ambtelijk memorandum 2018

Page 1

gemeente en ocmw Meerhout

Ambtelijk memorandum



inhoud Inleiding 3 1. Meerhout in vogelvlucht

6

1.1 Demografie

6

1.2 Grondgebied

10

1.3 Economie

15

1.4 Levensomstandigheden

18

2. Gemeentelijke financiën

20

2.1 Het verleden tot nu

20

2.1.1 Uitgavenzijde

20

2.2 In verhouding tot andere lokale besturen

23

2.2.1 Exploitatieontvangsten

23

2.2.2 Exploitatieuitgaven

26

2.2.3 Investeringen

28

2.3 Wat brengt de toekomst?

29

2.3.1 Evolutie van de financiën bij gelijkblijvend beleid

29

2.3.2 Beleidsteasers en managementaanbevelingen

30

3. Nieuwe denkpistes in het beleid

32

3.1 Zich verplaatsen, mobiliteit en veiligheidszorg

33

3.1.1 Omgevingsanalyse

33

3.1.2 SWOT

34

3.1.3 Beleidsteasers

36

3.2 Zorg voor milieu en natuur

38

3.2.1 Omgevingsanalyse

38

3.2.1.1 Groen in de gemeente

38

3.2.1.2 Afval

39

3.2.1.3 Energie

39

3.2.1.4 Luchtkwaliteit

40

3.2.2 SWOT

40

3.2.3 Beleidsteasers

42

3.3 Ondernemen en werken

45

3.3.1 Omgevingsanalyse

45

3.3.2 SWOT

46

3.3.3 Beleidsteasers

49

3.4 Wonen en ruimtelijke ordening

53

3.4.1 Omgevingsanalyse

53

Ambtelijk Memorandum • 1


3.4.2 SWOT

54

3.4.3 Beleidsteasers

56

3.5 Vrije tijd

58

3.5.1 Omgevingsanalyse

58

3.5.2 SWOT

59

3.5.3 Beleidsteasers

63

3.6 Leren en onderwijs

67

3.6.1 Omgevingsanalyse

67

3.6.2 SWOT

68

3.6.3 Beleidsteasers

70

3.7 Zorg en opvang van kinderen

72

3.7.1 Omgevingsanalyse

72

3.7.2 SWOT 73

2 • Ambtelijk Memorandum

3.7.3 Beleidsteasers

75

3.8 Zorg en opvang van senioren

77

3.8.1 Omgevingsanalyse

77

3.8.2 SWOT

78

3.8.3 Beleidsteasers

79

3.9 Zorg en opvang van kwetsbare mensen

82

3.9.1 Omgevingsanalyse

82

3.9.2 SWOT

84

3.9.3 Beleidsteasers

87

3.10 Managementsamenvatting: uitdagingen voor de volgende legislatuur

93

3.10.1 Een gezonde, duurzame leefomgeving

93

3.10.2 Zorg voor ouderen en senioren

95

3.10.3 Mobiliteit

97

3.10.4 Scholencampus

98

3.10.5 Inspraak en participatie

100

4. Organisatorische uitdagingen

102

4.1 Samenwerking politici en ambtenaren

102

4.2 Integratie van OCMW en gemeente

106

4.3 Organisatie van de dienstverlening

107

4.4 Investeringen in gebouwen

108


Inleiding Beste lezer Voor je ligt een tweede ambtelijk memorandum. Zes jaar geleden schreven we een eerste editie. De doelstelling blijft dezelfde: het informeren van beleidsmensen over nakende beleidskeuzes en de context waarbinnen dit zal gebeuren. Het volgende jaar zal ongetwijfeld in het teken staan van het omzetten van dromen en beloften in concrete plannen, acties, en niet in het minst in budgetten. Dergelijke plannen, acties en budgetten moeten nauwgezet worden vastgelegd in een meerjarenplan, volgens een strikt politiek goedkeuringsproces. Keuzes zullen ongetwijfeld moeten gemaakt worden. Het is immers een verdienste van de voorbije legislatuur dat de operationele werking op financieel vlak gezonder is, maar nog altijd worden veel investeringen betaald uit vroeger verworven reserves. Het hoeft geen betoog dat dit een eindig verhaal is. Het maken van keuzes vertrekt liefst vanuit juiste informatie, net daar wil het ambtelijk memorandum helpen. Het geeft voor alle beleidssectoren een globaal beeld over sterktes en zwaktes, uitdagingen en bedreigingen, keuzes waar we voor staan en cijfers over dat beleidsdomein. Het memorandum is een ondersteuning in het komende keuze- en planningsproces dat het volgende jaar zal volgen. De rol van de administratie zal er in bestaan dit proces zowel inhoudelijk als naar vorm te ondersteunen. Meer concreet bestaat het ambtelijke memorandum uit volgende hoofdstukken: ●● In een eerste hoofdstuk vind je een aantal kerncijfers van Meerhout zodat je een globaal beeld krijgt van onze gemeente en hoe ze zich verhoudt tot een gemiddelde Vlaamse gemeente of een gemiddelde plattelandsgemeente. ●● In een tweede hoofdstuk krijg je een weergave van de financiële situatie van het gemeentebestuur. ●● Daarna volgt het meest uitgebreide hoofdstuk waarin alle belangrijke beleidssectoren afzonderlijk worden besproken. Per beleidssector bekijken we een aantal belangrijke cijfers, we brengen een SWOT-analyse voor de beleidssector en sluiten af met een aantal beleidsteasers. Net als in het vorige ambtelijk memorandum zijn deze teasers bedoeld om je aan het denken te zetten over de keuzes die zich aandienen in het besproken beleidsdomein. Door twee min of meer aan elkaar tegengestelde stellingen te poneren, willen we een discussie op gang brengen. Vaak zijn er nog andere tussenmogelijkheden en vaak zal je voor een tussenweg willen kiezen. Dat kan en mag ook, maar door een set van tegenover elkaar liggende stellingen te poneren, willen we enkel de discussie faciliteren. ●● Het vierde hoofdstuk presenteert een aantal grote thema’s voor de volgende legislatuur. Het zijn complexe beleidsuitdagingen waarvan het management denkt dat ze tijdens de volgende legislatuur dominant aanwezig zullen zijn. ●● Het laatste hoofdstuk schetst een beperkt aantal interne uitdagingen. Het gaat dus niet over Meerhout als geheel, wel over de interne werking van het gemeentebestuur.

Ambtelijk Memorandum • 3


In wat voorligt hebben we, vanzelfsprekend, moeten kiezen uit tal van gegevens wat we wel en niet presenteren, wat we wel en niet schreven. We hebben, zoals je van een administratie mag verwachten, hierbij ons best gedaan om objectief te blijven. We beseffen dat dergelijke keuzes nooit helemaal waardevrij zijn, maar de intentie is altijd geweest om correcte informatie aan te leveren. Tot slot willen wij ons richten tot de medewerkers van de gemeente. Heel wat mensen hebben extra inspanningen geleverd om dit memorandum te schrijven. Niet alle informatie die is aangereikt, kreeg ook een plek in dit document. Heel vaak is er geschreven, geschrapt, herschreven, aangevuld, becommentarieerd en opnieuw herschreven. We willen iedereen bedanken voor zijn of haar bijdrage. We wensen je veel inspiratie en hopen met je hierover in discussie te gaan.

4 • Ambtelijk Memorandum


Ambtelijk Memorandum • 5


1

Meerhout in vogelvlucht In dit hoofdstuk volgt een beknopt overzicht in cijfers over de huidige situatie van Meerhout. Alle cijfers zijn in eigen beheer verwerkt en de meeste zijn afkomstig uit de volgende werken: ●● http://www.statistiekvlaanderen.be/ ●● https://www.gemeente-en-stadsmonitor.vlaanderen.be/ Waar mogelijk werden cijfers aangevuld met eigen informatie. In de tekst wordt vaak verwezen naar de Belfius V5-cluster. Belfius deelt bij de analyse van gemeentelijke informatie alle gemeenten in een aantal clusters. Dit moet ervoor zorgen dat Meerhout bijvoorbeeld niet met een grootstad vergeleken wordt. Meerhout zit in de Belfius-indeling in de V5-cluster. Deze cluster staat voor woongemeenten met eerder vergrijzende bevolking. Tot de cluster behoren een dertigtal gemeenten waaronder ook Arendonk, Balen, Herenthout, Herselt, Hulshout, Lille, Oud-Turnhout en Retie.

1.1 Demografie Het aantal Meerhoutenaren steeg van net meer dan 9 300 in 2005 tot meer dan 10 200 in 2017. Deze stijging is sterker dan het Vlaamse gemiddelde of het gemiddelde van de gemeenten in de Belfius V5-cluster vanaf 2007. Onderstaande grafiek toont de procentuele groei van de bevolking in respectievelijk Meerhout, de Belfius V5-cluster, het Vlaamse Gewest en de buurgemeenten ten opzichte van het jaar 2005. De groei van een normale gemeente uit de Belfius V5-cluster is kleiner dan het Vlaamse gemiddelde. Die van Meerhout daarentegen is groter dan het Vlaamse gemiddelde, maar kleiner dan bij de buurgemeenten.

6 • Ambtelijk memorandum


Naar de toekomst toe lijkt deze trend zich verder te zetten:

Momenteel is de groei vooral toe te schrijven aan de komst van nieuwe inwoners (migratie), veeleer dan aan nieuwe geboortes (natuurlijke groei). De natuurlijke groei is in verschillende jaren zelfs negatief doordat het aantal overleden inwoners hoger ligt dan het aantal geboorten uit in Meerhout wonende ouders.

Hoe sterk de groei van Meerhout afhangt van migratie is duidelijk te zien in de grafiek hierboven. De natuurlijke groei gaat op en neer. Sommige jaren zijn negatief en andere dan weer positief. De migratie is echter bijna altijd sterk positief. De interne migratie is overwegend het sterkst, uitgezonderd in de jaren 2012 en 2015 waar de interne migratie negatief is. In deze jaren zijn er meer mensen verhuisd uit Meerhout naar een andere Belgische stad of gemeente, dan er mensen in Meerhout zijn komen wonen. De externe migratie blijft over de verschillende jaren positief. Er verhuizen steeds meer mensen uit het buitenland naar Meerhout dan er Meerhoutenaren naar het buitenland verhuizen. De samenstelling van de bevolking ontgroent of vergrijst, dit is nog weinig verrassend. Toch kent elke leeftijdscategorie een groei ten opzichte van het jaar 2005. Het aantal 0- tot 19-jarigen is met 10 procent toegenomen, het aantal 20- tot 64-jarigen is met iets meer dan 5 procent toegenomen en het aandeel 65-plussers is met net geen 28 procent gestegen. Onderstaande grafiek geeft die trend weer.

Ambtelijk memorandum • 7


Meer in detail kent het aantal 0- tot 17-jarigen ten opzichte van de totale bevolking een kleine groei van 1,5 procent, het aandeel 65- tot 79-jarigen kent zelfs een groei van 2,5 procent en tot slot kunnen we bij de 80-plussers een groei van 2 procent vaststellen.

Meer in detail en in vergelijking met de Belfius V5-cluster, het Vlaams Gewest en de buurgemeenten, geeft de grafiek hieronder aan dat voor 2017 de leeftijdscategorie 50- tot 59-jarigen het grootste aandeel heeft in de totale bevolking. Het aandeel is in Meerhout groter dan het Vlaams gemiddelde en het gemiddelde in de buurgemeenten, maar toch nog kleiner dan het gemiddelde van de Belfius V5-cluster.

De grijze druk in Meerhout is dus nu aan het stijgen, maar is nog redelijk in vergelijking met sommige gemeenten zoals uit de volgende afbeelding blijkt.

