudelijke beoordeling. Kwaliteit is daarbij het belangrijkste criterium. Bij een kunstenaar gaat het om de artistieke uitgangspunten en de wijze waarop deze tot uitdrukking komen in het werk. Bij een instelling gaat het om de kwaliteit van de plannen in cultuur-historisch of artistiek opzicht.

Een ander criterium is zichtbaarheid. Adviseurs letten onder meer op de presentatieplannen bij aanvragen en beoordelen de manier waarop een activiteit onder de aandacht wordt gebracht van een passend publiek. Bovendien wordt rekening gehouden met de context waarbinnen een aanvraag is ingediend, of het nu de artistieke context of de maatschappelijke inbedding van een project is. Verder kijken adviseurs naar het cultureel ondernemerschap, waarmee onder meer de onderzoekende en/of vernieuwende houding van de aanvrager wordt bedoeld en de activiteiten van de aanvrager op publicitair, organisatorisch en educatief gebied. De adviseurs hebben expertise op de verschillende terreinen van het Mondriaan Fonds. Hun beoordeling vindt plaats tijdens commissievergaderingen. Op basis van het advies van de adviseurs besluit het bestuur of een aanvraag wordt toegekend. De totale aanvraagprocedure duurt maximaal drie maanden. In 2013 was de gemiddelde behandeltermijn 73 dagen, in 2014 75 dagen, in 2015 bedroeg deze termijn 80 dagen en in 2016 is deze gedaald tot 63 dagen.

Aanvragen en toekenningen 2013-2016

2.500

2.270 aangevraagd 2.092 aangevraagd 1.864 aangevraagd

2.000 1.580 aangevraagd 1.500

1.151 toegekend 860 toegekend

810 toegekend

1.000 557 toegekend 500

0 2014

2013

2015

2016

€60.729.025 aangevraagd €60.000.000

€50.000.000

€53.296.363 aangevraagd €47.992.834 aangevraagd

€42.032.456 aangevraagd

€40.000.000 €31.170.590 toegekend €30.000.000

€28.074.130 toegekend

€23.821.997 toegekend €19.585.154 toegekend

€20.000.000

€10.000.000

0 2013

2014

2015

2016


Diana Scherer, Radboud Universiteit en Mediamatic, Spectrum planten - Ontleding van het licht, 2016-2017

Gehonoreerd > Bijdrage Vrije Praktijkverdieping

Diana Scherer – voortborduren op plantenwortels ‘Het onderzoek dat ik nu doe bij de Radboud Universiteit Nijmegen borduurt voort op mijn eerdere project met plantenwortels. Ik splits nu met behulp van filters het licht in verschillende schakeringen van het kleurenspectrum. Vervolgens kijk ik hoe planten erop reageren: wat doet het met hun kleur, smaak, groeipatroon? Het is eigenlijk de verdieping van een deel van het wortelproject, waar ik nog wel twintig jaar mee bezig ben. Het vormt bovendien de opmaat naar een volgend project met de universiteit die me zo’n beetje heeft geadopteerd.’ Diana Scherer (beeldend kunstenaar)


Bijdrage Praktijkverdieping

Vrije Praktijkverdieping en Assistentiebijdrage Bijdrage Vrije Praktijkverdieping Van een onderzoeksperiode in Beijing aan de Tsinghua Universiteit, tot een periode van experiment bij het Arnhemse Plaatsmaken; deze bijdrage biedt beeldend kunstenaars en bemiddelaars de mogelijkheid hun werk middels artistiek onderzoek of een andere vorm van praktijkverdieping in binnen- of buitenland te ontwikkelen. Met de bijdrage wil het Mondriaan Fonds de praktijk van kunstenaars en bemiddelaars stimuleren en zo een betekenisvolle bijdrage te leveren aan de hedendaagse beeldende kunst en/of cultureel erfgoed in Nederland. In 2016 hebben 71 kunstenaars en bemiddelaars de werkpraktijk met een Bijdrage Vrije Praktijkverdieping kunnen verdiepen; opnieuw een stijging van het aantal talenten dat jaarlijks van deze mogelijkheid gebruik maakt. De aard van de bijdragen was divers. Kunstenaars en bemiddelaars ontvingen een bijdrage voor een verblijf bij een residency, tijd voor reflectie en uitwerking van een idee, maar ook bijvoorbeeld voor (locatie-) onderzoek voorafgaand aan de productie van een film. 2013-2016 In vier jaar zijn 167 kunstenaars en bemiddelaars in staat geweest met een bijdrage de eigen werkpraktijk te verdiepen. Het Mondriaan Fonds formuleerde in 2013 een aantal specifiekere doelen voor deze bijdrage, waarbij de nadruk is gelegd op de kwaliteit, het ondernemerschap en zichtbaarheid van het jonge talent.

Zelf geven kunstenaars en bemiddelaars in het eindverslag aan dat een ontwikkeling in hun werk zonder de bijdrage niet of in veel mindere mate had plaatsgevonden. Zij noemen dat een onderzoeksperiode of deelname aan het programma van een residency functioneerde als katalysator voor hun ontwikkeling, nieuwe richtingen bood binnen het eigen werk en nieuwe contacten in de kunstwereld. Met name door de vrijheid en de ruimte die de bijdrage biedt voor reflectie en experiment zien zij de bijdrage als een investering in hun toekomst als kunstenaar of bemiddelaar. Halverwege de periode 2013-2016 is een aantal belangrijke aanpassingen doorgevoerd in de mogelijkheden, zodat de verschillende bijdragen van het Mondriaan Fonds voor kunstenaars gerichter ingezet konden worden. Ook hoefde de praktijkverdieping niet meer uitsluitend bij of met een instelling of persoon plaats te vinden. Die aanpassing had een grote stijging in aantallen bijdragen tot gevolg: van elf naar 71 per jaar. Ruim tachtig procent van de kunstenaars en bemiddelaars die een werkperiode hebben afgerond heeft tijdens of na afloop van de werkperiode een presentatie voor het publiek gerealiseerd. Met name voor een professioneel kunst- en erfgoedpubliek. De helft van de kunstenaars geeft aan waardevolle contacten te hebben opgedaan met (inter-)nationale curatoren. De bijdragen werden kortom zichtbaar bij een passend publiek.


Assistentiebijdrage Bij wijze van experiment is in 2014 deze mogelijkheid gestart, die mid-career kunstenaars in staat stelt samen te werken met een jongere kunstenaar. Met de bijdrage kwam het Mondriaan Fonds enerzijds tegemoet aan de vraag van ervaren kunstenaars die een volgende stap willen zetten in hun carrière, anderzijds aan de vraag van beginnende kunstenaars naar begeleiding door ervaren vakgenoten. De Assistentiebijdrage is, na een pilotproject in 2014, in 2015 in werking getreden. In totaal hebben drie bewezen kunstenaars een periode met een jongere kunstenaar gewerkt, zoals kunstenaar Laurence Aëgerter, die een jaar lang intensief samenwerkte met Tanja Engelberts. 2016 Aantal aanvragen: 127 Totaal gevraagd bedrag: € 2.052.261 Gehonoreerd: 72 Toegekend bedrag: € 1.205.219 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 331 Totaal gehonoreerd: 170


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

Bezwaar- en beroepsprocedures Als een aanvraag voor een bijdrage niet wordt gehonoreerd, kan een aanvrager een bezwaarschrift indienen bij het bestuur van het Mondriaan Fonds. Ook is bezwaar mogelijk als het Mondriaan Fonds een ander bedrag toekent dan was aangevraagd of als bij het vaststellen van de definitieve bijdrage wordt afgeweken van de toezegging. De aanvrager kan het bezwaarschrift mondeling toelichten tijdens een hoorzitting. Als het bezwaarschrift niet wordt gehonoreerd of als de commissie na herbeoordeling nogmaals negatief over de aanvraag adviseert, kan de aanvrager in beroep gaan bij de Arrondissementsrechtbank. Als dit beroep door de rechtbank wordt verworpen staat hoger beroep open bij de Raad van State. Ook het Mondriaan Fonds kan bij de Raad van State in hoger beroep gaan als de rechtbank een beroepschrift gegrond heeft verklaard. Het aantal in 2016 behandelde bezwaarschriften was 44; deels waren dit bezwaarschriften die eind 2015 waren ingediend en grotendeels uit 2016. Van deze bezwaarschriften waren 43 op inhoudelijke en één op financiële grond. Deze laatste is deels gehonoreerd. Van de inhoudelijke bezwaarschriften was één niet ontvankelijk omdat de bezwaartermijn was verstreken. Voor een herbeoordeling kwamen 27 bezwaarschriften in aanmerking en daarvan werden zestien gehonoreerd. Zeven bezwaarschriften zijn gehonoreerd op formele grond. Ongegrond zijn negentien bezwaarschriften verklaard. In 2016 zijn geen beroepschriften of hoger beroepschriften ingediend. In 2016 zijn 1.165 beschikkingen genomen waartegen bezwaar kon worden aangetekend. De vijftig ingediende bezwaarschriften komen neer op 4,3 procent van het totaal. In 2015 was dit percentage 3,5 en in 2014 3,7 procent. Het percentage in 2013 is niet representatief omdat een groot deel van de in dat jaar ingediende bezwaarschriften betrekking had op een hausse van aanvragen uit 2012: einde vorige kunstenplanperiode. Het bezwaarpercentage is in 2016 dus toegenomen. Deze stijging is deels toe te schrijven aan de veel krappere budgetten voor kunst en cultuur waardoor het belang van een bijdrage van het fonds crucialer wordt. De gevolgen van de bezuinigingen in 2013 beginnen steeds zichtbaarder te worden omdat de reserves, niet alleen bij het Mondriaan Fonds maar ook bij de instellingen zelf, uitgeput zijn. Opvallend is namelijk dat het bezwaarpercentage voor de Bijdrage Meerjarenprogramma’s Presentatie-instellingen maar liefst 24 was. Deze bijdrage voorziet deels in de exploitatie en dus het voortbestaan van presentatie-instellingen. Verder is het opmerkelijk dat het aantal gehonoreerde bezwaarschriften aanzienlijk is gestegen. In 2013 was dit percentage negen, in 2014 bedroeg dit twaalf procent, in 2015 werd 23 procent van de bezwaren alsnog positief bevonden en in 2016 betrof dit 36 procent. Het grootste deel van deze honoreringen betrof aanvragen die op het plan waren afgewezen. Nadat de plannen aangescherpt of verder uitgewerkt waren, werden deze alsnog gehonoreerd. Deze bezwaarschriften werden dus niet gehonoreerd omdat aan de oorspronkelijke procedure fouten kleefden, maar omdat de plannen tijdens de procedure werden bijgesteld. Op basis van deze vernieuwde plannen konden deze aanvragen alsnog gehonoreerd worden. Het Mondriaan Fonds vindt het belangrijk dat gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid om bezwaar aan te kunnen tekenen en ziet dit als een toets voor het beleid en de uitvoering daarvan. Het terugkomen op een besluit, zeker als dit op basis van aanvullende informatie gebeurt, is een teken van een open en niet vooringenomen opstelling. Gezien de belangen die op het spel staan voor de aanvrager met een toe- of afwijzing van een aanvraag vindt het Mondriaan Fonds bovenstaande percentages realistisch. Uit de inhoud van de bezwaarschriften wordt door het Mondriaan Fonds ook lering getrokken; zo worden zo nodig

21

toelichtingen op de aanvraagformulieren verhelderd. In het juristenoverleg met de zes cultuurfondsen zijn de bezwaaren beroepschriften een continu aandachtspunt. Daarbij worden onder andere een eventuele fluctuatie van het aantal bezwaarschriften bij de fondsen besproken en de vraag of daar een gemeenschappelijke oorzaak voor is aan te wijzen of gaat het om fonds specifieke omstandigheden? Zijn makers eerder geneigd een bezwaarschrift in te dienen dan instellingen? Ook de wijze waarop de bezwaarschriften worden behandeld is regelmatig terugkerend onderwerp van gesprek en vanzelfsprekend gaat het ook over de inhoud van de bezwaar- en beroepschriften.


Turbine Hall, Tate Modern, Londen

Gehonoreerd > Bijdrage Talentontwikkeling in Internationale context

Marian Cousijn – inspiratie door nieuwe omgeving ‘Ik zie in Londen binnen één weekend meer tentoonstellingen dan in Nederland gedurende drie maanden. Dankzij mijn aanstelling als curatorial fellow bij Tate Modern kan ik niet alleen heel veel zien en mijn referentiekader uitbreiden, maar ook meedraaien met het conservatorenteam. Ik doe veel research maar woon ook vergaderingen bij over sokkels en de hoogte waarop schilderijen moeten worden opgehangen. Veel collega’s van mijn leeftijd, die van overal ter wereld komen, zijn assistent-­ conservator. Het is inspirerend om samen tentoonstellingen te bezoeken en van gedachten te wisselen over kunst, musea en politiek.’ Marian Cousijn (curator)


Bijdrage Praktijkverdieping

Talentontwikkeling in Internationale Context Vanaf 2014 volgen talentvolle kunstenaars en (erfgoed-)bemiddelaars met deze bijdrage een stage of leerplek bij een gerenommeerde internationale kunstenaar of culturele instelling. De bijdrage heeft als doel artistieke ontwikkeling en cultureel ondernemerschap van kunstenaars en bemiddelaars te bevorderen, zodat zij de mogelijkheid krijgen via hooggekwalificeerde plekken in het buitenland werk te ontwikkelen. De bijdrage is op verzoek van minister Bussemaker in 2014 toegevoegd aan de reeds bestaande mogelijkheden voor de ontwikkeling van talent in het buitenland, zoals de Bijdrage Gastateliers. Zij stelde hiervoor ruim 700.000 euro beschikbaar In 2016 koos Tate Modern na een voordracht door het Mondriaan Fonds Marian Cousijn voor een werkperiode in Londen. Twee kunstenaars ontvingen een bijdrage voor een zelfgeïnitieerde werkperiode: Rory Pilgrim voor zijn deelname aan het danceWEB Scholarship Programme in Wenen en Timmy van Zoelen voor een werkperiode bij Nathaniel Mellors. 2013-2016 In totaal volbrachten drie kunstenaars en drie bemiddelaars een werkperiode bij een internationale kunstenaar of culturele instelling. Performancekunstenaar Pilgrim geeft bijvoorbeeld aan dat de deelname aan het danceWEB Scholarship Programme in Wenen hem in contact bracht met talloze deelnemers, kunstenaars en professionele choreografen uit de gehele wereld, waarbij hij intensief werd begeleid door

internationaal gerenommeerde kunstenaars als Tino Seghal en Tacita Dean. De bijdrage heeft hem in staat gesteld zich intensief op een relatief nieuw grensgebied tussen dans en beeldende kunst te ontwikkelen. Een relatief kleine groep heeft van deze bijdragemogelijkheid gebruik gemaakt. De bijdrage vergt bovendien veel bureauonderzoek van het fonds en de ontwikkelkosten zijn relatief hoog. Omdat het effect van de Bijdrage Talent­ ontwikkeling in Internationale Context zeer groot blijkt, zo valt te lezen in de verslagen die op verzoek van het fonds zijn gemaakt door bemiddelaar Rieke Vos en te lezen zijn op mondriaanfonds.nl, is besloten de mogelijkheid in 2017-2020 te continueren. Zowel kunstenaars als bemiddelaars die een bijdrage ontvingen, hebben aangegeven dat de werkperiode fundamenteel heeft bijgedragen aan verdieping en ontwikkeling van hun praktijk en werk. 2016 Aantal aanvragen: 11 Totaal gevraagd bedrag: € 291.390 Gehonoreerd: 4 Toegekend bedrag: € 76.992 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 55 Totaal gehonoreerd: 11



Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

Pilotprojecten Via pilotprojecten kan het Mondriaan Fonds nieuwe wegen verkennen om zo nodig vervolgens zijn beleid aan te passen. Het fonds kan projecten initiëren, aandachtsgebieden benoemen en nieuwe samenwerkingen aangaan, die in het verlengde liggen van de reguliere activiteiten van het Mondriaan Fonds. Het fonds kan bijvoorbeeld alternatieve modellen voor bijdragen en beoordeling onderzoeken; actuele ontwikkelingen agenderen en faciliteren of in de vorm van open calls urgente onderwerpen stimuleren. Het doel is het beleid en het instrumentarium van het Mondriaan Fonds actueel te houden en zo dicht mogelijk aan te laten sluiten bij de ontwikkelingen in het veld van kunst en erfgoed en daarbuiten. Een interdisciplinaire commissie van adviseurs treedt op als klankbord en reageert op hoofdlijnen op door de directie ingezette projecten en geagendeerde thema’s. De initiatieven worden getoetst op het belang voor de ontwikkeling, de zichtbaarheid en/of de maatschappelijke inbedding van de kunsten. Bij de evaluatie van de projecten wordt gekeken naar de resultaten, waaronder de ‘lessons learned’ en de manier waarop de uitkomsten gedeeld kunnen worden met het kunstenveld. Vaak ontstaat nieuw beleid vanuit de pilotprojecten. In 2016 zette het Mondriaan Fonds in op verschillende thema’s en projecten, die in het verlengde lagen van de centrale onderwerpen uit het beleidsplan: zichtbaarheid, samenwerking en opdrachtgeverschap. Vanuit deze thema’s is met name de actievere rol van het ‘fonds als relatiemakelaar’ groter geworden, zowel gericht op de ontwikkeling en uitwisseling binnen het veld van de beeldende kunst en het cultureel erfgoed als op de verbinding met andere terreinen en het publiek. Verder deed het Mondriaan Fonds in samenwerking met verschillende partijen onderzoek naar ‘skyfinanciering’: andere en aanvullende vormen van financiering van kunst en erfgoed. Tussen 2013 en 2016 was sprake van veel dynamiek in de beeldende kunst en het cultureel erfgoed als het gaat om alternatieve verdienmodellen en nieuwe initiatieven, zeker na de bezuinigingen. Er was veel vindingrijkheid in het veld, waarbij erg veel energie en middelen worden ingezet om nieuwe wegen te vinden en nieuwe samenwerkingen aan te gaan. De urgentie hiertoe is groot. Het Mondriaan Fonds zit dicht op de ontwikkelingen en draagt er waar mogelijk aan bij. Het fonds haakt soms aan als (financieel) partner; initieert zo nodig. Het evalueert dergelijke processen en vertaalt de lessen waar nodig naar de reguliere praktijk van de bijdragen en activiteiten. In de diversiteit van de ondersteunde initiatieven weerspiegelt zich het hoge tempo waarbinnen in de Nederlandse wereld van kunst en erfgoed wordt gewerkt en de vraagstukken en trends waarvoor zij zich gesteld ziet. Waartoe dit leidde is tevens beschreven in het hoofdstuk ‘De Oogst’. >pagina 7 Terugkijkend op de periode 2013-2016 valt te constateren dat de open en op innovatie gerichte houding van het Mondriaan Fonds, zoals die blijkt uit de pilotprojecten, zowel binnen als buiten de organisatie en ook door de Visitatiecommissie Cultuurfondsen als een belangrijk instrument wordt ervaren. ‘Door met pilots te werken, slaagt het fonds er goed in de benodigde vrije ruimte voor aanvragers te bewaken.’ Successen zoals met de Bijdrage Opdrachtgeverschap die resulteerde in meer dan honderd opdrachten zijn ingezet vanuit pilotprojecten en hebben zich vanuit de praktijk verder kunnen ontwikkelen. Dat is slechts één voorbeeld hoe de ontwikkeling en vormgeving van het nieuwe beleid voor een deel zijn bepaald door pilotprojecten. Het beleid van het Mondriaan Fonds is immers niet in beton gegoten. Het fonds blijft open staan voor ontwikkelingen en initiatieven uit het veld.

23

Zichtbaarheid en samenwerking In dit kader zijn verschillende pilots en samenwerkingen geïnitieerd of voortgezet. In de serie Beeldbepalers hebben vooraanstaande Nederlandse kunstenaars debatcentrum De Balie ter beschikking gekregen om naar eigen inzicht een programma samen te stellen en met het publiek van gedachten te wisselen over hun werk en deze tijd. De portretserie ‘Hollandse Meesters in de 21e eeuw’, een samenwerkingsproject van regionale omroepen en beeldende kunstinstellingen, waarin verschillende generaties belangrijke kunstenaars zijn vastgelegd is voortgezet. Begin 2016 vond bij filmmuseum EYE in Amsterdam de officiële première plaats van de vijfde reeks en de honderdste aflevering. >pagina 49 Het online tijdschrift Mr. Motley ontvangt een bijdrage voor het project ‘Tendens’, dat in samenwerking met filosofisch festival Brainwash en stichting Maand van de Filosofie onderzoek doet naar de manier waarop ontwikkelingen in de kunstwereld zich verhouden tot de maatschappij. Elke maand bespreken kunstenaars, wetenschappers en denkers opmerkelijke ontwikkelingen vanuit hun eigen praktijk, zoals: wat zeggen tendensen als verdwenen introversie, de interdisciplinaire succesformule, emancipatie in het museum en het belang van (nieuwe) dromen over de tijd waarin we leven? Tot slot kreeg het Domein voor Kunstkritiek een bijdrage voor de volgende fase van het Laboratorium voor Actuele Kunstkritiek. Samen met het Instituut voor Netwerkcultuur en PublishingLab richten zij zich op een ‘How-to hybride publiceren’ voor tijdschriften en kunstcritici die hun praktijk willen innoveren. Doel van dit vervolgproject is te komen tot een digitale ‘toolkit’ voor innovatieve kritiek die via actuele technische mogelijkheden ruimte biedt voor nieuwe vormen van kritiek die in dienst staat van het democratische gesprek over kunst en cultuur. Opdrachtgeverschap Om de bewezen resultaten van de Bijdrage Opdrachtgeverschap te versterken zette het fonds in op de verdere zichtbaarheid van deze bijdrage via samenwerking met de media. Zo maakt Avrotros Kunstuur een aantal specials over opdrachtgeverschap met aansprekende kunstprojecten die met hulp van de bijdrage tot stand zijn gekomen. Voorbeeldprojecten worden onder de aandacht gebracht van potentiële opdrachtgevers via advertenties in verschillende tijdschriften, zoals VNG magazine, Arts & Auto en Management Scope. >pagina 51 En er werd een bijdrage gegeven aan de doorontwikkeling van Publiek Gemaakt, een blog over actuele kunstprojecten buiten de muren van kunstinstellingen, en aan de Helpdesk Opdrachtgeverschap Dhaps.org, dat opdrachtgevers helpt met praktische informatie en het formuleren van een goede opdracht aan beeldend kunstenaars. Bovendien werd de samenstelling in gang gezet van een publicatie met alle ruim honderd opdrachten waar het fonds de afgelopen vier jaar aan heeft bijgedragen – van een sculptuur op een kinderbegraafplaats tot nieuwe ramen voor een kerk. Talentontwikkeling Via de Meester-Gezelregeling van het fonds en een extra bijdrage van het ministerie van OCW gericht op de uitbreiding en versterking van partnerschappen op gebied van talentontwikkeling, werd in 2016 opnieuw geïnvesteerd in het programma Mentoring in samenwerking met Cultuur+Ondernemen, dat inzet op de overdracht van kennis en ervaring van bewezen talent op startend talent en dat zo de effectiviteit van de Werkbijdrage Jong Talent vergroot. In 2016 zet de groei van het aantal trajecten door, onder meer door jong talent de mogelijkheid te bieden zelf mentoren aan te dragen voor de begeleiding van hun beginnende beroepspraktijk. Het aantal trajecten groeide van veertien in 2014 naar 32 in 2016. Het Mondriaan Fonds verlengde daarnaast de samenwerking


Rory Pilgrim, Robot, 2016

Verkenning van de Zandmotor met geselecteerde artists-in-residence Lotte Geeven en Maurice Meewisse, 2016. Foto: Jacqueline Heerema

Gehonoreerd > Bijdrage Gastateliers

Jacqueline Heerema – visueel idioom voor nieuw landschap

Rory Pilgrim – lange termijnrelaties die groeien en verdiepen

‘De Zandmotor is een uniek, door mensen gemaakt kustlandschap. Er zijn gastateliers aan verbonden die door al ruim twintig kunstenaars gebruikt zijn. In 2017 doen Lotte Geeven en Maurice Meewisse onderzoek naar de trage beweeglijkheid van dit schiereiland, de manier waarop zand vooral ’s nachts wegrolt. Het werk zal niet de Zandmotor zelf veranderen, maar wel de perceptie ervan als cultureel fenomeen. We moeten ons tot dit nieuwe landschap verhouden, met een nieuw – visueel – idioom. De resultaten delen we met passanten, maar ook op wetenschappelijke congressen.’

‘Gedurende mijn verblijf in Tokio heb ik kennis gemaakt met Kabuki, het traditionele Japanse theater, en het kunstenaarscollectief Chim-Pom, die een punkachtige energie uitstralen. Ik heb me verdiept in jeugdactivisme en sociale bewegingen, de verhouding hier tussen overheid, volk en technologie. Japan omvat veel fenomenen waar ik al langer over nadenk, maar waarvan ik nog niet weet hoe ze te verwerken in het artistieke proces. Dat heeft al geresulteerd in muziek en plannen voor een film. Maar liever nog wil ik lange termijnrelaties opbouwen, die kunnen groeien en verdiepen.’

Jacqueline Heerema (curator Satellietgroep)

Rory Pilgrim (beeldend kunstenaar)


Bijdrage Gastateliers Een werkperiode bij een gastatelier dient ertoe de verdieping van de (artistieke) ontwikkeling en praktijk van beeldend kunstenaars en bemiddelaars in binnen- en buitenland te stimuleren. De ateliers zijn uitvalsbasis voor het bouwen of versterken van (inter-)nationale contacten en helpen bij het verkennen van nieuwe markten. De meeste buitenlandateliers maken deel uit van internationale initiatieven en programma’s voor kunstenaars en bemiddelaars uit de hele wereld. Het Mondriaan Fonds heeft vaste gastateliers in New York, Parijs, Berlijn, Rome, Beijing, Tokio, Rio de Janeiro, Curaçao, Brussel, Moengo, Bogotá, Yogyakarta, Warschau, Annandale-on-Hudson, Hamminkeln als ook in Den Helder, naast een wisselend aanbod van tijdelijke ateliers. 2016 kende een toegenomen respons op de oproepen, mede door een extra ronde binnenlandateliers en de populariteit van een tijdelijk buitenland­ atelier in Japan. De meeste aanvragen werden gedaan voor ateliers in Brussel, Curaçao, New York en Berlijn. De toegenomen aandacht voor Instituto Buena Bista in Curaçao, onder andere vanwege de tentoonstelling ‘All you can Art’ in de Kunsthal Rotterdam, zal hebben bijgedragen aan de populariteit van dit atelier. Er werden bijzondere werkperiodes aangeboden, zoals een plek voor een bemiddelaar bij het ISCP in New York (voorheen alleen voor kunstenaars) of bij Capacete in Athene om mee te werken aan een speciaal programma op uitnodiging van documenta 14 in Athene.

Het Mondriaan Fonds en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie hebben in 2016 opnieuw twee gezamenlijke open oproepen uitgeschreven voor beeldend kunstenaars en ontwerpers: voor residencies in het MMCA in Seoul (Zuid-Korea) en Arita op het eiland Kyushu (Japan). Als resultaat van de oriëntatiereis naar Iran en Armenië wordt gewerkt aan een samenwerking met de residency Kooshk in Teheran. Het fonds begon in 2016 een pilot om te zien wat terugkeer naar een residency kan opleveren. De meerwaarde van een tweede werkperiode was volgens resident Su Tomesen dat zij kon terugvallen op een netwerk dat in de eerste periode was opgezet. Door het bestendigen van de contacten met collega-kunstenaars, curatoren, werkplaatsen, galeries en musea kon een vervolgproject in de tweede periode efficiënt uitgewerkt worden. Samen met DutchCulture|TransArtists biedt het fonds tijdelijke buitenland­ ateliers aan om extra aandacht te besteden aan een bepaalde regio. In 2016 waren dat Hospitalfield in Arbroath (Schotland), Embassy of Foreign Artists in Genève (Zwitserland) en Ukiha Residency in Japan. Dit laatste atelier werd aangeboden vanwege het Holland-Kyushu jaar. Bij de open oproep voor het Pompgemaal in Den Helder formuleerden kunstenaars plannen variërend van productie van nieuw werk tot onderzoek of uitwisseling van ideeën en inspiratiebronnen – veelal met andere


kunstenaars, wetenschappers, makers uit andere disciplines. Duidelijk is dat niet alleen verre oorden kunstenaars inspireren hun werk te ontwikkelen of te verdiepen. Met DutchCulture|TransArtists maakte het fonds een selectie van bijzondere, deels nieuwe binnenlandse gastateliers zoals een atelier gericht op actuele vraagstukken over klimaatverandering en kustbescherming (Zandmotor, Den Haag), maar ook een atelier verbonden aan de bijzondere geschiedenis van een onderduikadres (Castrum Peregrini, Amsterdam). Verder een interdisciplinaire werkplaats gericht op experiment met zowel metaal, glas en kunststof als grafische technieken (Beeldenstorm/Daglicht, Eindhoven), een atelier in een stedelijk netwerk van kunstenaars gericht op de autonome kunstproductie (Het Wilde Weten, Rotterdam) en een mobiele werkplaats die ingaat op regionale ontwikkelingen en landschappelijk onderzoek (PAIR Groningen). 2013-2016 Het aantal aanvragen voor de gastateliers verdubbelde van 243 in 2013 naar 471 in 2016. Kunstenaars en bemiddelaars hebben hun voorzichtigheid na de bezuinigingen laten varen en durven weer te investeren in een werkperiode in het buitenland. De ateliers in de gekende kunstmetropolen Berlijn, New York, Parijs en Brussel waren het populairst, maar ook is een hernieuwde interesse in Japan zichtbaar. Wat de zichtbaarheid betreft: de meeste residenten laten tijdens hun verblijf via blogs en andere sociale media zien wat zij onderzoeken, wie zij ontmoeten en welke resultaten dit tot gevolg heeft.

In 2016 heeft het fonds een enquĂŞte gehouden onder 250 aanvragers die tussen 2006 en 2016 in een van de achtentwintig buitenlandateliers van het fonds verbleven. Hieruit blijkt dat voor bijna alle respondenten een verblijf in een buitenlandatelier grote invloed heeft op de inhoudelijke ontwikkeling en kwaliteit van het werk en bijdraagt aan een positieve ontwikkeling van hun praktijk. Het verblijf resulteert van een eerste presentatie in het gastatelier tijdens een open studio tot een uitnodiging van deelname aan een tentoonstelling op een groot internationaal podium. Meer dan de helft van de kunstenaars benadrukt het belang van het netwerk van de gekozen bestemming voor het leggen van nieuwe contacten. Ruim zestig procent is na de residency teruggekeerd naar het land of de stad van het atelier en onderhoudt nog altijd contact met kunstenaars, curatoren en instellingen in het gastland. De binnenlandateliers functioneren voor een deel van de kunstenaars als poort tot het kunstcircuit. In meerdere gevallen blijkt een werkperiode en de eindpresentatie in het atelier te leiden tot uitnodigingen voor exposities bij presentatie-instellingen, galeries en musea. De binnenlandateliers leveren bovendien een bijdrage aan een grotere binnenlandse mobiliteit en spreiding van de zichtbaarheid van kunstenaars. 2016 Aantal aanvragen: 471 Totaal gevraagd bedrag: â‚Ź 4.416.360 Gehonoreerd: 86 Toegekend bedrag: â‚Ź 683.280 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 1.385 Totaal gehonoreerd: 225


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

met het Tilburgse platform Kunstpodium T, voor twee edities van het succesvolle ‘Apprentice Master’ project, dat tot doel heeft het gat te dichten tussen de kunstacademie en de professionele beroepspraktijk. Het programma koppelt beginnende talentvolle kunstenaars in kleine groepen aan bekende hedendaagse ‘meesters’. Zij werken een periode samen, waarbij kennis en ervaring worden uitgewisseld op zowel artistiek-inhoudelijk als zakelijk vlak. Aan het eind van elk project exposeren ze samen bij een presentatie-instelling in het land en presenteren ze de resultaten met een serie ‘Master Talks’ en de ‘Dag voor de Jonge Kunstenaar’ bij Museum De Pont in Tilburg. Via het project ‘Across the Board’ van Witte de With in Rotterdam zet het Mondriaan Fonds tevens in op interdisciplinaire talentontwikkeling en uitwisseling. Met een serie masterclasses en workshops wordt binnen dit platform gewerkt aan een beter onderling begrip en duurzame relaties voor een nieuwe generatie kunstenaars, ondernemers én beleidsmakers en politici. Doel is de gedeelde waarden tussen hun verschillende werkvelden af te bakenen en te formuleren en samenwerking te stimuleren. Extra investering talentontwikkeling In 2015 en 2016 stelde de minister acht ton extra beschikbaar voor talentontwikkeling. Het Mondriaan Fonds koos er niet voor een nieuwe regeling op te tuigen, maar de bestaande mogelijkheden te versterken en nieuwe partnerschappen aan te gaan. Het grootste deel van deze middelen is ingezet voor de Werkbijdragen Jong Talent. Maar liefst 28 extra jonge talenten konden een werkbijdrage met deze impuls ontvangen. Op de effecten van die bijdragen wordt elders in dit verslag ingegaan. Een ander deel van deze middelen is ingezet voor uitbreiding en versterking van het Meester-Gezelprogramma. Zo kon het Tilburgse platform Kunstpodium T een extra editie uitvoeren van het ‘Apprentice Master’ project. Ook werd een bijdrage geleverd aan het project ‘Kansplaatsen’, waarbij erfgoedtalent werkervaring wordt geboden; coaching door mentoren en extra training. Het project is een samenwerking tussen Landelijk Contact Museumconsulenten (LCM) en detacheringsbureau Vriens Archeo Flex en biedt kansen aan jong of startend talent in de museum- en erfgoedsector. Verder werd een serie masterclasses ondersteund met de titel ‘The Drive of…’, georganiseerd door de Jan & Hubert van Eyck Akademie in Maastricht. Deze serie speelt in op de veelgehoorde wens van kunstenaars om geconcentreerd en in een open context met anderen op hun werk te reflecteren, betekenis te genereren, het experiment aan te gaan en nieuw werk te laten ontstaan. De eerste masterclasses waren ‘The Drive of Drawing’ (2015) en ‘The Drive of Walking’ (2016). Een bestaande samenwerking met Cultuur+Ondernemen voor mentoring van beginnende talenten werd verder uitgebreid met extra matches tussen mentoren en mentees en werd een ‘meet & greet’ georganiseerd in samenwerking met De Balie, waardoor nieuwe matches tussen jong talent en mentoren tot stand kwamen. >pagina 45 Omdat op het budget van Mondriaan Fonds met ingang van 2013 een derde was bezuinigd, waren deze extra middelen bijzonder welkom.

