Leerdoelen ‘mijn eten’ extra

Page 1

Leerdoelen ‘Mijn Eten’ ‘Mijn Eten’ is mede gebaseerd op de doorlopende leerlijn die het Voedingscentrum in 2012 heeft ontwikkeld. Deze leerlijn geeft inzicht in te ontwikkelen kennis, houding en vaardigheden op het vlak van gezond en duurzaam eten voor 4-­‐18 jarigen. Onderstaande doelen worden door ‘Mijn Eten’ nagestreefd. 1. Sociaal-­‐emotionele ontwikkeling • Zich verwonderen over alles wat groeit en bloeit aan voedsel in de natuur. • Werken in verschillende groepen bij het zaaien en observeren van groei. • Bewust proeven van voedingsmiddelen, kennis maken met andere smaken, verwonderen over nieuwe smaken en ontdekken dat smaak zich kan ontwikkelen. • Plezier beleven aan samen voedsel bereiden en samen eten met anderen. • Respect voor diversiteit in eetgewoonten en gebruiken • Gastvrijheid • Genieten van eten. • Normen ten aanzien van gezonde voeding ontwikkelen, elkaar helpen bij het ontwikkelen van een gezonde leefstijl en eigen verantwoordelijkheid nemen voor delen van het eetpatroon. 2. Kennis en vaardigheden Thema Voeding en gezondheid 2.1 Smaakopvoeding • Ervaren en leren benoemen van primaire smaken. • Benoemen hoe zintuigen van invloed zijn op voedsel: reuk, smaak, tast, geluid. 2.2 • • • 2.3 •

Schijf van Vijf Hoofdgroepen van de Schijf van Vijf: brood/aardappelen, groente/fruit, melk/vlees/vis, vet en drinken. Basisregels voor een gezonde voeding, belangrijkste voedingstips. Variatie in en tussen de groepen van de Schijf van Vijf, mogelijkheden om het eetpatroon gevarieerder te maken. Voeding en lichaamsgewicht Relatie tussen groei, beweging en eetgewoonten.


• • 2.4

Eigen eetpatroon wat betreft zoete, zoute, vette en grote snacks in kaart brengen en gezonde alternatieven bedenken: fruit, groente, broodje. Eigen inname van frisdrank en limonade schatten en gezond alternatief voor frisdrank bedenken: water, fruitsap, halfvolle melk.

Energiebalans en overgewicht Energiegehalte van snacks en frisdranken uitrekenen en berekenen hoe lang het duurt voordat je een snack hebt verbrand door te bewegen. Inschatting maken van eigen eet-­‐ en beweegpatroon.

• •

Eten op school Gezonde traktaties en feest. Gezond eten en drinken bij overblijven.

2.5

Thema Voedselkwaliteit 2.6 Herkomst en groei van voedsel • Leren waar voedsel vandaan komt: planten of dieren, van de boerderij of uit de fabriek. • De groei van planten die voedsel geven in hun natuurlijke omgeving volgen, bv. in de schooltuin. • Gevolgen van de seizoenen voor het voedselaanbod. 2.7 • • • 2.8 • • • •

Herkomst en bewerking van voedsel Leren waarom voedsel wordt bewerkt en dat er verschillende soorten bewerking zijn. Leren over smaakversterkers zoals zout en suiker en conserveren. Voedselproductieketens. Eten en effect op de wereld om je heen (mensen, dieren en milieu) Beginnen met meningsvorming over de invloed van eten op de wereld om je heen. Verschil tussen reguliere en duurzame productie. Productie, verwerking, bereiding van voedsel kost energie en verschilt per product. Voorkomen en bewustwording van voedselverspilling.

Thema Eten klaarmaken 2.9 Hygiëne • Leren waarom je moet handen wassen voordat je gaat eten of eten gaat bereiden. • Leren waarom je fruit en groenten moet wassen of schillen voordat je het eet.


2.10 •

Keukengerei Aandacht voor de gevaren in de keuken zoals hete pannen en scherpe messen.

2.11 • • •

Voedselbereiding Eenvoudige gerechten klaarmaken. Eenvoudige kooktechnieken, zoals bakken, koken, stomen, inmaken. Motorische vaardigheden, zoals wassen, schillen, snijden, hakken, malen, kneden, vijzelen,…

2.12 Presentatie • Aantrekkelijk presenteren, opmaken. 2.13 Recepten • Lezen van een recept.

Kerndoelen OCW ‘Mijn Eten’ sluit aan bij de volgende kerndoelen uit het leergebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’ (Ministerie van OCW, 2006): 34 De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. 35 De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. 37 De leerlingen leren zich gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. 39 De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. 42 De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. 44 De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. 49 De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren. 52 De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van het tijdvak: jagers en boeren.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.