8 • Ambtelijk memorandum


Maar, zoals voorgaande cijfers deden vermoeden, ziet de toekomst er minder rooskleurig uit. Onderstaande grafiek toont een prognose van de toename van de 65-plussers in 2027.

Met andere woorden: de vergrijzing is nu gemiddeld, maar Meerhout lijkt een snelle inhaalbeweging te maken en in de toekomst uit te groeien tot een gemeente met een sterke vergrijzing. Daartegenover staat dat het aantal vreemdelingen in Meerhout beduidend lager ligt dan het gemiddelde van de Belfius V5-cluster, de gemiddelde Vlaamse gemeente en de gemiddelde buurgemeente.

Ambtelijk memorandum • 9


Tot slot blijft de grootte van de gezinnen nu eerder stabiel. Het aantal huishoudens is met iets meer dan 11 procent gestegen tot 4 316 gezinnen in 2017 en de bevolking is in die periode met iets meer dan 10 procent gegroeid. De groei van het aantal huishoudens is sterker dan het gemiddelde in Vlaanderen en in de Belfius V5-cluster, maar minder sterk dan bij de buurgemeenten.

Samengevat: ●● De bevolking groeit sterker dan gemiddeld. ●● De bevolking is minder van Meerhout afkomstig (de groei is afkomstig van inwijkelingen). ●● De bevolking vergrijst sneller dan gemiddeld, maar is momenteel nog redelijk. ●● Er zijn weinig vreemdelingen in Meerhout. ●● De grootte van de gezinnen blijft eerder stabiel of het aantal huishoudens stijgt ongeveer gelijk met de bevolking.

1.2 Grondgebied Het is algemeen geweten dat de bevolkingsdichtheid in Meerhout lager ligt dan het Vlaamse gemiddelde, de gemiddelde buurgemeente en de gemiddelde gemeente in de Belfius V5-cluster. Evenmin is het nodig mee te geven dat de bevolkingsdichtheid stijgt door het groeiende aantal inwoners.

10 • Ambtelijk memorandum


Logisch gevolg is dat het aantal bebouwde percelen tussen 2005 en 2017 toenam met ongeveer 18 procent, dit is sneller dan bij het Vlaamse gemiddelde, de Belfius V5-cluster en de buurgemeenten.

Minder bekend is misschien dat de prijs voor bouwgrond op tien jaar tijd weer bijna verdubbeld is. Van ongeveer 89,0 euro tot 170,7 euro per vierkante meter. De prijs van de bouwgrond per vierkante meter in Meerhout kent zijn ups en downs. Dit wijkt af van de prijsstijgingen elders die nagenoeg altijd in stijgende lijn loopt. De prijzen stijgen elders eerder gelijklopend, maar in Meerhout stijgt de prijs vanaf 2012 ineens enorm. Dit wil nog niet zeggen dat bouwgronden in alle gemeenten momenteel even duur zijn. In Meerhout betaal je dus in 2014 170,7 euro per vierkante meter, in de Belfius V5-cluster is dit gemiddelde 140,4Â euro, in de gemiddelde buurgemeente 138 euro en in Vlaanderen zelfs 176,6 euro. In Meerhout is het dus niet meer goedkoper dan in de gemiddelde gemeente van de Belfius V5-cluster en de buurgemeenten, maar nog net iets goedkoper dan de gemiddelde gemeente in Vlaanderen. De prijsstijging en het aantal inwijkelingen hebben duidelijk een impact op elkaar.

Net zoals bij de andere gemeenten zijn de prijzen voor appartementen sneller gestegen dan die van andere woningen. De prijzen zijn zowel voor appartementen als gewone woonhuizen meer gestegen dan in de Belfius V5-cluster, de buurgemeenten en Vlaanderen. Een opvallend verschil is dat de prijsstijging voor gewone huizen in Meerhout (38,3 procent) significant hoger is dan de prijsstijging in de Belfius V5-cluster (16,4 procent), de buurgemeenten (17,2 procent) en Vlaanderen (22,1 procent).

Ambtelijk memorandum • 11


Ondanks het feit dat Meerhout een zorgzame gemeente wil zijn, ligt het aantal sociale huurwoningen laag. 144 sociale woningen (en appartementen) vertegenwoordigen 3,4 procent van het aantal huishoudens. Meerhout doet het wel net beter dan de Belfius V5-cluster (3,1 procent), maar opmerkelijk slechter dan de gemiddelde buurgemeente (4,8 procent) en de gemiddelde gemeente in Vlaanderen (5,6 procent).

Tegen alle verwachtingen in stijgt de open ruimte niet sterk boven het Vlaamse gemiddelde en de gemiddelde buurgemeente uit. Anderzijds beschikt de gemiddelde gemeente in de Belfius V5-cluster dan weer over meer open ruimte. Het gemiddelde is echter misleidend, omdat er grote verschillen tussen de gemeenten zijn. Anders uitgedrukt, de spreiding is groot tussen enerzijds sterk verstedelijkte omgevingen en eerder landelijke gemeenten.

12 • Ambtelijk memorandum


Het spreekt voor zich dat de onbebouwde ruimte afneemt, en dit lijkt vooral in het voordeel te zijn van woonfunctie, van 429 ha in 2008 tot 474 ha in 2017, en economische functie, van 98 ha in 2008 tot 113 ha in 2017.

Meerhout is een landbouwdorp wordt nogal eens gezegd. In realiteit is dit echter anders als je de onbebouwde oppervlakte naar functie bekijkt. De oppervlakte onbebouwde grond bestemd voor landbouw ligt lager dan bij het gemiddelde van de Belfius V5-cluster en het Vlaams Gewest, maar hoger dan bij de buurgemeenten. De oppervlakte onbebouwde grond bestemd voor bos is dan weer gelijk met het Vlaams Gewest, maar ligt beduidend lager dan het gemiddelde van de Belfius V5-cluster en de buurgemeenten. Bij het aandeel andere onbebouwde categorieĂŤn steekt Meerhout er samen met de buurgemeenten, dan weer ver bovenuit.

Ambtelijk memorandum • 13


De rioleringsgraad (cijfers 2016) van Meerhout ligt met 80,5 procent nagenoeg op het gemiddelde van de gemeenten in dezelfde Belfius-cluster (80,2 procent), net boven het gemiddelde van de buurgemeenten (78,3 procent) en onder het Vlaamse gemiddelde (86,5 procent). Toch slaagt Meerhout er in een zuiveringsgraad van 78,8 procent neer te zetten tegen een Belfius V5-gemiddelde van 76,9 procent, een gemiddelde van de buurgemeenten van 73,3 procent en een Vlaams gemiddelde van 81,5 procent.

Wat broeikasgasemissies betreft moet opgemerkt worden dat vooral de tertiaire sector in Meerhout zowel ten opzichte van het Vlaamse cijfer, de cijfers van de buurgemeenten als de Belfius V5-cluster er ver bovenuit steekt. De uitstoot van CO-2 emissies van de industrie ligt dan weer opmerkelijk laag ten opzichte van Vlaanderen, de buurgemeenten en de gemiddelde gemeente uit de Belfius V5cluster. De huishoudens doen het dan weer beter dan de andere gemeenten uit de Belfius V5-cluster, maar toch iets slechter dan het Vlaams gemiddelde en het gemiddelde van de buurgemeenten.

Op vlak van huisvuilophaling scoort Meerhout goed. Het opgehaalde restafval per inwoner is sinds 2013 sterk gezakt en ligt merkbaar lager dan in andere gemeenten in Vlaanderen of de Belfius V5-cluster en in 2016 ook net iets lager dan de gemiddelde buurgemeente.

14 • Ambtelijk memorandum


1.3 Economie Wat economische activiteit betreft is Meerhout aangewezen op buurgemeenten of andere gemeenten, dat blijkt uit een veelheid van cijfers. In de eerste plaats zie je dat er in Meerhout in 2015 voor elke 100 inwoners 45,7 jobs zijn (jobratio), terwijl het gemiddelde in de buurgemeenten op 70,6 ligt en het Vlaamse gemiddelde zelfs op 75. Uit de onderstaande grafiek blijkt dat Meerhout toch net iets hoger ligt dan de gemiddelde Belfius V5-cluster die op 43,6 ligt. Het is amper de moeite om op te merken, maar de jobratio stijgt een beetje sneller dan het Vlaamse gemiddelde. Erg langzaam wordt zo de achterstand ingehaald.

Een logisch gevolg is dat in Meerhout veel externe pendelbewegingen zijn. 85,4 procent van de loontrekkende bevolking werkt buiten Meerhout. Daar staat tegenover dat 68,4 procent van onze loontrekkende jobs wordt ingevuld door mensen van buiten Meerhout. Je mag gerust stellen dat Meerhout vandaag een dorp is waar geslapen wordt, eventueel vrije tijd wordt doorgebracht, maar waar in mindere mate gewerkt wordt. Meerhout slaapdorp is een slogan die niet helemaal kan ontkend worden.

Ambtelijk memorandum • 15


Het voorgaande zegt iets over de jobs in Meerhout en door wie die ingevuld worden, maar zegt nog weinig over de mate waarin inwoners op arbeidsleeftijd effectief aan het werk zijn. Wat dat betreft doet Meerhout het minder slecht. In de onderstaande grafiek wordt van 2009 tot 2015 het aandeel van de werkenden, werkzoekenden en niet-beroepsactieven getoond in Meerhout, de Belfius V5cluster, het Vlaams Gewest en de buurgemeenten. Het valt op dat er geen grote verschillen zijn.

In welke activiteiten werken de Meerhoutenaren? De primaire sector is ondervertegenwoordigd ten opzichte van de Belfius V5-cluster, maar ongeveer gelijk met het gemiddelde van Vlaanderen en iets meer dan in de buurgemeenten. In de primaire sector loopt Meerhout dan weer ongeveer gelijk met de Belfius V5-cluster en is Meerhout oververtegenwoordigd ten opzichte van het Vlaams Gewest en de buurgemeenten. In de tertiaire sector is Meerhout dan weer ondervertegenwoordigd ten opzichte van de gemiddelde Vlaamse gemeente en de buurgemeenten, maar loopt Meerhout ongeveer gelijk met de Belfius V5cluster. De tertiaire sector is overal ongeveer hetzelfde vertegenwoordigd.

16 • Ambtelijk memorandum


Kort samengevat: mensen op beroepsleeftijd in Meerhout zijn relatief actief, maar werken in andere gemeenten. Het aantal jobs in Meerhout ligt erg laag en de helft daarvan wordt ingenomen door niet-Meerhoutenaren. Wat betreft de hoogte van de inkomsten van onze inwoners loopt Meerhout, na een inhaalbeweging, na 2011 terug een achterstand op. In 2008 lagen die inkomsten boven het gemiddelde van de Belfius V5-cluster, maar nog net onder het Vlaams gemiddelde. Na 2011 stijgt het gemiddeld inkomen van de Meerhoutenaren minder snel waardoor we opnieuw zakken onder het gemiddelde van zowel de gemiddelde gemeente van de Belfius V5-cluster als de gemiddelde gemeente van Vlaanderen.

Ambtelijk memorandum • 17


1.4 Levensomstandigheden Het gemiddelde inkomen per inwoner bedraagt in Meerhout (in 2015) 18 472 euro. Dit is net iets minder dan het gemiddelde van de Belfius V5-cluster (18 753 euro) en het Vlaamse gemiddelde (18 970 euro). Het aantal individuele belastingaangiften kleiner dan 10 000 euro is lager dan zowel het Vlaamse, het Belfius V5-cluster-gemiddelde als het gemiddelde van de buurgemeenten. Dit wijst op een relatief kleinere spreiding van de hoogte van de belastingaangiften. Anders gezegd: de inkomsten van Meerhoutenaren liggen meer in elkaars nabijheid dan in een gemiddelde andere gemeente. Bij de gemeenschappelijke aangiften kleiner dan 20 000 euro zien we hetzelfde behalve bij de buurgemeenten, dat aantal ligt nog net iets lager dan bij Meerhout.