25

opereren veelal buiten het institutionele kader, maar maken een belangrijk deel uit van de professionele kunstwereld en vormen met name voor kunstenaars een belangrijke schakel tussen academie en het professionele veld. Artistieke ontwikkelingen die binnen institutionele settings (nog) niet of minder aan de orde komen, krijgen hier aandacht. Het is hier dat veel kunstenaars en curatoren voor het eerst een tentoonstelling maken en een publiek ontmoeten, waar ze nieuwe dingen uitproberen. De kunstinitiatieven vervullen een cruciale rol in het bemiddelen, het bieden van een netwerk en de contacten met publiek. Bij wijze van pilotproject werd in 2015 en 2016 via een open oproep werkbijdragen beschikbaar gesteld voor respectievelijk 22 en 16 kunstinitiatieven uit respectievelijk 150 en 71 ingediende aanvragen. Onderzoek onder de eerste 22 ondersteunde initiatieven leerde dat zij in bijna alle gevallen de werkbijdrage gebruikten voor het organiseren van hun programma, in 65 procent voor investeringen in de organisatie (denk aan technologie of mensen) en in 55 procent was het doel om te professionaliseren in termen van communicatie, website en medewerkers. Groot effect had de bijdrage op de beschikbare tijd dat die initiatieven kunnen besteden aan hun programma: liefst zestig procent meent meer tijd te kunnen maken door bijvoorbeeld te werken met externe partners die nieuwe expertise binnenbrengen. ‘Deze financiering gaf de mogelijkheid om tijd te nemen om projecten te initiëren en ideeën te ontwikkelen zodat de plannen naar een hoger niveau getild werden.’ Voor tachtig procent van de initiatieven gold dat de ondersteuning hen meer erkenning heeft gebracht door collega-instellingen en andere fondsen, voor 35 procent van de initiatieven betekende deze bijdrage dat ze ook elders subsidie kregen. Dit leidt bijvoorbeeld tot meer naamsbekendheid, meer websitebezoek maar vergemakkelijkt ook onderhandelen over budgetten, huur of het gebruik van ruimtes met lokale instellingen, partners en overheden. En het leidde ook tot meer fysieke bezoekers bij de helft van de initiatieven. ‘Lokaal worden we serieuzer genomen door grote instellingen. We worden nu gevraagd mee te doen aan de MuseumNacht en we worden partner (zowel inhoudelijk als programmatisch) voor een nieuwe Master of Fine Arts bij de lokale kunstvakopleiding. Dat konden we ons een jaar geleden niet voorstellen.’ Ten slotte betekende de bijdrage ook dat initiatieven een productiebudget ter beschikking konden stellen aan de kunstenaars. Ook stelde het extra budget de initiatieven in staat meer werkperiodes, tentoonstellingen en andere activiteiten te ontwikkelen. En regionaal gelegen ruimtes konden ineens met kunstenaars uit het hele land of zelfs het buitenland werken. De Werkbijdrage Kunstinitiatieven wordt in 2017 op reguliere wijze voortgezet. 2016 Aantal aanvragers: 71 Totaal gevraagd bedrag: € 712.624 Gehonoreerd: 16 Toegekend bedrag: € 160.000

Werkbijdrage Kunstinitiatieven Op basis van de analyse en aanbevelingen uit onderzoek van curator en onderzoeker Maaike Lauwaert heeft het Mondriaan Fonds als pilot en via een open oproep ook in 2016 een werkbijdrage beschikbaar gesteld voor kunstinitiatieven in Nederland. Hiermee wil het fonds recht doen aan de rol en positie van de kunstinitiatieven en tegemoetkomen aan een vraag vanuit het veld voor een specifieke vorm van ondersteuning die aansluit bij de werkwijze en aard van de initiatieven. De praktijk van initiatieven wordt gekenmerkt door onzekerheden en risico’s als onzichtbaarheid, beperkte financiële mogelijkheden en weinig erkenning, maar bevat ook kansen (vrijheid, wendbaarheid, minder regels). De kunstinitiatieven

2013-2016 Aantal aanvragers: 221 Gehonoreerd: 38 Skyfinanciering Het Mondriaan Fonds doet in de praktijk onderzoek naar verschillende vormen van ‘skyfinanciering’: andere en aanvullende vormen van financiering en ondersteuning van beeldende kunst en erfgoed. Het heeft daarbij als aanjager en facilitator ingespeeld op initiatieven in het kunstenveld, maar ook ontwikkelingen en innovaties buiten de kunstensector onderzocht of getest via pilotprojecten. Met de ingezette


Museumwerf Vreeswijk, Vreeswijk VolVaart evenement, 2016

Gehonoreerd > Projectinvestering Instellingen

Museumwerf Vreeswijk – varend erfgoed landelijk op de kaart ‘Nederland heeft de grootste varend erfgoed vloot ter wereld. Vooral de binnenvaart is en was van grote economische betekenis. Slechts weinigen weten dat. Door de bijdrage van het Mondriaan Fonds aan VreeswijkVolVaart konden we een tweedaags evenement neerzetten waar 40.000 man op afkwam. Alleen al de vlootschouw op de Lek trok duizenden bezoekers. Museumwerf Vreeswijk staat hiermee in één klap landelijk op de kaart. We trekken nu meer publiek bij lezingen en cursussen. En eigenaren van historische schepen weten ons beter te vinden voor restauratiewerkzaamheden.’ Ko Blok (directeur Museumwerf Vreeswijk)


Projectinvestering Instellingen Van een interactieve tentoonstelling over gladiatoren in Museum Valkhof tot de manifestatie ‘Black Achievement Month’ of het internationaal toonaangevende geluidskunstfestival Sonic Acts; de Projectinvestering Erfgoed- en Beeldende Kunstinstellingen maakt uitzonderlijke projecten mogelijk van beeldende kunstinstellingen, musea en andere erfgoedinstellingen. Het gaat om projecten die de gangbare (tentoonstellings-)praktijk overstijgen en de relatie met de burger versterken. Om projecten van nationaal belang, dan wel die een belangrijke regionale uitstraling hebben. Doel is bijzondere beeldende kunst- en erfgoedprojecten te stimuleren en die op een inspirerende manier zichtbaar te maken. Deze bijdrage raakt het hart van het Mondriaan Fonds, omdat het vrijwel het gehele spectrum van het Mondriaan­ Fonds treft. Alle mogelijke vormen van oud- en nieuw erfgoed en van beeldende kunst komen erin samen en het publiek speelt een centrale rol. Opvallend in 2016 was dat steeds meer aangevraagde erfgoed- en beeldende kunstprojecten aansloten bij actuele maatschappelijk thema’s, waarbij participatie van publiek centraal staat. Ook het aandeel bijdragen voor projecten rondom mobiel erfgoed groeide ten opzichte van eerdere jaren, mogelijk onder invloed van de toegenomen aandacht voor en erkenning van het belang van mobiel erfgoed in het erfgoedveld en bij overheden. De extra middelen voor erfgoeddagen besteedde het fonds in 2016 aan projecten in het kader van de viering ‘100

jaar De Stijl’ en aan activiteiten binnen de ‘Black Achievement Month’. In 2016 kreeg het Mondriaan Fonds eenmalig extra geld om bij te dragen aan festivals. Met dit geld kon het fonds negen extra festivals op het gebied van kunst en erfgoed steunen, naast de zes die vanuit het reguliere budget een bijdrage ontvingen, variërend van BredaPhoto en GOGBOT in Enschede tot Cinekid en het Liberty Event in Zaandam. 2013-2016 Een speciaal samengestelde commissie heeft tussen 2013 en 2016 meermalen gereflecteerd op de effecten van de bijdragen. De commissie bezocht gehonoreerde en niet gehonoreerde projecten en bracht daarvan verslag uit. Zij bekeken of de gerealiseerde bijdragen aan de specifieker geformuleerde doelen voldeden: de gehonoreerde aanvragen moeten van goede kwaliteit, voldoende zichtbaar zijn en een passende publieksbenadering hebben. Wat de kwaliteit van de tentoonstellingen betreft waren de positieve adviezen volgens de commissie ‘volledig op hun plek’. Zo bood de nieuwe herinrichting van het Gevangenismuseum in Veenhuizen volgens de commissie ‘goede balans tussen vorm en inhoud, met een aansprekende en intelligente speurtocht voor jonge kinderen.’ Belangrijke conclusie van deze effectmeetcommissies: de verwachtingen op het punt van kwaliteit die tijdens de beoordeling van de aanvragen op basis van de plannen zijn uitgesproken, kwamen voor het grootste deel uit.


Wat het effect van de bijdragen op het punt van de zichtbaarheid betreft: gehonoreerde aanvragers reflecteren na afloop op de resultaten. Zo zagen meer dan 90.000 bezoekers de tentoonstelling ‘Breien in het Fries Museum’, van wie 54 procent het museum voor het eerst bezocht. Ook het internationaal vermaarde geluidskunstfestival Sonic Acts gaf aan dat 51 procent van de bezoekers het festival voor het eerst bezocht; nieuwe doelgroepen werden aangeboord. Instellingen zeggen vaak een brede doelgroep voor ogen te hebben. Tegelijkertijd richt meer dan de helft van de gehonoreerde instellingen zich de afgelopen vier jaar op nieuwe, specifieke publieksgroepen, passend bij de thematiek van een project, zoals jongeren of juist senioren; mensen met een bepaalde religieuze achtergrond; of mensen die werkzaam zijn in maatschappelijke sectoren zoals de zorg. Een belangrijk aantal instellingen wil de diversiteit binnen de doelgroepen vergroten, en bereikte dit door toegespitste programma´s van debatten, lezingen, bijzondere rondleidingen, symposia en workshops. De bijdrage beantwoordt aan een dringende vraag: vijfennegentig procent van de gehonoreerde aanvragers van deze bijdrage geeft aan dat het project zonder een bijdrage van het fonds niet of met minder kwaliteit tot stand was gekomen: ‘De bijdrage van het Mondriaan­ Fonds was cruciaal om dit project net een extra zet te geven en het kwaliteitsniveau goed hoog te houden.’ De druk op het beschikbare budget voor deze bijdrage is gedurende de hele periode 2013-2016 groot geweest: het bedrag werd bijna driemaal overvraagd. Tot zijn spijt heeft het Mondriaan Fonds vanaf 2014 de verwachtingen van aanvragers over de hoogte van de bijdrage van het

fonds moeten temperen. Bijdragen van een ton of meer, tot 2013 regelmatig mogelijk, is van de 269 bijgedragen projecten slechts zesmaal voorgekomen. 2016 Aantal aanvragen: 150 Totaal gevraagd bedrag: € 6.992.289 Gehonoreerd: 82 Toegekend bedrag: € 3.249.749 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 634 Totaal gehonoreerd: 269


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

pilotprojecten is een meer investeringsgericht instrumentarium getest, gericht op onder andere nieuwe vormen van financiering en talentontwikkeling. Meest in het oog springende activiteiten zijn de samenwerking met Fonds Kwadraat voor renteloze leningen en met crowdfunding platform voordekunst. Verder wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van ‘impact investeren’ in de cultuursector, naar de mogelijkheden om de contract- en onderhandelingspraktijk tussen kunstenaars en instellingen te professionaliseren en is de markt voor beeldende kunst in 2016 wederom versterkt door de KunstKoopregeling en door impulsbijdragen zoals die voor de succesvolle Young Collectors Circle. De periode 2013-2016 overziend blijkt dat de verschillende vormen van ‘skyfinanciering’ geen alternatief bieden voor publieke ondersteuning van kunst en erfgoed. Het gaat om aanvullende bedragen en mogelijkheden en om het goed onderling afstemmen hiervan. Het gaat in veel gevallen bovendien niet alleen om een financieringsvraag, maar ook om zichtbaarheid, publiek draagvlak en samenwerking. ‘Skyfinanciering’ hangt daarom nauw samen met andere aandachtsgebieden en met de verschillende bijdragen, activiteiten en pilots van het Mondriaan Fonds. Cofinanciering is de meest gebruikelijke vorm die het fonds hanteert: voor veel bijdragemogelijkheden bedraagt de maximale bijdragen van het fonds veertig of vijftig procent van het totaalbudget. Uit onderzoek blijkt dat er sprake is van een aanzienlijk multiplyer effect bij verschillende bijdragen: de bijdragen van het fonds worden aangevuld met overige inkomsten die uiteen lopen van eigen bijdragen en inkomsten tot publieke en private fondsen, donaties, crowdfunding en leningen. Geconcludeerd kan worden dat één van de meest succesvolle vormen van aanvullende financiering niet zozeer een nieuw model is, maar de werking van de multiplyer via het model van matching of co-financiering. Zoals onder meer blijkt uit de Bijdrage Opdrachtgeverschap. Door een bijdrage te geven aan verschillende digitale initiatieven is geïnvesteerd in zowel andere manieren van publieksbereik als andere verdienmodellen. Ook het terugbetalen van bijdragen door aanvragers (bijvoorbeeld in geval van hogere inkomsten uit recettes) wordt door het fonds gestimuleerd en gefaciliteerd. Fonds Kwadraat Via de samenwerking met Fonds Kwadraat maakt het Mondriaan Fonds het voor kunstenaars mogelijk verder te bouwen aan de professionalisering van de eigen praktijk en het cultureel ondernemerschap. Al sinds 2011 heeft het Mondriaan Fonds bij Fonds Kwadraat een ‘fonds-op-naam’ dat rentevrije leningen verstrekt en zo beeldend kunstenaars de mogelijkheid biedt nieuw werk te ontwikkelen, te maken en te presenteren. Fonds Kwadraat beschikt over een leenkapitaal van 600.000 euro, de gemiddelde hoogte per lening is zo’n 4.500 euro. Het betreft een ‘revolving fund’, waarbij leningen terugvloeien naar het leenkapitaal. Het Mondriaan Fonds onderzoekt met deze samenwerking een meer duurzame manier van financieren voor de kunst: een bedrag wordt uitgeleend en komt terug, zodat het geld telkens opnieuw en steeds voor andere projecten kan worden ingezet. De eerste twee jaar van de cultuurplanperiode bleek dat leningen geen gemakkelijke vervanging waren voor bijdragen in de vorm van subsidies. De hoeveelheid verstrekte leningen bleven enigszins achter bij de verwachting. Kunstenaars bleken terughoudend te zijn een langdurige afbetalingsverplichting aan te gaan. Om de rentevrije leningen als aanvulling en alternatief te kunnen blijven aanbieden zijn de mogelijkheden om te lenen verruimd. Naast leningen voor het ontwikkelen, maken en presenteren van werk, kan nu ook worden aangevraagd voor een publicatie, aanschaf van apparatuur en gereedschap of het maken van een website. Ook kleine kunstinstellingen en kunstenaarsinitiatieven

27

kunnen sinds de verruiming bij Fonds Kwadraat terecht. Daarnaast kan de lening meer flexibel worden ingezet voor voorfinanciering van projecten en de verplichte eigen bijdrage bij de projectinvesteringen van het Mondriaan Fonds. De verruiming van de mogelijkheden voor een lening bleek direct succesvol. In 2015 verdubbelde het aantal leningen ten opzichte van het jaar daarvoor. Ook in 2016 steeg het aantal kunstenaars die een lening ontvingen ten opzichte van het jaar daarvoor. Crowdfunding Het Mondriaan Fonds richt zich op de mogelijkheden die crowdfunding biedt voor zowel individuele makers als instellingen in de beeldende kunst- en de erfgoedsector. Crowdfunding heeft de afgelopen jaren in de cultuursector een grote vlucht genomen, mede door de behoorlijke kortingen op de besteedbare budgetten vanuit de overheid, ook bij het Mondriaan Fonds. De urgentie om aanvragers te wijzen op andere vormen van (mede)financiering werd hierdoor groter dan ooit. Wanneer een project zich daarvoor leent, worden aanvragers via de website van het Mondriaan Fonds en door medewerkers attent gemaakt op onder meer het platform voordekunst. Dit is het eerste en grootste crowdfunding platform voor kunstprojecten in Nederland. Steeds meer kunstenaars en instellingen zien de mogelijkheden die crowdfunding biedt als vorm van publieksfinanciering en het vinden van publiek draagvlak. In Nederland bleek dat aanvankelijk vooral podiumkunstenaars (muziek, theater, dans) succesvol gebruik maakten van crowdfunding om hun projecten te financieren, terwijl het zich niet alleen voor deze disciplines leent. Om crowdfunding in de beeldende kunst en cultureel erfgoed te stimuleren werkt het Mondriaan Fonds sinds 2013 als eerste publieke cultuurfonds samen met voordekunst. In 2016 startten voordekunst en Mondriaan Fonds een pilot voor erfgoedinstellingen. Voor het bedrag dat niet ondersteund kon worden door het Mondriaan Fonds konden zij een crowdfundingcampagne met bijbehorend adviestraject starten. Het Mondriaan Fonds biedt instellingen zo een aanvullende mogelijkheid om hun project gerealiseerd te krijgen en publiek draagvlak te organiseren. De kennis die met de pilot is opgedaan wordt gedeeld met andere instellingen, opdat deze doelgroep steeds beter zijn weg naar crowdfunding weet te vinden. De samenwerking met voordekunst had niet meteen het gehoopte resultaat. Dit had twee specifieke redenen: er was weinig animo bij kunstenaars en instellingen vanwege de grote tijdsinvestering die verbonden is aan crowdfundingcampagnes, en er bleek onvoldoende aansluiting bij de timing van het aanvragen van een bijdrage. Om hierop in te spelen hebben het fonds en voordekunst ingezet op een pilot waarbij het Mondriaan Fonds een stimuleringsbijdrage in het vooruitzicht stelt voor projecten waarvan de eerste tachtig procent door het publiek wordt gefinancierd. Dat systeem zal vanaf 2017 worden toegepast. Impact investeren Het onderwerp Impact Investment staat op de agenda sinds 2015. Het gaat over risicodragende investeringen met zowel een maatschappelijk als financieel rendement. Deze manier van investeren is actueel en komt voort uit de wens van investeerders (private equity, pensioenfondsen, familiekapitaal) om meer in te zetten op maatschappelijk verantwoorde investeringen van zowel bedrijven als non-profit organisaties. Impact Investing heeft het potentieel te groeien naar één procent van het totaal wereldwijd belegd vermogen. Het onderwerp toont veel potentie en sluit nauw aan bij actuele ontwikkelingen binnen het veld van de snel veranderende cultuurfinanciering. Het geeft een antwoord op het nog onderbelichte segment van kunst- en cultuur binnen impact investeren. Centraal staat de vraag of het Mondriaan Fonds als relatiemakelaar kan optreden om de cultuursector te koppelen aan de financiële sector. Het fonds onderzoekt de mogelijkheden en bouwt aan een relevant netwerk van


Salmon Creek Farm. Foto: Katja Mater

Khurtova & Bourlanges, the Sky is on the Earth – chapter #03 (detail Cephea’s chanting stones), 2016

Gehonoreerd > Projectinvestering Kunstenaar en Bemiddelaar

Marie Ilse Bourlanges – bijdrage voor geconcentreerd werken

Jessica Gysel – alternatieve werkwijzen buiten de kaders

‘Sinds 2014 werken Elena Khurtova en ik samen aan The Sky is on the Earth, gebaseerd op het gearchiveerde onderzoek van mijn opa, Jacques Bourlanges. Het gaat om materiaal verzameld over dertig jaar, onder andere zijn theorie over de relatie tussen sterrenstelsels en Franse geografie. Inventarisatie, digitalisering en verwerking is arbeidsintensief, maar dankzij de bijdrage van het Mondriaan Fonds kunnen we er geconcentreerd en aaneensluitend aan werken. De bijdrage trekt bovendien projectruimtes over de streep om onze bevindingen te presenteren. Die nemen de vorm aan van publicaties, performances en installaties.’

‘Dankzij ondersteuning van het Mondriaan Fonds kan ik reizen naar de Verenigde Staten om daar feministische collectieven te bezoeken. Een deel van mijn project Feminist Collaborative Practices bestaat uit literatuuronderzoek, maar interviews en participatieve observatie – meedraaien – zijn ook heel belangrijk. De informatie en lessen die ik verzamel krijgen hun weerslag in een praktische handleiding. Die kan van belang zijn voor het Nederlandse kunstveld want hij laat zien dat er alternatieve werkwijzen zijn buiten de gebruikelijke institutionele kaders.’

Marie Ilse Bourlanges (beeldend kunstenaar)

Jessica Gysel (publicist, onderzoeker)


Projectinvestering Kunstenaar en Bemiddelaar De bijdrage Projectinvestering Kunstenaar en Bemiddelaar heeft als doel waardevolle artistieke plannen te stimuleren, zodat werk tot stand komt dat een betekenisvolle bijdrage kan leveren aan de hedendaagse beeldende kunst in Nederland. Kunstenaars kunnen de bijdrage gebruiken voor alles wat verband houdt met nieuw werk, zoals tijdsinvestering en de aanschaf van materialen. Curatoren, critici, theoretici of beschouwers op het gebied van hedendaagse beeldende kunst en/of cultureel erfgoed kunnen een beroep doen op de bijdrage voor een in tijd begrensd plan dat betrekking heeft op het schrijven van een artikel, een essay of een (manuscript voor een) publicatie. In 2016 werden 150 aanvragen ingediend, substantieel meer dan de 121 aanvragen uit 2015. Met name kunstenaars wisten de bijdragemogelijkheid beter te vinden. Opvallend is het relatief grote aantal internationaal opgezette projecten waaraan is bijgedragen. Zoals ‘The 1st Lusanga International Exhibition’, een grote kunstmanifestatie in het Congolese regenwoud van Renzo Martens. Gepresenteerd werden de door de plantagearbeiders geproduceerde (chocolade) sculpturen, werken van prominente internationale kunstenaars die zich engageren met mondiale economische ongelijkheid en werken van belangrijke Congolese kunstenaars zoals Sammy Baloji en Serge Kakudji. Het aantal ingediende aanvragen door bemiddelaars daalde naar dertien, nadat in 2015 al minder aanvragen waren ingediend dan in 2014. Deze daling is

een logisch vervolg op de aanpassing van deze bijdragemogelijkheid medio 2015, waardoor aanvragen voor onderzoek, een reis of een werkperiode in binnen- of buitenland voortaan bij de Bijdrage Praktijkverdieping ingediend moesten worden. De projectaanvragen van bemiddelaars hadden in 2016 betrekking op het schrijven van artikelen, essays of manuscripten. 2013-2016 De bijdrage stelt kunstenaars in staat op eigen initiatief werk te ontwikkelen, samenwerkingen aan te gaan of werk te maken op een schaal die vanuit reguliere budgetten van bijvoorbeeld instellingen niet gerealiseerd kan worden. Individuele kunstenaars geven aan de bijdrage in te zetten om bijzondere producties te initiëren die zonder de projectinvestering mogelijk niet hun weg hadden gevonden in het culturele circuit van musea, festivals, presentatie-instellingen en kunstbeurzen. Verschillende kunstenaars geven aan dat de bijdrage cruciaal is voor het bereiken van kwalitatief betere producties, bijvoorbeeld door assistentie in te huren of anders onbereikbare techniek in te zetten. Verder stelt de bijdrage kunstenaars in staat risico’s te nemen en tijd vrij te maken voor experiment. Daarnaast helpt de bijdrage van het fonds andere financiers te overtuigen van deelname in het project of zorgt deze voor gesprekken bij instellingen en festivals geïnteresseerd in de presentatie van het nieuwe werk, zo blijkt uit de feedback van aanvragers bij hun eindverantwoording.


Alle aanvragen zijn voorzien van een presentatieplan. Al het nieuwe werk is dan ook getoond in binnen- en buitenland, voor professionals en collega-kunstenaars tot een groot algemeen publiek. Niet zelden maken kunstenaars hun maakproces openbaar via de eigen website of sociale media. Tot de spin-off van de bijdrage behoren vele uitnodigingen voor vervolgprojecten of nieuwe opdrachten, soms concreet, soms nog nader te onderzoeken. Opvallend is dat veel werk zijn weg vindt in het (internationale) circuit van festivals en biënnales. In een enkel geval heeft het project tot structurele samenwerking met een galerie geleid. Hetzelfde geldt voor het grootste deel van de bemiddelaarsaanvragen die voor de aanpassing van deze bijdrage in 2015 werden ondersteund. Nieuw was dat ook erfgoedbemiddelaars een bijdrage konden krijgen voor vrij onderzoek. In de aangepaste vorm sloot de bijdrage echter aan bij slechts een beperkt deel van de werkpraktijk van curatoren, critici, theoretici of beschouwers. In de beleidsplanperiode 2017-2020 zijn alle mogelijkheden voor bemiddelaars weer ondergebracht in één in plaats van twee regelingen. 2016 Aantal aanvragen: 150 Totaal gevraagd bedrag: € 3.186.139 Gehonoreerd: 90 Toegekend bedrag: € 1.942.749 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 587 Totaal gehonoreerd: 271


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

mogelijke samenwerkingspartners, bestaande uit verschillende (private) partijen en investeerders. De eerste voortekenen zijn veelbelovend, gezien de reacties voor een gezamenlijke strategie met cultureel ondernemers en ‘philantrepeneurs’ – investeerders die nieuwe vormen van filantropisch commitment en waardevorming zoeken of uitvinden. In 2016 gaf het Mondriaan Fonds True Price de opdracht voor het onderzoek ‘Cultural Impact Investing – een verkenning naar het potentieel van impact investeren in kunst en cultuur’. Hieruit kwam naar voren dat er wederzijds behoefte is aan een verbinding van investeerders aan de kunst- en cultuursector en dat de (internationale) ontwikkelingen op gebied van ‘impact investment’ een kans bieden om samen met investeerders, kunstenaars en culturele instellingen een innovatief investeringsinstrument te ontwikkelen. Dit heeft concreet vorm gekregen in een plan voor een ‘Cultural Impact Fund’ dat als pilot wordt uitgevoerd in 2017. Impulsbijdragen Met als doel de bekendheid van het principe van de kunstuitleen te vergroten bij een doelgroep in de leeftijdscategorie van 25 tot 45 jaar, is een bijdrage gegeven aan een landelijke campagne van Kunstuitleen Nederland. De kunstuitlenen in Nederland bundelen met de campagne hun krachten, brengen zo kunst onder de aandacht van een breed en deels nieuw publiek en zetten zich in om de markt voor het werk van beeldend kunstenaars te vergroten. Als onderdeel van de campagne werd ook de KunstKoop onder de aandacht gebracht. Via een impulsbijdrage is tevens de Young Collectors Circle ondersteund. Dit is een initiatief van Stichting Art Projects dat zich richt zich op het motiveren, informeren en verbinden van een nieuwe generatie kunstkopers. Het stimuleert de marktontwikkeling met onder meer een online en sociale media platform, door maandelijks bijeenkomsten te organiseren voor startende kunstverzamelaars en rondleidingen te verzorgen bij kunstbeurzen, instellingen en galeries. Zo ontsluiten ze de kunstwereld op een laagdrempelige, inspirerende en informatieve manier. Met de investering van het Mondriaan Fonds kan de Young Collectors Circle zich verder ontwikkelen, nieuwe leden en partners werven, het aantal bijeenkomsten intensiveren en de activiteiten uitbreiden naar verschillende steden in Nederland.

29


Tanja Smeets, Liquid Garden, 2016, Collectie Centraal Museum. Foto: Ernst Moritz

Gehonoreerd > Bijdrage Collectieprogramma’s

Centraal Museum – opdracht voor nieuwe connecties ‘De Bijdrage Collectieprogramma’s laat je nadenken over opdrachtgeverschap: hoe wil je het creatieve proces sturen en wat zijn de randvoorwaarden? Wij hebben in 2016 acht werken in opdracht laten maken, soms ook in niet traditionele kunstvormen zoals een hek door Couzijn van Leeuwen. Die werken krijgen een plekje in de vaste presentatie, waar ze nieuwe connecties aangaan met de collectie. Ze zijn ook online te zien. En van sommige, zoals de installatie Liquid Garden van Tanja Smeets, is middels een ArtTube-filmpje te zien hoe ze zijn geïnstalleerd.’ Marije Verduijn (hoofd collectiebeheer Centraal Museum)


Bijdrage Collectieprogramma’s Deze bijdrage is bestemd voor kunstmusea die hun collecties beeldende kunst en/of vormgeving van na 1945 willen uitbreiden. De musea worden beoordeeld op hun plannen en op resultaten uit het verleden. Ze moeten duidelijk maken hoe ze zich op (middel)lange termijn willen profileren op het terrein van hun collecties, hoe zich dat verhoudt tot hun eerdere beleid en hoe ze deze op inspirerende wijze gaan tonen aan het publiek. Doel is het verhogen van de kwaliteit, de samenhang en de zichtbaarheid van de Collectie Nederland. De aanvraagrondes vinden om het jaar plaats, in 2016 was geen ronde. 2013-2016 Specifieker geformuleerd is het doel van de bijdrage dat alle gehonoreerde aanvragen van goede kwaliteit zijn en zichtbaar zijn voor een passend publiek. Verder is samenwerking een centraal thema voor de collectieprogramma´s. De afgelopen vier jaar vond tweemaal een aanvraagronde voor de Collectieprogramma’s plaats. In 2013 ontvingen vijftien musea een bijdrage, in 2015 waren dat er zeventien. Twee musea beschrijven het belang van deze mogelijkheid als volgt: de bijdrage zorgt voor flexibiliteit. Musea zijn in staat toe te slaan als een kans zich voordoet. Driekwart van de musea geeft aan dat de beschikbare budgetten voor hedendaagse aankopen onder grote druk staan, en dat de bijdrage een steeds noodzakelijker deel van het aankoopbudget uitmaakt.

De adviseurs van het fonds die de collectieplannen beoordeelden, constateerden in 2015 dat het goed gaat met de profilering van musea. Zo koos het Groninger Museum duidelijk voor figuratief, barok, exuberant en kleurrijk terwijl het Fries Museum inzette op thema’s als identiteit en visies op landschap, ruimte en omgeving. Positief vonden de adviseurs de reflectie op de positie van musea in de samenleving, waarbij met name het Van Abbemuseum en het Rijksmuseum Twenthe worden geroemd. Helaas werd in twee rondes slechts één samenwerkingsplan uitgevoerd. Musea zijn wel voornemens meer af te stemmen, maar dat zou volgens de commissie verder moeten gaan dan gedetailleerde vergelijkingen tussen verschillende collecties. Voor meer concrete samenwerking zijn een grondige kennis van elkaars collecties nodig en digitaal optimaal toegankelijke collecties. In de praktijk komt dat nauwelijks voor, constateerde de commissie. Inmiddels vormt in vrijwel alle plannen de Collectie Nederland het referentiekader. Hoewel de beeldende kunst in 2013 bij het Mondriaan Fonds en de vormgeving bij het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie werden ondergebracht, bleef het collectiebeleid op beide terreinen onderdeel van het beleid en konden musea met deze bijdrage net als in het verleden zowel beeldende kunst van na 1945 als design aankopen. Dat is belangrijk voor een groot aantal musea.


Als voorwaarde voor deze bijdrage geldt een coulant bruikleenbeleid. Op dit onderwerp is een aantal stappen gezet. De Museumvereniging heeft een tweetal rapporten uitgebracht, waarvan de eerste met een bijdrage van het fonds, en ook het ministerie heeft dit onderwerp omarmd. Nieuw is dat in beide aanvraagrondes musea de kans kregen een extra budget te ontvangen voor een opdracht aan een kunstenaar. Daar vloeiden inmiddels acht concrete opdrachten aan kunstenaars uit voort. Zo gaf het TextielMuseum aan vier kunstenaars de opdracht om vanuit het thema ‘crosscultural threads’ werk te maken voor de collectie. Het Bonnefantenmuseum gaf aan Robin de Puy opdracht portretten te maken van kunstenaars met werk in de collectie van het museum. 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 33 Totaal gehonoreerd: 32


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

Gezamenlijke activiteiten De Verbeelding Met De Verbeelding maken het Mondriaan Fonds en het Nederlands Filmfonds de productie mogelijk van films op de grens van cinematografie en beeldende kunst. De maximale bijdrage is 300.000 euro per film. Aanvraagrondes voor De Verbeelding vinden eens in de twee jaar plaats; in 2014 en 2016 werden vier aanvragen toegekend voor in totaal 1.200.000 euro. In productie zijn de filmprojecten ‘Posessed’ van Daniel van der Velde, Vinca Kruk en Rob Schröder met producent Dutch Mountain Film; ‘Citizens of Nature’ van Lonnie van Brummelen en Siebren de Haan en ‘Beyond Index’ van Gerald van der Kaap met producent Stichting Interakt. In januari 2015 ging tijdens het Internationaal Filmfestival Rotterdam de film ‘Werk’ van Erik van Lieshout in wereldpremière. Een kruisbestuiving tussen film en kunst levert alle partijen veel op. Neem de film ‘History’s Future’ van Fiona Tan met producent Family Affair Films. In 2016 ging deze tijdens het Internationaal Filmfestival Rotterdam in 2016 in wereldpremière en werd genomineerd voor de Hivos Tigerawards. Vervolgens is de film op zeer uiteenlopende internationale filmfestivals en tentoonstellingsplekken voor beeldende kunst getoond; van het Moscow International Film Festival, het Australian Centre for the Moving Image tot het Jeonju International Film Festival in ZuidKorea en het Museum of Moving Images in New York. Ook werd ‘History’s Future’ uitgebreid in omloop gebracht binnen het reguliere Nederlandse bioscoopcircuit; van Chassé Breda tot Luxor Theater Zutphen en Forum Images Groningen. De zichtbaarheid was daarmee groot. Iedere samenwerking tussen kunstenaar en producent heeft een ander karakter en dwingt tot nadenken over de mogelijkheden van presentatiewijzen en publieksbereik. In 2014 organiseerden het Mondriaan Fonds en het Nederlands Filmfonds tijdens het Nederlands Filmfestival de bijeenkomst ‘Van Biënnale tot Oscar’, over speelfilms op de grens van beeldende kunst en cinematografie in Filmtheater ’t Hoogt, om de ervaringen en mogelijkheden van De Verbeelding te bespreken. Barbara Visser, de voorzitter van de KNAW sprak hierbij het slotwoord en concludeerde dat De Verbeelding een programma vol mogelijkheden is, waarbij vooral gekeken moet worden naar de essentie: het stimuleren van verbeeldingskracht, vrijheid en kwaliteit. In 2015 werd gezamenlijk met het Filmfonds een kennismakingsmiddag georganiseerd voor filmproducenten en beeldend kunstenaars om geschikte partners te matchen. Ruim zestig kunstenaars en zeventien producenten maakten met elkaar en met elkaars werk kennis door middel van speeddates en wisselden ideeën uit. De reacties waren positief. ‘Mag de tijd per gesprek de volgende keer wat langer duren?’ En: ‘Wanneer organiseren jullie dit weer, want face-to-face contact werkt echt’, waren de meest gehoorde opmerkingen, zo schreef Birgit Donker in haar blog. Stimuleringsfonds Creatieve Industrie Samen met het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie verzorgde het Mondriaan Fonds jaarlijks verschillende zogeheten Get a Grant bijeenkomsten bij het kunstvakonderwijs in het hele land, om voorlichting te geven over de mogelijkheden voor (nog) net (niet) afgestudeerde kunstenaars. Door gezamenlijk op te trekken bereiken de fondsen meer geïnteresseerden voor de bijeenkomsten en kunnen ze de kunstenaars en ontwerpers met een hybride praktijk op het snijvlak van beeldende kunst en vormgeving informeren. >pagina 45 Daarnaast bieden het Mondriaan Fonds en het Stimuleringsfonds

31

Creatieve Industrie samen twee gastatelier-mogelijkheden aan: in het MMCA (Museum of Modern and Contemporary Art) in Seoul, Zuid-Korea, en in Arita, Japan. Doel van het gastatelier in Arita is crossovers en experiment te stimuleren en nieuwe samenwerkingen tussen Nederlandse kunstenaars, ontwerpers en Japanse porseleinproducenten te initiëren. >pagina 35 In 2015 deden beide fondsen samen een open oproep gericht op crossovers tussen hedendaagse beeldende kunst en vormgeving, architectuur en e-cultuur. Het doel was plannen te stimuleren op het grensgebied van de disciplines en tegelijk te onderzoeken of de bestaande subsidieregelingen voldoende aansloten op de werkpraktijk. Hoewel de oproep veel reacties opleverde, bleek uit zowel de aanvragen als het commissieadvies dat de twee fondsen in hun eigen regelingen voldoende mogelijkheid bieden om interdisciplinaire aanvragen te behandelen. Om te voorkomen dat dergelijke aanvragen tussen wal en schip belanden, werd met het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie samengewerkt. Bij beide fondsen worden deze aanvragen door een specifieke medewerker verzameld en vervolgens onderling besproken. De Vereniging Rembrandt Het Mondriaan Fonds en de Vereniging Rembrandt dragen beide bij aan museale aankopen. Het fonds doet dat met publieke middelen en de Vereniging Rembrandt met private gelden. Na de bezuinigingen van 2012 is de jaarlijkse bijdrage voor incidentele aankopen bij het fonds gehalveerd. Musea, de Museumvereniging en de Vereniging Rembrandt toonden zich daarover bezorgd en stuurden in 2015 en 2016 brieven aan de minister van Cultuur en de Tweede Kamerfractie Cultuur. De Vereniging Rembrandt liet meermalen weten dat aankopen niet alleen via particulier initiatief kunnen worden gefinancierd. Een bijdrage van de overheid, veelal de beheerder van museale collecties, vindt zij noodzakelijk. Een stevige financiële partner is volgens de vereniging bovendien nodig, omdat nauwelijks andere fondsen nog bijdragen aan museale aankopen. Ook werden in 2013 en 2015 gezamenlijk afleveringen uitgezonden van ‘Hollandse Nieuwe’, een programma van Avrotros Kunstuur over recente museale aanwinsten. Het programma betrof een samenwerking tussen Avrotros, VSBfonds, Vereniging Rembrandt en het Mondriaan Fonds. >pagina 51 The Art of Impact Het tijdelijke onderzoeks- en stimuleringsprogamma The Art of Impact, dat in opdracht van minister Bussemaker (OCW) is ontwikkeld en uitgevoerd door de zes landelijke publieke cultuurfondsen, is zoals afgesproken in december 2016 na ruim twee jaar afgerond. De minister stelde hiervoor 7 miljoen euro beschikbaar. Het programma is een praktijkonderzoek om de relatie tussen kunsten en andere maatschappelijk domeinen te verkennen, te versterken en meer zichtbaarheid te geven. De volgende domeinen zijn daarbij te onderscheiden: leefbare wijk en stad; energie en klimaat; zorg, welzijn en ‘life sciences’; en circulaire economie. Tijdens het programma zijn daar actuele maatschappelijke thema’s als privacy en het vluchtelingenvraagstuk aan toegevoegd. Verkennen Het programma heeft 122 initiatieven ondersteund. Dit portfolio is tot stand gekomen door twee keer een open oproep te organiseren waarbij onafhankelijke commissies, met deelnemers uit de kunst en de rest van de samenleving, 718 projectvoorstellen beoordeelden. De daartoe aangestelde intendant heeft veertig projecten geselecteerd, die passen binnen de doelstelling van het programma en die veelal binnen de regelingen van één van de fondsen werden ondersteund.


