5 minute read

Militair chirurg Mark van den Baar

‘Als chirurg bij Defensie sta je er vaak alleen voor, daar moet je tegen kunnen’

Het werk vraagt voortdurend om het nadenken over alternatieve oplossingen, als de benodigde middelen niet voor handen zijn. De Militaire Courant sprak met Mark van den Baar, militair chirurg en kapitein-ter-zee, over zijn ervaringen.

Advertisement

DOOR CHARLOTTE MOLENAAR

Mark van den Baar is chirurg in het Maxima Medisch Centrum en militair chirurg bij Defensie. Het Maxima Medisch Centrum is een van de veertien ziekenhuizen die een contract hebben met Defensie voor het beschikbaar stellen van een chirurgisch team.

Hoe ben je militair chirurg geworden?

‘Na mijn studie geneeskunde ben ik als arts op de afdeling Heelkunde in Breda en het VU medisch centrum (VUmc) in Amsterdam gaan werken. Daarna besloot ik om me als arts bij de marine aan te sluiten. Ik heb een fantastische tijd gehad, maar raakte steeds verder weg van de patiëntenzorg en dat wilde ik niet. Ik ben toen via Defensie met de opleiding Heelkunde in Regio Noord gestart.’

Naar welke landen ben je uitgezonden en kun je een voorbeeld noemen van een situatie waarin je naar alternatieve oplossingen moest zoeken?

‘Ik ben onder andere uitgezonden naar de Adriatische Zee, Eritrea, Afghanistan, Somalië en Irak. Tijdens het werken als militair chirurg moet je eigenlijk altijd naar alternatieven zoeken, omdat we regelmatig niet de juiste middelen voor handen hebben. Zo moesten we in Afghanistan een keer een kind met een gebroken bovenbeen opereren. In principe behandelen we trouwens alleen militairen, maar afhankelijk van “the rule of engagement”* behandelen we soms wel burgerslachtoffers. In

Mark van den Baar

de praktijk zijn het vaak kinderen die we het eerst op tafel hebben. Het enige dat we voor dit kind hadden, was een metalen plaat voor een gebroken been van een volwassene. In het team van de Apache-helikopter zat een metaalbewerker, en die kon de plaat dus zo bewerken dat de plaat zwakker werd en mee kon bewegen met de groei. Dat was heel inventief.’

Je hebt op missie vast weleens een operatie gedaan, die je nog nooit eerder had gedaan. Kun je hier iets over vertellen?

‘Jazeker, en ik wist ook van tevoren dat dit kon gebeuren. Maar ik had nooit gedacht dat ik een hond zou opereren! De eerste operatie die ik op een hond heb uitgevoerd, was in verband met een steeldraai van de maag. Een steeldraai komt vooral voor bij jonge honden als ze nog een volle maag hebben en dan gaan rennen. Ze sterven daar heel snel aan. Het was een Belgische werkhond van een internationale missie waar we onderdeel van uitmaakten. We hebben gelukkig haar leven kunnen redden! Tegenwoordig werken we ook in Nederland met werkhonden, dus dit zal nog wel vaker voorkomen.’

Welke uitdagingen zijn er in jouw ogen om te zorgen dat een militair chirurg goed is voorbereid op een rampsituatie?

‘De differentiatie binnen de chirurgie is een groot probleem voor militair chirurgen, omdat je breed inzetbaar moet blijven. Het is bijvoorbeeld belangrijk om open ingrepen te kunnen doen, want er is in de meeste situaties geen apparatuur beschikbaar voor kijkoperaties. In Denemarken hebben ze trouwens al jaren geleden ook de “algemeen chirurgie” als differentiatie in het leven geroepen. Heel zinvol, omdat die chirurgen alle basistechnieken onder de knie hebben en daardoor ook het overzicht houden. Dan heb je bij een groot trauma niet vijf verschillende chirurgen nodig.’

De laatste decennia is er gelukkig steeds meer aandacht voor de posttraumatische stressstoornis (PTSS) en de begeleiding daarvan. Het is opvallend dat niet iedereen die een nare situatie meemaakt PTSS ontwikkelt. Heb jij daar een verklaring voor?

‘Ik ben geen expert in PTSS, maar denk dat het ontwikkelen van PTSS sterk gerelateerd is aan een gevoel van onmacht. Het gevoel dat je een patiënt onder normale omstandigheden had kunnen redden, maar nu niet omdat je de middelen niet hebt. Ik denk

SEPTEMBER 2022 – 37 INTERVIEW

Operatiekamer ten velde

‘De impact van de uitzending op mijn gezin en op mezelf heb ik onderschat’

dat wij als chirurgen daar beter mee om kunnen gaan. Je hebt natuurlijk al een bepaalde hardheid nodig om überhaupt door de selectie van de opleiding tot chirurg te komen. Mogelijk hebben we ook geleerd om te accepteren hoe het gegaan is, als je alles hebt gedaan wat binnen je vermogen lag.’

Wat had je graag van tevoren willen weten voordat je bij Defensie ging werken?

‘De impact van een uitzending op mijn gezin en daarmee op mezelf heb ik onderschat. Ik kan me nog heel goed herinneren dat ik thuiskwam van een uitzending en hoorde dat ons jongste kind tijdens mijn afwezigheid doodziek opgenomen was geweest in het ziekenhuis. In overleg met de militaire commandant heeft mijn vrouw dit niet aan mij verteld. Ik kon toch niets doen, want ik zat op zee en zou me alleen maar ernstige zorgen maken. Ik denk er nog vaak aan terug hoe moeilijk dat voor mijn vrouw geweest moet zijn.’

Zoals je weet zijn er nu vele jonge chirurgen die moeite hebben om een baan als chirurg te vinden. Is het werken bij Defensie een alternatieve optie?

‘Werken bij Defensie is geen alternatief voor een jonge chirurg die geen baan kan vinden. We hebben de afgelopen jaren steeds beter geïdentificeerd welke vaardigheden getraind moeten worden om goed voorbereid te zijn. Dat zijn niet alleen medisch inhoudelijke vaardigheden maar ook persoonlijke vaardigheden, zoals geschikt zijn om te kunnen werken onder extreme omstandigheden. Dat betekent dat we al tijdens het vierde jaar van de opleiding Heelkunde nieuwe kandidaten werven. Het relatieziekenhuis plaatst de vacature. Als je door de selectie komt, kun je dus na je opleiding aan de slag als militair chirurg in dat relatieziekenhuis.’

Wat maakt het werken als militair chirurg voor jou zo aantrekkelijk?

‘Ik vind samenwerken erg leuk en vind het belangrijk om vóór de uitzending de teamspirit te voeden en me niet alleen te richten op het medisch inhoudelijke. Ook het samenwerken in internationaal verband spreekt me erg aan. Daarnaast is het ook gewoon fijn om soms even een tijdje weg te zijn uit je reguliere werkomgeving!’

*‘The rule of engagement’ wordt voor iedere missie opgesteld en hierbinnen liggen ondermeer de afspraken vast over het wel of niet behandelen van burgerslachtoffers.