Daartegenover staat een gevarieerd beeld met betrekking tot het aantal leefloontrekkenden. In vergelijking met de Belfiuscluster scoort Meerhout minder goed met 4,3 leefloontrekkenden per 1 000 inwoners in 2017, tegenover slechts 2,4 in de Belfius V5-cluster. In de buurgemeenten ligt het gemiddelde echter op 5 per 1 000 inwoners en in het Vlaams Gewest ligt het gemiddelde zelfs op 6 per 1 000 inwoners.

Wat veiligheid betreft kunnen de Meerhoutenaren op beide oren slapen. Zowel het aantal geregistreerde beschadigingen van eigendom als misdrijven tegen de lichamelijke integriteit per 1 000 inwoners liggen het laagst. Voor het aantal geregistreerde diefstallen en afpersing ligt Meerhout net iets hoger dan de gemiddelde gemeente uit de Belfius V5-cluster, maar nog altijd heel wat lager dan de gemiddelde buurgemeente en gemiddelde gemeente uit het Vlaams Gewest.

18 • Ambtelijk memorandum


Wat het aantal verkeersslachtoffers per 1 000 inwoners betreft, is dit zeer gevarieerd en lijkt Meerhout niet echt goed te scoren.

Bij vergelijking van het aantal verkeersongevallen in 2016 met 2005 als referentiejaar is Meerhout er qua verkeersveiligheid toch sterk op vooruitgegaan.

 

Ambtelijk memorandum • 19


2

Gemeentelijke financiën In dit deel volgt een beknopt maar helder inzicht in de financiële situatie van de gemeente Meerhout. Aangezien gemeente en OCMW vanaf 2019 geïntegreerd worden, is er geen onderscheid meer gemaakt tussen deze twee organisaties. De onderstaande financiële situatie is die van het lokaal bestuur met gemeente én OCMW als één geheel. Hierna volgt de evolutie van de financiën doorheen de jaren, onze financiële situatie tegenover die van vergelijkbare lokale besturen en een blik op de toekomst waarbij we nagaan hoe de financiën evolueren indien we uitgaan van gelijkblijvend beleid, welke ingrepen het beleid kan doen en wat hiervan de gevolgen zijn en welke ruimte dit alles laat om investeringen op een gezonde manier te kunnen financieren.

2.1 Het verleden tot nu Om een goed inzicht te verwerven in de evolutie van de financiën is het belangrijk om even over de schouder te kijken. Hoe zijn de uitgaven en de ontvangsten van Meerhout doorheen de jaren geëvolueerd?

2.1.1 Uitgavenzijde Onderstaande grafiek geeft de evolutie van de exploitatie-uitgaven voor Meerhout in de periode 2013-2017:

De uitgaven van de gemeente bestaan uit zes grote onderdelen. Veruit de grootse uitgavenpost zijn de personeelskosten. De personeelskosten zijn goed voor 56 procent van de totale uitgaven van gemeente en OCMW. We zien de groei in personeelskosten tussen 2016 en 2017 afnemen. De reorganisatie van het woonzorgcentrum vertaalt zich hier in de cijfers. Naast de personeelskosten zijn de toegestane werkingssubsidies goed voor 19 procent van de totale uitgaven. Deze uitgavencategorie bevat allerlei subsidies en toelagen die Meerhout geeft aan ondernemingen, verenigingen en gezinnen. Denk hierbij aan onder andere de toelagen aan politiezone, brandweerzone, kerkfabrieken en sport- en jeugdverenigingen. De algemene werkingskosten zijn de dagelijkse middelen die we nodig hebben om onze taken naar behoren te kunnen uitvoeren. De werkingskosten happen nog eens 19 procent uit het budget.

20 • Ambtelijk memorandum


De specifieke kosten van de sociale dienst bevat alle soorten van steun die de sociale dienst van het OCMW verleent aan haar cliënten (leefloon, dringende steun, steun in natura …) en zijn goed voor 3 procent van de totale exploitatieuitgaven. Ten slotte zijn er de financiële uitgaven. Dit zijn de intrestaflossingen van de leningen die gemeente en OCMW hebben afgesloten voor de financiering van investeringen. Doorheen de jaren is de uitgavenzijde van het gemeentebudget geëvolueerd van 13,7 miljoen euro in 2005 tot 20,7 miljoen euro in 2011. In de periode 2005-2012 groeide de exploitatie-uitgaven jaarlijks gemiddeld met 3,8 procent. Met de opmaak van het meerjarenplan 2014-2019 is hier sterk op ingegrepen. Tussen 2013 en 2017 bedroeg de gemiddelde jaarlijkse groei nog 2,8 procent. De belangrijkste financieringsbronnen van dit alles zijn de ontvangsten uit belastingen en de ontvangen subsidies waarvan het gemeentefonds de belangrijkste is. 40 procent van de middelen wordt gehaald uit fiscale inkomsten. Vooral de opcentiemen op de onroerende voorheffing, de aanvullende belasting op de personenbelasting en de drijfkrachtbelasting zijn belangrijke inkomstenbronnen voor de gemeente. Naast de ontvangsten uit belastingen zorgen de ontvangen subsidies voor 39 procent van de jaarlijkse inkomsten. De ontvangsten uit de werking waartoe de facturatie van het woonzorgcentrum, thuisdiensten, verhuur van patrimonium en BKO behoren, zorgen voor 9,5 procent van de middelen. De ontvangsten uit deelnemingen, terugvorderingen van de sociale dienst en de overige operationele ontvangsten zijn de kleinere ontvangstencategorieën die de ontvangen middelen vervolledigen.

In totaal werd in 2005 17,2 miljoen euro ontvangen en in 2017 23,6 miljoen euro. Tussen 2005 en 2012 groeiden de ontvangsten elk jaar gemiddeld met 2,3 procent. Tussen 2013 en 2017 kende de ontvangstenzijde een gemiddelde jaarlijkse groei van bijna 4 procent. De tariefverhoging van de aanvullende belasting op de personenbelasting speelt hierin een belangrijke rol. Hier tekent zich dan ook een eerste trend af. In tegenstelling tot de periode 2005-2012 waar gemiddeld gezien de uitgaven sneller stegen dan de ontvangsten, nam de inkomstenzijde tussen 2012 en 2017 sterker toe dan de uitgavenzijde. Het overschot uit de dagelijkse werking (exploitatie-saldo) nam doorheen de jaren dus toe. Dit overschot op de exploitatie bepaalt in belangrijke mate de ruimte die Meerhout heeft om investeringen te financieren of leningen aan te gaan. Wil

Ambtelijk memorandum • 21


Meerhout financieel gezond blijven, moeten er dus op lange termijn voldoende overschot op de exploitatie gegenereerd worden. In onderstaande tabel wordt deze trend ook grafisch weergegeven.

De voornemens uit het meerjarenplan 2014-2019 waarin naast enkele ingrepen op de ontvangsten vooral ingezet is op het onder controle houden van de groei in de uitgaven, is dus grotendeels waargemaakt. Er werd sterk ingegrepen op de personeelskosten en de werkingskosten. In tabel 3 kan je dit vaststellen als het verschil tussen de ontvangsten en de uitgaven. Het exploitatie-saldo bereikt een minimum in 2012 en 2013 en neemt vanaf dan weer toe. Je merkt dat wat de gewone werking betreft de ontvangsten de uitgaven nog altijd overtreffen. De omvang van deze financieringsmarge neemt sinds 2014 jaar na jaar toe. Hieronder zie je dit op een andere manier:

Bovenstaand schema geeft de evolutie van het saldo van het eigen dienstjaar weer. Op de horizontale as wordt het saldo voor 2014 weergegeven. Op de verticale het saldo van 2016. Elk blokje vertegenwoordigt een gemeente uit de provincie. Het groen gekleurde blokje is Meerhout. Je ziet hier duidelijk dat Meerhout van een saldo van 80 euro per inwoner in 2014 naar een saldo van ongeveer 150 euro per inwoner in 2016 geĂŤvolueerd is. Meteen kan je ook vaststellen dat we het daarmee in vergelijking met andere besturen zeker niet slecht doen. Tegelijkertijd kan je vaststellen dat dit exploitatie-saldo voor gemeenten binnen de cluster nagenoeg constant is gebleven. Gemiddeld gezien neemt in de provincie het exploitatie-saldo in dezelfde periode toe van 100 tot 145 euro per inwoner.

22 • Ambtelijk memorandum


2.2 In verhouding tot andere lokale besturen Hoe verhoudt Meerhout zich tot andere lokale besturen? Om deze vergelijking te maken baseren we ons enerzijds op het individueel financieel profiel dat jaarlijks door Belfius bank ter beschikking wordt gesteld, anderzijds zijn er de gemeentelijke profielschetsen. Je vindt hier de belangrijkste financiĂŤle aspecten. Meer informatie vind je op het individueel financieel profiel en de website www.statistiekvlaanderen.be. Naast de exploitatieontvangsten, - uitgaven en de investeringen, volgen er enkele cruciale uitgaven- en ontvangstenposten meer in detail. Dit zijn de belastingontvangsten van de gemeente, de schuldevolutie en de personeelskosten. Om Meerhout te kunnen positioneren ten opzichte van andere lokale besturen gebruiken we de indeling in clusters die opgemaakt werd door Belfius. Meerhout behoort tot de cluster V5 Woongemeenten met eerder vergrijzende bevolking. In totaal maken dertig gemeenten deel uit van deze cluster. In wat volgt plaatsen we onze financiĂŤle gegevens telkens naast die van de cluster en die van het Vlaams Gewest. Zo kunnen we onze positie inschatten ten opzichte van gemeenten met vergelijkbare kenmerken en ten opzichte van alle steden en gemeenten.