Otobong Nkang, In Pursuit of Bling, 2014, tentoongesteld in Museum Arnhem, 2016. Foto: Eva Broekema

Gehonoreerd > Bijdrage Incidentele Aankopen

Museum Arnhem – een verrijking voor twee collecties ‘Otobong Nkanga is een belangrijk kunstenaar die weinig is vertegenwoordigd in Nederlandse museumcollecties. De installatie In Pursuit of Bling is bovendien een sleutelwerk. Het verbindt de thematiek van postkoloniale verhoudingen met ecologische vraagstukken en sluit zo aan bij de speerpunten van zowel Museum Arnhem als het Stedelijk Museum Amsterdam, die het werk samen hebben verworven. Dat ondersteuning voor de aankoop uit het Pierre Jansen-legaat komt, is een mooie bijkomstigheid. Als voormalig directeur van Museum Arnhem zette Jansen zich continu in voor de laagdrempelige verspreiding van belangwekkende verhalen.’ Mirjam Westen (conservator hedendaagse kunst Museum Arnhem)


Bijdrage Incidentele Aankopen Museale aankopen zijn essentieel om collecties in Nederlandse musea actueel te houden, om nieuwe verbindingen te leggen, nieuwe vragen te stellen, ontwikkelingen te duiden en de internationale positie van de Nederlandse musea te versterken. Musea en andere erfgoedinstellingen kunnen daarom een bijdrage ontvangen voor het verwerven van bijzondere objecten of deelcollecties op alle collectiegebieden: van hedendaagse kunst en nijverheid tot bijvoorbeeld oude handschriften en natuurhistorische collecties. De aankoop moet een aanwinst zijn voor de Collectie Nederland: alle kunst- en erfgoedobjecten in publiek bezit. Doel is de zichtbaarheid en de kwaliteit van de Collectie Nederland te vergroten; instellingen moeten de aangekochte objecten zoveel mogelijk aan het publiek tonen. In 2016 is aan de aankoop van achtien onvervangbare aanwinsten bijgedragen; van een hedendaags werk van kunstenaar Grayson Perry door het Bonnefantenmuseum, tot een tweeduizend jaar oude Romeinse marmeren buste door het Allard Pierson Museum. Vrijwel alle aankopen werden in de vaste presentatie opgenomen, en zijn daarmee optimaal zichtbaar voor het publiek. In een enkel geval was dat vanwege de kwetsbaarheid niet mogelijk, zodat strikte afspraken over (digitale) zichtbaarheid zijn gemaakt. Opvallend was dat twee musea die een bijdrage hadden aangevraagd er uiteindelijk niet in slaagden op een veiling een werk aan te kopen, omdat de werken ver boven de vraagprijs werden afgehamerd.

Om de zichtbaarheid van de aanwinsten nog meer te vergroten, publiceerde het Mondriaan Fonds in 2016 ‘Aanwinsten’, een digitaal overzicht en een boek met alle aankopen die sinds 1994 zijn verworden met steun van het fonds. Boek en digitaal platform fungeren als schatkist en toonzaal ineen en laten zien wat mede namens het publiek is aangekocht. Het overzicht toont hoe het Mondriaan Fonds als katalysator de kwaliteit en de dynamiek in de sector bevordert. Het fonds draagt maximaal veertig procent bij en een toegezegde bijdrage helpt instellingen bij het werven van andere fondsen. 2013-2016 Concreet stelde het Mondriaan Fonds zich in 2013 ten doel dat alle aankopen waaraan wordt bijgedragen van kwaliteit zijn en via een passende publieksbenadering voldoende zichtbaar zijn. Wat de kwaliteit betreft: alleen wanneer de experts het eens zijn dat een aanwinst van uitzonderlijke kwaliteit en belang is, wordt een bijdrage verstrekt. Zo wordt beeldhouwer Adriaen de Vries, van wie het Rijksmuseum in 2014 een bronzen sculptuur verwierf, de Michelangelo van de Nederlandse beeldhouwkunst genoemd. Ook wat de zichtbaarheid betreft werd het gestelde doel ruimschoots behaald: vanwege hun uitzonderlijke belang blijkt drie kwart van de aankopen in de praktijk (semi) permanent zichtbaar in de instelling. Alle aankopen zijn digitaal beschikbaar. Voor de helft van de gerealiseerde aankopen is inmiddels een bruikleenverzoek inge-


diend. Bij aankopen wordt vaak samengewerkt met andere, private fondsen zoals de Vereniging Rembrandt. Belangrijke verandering eind 2015 was de invoering van een maximaal bedrag waarvoor mocht worden aangevraagd. Dit omdat de reserves voor deze bijdrage opraakten en het beschikbare budget dus slonk. Alleen in uitzonderlijke gevallen konden instellingen een bijdrage hoger dan 250.000 euro ontvangen. Deze maatregel moest de druk op het beschikbare budget verlichten. Hoewel voor 2016 door de Tweede Kamer eenmalig een bedrag van 1.5 miljoen euro is vrijgemaakt voor aankopen, bleek het beschikbare bedrag dat jaar alsnog te krap. Kern van dit budgettair probleem is een halvering van het aankoopbudget voor incidentele aankopen vanaf 2013. Het Mondriaan Fonds kon tot in 2015 de aanvragen die een positief advies ontvingen vanuit eerder opgebouwde reserves nog allemaal ondersteunen. Musea en de Museumvereniging luidden inmiddels de noodklok. Ook de Vereniging Rembrandt sloot zich aan, omdat dit private fonds het belangrijk vindt dat de overheid zich blijft committeren. Ondanks dit pleidooi is er nog geen sprake van een structurele verhoging van het beschikbare budget vanaf 2016. Daarmee wordt het steeds onzekerder of musea nog de Nachtwachten van de toekomst zullen verwerven. Volkenkundig Aankoopfonds Sinds 1998 heeft het Mondriaan Fonds een samenwerkingsovereenkomst met de Stichting Volkenkundige Collectie Nederland in de vorm van het Aankoopfonds Volkenkundige Collecties. Het was een samenwerkingsverband tussen alle Nederlandse Volkenkundige musea. In deze cultuurplanperiode

fuseerden de laatst overgebleven volkenkundige musea tot het Museum van Wereldculturen, eerst met drie en nu met vier locaties: Museum Volkenkunde te Leiden, Tropenmuseum in Amsterdam, Afrika Museum in Berg en Dal en tot slot het Wereldmuseum in Rotterdam. Er is inmiddels dus geen sprake meer van een samenwerkingsverband. Het Volkenkundig Aankoopfonds wordt daarom opgeheven. Besloten is dat het resterende budget gereserveerd blijft voor het Museum van Wereldculturen. Het museum kan zolang budget beschikbaar is aankoopaanvragen indienen. Na een reeks van zes aanvragen in 2015 waarvan vijf gehonoreerd, werd in 2016 geen aanvraag ingediend voor het Volkenkundig Aankoopfonds. 2016 Aantal aanvragen: 22 Totaal gevraagd bedrag: â‚Ź 3.314.429 Gehonoreerd: 18 Toegekend bedrag: â‚Ź 2.508.054 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 84 Totaal gehonoreerd: 67 (waarvan 12 Volkenkundige Aankoopfonds)


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

33

Uit het bovenstaande blijkt dat de animo voor de regeling groot is. Een indicatie dat veel makers een sterke intrinsieke motivatie hebben om maatschappelijke impact te realiseren. De verdeling over disciplines en maatschappelijke domeinen ziet er als volgt uit:

Discipline

Domein

Architectuur, vormgeving, e-culture, mode

25

Circulaire economie

7

Beeldende kunst, fotografie, erfgoed

42

Energie & klimaat

9

Film

14

Leefbare wijk & stad

42

5

Zorg, welzijn & sport

41

Letteren Podiumkunsten

27

Multidisciplinair

9

Privacy

3

Vluchtelingen­ problematiek

14

Multidisciplinair Totaal

122

Totaal

6 122

Wat betreft de spreiding kan worden opgemerkt dat initiatieven in de Randstad zijn oververtegenwoordigd maar dat inspanningen van de commissies en intendant om ook projecten in andere delen van Nederland te vinden én te honoreren zijn geslaagd. Geografische spreiding: Randstad (regio Amsterdam, Rotterdam, Den Haag & Utrecht) 49 Buiten Randstad 20 Landelijk1 51 Internationaal 2 Totaal 122 1 Landelijk betekent dat de activiteiten op meerdere plaatsen in het land zijn uitgevoerd.

Wat opvalt, is dat het merendeel van de aanvragen is gedaan door partijen die al een historie hebben bij één van de fondsen: 79 procent van de deelnemers aan The Art of Impact deed alleen al sinds 2013 ook een aanvraag bij een van de fondsen. Dit betekent dat de initiatieven voornamelijk vanuit de kunst- en cultuurhoek komen en dat zij de fondsen weten te vinden. Gezien het feit dat The Art of Impact een gedeeld initiatief is van deze zes landelijke cultuurfondsen is dit niet zo verwonderlijk, zij kennen immers elk hun eigen achterban en weten deze communicatief goed te bedienen. Het stimuleren van initiatieven vanuit de maatschappelijke domeinen bleek een veel lastiger opdracht. Meerdere presentaties en verspreiding van de open oproep via persberichten, op congressen en via verschillende maatschappelijke (branche) organisaties als VNO/NCW, MVO Nederland, BNG en VNG hebben daar niet aan bijgedragen. Ook de breed samengestelde beoordelingscommissies hebben niet geholpen. Uit gesprekken met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en bedrijven blijkt dat het aanvragen van kunstsubsidies iets is dat veelal buiten hun blikveld valt. Versterken Aan de deelnemers van het programma is vanaf het begin

nadrukkelijk gecommuniceerd dat het leren van elkaar een belangrijk doel is. Daartoe is in samenwerking met KWINK groep een aantal vragen opgesteld, die elk project op zijn projectpagina op de website van The Art of Impact beantwoord. Ook zijn vijftien projecten als ‘case-study’ bevraagd. Centrale thema’s hierbij waren het maken van impact en samenwerken. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in een rapport (zie theartofimpact.nl). Een belangrijke conclusie is dat impact zich lastig objectief laat meten (zeker binnen de tijdsduur van dit programma: ruim twee jaar). Wel blijkt dat de kwaliteit van de samenwerking de meest betekenisvolle indicator is voor maatschappelijke impact. Dit onderschrijft de behoefte om wat The Art of Impact ‘impactproductie’ is gaan noemen, te versterken: het vakgebied dat gaat over het goed inrichten van de omstandigheden waarin kunstenaars en organisaties/bedrijven kunnen samenwerken. Om deze ambitie kracht bij te zetten, is de Impact Award gelanceerd. Deze prijs is door een onafhankelijke jury in 2015 toegekend aan Vera Bachrach en in 2016 aan Anton Dautzenberg. Naast het online delen van kennis en het benoemen van het vakgebied van de Impact Producent, is een drietal bijeenkomsten georganiseerd voor alle deelnemers om elkaar te ontmoeten, te inspireren en ervaringen uit te wisselen. Zichtbaarheid In de doelstellingen van The Art of Impact stond het scheppen van publicitaire aandacht voor het programma zelf en voor de band tussen kunst en de rest van de samenleving in het algemeen. Het zichtbaar maken van het programma heeft geen prioriteit gekregen. Immers, het programma kende een tijdelijk karakter en het moet worden gezien als aanjager voor aandacht voor The Impact of Art(ists). In de communicatie is er voor gekozen de projecten centraal te zetten om op die manier het idee/verhaal achter het programma te benadrukken. Van de ondersteunde projecten heeft ongeveer de helft aandacht gehad in landelijke media. Opvallend is dat de projecten vooral als kunstprojecten en in mindere `mate als maatschappelijke impact projecten werden behandeld. De website theartofimpact.nl heeft een centrale rol gespeeld waar het gaat om zichtbaarheid voor de projecten. Elk project heeft zijn eigen projectpagina waar de ambities worden beschreven en een aantal onderzoeksvragen wordt beantwoord. Traffic naar de website wordt door inzet van Facebook (> 5.000) en Twitter gegenereerd. Ook is een serie korte online-documentaires geproduceerd die goed is bekeken, bijvoorbeeld We Are Data 34k en ONSBank 32k. In de laatste weken werd een ‘online-wrap up’ gepubliceerd en een speelse print publicatie verspreid onder deelnemers en andere belanghebbenden. Opbrengst The Art of Impact heeft bijgedragen aan een divers portfolio van projecten die verspreid over het land zijn uitgevoerd. Het programma heeft de schijnwerpers gezet op een bestaande praktijk van het maken van impact met kunst(enaars). Het toont aan dat de interesse in deze praktijk groot is en het legt bloot dat het goed inrichten van de samenwerking tussen een kunstenaar en een (maatschappelijke) organisatie een vak apart is. Ook biedt het daarvoor handreikingen. De fondsen hebben afgesproken één aanspreekpunt voor crosssectorale vragen/initiatieven aan te stellen. Het gaat hierbij zowel om het grensvlak tussen verschillende kunstdisciplines als tussen kunst en de rest van de samenleving. Akademie van Kunsten De Akademie van Kunsten bestaat sinds 2014 en telt momenteel 46 leden uit de breedte van de kunsten. De Akademie heeft tot doel de stem te vertolken van de kunsten in de Nederlandse samenleving (inclusief de politiek) en het bevorderen van


Rode Kruis Collectie, Nationaal Veiligheidsinsituut

Gehonoreerd > Collectiemobiliteit

Nationaal Veiligheidsinstituut – van opslag naar opstelling ‘De historische collectie van het Rode Kruis bestaat sinds 1981, maar is de organisatie ontgroeid. De afgelopen jaren lag hij opgeslagen in een depot op een Utrechts industrieterrein. Samen met Creative Culture Consultancy hebben we daar een kerncollectie uit gedestilleerd: 1.300 boeken, 70 archiefdozen en 1.500 objecten, van emblemen tot een ambulancejeep uit 1953. Een deel daarvan gaan wij tonen in onze vaste opstelling, naast stukken uit de collecties van politie en brandweer. Alles is ook digitaal gefotografeerd en beschreven zodat de collectie online doorzoekbaar wordt.’ Jos Breukers (conservator Nationaal Veiligheidsinstituut)


Bijdrage Collectiemobiliteit Het overdragen en ontzamelen van museale collecties is zeer tijdrovend en kostbaar, maar vaak net zo essentieel als aankopen. Een zorgvuldige selectie bevordert immers een goed geprofileerde collectie. Met de Bijdrage Collectiemobiliteit wil het Mondriaan Fonds het inzicht in wat belangrijk is voor de Collectie Nederland bevorderen, zodat de kwaliteit van collecties, de zichtbaarheid voor het publiek en de focus van collectieprofielen wordt vergroot. Gezien de arbeidsomvang en kosten voor de selectie, overdracht en het afstoten van collecties, was er jaarlijks bij het Mondriaan Fonds voldoende budget voor één mobiliteitsproject. In 2016 is echter een tweetal grote mobiliteitsplannen gehonoreerd: een van Museum Geelvinck, dat de collectie samenvoegt met het Pianola Museum, en een van het Nationaal Veiligheidsinstituut voor de overname van een historische collectie van het Nederlandse Rode Kruis. 2013-2016 In deze cultuurplanperiode is bijgedragen aan vijf grootschalige mobiliteitsprojecten. In al deze gevallen is gehandeld volgens de LAMO, de Leidraad Afstoten Museale Objecten; afspraken over afstoten die samen met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed zijn geformuleerd. De projecten zijn dan ook kwalitatief goed uitgevoerd. Zonder de bijdragen zouden belangwekkende collecties (deels) zijn verdwenen. Een voorbeeld is de bijna duizend objecten tellende collectie textiel van

Museum Catharijneconvent. Directeur Marieke van Schijndel zei over dit project: ‘De bijdrage van het Mondriaan Fonds was de stimulans om dit ingewikkelde, veelomvattende en arbeidsintensieve project ter hand te kunnen nemen. Daarnaast was het positieve oordeel van het Mondriaan Fonds over onze zorgvuldige werkwijze van belang in gesprek met bijvoorbeeld de ethische commissie van de Museumvereniging. Zo vinden wij eigenlijk dat wanneer voorwerpen weer in gebruik worden genomen door een kerk, dit te prefereren is boven opname van een voorwerp in de museale depotcollectie. De huidige LAMO biedt hiervoor op dit moment jammer genoeg geen ruimte en we kunnen onze visie daarin dan ook nu nog niet volgen.’ Een ander voorbeeld zijn de 20.000 collectiestukken van voormalig Museum Nusantara in Delft, dat in 2013 moest sluiten, die werden overgebracht naar het Nationaal Museum van Wereldculturen. Eind november 2016 werd bekend dat veertienhonderd objecten uit de collectie terug zullen keren naar Indonesië. Om de opgedane kennis te delen organiseerde Museum Prinsenhof Delft een studiedag over ontzamelen. Directeur Patrick van Mil zei hierover in NRC Handelsblad: ‘Wij waren proefkonijn. Nusantara is een interessante case voor musea die een grote collectie moeten herplaatsen.’ De overgedragen collecties zijn allemaal zichtbaar gemaakt aan het publiek, ofwel via een te raadplegen collectiedatabase, ofwel via een publiekspresentatie.


2016 Aantal aanvragen: 2 Totaal gevraagd bedrag: € 200.800 Gehonoreerd: 2 Toegekend bedrag: € 200.800 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 7 Totaal gehonoreerd: 5


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

de interactie tussen de kunsten onderling, de kunst en de maatschappij en tussen wetenschap en kunst. De Akademie wordt mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het ministerie van OCW en de gezamenlijke cultuurfondsen en is onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. In 2016 werden tijdens een feestelijke bijeenkomst dertien nieuwe leden geïnaugureerd, waaronder beeldend kunstenaars Maria Barnas, Liesbeth Bik, Nanouk Leopold en Jonas Staal en Willem de Rooij. Tijdens de presentatie hield voorzitter Barbara Visser haar jaarrede en onder de noemer ‘Verleiden of bestrijden’ gingen de nieuwe leden in op de vraag waar zij voor willen vechten, dan wel tegen willen strijden. Wat vinden zij belangrijke kwesties of ontwikkelingen in hun vakgebied of in de kunsten algemeen? De Akademie mengde zich in 2016 nadrukkelijk in het publieke en politieke debat over de cultuuragenda voor de verkiezingen en bepleitte herhaaldelijk extra investeringen in de cultuursector. Daarnaast organiseerde de Akademie van Kunsten verschillende projecten en bijeenkomsten over kunst, kunst en wetenschap en maatschappelijke vraagstukken. Er was een serie tweegesprekken met als titel ‘Het laatste taboe in de kunsten’ over kunstenaarshonoraria, waarmee aandacht werd gevraagd voor de beroerde positie van kunstenaars op de arbeidsmarkt. In samenwerking met het Mondriaan Fonds en Interakt vond een minisymposium plaats naar aanleiding van de presentatie van de vijfde dvd in de serie filmportretten ‘Hollandse Meesters in de 21e eeuw’ met een lezing van onder meer Kitty Zijlmans (Hoogleraar Kunstgeschiedenis Universiteit Leiden). In de reeks ‘Uit de kunst’ stond telkens één van de leden van de Akademie van Kunsten centraal. Verder was de Akademie van Kunsten als mede-organisator betrokken bij het Paradisodebat, het jaarlijkse podium waar kunstenaars, politici en publiek met elkaar in gesprek gaan over urgente thema’s, zoals de noodzakelijke verbindingen tussen kunst, cultuur en samenleving. Kunstenaar Urok Shirhan werd geselecteerd als de nieuwe artist in residence bij het Netherlands Institute for Advanced Study in Amsterdam. Dutch Cultural Manifestations Abroad (DCMA) De zes landelijke publieke cultuurfondsen voerden in 2015 en 2016 een gezamenlijk programma gericht op culturele activiteiten in Vlaanderen, Duitsland, Frankrijk, Brazilië en Zuid-Korea. De activiteiten waren gericht op het leggen van nieuwe verbanden met partners in deze landen en worden gefinancierd uit middelen van het ministerie van Buitenlandse Zaken. In 2016 was Nederland samen met Vlaanderen eregast op de Frankfurter Buchmesse. Het gehele jaar door werden diverse culturele activiteiten in Duitsland ontplooid. Een deel van deze activiteiten zijn uit de DCMA-middelen ondersteund. Het Museum für Moderne Kunst (MMK) toonde tot en met 15 januari 2017 een omvangrijke overzichtstentoonstelling van beeldend kunstenaar Fiona Tan: ‘Geography of Time’, met onder andere nieuw werk. Presentatie-instelling basis in Frankfurt ontving een bijdrage voor de tentoonstelling ‘State of the City’ waarin de resultaten werden getoond van Nederlandse, Vlaamse en Duitse kunstenaars naar de complexe relatie tussen handel en socioculturele contexten in de drie steden Antwerpen, Rotterdam en Frankfurt. En op de Frankfurter Buchmesse presenteerden het Mondriaan Fonds en Vlaamse Kunstenpunt een selectie van 32 Nederlandse en Vlaamse kunst(enaars) boeken. >pagina 49 Het Mondriaan Fonds en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie boden via open oproepen gezamenlijk twee residencyperioden in het Museum of Modern and Contemporary Art (MMCA) aan. Ontwerpers en beeldend kunstenaars werden uitgenodigd een voorstel in te dienen voor een eigen project

35

of onderzoek. Tegelijkertijd worden ze in staat gesteld om netwerken op te bouwen en zich te verdiepen in de Koreaanse kunst- en cultuursector. In 2016 werkte beeldend kunstenaar Tim Breukers in deze residency en in 2017 beeldend kunstenaar Emily Bates. Roma Publications ontving een bijdrage voor een tentoonstelling van alle publicaties die zij sinds 1998 hebben uitgegeven, met werk van Kees Goudzwaard, Bart Lodewijks, Mark Manders, Marc Nagtzaam en Batia Suter. De tentoonstelling trok veel jonge Koreaanse kunstenaars en ontwerpers. Doordat Goudzwaard, Lodewijks en Nagtzaam ter plaatse werk realiseerden, lezingen en een workshop gaven, werd de relatie tussen de kunstenaars en Roma Publications duidelijk gemaakt. Mede door deze tentoonstelling is de interesse voor Roma Publicaties in Azië verder gegroeid. Na een eerste oriëntatiereis in 2015 werd Melvin Moti door Art Sonje Center, een bekend privé museum in Seoul, uitgenodigd om in 2016 als artist in residence zijn onderzoek uit te voeren naar experimentele en modernistische films in Korea. Deze werkperiode heeft geresulteerd in de uitnodiging voor een solotentoonstelling van Moti in Art Sonje Center in 2017 waar een aantal van de 35 mm films van Moti getoond zullen worden. Voor elke vertoning worden bekende curatoren, kunstcritici en kunstenaars uitgenodigd om met Moti in gesprek te gaan en zijn films te bevragen. Moti ontving een bijdrage voor de residencyperiode en Art Sonje Center een bijdrage voor de tentoonstelling. Binnen DCMA werd bijgedragen aan drie belangrijke biënnales die in Zuid-Korea plaatsvonden. De Gwangju Biënnale is een van de grootste biënnales van Azië, deze keer samengesteld door curator Maria Lind. De biënnale ontving een bijdrage voor de productie van nieuw werk van Saskia Noor van Imhoff, Ahmet Ögut, kunstenaarsduo Bik Van der Pol en Metahaven. De Busan Biënnale toonde werk van beeldend kunstenaars Folkert de Jong, Dana Lixenberg, Zoro Feigl en Katarina Zdjelar in de hoofdtentoonstelling. De biënnale trok 320.000 bezoekers en het werk ‘Poppy’ van Zoro Feigl kreeg veel aandacht in de vak- en landelijke bladen. De SEMA Biënnale Media City in Seoul nodigde kunstenaar Bik Van der Pol en de in Nederland wonende en werkende Koreaanse kunstenaar Yang-Ah Ham uit om nieuwe projecten voor de tentoonstelling te ontwikkelen. De organisatie A Hora Do Brasil ontving een bijdrage voor het beeldend kunstproject van ‘Bison Caravan’, waarin de bison fungeert als de metafoor voor de verbinding tussen cultuur en natuur. Tijdens een residencyperiode werken Braziliaanse kunstenaars, musici en theatermakers met kunstenaars uit Nederland aan gezamenlijke nieuwe projecten die onderdeel zullen uitmaken van de nomadische collectie van de Bison Caravan. De presentatie-instelling If I Can’t Dance werd ondersteund voor een uitwisselingsproject voor makers en instellingen waarin If I Can’t Dance samenwerkt met theatergroep Ueinzz uit São Paulo. If I Can’t Dance presenteert het programma ‘Edition VI, Event and Duration’ in Rio, Recife en São Paulo. Met dit programma wordt uitwisseling tussen Nederlandse en Braziliaanse kunstenaars tot stand gebracht. Stichting Outline ontving een bijdrage voor deelname van FLAM, een underground festival voor performance-kunst uit Amsterdam, voor deelname van een groep performance kunstenaars uit Nederland aan het programma van VERBO. VERBO is het internationale performance platform van Galeria Vermelho in São Paulo en het Manifestação International de Performance in Belo Horizonte.


In de hal van het Mondriaan Fonds: de ruimtelijke installatie Breaking Habits van RAAAF (Rietveld Architecture-Art-Affordances), 2017. Foto: Johannes Schwartz Een werklandschap en ontmoetingsplaats, ook voor bezoekers.


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

Partners Van het Mondriaan Fonds wordt steeds meer verwacht dat het naast de functie als geldverstrekker, actief bijdraagt aan experimenten, aan actuele ontwikkelingen en urgente vraagstukken, discussies in de vakgebieden van de beeldende kunst, cultureel erfgoed en de wereld daarbuiten. Fonds als relatiemakelaar In 2016 is de rol van het fonds als relatiemakelaar weer groter geworden. Daarbij maakt het fonds gebruik van de kennis en ervaring die is opgebouwd door kunstenaars en instellingen, van adviseurs en van medewerkers in de eigen organisatie. De vorm die dit heeft aangenomen varieert van het initiëren van onderzoek, zoals dat naar het kunstenaarshonorarium, tot het doen van open calls, zoals die voor kleine kunstinitiatieven. Om de beleidsvorming aan te scherpen, mede in opmaat naar het nieuwe beleidsplan, heeft het Mondriaan Fonds in 2016 een opdracht gegeven voor een veldonderzoek naar de rol van het fonds als relatiemakelaar en naar de knelpunten en kansen op gebied van digitalisering. Kunstbemiddelaars Daniela Apice en Marjolein van de Ven onderzochten de mogelijkheden die het fonds heeft om als verbinder of relatiemakelaar te functioneren, als een ‘cupido voor de kunsten’. Immers, met talloze partners trekt het fonds op. Het opereert als netwerkorganisatie en stimuleert het delen van kennis, informatie en expertise op vele fronten. Of het nu gaat om kennisoverdracht in de vorm van een meester-gezelrelatie tussen kunstenaars of het stimuleren van een goede gedachtevorming rond de Collectie Nederland. In het advies is per doelgroep gekeken naar noden, wensen en behoeften en om feedback gevraagd op reeds ondernomen activiteiten van het Mondriaan Fonds. Onderschreven wordt dat verbinden een belangrijke doelstelling is voor het Mondriaan Fonds en dat het fonds inspirerende relaties kan leggen tussen kunstenaars, bemiddelaars en instellingen, waarmee cruciale uitwisseling plaats kan vinden met (toekomstig) publiek. Termen als ‘inclusie’, ‘draagvlak creëren’, ‘samenwerken’ en ‘reflectie en bemiddeling’ staan centraal in het advies. Met de concrete aanbevelingen zal het Mondriaan Fonds zijn beleid vanaf 2017 verder vormgeven en versterken. Curator en onderzoeker Maaike Lauwaert deed op verzoek van het fonds in 2016 onderzoek naar de effecten van digitalisering op beeldende kunst en erfgoed. Lauwaert verkende de knelpunten en kansen rond digitalisering in het culturele veld. Digitalisering is een containerbegrip dat raakt aan uiteenlopende mogelijkheden en technieken. Voor een museum kan het gaan om het via digitale weg archiveren en toegankelijk maken van de collectie, voor een kunstenaar kan het digitale het medium zijn of hij kan het inzetten om zijn netwerk en andere belangstellenden op de hoogte te houden via sociale media. De aanleiding voor de inventarisering is de vaststelling dat alle sectoren in de kunsten door digitalisering geraakt worden en dat er nieuwe werkvormen en initiatieven ontstaan, die enkel vanuit de digitale mogelijkheden kunnen bestaan. Bijvoorbeeld platforms die volgens de start-up logica van de zogeheten verstorende innovatie een markt voor zichzelf creëren en daarmee bestaande structuren verstoren of vernieuwen. In het advies komt naar voren op welke manier het veld van kunst en erfgoed verandert onder invloed van digitale mogelijkheden en op welke manier het Mondriaan Fonds daar in zijn nieuwe beleid op kan inspelen. BKNL Een belangrijk onderdeel van de rol van het fonds als relatiemakelaar is het faciliteren van het overlegplatform

37

Beeldende Kunst Nederland (BKNL). Dit is een informeel overleg van organisaties die opkomen voor het belang van beeldend kunstenaars, musea, presentatie-instellingen en galeries in Nederland. Zo wordt kennis en draagvlak georganiseerd. De verschillende BKNL-partners trekken gezamenlijk op bij het beijveren van een steviger draagvlak voor de beeldende kunst. Binnen het overleg komen verschillende urgente onderwerpen aan de orde, zoals honoraria voor kunstenaars en de behoefte aan relevante sectorinformatie. Bij BKNL zijn aangesloten: Platform BK, Museumvereniging, Kunstenbond (voorheen FNV Kiem), Kunsten ’92, de Beroepsvereniging van Beeldend Kunstenaars (BBK), de Nederlandse Galerie Associatie (NGA) en de belangenvereniging voor presentatie-instellingen De Zaak Nu. Het Mondriaan Fonds faciliteert en coördineert de bijeenkomsten en ondersteunt verschillende activiteiten en onderzoek. Vanuit andere kunstsectoren zoals de podiumkunsten wordt met belangstelling naar BKNL gekeken. BKNL lanceerde in 2016 de website bknl.nl, dat functioneert als nieuwsbron en archief. Er werden zes berichten uitgestuurd en vijf rapporten gepubliceerd. In vervolg op een inventariserend onderzoek kunstenaars­ honoraria in Nederland en een analyse van het contractproces tussen kunstenaars en kunstinstellingen is in 2016 door SiRM en PPMC gewerkt aan een richtlijn voor kunstenaarshonoraria. Deze is eind 2016 door vier leden van BKNL gelanceerd en in 2017 in werking getreden. Het Mondriaan Fonds is verheugd dat de richtlijn wordt onderschreven door belanghebbende organisaties en verenigingen in de beeldende kunst in Nederland en een voorhoede van kunstmusea. Met de richtlijn trekt het veld immers samen op om te komen tot een professionelere contractpraktijk en toont het maatschappelijk ondernemerschap. Het fonds zal de richtlijn waar van toepassing hanteren bij de beoordeling van zijn aanvragen en introduceert in 2017 een experimenteerreglement dat voorziet in gedeeltelijke compensatie van instellingen die de richtlijn toepassen. Een tweede belangrijk onderwerp binnen BKNL is de groeiende behoefte aan relevante sectorinformatie; een coherent, breed gedeeld en actueel overzicht van de sociaal-economische positie van beeldend kunstenaars en de betekenis van beeldende kunst voor het culturele veld en voor andere maatschappelijke domeinen. BKNL heeft onderzoeker Henk Vinken (Pyrrhula Research Consultants) en onderzoeksbureau Berenschot gevraagd een inventarisatie te maken – de ‘Collectieve Selfie’ – van beschikbare data op het gebied van hedendaagse beeldende kunst. Vinken verzorgde een analyse van cijfers over beeldend kunstenaars, waarbij de inkomenspositie een belangrijk thema was. Berenschot verzorgde een overzicht van beschikbare data op het gebied van instellingen, festivals en individuen. Het geheel geeft een inzichtelijk en samenhangend beeld van de beeldende kunstsector, van individuen tot instellingen en maakte het voor de leden van BKNL makkelijker vanuit een stevige empirische basis het onderwerp van bijvoorbeeld de sociaal-economische positie van de beeldend kunstenaar aan te snijden; het draagvlak voor de beeldende kunst te thematiseren; of de discussie te voeren over effecten van bezuinigingen op werk en inkomen. In het verlengde van de ‘Collectieve Selfie’ is in 2016 een overzicht gemaakt van relevante trends en ontwikkelingen in de beeldende kunst. Het gaat om algemene trends, zoals de toegenomen organisatiegraad van de sector, en over verbinding, het aangaan van relaties die cruciaal zijn voor uitwisseling met (toekomstig) publiek en voor het draagvlak voor beeldende kunst en cultureel erfgoed. De genoemde publicaties zijn te vinden op bknl.nl. Ook heeft BKNL geïnventariseerd welke financieringsregelingen de overheid aanbiedt voor ondernemers en onder welke voorwaarden deze regelingen geschikt zijn voor zelfstandig beeldend kunstenaars. Centrale vraag is: zijn de bestaande