2.2.1 Exploitatieontvangsten Onderstaande tabel geeft de totale ontvangsten per inwoner weer voor de belangrijkste ontvangstenposten. Telkens worden de ontvangsten per inwoner voor Meerhout vergeleken met de ontvangsten per inwoner van de cluster en van het Vlaamse Gewest:

Je ziet hier duidelijk dat de ontvangsten per inwoner voor Meerhout aanzienlijk hoger liggen dan de ontvangsten per inwoner van de vergelijkbare gemeenten uit de cluster. Meerhout zit zelfs iets boven het Vlaamse gemiddelde. De verschillen zijn toe te schrijven aan duidelijk hogere belastingsontvangsten. Anderzijds liggen de ontvangsten uit subsidies voor Meerhout toch ook sterk boven het clustergemiddelde. Dit laatste heeft te maken met het uitgebreide onderwijsaanbod in onze gemeente. Onderwijzend personeel wordt immers door de hogere overheid via de gemeentekas betaald. Dit is meteen een duidelijk onderscheidingspunt met de andere gemeenten binnen de cluster. Een analyse van de ontvangsten is bijgevolg niet los te koppelen van de analyse

Ambtelijk memorandum • 23


van de dienstverlening. De ontvangstenstructuur van een gemeente met een eigen onderwijsaanbod of woonzorgcentrum zal er heel anders uitzien dan de onvangstenzijde van een gemeente die hier niet op inzet. Hoe zit het dan met de belastingsontvangsten? Waarom liggen de ontvangsten uit belastingen per inwoner zoveel hoger dan bij de gemeenten uit de cluster en het gewest? Ligt de belastingsdruk dan zo hoog? Of spelen er andere facetten? De moeite om even bij stil te staan. Bij belastingsontvangsten moet er een onderscheid gemaakt worden tussen drie belangrijke pijlers. Er zijn de ontvangsten uit de aanvullende belasting op de personenbelasting, de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing en alle andere belastingen. In de onderstaande tabel geven we overzicht van de verdeling van de ontvangsten over de verschillende pijlers:

Uit bovenstaande tabel kan je opmaken dat de ontvangsten uit de personenbelasting voor onze gemeente op het niveau van de cluster ligt. Meerhout heft sinds 2014 8 procent aanvullende belasting op de personenbelasting terwijl het gemiddelde van het Vlaams Gewest en de cluster op 7,69 procent ligt. Opvallend hierbij is dat de totale ontvangsten uit de aanvullende belasting op de personenbelasting ondanks het hoger percentage niet hoger ligt dan de ontvangsten van de gemeenten uit de cluster. Of met andere woorden: de waarde van 1 procent aanvullende belasting op de personenbelasting ligt in Meerhout lager dan in andere gemiddelde gemeenten uit de cluster. De hogere belastingsontvangsten zijn dus niet toe te schrijven aan de aanvullende belasting op de personenbelasting. Meerhout heft 1 450 opcentiemen op de onroerende voorheffing. Dit betekent dat voor elke 100 centiemen die de overheid int, Meerhout hier nog eens 1 450 centiemen bovenop vraagt. De opcentiemen op de onroerende voorheffing liggen in tegenstelling tot de personenbelasting wel hoger dan het gemiddelde van de cluster en het gewest. Dit heeft te maken met de onderliggende waarden van de belastingen. Daar waar de personenbelasting berekend wordt op het inkomen is de onroerende voorheffing afhankelijk van het kadastraal inkomen. Door de industriĂŤle activiteit in Meerhout torent dit kadastraal inkomen per Meerhoutenaar ver boven het gemiddelde van de cluster en het gewest. In verhouding is het heffen van opcentiemen op de onroerende voorheffing voor de gemeente dus veel meer waard dan de aanvullende belasting op de personenbelasting. Ook in de pijler van de overige belastingen kan je vaststellen dat de gemeente per inwoner aanzienlijk meer ontvangt dan de cluster en het gewest. Ook dit is weer te verklaren door de industriĂŤle activiteit in Meerhout. De belasting op drijfkracht zorgt er immers voor dat de gemeente jaarlijks ongeveer 89 euro per inwoner ontvangt. In de cluster en het Vlaamse Gewest is dit respectievelijk 2 en 9 euro per inwoner.

24 • Ambtelijk memorandum


Wat de gemeentelijke ontvangstenzijde betreft is de conclusie dat Meerhout ten opzichte van de cluster over een goed gespijsde kas beschikt. Dit heeft vooral te maken met de aanwezigheid van industriële activiteit in Meerhout en dus met het afwijkende profiel van Meerhout ten opzichte van de cluster. Onderstaande spreidingsgrafiek bevestigt deze conclusie. Deze tabel geeft de ontvangsten uit onroerende voorheffing in euro per inwoner weer als percentage van de uitgavenzijde. De ontvangsten uit onroerende voorheffing per inwoner zijn in Meerhout ver boven dat van de meeste andere gemeenten.

Wat valt er dan te zeggen van het OCMW? Om de vergelijking van de ontvangstenzijde voor de OCMW’s te kunnen maken, gaan we de eigen werkingsopbrengsten even buiten beschouwing laten. Deze zijn immers sterk afhankelijk van de lokale dienstverlening en zouden daarom het beeld kunnen vertekenen. De exploitatieontvangsten van het OCMW zijn dan nog op te splitsen in twee categorieën: het aandeel uit het gemeentefonds en de gemeentelijke bijdrage. Onderstaande grafiek geeft de evolutie van de gemeentelijke bijdrage in euro per inwoner doorheen de tijd voor Meerhout, de cluster en het gewest:

De grafiek laat zien dat de middelen aan het OCMW per inwoner in Meerhout beduidend hoger liggen zowel in vergelijking met de cluster als met het Vlaamse gemiddelde.

Ambtelijk memorandum • 25


Niet alle gemeenten beheren een eigen woonzorgcentrum. De toelage die de gemeente aan het OCMW geeft, zal voor deze gemeenten dan ook beduidend lager liggen en het gemiddelde omlaag trekken. Het is dus niet verrassend dat de toelage aan het OCMW hoger ligt dan de gemiddelde toelage binnen de cluster. Het is immers eerder uitzonderlijk dat een OCMW van een gemeente met de grootte van Meerhout ook een woonzorgcentrum heeft. Vandaar ook dat het Vlaamse gemiddelde hoger uitvalt dan het gemiddelde binnen de cluster. Ook hier is Meerhout weer een buitenbeentje. De gemeentelijke toelage aan het OCMW per inwoner bedroeg in 2016 205 euro terwijl de gemiddelde toelage van de cluster slechts 80 euro per inwoner bedraagt. Sinds 2014 werden duidelijke afspraken gemaakt tussen gemeente en OCMW over de groei van de gemeentelijke toelage. De toelage stijgt tijdens de looptijd van het meerjarenplan (2014-2019) jaarlijks met 1,5 procent. Vanaf 2019 zullen gemeente en OCMW als één geheel beschouwd worden en vervalt de toelage van de gemeente aan het OCMW.

2.2.2 Exploitatieuitgaven De exploitatieuitgaven van de gemeente zijn opgedeeld in een aantal categorieën en maken opnieuw de vergelijking met de cluster en het gewest. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de uitgaven per inwoner:

Uit de tabel blijkt dat het niveau van de uitgaven per inwoner in vergelijking met de cluster opnieuw duidelijke verschillen vertoont. Per inwoner wordt er meer uitgegeven dan in andere gemeenten uit de cluster en de uitgaven liggen ook net boven het Vlaamse gemiddelde.

26 • Ambtelijk memorandum


Dit is allerminst te wijten aan de schulduitgaven: tussen 2013 en 2017 werd de schuld sterk afgebouwd. Dit is duidelijk te zien in onderstaande grafiek:

Deze grafiek geeft de evolutie van totale schuld per inwoner (voor gemeente en OCMW samen) weer. In 2013 stijgt de schuld per inwoner sterk met de opname van de lening voor de bouw van het woonzorgcentrum. Vanaf dan worden geen leningen meer opgenomen zodat de schuld sindsdien sterk wordt afgebouwd. Momenteel zitten we dan ook net onder het Vlaamse gemiddelde. Ook de andere toelagen of de subsidies van de gemeente aan ondernemingen, verenigingen en gezinnen zijn niet de oorzaak van het hogere uitgavenniveau. Sinds 2012 zijn de subsidieuitgaven gedaald en al die tijd blijven ze onder zowel het Vlaamse gemiddelde als het gemiddelde van de Belfius cluster. De oorzaak van het hogere uitgavenniveau per inwoner situeert zich in alle andere uitgavencategorieën. De toelage die de gemeente betaalt aan de politiezone ligt met 100 euro per Meerhoutenaar aanzienlijk hoger dan de 79 euro die in vergelijkbare gemeenten wordt betaald. De toelage aan het OCMW is eerder besproken, maar is zeker een belangrijke oorzaak van het hogere uitgavenniveau. Zowel in de cluster als het gewest vertegenwoordigt de toelage aan het OCMW ongeveer 9 procent van de totale exploitatieuitgaven. Voor Meerhout bedraagt dit 15,5 procent. Ook de werkingskosten liggen per inwoner aan de hoge kant. Sinds enkele jaren levert het gemeentebestuur aanzienlijke inspanningen om hierin tussen te komen. In de jaarrekeningen van de voorbije jaren worden deze inspanningen vertaald naar de cijfers. De werkingskosten zijn sinds 2012 jaar na jaar gedaald. Enkel in de jaarrekening 2017 is er weer een stijging van de werkingskosten. Meerhout heeft een uitgebreid gemeentelijk onderwijsaanbod. De personeelsuitgaven liggen hierdoor ook hoger dan in andere gemeenten uit de cluster. Bij de bespreking van de ontvangsten is dit al ter sprake gebracht. Tegenover de personeelsuitgaven staan immers ontvangsten die de uitgaven compenseren. Per inwoner heeft de gemeente wel wat personeel in dienst. Per 1 000 inwoners zo’n 7,6 VTE tegenover 5,7 in de cluster en 6,8 in Vlaanderen. Toch is de personeelsbezetting per 1 000 inwoners sinds 2012 met 11,2 procent gedaald is.

Ambtelijk memorandum • 27


2.2.3 Investeringen Tot nu toe zijn enkel de exploitatie- of werkingsuitgaven en -ontvangsten ter sprake gekomen. Daarnaast zijn er natuurlijk nog de investeringen. Een lokaal bestuur plant heel wat investeringen in de loop van een legislatuurperiode en die moeten natuurlijk gefinancierd worden. In onderstaande grafiek worden de Meerhoutse investeringsuitgaven sinds 2013 per inwoner vergeleken met de uitgaven per inwoner van een gemiddelde gemeente uit de cluster en het Vlaams Gewest.

De piek in de investeringen in de periode 2014-2015 is de bouw van het woonzorgcentrum. Verder zie je dat het investeringsniveau in Meerhout per inwoner hoger ligt dan het gemiddelde van zowel de cluster als het gewest. Blijkbaar ligt het jaarlijks investeringsritme van Meerhout dus wel wat hoger dan bij andere besturen. Nochtans hebben we de voorbije jaren geen nieuwe leningen moeten opnemen. Hoe werden al deze investeringen dan wel gefinancierd? Als er geen leningen opgenomen worden, moeten de investeringsuitgaven, na aftrek van eventuele subsidies, gefinancierd worden met eigen middelen. Eigen middelen kunnen stammen uit het verleden of kunnen ontstaan in een boekjaar zelf door een overschot op de exploitatie te realiseren. Zowel gemeente als OCMW hadden bij het begin van de legislatuur een aantal overschotten uit het verleden opgebouwd. Samen waren deze goed voor een spaarpotje van bijna 11 miljoen euro. Daarnaast werd voor de bouw van het woonzorgcentrum een lening opgenomen van 9,3 miljoen euro. Door het aanzienlijke investeringsritme werd dit spaarpotje doorheen de jaren ingezet voor de financiering van de investeringsuitgaven. Het overschot op de exploitatie volstond immers niet om alle investeringen te financieren. Een aantal belangrijke projecten uit het meerjarenplan 2014-2019, zoals bouw gemeenteschool, fietspaden, herinrichting wegen, renovatie sportcentrum, moeten nog in de uitvoeringsfase komen maar zouden in 2020 afgerond moeten zijn. Tegen eind 2020 verwachten we van deze 11 miljoen euro nog ongeveer 5 miljoen euro over te houden. Uiteraard is er op zich niets mis met het inzetten van reserves voor investeringen. Wel moet het gemeentebestuur er zich van bewust zijn dat het aanhouden van eenzelfde investeringsritme de komende jaren niet haalbaar zal zijn zonder opnieuw op zoek te gaan naar externe financieringsbronnen. Het opnemen van bijkomende leningen zal dan weer een rechtstreeks effect hebben op het exploitatieoverschot en de autofinancieringsmarge.