Dansgroep Untold, 2016. Foto: Jean van Lingen

Gehonoreerd > Projectinvestering Herinnering Slavernijverleden

Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis – vieren van kracht en rijkdom ‘Met Black Achievement Month willen we de kracht en rijkdom vieren van de zwarte gemeenschap in Nederland. Het gaat om hun bijdrage aan de Nederlandse samenleving ­– in het heden, verleden en toekomst. Onze eerste editie in 2016 was een groot succes – vrijwel alle evenementen waren uitverkocht. Er is blijkbaar behoefte aan cultuur vanuit een ander en breder perspectief. We maken hiermee het verhaal over Nederland en de Nederlandse identiteit compleet. Voor de volgende editie willen we de Afrikaanse gemeenschap er nog meer bij betrekken.’ Antoin Deul (directeur Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis)


Projectinvestering Herinnering Slavernijverleden De Bijdrage Jaarlijkse Herdenking Slavernijverleden is gericht op het vergroten van het draagvlak voor de herdenking, waarbij een relatie wordt gelegd tussen verleden en heden, zodat een brug wordt geslagen tussen kunst, cultureel erfgoed en de burger. Belangrijk daarbij is nauwe samenwerking tussen culturele instellingen onderling, met kunstenaars en andere maatschappelijke partijen. De nationale herdenking werd door het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) georganiseerd in Amsterdam in een breed samenwerkingsverband met educatieve organisaties waaronder leerlingen van vijf basisscholen en met andere (grass roots) organisaties. In 2016 zijn de herdenking van het slavernijverleden en de viering van de afschaffing van het slavernijverleden van elkaar gescheiden, waarbij de herdenking plaatshad op 30 juni en de viering van de afschaffing op 1 juli. Sprekers en kransleggers uit onder andere Nederland, Curaçao, Aruba, Sint-Maarten, Suriname en Ghana gaven de herdenking een plechtig karakter. Het brede publieksprogramma tijdens de viering van de afschaffing van het slavernijverleden droeg bij aan het bereiken van een breed en divers publiek. 2013-2016 In 2013 werd de afschaffing van de slavernij in 1863 breed herdacht. Een budget van 350.000 euro was dat jaar beschikbaar voor organisaties uit het hele Koninkrijk die daar op een bijzondere manier aandacht aan wilden

besteden. Met deze bijdrage werd bijvoorbeeld het bijzondere verhaal van de slaaf Elieser op de Joodse begraafplaats in Ouderkerk zichtbaar gemaakt; werd de traditionele slavendans door de Stichting Surinaamse Vrouwen Bijlmermeer onder de aandacht gebracht en Theatre Embassy organiseerde een speciale route langs plekken in Amsterdam die een belangrijke rol speelden in de slavenhandel. Een uitwisseling tussen Antilliaanse, Surinaamse, Amerikaanse, Ghanese en Friese gospelzangers belichtte de ontwikkeling van de gospel als erfenis van het slavernijverleden, maar gaf ook een impuls aan de ontwikkeling van nieuwe vormen. Tevens werden museale tentoonstellingen georganiseerd door partijen als het Tropenmuseum en Sint-Eustatius Center for Archeological Research. Veel onbekende en soms schrijnende verhalen kregen een nieuw publiek. De herdenking in 2013 was eenmalig zo grootschalig. Andere jaren werden de jaarlijkse nationale herdenkingen uitgevoerd door het NiNsee. Hierdoor besloot het ministerie van OCW de bijdrage vanaf 2016 uitsluitend open te stellen voor het NiNsee. 2016 Aantal aanvragen: 1 Totaal gevraagd bedrag: € 50.000 Gehonoreerd: 1 Toegekend bedrag: € 50.000 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 72 Totaal gehonoreerd: 18



Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

regelingen en faciliteiten voor ondernemers toegankelijk voor de kunstenaar als ondernemer? En wat kan de overheid doen wil zij het ondernemerschap in de kunst en cultuur versterken? De inventarisatie werd publiek gemaakt als (1) een handreiking aan kunstenaars, op basis waarvan men zelf kan overwegen wat het beste aansluit op de persoonlijke situatie en (2) een knelpuntenanalyse gericht op beleidsmakers en politici. Publieke cultuurfondsen Nederland telt zes landelijke publieke cultuurfondsen: naast het Mondriaan Fonds zijn dat het Fonds voor Cultuurparticipatie, het Fonds Podiumkunsten, het Nederlands Filmfonds, Nederlands Letterenfonds en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Een groot deel van de Rijksgesubsidieerde kunst en cultuur is bij de cultuurfondsen belegd, naast de Basisinfrastructuur (BIS) die rechtstreeks onder de verantwoordelijkheid valt van het ministerie van OCW. Vanuit hun inhoudelijke kennis zijn de fondsen niet alleen deskundig uitvoerder maar ook belangrijk initiatiefnemer en beleidsvoorbereider op hun terreinen. Het belang hiervan voor het kunstenveld werd benadrukt door de Visitatiecommissie Cultuurfondsen 2014. De commissie was positief over de fondsen en concludeerde: ‘Het beleid dat de zes fondsen voeren is in lijn met de aan hen opgelegde kaders, zij beoordelen aanvragen en bezwaarschriften zorgvuldig, werken actief aan kwaliteitsbeleid via evaluaties, betrekken hun stakeholders in toenemende mate bij beleidsontwikkeling en uitvoering, hun bedrijfsvoering is op orde en de fondsmedewerkers zijn betrokken en gemotiveerd. (…) Opvallend is het grote verschil in beleid, rolopvatting en werkwijze van de fondsen, hetgeen volgens de commissie past bij de karakterverschillen van de verschillende deelsectoren.’ Door de bezuinigingen die in 2013 ingingen, verdween in de meeste sectoren de ondersteunende infrastructuur met functies als debat, reflectie en onderzoek. De fondsen hebben daarin verantwoordelijkheid genomen en deze functies waar mogelijk geïncorporeerd in hun praktijk. Tegelijkertijd vormt dit een risico voor het uitvoeren van de kerntaak; de fondsen zijn immers eveneens geconfronteerd met bezuinigingen, ook op apparaatskosten. Omdat een aantal sectoren niet of nauwelijks BIS instellingen kennen, moeten bij de gevolgen van de bezuinigingen voor het gehele kunst- en cultuurveld ook de project- en meerjarige activiteiten van de fondsen worden betrokken. In aanloop naar het Tweede Kamerdebat over de cultuurbegroting in november 2015 leverden de fondsen daarom in opdracht van Kunsten ’92, de Federatie Cultuur en FNV Kiem (tegenwoordig Kunstenbond) een inventarisatie die dit inzichtelijk maakte. In het gezamenlijke overleg met het ministerie van OCW benadrukken de fondsen het belang van een integrale visie voor het toekomstige kunst- en cultuurbeleid. Gezien de grote (sectorspecifieke) kennis die de fondsen in huis hebben, ligt het voor de hand dat zij worden betrokken bij de verkenning en de sectoradviezen, behorend bij de adviesaanvraag van de minister aan de Raad voor Cultuur over het cultuurbeleid vanaf 2021. Op aanbeveling van de Visitatiecommissie Cultuurfondsen werd in 2015 de onderlinge samenwerking tussen de fondsen geïntensiveerd. De fondsen trekken op uiteenlopende onderwerpen samen op, bijvoorbeeld op het vlak van kennisdeling onder meer op het gebied van juridische zaken, financiën en communicatie. Waar mogelijk nemen medewerkers elkaars werk over als achtervanger, met name op het gebied van ICT. Bijzondere aandacht is besteed aan kennisuitwisseling over culturele diversiteit en de toepassing van de Code Culturele Diversiteit. Samenwerking op dit gebied heeft onder meer geleid

39

tot de organisatie van een werkconferentie cultuurfondsen en culturele diversiteit door Binoq Atana, waarop best practices, ambities en actieplannen met experts werden besproken. De uitkomsten van de conferentie zijn door de fondsen in de beleidsplannen 2017-2020 verwerkt. Bovendien zijn er verschillende gezamenlijke activiteiten en regelingen. Filmfonds en Mondriaan Fonds werken samen in De Verbeelding: films op het snijvlak van beeldende kunst en cinematografie, gemaakt in een samenwerking tussen kunstenaars en producenten. Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en het Letterenfonds delen Literatuur op het Scherm: dichters/schrijvers maken met vormgevers nieuw werk voor op het beeldscherm. Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en het Mondriaan Fonds benaderen gezamenlijk het kunstvakonderwijs voor voorlichting over de mogelijkheden bij de fondsen en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie adviseert het Mondriaan Fonds bij de Prix de Rome. >pagina 64 Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en het Filmfonds werken samen in de Transmediaregeling. Het Fonds Podiumkunsten en het Fonds voor Cultuurparticipatie werken samen bij de talentontwikkeling van jonge urban kunstenaars. Het Letterenfonds werkt samen met het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie op het terrein van literaire games. Het Letterenfonds en het Fonds Podiumkunsten werken samen aan een gezamenlijke regeling voor toneelschrijvers. De fondsen blijven verkennen waar verdere interdisciplinaire samenwerking mogelijk is, bijvoorbeeld op het gebied van cultuureducatie, zodat in aanvulling op de programma’s van het Fonds voor Cultuurparticipatie, disciplinebreed de aandacht voor cultuureducatie wordt versterkt. Verder voeren de zes fondsen op verzoek van de minister van OCW tussen 2014 en 2017 het programma The Art of Impact uit, met als doel de relatie tussen kunst en de rest van de samenleving verder te verstevigen. >pagina 31 TAOI heeft een belangrijke impuls gegeven aan de cross-disciplinaire samenwerking tussen de cultuurfondsen. Voor aanvragers die opereren op het snijvlak van verschillende kunstdisciplines en van kunst en de rest van de maatschappij hebben de fondsen een (tijdelijke) coördinator aangesteld die aanvragers over bijdragemogelijkheden bij de fondsen informeert, in nauw overleg met contactpersonen bij de respectievelijke fondsen. Gezamenlijk zijn de fondsen betrokken bij de ontwikkeling van de Akademie van Kunsten, opgericht mede op initiatief van minister Bussemaker van OCW. Ook in internationale context werken de fondsen in toenemende mate samen. Als sprekend voorbeeld mag het NederlandsVlaamse gastlandprogramma rond de Frankfurter Buchmesse dienen; ter gelegenheid hiervan gaven de fondsen gezamenlijk vorm aan een veelzijdige en discipline-overstijgende presentatie van Nederlandse kunsten in Duitsland. Voor deze presentatie kon een beroep worden gedaan op middelen uit het zogeheten DCMAprogramma van het ministerie van Buitenlandse Zaken. >pagina 35 Visual Arts Platform Internationaal wisselt het Mondriaan Fonds ervaring en deskundigheid uit en stemt het activiteiten af binnen het Visual Arts Platform (VAP), een groep van acht Europese beeldende kunstfondsen die tweemaal per jaar samenkomen. In 2016 kwamen de partners in Zürich bijeen en spraken daar over de Biënnale van Venetië 2017 en het kunstenaarshonorarium. Op initiatief van het VAP werd een bijeenkomst in Venetië georganiseerd met een aantal landenpaviljoens. Curatoren, beeldend kunstenaars en opdrachtgevers wisselden met elkaar van gedachten over samenwerkingen zoals bij de opbouw van de biënnale presentaties. Ook was er een bijeenkomst van medewerkers die informatie uitwisselden over internationale gastateliers en had een stage plaats van een medewerker van de


Typische Marker dracht tijdens Koninginnedag 1965-1980, onderdeel van de Zuiderzeecollectie. Foto: Erik en Petra Hesmerg

Gehonoreerd > Bijdrage Samenwerking Musea

Zuiderzeemuseum – omvangrijke samenwerking met tastbare resultaten ‘In het Netwerk Zuiderzeecollectie participeren 22 grote en kleine instellingen in gelijke mate. Een verband dus zonder hiërarchische opzet of verschillende snelheden. Vooral op het gebied van beheer en behoud, het maken van conditierapporten bijvoorbeeld, gaan we best practices uitwerken en uitwisselen. Maar ook experts zullen worden gedeeld en het onderlinge bruikleenverkeer willen we verbeteren. Daarnaast willen deelnemers een gezamenlijke reizende tentoonstelling maken. We houden projecten klein en kort, met tastbare resultaten. Als er jarenlang gewacht moet worden op resultaten verslapt de aandacht en verwateren contacten.’ Kees Hendriks (sectorhoofd Collecties en Informatie Zuiderzeemuseum)


Bijdrage Samenwerking Musea De bijdrage is bedoeld voor samenwerking tussen musea en andere erfgoedinstellingen onderling of met andere maatschappelijke partijen, daar waar deze een meerwaarde heeft. Het gaat om gezamenlijke en bijzondere initiatieven die de relatie tussen de burger en cultureel erfgoed versterken, een duurzaam karakter hebben, voorbeeldstellend en navolgbaar zijn en tot een sterkere museale sector leiden. Ook draagt het fonds bij aan haalbaarheidsstudies voor toekomstige samenwerking. Het doel is bijzondere en duurzame samenwerking van musea te stimuleren. Van een gezamenlijke inzet voor nationaal varend erfgoed tot een nieuw klimaatnetwerk voor Limburgse collecties: 37 nieuwe samenwerkingsinitiatieven kwamen in 2016 tot stand. Het merendeel van de aanvragen betrof duurzame samenwerking op het gebied van publieksbereik of collectiebeleid. In dertien gevallen ging het om haalbaarheidsonderzoeken. Alle bijdragen waren gericht op versterking van de zichtbaarheid van de betreffende instellingen en hun collecties. Om de opgedane kennis en inzichten te delen met de rest van het veld en de rest van de wereld, lanceerde het Mondriaan Fonds in 2016 het online Platform Samenwerking Musea. Dit rijk gevulde platform toont de ervaringen van aanvragers die zijn opgedaan met de bijdrage. Het fonds komt hiermee tegemoet aan de vraag van musea zelf hun ervaringen uit te kunnen wisselen. Ook maakt het platform zichtbaar hoe samenwerkingsprojecten zijn verknoopt met de samenleving.

2013-2016 De Bijdrage Samenwerking Musea is in 2013 op verzoek van minister Bussemaker ontwikkeld. Concreet stelde het fonds zich ten doel dat alle bijdragen voldoende zichtbaar zouden zijn en een passend publiek zouden bereiken. Vanaf de start is in totaal aan 94 samenwerkingen bijgedragen, waarvan 25 haalbaarheidsonderzoeken betroffen. In 2015 vroeg het Mondriaan Fonds adviesbureau Berenschot een tussenbalans op te maken en de eerste resultaten van deze tijdelijke bijdrage in kaart te brengen. De vijf thema’s die binnen de Bijdrage Samenwerking Musea centraal staan (educatie, publieksbereik, zichtbaarheid, wetenschap, digitale mogelijkheden, collectiebeleid) bleken volgens die tussentijdse evaluatie goed verdeeld over de gehonoreerde projecten. Berenschot noemde expliciet de brede scope van de bijdrage als succesfactor. Ook bleek dat de gemiddelde bijdrage van het Mondriaan Fonds dertig procent van de totale begroting was; instellingen droegen de overige zeventig procent bij uit eigen middelen, uit bijdragen van (lokale) overheden, fondsen of van overige sponsoring. Het relatief kleine aantal bijdragen dat reeds is afgerond maakt het lastig met zekerheid een uitspraak te doen over de inhoudelijke meerwaarde van de samenwerkingen. Aanvragers kunnen hier immers pas op reflecteren als de samenwerking is afgerond. Wel geeft een instelling aan: ‘Wat ons betreft zijn de mogelijkheden om nieuwe verbindingen nog meer toegenomen. Dit willen we zeker uitbreiden.’


De meeste Nederlandse regio’s zijn vertegenwoordigd in de gehonoreerde projecten, met een relatief iets groter aandeel in de Randstad. Opvallend is dat het aantal interregionale initiatieven relatief groot is. De afgelopen vier jaar werkten musea met een keur aan partners samen van scholen, zorgkoepels tot bedrijven. Er was bovendien in alle gevallen sprake van samenwerking tussen musea onderling. Volgens de helft van de aanvragers, zo blijkt uit zowel de digitale verantwoording als uit de conclusies van Berenschot, zou de samenwerking zonder de bijdrage niet zijn gerealiseerd. De andere helft denkt dat er weliswaar enige vorm van samenwerking zou zijn geweest, maar de totstandkoming zou langer hebben geduurd en de scope zou beperkter zijn. De inhoudelijke meerwaarde van de samenwerking lag volgens de initiatieven zelf met name in de uitwisseling van kennis en contacten met weer nieuwe partners. In de afgelopen periode heeft een aantal gehonoreerde haalbaarheidsonderzoeken geresulteerd in succesvolle duurzame samenwerkingsprojecten, of kregen deze een vervolg bij een andere bijdragemogelijkheid van het fonds. 2016 Aantal aanvragen: 55 Totaal gevraagd bedrag: € 6.122.438 Gehonoreerd: 37 Toegekend bedrag: € 3.215.985 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 143 Totaal gehonoreerd: 94


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

Danish Agency for Culture bij het Mondriaan Fonds. Naast het Mondriaan Fonds nemen aan de bijeenkomsten deel: Arts Council England, Danish Agency for Culture, Frame Visual Art Finland, Institut für Auslandsbeziehungen (Duitsland), Kunstenpunt Vlaanderen, Pro Helvetia (Zwitserland). Overige partnerfondsen, publiek en privaat, voor inhoudelijk overleg en gezamenlijke activiteiten Fonds 21 Fonds Kwadraat Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen Nationaal Restauratiefonds Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Prins Bernhard Cultuurfonds Prins Claus Fonds Stichting DOEN Vereniging Rembrandt voordekunst.nl VSBfonds Relevante (sector-)organisaties, voor uitwisseling, afstemming en gezamenlijke activiteiten ABN AMRO American Academy Rome Amsterdam Art Weekend Appel arts centre Art Rotterdam Binoq Atana Cultuur+Ondernemen De Balie DEN, Digitaal Erfgoed Nederland DutchCulture Erfgoedinspectie Het Nieuwe Instituut Interakt Koninklijk Nederlands Instituut Rome Kunstpodium T Landelijk Contact Museumconsulenten LAPS (kenniscentrum kunst en publieke ruimte) nai010 uitgevers OBK (overleg beeldende kunst), alle hogescholen voor beeldende kunst Reinwardt Academie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Stedelijk Museum Amsterdam Stichting Rietveldpaviljoen Stichting Volkenkundige Collectie Nederland Stroom Timebank Vereniging van Nederlandse Gemeenten Vlaams-Nederlands Huis deBuren Witte de With, center for Contemporary Art Communicatie- en mediapartners 75B Avrotros CityFilm Media Kris Borgerink Lesley Moore Management Scope Maurits de Bruijn PMS 72 RTL Team Thursday Tom Postma Design VARA We Like Art

41

Voor afstemming en internationale gastateliers A-I-R Laboratory, Ujazdowski Castle, Warschau, Polen AIR Berlin Alexanderplatz, Duitsland Arts Initiative, Tokyo, Japan Atelier Holsboer, Parijs, Frankrijk Calcutta Art Research Foundation, Calcutta, India Capacete, Rio de Janeiro, Brazilië CCS Bard, Annandale-on-Hudson, Verenigde Staten Cemeti Art House, Yogyakarta, Indonesië Delfina Foundation, Londen, Verenigd Koninkrijk Deltaworkers, New Orleans, Verenigde Staten FLORA ars+natura Bogotá, Colombia Instituto Buena Bista, Willemstad, Curaçao ISCP, New York, Verenigde Staten Projectstudio Berlijn, Duitsland Projectstudio China, Beijing, China Projectstudio Rome, Italië Schloss Ringenberg, Hamminkeln, Duitsland Tembe Art Studio, Moengo, Suriname Wiels, Brussel, België


Erik van Lieshout, filmstill Insel, 2016

Gehonoreerd > Bijdrage Presentaties Buitenland

Erik van Lieshout – opgepikt in Duitsland ‘Die Insel, de film die ik heb gemaakt voor Emscherkunst 2016, is in Duitsland bijzonder goed opgepikt. De recensie in de Süddeutsche Zeitung begon en eindigde met mijn werk. Tekeningen die ik tijdens mijn verblijf in Dortmund heb gemaakt, zijn via Guido W Baudach Galerie aangekocht door de KiCo-Sammlung. Ook de BundeskunstSammlung kocht een serie. Opmerkelijk want deze staatscollectie verzamelt eigenlijk alleen werk van Duitse kunstenaars. De film wordt het komende jaar nog vertoond in musea in München, Nürnberg en Hannover.’ Erik van Lieshout (beeldend kunstenaar)


Bijdrage Presentaties Buitenland Door bij te dragen aan presentaties en/of de productie van nieuw werk van kunstenaars uit Nederland bij internationaal erkende hedendaagse kunstplatforms in het buitenland, wil het Mondriaan Fonds de internationale waardering voor en de zichtbaarheid van relevante hedendaagse kunst uit Nederland bevorderen en de internationale positie van deze kunstenaars versterken. Bij deze bijdrage kan zowel het buitenlandse platform aanvragen als de kunstenaars zelf. In 2016 werd aan 113 internationale presentaties bijgedragen – van een presentatie van Gabriel Lester in Vilnius tot een solo van Erik van Lieshout in Brussel. Naar verhouding vroegen in 2016 meer kunstenaars dan in vorige jaren succesvol een bijdrage aan: een vijfde van de gehonoreerde presentaties was door kunstenaars en niet door de instelling aangevraagd. In 2016 hadden de meeste bijdragen betrekking op Duitsland (25), niet geheel onverwacht gezien het feit dat Nederland met Vlaanderen gastland was op de Frankfurter Buchmesse en in het kader daarvan veel activiteiten in Duitsland werden ontplooid. Maar ook uit Noord-Amerika (14), Frankrijk (6), Oostenrijk (6) en Groot-Brittannië (5) kwamen veel initiatieven. Opvallend was dat in vergelijking met andere jaren weinig tot geen aanvragen werden ingediend uit Afrika, het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. Wel werd een relatief groot aantal bijdragen in Japan en Zuid-Korea (5) ontvangen, waar in 2015 de oriëntatiereis heenging. Zo nodigde de Koreaanse Biënnale Media City Seoul het kunstenaarsduo

Bik Van der Pol en de in Nederland werkende Koreaanse kunstenaar Yang-Ah Ham uit om nieuw werk voor de biënnale te maken. 2013-2016 Concreet stelde het Mondriaan Fonds zich in 2013 ten doel dat de helft van het aantal gehonoreerde aanvragen nieuw, in opdracht geproduceerd werk zou betreffen. Verder moest het aantal ingediende aanvragen door kunstenaars eind 2016 met tien procent zijn toegenomen. Het Mondriaan Fonds ontving gemiddeld zo’n 190 aanvragen per jaar van buitenlandse platforms die beeldend kunstenaars uit Nederland programmeren. Van de in totaal 433 bijdragen aan internationale platforms die kunstenaars uit Nederland toonden, betrof het in meer dan de helft van de gevallen een opdracht voor nieuw werk. Maar ook de tweede doelstelling is gehaald: jaarlijks nam het aandeel succesvol ingediende aanvragen door kunstenaars toe tot twintig procent van het totaal eind 2016. Bovendien is er de in de digitale verantwoording vaak genoemde meerwaarde die een bijdrage van het Mondriaan Fonds heeft volgens de internationale platforms. Zoals een Amerikaanse instelling schreef: ‘Support from the Mondriaan Fund is crucial to our success, because it will not only cover some of the expense specifically associated with showcasing worthy works of four Dutch artists, but will also help expand our reputation on a global level by working with this reputable international foundation once again.’


Uit de digitale effectmeting blijkt dat aanvragers unaniem aangeven dat de bijdrage van het fonds cruciaal was voor het realiseren van de presentatie. Om alle buitenlandse activiteiten van het Mondriaan Fonds in één oogopslag zichtbaar te maken, werd eind 2016 een digitale wereldkaart gelanceerd met daarop alle projecten en activiteiten waaraan het fonds in het buitenland heeft bijgedragen: internationalactivities. mondriaanfonds.nl 2016 Aantal aanvragen: 164 Totaal gevraagd bedrag: € 2.216.283 Gehonoreerd: 113 Toegekend bedrag: € 1.324.438 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 745 Totaal gehonoreerd: 433


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

Activiteiten voor zichtbaarheid en transparantie 2013-2016 Het Mondriaan Fonds communiceert intensief met een uiteenlopende groep van aanvragers, belanghebbenden, beleidsmakers, pers en publiek. Hoewel de focus ligt op aanvragers in Nederland richt een deel van de communicatie zich op buitenlandse aanvragers zoals internationale kunstbeurzen en kunstplatforms. De communicatie heeft allereerst tot doel beeldend kunstenaars en bemiddelaars, musea, erfgoedinstellingen, presentatie-instellingen, galeries, private en publieke opdrachtgevers en kunstkopers te wijzen op de mogelijkheden die het fonds biedt. Daarnaast ontwikkelt het Mondriaan Fonds activiteiten om beeldende kunst en cultureel erfgoed in het algemeen zichtbaar te maken én het publiek inzicht te geven in de resultaten van de bijdragen die het fonds verstrekt voor de realisatie van nieuw werk, tentoonstellingen, manifestaties en aankopen. Op deze manier wil het fonds laten zien wat er gebeurt met de investeringen namens de samenleving in beeldende kunst en cultureel erfgoed om zo het draagvlak te verstevigen. Ook zoekt het Mondriaan Fonds regelmatig de openbaarheid op om deel te nemen aan actuele debatten over beeldende kunst en cultureel erfgoed. De doelen van het communicatiebeleid worden jaarlijks vastgesteld in een jaarplan. Een open fonds Het Mondriaan Fonds wil uitdragen waar het voor staat, wie kunnen aanvragen en dat het open staat voor (nieuwe) aanvragers. Dit gebeurt door informatieverstrekking aan (potentiële) aanvragers via onder andere de website, sociale media, nieuwsbrieven, tijdens Open Huis-bijeenkomsten, voorlichtingsbijeenkomsten op academies of aan alumni van relevante kunstopleidingen, gerichte mailingen aan musea en andere instellingen en advertenties. 2013-2016 • 42.747 unieke websitebezoekers • 29.070 volgers op Facebook, Twitter, Instagram en LinkedIn • 101 nieuwsbrieven • 600 bezoekers Open Huizen • 178 deelnemers workshops ‘De kunst van het aanvragen’ • 466 deelnemers Get a Grant events voor jonge academieverlaters Op de website vinden aanvragers en andere geïnteresseerden informatie over de verschillende bijdragen, voorwaarden en wijze van aanvragen. Er is prominent te zien aan welke projecten is bijgedragen en er worden voorbeeldstellende presentatieplannen gepubliceerd waarin aanvragers aangeven welke inspanningen zij zullen verrichten om het publiek met het werk of project kennis te laten maken. Daarnaast biedt de website informatie over de activiteiten, nieuwsberichten, een tweewekelijkse blog van de directeur en een leestafel met artikelen, publicaties, video’s et cetera. Tussen 1 januari en 1 december 2016 telde de website 27.377 unieke bezoekers met 222.158 pageviews, een toename van 167 procent ten opzichte van 2013. Vooruitlopend op de cultuurplanperiode 2017-2020 is eind 2016 de website vernieuwd. Zeven platforms – talentontwikkeling, vitale Collectie Nederland, opdrachten, presenteren en programmeren, internationale presentaties, stimuleren van de markt en samenwerken – wijzen niet alleen de weg naar de mogelijkheden van aanvragen én naar de activiteiten maar fungeren als uitstalkast met onder meer voorbeelden van

43

gehonoreerde projecten, relevante nieuwsberichten, blogs, mappings, video’s en meer. De nieuwe website maakt kunst en erfgoed nog prominenter zichtbaar en is een knooppunt waar verschillende aparte sites en platforms samenkomen. Om gehonoreerde projecten binnen de context van een bijdragemogelijkheid te laten zien, zijn het afgelopen jaar twee platforms ontwikkeld. ‘Aanwinsten’ toont alle aankopen die met een bijdrage van het Mondriaan Fonds vanaf de beginjaren in 1994 tot nu hebben plaatsgevonden. Deze pagina maakt, samen met de publicatie ‘Aanwinsten’, de rijkdom en verscheidenheid zichtbaar van de verwervingen met publiek geld. Met het Platform Samenwerking Musea wil het fonds samenwerkingsprojecten waaraan de afgelopen drie jaar is bijgedragen zichtbaar maken om kennis met het veld te delen. Aanvragers komen aan het woord: wat zijn de resultaten en waar kunnen anderen iets aan hebben? Ook wordt zichtbaar hoe samenwerkingsprojecten zijn verknoopt met de samenleving. Dit platform komt voort uit een wens van het veld, die bleek tijdens een bijeenkomst in 2014 over duurzame samenwerkingen in aanwezigheid van minister Bussemaker. Medio 2017 wordt het platform opdrachtgeverschap gelanceerd. Om de zichtbaarheid van de KunstKoop te vergroten, lanceerde het Mondriaan Fonds een mobiel platform van alle galeries die aangesloten zijn bij de KunstKoop. Een kaart toont de locaties van de galeries en de spreiding over Nederland en via een routeplanner kan de route naar de galerie worden bepaald. Een calculatieformulier berekent een indicatie van de aanbetaling en de maandelijkse aflossingen bij aankoopbedragen. Het platform is passend gemaakt voor mobiele apparaten als smartphones en tablets, zodat deze ook onderweg gebruikt kan worden. Er werd een nieuwe digitale wereldkaart ontwikkeld die alle internationale activiteiten waaraan het fonds bijdraagt zichtbaar maakt. De kaart toont een rijk beeld van de zichtbaarheid van Nederland in het buitenland en de variëteit van de bijdragen: van de jaarlijkse oriëntatiereis tot de presentatie van hedendaagse beeldende kunst uit Nederland door buitenlandse instellingen. De aparte website van de Prix de Rome, prixderome.nl, biedt actuele informatie en een blik op de historie van de prijs met een tijdsbalk die terug gaat tot 1808. In opdracht van Beeldende Kunst Nederland (BKNL), het informeel overleg van organisaties die opkomen voor het belang van beeldend kunstenaars, musea, presentatie-instellingen en galeries in Nederland, is een website ontwikkeld die de activiteiten van BKNL, waaronder diverse onderzoeken en publicaties, toegankelijk maakt. Het Mondriaan Fonds faciliteert deze site bknl.nl. De inzet van sociale media is sinds 2013 explosief gestegen. Telde de Facebookpagina van het fonds in 2013 nog 3.119 vrienden, op 31 december 2016 waren dat er 13.600. De Facebookberichten over meerjarenprogramma’s, de Werkbijdrage Kunstinitiatieven, de Biënnale van Venetië, toekenningen Werkbijdrage Jong en Bewezen Talent, het opiniestuk van Birgit Donker over de aankoop van twee Rembrandts en de blog ‘De premier, zijn liefde en de noodzaak’ in reactie op VPRO zomergasten ontvingen de afgelopen jaren de meeste likes en werden veelvuldig gedeeld. Het aantal vrienden van de Prix de Rome Facebookpagina is in 2016 ruim verdubbeld: van 1.180 in 2013 naar 2.843. Op Twitter steeg het aantal volgers van het Mondriaan Fonds van 5.654 in 2013 naar 9.999 volgers, en Prix de Rome van 959 naar 1.321 volgers. Sinds 2016 is het Mondriaan Fonds ook te vinden op LinkedIn (131 volgers) en Instagram, met inmiddels 1.251 volgers. De online activiteiten zijn afgestemd op het soort mediakanaal én type gebruikers. Website, nieuwsbrief, blogs en sociale media hebben ten opzichte van elkaar een versterkend effect. De afgelopen vier jaar verstuurde het Mondriaan Fonds iedere twee weken een nieuwsbrief met actuele informatie over activiteiten, gehonoreerde projecten en deadlines voor aanvragen. Het aantal abonnees steeg van 5.517 in 2013 naar


Melanie Bonajo, Art Cologne 2016. Foto: Ellen de Bruijne Projects

Gehonoreerd > Bijdrage Kunstbeurzen

Melanie Bonajo – gezien in Keulen ‘Op Art Cologne heb ik de film Progress vs Regress getoond. Ik had er een installatie omheen gemaakt waar kijkers in konden zitten. Een groot, internationaal publiek heeft het werk daar gezien en de reacties waren positief. Diezelfde installatie is later in weer verder uitgebreide vorm te zien geweest in FOAM. Inmiddels is hij gekocht door het Bonnefantenmuseum en volgend jaar reist hij naar Frankfurt. Maar eerst ga ik met het vervolg op Progress vs Regress naar de Wiener Festwochen. De curator zag mijn werk in Keulen.’ Melanie Bonajo (beeldend kunstenaar)


Bijdrage Kunstbeurzen Galeries die kunstenaars uit Nederland tonen op een internationale beurs, kunnen een tegemoetkoming ontvangen. Het gaat om relatief kleine financiële injecties die galeries stimuleren kunst uit Nederland aan een groot internationaal publiek te tonen en opdrachten te verlenen aan kunstenaars. Het is een relatief simpele bijdrage: elke twee jaar stellen experts een lijst internationale, gerenommeerde kunstbeurzen vast. Als galeries op die beurzen worden toegelaten en kunst uit Nederland tonen, ontvangen ze direct een bijdrage voor de standhuur. Sinds 2013 kunnen galeries een aanvraag indienen voor beurzen die niet op de vaste lijst staan. Deze worden voorgelegd aan een commissie van adviseurs en beoordeeld op de kwaliteit van het plan. Doel is de bekendheid van en de internationale waardering voor relevante hedendaagse beeldende kunst uit Nederland versterken. In 2016 verzorgden zo’n vijftig verschillende galeries presentaties van Nederlandse kunstenaars op meer dan dertig verschillende beurzen over de hele wereld. Zo vond in juni 2016 de wereldbefaamde kunstbeurs Art Basel plaats, waar verschillende galeries werk van Nederlandse kunstenaars toonden: Borzo Gallery met het werk van herman de vries, Jan Henderikse­­, Jan Dibbets, Marinus Boezem en Armando; Annet Gelink Gallery met het werk van Yael Bartana, Erik van Lieshout, Antonis Pittas en Rezi van Lankveld; en MaisterraValbuena met het werk van Daniel Jacoby. Bovendien was op de aparte sectie Art Unlimited het werk