28 • Ambtelijk memorandum


2.3 Wat brengt de toekomst? 2.3.1 Evolutie van de financiën bij gelijkblijvend beleid Met de start van de vorige legislatuurperiode begon de financiële crisis zwaar door te wegen op de financiën van de lokale besturen. De inkomstenzijde van de gemeenten stond onder druk door teruglopende ontvangsten uit belastingen terwijl de uitgaven van het OCMW meer en meer opliepen. Veel lokale besturen werden in die periode geconfronteerd met een ontvangstenzijde die een tragere groei kende dan de uitgavenzijde. Het overschot op de exploitatie liep dus sterk terug. Ook in Meerhout was dit het geval, zodat de opmaak van het meerjarenplan 2014-2019 een uiterst moeilijke oefening was waarbij enerzijds moest worden ingegrepen op de ontvangstenzijde (verhoging van de personenbelasting) en anderzijds stevig bespaard moest worden aan de kant van de uitgaven. Als gevolg van deze oefening groeiden de ontvangsten in de periode 2013-2017 jaarlijks gemiddeld met 3,99 procent, de uitgaven die groeiden slechts met 2,79 procent waardoor het exploitatie-overschot zich kon herstellen. De gemiddelde groeivoeten simpelweg doortrekken voor de komende jaren zou een overschatting van de werkelijkheid zijn. Als we een groeivoet voor de ontvangsten willen bepalen, moeten we het groeipercentage alvast corrigeren voor het effect van de belastingverhoging uit 2014. Bij gelijkblijvend beleid, met dezelfde belastingstarieven en subsidies, kunnen we eerder uitgaan van een gemiddelde groeivoet van 2,6 procent. Aan de kant van de uitgaven zijn ook enkele correcties nodig om een prognose te kunnen maken voor de komende jaren. De periode 2013-2015 werd gekenmerkt door een uiterst lage (tot onbestaande) inflatie. Voor de komende jaren is het nodig deze verwachtingen flink bij te stellen. Als verder ook de uitgaven gelijk blijven zonder dat er bijkomende leningen worden opgenomen, is het gemiddeld jaarlijks groeipercentage 3,3 procent. Rekening houdend met dit alles geeft de onderstaande grafiek de evolutie van de exploitatie uitgaven en -ontvangsten weer:

2012 ligt ver achter ons. Van de moeilijke financiële situatie van toen is vandaag de dag geen sprake meer. Uitgaande van de vooropgestelde groeivoeten van uitgaven en ontvangsten bedraagt het exploitatie-saldo in 2025 nog ongeveer 2 miljoen euro. Een belangrijke kanttekening: de uitgaven groeien opnieuw sneller dan de ontvangsten. Het exploitatie-saldo neemt dus af van 2018-2025. Een nieuwe ingreep dringt zich op als Meerhout het huidige exploitatie-saldo in stand wil houden om bijvoorbeeld nieuwe investeringen te financieren.

Ambtelijk memorandum • 29


2.3.2 Beleidsteasers en managementaanbevelingen Meerhout kan als nieuwe organisatie, met gemeente en OCMW als één lokaal bestuur van start gaan in een financieel gezonde situatie. Er zijn nog wel wat overschotten uit voorgaande jaren en het exploitatie-saldo is ruim positief. Anderzijds staan er nog een aantal belangrijke projecten op stapel die het overschot uit het verleden grotendeels wegwerken. Denk aan de fietspad- en rioleringsprojecten in Schoolstraat, Kiezel en Burgemeester Adriaensenlaan, herinrichting Molsebaan en de nieuwbouw/renovatie van de gebouwen van het gemeentelijk onderwijs. Hierna volgen beleidsteasers, los van de invulling van het nieuwe meerjarenplan met nieuwe projecten en ingrepen.

Financiering investeringen Financiering investeringen op lange termijn uit eigen middelen. Het overschot op de exploitatie bepaalt de investeringsruimte die er is. Aan de zijde van de exploitatie tracht het gemeentebestuur de financieringsmarge zo groot mogelijk te houden door de ontvangsten op pijl te houden (gelijkblijvend beleid) en in te grijpen op de uitgaven. Groepsaankopen, investeren in energiebesparende maatregelen, een gecontroleerd personeelsbeleid, degelijke opvolging van de werkingskosten … kunnen er samen met de afbouw van de schuldenlasten voor zorgen dat investeringen op langere termijn en op duurzame wijze financierbaar zijn met eigen middelen. Met een jaarlijks overschot op exploitatie van 2,8 miljoen euro (jaarrekening 2017) kan een investeringsritme van 2 miljoen euro per jaar (of 12 miljoen voor de legislatuur) aangehouden worden zonder bijkomende leningen aan te gaan. Deze optie is een duurzame financieringskeuze die Meerhout onafhankelijk maakt van externe financiering.

Leningen aangaan voor de financiering van investeringen. Financiering van investeringen aan de hand van bijkomende leningen geeft meer financiële ruimte om te investeren. De ruimte om bijkomende lenigen te kunnen aflossen wordt aangeduid door de autofinancieringsmarge. Bij een autofinancieringsmarge van 2 miljoen euro kunnen er de komende jaren verschillende leningen opgenomen worden. Het terugbetalen van die leningen verlaagt dan weer het exploitatiesaldo en de autofinancieringsmarge. Deze optie biedt bijkomende investeringsruimte voor de komende jaren, maar maakt Meerhout afhankelijk van de financiële markten.

Belastingen Gelijkblijvend beleid op vlak van ontvangsten. De voorbije legislatuur is sterk ingezet op ingrepen op de uitgavenzijde. Zowel op vlak van werkingskosten als personeelskosten, zijn er moeilijke maar noodzakelijke ingrepen gedaan. Daarnaast heeft het gemeentebestuur er in 2014 ook voor gekozen het tarief aanvullende belasting op de personenbelasting op te trekken van 7 procent naar 8 procent. Een ingreep die in Meerhout goed is voor jaarlijkse meerontvangsten van 190 000 euro. De marge op de exploitatie kan op verschillende manieren ingezet worden: zo kan de marge zonder bijkomende ingrepen aan de ontvangstenzijde zo groot mogelijk gehouden worden met als doel het overschot in te zetten voor de financiering van investeringen.

Verlaging van de belastingen. Het gemeentebestuur kiest ervoor om een lager investeringsritme aan te houden en het exploitatieoverschot in te zetten om een belastingverlaging door te voeren. Een verlaging van de belastingstarieven zal effect hebben op de exploitatie-ontvangsten en dus het overschot op exploitatie verlagen. De ruimte om te investeren zal dus verkleinen.

30 • Ambtelijk memorandum


Subsidies Jaarlijks betalen gemeente en OCMW ongeveer 170 euro per Meerhoutenaar aan allerhande toelagen. Beide organisaties worden als één geheel beschouwd en daardoor wordt hierbij geen rekening gehouden met de werkingstoelage van de gemeente aan het OCMW. Deze werkingstoelage zal vanaf 2020 in de geïntegreerde boekhouding immers niet meer bestaan. Naast de toelagen aan de eigen verenigingen en samenwerkingsverbanden zijn de werkingstoelagen aan de politiezone en de hulpverleningszone hiervan de belangrijkste onderdelen. Het gemeentebestuur behoudt de controle over toegestane subsidies en treedt op als partner. Bij de opmaak van het meerjarenplan worden al duidelijke afspraken gemaakt over het bedrag en vooral de groei van de werkingstoelage die partners van het gemeentebestuur ontvangen. Meerhout verwacht met andere woorden ook van de politie- en hulpverleningszone dat zij hun financieel evenwicht aantonen in een bindende meerjarenplanning. Deze manier van werken heeft uiteraard het voordeel van de duidelijkheid en transparantie.

Het gemeentebestuur betoelaagt volgens de noden en de treedt op als financier van het tekort, ook al heeft dit een belangrijk effect op de eigen meerjarenplanning. Anderzijds kunnen dergelijke afspraken organisatorische ingrepen vergelijkbaar met de ingrepen bij lokale besturen in de voorbije jaren ook bij politie- en hulpverleningszone tot gevolg hebben.

Ambtelijk memorandum • 31


3

Nieuwe denkpistes in het beleid In dit hoofdstuk geven we per beleidsdomein weer wat de sterktes en de zwaktes zijn. Waar is Meerhout goed bezig en wat zijn werkpunten? Verder lees je ook waar kansen liggen voor de toekomst, maar ook welke bedreigingen er op de loer liggen. Elk beleidsdomein sluit af met een aantal beleidsteasers. Dit zijn vragen voor de toekomst: welke keuzes moeten er in de toekomst binnen deze beleidsdomeinen gemaakt worden? Om de discussie aan te wakkeren, zijn de beleidsteasers telkens als een dilemma geformuleerd: kiezen voor het ene is dan kiezen tegen het andere. Uiteraard is dergelijke voorstelling soms wat kunstmatig en zijn tussenoplossingen mogelijk. Een dergelijke aanpak trekt de keuzes letterlijk open, van het ene uiterste tot het andere. Het biedt een perspectief waartussen kan gekozen worden, ook in domeinen waar er vaak gedacht wordt dat er geen of weinig keuze is. Bovendien biedt een dergelijke voorstelling het voordeel dat tegenstellingen duidelijker worden, discussie wordt erdoor aangewakkerd, en een goede discussie over doelstellingen is precies wat nodig is aan het begin van een legislatuur. Onder elke beleidsteaser vind je de SDG’s of Substainable Development Goals die op die beleidsteaser betrekking hebben. Het is de doelstelling die met die bepaalde beleidsteaser behaald moet worden.

Wat zijn deze SDG’s? In september 2015 werden de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen of Substainable Development Goals (SDG’s) formeel aangenomen door de algemene vergadering van de Verenigde Naties met Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling. Gedurende de komende vijftien jaar moeten zeventien SDG’s, die gekoppeld worden aan 169 targets, een actieplan vormen om de mensheid te bevrijden van armoede en de planeet terug op de koers richting duurzaamheid te plaatsen. Deze doelen die één en ondeelbaar zijn, reflecteren de drie dimensies van duurzame ontwikkeling: het economische, het sociale en het ecologische aspect. Deze doelen vormen een unieke fusie van twee mondiale agenda’s: duurzame ontwikkeling en ontwikkelingssamenwerking. De nadruk van deze agenda ligt op universaliteit, wat betekent dat de implementatie niet enkel in het Globale Zuiden moet gebeuren maar over de gehele planeet. De SDG’s kunnen onderverdeeld worden in vijf grote thema’s: mensen, planeet, welvaart, vrede en partnerschap.

32 • Ambtelijk memorandum


3.1 Zich verplaatsen, mobiliteit en veiligheidszorg 3.1.1 Omgevingsanalyse

Ambtelijk memorandum • 33


3.1.2 SWOT Sterktes ●● Parkeren Er zijn in Meerhout meer dan voldoende parkeermogelijkheden. Zo veel zelfs dat het een evidentie is om de wagen te gebruiken voor alle verplaatsingen. Er is meestal toch parking in de onmiddellijke omgeving. ●● Openbaar vervoer Er is een redelijk aanbod van openbaar vervoer in de richting van Geel, Tessenderlo en Hasselt. ●● Bereikbaarheid Wat ruimtelijke ordening betreft is de bereikbaarheid van het centrum en de plaatsing van voorzieningen, overheid, scholen, winkels … in het centrum een pluspunt voor het gebruik van zachte vervoersmiddelen.

Zwaktes ●● Verkeersstromen ●● De ligging van de gemeente Meerhout tussen enerzijds de E313 en de N71 en de huidige ruimtelijke ordening met een zeer verstrengeld wegennet dat ontwikkeld is langs de diverse doorgangsassen, heeft ervoor gezorgd dat Meerhout zowel voor auto- als vrachtverkeer een zeer toegankelijke doorstromingsgemeente is geworden. Dit zowel op de gemeentelijke als op de gewestwegen. ●● De verkeersdrukte op belangrijke doorgangsassen zorgt ervoor dat heel wat lokaal en bovenlokaal verkeer ook sluipwegen gebruikt, bijvoorbeeld Boerenkrijglaan in plaats van de Veldstraat.

34 • Ambtelijk memorandum


●● Koning auto ●● In het verleden heeft de component (auto)bereikbaarheid, zowel op economisch als op particulier vlak de doorslag gegeven. De huidige infrastructuur en beleidsmaatregelen zijn hoofdzakelijk gericht geweest op auto-mobiliteit om te zorgen dat geenszins wordt geraakt aan enige vorm van comfortabel autobereikbaarheid. ●● Vooral tussen woonplaats-werk, school en opleiding ligt de factor autoverkeer beduidend hoger dan het Vlaamse Gewest zoals hiervoor in de grafieken wordt weergegeven. Vanzelfsprekend is het gebrekkig aanbod van openbaar vervoer richting Mol en de nabije ligging van de E313 hierin een belangrijke factor, maar het streefdoel zou toch moeten zijn om het fietsverkeer in een groene gemeente, hoger te krijgen dan het gemiddelde van het Vlaams Gewest. Omgekeerd evenredig zou het autoverkeer moeten gereduceerd worden tot onder het gemiddelde van het Vlaams Gewest. ●● Veiligheid De veiligheid voor de zachte weggebruiker is vooral in de dorpscentra veruit onvoldoende, zelf ronduit gevaarlijk, bijvoorbeeld in de Violetstraat. ●● Openbaar vervoer Er zijn geen goede busverbindingen naar Mol. ●● Ruimtelijke ordening De ruimtelijke ordering kent een aantal componenten, onder andere minder voorzieningen in de gehuchten, lintbebouwing, baanwinkels …, die de keuze voor een zacht vervoersmiddel minder evident maken.

Kansen ●● Draagvlak voor verandering Burgers hadden in 2016-2017 de mogelijkheid om zich in drie georganiseerde participatietrajecten uit te spreken over welke mobiliteit zij in de toekomst voor ogen hadden. Er bleek een groot draagvlak voor een ander mobiliteitsbeleid: ●● meer gericht op de zwakke weggebruiker ●● meer gericht op leefbaarheid in plaats van enkel op doorstroming ●● meer gericht op veiligheid. Burgers bleken bereid hiervoor ook in te leveren op het eigen comfort,

vooral het comfort om overal even vlot met de wagen te geraken. Burgers vroegen expliciet naar het herstellen van de leefbaarheid van de woonkernen. Dit door het reduceren van doorgaande verkeersstromen, het vergroten van het aandeel trage verplaatsingen en vooral een reductie van vrachtverkeer. De openbare ruimte dient meer te fungeren als een ontmoetingsruimte dan als een anoniem doorstromingsluik.

Ambtelijk memorandum • 35


●● E r ligt een blauwdruk voor een nieuw mobiliteitsbeleid klaar, uitgewerkt door de administratie en een aantal mobiliteitsspecialisten. ●● Met het Vlaamse Gewest en met een aantal buurgemeenten is een akkoord bereikt om de N110 - Molsebaan over te nemen van het gewest. Dit schept mogelijkheden om het doorgaand verkeer te weren.

Bedreigingen ●● Politieke wil ●● Een nieuw mobiliteitsplan dat in de steigers staat, zal ongetwijfeld op veel weerstand botsen. Er is nood aan een sterk politiek leiderschap om dit in goede banen te leiden. ●● De hernieuwing van de brug over het kanaal ter hoogte van Genelaar, in combinatie met de ontwikkeling van bedrijvensites aan de overkant van het kanaal, zet de deur open voor heel wat meer (sluip)verkeer dat de bedrijven vanuit de noordelijke zijde van Meerhout, onder andere de N71 wil bereiken. Dit verkeer zal vlak langs de grootste school in Meerhout moeten passeren. De keuze om deze brug volwaardig te vervangen is moeilijk te verzoenen met de keuze voor het nieuwe mobiliteitsbeleid dat klaarligt. Wordt er niet ingezet op een sterke reductie van het (doorgaand) gemotoriseerd verkeer, dan zal de keuze voor deze brug een investering in fietspaden langs Genelaar en Schoolstraat inhouden.

3.1.3 Beleidsteasers Modal-shift

Meerhout zet in op een modal-shift door te kiezen voor minder (doorgaand) gemotoriseerd verkeer en maakt het gebruik van trage vervoermiddelen attractiever. Hiervoor moeten moedige keuzes gemaakt worden die ingrijpen op het comfort van het autogebruik. De wagen gebruiken zal voortaan nog kunnen, maar zal niet meer zo gemakkelijk zijn. Zo zullen bestuurders bijvoorbeeld iets verder moeten rondrijden, iets trager rijden en iets verder moeten parkeren.

De auto gebruiken moet even goed en even comfortabel blijven. Dit heeft als gevolg dat de we ons neerleggen bij evenveel gemotoriseerd verkeer. Wel willen we de fietser meer veiligheid bieden, onder andere door de aanleg van fietspaden, oversteekplaatsen …

Leefbaarheid De inrichting van een straat gaat over het zo goed mogelijk beheren van de mobiliteitsstromen, met het oog op efficiënte én veilige mobiliteit. Waar moeten auto’s, waar moeten fietsers, waar moeten voetgangers, zijn de hoofdvragen bij de inrichting.

Bij de inrichting van een straat is mobiliteit en doorstroming slechts één van de vragen. Belangrijker nog is de leefbaarheid van een woonstraat, de gezelligheid van een winkelstraat, de ruimte voor terrassen in een recreatieruimte. De publieke ruimte is er niet enkel voor verplaatsingen, maar ook om te leven, sporten, spelen, om te ontmoeten, om te vertoeven en te rusten …

36 • Ambtelijk memorandum


Ecologie Bij de inrichting van straten wordt groen voorzien in die mate dat er ruimte is en dat het gezellig en comfortabel is voor diegenen die gebruik maken van de straat. Bij de keuze van groen wordt uitgegaan van elementen als onderhoudsgemak, niet te veel bladerval in de herfst, niet te grote kruinen die mogelijk lantaarnpalen verduisteren ‌

Straten willen we als publieke ruimte ook gebruiken om buurten gezonder te maken. De aanwezigheid van fijn stof kan aangepakt worden door de slimme plaatsing van groen. Er wordt gekozen voor locaties en soorten die een sterk zuiverend vermogen hebben. Uiteindelijk is er niets belangrijker dan de gezondheid van onze inwoners. En veel groen is nog gezellig ook.

Ambtelijk memorandum • 37


3.2 Zorg voor milieu en natuur 3.2.1 Omgevingsanalyse 3.2.1.1 Groen in de gemeente Onderstaande heeft betrekking op: ●● alle hoogstammige bomen op openbaar domein of privaat domein van gemeente/OCMW en die beheerd worden door de gemeente ●● alle houtachtige beplantingen die eigendom zijn van de gemeente en beheerd worden door de gemeente of Natuurpunt (groenschermen, houtkanten …) ●● alle bossen op privaat domein van gemeente/OCMW/ANB en die beheerd worden door de gemeente of ANB.

Op het eerste zicht lijkt sinds 2007 de oppervlakte bos en houtkanten toe te nemen. Dit is echter een vals beeld aangezien in 2005 een belangrijke ontbossing gebeurde in de Ambachtsstraat, die pas enkele jaren later werd gecompenseerd.

38 • Ambtelijk memorandum


3.2.1.2 Afval

3.2.1.3 Energie

Ambtelijk memorandum • 39


3.2.1.4 Luchtkwaliteit Hierbij verwijzen we naar de resultaten van het onderzoek CurieuzeNeuze Vlaanderen die bij de druk van dit ambtelijk memorandum nog niet beschikbaar waren. Je kan de resultaten vanaf oktober terugvinden op https://curieuzeneuzen.be.

3.2.2 SWOT Sterktes ●● Organisatie Aanvragen van omgevingsvergunningen worden sneller dan de wettelijke termijn behandeld. ●● Samenwerking Er is een goede samenwerking met Bosgroep Zuiderkempen. De samenwerking wordt nog uitgebreid tot andere bosgebieden in Meerhout. ●● Visie Meerhout heeft een drevenbeheerplan. Hierdoor is er een duidelijke visie die gebruikt wordt als leidraad voor het beheer van een aantal dreven. ●● Beheer ●● Alle waterlopen in Meerhout worden beheerd door slechts één beheerder, namelijk het provinciebestuur. Dit zorgt voor een uniform en efficiënt beheer. ●● Grachten worden volgens een vastgelegd schema geruimd met een frequentie van één keer om de vier jaar. Voorheen werd meer ad hoc gewerkt. Het aantal klachten is hierdoor afgenomen. ●● Afval Meerhout heeft een ver doorgedreven systeem van selectieve afvalinzameling. Naast de huis-aan-huis inzameling van GFT, papier en karton, PMD, restafval en grofvuil, is er ook nog een wijkinzameling van KGA en huis-aan-huis inzamelingen van textiel en glas. Vooral aan deze laatste fractie is een aanzienlijke kostprijs verbonden (ongeveer 44 000 euro/jaar). Ook kunnen inwoners terecht op het intercommunaal recyclagepark van IOK Afvalbeheer, waar je je afval in circa dertig verschillende fracties kan aanbieden. Tweemaal per jaar organiseert het gemeentebestuur een actie waarbij inwoners gratis hun snoeihout kunnen afleveren.

Zwaktes ●● Organisatie De organisatie van de gemeentelijke milieuraad vraagt een aanzienlijke tijdsinvestering. De vraag kan gesteld worden of dit in verhouding staat tot de mogelijke positieve bijdrage die de adviesraad kan leveren. Daarbij is de dossierkennis en de interesse van de meeste leden beperkt. ●● Visie ●● Er wordt nog te veel op vraag van de burger gehandeld. Een duidelijke visie over serviceniveau van het onderhoud van het openbaar domein ontbreekt. Het is niet altijd duidelijk wat een burger van de gemeente mag verwachten. ●● Het behoud van (openbaar) groen, bomen en kleine landschapselementen staat sterk onder druk. Er is een gebrek aan visie op dit vlak, niet alleen voor het behoud, maar ook voor uitbreiding ervan. ●● Beheer Er bestaat geen volledige groeninventaris in Meerhout, waardoor er geen betrouwbare cijfers beschikbaar zijn van het aantal bomen, oppervlakte parken en beplantingen … Dit maakt een efficiënt beheer ervan moeilijk en dit maakt dat de werklast niet op een objectieve wijze is in te schatten.

40 • Ambtelijk memorandum


●● Afval ●● De hoeveelheid ingezameld GFT en restafval ligt in Meerhout hoger dan de gemiddelde hoeveelheden voor de diftar-gemeenten van het IOK-werkingsgebied. Er worden compostvaten, compostbakken en wormenbakken te koop aangeboden aan de inwoners, maar de prijs is veel hoger dan in de buurgemeenten. ●● De compostmeesterwerking is beperkt. Er is ook geen demoplaats voor thuiscomposteren in Meerhout. ●● Duurzaamheid ●● Het thema duurzame ontwikkeling blijft van ondergeschikt belang. Het aankopen van milieuverantwoorde producten door de gemeentelijke diensten vereist permanente aandacht. Momenteel is er geen centrale aankoopdienst. Vandaag is duurzaam aankopen nog te vaak een ad hoc kwestie van één ambtenaar of team en van enkele versnipperde aankopen hier en daar. ●● Een aantal gemeentelijke gebouwen zijn nog onvoldoende energiezuinig. ●● Handhaving ●● Milieuhandhaving blijft beperkt tot het reageren op klachten. Proactieve en geplande controles gebeuren bijna niet. Het aantal aanmaningen en processen-verbaal voor milieuovertredingen en milieu-inbreuken is erg beperkt. De samenwerking met IOK heeft de laatste jaren wel gezorgd voor een lichte toename. ●● Illegaal ontwijkgedrag bij afval (zwerfvuil, sluikstorten en sluikstoken) blijft een probleem. Openbare vuilbakken worden vaak onterecht gebruikt om huishoudelijk afval in te deponeren. Handhaving op dit vlak is een knelpunt.