‘Shows’ van Marinus Boezem te zien. Nederland was in 2016 samen met Vlaanderen gastland tijdens de Frankfurter Buchmesse. Uitgevers van kunstboeken konden eenmalig een bijdrage ontvangen voor een presentatie. Als prelude op de activiteiten in Frankfurt werd aan Art Cologne bovendien een bijdrage verleend voor een bijzondere presentatie op een speciale sectie van de beurs. Door curatoren Ellen de Bruijne­en Stella Lohaus werd de tentoonstelling ‘Eins, Zwei, Wechselschritt’, gemaakt. Onderdeel van deze bijdrage was een opdracht voor de productie van nieuw werk aan Melanie Bonajo. Op dringend verzoek van het galeriewezen, verhoogde het Mondriaan Fonds in 2016 de maximale bijdrage van 3.500 naar 4.500 euro, wegens de almaar stijgende kosten voor deelname aan internationale beurzen. Aanvragers zeggen hierover: ‘Mede dankzij de bijdrage van het Mondriaan Fonds zijn wij in staat om het werk van onze (jonge) Nederlandse kunstenaars internationaal onder de aandacht te brengen en op de kaart te zetten. De verhoging van de bijdrage wordt daarnaast zeer op prijs gesteld gezien het feit dat de deelname aan buitenlandse beurzen allemaal stuk voor stuk weer duurder zijn geworden in de afgelopen jaren.’ 2013-2016 De bijdrage is in 2013 van start gegaan met een flexibele lijst beurzen en gerichte mogelijkheden voor opdrachten. Vier jaar later laten galeries nog steeds


tevreden reacties horen over die aanpassing en is de vraag naar de bijdrage meer dan verdubbeld. De flexibilisering van de bijdrage voorziet in een behoefte, al vraagt een meerderheid aan voor beurzen op de vaste lijst. Kunstbeurzen krijgen een steeds belangrijkere rol voor galeries; zo geeft ook de Nederlandse Galerie Associatie aan. Uit de digitale verantwoording van bijdragen blijkt dat deelname aan kunstbeurzen volgens de galeries belangrijk is voor nieuwe contacten en professionele netwerken, zoals internationale curatoren, museumdirecteuren, institutionele verzamelaars, privé-collectioneurs, critici maar ook met niet-professionele bezoekers. De helft van de galeries geeft aan dat, gezien de vaak hoge kosten, de bijdrage van het fonds doorslaggevend is voor deelname. Ook kunnen zij dankzij de bijdrage meer risico’s nemen door relatief onbekende kunstenaars en jong talent te tonen. Verschillende galeriehouders benadrukken dat de bijdrage zorgt voor een professionelere inrichting van de stands, hetgeen eveneens de zichtbaarheid vergroot. Tachtig procent van de galeriehouders geeft aan dat waardevolle contacten zijn gemaakt tijdens de presentaties en een vijfde heeft een of meer werken verkocht. Dat is een hoog percentage, zeker gezien het feit dat de galeriehouders deze vraag kort na afloop van de beurzen beantwoordden, terwijl kopers vaak lang de tijd nemen voordat de verkoop wordt gesloten. Het effect van een presentatie op een internationale beurs lijkt hiermee aangetoond. Omdat de resultaten van de presentaties vaak pas na langere tijd blijken, voert het Mondriaan Fonds in 2017 een enquête uit over de effecten op langere termijn onder galeries, zoals verkopen

en andere vormen van verspreiding van kunst uit Nederland. Bij wijze van experiment ontving de presentatie-instelling Hotel Mariakapel in 2015 een bijdrage voor deelname aan The Others Art Fair. Doel was te onderzoeken of meer kunstenaarsinitiatieven of presentatie-instellingen voor de bijdrage in aanmerking moeten komen. Omdat de standhuur van beurzen waar die categorie organisatie voor in aanmerking komt relatief laag is, en de kwaliteit van dergelijke beurzen minder goed werd beoordeeld, bleek de meerwaarde onvoldoende. 2016 Aantal aanvragen: 77 Totaal gevraagd bedrag: € 403.346 Gehonoreerd: 71 Toegekend bedrag: € 336.488 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 221 Totaal gehonoreerd: 192


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

6.412. Meer dan vijftig procent leest daadwerkelijk de nieuwsbrief, zo blijkt uit de statistiek van de websites. De nieuwsbrief speciaal voor adviseurs met informatie over vergaderingen, advisering en beleid werd viermaal per jaar verstuurd. Onder de titel ‘Mondriaan Fonds op locatie’ werden in 2013 druk bezochte informatiebijeenkomsten georganiseerd in Utrecht, Leeuwarden, Eindhoven, Arnhem en Rotterdam om het nieuwe beleid toe te lichten. Deze bijeenkomsten krijgen een vervolg in 2017. In 2013 opende het Mondriaan Fonds voor het eerst zijn deuren met een informatiebijeenkomst speciaal voor aanvragers. Sindsdien werden tien bijeenkomsten georganiseerd waarin kunstenaars, curatoren, instellingen en opdrachtgevers op weg geholpen werden in het aanbod van mogelijkheden. Tijdens deze middagen die gemiddeld door zo’n zestig man bezocht werden, waren er presentaties van commissieleden die toelichting gaven op de werkwijze van commissies en vertelden aanvragers over hun werk en het doen van een aanvraag. In 2016 waren dat commissieleden Zippora Elders, Laurie Cluitmans en Katja Weitering en kunstenaars Levi van Veluw, Henk Wildschut en curator Hinde Haest. Ook was er gelegenheid om vragen te stellen aan de medewerkers van het Mondriaan Fonds, The Art of Imact en Fonds Kwadraat. Commissielid Patricia Kaersenhout gaf zowel in 2015 als 2016 een workshop over de kunst van het aanvragen waarin werd ingegaan op zaken als: Hoe wordt een goede inhoudelijke tekst opgebouwd? Hoe wordt een goede presentatie van documentatiemateriaal gemaakt? De workshops waren snel volgeboekt en werden uiteindelijk door 178 personen gevolgd. Het Mondriaan Fonds organiseerde verschillende netwerk­ bijeenkomsten voor specifieke groepen aanvragers. Zoals die over de samenwerkingsregeling musea (2014), voor kunstinitiatieven over het onderzoek naar de rol en positie van de kleine kunstruimtes in Nederland (2015), over De Verbeelding voor kunstenaars en filmproducenten samen met het Nederlands Filmfonds (2014 en 2015). Zowel in 2015 als in 2016 werd een netwerkbijeenkomst georganiseerd voor kunstenaars die een Werkbijdrage Jong Talent hebben ontvangen. Deze avonden vonden plaats op verzoek van startende kunstenaars die graag meer gebruik willen maken van elkaars ervaringen, maar ook in gesprek willen met medewerkers van het fonds en met mentoren. Vanuit dezelfde behoefte was eerder de Facebookpagina Platform Werkbijdrage Jong Talent opgezet met inmiddels bijna 180 leden. De pagina is bedoeld om kunstenaars met elkaar in contact te brengen zodat ze berichten kunnen delen. In 2016 werd deze bijeenkomst in samenwerking met Worm georganiseerd. Jennifer Tee gaf een commencement speech en Floor Wullems (Annet Gelink Gallery) een presentatie over de do’s en don’ts in de galeriepraktijk. De bijeenkomsten werden bezocht door 91 kunstenaars. In samenwerking met Cultuur+Ondernemen vond een Meet & Greet plaats met kunstenaars die een Werkbijdrage Jong Talent hebben ontvangen en mentoren van het Mentoring-traject. Deelnemers kregen advies over professionalisering en positionering van hun werk. Er waren verschillende mentoren aanwezig. In totaal namen 32 kunstenaars deel aan de bijeenkomst. In Venetië tijdens de officiële aftrap van de 57ste Biënnale van Venetië vond op initiatief van het Visual Arts Platform, een groep van acht Europese kunstfondsen waaronder het Mondriaan Fonds, een bijeenkomst plaats eind 2016 tussen curatoren, beeldend kunstenaars en opdrachtgevers van een aantal landenpaviljoens om met elkaar van gedachten te wisselen over samenwerkingen zoals bij de opbouw van de presentaties. Voor Nederland was curator Lucy Cotter aanwezig. Medewerkers van het fonds waren op verschillende plekken en momenten aanwezig om te vertellen over de mogelijkheden bij het Mondriaan Fonds. Er werd veelvuldig op academies voor beeldende kunst en bij masteropleidingen voorlichting gegeven aan studenten. Of tijdens de door Kunstpodium T georganiseerde

45

jaarlijkse ‘Dag van de Jonge Kunstenaar’ in De Pont museum in Tilburg. Voor het tweede achtereenvolgende jaar organiseerde het Mondriaan Fonds samen met het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie vier bijeenkomsten over bijdragemogelijkheden voor startende kunstenaars en ontwerpers. Deze Get a Grant events vonden in 2016 plaats bij Willem de Kooning Academie in Rotterdam, tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven, AKI Art & Design in Enschede en bij de Maastricht Academy of Fine Arts and Design en werden bezocht door 241 personen. Verder werden presentaties gehouden over de mogelijkheden van onder andere de samenwerkingsregeling musea, over opdrachtgeverschap, de bijdragemogelijkheden publicaties, veiligheidszorg, de KunstKoop, workshops crowdfunding voor kunstenaars, erfgoed-professionals en medewerkers instellingen, het financieren van nieuwe projecten met een combinatie van projectaanvragen en een rentevrije lening in samenwerking met Fonds Kwadraat. Tijdens de Nationale Museumweek 2016 vond voorafgaand aan de opening van de tentoonstelling ‘Above & Beyond’ van kunstenaar Danielle Kwaaitaal in het Drents Museum een tafelgesprek plaats over de kunst van het verzamelen: aankopen en afstoten. Birgit Donker was een van de tafelgasten en sprak onder andere over het belang van publieke investeringen in kunst en erfgoed. Het tafelgesprek werd live uitgezonden op het internetkanaal van SublimeFM. Ook benadert het Mondriaan Fonds (toekomstige) aanvragers gericht om hen te wijzen op de mogelijkheden. Jan Rothuizen maakte een regelingenzoeker die het voor aanvragers makkelijker maakt hun weg te vinden naar de juiste bijdragen. Deze regelingenzoeker is zowel online als in een gedrukte versie beschikbaar. Om de verschillende doelgroepen goed te bedienen, heeft het fonds informatiekaarten op deelterreinen zoals talentontwikkeling, collecties, opdrachtgeverschap, samenwerking musea en internationale activiteiten. Deze kaarten worden verspreid op daarvoor geschikte locaties. Er werden gerichte mailingen verstuurd aan musea, galeries en andere instellingen of alumni van kunstopleidingen. Via (digitale) vakbladen werd geadverteerd voor deadlines, het werven van adviseurs, voor diverse bijdragemogelijkheden, de KunstKoop, Prospects & Concepts, de Prix de Rome en de Biënnale van Venetië. Ook doelgroepen buiten de cultuursector werd gewezen op bijdragemogelijkheden en activiteiten van het fonds. Er werd een samenwerking aangegaan met Management Scope en redactionele bijdragen over opdrachtgeverschap voor PrimaOnderwijs, Arts en Auto en Aedes Wonen. Het Mondriaan Fonds verstuurt regelmatig persberichten naar pers en belangrijke stakeholders. Door deze persberichten en door bij te dragen aan uiteenlopende activiteiten werd ‘free publicity’ verkregen in landelijke- en regionale dagbladen, opinie- en vakbladen en op radio en televisie. In 2016 werden negentien persberichten verstuurd met betrekking tot onder andere Prospects & Concepts, de Nederlandse inzending voor de Biënnale van Venetië, Prix de Rome Architectuur en Beeldende Kunst, gehonoreerde aanvragen voor de meerjarenprogramma’s, kunstruimtes en kunstinitiatieven, het kunstenaarshonorarium en de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek. Zo werden de persberichten over de meerjarenprogramma’s presentatie-instellingen voor hedendaagse beeldende kunst breed opgepikt; van de Zeeuwse Courant over de Vleeshal tot het Friesch Dagblad over Noorderlicht. Regionale media worden ook nadrukkelijk ingezet bij het werven van adviseurs, om regionale spreiding te bevorderen. Activiteiten en publieksmomenten Het Mondriaan Fonds organiseert activiteiten om (potentiële) aanvragers, beleidsmakers en de burger inzicht te geven in de resultaten van de bijdragen die het fonds verstrekt alsmede bij te dragen aan kennisoverdracht en zichtbaarheid van kunst en erfgoed in het algemeen.


Mercedes-Benz O302/10R

Gehonoreerd > Mobiel Erfgoed Lening

Stichting Veteraan Autobussen – monument blijft rijden ‘De Mercedes-Benz O302/10R behoort tot de laatste generatie bussen die dienst deden op lijnen van particuliere autobusondernemingen. Ons exemplaar reed voor de firma Verhoef tussen Driebruggen en Woerden. Toen we hem kregen aangeboden verkeerde hij niet in oorspronkelijke staat. Het plaatwerk moest eruit, opnieuw gelast en compleet gespoten worden. En dat is prijzig. Omdat dit rijdende monument een C-status heeft – geen kerncollectie – , kregen we geen subsidie. Dankzij de restauratielening kunnen we de bus nu toch operationeel houden. We laten hem rijden tijdens open monumentendagen en historische excursies.’ Cees van de Wetering (projectleider Stichting Veteraan Autobussen)


Mobiel Erfgoed Lening De Mobiel Erfgoed Lening financierde de restauratie van mobiel erfgoed zoals oude auto’s, treinen en vliegtuigen. Doel was het mobiel erfgoed in goede staat te houden. Aanvragen voor varend erfgoed worden niet ondersteund, omdat hiervoor een apart Fonds voor Varend Erfgoed bij het VSBfonds en het Nationaal Restauratiefonds bestaat. Het Mondriaan Fonds adviseerde over de aanvragen die vervolgens werden getoetst door het Nationaal Restauratiefonds (NRF) en al dan niet worden toegekend. Het budget werd beheerd door het NRF.

zichtbaarheid en de professionalisering moet bevorderen. Deze bijdrage, niet meer in de vorm van een lening, gaat in 2017 van start.

Het Mondriaan Fonds verstrekte in 2016 twee positieve adviezen voor het verkrijgen van leningen: een voor de restauratie van een bijzondere Mercedes-personenwagen en een voor de restauratie van een historische bus van de Stichting Veteraan Autobussen. Verder vond in Amersfoort een groot Mobiel Erfgoedcongres plaats. En gaf het fonds een Bijdrage Samenwerking Musea aan enkele vervolgprojecten, zoals het actieplan van het Mobiel Erfgoedcentrum om het hippomobiel erfgoed via een speciale portal, een Youtube-kanaal, en speciale publieksacties onder een jong publiek bekend te maken. De maritieme musea kregen een bijdrage voor een pilot waarin nieuwe exploitatiemodellen voor het varend erfgoed worden onderzocht.

In de periode 2012-2016 zijn acht aanvragen ingediend door vijf stichtingen, een museum en twee particuliere eigenaars, waaronder één voor de uitgave van het boek ‘Erfgoed dat Beweegt’. Vijf aanvragen werden toegelaten tot de procedure bij het Nationaal Restauratiefonds. Stichting Exploitatie Catalina PH-PBY trok zich in dat proces terug omdat zij geen hypotheek op de vliegboot wilde vestigen.

De Mobiel Erfgoed Lening werd in 2016 opgeheven omdat het te weinig aansloot bij de vraag uit het veld en omdat een nieuwe bijdrage voor het mobiel erfgoedveld in ontwikkeling is, die de

2013-2016 Het ministerie van OCW stortte eind 2010 een miljoen euro in het revolving fund van het Nationaal Restauratiefonds om het Fonds voor Mobiel Erfgoed op te richten. Hieruit verstrekte het Nationaal Restauratiefonds laagrentende leningen op basis van inhoudelijk advies door het Mondriaan Fonds.

In bijna zes jaar is slechts een restauratie met lening succesvol afgerond: de restauratie van de Stoomtram NS 7742 (Bello). Twee restauraties lopen nog. Daarmee is de bijdrage van de lening aan de verbetering van het mobiel erfgoed in Nederland zeer beperkt. Het Mondriaan Fonds en het Nationaal Restauratiefonds concludeerden dan ook dat de Mobiel Erfgoed Lening voor particulieren noch zakelijke partijen/stichtingen succesvol is en kon worden opgeheven en vervangen door een nieuwe mogelijkheid.


Het mobiel erfgoedveld en de samenleving veranderen: het veld professionaliseert, de sector mengt zich in de discussie over de Erfgoedwet en maatschappelijke veranderingen leiden tot meer aandacht voor mobiliteit en mobiliteitsgeschiedenis. Nederland is van oudsher actief in het (inter-) nationale transport. Mobiel erfgoed is onlosmakelijk met Nederland verbonden. Daarom ontwikkelde het fonds samen met het ministerie van OCW en de sector de hierboven genoemde nieuwe bijdrage. 2016 Aantal aanvragen: 2 Totaal gevraagd bedrag aan het restauratiefonds: â‚Ź 33.570 Positief advies: 2 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 7 Totaal gehonoreerd: 3


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

2013-2016 • 101 blogs van Birgit Donker • 1.126 gasten nieuwjaarsbijeenkomsten • 48.420 bezoekers Prospects & Concepts • 22.202 bezoekers tentoonstelling Prix de Rome • 534.426 bezoekers Nederlands Paviljoen Biënnale van Venetië • 778 bezoekers Beeldbepalers in De Balie • 4.650 bezoekers Hollandse Meesters • 4.996.913 kijkers Avrotros Kunstuur • 2.957.342 kijkers RTL4 Mijn Stad • 1.800.000 kijkers My First Home Ook hier speelt de website een belangrijke rol door het publiceren van gehonoreerde projecten en aankopen én een blog van directeur Birgit Donker over actuele thema’s op het gebied van kunst en erfgoed. Sinds 2013 schreef Donker honderdeneen blogs over onder andere de opdracht om nieuwe staatsieportretten te laten maken, het kunstenaarshonorarium, dat bezoekersaantallen niet de enige indicator zijn voor succes of over het belang van afstoten en overdragen van collectieonderdelen. Ook werden blogs gewijd aan afzonderlijke bijdragemogelijkheden zoals de bijzondere aankoop van de Tyrannosaurus Rex door Naturalis waaraan het Mondriaan Fonds bijdroeg vanuit het Aankoopfonds. In 2016 werd het blog over het rapport van de Sociaal Economische Raad in samenwerking met de Raad voor Cultuur waarin de desastreuze financiële positie van kunstenaars wordt belicht het meest gelezen: ‘SER schrikt van financiële positie kunstenaars’. De jaarlijkse oriëntatiereis, in 2016 naar Iran en Armenië, voor beeldend kunstenaars en bemiddelaars naar buitenlandse regio’s was te volgen via een dagelijkse blog waarmee deelnemers kennis en visie delen met professionals en publiek. In 2016 werd deze blog 12.000 keer bekeken vanuit 59 landen. >pagina 58 Om het nieuwe jaar feestelijk van start te laten gaan, organiseert het Mondriaan Fonds sinds 2014 een nieuwjaarsbijeenkomst voor aanvragers en andere relaties om zo een podium te bieden om met elkaar in contact te komen. Op 7 januari 2016 vond deze bijeenkomst plaats in het Tropenmuseum in Amsterdam. Birgit Donker hield een toespraak, waarin zij onder meer belichtte dat het fonds zich ook steeds meer ontwikkeld als relatiemakelaar, partijen samenbrengt rond bijvoorbeeld het urgente thema kunstenaarshonorarium. De in opdracht van het Mondriaan Fonds en op verzoek van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) gemaakte staatsieportretten door Iris van Dongen, Rineke Dijkstra en Femmy Otten werden in 2014 tentoongesteld in het Rijksmuseum (het betrof hier de 12 schetsontwerpen) met ruim 500.000 bezoekers en in Paleis het Loo met 242.524 bezoekers. De door de NOS gemaakte documentaire over de totstandkoming van de drie portretten trok een half miljoen kijkers. Reproducties van de staatsieportretten zijn te bestellen via de website van de RVD. Vanaf 2013 organiseert het Mondriaan Fonds de jaarlijkse tentoonstelling Prospects & Concepts om kunstenaars aan het begin van hun carrière de gelegenheid te bieden hun werk te tonen aan professionals en aan een groot publiek tijdens Art Rotterdam. Het nodigt hiervoor alle kunstenaars uit die in het jaar ervoor een Werkbijdrage Jong Talent ontvingen. >pagina 62 Met in totaal ruim 48.400 bezoekers is het tegelijkertijd een verantwoording aan de samenleving van wat er gebeurt met publieke investeringen in kunst. De spin-off van deze jaarlijkse tentoonstelling is groot zoals blijkt uit een enquête onder deelnemende kunstenaars. Over de eerste twee edities maakte Avrotros Kunstuur een speciaal item over de tentoonstelling. Bij de expositie hoort telkens een publicatie. Er worden rondleidingen gegeven en voorlichting aan startende kunstenaars. In 2016 maakte Prospects & Concepts wederom deel uit van Art Rotterdam in de Van Nellefabriek en vond plaats van 10 tot en met 14 februari. Op de tentoonstelling was werk te zien van 54

47

kunstenaars. Noor Mertens was curator en Tom Postma Design deed wederom de inrichting. De tentoonstelling werd geopend door kunstenaar Folkert de Jong. Deze editie trok in vijf dagen ruim 16.220 bezoekers. Deelnemende kunstenaars ontvingen positieve respons die in een aantal gevallen leidde tot aankopen, aanbiedingen van galeries, uitnodigingen voor tentoonstellingen, opdrachten en andere interessante contacten. Ook de dagelijkse rondleidingen en artist talks door kunstenaar en commissielid Luuk Wilmering en curator Mertens bleken in een behoefte te voorzien. Er was lof voor de curator zoals in Metropolis M: ‘Noor Mertens toont zich een ideale curator.’ En positieve respons voor de interviewbundel, een ontwerp van Team Thursday, waarin de curator alle deelnemende kunstenaars heeft geïnterviewd. Curatoren van eerdere edities waren Wim Waelput met 35 deelnemende kunstenaars in 2013; Mirjam Westen met werk van 92 kunstenaars in 2014 en dertien kunstenaars in 2015. Sinds het Mondriaan Fonds de Prix de Rome organiseert, is deze driemaal uitgereikt: in 2013 aan kunstenaar Falke Pisano, in 2014 aan architect Donna van Milligen Bielke en in 2015 aan kunstenaar Magali Reus. In 2016 vond geen Prix de Rome plaats. >pagina 64 Alle winnaars werden bekend gemaakt door minister Bussemaker en in 2013 en 2015 in aanwezigheid van Koningin Máxima. Ze trokken alle veel media-aandacht; van Hart van Nederland tot NRC Handelsblad. Het werk van de genomineerden Prix de Rome Beeldende Kunst werd tentoongesteld in de Appel arts centre en Prix de Rome Architectuur in Het Nieuwe Instituut. Gezamenlijk trokken de tentoonstellingen 22.202 bezoekers. Rondom de tentoonstellingen werd een nevenprogramma georganiseerd met performances, (familie)rondleidingen, lezingen en artist talks. Leerlingen, tussen de tien en veertien jaar oud, van de IMC Weekendschool wezen tijdens de opening van de tentoonstellingen in 2013 en 2015 hun Prix de Rome winnaar aan. NAI010 uitgevers maakte in samenwerking met het Mondriaan Fonds voor iedere editie een tweetalige publicatie over het werk van de finalisten. In de publicaties verschenen essays geschreven door genomineerden van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek. Avrotros Kunstuur maakte voor iedere editie een special. Eind 2016 wijdde Kunstuur een speciale editie aan de Prix de Rome en dan met name aan het in ere herstellen van de werkperiode in Rome, met 169.971 kijkers. De Prix de Rome communiceert via eigen media-kanalen: met naast een speciale website ook Facebook en Twitter. Zowel de tentoonstellingen als bekendmaking van de winnaars kregen veel aandacht in landelijke en regionale dagbladen en in de vakpers zoals de Telegraaf, NRC Handelsblad, Parool, de Volkskrant, Metropolis M, Mister Motley en de Groene Amsterdammer. In 2016 waren de drie winnaars goed zichtbaar via tentoonstellingen en bijeenkomsten in binnen- en buitenland. Zo had Magali Reus een solotentoonstelling bij het Stedelijk Museum Amsterdam en deed zij mee aan onder andere een groepstentoonstelling bij Kunsthalle Wien. Ook werd het werk dat zij voor de Prix de Rome maakte aangekocht door Tate Modern in Londen. Donna van Milligen Bielke werd gevraagd voor het ontwerp van de Amsterdamse kunstbeurs Unfair en deed mee aan de groepstentoonstelling MASSARBEIT bij het Deutsches Architecturmuseum Frankfurt en nam samen met 45 Europese architecten deel aan de publicatie Building Upon. Ook trok zij aandacht met haar fictieve plannen om de druk op de Amsterdamse binnenstad te verlichten. Falke Pisano had een solotentoonstelling bij de Badischer Kunstverein in Karlsruhe, Hollybush Gardens gallery in London, Ellen de Bruijne galerie in Amsterdam, CAC Synagogue de Delme (Frankrijk) en bij de kunstmanifestatie Granpalazzo 2016 in Rome. Op al deze tentoonstellingen was werk te zien dat onder andere tot stand kwam tijdens haar werkperiode in Rome. Ook het werk dat de andere genomineerde kunstenaars voor de Prix de Rome maakten was op verschillende tentoonstellingen in binnen- en buitenland te zien, variërend van een


Mariabeeld van Renkum met laat-Renaissancistisch collier. Foto: Peter Abspoel

Gehonoreerd > Bijdrage Wet Behoud Cultuurbezit

Parochiebestuur Zalige Titus Brandsma – een ketting voor Maria ‘Jarenlang hing er een 16de-eeuws, laat-Renaissancistisch collier om het Mariabeeld in de RK kerk in Renkum. Het ging er steeds slechter uitzien. In 2008 zijn Mariabeeld en collier op de WBC-lijst geplaatst, met kwalificaties als onvervangbaar, zeer waardevol en van grote cultuurhistorische waarde. Het collier verdween in de kluis. Toen zes jaar later het Mariabeeld in een glazen stolp werd geplaatst vonden we dat het collier ook terug moest. Kapotte schakels zijn gerepareerd, een aantal pareltjes die weg waren zijn vervangen en het is schoongemaakt. Nu hangt het weer zoals vroeger.’ Louis Slangen (secretaris parochiebestuur Zalige Titus Brandsma, Renkum)


Bijdrage Wet Behoud Cultuurbezit De afgelopen jaren konden eigenaren en beheerders met objecten en (deel-) collecties die onder bescherming van de Wet Behoud Cultuurbezit vallen een tegemoetkoming ontvangen voor restauratie. De bijdrage werd gebruikt voor de zorg voor en het behoud van dit cultureel erfgoed, zoals conservering, restauratie of duplicering van objecten. De bijdrage stimuleerde goede zorg voor objecten die een belangrijk onderdeel zijn van het Nederlands cultureel erfgoed en voor zover mogelijk ook de publiekstoegankelijkheid ervan. Per 1 juli 2016 is de wet geïntegreerd in de nieuwe Erfgoedwet, die de versnipperde wetgeving over de werkwijzen en beschermingsmaatregelen van de verschillende types cultureel erfgoed actualiseert en vervangt. Vanwege deze nieuwe Erfgoedwet is de bijdrage per 2017 omgedoopt in Bijdrage Beschermd Cultuurgoed. In 2016 zijn geen aanvragen gehonoreerd binnen deze bijdragemogelijkheid. Wel droeg het Mondriaan Fonds bij aan de aankoop van de Rintel Menorah (kandelaar) en de Amsterdamse Machzor (manuscript) door het Joods Historisch Museum. Beide objecten vallen onder de bescherming van de Erfgoedwet. Met de aankoop is dit belangrijke erfgoed veilig gesteld voor export naar het buitenland.

2013-2016 Het zijn vooral particulieren, stichtingen of verenigingen die objecten en (deel-)collecties bezitten en beheren die onder de bescherming van de Wet Behoud Cultuurbezit vallen. Daaronder valt ook veel kerkelijk bezit. Zoals een beschadigd 16de-eeuws, laat-Renaissancistisch collier in de Katholieke kerk van Renkum dat met een bijdrage van het fonds gerepareerd kon worden. In totaal droeg het Mondriaan Fonds bij aan vier restauratieprojecten. Bij de beoordeling van de projecten werkt het fonds nauw samen met de Rijkdienst voor het Cultureel Erfgoed, die over de registratie van de objecten adviseert. Het overzicht van de objecten op de lijst was tot januari 2015 uitsluitend te raadplegen bij de Rijkdienst voor het Cultureel Erfgoed. Sindsdien is de lijst publiekelijk digitaal raadpleegbaar. Met de bijdrage wordt in de eerste plaats restauratie van objecten beoogd, maar in een uitzonderlijk geval wordt ook aangevraagd voor het maken van een replica, wanneer het gebruik kan leiden tot beschadiging en verval. 2016 Aantal aanvragen: 4 Totaal gevraagd bedrag: € 82.168 Gehonoreerd: Toegekend bedrag: 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 16 Totaal gehonoreerd: 4



Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

solotentoonstelling bij Spike Island in Bristol (Hedwig Houben) tot deelname aan de Gwangju Biennale in Korea (Christian Nyampeta). Het Nederlands paviljoen van de Biënnale van Venetië fungeert elke twee jaar als een belangrijk podium dat bijdraagt aan de internationale uitstraling van kunst uit Nederland. Het Mondriaan Fonds is als opdrachtgever verantwoordelijk voor de Nederlandse inzending en maakt daarbij gebruik van een open oproep aan curatoren, die een plan kunnen indienen. De benoeming vindt plaats op basis van advies door een internationale jury. >pagina 66 In 2013 was dat de presentatie ‘Room with Broken Sentence’ van kunstenaar Mark Manders en curator Lorenzo Benedetti en in 2015 de presentatie ‘to be all ways to be’ van kunstenaar herman de vries en curatoren Colin Huizing en Cees de Boer. Bij wijze van transparantie deed NRC Handelsblad bij deze beide edities verslag van de shortlist presentaties voor de jury. Beide tentoonstellingen trokken met in totaal 534.426 bezoekers zowel nationaal als internationaal veel aandacht. Er werden veel werken aangekocht door musea en particuliere verzamelaars. Zo kocht het Museum of Modern Art het werk ‘Working Table’ van Mark Manders en een Frans-Zwitserse particuliere verzamelaar het uit 84 delen bestaande werk ‘from earth: everywhere’ van herman de vries. Ook in de (inter)nationale pers kregen de tentoonstellingen vanaf de bekendmaking tot het eindresultaat in het paviljoen volop aandacht. Mark Manders stond op de cover van het magazine Modern Painters: ‘Mark Manders and Other Artists Not to Miss in Venice’ en Whitewall, Artribune en The Independent namen ‘to be all ways to be’ op in hun top vijf van beste paviljoens. Avrotros Kunstuur zond voor beide edities een meerdelige biënnale special uit. 2016 stond in het teken van de voorbereidingen voor de 57ste editie van de biënnale, die in 2017 zal plaatsvinden. Op 20 mei werd bekend gemaakt dat de presentatie ‘Cinema Olanda’ van beeldend kunstenaar Wendelien van Oldenborgh en curator Lucy Cotter is geselecteerd tot de Nederlandse inzending. Avrotros Kunstuur maakte een portret over Van Oldenborgh die door 251.028 mensen werd bekeken. Om een breed publiek kennis te laten maken met het werkproces van kunstenaars organiseert het Mondriaan Fonds in samenwerking met debatcentrum De Balie in Amsterdam de serie Beeldbepalers. Vooraanstaande Nederlandse kunstenaars krijgen een avond lang de gelegenheid om De Balie als laboratorium te gebruiken en in aanwezigheid van publiek hun gedachten te delen over hun werk en deze tijd. In samenwerking met andere kunstenaars, met wetenschappers, theatermakers, schrijvers en journalisten presenteren zij nieuw werk of zetten ze bestaand werk in een ander daglicht. Beeldbepalers tot nog toe waren Joep van Lieshout (2014), Ronald Ophuis (2015) en in 2016 Barbara Visser, Renzo Martens en Berend Strik. Beeldbepalers Joep van Lieshout en Berend Strik werden door Birgit Donker geïntroduceerd. Beeldbepalers werd bezocht door 778 bezoekers en door 1.104 personen al of niet live gevolgd via De Balie TV. Op 23 januari 2016 vond in EYE in Amsterdam de officiële première plaats van de vijfde reeks en honderdste aflevering van ‘Hollandse Meesters in de 21e eeuw’ in aanwezigheid van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix. In een publiek programma werden tot middernacht alle portretten die in de afgelopen vijf jaar werden gefilmd door gerenommeerde regisseurs doorlopend vertoond in de filmzalen van EYE. Ook werd de nieuwe website Hollandse Meesters gelanceerd waarop de portretten online te zien zijn. Ter gelegenheid van deze première schreef Birgit Donker de blog ‘Meesterlijke portretten’, waarin zij benadrukt dat deze serie op een inspirerende manier kunstenaars onder de aandacht brengt. De films waren de afgelopen jaren te zien via Avrotros Kunstuur, Cultura 24, regionale omroepen en diverse musea. Nest organiseerde kunstenaarsgesprekken met geportretteerde kunstenaars. Hollandse Meesters is een samenwerkingsproject van regionale omroepen en beeldende kunstinstellingen,

49

geproduceerd door Interakt met steun van het Mediafonds en het Mondriaan Fonds. Sinds de eerste reeks in 2011 is het uitgegroeid tot een omvangrijk project waarin verschillende generaties belangrijke kunstenaars zijn vastgelegd. Op 9 november vond bij de Akademie van Kunsten in samenwerking met KNAW een minisymposium plaats ter lancering van de vijfde dvd in de serie ‘Hollandse Meesters in de 21e eeuw’. Tijdens deze avond werden drie films vertoond en in context geplaatst door Birgit Donker, Kitty Zijlmans (Hoogleraar Kunstgeschiedenis Universiteit Leiden) en Barbara Visser (kunstenaar en voorzitter Akademie van Kunsten). Nederland en Vlaanderen presenteerden zich in 2016 als gastland op de internationale vakboekenbeurs Frankfurter Buchmesse, die afgelopen oktober plaatsvond. Het Nederlandse en Vlaamse Letterenfonds ontwikkelden gezamenlijk een interdisciplinair programma in verschillende Duitse steden. Als prelude op de Buchmesse toonde Art Cologne een speciale tentoonstelling met 50 jaar avant-garde kunst uit Nederland, België en Duitsland, samen met in opdracht gemaakt nieuw werk van drie opkomende hedendaagse kunstenaars. Voor Nederland was dat Melanie Bonajo. De tentoonstelling ‘Eins, zwei, Wechselschritt’ werd samengesteld door curatoren Ellen de Bruijne (NL) en Stella Lohaus (BE) met onder andere werk van Joseph Beuys, Ger van Elk, Panamarenko, Marcel Broodthaers, Georg Baselitz, Marlene Dumas, Rosemarie Trockel, Daan van Golden, Navid Nuur en Peter Buggenhout. Deze tentoonstelling kwam tot stand in samenwerking met het Mondriaan Fonds, het Belgische Kunstenpunt, het Koninkrijk der Nederlanden, de Algemene Vertegenwoordiging van de Vlaamse overheid in Duitsland en Art Cologne en was te zien van 14 tot en met 17 april. Het Museum für Moderne Kunst (MMK) in Frankfurt toonde vanaf 17 september een omvangrijke overzichtstentoonstelling van kunstenaar Fiona Tan: ‘Geography of Time’. Naast nieuw werk werden ook bestaande werken getoond – zoals ‘Rise and Fall’, een van de werken waarmee Tan in 2009 Nederland vertegenwoordigde tijdens de 53ste Biënnale van Venetië. Birgit Donker hield een toespraak tijdens de opening. Eind december stond het aantal bezoekers op 20.000. De tentoonstelling kreeg veel aandacht en zeer positieve recensies in de landelijke- en vakpers. Van 14 oktober tot en met 8 januari 2017 toonde het MMK de solotentoonstelling ‘Entitled’ van Willem de Rooij. In deze tentoonstelling creëerde De Rooij een interactie tussen drie van zijn bestaande series van werken: texielwerken (die hij maakt sinds 2007), achttien ‘Index-panels’ (2003) en de sportkledingcollectie ‘Fong Leng’. Verder toonde presentatie-instelling basis van 14 oktober tot en met 18 december werk van Nederlandse, Vlaamse en Duitse kunstenaars gemaakt tijdens een werkperiode in residencies in Antwerpen, Rotterdam en Frankfurt. Fotografie Forum Frankfurt presenteerde werk van Hanne van der Woude van 24 september tot en met 4 december. Speciaal voor de Frankfurter Buchmesse stelden kunsthistoricus Roos van der Lint voor Nederland en vormgever, uitgever en curator Luc Derycke voor Vlaanderen een boekentafel samen met een selectie van 32 bijzondere kunst- en kunstenaarsboeken. De boeken werden gepresenteerd op door Hendrik-Jan Hunneman ontworpen tafels, van 19 tot 23 oktober. De stand werd druk bezocht en er kwamen enthousiaste reacties: een Italiaanse uitgever zei ‘dit is iets waar Vlaanderen en Nederland echt goed in zijn’, studenten die drie keer terugkwamen om de boeken te bekijken, een groep Japanse uitgevers die alle boeken doorbladerden en deze met hun gsm filmden: ‘de mooiste stand van de hele hal’. Het Mondriaan Fonds heeft aan deze presentaties waar het nauw samenwerkte met het Vlaamse Kunstenpunt, bijgedragen met middelen van het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van OCW. In aanloop naar de Olympische Spelen vond in Rio de Janeiro van 11 tot en met 31 juli 2016 het Nederlandse culturele


Rafaël Rozendaal, Times square, 2016

Gehonoreerd > Bijdrage Publicaties

Uitgeverij Valiz – samenwerking bij experimenteel project ‘Dit is het eerste boek waarin Rafaël Rozendaals werk in de bredere context van ‘net art’ wordt gezet en hij daar ook zelf op reflecteert. Daarnaast ontwikkelen we een app bij de publicatie: een digitale synthesizer die kleuren en vormen omzet in geluid. Zo’n experimenteel project kunnen we alleen doen door de bijdrage van het Mondriaan Fonds. Wij hebben er zelf de expertise niet voor. Studio Remco van Bladel ontwerpt de app, maar ook studenten van de opleiding interaction design van Artez zijn erbij betrokken.’ Pia Pol (projectleider bij Uitgeverij Valiz)


Bijdrage Publicaties Sinds begin 2015 biedt het Mondriaan Fonds mogelijkheden voor een bijdrage aan de productie van bijzondere publicaties van en over levende beeldend kunstenaars. Het gaat om publicaties die drager zijn van een verhaal, oeuvrepublicaties, eerste publicaties van startende talenten of eenmalige, opiniërende uitgaven die reflecteren op de kunstenaarspraktijk en bijdragen aan de gedachtevorming over hedendaagse beeldende kunst. Doel is bijzondere publicaties te realiseren, die door inhoud en/of vorm bijdragen aan de discussie over of aan het inzicht in de hedendaagse beeldende kunsten. Met ingang van 2013 schrapte het ministerie van OCW het budget van het fonds voor bijdragen aan publicaties. Na onderzoek van een aantal toonaangevende Nederlandse uitgeverijen bleek dat in 2014 een kwart minder kunstboeken op de markt kwam. Halverwege de cultuurplanperiode stelden het ministerie en het Mondriaan Fonds binnen de nieuwe Bijdrage Publicaties samen 300.000 euro per jaar beschikbaar. Het fonds draagt maximaal 25 procent bij; of veertig procent als het gaat om een publicatie die in technisch opzicht innovatief is. In 2016 werden 69 aanvragen voor publicaties ingediend, waarvan 34 publicaties in aanmerking kwamen voor een bijdrage van het Mondriaan Fonds. Het merendeel van de aanvragers waren kunstenaars die samen met een uitgeverij een platform maakten voor hun werk. Omdat vernieuwing een belangrijk kenmerk is van de kunstpraktijk,

wil het fonds aan publicaties bijdragen die op innovatieve wijze gebruik maken van technologische ontwikkelingen. Desgevraagd in de digitale effectmeting, gaven de aanvragers zelf aan dat de bijdrage cruciaal is voor het realiseren van de publicatie. Zonder deze bijdrage kon de publicatie niet (in dezelfde vorm) gerealiseerd worden. Een uitgever schrijft: ‘Wij vinden dit soort publicaties heel belangrijk en nemen een risico met als doel zo’n bijzonder boek mede mogelijk te maken en zichtbaar te maken voor een groot publiek. Zonder subsidie is echter het risico te groot en kun je dit soort projecten niet realiseren. Ons advies is dan ook aan het Mondriaan Fonds door te gaan met het subsidiëren van dit soort bijzondere publicaties.’ 2013-2016 Specifieker geformuleerd heeft het fonds zich ten doel gesteld dat de publicaties waaraan is bijgedragen van goede kwaliteit en optimaal zichtbaar moeten zijn. Alle aanvragen zijn door experts beoordeeld op kwaliteit en op een realistisch en ambitieus distributie- en promotieplan. Volgens de experts weten aanvragers binnen deze mogelijkheid vaak op inspirerende wijze een passend publiek aan te spreken. De relatief grote hoeveelheid aanvragen die vrijwel direct op gang kwam, toont de behoefte vanuit het veld om de zichtbaarheid van eigen werk en die van de Nederlandse hedendaagse kunst in het algemeen met een publicatie te vergroten bij een (inter-)nationaal publiek.