Kansen ●● Organisatie De technologie is beschikbaar voor de opmaak van een groeninventaris. Er moeten echter personeel en middelen vrijgemaakt worden om dergelijke inventaris op te maken. De inventaris kan gebruikt worden voor de opmaak van een groen- en bomenbeleidsplan. ●● Visie ●● Het nieuwe natuurdecreet biedt kansen voor de opmaak van een natuurbeheerplan voor alle openbare bossen en kleine landschapselementen. ●● De omgeving van de buitenschoolse kinderopvang De Meerkatjes, kleuterschool De Duizendpoot, bibliotheek en woonzorgcentrum De Berk leent zich uitstekend voor de aanleg van een openbaar park. ●● De begraafplaats rondom de kerk in het centrum biedt kansen om het om te vormen tot openbaar park.

Ambtelijk memorandum • 41


Bedreigingen ●● Organisatie ●● Sinds 2015 is het gebruik van bestrijdingsmiddelen op het openbaar domein niet meer toegelaten. Dit vergt bijkomende inzet van personeel en middelen en blijft een permanent aandachtspunt. ●● Het onderhoud en herstel van paden, trage wegen en recreatieve routes is een belangrijk aandachtspunt. Het spanningsveld tussen de volgende elementen is de laatste jaren toegenomen: ○○ Recreatief gebruik van deze paden en wegen is toegenomen door de sterke promotie ervan. ○○ Vrijwillig of gedwongen onderhoud door de eigenaars en aangelanden is afgenomen. ○○ Het aantal arbeidskrachten bij de gemeentelijke buitenteams zal om financiële redenen afgebouwd moeten worden. Er is nood aan een duidelijke visie op dit vlak. ●● In het verleden werden heel wat initiatieven genomen en infrastructuurwerken uitgevoerd om bijkomende groenzones aan te leggen. Onderhoud en nazorg hiervan is belangrijk. Dit wordt steeds moeilijker gezien de slinkende financiële middelen. ●● Beheer De jaarlijkse boomplantdag die sinds 1980 wordt georganiseerd, heeft voor heel wat aanplantingen in de gemeente gezorgd. Momenteel blijken echter al veel van deze aanplantingen afgestorven of gerooid te zijn, vooral in bebouwde omgevingen.

3.2.3 Beleidsteasers Afval Selectieve afvalinzameling en belasting op inzamelen en verwerken van afval. Om de kosten te beperken wordt de dienstverlening beperkt tot wat wettelijk verplicht is. Dit houdt bijvoorbeeld in dat de huis-aan-huis inzameling van glas, de wijkinzameling van KGA en de gratis hakselcampagne van snoeihout wordt stopgezet. De kosten die rechtstreeks aan de burger worden aangerekend mogen niet stijgen ten opzichte van het huidige niveau (61,5 procent). Het saldo (38,5 procent) van de afvalfactuur is ten laste van de algemene middelen.

De gemeente behoudt minstens het huidige serviceniveau op het vlak van afvalinzameling. Thuiscomposteren wordt sterker aangemoedigd door de middelen hiervoor extra te subsidiëren en een demoplaats voor thuiscomposteren in te richten. Om de kosten die hiermee gepaard gaan onder controle te houden wenst het gemeentebestuur het principe de vervuiler betaalt maximaal toe te passen. Als streefcijfer wordt vooropgesteld dat 75 procent van de kosten rechtstreeks aan de burger worden aangerekend via de retributies en belastingen op afval. De overige 25 procent wordt met algemene middelen betaald.

42 • Ambtelijk memorandum


Handhaving De gemeente acht handhaving van ondergeschikt belang en is van oordeel dat de verantwoordelijkheidszin van iedere burger volstaat om het samenleven in goede banen te leiden. Enkel indien er formele klachten worden ingediend, treden de gemeentelijke of politiediensten op. In eerste instantie wordt bemiddelend opgetreden. Slechts in uitzonderlijke situaties wordt een aanmaning of proces-verbaal opgemaakt.

De gemeente zal in samenwerking met de politiediensten strikt toezien op de naleving van wetten en reglementen. Dit gebeurt niet alleen naar aanleiding van klachten van burgers, maar ook ambtshalve. Er worden gemeentelijke vaststellers aangeduid voor het verbaliseren van overtredingen. Controles van milieu- en stedenbouwkundige vergunningen gebeuren beleidsmatig, waarbij gelijkaardige overtredingen een gelijke behandeling krijgen. Ook vrije velddelicten worden streng aangepakt. Naast deze harde vormen van handhaving worden sensibilisatieacties uitgewerkt.

Gemeentelijke milieuraad De gemeentelijke milieuraad wordt afgeschaft. De organisatie ervan vraagt een aanzienlijke tijdsinvestering. De niet-bindende adviezen bieden meestal een beperkte meerwaarde en zorgen voor vertraging in de dossierafhandeling. Wettelijk gezien is een gemeentelijke milieuraad niet verplicht.

Om het draagvlak voor het gemeentelijk milieu- en natuurbeleid te verhogen zal de gemeentelijke milieuraad extra kansen krijgen. Het gemeentebestuur vraagt advies over alle dossiers die een invloed hebben op milieu en natuur. Er wordt een flexibele procedure uitgewerkt, zodat dossiers op korte termijn kunnen geadviseerd worden. Van de leden worden bijkomende inspanningen gevraagd om de kwaliteit van de adviezen te verhogen. Het gemeentebestuur voorziet voldoende administratieve ondersteuning.

Ambtelijk memorandum • 43


Functie van groen Groen heeft vooral een recreatieve functie. Meerhoutenaren kunnen tot rust komen in het nabijgelegen groen en het trekt wandelaars en fietsers naar Meerhout. Het groen is dan ook vooral in daarvoor voorziene gebieden, zoals een bos, weide, groenperken en parken. Het groen heeft weinig verwevenheid met andere functies en hinderlijk groen wordt in andere gebieden verwijderd.

Groen in functie van gezondheid. Groen is belangrijk om buurten leefbaar te houden. Het stremt verkeer, biedt gratis verkoeling op warme dagen, maar vooral, het reinigt de lucht dichtbij de woonplaats van mensen. Groen is dan ook erg verweven met andere functies zoals wonen, mobiliteit, sport ‌ Het ligt in de onmiddellijke omgeving van woningen en wegen en bij de keuze van groen wordt vooral rekening gehouden met biodiversiteit en gezondheidsaspecten, zoals de mogelijkheden om CO2 te reduceren.

Biodiversiteit en luchtkwaliteit Biodiversiteit vormt de rode draad bij het beheer van openbaar groen en het beoordelen van vergunningsaanvragen. Er worden enkel nog streekeigen planten met het label Plant van hier gebruikt op het openbaar domein. Gazon zal omgevormd worden tot bloemenweide. Wegbermen zijn soortenrijk en het maaien ervan blijft tot een strikt minimum beperkt. Groen zal ook voorzien worden om de luchtkwaliteit (fijn stof) te verbeteren. Oude bomen blijven maximaal behouden. De oppervlakte stilstaand water wordt vergroot.

Bij de plantenkeuze van het groen houdt het gemeentebestuur vooral rekening met de esthetische functie. Het groen is netjes onderhouden, hagen en heesters zijn strak geschoren en gazons zijn kort gemaaid.

44 • Ambtelijk memorandum


3.3 Ondernemen en werken 3.3.1 Omgevingsanalyse

Ambtelijk memorandum • 45


3.3.2 SWOT Sterktes ●● Tewerkstelling algemeen De werkzaamheidsgraad van Meerhoutenaren is vergelijkbaar met die van Vlaanderen. ●● Tewerkstellingsmaatregelen OCMW Meerhout zet in op arbeidstrajectbegeleiding. Cliënten worden in deze trajecten sterk opgevolgd op een gestructureerde manier. ●● Intergemeentelijke samenwerking ●● De intergemeentelijke samenwerking tussen Geel-Laakdal-Meerhout biedt de nodige kansen om het beleidsdomein tewerkstelling te verdiepen. Hierdoor kunnen er zaken aangepakt worden die anders moeilijk liggen omwille van kleinschaligheid of deskundigheid. ●● Naast tewerkstellingsprojecten en projecten sociale economie, zet de intergemeentelijke samenwerking Geel-Laakdal-Meerhout ook in op trajectbegeleiding, vormingen en werkvloerbegeleiding voor OCMWcliënten. ●● Er wordt actief ingezet op een goede samenwerking of netwerk met de sector lokale sociale economie door de intergemeentelijke deskundige tewerkstelling. ●● Met de interlokale vereniging tewerkstelling Zuiderkempen wordt er vormgegeven aan onder andere de organisatie van wijk-werken. ●● Meerhoutse ondernemingen ●● Meerhoutse ondernemers zijn vooral actief in de dienstensector en de secundaire sector. ●● Meerhout heeft voornamelijk micro-ondernemingen (1-9 werknemers) en kleine ondernemingen (10-49 werknemers). ●● Het aantal ondernemingen in Meerhout zit in stijgende lijn. ●● Gemeentelijke dienstverlening en interne organisatie ●● Sinds enkele jaren is er een team lokale economie, waardoor ondernemers een aanspreekpunt hebben. Het team zorgt voor een startersmap, levert vergunningen af, vergunt afwijkingen op rustdagen … ●● Het jaarlijkse ondernemersontbijt is een succes en biedt kansen om ondernemers te informeren. ●● Verschillende processen in het kader van het afleveren van vergunningen werden op punt gesteld. Hierdoor worden ondernemers op een gelijke manier behandeld en zijn er geen ad hoc beslissingen. ●● Er werd een samenwerking uitgebouwd met team veiligheid en team bouw en ruimtelijke ordening in het kader van het afleveren van uitbatingsvergunningen. ●● Markt ●● De wekelijkse markt is een succes met een goede opkomst van marktkramers en bezoekers. ●● Er is een sterke en correcte opvolging van de wekelijkse markt die is afgestemd op de wetgeving. Team lokale economie is aanspreekpunt, wijst losse plaatsen toe volgens het marktreglement, controleert de marktkramers … ●● De marktcommissie komt op regelmatige basis samen en geeft mee vorm aan het marktgebeuren in Meerhout. ●● Regelmatige acties zorgen ervoor dat de markt in een positief daglicht wordt gezet. Voorbeelden zijn kerstmarkt, cadeaubonnen-actie, proevertjes-markt, paasmarkt ... ●● Er is een correcte opvolging van de ambulante handel buiten de wekelijkse markt.