De eerste resultaten van de digitale effectmeting wijzen uit dat een impuls is gegeven aan talentontwikkeling en de kennis over de kunstenaars. Meer dan zestig procent geeft aan dat er positieve spin-off is ontstaan door de publicatie, zoals uitnodigingen voor tentoonstellingen of verkoop van werk. Omdat de bijdrage relatief jong is, werkt het effect van de publicaties op de ontwikkeling en zichtbaarheid van de kunstenaars nu nog door. Zelf zegt een aanvrager daarover: ‘Het is zeer lastig om na een relatief korte tijd te zeggen wie je allemaal hebt bereikt aangezien dit proces nog enige tijd doorgaat. Het is zeker op internationale schaal moeilijk om daar een uitspraak over te doen aangezien internationale aandacht op een aantal manifestaties et cetera plaats vindt en er nog een aantal moeten plaats vinden.’ Eind 2017 zal het Mondriaan Fonds een enquête uitvoeren om de effecten van de publicaties nauwkeuriger te meten. 2016 Aantal aanvragen: 69 Totaal gevraagd bedrag: € 736.596 Gehonoreerd: 34 Toegekend bedrag: € 352.633 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 140 Totaal gehonoreerd: 65


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

programma HOBRA plaats. Tien Nederlandse en tien Braziliaanse kunstenaars en creatieven vormden duo’s in de disciplines literatuur, film, theater, muziek, dans, design, e-cultuur, beeldende kunst, architectuur, en op het gebied van cultuurparticipatie. Elk duo maakte in drie weken tijd een nieuw werk. Tijdens een grootschalig slotevenement in Rio de Janeiro werden de resultaten getoond aan het Braziliaanse en internationale publiek, met meer dan achthonderd bezoekers. Het Mondriaan Fonds selecteerde de Nederlandse kunstenaar Jonas Ohlsson, die een duo vormde met de Braziliaanse Marcos Chaves. Het programma komt voort uit een uitnodiging van Brazilië aan Nederland om deel te nemen aan het Olympisch cultureel programma in Rio de Janeiro. HOBRA stimuleerde niet alleen de culturele uitwisseling en dialoog tussen de twee landen maar zorgde ook voor de promotie van de Nederlandse cultuur op een internationaal podium. Het culturele programma is een samenwerking tussen de zes publieke cultuurfondsen en DutchCulture en werd uitgevoerd met verschillende Braziliaanse culturele partners, waaronder het internationale theaterfestival TEMPO. Het is voor het eerst dat door partners uit beide landen op deze schaal wordt samengewerkt aan een cultureel programma rondom de Olympische Spelen. Om ook doelgroepen buiten de cultuursector te bereiken, en dan met name die in het bedrijfsleven, is het Mondriaan Fonds in 2016 een samenwerking aangegaan met Management Scope, het magazine voor bestuurders en topmanagers uit grote en middelgrote bedrijven met meer dan tweehonderd werknemers. In een eerste bijdrage werd Birgit Donker geïnterviewd door Michiel Steeman (lector Supply Chain Finance aan de Hogeschool Windesheim) over het Mondriaan Fonds, het dichten van de kloof tussen kunst en burgers en meer specifiek over opdrachtgeverschap en het bedrijfsleven: ‘Ik raad bedrijven aan kunstenaars mee te laten lopen in de organisatie’. In een vervolgbijdrage interviewde Donker opdrachtgever Carel Nolet van Nolet Distillery en glaskunstenaar Winnie Teschmacher van de Ketelfactory over de expositie ‘Snapshots of a larger order’ waar 21 werken werden getoond die in opdracht waren gemaakt. En in ‘Kunst als vliegwiel’ interviewde Donker opdrachtgever Ronald Besemer (directeur Toerisme Utrecht) die samen met vastgoedgigant Corio – tegenwoordig Klépierre – de internationale kunstmanifestatie ‘Call of the Mall’ naar winkelcentrum Hoog Catharijne haalde. Het kennismakingsinterview met Donker werd online het meest bekeken. Management Scope heeft een oplage van 37.000 stuks. Om de zichtbaarheid van de KunstKoop te vergroten is de afgelopen jaren met verschillende partners samengewerkt. >pagina 54 Zo droeg het Mondriaan Fonds regelmatig bij aan de verkooptentoonstellingen van We Like Art, onder andere tijdens Art Rotterdam (waar ook werk te koop was van kunstenaars die exposeerden op Prospects & Concepts) en in het Machinegebouw van de Westergasfabriek. Tijdens deze tentoonstellingen konden kunstwerken ter plekke aangeschaft worden met de KunstKoop. Met dit initiatief werd een nieuw en jong publiek bekend gemaakt met deze laagdrempelige manier van kunst kopen. Opvallend was dat er veel beginnende kunstkopers waren, die voor het eerst een kunstwerk kochten. In 2016 ging het om de pop-up tentoonstelling ‘Lust for Life, Painting Today’, waar 3.000 bezoekers op afkwamen. Er werd samengewerkt met achttien galeries en zeventig toonaangevende kunstenaars. De honderdvijftig tentoongestelde werken waren vrijwel allemaal te koop met de KunstKoop. Ook werd samengewerkt met Amsterdam Art Weekend. Via speciale galerietours voor jonge verzamelaars werd aandacht besteed aan het verzamelen en kopen van kunst met de KunstKoop. Daarbij lag de focus op studenten en Young Professionals die zijn aangesloten bij de jongerencirkels van musea en culturele instellingen alsmede werkzaam zijn bij grote bedrijven. In totaal werden 1.340 geïnteresseerden bereikt. In 2016 lanceerde het fonds met de start van het weekend een mobiele website van alle galeries die aangesloten zijn bij de KunstKoop.

51

Ook tijdens Art Rotterdam, Rotterdam Contemporary, de Amsterdam Art Fair, Kunst RAI, Amsterdam Unseen, Amsterdam Drawing, For Real en andere kunstbeurzen kon het publiek de afgelopen jaren ruimschoots gebruik maken van de KunstKoop. Om de bekendheid van de KunstKoop onder een nieuw publiek van potentiële kunstkopers te vergroten, werd in 2014 samengewerkt met het RTL4 programma ‘My First Home’ in de vorm van een zevendelige serie van korte afleveringen over de KunstKoop. In totaal werden ruim 1,8 miljoen kijkers bereikt. In 2016 zond het RTL4 programma Woontips een item uit waarin een startende kunstkoper vertelt over het kopen van kunst met de KunstKoop: ‘Aangezien ik geen grootverdiener ben, was de KunstKoop een uitkomst’. Dit item had een bereik van 126.000 kijkers. Tot slot gaven medewerkers van het fonds presentaties over de KunstKoop bij onder andere de Young Collectors Circle, een kunstplatform dat zich richt op het motiveren, informeren en verbinden van een nieuwe generatie kunstkopers in Nederland. Radio en televisie Naast de genoemde televisie-items over Prospects & Concepts, de Prix de Rome, de Biënnale van Venetië en de KunstKoop werden kunst en erfgoed ook via andere kanalen zichtbaar gemaakt voor een brede doelgroep. Voor de Nieuws BV op NPO Radio 1 was Birgit Donker ieder maand een gast in de rubriek ‘Het Allerbeste volgens…’. De afgelopen twee jaar besprak zij onder meer de videotentoonstelling van Tony Oursler in de Oude Kerk, het boek ‘Door het Beeld/Door het Woord’ van René Gude en Peter Henk Steenhuis en in 2016 over de kunstmanifestatie ‘Hacking Habitat – Art of Control’ in de voormalige gevangenis in Utrecht of de presentatie van een drieluik van Anish Kapoor tegenover ‘De Staalmeesters’ en ‘Het Joodse Bruidje’ in het Rijksmuseum. RTL4 zond in 2016 een derde serie afleveringen uit over projecten gerelateerd aan een van de bijdragemogelijkheden van het fonds, binnen het cultureel reisprogramma ‘Mijn Stad’. Aan bod kwamen onder andere Kunstvereniging Diepenheim; de kunstmanifestatie een ‘snapshot of a larger order’ van De Ketelfactory; het kennisnetwerk roerend religieus erfgoed Limburg in Weert; de tentoonstelling ‘De Romeinse kust’ door Rijksmuseum van Oudheden in Leiden; het Columbus Earth Center van Continium Discovery Center in Kerkrade; een aankoop van het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch en Keramiekmuseum Het Princessehof en de tentoonstelling ‘Luster – Clay in Sculpture’ in Tilburg. Inclusief herhalingen heeft deze reeks in 2016 een bereik van bijna 2 miljoen kijkers. Alle afleveringen zijn op de website te zien en in hotels in de gemeenten met wie RTL4 nauw samenwerkt. Avrotros Kunstuur zond twee series ‘Hollandse Nieuwe’ uit om aandacht te genereren voor mooie museale aankopen. Zoals in 2013 een elfdelige serie waarin tien musea lieten zien hoe goed hun aankoop in de collectie paste. En in 2015 lag de nadruk op de verhalen achter recente kunst- en erfgoedaankopen. Bijna alle getoonde werken werden mede aangekocht met een bijdrage van het Mondriaan Fonds. ‘Hollandse Nieuwe’ komt voort uit een nauwe samenwerking tussen Avrotros, de Vereniging Rembrandt, VSBfonds en Mondriaan Fonds. De afgelopen twee jaar zond Kunstuur drie specials uit over opdrachtgeverschap waarin projecten werden uitgelicht die met een Bijdrage Opdrachtgeverschap tot stand zijn gekomen, verspreid over Nederland. In 2016 waren dat de samenwerking tussen kunstenaar Henk Hage met opdrachtgever Pompestichting; Ram Katzir en kunstenaarsduo Hertog Nadler met opdrachtgever de Gemeente Zwolle; Jan Dibbets en opdrachtgever de Haarlemse basiliek; 20 kunstenaars met opdrachtgever de Ketelfactory; Tom Claassen met opdrachtgever winkeliersvereniging Wilhelminastraat Breda; Martijn Engelbregt met opdrachtgever filosoof Bas Haring; drie kunstenaars en drie kunstenaarsduo’s met opdrachtgever Kunst in het Stationsgebied Utrecht en Jacco Olivier met opdrachtgever de Spoedeisende Hulp van het AMC. Ten slotte presenteerde Nieuwsuur op 16 juni een item over museale aankopen met Siebe Weide (directeur Museumvereniging) als studiogast. Hij sprak over de gevolgen


Foto: Beeldstudio KB

Gehonoreerd > Bijdrage Veiligheidszorg

Stichting Haags Historisch Museum – tegen overstroming en wateroverlast ‘Den Haag ontvangt relatief veel regen en ligt laag: wateroverlast is een groot potentieel risico. Anders dan bij brand kun je in geval van wateroverlast niet aankloppen bij collega-musea. Iedereen zit dan in hetzelfde schuitje. Daarom onderzoeken we nu met zeven instellingen, allen lid van het Haags Preventie Netwerk maar verschillend in bouwkundige voorzieningen en ligging ten opzichte van NAP, de verschillende scenario’s. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en de Reinwardt Academie zijn hierbij betrokken. Het moet leiden tot aanbevelingen en een actieplan voor een integrale benadering van de problematiek.’ Marco van Baalen (directeur Stichting Haags Historisch Museum)


Bijdrage Veiligheidszorg Het beheren en tonen van kunst en erfgoed vergt veel zorg, ook op het gebied van veiligheid – of het nou gaat om brandveiligheid of bescherming tegen diefstal. Met deze bijdrage wilde het Mondriaan Fonds de kwaliteit verbeteren van de veiligheidszorg van instellingen die een collectie beheren van (inter-)nationaal cultuurhistorisch belang. Het fonds deed dit door deskundigheid te bevorderen en instellingen te stimuleren integrale veiligheidsplannen op te stellen en in te voeren, met een duurzaam karakter. Op verzoek van het ministerie van OCW lag de focus van de bijdrage vanaf 2014 op samenwerkingsprojecten. In 2016 is een einde gekomen aan deze bijdrage, waarmee een periode van tien jaar structureel aandacht aan veiligheidszorg is afgesloten. De behoefte aan een Bijdrage Veilig­ heidszorg bleek ook in het laatste jaar groot; in 2016 werden negen grote veiligheidsprojecten gerealiseerd. Vijf initiatieven waarover de experts positief waren, konden vanwege het beperkte budget niet worden gehonoreerd of kregen een lagere bijdrage dan gevraagd. De soorten zorg waarvoor de bijdragen uiteindelijk werden ingezet, verschilden van het laten uitvoeren van risicoanalyses tot trainingen voor de organisatie. Ook zochten erfgoed-organisaties, kerken en musea samenwerking met elkaar, met de lokale brandweer en politie op.

2014-2016 Veiligheidszorg is een gevoelig onderwerp, het Mondriaan Fonds kan de inhoud van de bijgedragen initiatieven niet in alle gevallen zichtbaar maken omdat aanvragers niet volledige openheid van zaken kunnen geven. In ieder geval zijn in de afgelopen drie jaar meer dan vijftien brede samenwerkingsverbanden gerealiseerd, waarbij kennis werd uitgewisseld en overgedragen aan partnerorganisaties. De overige resultaten betroffen deskundigheidsbevordering van een aantal belangrijke erfgoedinstellingen in Nederland en de Nederlandse Cariben. In zogeheten veiligheidsplannen werken de instellingen onderling samen, maar ook met overkoepelende netwerkorganisaties, organisaties en voorzieningen zoals de brandweer, politie en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Op initiatief van een viertal overkoepelende netwerkorganisaties van kerken, werd tevens bij meer dan honderd kerken een risicoanalyse uitgevoerd en aandacht voor veiligheidszorg vergroot. Het doel van deze bijdrage, namelijk deskundigheidsbevordering, en waar mogelijk gezamenlijk, is daarmee behaald. Een aanvrager schrijft zelfs: ‘Veiligheidszorg is belangrijk in een veranderende omgeving en bij een veranderd gebruik van kerkgebouwen. Het is verheugend te constateren dat veiligheidszorg leeft mede dankzij de bijdragen van het Mondriaan Fonds. De bewustwording neemt toe. Wij pleiten voor continuering van deze subsidieregeling.’


2016 Aantal aanvragen: 12 Totaal gevraagd bedrag: € 406.947 Gehonoreerd: 9 Toegekend bedrag: € 262.060 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 43 Totaal gehonoreerd: 31


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

van de bezuiniging op de mogelijkheid van musea om aan te kopen. In de uitzending kwam ook Birgit Donker aan het woord over het belang van aankopen voor de Collectie Nederland. Zowel het Bonnefantenmuseum als het Centraal Museum werd door Nieuwsuur gevolgd tijdens het proces van een aankoop. Opinie en discussie Het Mondriaan Fonds zoekt geregeld de openbaarheid op om bij te dragen aan actuele debatten over beeldende kunst en cultureel erfgoed. Birgit Donker schreef de afgelopen jaren verschillende opiniestukken over museale aankopen, over het kunstenaarshonorarium (Iedereen krijgt betaald, behalve de kunstenaar) en over de aankoop van twee Rembrandts door het Rijksmuseum en de noodzaak ook te investeren in kunst van nu. Of de publicatie ‘Uit grootmoeders kastje. Erfgoed, een kwestie van keuzes en koestering’, over de keuzes waar de erfgoedwereld voor staat, naar aanleiding van de door haar uitgesproken Reinwardt Memorial Lecture in 2013. Als reactie op het onderzoek van de Sociaal Economische Raad en de Raad van Cultuur naar de inkomenspositie van kunstenaars schreef Donker het artikel ‘Iedereen krijgt betaald – behalve de kunstenaar’ (NRC Handelsblad 23-1-2016). In de Telegraaf werd een lezersbrief van Donker gepubliceerd over het belang van investeren in internationaal cultuurbeleid (10-5-2016). In het verlengde hiervan publiceerde NRC Next een reactie van de zes cultuurfondsen over de besteding van het geld voor internationaal cultuurbeleid: ‘Kunstenaars wel succesvol in buitenland’ (12-5-2016). Ook werd Donker geregeld geïnterviewd bijvoorbeeld voor Museumvisie over de gevolgen van bezuinigingen (1-6-2016). In het verlengde van opiniestukken en artikelen over museale aankopen, om de rijkdom aan te tonen van de Collectie Nederland, en het feit dat ook bij het Mondriaan Fonds minder gelden beschikbaar zijn voor aankopen werd in 2016 de publicatie ‘Aanwinsten’ gepubliceerd. Deze publicatie maakt samen met een sub-site alle aankopen zichtbaar die met een bijdrage van het fonds vanaf 1994 tot nu hebben plaatsgevonden. Hiermee wordt de rijkdom en verscheidenheid van Collectie Nederland zichtbaar waaraan met publiek geld is bijgedragen. De publicatie bevat naast een overzicht van alle aanwinsten een essay van kunstjournalist Anna van Leeuwen die een reis door Museum Collectie Nederland maakte. En journalist Edo Dijksterhuis ging in gesprek met betrokkenen over diverse thema’s rond museale aankopen zoals de financiering van niet-kunst aankopen en privaat-publieke samenwerking. Tijdens een bijeenkomst in het Gemeentemuseum Den Haag werden publicatie en website gelanceerd in aanwezigheid van tachtig kunstprofessionals. Het Mondriaan Fonds publiceert regelmatig essays van toonaangevende schrijvers, denkers en bemiddelaars over actuele onderwerpen binnen de beeldende kunst en erfgoed. Eerder waren dat onder meer Philip Peters met ‘Eidetische dromen’, Camiel van Winkel met ‘De handgezaagde ziel’ en ‘Creativiteit en andere fundamentalismen’ van Pascal Gielen in 2013 en Bart Lodewijks met ‘Heimwee naar krijt’ in 2014. In 2016 schreef kunstcriticus Roos van der Lint op verzoek van het fonds het essay ‘Het boek in de kunst’, over kunst- en kunstenaarsboeken in het digitaal tijdperk. Dit essay werd op 30 juni gepresenteerd in een radio-interview met Van der Lint en Birgit Donker op Amsterdam FM. Deze uitzending was landelijk te beluisteren. Ter gelegenheid van dit essay heeft Van der Lint een keuze gemaakt uit 25 bijzondere kunst- en kunstenaarsboeken, die de hele zomer te zien waren in de Centrale Openbare Bibliotheek Amsterdam bij de stripboekencollectie, op boekentafels ontworpen door Hendrik-Jan Hunneman. Op 25 augustus werd een rondleiding langs deze boeken georganiseerd. Kunsthistoricus en onderzoeker Steven ten Thije schreef het essay ‘Het geëmancipeerde museum’ en ging daarin op zoek naar het belang van kunstmusea in een samenleving die steeds

53

meer uiteenvalt. Een toekomst waarin musea een open omgeving bieden waar de kwaliteit van het museumbezoek voorop staat en bezoekers worden uitgedaagd om zelf keuzes te maken. Naar aanleiding van dit essay organiseerde het fonds op 9 december in De Unie in Rotterdam een druk bezocht openbaar gesprek met Elinor Morgan, Dirk Snauwaert, Charl Landvreugd en Steven ten Thije over een toekomst waarin kunstmusea onderdeel kunnen worden van een nieuwe emancipatiebeweging met Mariette Dölle als moderator. Laure van den Hout maakte in opdracht van het Mondriaan Fonds een verslag van de avond. Ten Thije ontving veel reacties op zijn boek, het debat gaat nog door. Het verslag met nawoord van Steven ten Thije is te downloaden van de website. In 2014 en 2016 werd een Prijs voor de Jonge Kunstkritiek uitgereikt. Het Mondriaan Fonds is een van de organisatoren van de prijs om jonge kunstcritici te stimuleren en de aandacht voor kwalitatief hoogstaande kunstkritiek en kunstjournalistiek in de mainstream media te vergroten. Laurens Otto (Recensie) en Sarah Késenne (Essay) kregen in 2014 de prijs toegekend. De winnaars van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016 werden tijdens een feestelijke bijeenkomst in het M HKA – Museum voor Hedendaagse Kunst Antwerpen bekendgemaakt: Laurie Cluitmans won de hoofdprijs in de categorie Essay en de categorie Recensie werd gewonnen door Brenda Tempelaar. Zij ontvingen een bedrag van 2.500 euro, een jaarlidmaatschap van AICA Nederland en een persoonlijke mentor. Julia Mullié werd uitgenodigd tot het schrijven van een tekst voor de Prix de Rome 2017 en Sébastien Hendrickx kreeg een schrijfopdracht voor Metropolis M. Sophia Zürcher ontving een begeleidingstraject van De Nieuwe Garde en haar winnende essay wordt op Knack.be gepubliceerd. Het essay van Nele Wynants zal worden vertaald en gepubliceerd op de internationale AICA website. In de categorie Innovatieve Kritiek zijn twee stimuleringsprijzen toegekend, aan Evelyn Simons en aan Stefan Ruitenbeek en Kate Sinha. De jury wil hen graag aanmoedigen hun innovatieve praktijk verder te ontwikkelen, waarvoor een bijdrage aan hun praktijk wordt aangeboden in de vorm van een mentor, werkbijdrage en/of cursus naar keuze. Naar aanleiding van deze tweejaarlijkse Prijs voor de Jonge Kunstkritiek schreef Birgit Donker het artikel ‘Kunstkritiek: leve de grote greep’ in De Groene Amsterdammer (5-7-2016) en ‘Een vloek van verbazing (30-5-2012). Ten slotte namen medewerkers van het fonds de afgelopen jaren regelmatig deel aan debatten over actuele onderwerpen. Op de Frankfurter Buchmesse organiseerde het Mondriaan Fonds en het Belgische Kunstenpunt op 20 oktober een paneldiscussie met onder andere Roger Willems (Roma Uitgevers) en Astrid Vostermans (Valiz) over de rol van de kunstenaar, de vormgever en uitgever (met name in Nederland levert de nauwe samenwerking tussen kunstenaars en vormgevers bijzondere boeken op) en over innovatie in de kunstboeken. Uit deze discussie bleek eens te meer dat men nog zeer op zoek is naar innovatieve ideeën. Moderator Guus van Engelshoven (de Appel arts centre). Birgit Donker nam als juryvoorzitter van de Prix de Rome op 20 november deel aan het debat over kunstprijzen in het Stedelijk Museum Schiedam waar de tiende editie van de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs te zien was. Ter gelegenheid hiervan schreef zij de blog ‘Geen wedstrijd, toch een uitslag’, de belangrijkste winst van een kunstprijs is de erkenning.


Young Collectors Circle. Foto: Safron Pape Photography

Gehonoreerd > KunstKoop

Nienke van der Wal – van groot naar klein werk ‘De KunstKoop-regeling is uniek in de wereld en werkt absoluut drempelverlagend, zeker voor de nieuwe generatie kunstkopers. Betalen in termijnen doet minder pijn dan alles in één keer. Je hoeft ook je spaarpotje niet aan te spreken, dat bedoeld is voor het geval de wasmachine kapotgaat. Nogal wat van de vijfduizend beginnende verzamelaars die wij bereiken met de Young Collectors Circle maken gebruik van de regeling. Ikzelf ook. Eerst kocht ik iets kleins om te zien hoe de KunstKoop bevalt. Maar nu heb ik een groot werk gekocht van Jennifer Tee.’ Nienke van der Wal (oprichter Young Collectors Circle)


KunstKoop Met de KunstKoop kunnen particuliere kopers kunst op afbetaling kopen bij circa 125 galeries zonder rente of administratiekosten te betalen. De koper sluit een koopovereenkomst met de galeriehouder voor een kunstwerk of object en voor het aankoopbedrag een lening bij ABN AMRO. Het Mondriaan Fonds vergoedt de rente direct aan de bank. Doel van de KunstKoop is de particuliere kunstmarkt versterken en de verkoop van hedendaagse beeldende kunst en vormgeving bevorderen. Om deel te nemen aan de KunstKoop, kunnen galeries eenmaal in de twee jaar een aanvraag indienen. In 2016 vond de aanvraagronde plaats voor de jaren 2017 en 2018 waarvoor 134 galeries een aanvraag indienden. 125 galeries hebben een positief advies ontvangen. Daarvan zijn negentien galeries nieuw toegelaten. Opvallend was dat steeds meer organisaties met een niet-traditioneel galeriemodel aanvragen voor deelname. Daarnaast was het in afwijking van eerdere jaren voor het eerst mogelijk voor vier kalenderjaren deel te nemen. Het Mondriaan Fonds hecht aan spreiding van KunstKoop galeries over Nederland en aan een pluriform kunstaanbod. 2013-2016 Sinds 1997 maakten meer dan 48.900 kopers gebruik van de KunstKoop en kochten voor ruim 158 miljoen euro aan kunstwerken. Daarmee is de KunstKoop een substantiële aanjager van de particuliere markt voor hedendaagse beeldende kunst en vormgeving. Uit onderzoek naar de hedendaagse

kunstmarkt (2014) van de Nederlandse Galerie Associatie (NGA) bleek dat een derde van de particuliere kunstkopers steeds minder geld beschikbaar stelde voor kunstaankopen. Dat sloot aan bij een steeds maar dalend aantal afgesloten KunstKoop-contracten. In 2016 heeft het Mondriaan Fonds aan Gottschalk Cultureel Advies gevraagd deze trend te onderzoeken. Volgens Gottschalk lag de afname van KunstKoop-contracten de afgelopen jaren in lijn met de afname van de brancheomvang van de Nederlandse galeries. Hoewel het aantal afgesloten contracten daalde, is de KunstKoop volgens Gottschalk echter nog steeds van groot belang voor kunstkopers, kunstenaars en galeries. Op basis van het onderzoek adviseerde Gottschalk Cultureel Advies een werkgroep in te stellen met vertegenwoordigers van de galeries, ABN AMRO en het Mondriaan Fonds. Samen zouden zij moeten werken aan een nieuwe impuls op het gebied van gebruiksgemak en promotie van de KunstKoop. Het Mondriaan Fonds heeft gehoor gegeven aan de aanbeveling en een werkgroep gevormd. Hierdoor is een verbetertraject ingezet ten aanzien van gebruiksgemak en het bereiken van een nog onaangeboord én nieuw koperspubliek. Een van de uitkomsten is de lancering van een mobiel platform van alle galeries die aangesloten zijn bij de KunstKoop. 2016 Totaal aankoopbedrag kunstwerken: € 3.863.973 Aantal afgesloten contracten: 910 Totaal leenbedrag: € 3.187.098 Totaal bedrag betaalde rente: € 288.190



Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

Fonds achter de schermen Het Mondriaan Fonds telt 35 medewerkers, een bestuur, een raad van toezicht van vijf leden en het werkt met tachtig adviseurs. Raad van toezicht Voorwoord De vraag naar het belang van de kunst is al zo oud als de kunst zelf en laat zich ook niet eenduidig beantwoorden. Ligt het belang van kunst nu in het verschaffen van een andere werkelijkheid, of in het belichten van de realiteit? Of is het juist belangrijk dat de kunst boven deze zaken van alledag uitstijgt, en zorgt voor een puur geestelijke of juist esthetische ervaring? (Beeldende) kunst geeft afwijkende meningen, ideeën of beelden de ruimte. Ze stelt vragen bij dat wat we denken, ze laat ons werelden zien die er (nog) niet zijn, gedachten formuleren waar we nog niet eerder bij hadden stilgestaan. Kortom, kunst opent nieuwe wegen en moedigt ons aan deze te bewandelen. Het helpt ons een kritische, open blik te ontwikkelen en in een tijd van razendsnelle maatschappelijke veranderingen tegendraads te leren denken. Daarbij heeft de rol van de kunstenaar aan belang gewonnen. Maar een kunstenaar moet wel in zijn levensonderhoud kunnen voorzien en de middelen hebben om een nieuw project aan te kunnen pakken. Naast leningen, crowdfunding en sponsoring en de verkoop van kunst aan liefhebbers en bedrijven spelen overheidsbijdragen een bepalende rol voor kunstenaars en kunstprojecten. De Nederlandse overheid heeft ervoor gekozen kennis, expertise en het toekennen van publieke bijdragen voor beeldende kunst, erfgoed en presentaties voor beeldende kunst in het Mondriaan Fonds samen te brengen, dat sinds 1 januari 2012 actief is. In de afgelopen vijf jaar heeft het fonds op succesvolle wijze kunstenaars, instellingen, de beeldende kunst en erfgoed in Nederland gestimuleerd en ondersteund en de Nederlandse rol in de kunstwereld ook buiten de grenzen op de kaart gezet. Wij als raad van toezicht van het Mondriaan Fonds zijn blij met de belangrijke bijdrage die het Mondriaan Fonds in de afgelopen vijf jaar heeft geleverd aan de invulling van de rol van de kunstenaar en in het algemeen aan de ontwikkeling van de wereld van de beeldende kunst en het erfgoed en zien met vertrouwen de komende vijf jaar tegemoet.

55

Net als in 2015 stond één bijeenkomst van raad van toezicht en bestuur in het teken van strategische reflectie, ditmaal over de groeiende rol van het fonds als relatiemakelaar tussen partijen. Twee fondsmedewerkers hielden een presentatie waarop de aanwezigen met elkaar een open ideeënuitwisseling aangingen. De overige drie bijeenkomsten waren reguliere vergaderingen. Zo keurde de raad van toezicht het afgelopen jaar de jaarrekening 2015, de begroting 2016 en de begroting 2017-2020 goed. Daarnaast heeft de raad kennis gemaakt met de personeelsvertegenwoordiging 2016, conform de aanbeveling van de Visitatiecommissie Cultuurfondsen en heeft de voorzitter van de raad een vergadering bijgewoond van de personeelsvertegenwoordiging en bestuur. Ook sprak de voorzitter, samen met de andere voorzitters van de zes publieke cultuurfondsen, eenmaal met minister Bussemaker. Tot slot is aan het einde van 2016 gecontroleerd of alle voorgenomen actiepunten zijn afgerond en heeft de raad van toezicht gesproken over het aanscherpen van profiel en taken van de leden. Tijdens de vergadering van 8 december 2016 heeft de raad van toezicht een interne zelfevaluatie uitgevoerd. In 2016 bezochten de leden van de raad van toezicht verschillende door het fonds georganiseerde activiteiten, zoals Prospects & Concepts en de presentatie van de publicatie ‘Aanwinsten’. Minister Bussemaker heeft in 2016 Annerie Vreugdenhil, wier periode van vier jaar was verstreken, herbenoemd voor een periode van vier jaar als lid van de raad van toezicht. De raad van toezicht wordt gevormd door: Annelies van der Pauw, voorzitter (benoeming 30-12-2011, herbenoemd tot 30-12-2019) Partner bij advocatenkantoor Allen & Overy, Amsterdam nevenfuncties: - lid van de Raad van Toezicht van de Stichting Tergooiziekenhuizen - bestuurslid van de Stichting Bijstand Tergooiziekenhuizen - lid board of trustees van Allen & Overy Global Foundation - global co-head Corporate Social Responsibility Allen & Overy - bestuurslid Prinses Beatrix Spierfonds Annerie Vreugdenhil, penningmeester (benoeming 01-08-2012, herbenoemd tot 01-08-2020) Global Head Real Estate Finance, ING Wholesale Banking

Namens de raad van toezicht, Annelies van der Pauw, voorzitter

nevenfuncties: - lid Advisory Board Rotterdam School of Management

Algemeen De stichting Mondriaan Fonds kent een raad van toezicht-model met een bestuur en een raad van toezicht. De raad van toezicht bestaat statutair uit ten minste drie en maximaal zeven personen. In de periode 2013-2016 bestond de raad van toezicht uit vijf leden. Samen vertegenwoordigen zij een rijke kennis van de samenleving; van het (internationale) veld van beeldende kunst en van cultureel erfgoed; van cultureel ondernemen; van financiën, van juridische zaken en van corporate governance. De bevoegdheden, taken, werkwijze en samenstelling van de raad van toezicht staan beschreven in een reglement dat te vinden is via de website van het fonds.

Gijs Frieling, lid (benoeming 30-12-2011, herbenoemd tot 30-12-2019) Beeldend kunstenaar

De raad van toezicht kwam in 2016 viermaal bijeen met het bestuur en één keer zonder het bestuur. Daarnaast sprak de penningmeester eenmaal apart met de accountant van het Mondriaan Fonds. Buiten de vergaderingen was regelmatig contact tussen het bestuur en de raad van toezicht van het Mondriaan Fonds. Daarvan werd tijdens de bijeenkomsten een overzicht vastgesteld, met onderwerpen waarover buiten de reguliere bijeenkomsten is gecorrespondeerd.

nevenfuncties: - jurylid Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2015 - gastdocentschappen (Sandberg instituut, de Ateliers, ArtEZ) Kai van Hasselt, lid (benoeming 30-12-2011, herbenoemd in 2015 tot 01-07-2019) Oprichter van Noha en associate-lector Design Thinking, Fontys Hogeschool Tilburg nevenfunctie: - bestuurslid Young Stedelijk, jongerencirkel Stedelijk Museum Amsterdam Rudi Ekkart, lid (benoeming 01-04-2013 tot 01-04-2017 met mogelijkheid tot herbenoeming) Oud-directeur Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Den Haag


Diamantslijpers aan het werk, Collectie Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam

Gehonoreerd > Bijdrage Internationale Samenwerkingsprojecten Erfgoedinstellingen

Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis – levensverhalen voor groter publiek ‘Het Instituut voor Sociale Geschiedenis AMSAB in Gent is een zusterinstelling. We werken vaak samen, maar niet eerder op het niveau van inhoudelijk onderzoek. De diamantwerkersbonden in Amsterdam en Antwerpen, die sterk verknoopt waren, vormen echter een onderwerp dat schreeuwt om zo’n samenwerking. Nieuwe inzichten en een gecombineerde database van lidmaatschapskaarten worden gepresenteerd op een gezamenlijke website. Die is geschikt voor particulieren die informatie zoeken, maar ook voor grotere wetenschappelijke vragen. Daarnaast werken we de levensverhalen uit van vijftien prototypische diamantbewerkers. Dat is ook interessant voor een groter publiek.’ Karin Hofmeester (onderzoeker Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis)


Bijdrage Internationale Samenwerkingsprojecten Erfgoedinstellingen De Bijdrage Internationale Samenwerkingsprojecten Erfgoedinstellingen is bestemd voor Nederlandse erfgoedinstellingen die samenwerken met buitenlandse erfgoedinstellingen in onderzoeksprojecten op gezamenlijke collectiegebieden. De bijdrage kan in de ontwikkelfase gebruikt worden voor reis- en verblijfkosten van onderzoekers en conservatoren en voor de kosten van het presenteren van onderzoeksresultaten in Nederland. Doel is nieuwe inzichten, onderzoek en internationale samenwerkingen te stimuleren die internationaal opvallen door hun belang en resulteren in een presentatie. In 2016 vroegen zeven erfgoed- en kunstmusea en een archief aan. De internationale samenwerking betrof instellingen uit onder meer Hongarije, België, Duitsland en China. In alle gevallen ging het om onderzoek naar de collecties van de internationale samenwerkingspartners waarvan de resultaten worden gepresenteerd in tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Er werd één haalbaarheidsonderzoek ingediend. 2013-2016 De Bijdrage Internationale Samenwerkingsprojecten Erfgoedinstellingen is ontwikkeld om aandacht te vragen voor het onderzoek naar collecties dat noodzakelijk is om tot goede erfgoedprojecten te komen. In deze cultuurplanperiode werden in totaal 22 aanvragen gehonoreerd, waaronder twee haalbaarheidsonderzoeken.

In hun verantwoording geven aanvragers aan dat de bijdrage van het fonds cruciaal was om de internationale samenwerking praktisch vorm te geven: instellingen gebruikten de bijdrage om elkaar op te zoeken, gemeenschappelijk onderzoek te doen en elkaars collectie te leren kennen. Die onderzoeksgebieden liepen uiteen van Hollandse Meesters en immaterieel erfgoed tot designcollecties en archeologie. De ontwikkelbijdrage lijkt te functioneren als een aanjager voor grote projecten: zo tastten het Centraal Museum, de National Gallery of Art in Washington en het Museum of Fine Art in Houston hun samenwerking rondom de Utrechtse meester Joachim Wtewael eerst af en leidde dit pas later tot een uitgewerkt plan. Verreweg de meeste projecten hebben geleid tot een vorm van duurzame samenwerking, waarbij de intensiteit telkens verschilt. Voor sommige instellingen betekende het project de start van een langdurig gemeenschappelijk vervolgonderzoek, voor andere beviel de samenwerking zo goed dat nieuwe plannen in de maak zijn zoals bij het Stedelijk Museum Amsterdam en het De La Warr Pavilion in Londen. Een bijzonder effect van de bijdrage is dat zowel in Nederland als in het buitenland extra aandacht en zichtbaarheid voor gemeenschappelijke collectiegebieden is gerealiseerd. Omdat alle partijen in hun eigen land presentaties maakten van de resultaten, kreeg de zichtbaarheid van dit erfgoed een flinke impuls – met uitschieters als de


goed bezochte Wtewael-tentoonstellingen, maar ook de Azië-tentoonstelling in het Rijksmuseum Amsterdam of de ‘Design Derby’ in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam en het Design Museum in Gent. 2016 Aantal aanvragen: 7 Totaal gevraagd bedrag: € 267.015 Gehonoreerd: 6 Toegekend bedrag: € 230.040 2013-2016 Totaal aantal aanvragen: 27 Totaal gehonoreerd: 22


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

Emeritus hoogleraar ‘Methodologische aspecten van de kunsthistorische documentatie’, Universiteit Utrecht. Oud voorzitter ‘Commissie-Ekkart’ nevenfuncties: - lid van de Raad van Advies de Vereniging Rembrandt - voorzitter van de Begeleidingscommissie Museale Verwervingen Museumvereniging - voorzitter van de Stichting P. en N. de Boer - lid van de Raad van Toezicht van het Fries Museum en het Princessehof - bestuurslid van de Stichting Bosch Research and Conservation project - bestuurslid van de Brantsen van de Zyp Stichting - voorzitter van de Uytenbogaert Stichting Fondsbestuur Het bestuur vertegenwoordigt het Mondriaan Fonds en is belast met het besturen van de stichting en het beheer van en de beschikking over het vermogen. Het stelt op en herziet zo nodig: een jaarlijkse begroting met toelichting; een beleidsplan voor een periode van vier jaar; subsidiereglementen en een adequaat planning- en controlesysteem. Het fondsbestuur beslist over het toekennen van (financiële) bijdragen en wordt hierbij geadviseerd door experts, de adviseurs van het fonds. De bevoegdheden, taken en werkwijze van het bestuur staan beschreven in de statuten, te vinden op de website van het fonds. Het fondsbestuur wordt sinds 2012 gevormd door: Birgit Donker, daarvoor onder meer kunstredacteur NRC Handelsblad en hoofdredacteur van deze krant. nevenfuncties: - voorzitter Stichting Lux et Libertas van NRC Handelsblad - lid adviesraad NTR, Kamer Kunst & Cultuur - directeur Koninklijke Hollandse Maatschappij der Wetenschappen - jurylid Vlaams-Nederlandse Journalistenbeurs van de Vlaamse en Nederlandse overheid

57

Alexander van Campen Liesbeth Enzer Liesbeth Filius Bart Fuijkschot Lotte Hemelrijk Douke IJsselstein Sanne Jansen Mayke Jongsma Wouter Koelman Christine Lindo Sarah Malko Betty Man Annemarie van der Meulen Ingrid Mokiem Philip Montnor Carmen Muskee Jelle Nagelkerken Arsine Nazarian Sandra Nicolai Kryštof Noteboom Marineke van der Reijden Haco de Ridder Florence Riel Caroline Soons Steven van Teeseling Edgar Tepe Timur Topuz Marijn Veenhuijzen Bas Visser Joost Vrieler

medewerker interne en huishoudelijke dienst (0,84 fte) medewerker administratie (1 fte) medewerker automatisering (0,84 fte) medewerker financiën (0,95 fte) projectmedewerker (0,84 fte) projectmedewerker (0,84 fte) projectmedewerker (0,84 fte) hoofd bureau (0,84 fte) senior projectmedewerker (0,84 fte) adjunct-directeur (1 fte) bestuurssecretaris (0,84 fte) medewerker communicatie (0,84 fte) (zwangerschapsverlof) (vervanging voor zwangerschapsverlof) medewerker receptie (1 fte) projectmedewerker (1 fte) medewerker administratie/ communicatie (0,74 fte) senior medewerker administratie (0,84 fte) projectmedewerker (0,95 fte) projectmedewerker (0,84 fte) medewerker administratie/ automatisering (1 fte) hoofd cultureel erfgoed (0,84 fte) medewerker bezoekersprogramma (0,95 fte) medewerker administratie (0,84 fte) senior medewerker communicatie (0,84 fte) senior projectmedewerker innovatie (0,84 fte) hoofd financiën (1 fte) coördinator facilitair (0,84 fte) projectmedewerker (1 fte) medewerker receptie (0,84 fte) hoofd bureau (0,84 fte)

Personeelsbeleid Wet Normering Topinkomens Binnen het Mondriaan Fonds zijn als topfunctionarissen aangemerkt de raad van toezichtleden en de directeur-bestuurder. De bezoldiging van deze personen valt binnen het kader dat door de Wet Normering Topinkomens en de regeling nr. 538765 (10382) van de minister van OCW ten aanzien van bezoldigingsmaximum voor topfunctionarissen is voorgeschreven. Voor 2016 is door de minister van OCW het bezoldigingsmaximum voor topfunctionarissen Cultuurfondsen op 149.000 euro bepaald. Medewerkers Het aantal medewerkers per 31 december 2016 bedroeg 31,8 fte. In 2016 zijn twee nieuwe medewerkers aangenomen. Twee medewerkers bereikten de pensioengerechtigde leeftijd. Bij de beloning volgt het Mondriaan Fonds de BBRA-schalen van de rijksoverheid. Deze gelden voor een 36-urige werkweek. Het fonds heeft een 38-urige werkweek. Per 31 december 2016 werkten bij het Mondriaan Fonds: M’hamed Azzouz medewerker huishoudelijke dienst (0,86 fte) Mada Bakarbessy medewerker administratie (0,84 fte) Wieteke Balk medewerker financiën (0,84 fte) Lisa van Beek medewerker administratie (0,84 fte) Mirjam Beerman coördinator communicatie, innovatie, overdracht (0,84 fte) Linda-Ellen Boateng medewerker administratie (0,84 fte)

Het Mondriaan Fonds hecht aan een goed personeelsbeleid. Het beoogt betrokkenheid van medewerkers te optimaliseren door onder meer intensieve informatievoorziening, bijscholing en doorgroeikansen binnen de organisatie te verzorgen. Iedere week stuurt de directeur-bestuurder een nieuwsbrief met voor het fonds relevante informatie. Daarnaast is er geregeld het algemeen personeelsoverleg, waar het bestuur alle medewerkers informeert en om inbreng vraagt. Regelmatig worden zogeheten ‘mini-fonds uitjes’ georganiseerd naar plekken die met het werk te maken hebben (een expositie bijvoorbeeld), waaraan iedereen kan deelnemen. Het ziekteverzuim was in 2016 2,7 procent. Om het functioneren van medewerkers eens per jaar goed te kunnen beoordelen en bovendien hun potentie optimaal te laten groeien, hanteert het Mondriaan Fonds een samenhangende systematiek voor het functioneren van medewerkers. Dit systeem bestaat uit een cyclus van plannings-, voortgangs- en beoordelingsgesprekken. Tijdens deze gesprekken komen de taken van de medewerkers aan de orde, hoe die worden uitgevoerd en de bijdrage die medewerkers leveren aan de zichtbaarheid van beeldende kunst en erfgoed. Met het managementteam is onder begeleiding van een externe deskundige een gezamenlijke benadering van deze systematiek ontwikkeld. Het Mondriaan Fonds hanteert een actief (bij-)scholingsbeleid voor zijn medewerkers. Zo namen alle medewerkers deel aan een vervolg van een dilemmacursus, gegeven door KPMG, waarin


James Beckett tijdens oriëntatiereis naar Iran en Armenië, 2016

Gehonoreerd > Oriëntatiereis

James Beckett – naar Iran en Armenië met resultaat ‘Het programma van de reis naar Iran en Armenië was intens: we begonnen om 9 uur ’s ochtends en eindigden om 10 uur ’s avonds. We bezochten een goede mix van commerciële galeries en staatsinstellingen, plus een enkele project space zoals Bon-Gah, gesitueerd net buiten Teheran. Voor een deel voelt het Iraanse kunstcircuit aan alsof het in een tijdscapsule zit en richting ons model beweegt. Anderzijds is het totaal verschillend. Bij CCA in Isfahan, dat ik tijdens deze reis heb leren kennen, heb ik in april 2017 een tentoonstelling.’ James Beckett (beeldend kunstenaar en deelnemer oriëntatiereis 2016)


Oriëntatiereis Het Mondriaan Fonds organiseert jaarlijks een oriëntatiereis voor beeldend kunstenaars en bemiddelaars naar buitenlandse regio’s die interessante ontdekkingskansen bieden. Het doel is kennisvermeerdering, visieverbreding en netwerkvorming binnen de culturele sector. De reizen verschaffen van de bezochte regio’s en steden een overzicht van de hedendaagse beeldende kunst, introduceren de belangrijkste actoren en laten de deelnemers kennis maken met de mogelijkheden van uitwisseling, en de motieven en achtergronden van de verschillende partijen. Selectie gebeurt na een open oproep op basis van motivatie en onderzoeksvraag. Deelnemers betalen 750 euro. De jaarlijkse reis is een samenwerking met Kunstenpunt (België), Danish Arts Foundation (Denemarken) en Pro Helvetia (Zwitserland). In 2016 bezochten zeventien Nederlandse, Belgische, Deense en Zwitserse bemiddelaars en kunstenaars Tehran, Kashan en Esfahan in Iran en Yerevan en Gyumri in Armenië. De reis was te volgen via een dagelijkse blog waarmee deelnemers kennis en visie overdragen aan vakgenoten en ander publiek. Het blog is in 2016 meer dan 12.000 maal bekeken vanuit 59 verschillende landen. Nederlandse deelnemers waren James Beckett (kunstenaar), Nathanja van Dijk (A Tale of a Tub), Zippora Elders (Fort bij Vijfhuizen), Jaap Guldemond (EYE), Eelco van der Lingen (Nest) en Paulien Oltheten (kunstenaar).

2013-2016 Tussen 2013 en 2016 bezochten dertig curatoren en kunstenaars uit Nederland elf landen en 22 steden in Azië, Oost-Europa en Zuid-Amerika. In het najaar van 2014 heeft het Mondriaan Fonds de reizen tussen 2009 en 2013 extern laten evalueren door Gottschalk Cultureel Advies. Uit dit onderzoek blijkt dat het merendeel van de deelnemers (ruim zeventig procent) na de oriëntatiereis duurzame internationale contacten onderhoudt met de bezochte personen en organisaties. Daarnaast onderhouden vrijwel alle deelnemers nog contacten met een of meerdere (internationale) reisgenoten. Ruim zestig procent van de deelnemers heeft naar aanleiding van de reis concrete resultaten geboekt: gemiddeld leiden de reizen tot 1,2 samenwerkingsproject per deelnemer, zoals exposities, uitwisseling en residencies. Dat is een aanzienlijke score gegeven de relatief onbekende, nieuw te ontginnen regio’s en over het algemeen moeilijkere omstandigheden om projecten ook daadwerkelijk te realiseren. Daarnaast heeft 56 procent samenwerkingsplannen voor de toekomst. Drie kwart van de deelnemers ervaart de oriëntatiereizen als een verrijking van de eigen kennis en visie. De reizen dragen bij aan een genuanceerd beeld, scherpen het referentiekader, tonen alternatieve praktijken en maken bewust van lokale context. Niet alleen het bezoek aan het buitenland draagt daartoe bij. De intensieve discussies en uitwisseling met vakgenoten met verschillende achtergronden en beroepspraktijken tijdens de reis blijkt


minstens zo belangrijk. Op hun beurt brengen de deelnemers hun kennis en visie over aan vakgenoten en publiek. Door middel van de blog die wordt gevuld door de deelnemers die over hun ervaringen schrijven, zorgt het Mondriaan Fonds voor verdere verspreiding van de opgedane kennis en contacten. De statistieken laten zien dat de blogs van de verschillende reizen door bezoekers uit meer dan negentig landen zijn bezocht en over de hele wereld gebruikt worden als bron van informatie over beeldende kunst in de bezochte gebieden. Zowel ten aanzien van de primaire doelgroep als voor een breder (vak-)publiek beantwoorden de oriĂŤntatiereizen aan de informatieen kennisdoelstelling.


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

onder meer aandacht werd besteed aan ethische vraagstukken waar medewerkers in hun dagelijkse praktijk mee te maken krijgen. Daarnaast werden op individuele basis vier cursussen en coachingstrajecten gevolgd, onder meer op het gebied van de Engelse taal en van timemanagement. In 2015 zijn twee regelingen voor medewerkers met een langdurig arbeidsverleden geïntroduceerd. Met het levensloopverlof wordt de mogelijkheid geboden voor bijzondere omstandigheden onbetaald verlof op te nemen. Werknemers die al geruime tijd werken kunnen baat hebben bij een time out. Ook kan een bijzonder verlof voor bijvoorbeeld een studie worden opgenomen. In 2016 is hier voor het eerst gebruik van gemaakt. De 80-90-100 regeling houdt in dat oudere werknemers afspraken kunnen maken over vermindering van de arbeidsduur met maximaal twintig procent. Ze blijven dus minimaal tachtig procent van de huidige arbeidsduur werken. Ze behouden daarbij negentig procent van het salaris en honderd procent pensioenopbouw over hun laatste salaris voordat ze aan de regeling deelnamen. Deze regeling kan het voor oudere werknemers makkelijker maken hun werkzaamheden vol te houden tot hun pensioen ingaat. Van deze regeling is nog geen gebruik gemaakt. Sinds 2016 stimuleert het Mondriaan Fonds de medewerkers actief een werkstage buiten de eigen directe werkpraktijk te volgen, met het oog op het binnenhalen van nieuwe perspectieven. Tot slot liepen twee jonge talenten in 2016 stage bij de communicatie-afdeling van het Mondriaan Fonds, waar zij uitvoerende ervaring opdeden. Het Mondriaan Fonds heeft een goed functionerend medezeggenschapsorgaan in de vorm van een gekozen personeelsvertegenwoordiging (pvt). Deze bestond in 2016 uit drie medewerkers, afkomstig uit verschillende geledingen van de organisatie. De pvt kwam in 2016 vijfmaal bijeen met de directeur-bestuurder en de adjunct-directeur. Eenmaal was de voorzitter van de raad van toezicht daarbij aanwezig. Er is over uiteenlopende personeelskwesties gesproken, zoals bijscholing, ziekteverzuim, een medewerkerstevredenheidsonderzoek, intranet en het digitale systeem. Het verslag van de bijeenkomsten werd telkens na afloop aan alle fondsmedewerkers in pvt-nieuwsflitsen rondgestuurd. In 2016 koos de organisatie voor een jaarthema binnen de activiteiten van de pvt: culturele pluriformiteit. De pvt nodigde stakeholders uit een presentatie te geven over dit thema, om zo de interne aandacht voor dit onderwerp te bevorderen en nieuwe perspectieven op de werkpraktijk te verankeren. Sinds enkele jaren is in overleg met de personeelsvertegenwoordiging een externe vertrouwenspersoon aangesteld. Medewerkers kunnen bij deze vertrouwenspersoon terecht mochten ze vragen of klachten hebben over de organisatie. Ook kan de vertrouwenspersoon de directeur-bestuurder en de meest betrokken leidinggevende ten aanzien van het beleid op het terrein van ongewenst gedrag gevraagd en ongevraagd adviseren. Tegelijkertijd is een klachtencommissie geïntroduceerd, waarin medewerkers van het fonds en een lid van de raad voor toezicht, Kai van Hasselt, zitting hebben. In 2016 is deze commissie niet geraadpleegd en werden geen klachten ingediend. In lijn met nationaal overheidsbeleid heeft de vertrouwenspersoon het bestuur geadviseerd het onderwerp ‘ongewenste omgangsvormen’ bespreekbaar te maken. Aan dit onderwerp wordt daarom tijdens de functioneringsgesprekken aandacht besteed. Het fonds heeft tevens een preventiemedewerker aangewezen, in de persoon van de medewerker interne en huishoudelijke dienst, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van een risico-inventarisatie, bijvoorbeeld op het punt van brandveiligheid. Hij legt knelpunten van de risico-inventarisatie en -evaluatie voor aan de directie. Daarnaast adviseert hij de directie over een goed arbeidsomstandighedenbeleid. De preventiemedewerker heeft

59

bovendien samen met de medewerker automatisering de risicoanalyse bedrijfsvoering aangevuld, onder meer op het gebied van stroomstoring. Verder voert hij zo vaak als nodig is, maar in ieder geval halfjaarlijks, een werkplekonderzoek bij de medewerkers. In het kader van het risicobeheer heeft het hoofd financiën in 2016 voor het vierde achtereenvolgende jaar een risico-inventarisatie uitgevoerd. Ook heeft de afdeling ICT een risicoanalyse uitgevoerd. Waar opportuun wordt de informatie uit deze analyses gedeeld met de rest van de organisatie. Risicobeheer Mondriaan Fonds Voor de risico’s zijn adequate beheersmaatregelen genomen. Waar nodig zijn uit voorzorg afgewogen reserves gevormd. Voor de overige risico’s zijn verzekeringen afgesloten. Daarnaast heeft het Mondriaan Fonds een actieve Bedrijfshulpverlening (BHV) en een preventiemedewerker. Het fonds voert op regelmatige basis risicoanalyses uit. Adviseurs Bij de beoordeling van de aanvragen is het advies van onafhankelijke adviseurs doorslaggevend. Zij worden geselecteerd op basis van deskundigheid en ze functioneren in commissies. De adviseurs worden via een openbare oproep geworven, die in het hele land actief wordt verspreid. Op deze wijze wil het fonds de openheid zo groot mogelijk maken: iedereen kan zich aanmelden. De adviseurs worden vervolgens aangesteld door de directeur-bestuurder op voordracht van een onafhankelijke selectiecommissie. Bij de samenstelling van de adviescommissies en van de selectiecommissie wordt een functieprofiel gehanteerd, waarbij onder meer deskundigheid en culturele sensitiviteit een rol spelen. De commissieleden van het Mondriaan Fonds per 31 december 2016 waren: Voorzitters Hester Alberdingk Thijm Léon Buskens Laurie Cluitmans Hanne Hagenaars Anita Hopmans Sabrina Kamstra Liane van der Linden Charlotte van Rappard-Boon Reneé Steenbergen Wilma Sütö Katja Weitering Adviseurs Wafae Ahalouch el Keriasti Mounira Al Solh Alex de Vries Delphine Bedel Jasper de Beijer Lorenzo Benedetti Frederique Bergholtz Miriam Bestebreurtje Aspha Bijnaar Sara Blokland Lonnie van Brummelen Annet Dekker Ann Demeester Paul Devens Katja Diallo Peter van den Doel Arjon Dunnewind Zippora Elders


Busan Biënnale 2016, Hybridizing Earth, Discussing Multitude

Gehonoreerd > Internationaal Bezoekersprogramma

Yun Cheagab – inspiratie uit Nederland ‘Ik kende al een aantal Nederlandse kunstenaars door de tentoonstelling In or Out die ik in 2003 samenstelde voor het National Art Museum of Korea. Maar in de tussentijd is de Nederlandse kunstscene internationaler geworden en het niveau nog hoger. Ik was ook onder de indruk van de bemiddeling door Mondriaan Fonds en Rijksakademie tijdens mijn bezoek aan Nederland - een voorbeeld voor Koreaanse instellingen. Voor de Busan Biënnale 2016 heb ik Folkert de Jong, Zoro Feigl, Dana Lixenberg en Katarina Zdjelar uitgenodigd. Momenteel werk ik aan een tentoonstelling in China met Nederlandse kunstenaars.’ Yun Cheagab (directeur HOW Art Museum, Sjanghai en artistiek directeur Busan Biënnale)


Internationaal Bezoekersprogramma Met het bezoekersprogramma wil het Mondriaan Fonds internationale belangstelling wekken voor hedendaagse kunst uit Nederland en de positie daarvan in het buitenland versterken. Doel is buitenlandse curatoren en deskundigen kennis laten maken met de Nederlandse beeldende kunstsector, zodat zij Nederlandse kunstenaars en curatoren programmeren, uitnodigen voor gerenommeerde buitenlandse festivals en instituten, publiceren in internationale tijdschriften, samenwerking en coproducties opzetten en het internationale netwerk van Nederland verruimen. Buitenlandse curatoren en deskundigen krijgen een programma op maat aangeboden, dat aansluit bij hun werkpraktijk en interesses. In 2016 heeft het Mondriaan Fonds vijftig bezoekers ontvangen uit 23 landen. Enkele bezoekers werd gevraagd tijdens hun periode in Nederland een publieke presentatie te geven, wat in 2016 onder meer bij Witte de With, Casco, de Vereniging Bedrijfscollecties Nederland, UNSEEN en de Appel heeft plaatsgevonden. Zo was Maria Lind op 12 maart één van de sprekers op het, in samenwerking met Casco, georganiseerde symposium ‘WTM Forum IV: Commoning Aesthetics: Which Art & What for?’ Er zijn verschillende netwerkbijeenkomsten georganiseerd tijdens Art Rotterdam, UNSEEN en Amsterdam Art Weekend. In 2016 werden ook enkele resultaten van eerdere bezoekersprogramma’s zichtbaar. Er was prominente Nederlandse deelname aan de Kochi-Mu-

ziris Biënnale, de Busan Biënnale en de Gwangju Biënnale. Daarnaast ontvingen Nederlandse kunstenaars opdrachten uit bijvoorbeeld Spanje, Japan en Zuid-Korea voor presentaties of het maken van nieuw werk. 2013-2016 Volgens de buitenlandse bezoekers vergroot het bezoekersprogramma hun kennis van de Nederlandse kunstwereld en geeft het inzicht in de kwaliteit van de kunst, kunstenaars, bemiddelaars en instellingen in Nederland. Zo blijkt uit onderzoek van Gottschalk Cultureel Advies. Omgekeerd brengen bezoekers nieuwe kennis over kunst uit bekende en relatief onbekende regio’s. Via presentaties en een lezingenprogramma in Nederland wordt deze kennis breder verspreid. Dit blijkt uit meerdere onderzoeken, net als dat voor 75 procent van de bezoekers en vijftig procent van de hosts het bezoek tot meerdere concrete projecten heeft geleid, zoals tentoonstellingen, publicaties, opdrachten, selectie voor biënnales, naast residencies, lezingen, workshops en onderzoek. De Nederlandse kunstsector acteert in een snel veranderende mondiale context. Internationale aansluiting is daarom van levensbelang. Met het bezoekersprogramma weet het Mondriaan Fonds de juiste sleutelfiguren uit het internationale circuit van curatoren en biënnales naar Nederland te halen en het hen zo makkelijk en aantrekkelijk mogelijk te maken om kunst uit Nederland te selecteren. Tegelijkertijd weet het fonds daarmee de toegang


voor Nederland tot het internationale circuit te vergroten en op die manier de internationale connectiviteit van kunstenaars, bemiddelaars en het publiek in Nederland te versterken. Het Mondriaan Fonds vervult op die manier een cruciale rol in de globalisering van de Nederlandse beeldende kunstsector. Het doet dat bovendien, aldus de bezoekers en de hosts, op een sympathieke manier: persoonlijk betrokken en gericht op wederzijdse uitwisseling en interculturele dialoog. Het bezoekersprogramma blijkt daarmee een efficiĂŤnt en gewaardeerd stimuleringsprogramma. De bezoeken van buitenlandse deskundigen aan Nederland hebben een blijvend positief effect op de kennis, de netwerken en de internationale uitwisseling van kunst en ideeĂŤn. Het programma draagt daarmee ruimschoots bij aan het versterken van de zichtbaarheid en de positie van de Nederlandse kunstpraktijk in het buitenland. Bovendien draagt het bij aan de internationale connectiviteit van Nederlandse kunstenaars, bemiddelaars en het publiek.


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

Frans Ellenbroek Christian Ernsten Maarten Vanden Eynde Lia Gieling Florian Göttke Jacqueline Grandjean Belinda Hak Mirjam Hoijtink Michael Huijser Charlotte Huygens David Jablonowski Henri Jacobs Yasmijn Jarram Ad de Jong Patricia Kaersenhout Hester Keijser Hanneke Kik Rob Knijn Ella Kok-Majewska Frank Koolen Katrin Korfmann Arno Kramer Karen Lancel Margit Lukacs Ahmet Polat Niels Post Hans Rooseboom Lydia Schouten Jack Segbars Gé-Karel van der Sterren Kiran Sukul Jennifer Tee Hilde Teerlinck Yvonne Twisk Maria Verstappen Esther Vossen Martin van Vreden Rik van Wegen Arend-Jan Weijsters Ieteke Witteveen Zahira Zaandam Arnisa Zeqo Annet Zondervan Selectiecommissie Arno van Roosmalen (voorzitter) Mavis Carrilho Arnoud Odding Roy Villevoye Mirjam Westen

61

Eind 2016 vond een sollicitatieronde plaats voor de poule van adviseurs. De werving voor nieuwe adviseurs geschiedde net als eerdere jaren via advertenties in (regionale) media en via een gerichte benadering van netwerken, onder meer binnen het kunstvakonderwijs en organisaties als Binoq Atana. De selectiecommissie heeft 197 sollicitatiebrieven beoordeeld. Met 27 sollicitanten is een gesprek gevoerd. Negentien adviseurs zijn niet voor herbenoeming voorgedragen, omdat ze het einde van de benoemingstermijn hadden bereikt; 31 adviseurs werden voorgedragen voor herbenoeming van één jaar. Eind 2016 zijn vijftien nieuwe leden voorgedragen voor een benoeming. Zoals hierboven gemeld, heeft de commissie bij haar keuze gelet op deskundigheid en interculturele sensitiviteit. Verder speelden leeftijd, geslacht en regionale spreiding een rol. Van de in begin 2017 aangestelde adviseurs heeft twee derde in zijn dagelijkse praktijk te maken met de competentie interculturele sensitiviteit. De adviseurs ondertekenen een protocol, onder meer om (de schijn van) belangenverstrengeling te voorkomen. Uit deze poule worden verschillende vaste en flexibele commissies samengesteld. De commissies zijn samengesteld uit leden die vanuit de praktijk als onder meer beeldend kunstenaar, beschouwer, curator, conservator of wetenschapper algemeen deskundig zijn en tevens specialistische kennis hebben. Voor het cultureel erfgoed betreft het: (kunst)geschiedenis, volkscultuur/ folklore, immaterieel erfgoed, erfgoed minderheden, archiefexpertise, natuurhistorie, volkenkunde, publieksbereik, educatie, communicatie en reflectie. Commissies reflecteren aan het einde van iedere vergadering op de manier waarop de criteria zijn toegepast tijdens de vergadering en andere zaken die opvielen. Dit wordt voorgelegd aan de directeur-bestuurder.


Lotte Reimann, JAUNT nude kneeling, 2015

Gehonoreerd > Prospects & Concepts

Lotte Reimann – carrière in stroomversnelling ‘Deelname aan Prospects & Concepts tijdens Art Rotterdam 2015 heeft mijn carrière in een stroomversnelling gebracht. Galerie Leslie uit Berlijn stond op de beurs, zag mijn werk en gaf me een solo in maart 2016. Ook Nest in Den Haag programmeerde mij. Mirjam Westen, samensteller van de tentoonstelling, kocht een fotowerk voor de collectie van Museum Arnhem. Op haar voorspraak nodigde de curator van het fotografiemuseum in het Zwitserse Winterthur me uit voor een presentatie en de productie van een multiple voor donateurs van het museum.’ Lotte Reimann (beeldend kunstenaar)


Prospects & Concepts Het Mondriaan Fonds organiseert de tentoonstelling Prospects & Concepts jaarlijks om de zichtbaarheid van beginnende beeldend kunstenaars een extra impuls te geven. Het fonds nodigt alle kunstenaars uit die in het jaar ervoor een Werkbijdrage Jong Talent ontvingen. De tentoonstelling is ook een manier om te laten zien wat mede dankzij de bijdrage tot stand is gekomen en aankomend talent te wijzen op de mogelijkheden die zij na het verlaten van de academie hebben. Net als de drie voorafgaande jaren maakte Prospects & Concepts in 2016 deel uit van Art Rotterdam in de Van Nellefabriek. Door de nabijheid van deze internationale kunstbeurs maakten veel kunstprofessionals en verzamelaars kennis met het werk van de kunstenaars. Prospects & Concepts trok in vijf dagen tijd 16.220 bezoekers waardoor ook een brede groep geïnteresseerden met het werk in aanraking kwam. Uit een enquête die het Mondriaan Fonds een maand na de tentoonstelling hield en die werd beantwoord door 32 van de 54 deelnemers blijkt dat zeven deelnemers werk verkochten, zeven door een galerie werden benaderd, negen werden uitgenodigd voor deelname aan een tentoonstelling of project en velen in gesprek raakten met potentiële kopers of andere geïnteresseerden. Het randprogramma met onder andere een voorlichtingsbijeenkomst voor academieverlaters en rondleidingen voor geïnteresseerden zorgde ook voor de zichtbaarheid van de mogelijkheden die het fonds biedt.

2013-2016 In vier jaar heeft Prospects & Concepts zich van een bescheiden tentoonstelling met 2.000 bezoekers op een externe locatie ontwikkeld tot een belangrijk onderdeel van Art Rotterdam. Prospects & Concepts is een sterk merk geworden. Dit wordt ook zo ervaren door de directie van Art Rotterdam, zo laat deze dit rechtstreeks en in media herhaaldelijk weten, en ook de beursbezoekers waarderen de tentoonstelling, zo blijkt uit de jaarlijkse publieksonderzoeken van Art Rotterdam. Na afloop van elke editie hebben de deelnemers een vragenlijst ingevuld waaruit bleek dat de deelname aan de tentoonstelling bij veel kunstenaars heeft geleid tot belangrijke contacten, aankopen en tentoonstellingen. Niet onderzocht is of de tentoonstelling ook op lange termijn zijn vruchten afwierp. Wel is in 2016 aan Noor Mertens (curator P&C 2016) opdracht gegeven tien jaar lang tien deelnemers te interviewen over hun artistieke ontwikkeling, hun beroepspraktijk, hun strategieën en de podia die ze tot hun beschikking hebben. Elk jaar wordt Prospects & Concepts genoemd in aankondigingen en recensies van landelijke en regionale dagbladen. De eerste twee jaar heeft Avrotros Kunstuur met een financiële bijdrage van het fonds aandacht aan de tentoonstelling besteed. Door de gewijzigde opzet van het televisieprogramma kon dat in de jaren erna niet meer gerealiseerd worden.


Prospects & Concepts is vanaf 2014 ook ingezet als meetinstrument van de effecten van de Werkbijdrage Jong Talent. Tevens is Prospects & Concepts een moment om voorlichting te geven aan toekomstige aanvragers. Bij elke editie is hiervoor een speciale openbare bijeenkomst georganiseerd waarbij fondsmedewerkers de mogelijkheden uiteenzetten en een of meer kunstenaars vertelden over hun ervaringen met het aanvragen en ontvangen van een Werkbijdrage Jong Talent. De verschillende onderdelen van het randprogramma bij de tentoonstelling hadden succes, maar raakten soms wat ondergesneeuwd bij bezoekers en de deelnemende kunstenaars. Voor de editie van 2017 wordt een randprogramma voorbereid dat integraal onderdeel is van de expositie en worden de deelnemende kunstenaars nauw betrokken bij de programmering. Hiervoor wordt in het hart van de tentoonstelling een plek gecreĂŤerd waar kunstenaars elkaar kunnen ontmoeten, maar waar ook anderen (publiek, academiestudenten, professionals en collega-kunstenaars) met hen en met fondsmedewerkers in gesprek kunnen gaan: de Prospects & Co-Workspace. Deze opzet sluit aan op de wensen uit het veld, bijvoorbeeld geuit tijdens de netwerkbijeenkomsten voor startende kunstenaars en tijdens de evaluaties van eerdere edities.


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

Kwaliteitszorg Het Mondriaan Fonds vindt het belangrijk dat de beschikbare middelen op een zorgvuldige en doelmatige manier worden uitgegeven. Het zijn immers publieke middelen. Bij de beoordeling van aanvragen speelt het advies van de onafhankelijke adviseurs een doorslaggevende rol. Om de integriteit en het vermijden van (de schijn van) belangenverstrengeling binnen de hele organisatie te waarborgen zijn raad van toezicht, bestuur, medewerkers en adviseurs gehouden aan de statuten, het huishoudelijk reglement en de protocollen van het Mondriaan Fonds. Nevenfuncties van medewerkers worden in kaart gebracht en driemaal per jaar met de leidinggevenden besproken op wijzigingen en mogelijke belangenverstrengeling. Zoals hierboven beschreven, kent het Mondriaan Fonds een klachtenprocedure voor de medewerkers. Toegekende bijdragen worden, behalve rechtstreeks aan de aanvragers, bekend gemaakt middels de website, het jaarverslag en nieuwsbrieven. Besluiten zijn op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht voor bezwaar vatbaar en kunnen desgewenst ook aan de bestuursrechter ter toetsing worden voorgelegd. Daarnaast bestaat de mogelijkheid voor aanvragers een klacht in te dienen. Dit is in de afgelopen vier jaar slechts tweemaal (in 2014) voorgekomen. Cultuurcodes Het Mondriaan Fonds hecht aan zo groot mogelijke openheid en transparantie en hanteert diverse codes. Het Mondriaan Fonds volgt de Governance Code Cultuur. De code bevat negen principes voor goed bestuur en goed toezicht. De statuten van het Mondriaan Fonds zijn conform deze Governance Code Cultuur opgesteld. Ook op het gebied van transparantie en verantwoording volgt het Mondriaan Fonds de aanbevelingen uit de code. Het Mondriaan Fonds hanteert tevens de Gedragscode Cultuurfondsen. Deze code bevat een reeks waarborgen voor de onafhankelijkheid van handelingen van fondsen, beoogt meer transparantie te creëren over de manier waarop de cultuurfondsen hun publieke taak uitoefenen en draagt zo bij aan het vertrouwen van aanvragers en burgers in de cultuurfondsen. Bij het opstellen van de gedragscode is in het bijzonder aandacht besteed aan de positie van de aanvrager. De code wordt door de fondsen gehanteerd onder het motto pas toe of leg uit. Dit waarborgt transparantie van beleid, zorgvuldige samenstelling van commissies en vermijding van belangenverstrengeling. Zoals de code aanbeveelt, heeft het Mondriaan Fonds een externe vertrouwenspersoon aangesteld. Bij afweging van belangen tussen volledige openheid over de behandeling van bij het fonds ingediende aanvragen enerzijds en privacy van individuele aanvragers anderzijds, wordt in afwijking van de Code Cultuurfondsen geen informatie verstrekt over afgewezen aanvragen. Deze informatie kan wel door de aanvrager zelf worden opgevraagd. Wel vermeldt het fonds naar aanleiding van het klanttevredenheidsonderzoek 2014 aan individuele aanvragers prominenter dat het opvragen van deze motivatie mogelijk is. Het Mondriaan Fonds houdt rekening met de Code Culturele Diversiteit. Om de eigen werkwijze met betrekking tot diversiteit onder de loep te leggen, formuleerde het Mondriaan Fonds een aantal uitgangspunten, waarbij de vier principes uit de Code Culturele Diversiteit (visie, beleid, lerend vermogen en toezicht & verantwoording) leidend waren. De visie van het fonds is: Kunst en erfgoed zijn pluriform en geven uiting aan een koor diverse stemmen. Op die manier ondersteunen zij een open democratie, die meer is dan de stem van de meerderheid. Aan die pluriformiteit wil het Mondriaan Fonds bijdragen. Of het nu gaat om culturele,

63

geografische of andere vormen van diversiteit. Voortvloeiend hieruit ziet het fonds diversiteit breder dan afkomst of etnische verscheidenheid. Diversiteit komt daarnaast tot uitdrukking in bijvoorbeeld gender, leeftijd, of regionale spreiding. Omdat de term culturele diversiteit veelal voor de (etnische) afkomst van groepen wordt gebruikt, spreekt het fonds liever van (culturele) pluriformiteit. Om ook aan de manier waarop aan het centrale criterium kwaliteit invulling wordt gegeven zoveel mogelijk perspectieven te verbinden, streeft het fonds naar een samenstelling van commissies en geheel aan werknemers die de verschillende perspectieven met zich mee brengt. Deze samenstelling maakt het mogelijk oog voor pluriformiteit te houden in de zoektocht naar kwaliteit. Op deze wijze poogt het fonds recht te doen aan de uiteenlopende contexten waarin de aanvragen zijn ontstaan. Een open houding van werknemers en adviseurs is daarvoor noodzakelijk. Deze houding sluit aan bij de competentie interculturele sensitiviteit, zoals deze in de Code Culturele Diversiteit wordt beschreven: ‘De mate waarin een persoon actief interesse toont in anderen, hun achtergrond, behoeften en perspectieven.’ Het Mondriaan Fonds streeft er expliciet naar dat een zo groot mogelijk deel van de adviseurs deze competentie bezit. Er wordt bijvoorbeeld gekeken in hoeverre pluriformiteit een vanzelfsprekend onderdeel van de beroepspraktijk is. In de selectiecommissie voor adviseurs is interculturele sensitiviteit geborgd. In 2016 had twee derde van de adviseurs in zijn dagelijkse praktijk te maken met de competentie interculturele sensitiviteit. Gemeten langs de lat van een meer traditionele invulling van het begrip culturele diversiteit, zoals gehanteerd door het CBS (dat tevens de termen allochtoon en autochtoon hanteert), ligt bij zowel adviseurs als werknemers van het fonds de populatie allochtoon ruim boven het landelijk gemiddelde. Bij het uitzetten van vacatures wordt tot slot nadrukkelijk gelet op verspreiding binnen cultureel diverse netwerken, zoals binnen het netwerk van Binoq Atana. Het fonds poogt de opgebouwde kennis en de netwerken die in afgelopen perioden zijn aangesproken te verankeren en te vernieuwen.Het Mondriaan Fonds is zich bewust dat het aanspreken van nieuwe netwerken en het uitbreiden van bestaande netwerken extra inspanning vergt. Het gaat om de netwerken van adviseurs, doelgerichte communicatie en het benaderen van sleutelfiguren in geval van specifieke bijdragen. Reflectie Vanuit de overtuiging dat reflecteren op de eigen werkpraktijk essentieel is voor de kwaliteit van een fonds, introduceerde het Mondriaan Fonds op vaste momenten bijeenkomsten voor strategische reflectie. Met de raad van toezicht en het bestuur is bijvoorbeeld van gedachten gewisseld over de rol die het Mondriaan Fonds heeft als relatiemakelaar. In 2016 wisselden tijdens twee zogeheten koffietafels medewerkers van het fonds en deskundigen uit een specifiek veld van gedachten over relevante ontwikkelingen op de terreinen van beeldende kunst en cultureel erfgoed. Zo benadrukten galeriehouders tijdens een koffietafel Internationaal Beleid het belang van kleinere internationale beurzen. Tijdens een koffietafel Culturele Pluriformiteit gaven experts aanbevelingen hoe het fonds meer pluriforme doelgroepen kan bereiken. Verder werd daar het plan gevat een stageplek voor talenten te creëren die nieuwe (intercultureel sensitieve) perspectieven in musea weten te brengen. Met het initiatief ‘Kansplaatsen’ wordt dit verder uitgewerkt. >pagina 25

Een laatste voorbeeld: verschillende kunstenaars en medewerkers van musea presenteerden resultaten van hun gehonoreerde initiatieven tijdens lunchbijeenkomsten voor fondsmedewerkers, zodat de resultaten van de bijdragen van het fonds vanuit het perspectief van aanvragers voor het voetlicht werden gebracht en bediscussieerd.


Rory Pilgrim, Robot, 2016

Hare Majesteit Koningin Máxima en winnaar Prix de Rome 2015 Magali Reus. Foto: Shinji Otani

Gehonoreerd > Prix de Rome

Francesco Stocchi – ontwikkeling staat centraal ‘Genomineerd worden voor de Prix de Rome is al een soort winnen. Je krijgt een productiebudget en je werk wordt gepresenteerd onder grote publieke interesse. Het gaat bovendien de confrontatie aan met de inbreng van de andere genomineerden en dat is bijzonder leerzaam. De winnaar krijgt behalve een geldprijs, persaandacht en een CV-boost, de mogelijkheid naar Rome te reizen. Wat hij of zij daar doet, is helemaal vrij. Niet de productie van nieuw werk staat centraal maar persoonlijke ontwikkeling.’ Francesco Stocchi (jurylid Prix de Rome 2015 en 2017)


Prix de Rome Met Prix de Rome wil het Mondriaan Fonds getalenteerde beeldend kunstenaars en architecten traceren, hen stimuleren zich verder te ontwikkelen en hun zichtbaarheid vergroten. Het is de oudste en meest genereuze prijs voor beeldend kunstenaars en architecten onder de 40 jaar. De Prix de Rome wordt georganiseerd in een cyclus van vier jaar: twee jaar staan in het teken van Beeldende Kunst, een jaar betreft Architectuur. In het vierde jaar, dat in 2016 viel, heeft geen wedstrijd plaats. Wel was nog tot en met 17 januari 2016 de Prix de Rome tentoonstelling bij de Appel arts centre te zien, die door 3.452 mensen werd bezocht. Bij de tentoonstelling werd een nevenprogramma georganiseerd met performances, (familie-)rondleidingen en artist talks. Verder werden in 2016 de speciale website en sociale media-kanalen onderhouden en werd de Prix de Rome 2017 in gang gezet door het samenstellen van een internationale jury, het uitnodigen van de scouts en het publiekelijk aankondigen en openstellen van de komende ronde. Ten slotte maakte Avrotros Kunstuur een televisie-special over de werkperiodes die de winnaars vroeger en nu uitvoerden in Rome. 2013-2016 Sinds 2012 wordt de Prix de Rome georganiseerd door het Mondriaan Fonds. De systematiek van de prijs is door het Mondriaan Fonds aangepast; de doelstelling bleef ongewijzigd. Nieuw was de herintroductie van een prijs in de vorm van een verblijf in Rome. Daarmee

keerde de Prix terug naar zijn oorsprong toen deze bestond uit een studiereis naar Parijs en Rome. De Prix de Rome is in 2013 uitgereikt aan kunstenaar Falke Pisano, in 2014 aan architect Donna van Milligen Bielke, in 2015 aan kunstenaar Magali Reus. Alle winnaars ontvingen 40.000 euro en een werkperiode van drie maanden bij de American Academy in Rome waar zij plannen voor nieuw werk konden uitwerken en in een stimulerende werkomgeving in contact konden komen met bijvoorbeeld Amerikaanse kunstenaars en wetenschappers. Pisano ontmoette er een wetenschapper wiens onderzoek raakte aan haar eigen artistieke onderzoek wat resulteerde in nieuw werk, Van Milligen Bielke deed inspiratie op bij de Italiaanse architectuur en liet dat terugkeren in haar ontwerpen, voor Reus die eind 2016 in Rome verbleef is het nog te vroeg om te zeggen wat het verblijf in Rome betekende. Naast de winnaars waren er tijdens deze cultuurplanperiode nog zes beeldend kunstenaars en zeven architecten genomineerd op de shortlist. Zij kregen de mogelijkheid en het budget om nieuw werk te maken. Het traceren van talent begon bij alle edities door een breed samengestelde groep van professionals. die ieder twee kunstenaars voordroegen. Daarnaast konden derden en de kunstenaars of architecten zelf kandidaten voordragen. Na een tussentijdse aanpassing in 2014 zijn alle voordrachten rechtstreeks aan de jury gedaan. Dit had een stijging in het aantal voorgedragen


kandidaten tot gevolg: vijftig kunstenaars in 2013, 57 architecten in 2014 en zeventig kunstenaars in 2015. De voordrachten werden beoordeeld door een internationale jury. De kunstenaars en architecten op de shortlist van de Prix de Rome werden gestimuleerd hun werk te ontwikkelen met een werkbudget waarmee zij in een periode van vijf maanden werk moesten maken op basis waarvan zij door de jury beoordeeld werden. Ook werd de genomineerden de mogelijkheid geboden met een coach gesprekken te voeren over de ontwikkeling van het werk. De kunstenaars die hier gebruik van maakten zeiden achteraf baat te hebben gehad bij de inhoudelijke aanwijzingen. Ook het contact met de curator van de tentoonstelling droeg bij aan hun gedachtevorming. Het hele proces van nominatie tot en met de uitreiking heeft het werk van de winnende en genomineerde kunstenaars veel zichtbaarheid opgeleverd. De drie doelstellingen van de Prix de Rome lijken hiermee te zijn gehaald, hoewel niet te zeggen is hoe de winnaars en de andere shortlist­ kunstenaars zich hadden ontwikkeld zonder de Prix de Rome. Alle winnaars zeggen dat de Prix de Rome zorgde voor extra waardering en erkenning en een breder publiek heeft met hun werk kennis kunnen maken. Het traject tussen nominatie en uitreiking hebben de genomineerden ervaren als een intensieve periode die vaak veel betekend heeft voor de ontwikkeling van hun werk. Alle Prix de Rome edities zijn geëvalueerd. De beeldende kunst edities intern door gesprekken met de shortlist-kunstenaars en de betrokken partijen. Daar kwamen vooral kleine organisato-

rische aanpassingen uit voort. Verder onderstrepen de antwoorden van de betrokken kunstenaars bovenstaande bevindingen. Een van de genomineerden zegt bijvoorbeeld over het werkproces: ‘Dit heeft geleid tot nieuwe inzichten binnen mijn werkproces waar ik heel erg veel aan heb gehad, en nu nog veel aan heb.’ De procedure van de Prix de Rome Architectuur 2014 is in opdracht van het Mondriaan Fonds geëvalueerd door architectuurcriticus en schrijver Christophe Van Gerrewey. Deze evaluatie werd gedaan aan de hand van 26 gesprekken met (oud-)genomineerden, (oud-)juryleden, scouts en andere betrokkenen uit het veld. Op basis van de evaluatie en de ervaringen met de Prix de Rome Architectuur 2014, en na consultatie van de nieuwe Rijksbouwmeester, heeft het bestuur van het Mondriaan Fonds besloten tot enkele aanpassingen van de procedure voor de Prix de Rome Architectuur 2018. Zo is de maximumleeftijd verlaagd naar 35 jaar.


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

Effectmeting Het fonds zorgt voor monitoring, reflectie en effectmeting van zijn bijdragen en activiteiten. Per bijdrage staan de resultaten van die effectmeting in dit jaarverslag en in het deel ‘De Oogst’ staan de bevindingen per algemeen doel. Hieronder volgt een korte beschrijving van het instrumentarium waarmee die bevindingen werden gemeten. Het Mondriaan Fonds ontwikkelde een op zijn praktijk toegespitst instrumentarium dat het fonds in staat stelt de effecten van het beleid te meten: de Öfner-methode. In de eerste plaats zijn op hoofdlijnen de doelstellingen uit het Addendum bij het beleidsplan 2013-2016 zo veel mogelijk SMART specifiek geformuleerd. Per bijdragemogelijkheid zijn die doelstellingen vervolgens zo concreet mogelijk gemaakt, zodat een vergelijking van doel en resultaat mogelijk werd. Het meten van die specifiekere doelstelling gebeurt op verschillende manieren, al naar gelang de specifieke context van de bijdrage. Digitale verantwoording Sinds het moment dat aanvragen digitaal ingediend en verantwoord kunnen worden, vraagt het Mondriaan Fonds aanvragers gerichte informatie met het oog op effectmeting. Het gaat vooral om bijdrage specifieke, en daarnaast algemene data. De verzamelingen voorafgaand aan de uitvoering van een aanvraag en de gegevens na afloop van de activiteit worden met elkaar vergeleken. Dit maakt het mogelijk een inschatting te maken van de effecten van de bijdragen, zoals de spin-offs op het punt van zichtbaarheid en samenwerking. Aanvragers gaan bijvoorbeeld in op de publieke presentatie van hun plannen, zodat de kwaliteit en zichtbaarheid van de uitvoering effectiever kan worden gemeten. Op basis van de data uit de online-aanvraagformulieren heeft het fonds voor een aantal bijdragen (cruciale) indicatoren voor het meten van succes bepaald. Daarbij werd rekening gehouden met kenmerken van goede indicatoren, die relevant, toerekenbaar en meetbaar zijn. Op basis van de gegevens uit online aanvraagformulieren kon het fonds bijvoorbeeld concluderen dat jonge talenten met name onafhankelijkheid en erkenning noemen als indicatie van hun eigen succes. De bewezen talenten noemen eerder als succesfactor voor de bijdrage voldoende mogelijkheid zich artistiek te ontwikkelen en voor continuïteit in hun werk te zorgen. De inzichten maken deel uit van de beschrijvingen per bijdrage in dit verslag. Effectmetingscommissies Een ander element van de Öfner-methode is het aanstellen van speciale commissies die per bijdrage in kaart brengen of het beoogde doel wordt bereikt. Iedere effectmetingscommissie bestaat deels uit adviseurs die destijds de aanvragen beoordeelden en deels uit nieuwe die niet bij de aanvraag betrokken waren. Zo inventariseert jaarlijks de effectmetingcommissie Werkbijdrage Jong Talent de bijdragen die aan startende kunstenaars werden verstrekt. Dit gebeurt bij de presentatie Prospects & Concepts, de jaarlijkse startersexpositie tijdens Art Rotterdam. Enquêtes Om beter voor het voetlicht te krijgen in welke mate bijdragen voor individuele bewezen kunstenaars (zoals de Werkbijdrage Bewezen Talent en de Bijdrage Gastateliers) het doel behalen en exacter zicht te krijgen op de resultaten, ontwikkelde het Mondriaan Fonds een aparte meetmethode in de vorm van enquêtes. Deze brengt voorafgaand, gedurende en na afloop van de bijdrage de beoogde en waargemaakt resultaten in kaart. Het Mondriaan Fonds stuurde een serie vragen aan meer dan vijfhonderd aanvragers die de afgelopen vier jaar een WBT ontvingen, en aan tweehonderdvijftig kunstenaars die een werkperiode bij een internationaal atelier verbleven.

65

Interne evaluaties Alle bijdragen worden continu en structureel intern geëvalueerd en waar nodig aangepast. Aan het eind van iedere vergadering kijken de adviseurs terug op de manier waarop de beoordeling is verlopen. Dit verslag gaat naar het bestuur dat zo nodig actie onderneemt. Aan het einde van het jaar voert het Mondriaan Fonds jaarlijks een interne evaluatie van alle regelingen uit. Externe evaluaties Tussen 2013 en 2016 werden veertien externe onderzoeken en evaluaties uitgevoerd. Ook hiervan zijn de resultaten in de beschrijvingen in dit jaarverslag verwerkt. De rapporten zijn in hun geheel of als samenvatting op de website van het Mondriaan Fonds te vinden, tenzij dit vanwege privacy van aanvragers niet kan. Van de volgende bijdragen zijn in de periode 2013-2016 evaluaties uitgevoerd: • Regeling KulturA door Thije Adams (2013) • Beurzen Praktijkverdieping door Research voor Beleid/Panteia (2013) • Bijdrage Veiligheidszorg door Research voor Beleid/Panteia (2013) • Klanttevredenheidsonderzoek aanvragers Mondriaan Fonds door Blauw (2014) • Beurzen Praktijkverdieping II door Research voor Beleid/Panteia (2014) • Oriëntatiereis en Internationaal Bezoekersprogramma door Gottschalk Cultureel Advies (2014) • Kleine Kunstinitiatieven door Maaike Lauwaert (2014) • Herhalingsonderzoek klanttevredenheid door Blauw (2015) • Bijdrage Opdrachtgeverschap door Urban Paradoxes (2015). • Bijdrage Samenwerking Musea door adviesbureau Berenschot (2015) • Procedure Prix de Rome door Christophe Van Gerrewey (2015) • Onderzoek naar effecten digitalisering op beeldende kunst en erfgoed door Maaike Lauwaert (2016) • Onderzoek naar fonds als relatiemakelaar door Daniela Apice en Marjolein van de Ven (2016) • Regeling KunstKoop door Gottschalk Cultureel Advies (2016) • Onderzoek naar mogelijkheden Impact Investment door True Price (2016)


Wendelien van Oldenborgh, Prologue: Squat/Anti-Squat (production still), 2016

Gehonoreerd > Biënnale van Venetië

Wendelien van Oldenborgh – opfrissen van bewustzijn ‘Op de Biënnale van Venetië presenteer ik twee films en een serie lenticular prints. Eén film is al af. Daarin staat een grootschalige maar vergeten krakersactie in de Bijlmer door Surinamers en Antillianen in de jaren 1970 centraal. Ik hoop ermee het historisch en maatschappelijk bewustzijn op te frissen. De tweede film reageert meer direct op het Nederlandse paviljoen, dat staat voor een bepaald politiek idealisme en modernistisch zelfbeeld van Nederland: helder en eenduidig. Achter dat beeld schuilt natuurlijk een hoop chaos. De werken zullen in Venetië zelf nieuwe contactlijnen maken.’ Wendelien van Oldenborgh (beeldend kunstenaar)


Biënnale van Venetië Het Nederlandse Rietveldpaviljoen fungeert tijdens de Biënnale van Venetië elke twee jaar als een belangrijk podium dat bijdraagt aan de internationale uitstraling van kunst uit Nederland. Het maakt de productie van nieuw en actueel werk mogelijk en stelt relevante onderwerpen in de kunst en samenleving aan de orde. Het Mondriaan Fonds is als opdrachtgever verantwoordelijk voor de Nederlandse inzending en vraagt middels een open oproep aan curatoren en kunstenaars een plan in te dienen, passend bij een statelijke manifestatie. De benoeming vindt plaats op basis van advies door een internationale jury. 2016 stond in het teken van de voorbereidingen voor de 57ste editie, die in 2017 zal plaatsvinden. Het fonds deed voor de derde keer een open oproep aan curatoren voor projectvoorstellen; 68 plannen werden ingediend door in totaal 98 curatoren die samen 175 kunstenaars nomineerden. Meer dan de helft van de voorstellen betrof solopresentaties. Curatoren waren werkzaam bij vooraanstaande kunstmusea en presentatie-instellingen, maar ook als freelancer. Een jury bestaande uit Lorenzo Benedetti (curator), Nathalie Hartjes (directeur M.A.M.A.), Aernout Mik (beeldend kunstenaar), Mirjam Westen (conservator Museum Arnhem) en voorzitter Birgit Donker selecteerde vijf plannen voor de shortlist: Nina Folkersma en Hilde de Bruijn met Jennifer Tee; Francesco Stocchi met Erik van Lieshout; Charles Esche, Els Roelandt

en Charles Tumba met Renzo Martens; Maaike Gouwenberg en Emma Panza met Melanie Bonajo; en Lucy Cotter met Wendelien van Oldenborgh. De jury besloot het voorstel ‘Cinema Olanda’ van curator Lucy Cotter en kunstenaar Wendelien van Oldenborgh te selecteren. De kwaliteit van de kunstenaar en haar oeuvre, de reputatie van de curator, de meerwaarde van de samenwerking tussen de kunstenaar en curator en de mate van relevantie van en verrassing in het voorstel zijn daarbij in onderlinge samenhang afgewogen en waren doorslaggevend. ‘Het plan van Van Oldenborgh en Cotter sluit nauw aan op de tijdgeest en ontsluit bijzondere verhalen’, aldus de jury. 2013-2016 In 2012 introduceerde het Mondriaan Fonds de open oproep en het jurymodel om tot een keuze te komen voor de Nederlandse inzending voor de Biënnale van Venetië. De respons overtrof iedere keer de verwachting. Daaruit blijkt dat de inzending voor Venetië binnen de Nederlandse kunstwereld leeft. De jury’s, waarin ook oud-deelnemers aan de biënnale zitting hadden, constateerden dat meerdere voorstellen geschikt waren voor presentatie in Venetië. Dit getuigt van de vitaliteit en de actualiteit van de beeldende kunst in Nederland, die met gemak op het allerhoogste wereldniveau kan meedoen. De selectiemethode voor het paviljoen door middel van een open oproep haalde elke keer weer het beste naar boven.


In 2013 werd de presentatie ‘Room with Broken Sentence’ van Mark Manders met curator Lorenzo Benedetti in het Rietveldpaviljoen getoond en in 2015 ‘to be all ways to be’ van herman de vries met curatoren Colin Huizing en Cees de Boer. De presentatie van de vries strekte zich uit van het paviljoen in de Giardini tot een verlaten eiland in de Venetiaanse lagune, met speciale boottochten door het publiek te bezoeken. Voor zowel Manders als de vries gold dat deelname aan de biënnale een impuls heeft gegeven aan hun internationale bekendheid, de aankoop van meerdere werken door prominente musea en verzamelaars en vervolgtentoonstellingen in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Indonesië en Frankrijk. Bijzonder is daarnaast dat de presentaties ook bijdroegen aan hun nationale bekendheid. Beide kunstenaars wonen en werken al geruime tijd in het buitenland, maar werden na hun selectie aangekocht door Nederlandse musea. De ruime media-aandacht in de nationale media voor ‘Trots van Nederland in Venetië’ (De Telegraaf 7-5-2015) onderstreept de relevantie van de presentatie in het Rietveldpaviljoen voor het Nederlands publiek. Voor de 57ste editie in 2017 zal het Rietveldpaviljoen ingericht worden met drie nieuwe filmwerken die onderbelichte delen van de recente Nederlandse postkoloniale geschiedenis blootleggen, die volgens Wendelien van Oldenborgh en curator Lucy Cotter van belang zijn om mee te nemen in de ontwikkeling van een nieuw nationaal zelfbeeld.

Voor Van Oldenborgh is het een unieke mogelijkheid om haar bijdrage aan het Nederlandse culturele discours op een internationaal vooraanstaand platform te presenteren. Behalve de presentatie in het paviljoen komt er ook een boek en een speciaal publieksprogramma bij Witte de With in Rotterdam.


Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

Financiën Exploitatieresultaat a. Activiteitenlasten Het bedrag aan verleende bijdragen in het verslagjaar is € 31.655.961. De overige activiteiten zoals de Prix de Rome, de Biënnale van Venetië en Prospects & Concepts bedragen € 3.171.378. Daarnaast is € 3.237.003 aan The Art of Impact besteed. Dit maakt over 2016 de totale activiteitenlasten € 38.064.342. b. Beheerlasten In 2016 is € 2.573.051 aan beheerlasten besteed. In de periode 2013-2016 is van de door OCW verstrekte middelen 7,4% aan beheerlasten besteed. Financiële positie Het eigen vermogen bedraagt per 31 december 2016 € 20.064.268, bestaande uit: € 2.788.249 Algemene reserve Bestemmingsreserve € 11.219.168 Bestemmingsfonds OCW € 6.056.851 De algemene reserve wordt aangehouden om de risico’s zoals beschreven in de paragraaf over het risicobeheer van het Mondriaan Fonds af te dekken. De bestemmingsreserves zijn met grote zorgvuldigheid gevormd voor activiteiten die in de periode 2013-2016 in gang gezet zijn, maar nog niet tot volledige afronding zijn gekomen. Een voorbeeld is € 600.000 die het ministerie van OCW eind 2016 voor 2017 heeft toegekend voor het experimenteerreglement kunstenaarshonorarium. In de loop van 2017-2020 zullen de bestemmingsreserves uitgegeven zijn. Taakstelling apparaatskosten In de brief 349694 d.d. 5 december 2011 heeft het ministerie aangekondigd zijn bijdrage aan het Mondriaan Fonds per 1 januari 2013 te verlagen met de zogeheten zbo-korting. 2013 € 125.344 2014 € 275.847 2015 € 347.793 2016 € 387.165 Het Mondriaan Fonds heeft de korting in de begroting en het beleidsplan verwerkt en zodoende aan de korting voldaan.

67



Meer weten over jaarcijfers en alle projecten en activiteiten die in 2013-2016 een bijdrage hebben ontvangen? Zie de website Mondriaan Fonds/Leestafel/ Jaarverslagen



Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

Continuïteit van het beleid Missie van het Mondriaan Fonds is het bevorderen van de ontwikkeling en de zichtbaarheid van een veerkrachtige, vernieuwende en verrijkende sector van beeldende kunst en van cultureel erfgoed. Het Mondriaan Fonds koos daarom aan het begin van een nieuwe vierjarige beleidsperiode voor de twee accenten ontwikkeling en verbinding. In het beleidsplan 2017-2020, getiteld ‘Verdieping en versterking van de vrijhaven van verbeelding’, legt het fonds uit wat het daaronder verstaat. Ontwikkeling betekent het verkennen van nieuwe wegen of juist het vervolgen van ingeslagen relevante paden. Onder ontwikkeling verstaat het fonds talentontwikkeling (en die houdt nooit op, kent geen leeftijd). Maar ook het aangaan van het experiment. Onderzoek is nadrukkelijk onderdeel hiervan, ter verdieping van de praktijk van kunstenaar en van (erfgoed) instellingen. Ook collectieverrijking, via onder meer aankoop en digitalisering, hoort bij ontwikkeling. Onder verbinding schaart het fonds het presenteren van kunst en erfgoed op een manier die het publiek actief betrekt. Daarbij gaat het niet zozeer om een groot, maar altijd een passend publiek. Daarom blijft het fonds bij iedere aanvraag een presentatieplan vragen, waarin aanvragers duidelijk maken hoe een aankoop, werkbijdrage, project of de samenwerking op inspirerende wijze zichtbaar wordt gemaakt voor een passend publiek.

69

Het Mondriaan Fonds heeft voor de periode 2017-2020 het instrumentarium vereenvoudigd, en waar mogelijk bijdragemogelijkheden in elkaar geschoven. De hoofdlijnen van het beleid komen samen in zeven ‘richtingwijzers’, te weten (1) het stimuleren van talent; (2) het stimuleren van een vitale Collectie Nederland; (3) het versterken van opdrachtgeverschap; (4) het stimuleren van inspirerende, waaronder vernieuwende, presentatie en programmering op het gebied van beeldende kunst en erfgoed; (5) het presenteren van kunst en erfgoed uit Nederland in het buitenland; (6) het stimuleren van de verkoop van beeldende kunst en tot slot (7) het bevorderen van samenwerking. Die richtingwijzers zijn uitgewerkt in zeven verschillende platforms, die te vinden zijn op de website van het fonds. Deze platforms bieden informatie over de relevante bijdragen voor aanvragers, maar schetsen ook de opbrengsten van deze bijdragen en de activiteiten die het fonds ontwikkelt. Het Mondriaan Fonds blijft zich naast verstrekker van financiële bijdragen steeds meer tot relatiemakelaar ontwikkelen. Tot slot: de afgelopen jaren heeft het Mondriaan Fonds veelvuldig het probleem onder de aandacht gebracht dat de beschikbare middelen voor met name presentatie-instellingen, talentontwikkeling en het budget voor aankopen van musea en andere erfgoedinstellingen te krap zijn. Voor deze tekorten is bij aanvang van de nieuwe beleidsperiode nog geen structurele oplossing gevonden.

Talentontwikkeling • Werkbijdrage Jong Talent • Werkbijdrage Bewezen Talent • Projectinvestering Kunstenaar en Bemiddelaar • Gastateliers Vitale Collectie Nederland • Incidentele Aankopen • Collectieprogramma’s • Collectiemobiliteit • Bijdrage Beschermd Cultuurgoed Opdrachten • Opdrachtgeverschap Presenteren en programmeren • Projectinvestering Instellingen • Mobiel Erfgoed • Publicaties • Meerjarenprogramma’s Presentatie-instellingen • Meerjarenprogramma’s Musea en overige Erfgoedinstellingen • Experimenteerreglement kunstenaarshonoraria Internationale presentaties • Presentatie Buitenland Stimuleren markt • Kunstbeurzen • KunstKoopregeling Samenwerking • Samenwerking Musea • Internationale Samenwerkingsprojecten Erfgoedinstellingen



Mondriaan Fonds Jaarverslag 2016

Colofon Tekst: Mondriaan Fonds Interviews beeldkatern: Edo Dijksterhuis Beeld: Šaanvragers, tenzij anders vermeld Beeld omslag: Lotte Reimann >pagina 62 en Collectie Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis >pagina 56 Ontwerp: 75B ŠMondriaan Fonds, maart 2017 Aan de inhoud van deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend. Het Mondriaan Fonds heeft getracht aan alle auteursrechtelijke verplichtingen te voldoen. Voor zover iemand meent alsnog rechthebbende te zijn, kan diegene zich tot het Mondriaan Fonds richten. Mondriaan Fonds Postbus 773 1000 AT Amsterdam 020 523 15 23 info@mondriaanfonds.nl www.mondriaanfonds.nl twitter.com/mondriaanfonds facebook.com/mondriaanfonds

71


Mondriaan Fonds Postbus 773 1000 AT Amsterdam t 020 523 15 23 info@mondriaanfonds.nl www.mondriaanfonds.nl twitter.com/mondriaanfonds facebook.com/mondriaanfonds


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.