46 • Ambtelijk memorandum


●● Kermis ●● De centrumkermissen zijn een succes: er zijn veel aanvragen. ●● Er is een sterke en correcte opvolging van de kermissen. Team lokale economie zorgde voor een kermisplan, fungeert als aanspreekpunt, stelt de kermis op, volgt de facturatie, attesten en afwezigheden op …

Zwaktes ●● Tewerkstelling algemeen ●● Meerhoutenaren werken voornamelijk buiten Meerhout. Dit is typerend voor een landelijke gemeente. ●● Tewerkstellingsmaatregelen Er is een tendens naar steeds minder succesvolle uitstroom bij tewerkstellingsmaatregelen. Deze tendens hangt samen met een stijging van de outputnormen, een daling van het aantal laaggeschoolde jobs en een daling van inzetbaarheid door het ontbreken van de vereiste competenties. ●● Intergemeentelijke samenwerking ●● Afstemming voor concrete dossiers en projecten is soms moeilijk op politiek-ambtelijk niveau: niet alle projecten worden op eenzelfde manier gedragen binnen het intergemeentelijk samenwerkingsverband. ●● Door de intergemeentelijke samenwerking is er een zekere afstand tot de beleidsmaterie tewerkstelling, het effect van de genomen initiatieven is hierdoor niet altijd even voelbaar of zichtbaar. ●● De intergemeentelijke deskundige tewerkstelling heeft slechts een beperkte samenwerking met het normaal economisch circuit (geen duidelijke noden). ●● Meerhoutse ondernemingen Er zijn geen grotere ondernemingen op Meerhouts grondgebied. ●● Gemeentelijke dienstverlening en interne organisatie voor Meerhoutse ondernemers ●● Een samenhangend economisch beleid met duidelijke accenten ontbreekt. ●● Een globaal beeld van de bestaande ondernemingen in Meerhout ontbreekt. ●● Er is tot op heden weinig contact tussen Meerhoutse ondernemers en het team lokale economie, hierdoor zijn de noden niet altijd gekend. ●● De link tussen lokale economie en andere beleidsdomeinen wordt nog niet altijd gezien of benut. ●● Markt ●● De organisatie van de markt kent een behoorlijke administratieve opvolging en is dus tijdsintensief. ●● Kermis ●● De organisatie van een kermis kent een behoorlijke administratieve opvolging en is dus tijdsintensief. ●● Er is geen kermisreglement. ●● Het aantal kermissen per jaar ligt hoog. ●● De kermissen in de deelgehuchten hebben niet altijd succes. In sommige gehuchten zijn er geen aanvragen. ●● De werkbelasting van een grote en een kleine kermis is op vele vlakken vergelijkbaar.

Ambtelijk memorandum • 47


Kansen ●● Arbeidsmarkt en ondernemen ●● Er is een toenemend aantal vacante arbeidsplaatsen door toenemende noden in de zorgsector en door vergrijzing, onder andere omwille van de uitstroom uit de arbeidsmarkt door pensionering. Dit biedt opportuniteiten voor werkzoekenden. ●● (Arbeids-)migratie kan kansen bieden om het tekort in de beroepsbevolking op te vangen. ●● Innovatie zorgt voor jobcreatie door onder andere digitalisering, automatisering en duurzamere productieprocessen. ●● Het gebruik van nieuwe platforms, zoals facebook, Uber en Airbnb doet nieuwe kansen voor ondernemers ontstaan. ●● Nieuwe winkelconcepten zoals pop-up stores bieden kansen aan (jonge) ondernemers. ●● Er is een tendens tot specialisatie, bijvoorbeeld een koffiespeciaalzaak. ●● Buurtwinkels kennen een stijgende populariteit, onder andere door vergrijzing is er meer nood aan nabijheid, kwaliteit gaat boven kwantiteit. ●● Beleid hogere overheid ●● Gemeenten krijgen een grotere autonomie, uitdagingen moeten steeds meer lokaal aangepakt worden. Dit biedt kansen om zaken aan te pakken over de beleidsdomeinen heen of vorm te geven aan eigen accenten in het beleid op maat van de gemeente. ●● De hogere overheid voorziet in een heel aantal begeleidings-, opleidingsen tewerkstellingsmaatregelen. ●● De hogere overheid voorziet in een aantal maatregelen om ondernemers te beschermen, onder andere de hinderpremie.

Bedreigingen ●● Arbeidsmarkt en ondernemen ●● Kansengroepen zijn moeilijker toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Laaggeschoolden, 55-plussers, personen met een arbeidshandicap en personen met een buitenlandse herkomst behoren tot de kansengroepen. ●● Kansengroepen hebben vaker problemen met de invulling van randvoorwaarden bij tewerkstelling, zo zijn ze vaker beperkter qua mobiliteit of qua kinderopvang. ●● De beroepsbevolking krimpt in en er ontstaat een tekort. ●● Door innovatie verdwijnen er heel wat jobs uit het lagere of middensegment van de arbeidsmarkt, denk maar aan administratief bedienden en productiearbeiders. ●● Het aantal knelpuntvacatures dat moeilijk ingevuld raakt, stijgt doordat bedrijven op zoek zijn naar specifieke geschoolde profielen. ●● De uitdagingen op vlak van welzijn en werkbaar werk groeien: zinvolle taken, voldoende uitdaging, voldoende autonomie en voldoende taakvariatie- en werkbelasting. ●● De toenemende flexibiliteit in de manier waarop arbeid georganiseerd wordt, zorgt voor complexe uitdagingen. Denk hierbij aan uitzendarbeid, deeltijds werken, plaats- en tijdsonafhankelijk werken … ●● E-commerce zet fysieke winkels onder druk: ze ondervinden wereldwijde concurrentie en ondervinden nadeel van het principe vandaag bestellen, straks geleverd aan huis. ●● Branchevervaging neemt toe, het assortiment met producten uit andere branches wordt altijd maar meer uitgebreid. Hierdoor stijgt de concurrentie. ●● Horeca staat onder druk door sterke regelgeving, onder andere op vlak van overlast en rookverbod.

48 • Ambtelijk memorandum


●● Beleid hogere overheid ●● Gemeenten krijgen een grotere autonomie, dit doet de druk voor kleinere gemeenten stijgen. ●● De outputnormen bij tewerkstellingsmaatregelen zijn toegenomen. Dit leidt tot een hogere mislukkingsgraad.

3.3.3 Beleidsteasers

Tewerkstellingsmaatregelen Meerhout kiest doordacht voor een beperkt aantal tewerkstellingsmaatregelen. De hogere overheid voorziet in een groot aantal begeleidings-, opleidings- en tewerkstellingsmaatregelen. Omwille van de kleinschaligheid van Meerhout is het moeilijk om op alle maatregelen in zetten. Daarnaast is er een negatieve tendens waar te nemen bij tewerkstellingstrajecten. Mensen die een tewerkstellingstraject volgen, stromen steeds minder succesvol uit, dit onder andere door de stijging van de outputnormen. Gezien deze evoluties kiest Meerhout ervoor om in te zetten op een beperkt aantal tewerkstellingsmaatregelen en hierover een doorgedreven deskundigheid op te bouwen. Bovendien wil Meerhout zich enkel focussen op de tewerkstelling van mensen die voldoende arbeidsattitude hebben en waarbij de randfactoren zodanig ingevuld zijn dat ze op termijn kunnen doorstromen naar het normale arbeidscircuit. Bij de plaatsing van mensen in tewerkstellingstrajecten wordt er voornamelijk gekozen voor initiatieven voor sociale economie en de privésector. Meerhout kiest niet voor tewerkstellingstrajecten in de eigen diensten.

Als kleine gemeente wil Meerhout de ambitie hebben om zoveel mogelijk mensen een (arbeids-)traject aan te bieden. In deze arbeidstrajecten streeft Meerhout naar succesverhalen en worden mensen stapsgewijs klaargestoomd voor een doorstroming naar de arbeidsmarkt. Mensen die in een arbeidstraject zitten, krijgen een gestructureerde en doorgedreven begeleiding aangeboden. Dit met het doel hun competenties en arbeidsattitudes te verbeteren. Er wordt ook aandacht geschonken aan randvoorwaarden zoals mobiliteit en kinderopvang. Dit alles met het oog op een maximale doorstroming naar het normale economische circuit. Bij de plaatsing van mensen in tewerkstellingstrajecten wordt er niet alleen gekozen voor initiatieven voor sociale economie en de privésector, maar kiest Meerhout ook uitdrukkelijk om trajecten mogelijk te maken in de eigen teams zoals onder andere het woonzorgcentrum, ‘t Kelderke, de groenteams … Het eigen personeel krijgt voldoende ondersteuning om deze arbeidstrajecten te begeleiden op de werkvloer. Om dit doorgedreven beleid waar te maken, maakt Meerhout voldoende tijd en middelen vrij.

Ambtelijk memorandum • 49


Intergemeentelijke samenwerking Meerhout zet weloverwogen in op een intergemeentelijke samenwerking rond tewerkstelling. De laatste jaren werden in Meerhout steeds meer projecten rond tewerkstelling en activering bovenlokaal aangepakt. Dit meestal op schaal van drie, zes of zeven gemeenten, denk daarbij aan regierol sociale economie, wijk-werken, activering ter ondersteuning van de sociale dienst ... Deze aanpak brengt schaalvergroting met zich mee en biedt dus een aantal voordelen zoals onder andere het kunnen verkrijgen van bovenlokale subsidies of een grotere deskundigheid. Anderzijds betekent deze intergemeentelijke aanpak ook een inkrimping van de eigen keuzemogelijkheden. Als kleine gemeente kan Meerhout dikwijls minder gewicht in de schaal leggen in deze grote samenwerkingsverbanden en blijft de inbreng dus eerder beperkt. Toch ziet Meerhout voornamelijk de voordelen van een dergelijke samenwerking. Hierdoor kunnen er zaken aangepakt worden die anders moeilijk liggen omwille van kleinschaligheid of deskundigheid.

Meerhout kiest voor een lokale aanpak. Zo tracht de gemeente een beleid rond tewerkstelling uit te bouwen dat past in het algemeen gevoerde beleid. Er wordt werk gemaakt van een kleinschalige werking en kleinere projecten op vlak van tewerkstelling en activering, afgestemd op de noden van Meerhout. Anderzijds wil Meerhout geen eiland zijn. De uitgebouwde lokale werking en projecten worden vervolgens ingebouwd in een bovenlokale visie rond tewerkstelling. Zo tracht het lokaal bestuur te genieten van de voordelen van een intergemeentelijke samenwerking zonder de regie over het eigen beleid te verliezen.

50 • Ambtelijk memorandum


Ondernemen in Meerhout Meerhout kiest voor de uitbouw van een lokaal loket economie. De voorbije periode werd er geïnvesteerd in het opstarten van een lokaal loket economie. Door de beperkte omvang van het team lokale economie ligt het accent helaas sterk op verplichtingen van ondernemers zoals controle en opvolging in het kader van het afleveren van vergunningen. De komende periode wil Meerhout investeren in een kwalitatieve uitbouw van dit loket. De gemeente zorgt er enerzijds voor dat vragen van ondernemers op een goede manier worden afgehandeld, waarbij deskundigheid, transparantie, ondernemersgerichtheid en duidelijke processen voorop staan. Anderzijds informeert de gemeente ondernemers. Het lokaal loket economie informeert ondernemers over de eigen dienstverlening, de ruimere gemeentelijke dienstverlening, de dienstverlening van derden, bijvoorbeeld agentschap ondernemen, UNIZO, VOKA … of over thema’s die hen aanbelangen, bijvoorbeeld via een ondernemersontbijt.

Meerhout wil zich profileren als ondernemersvriendelijke gemeente. De gemeente streeft naar een coherent en doorgedreven beleid op vlak van lokale economie. In het gevoerde beleid worden prioriteiten naar voor geschoven. Daarnaast zit het ondernemersvriendelijke beleid verweven doorheen het ganse gemeentelijke beleid. De prioriteiten worden ook vertaald naar andere beleidsdomeinen waarmee lokale economie raakvlakken heeft, zoals ruimtelijke ordening (duurzame bedrijfshuisvesting, uitstraling markt), veiligheid en mobiliteit (bereikbare bedrijventerreinen en winkels, verkeersluw centrum, fietsvriendelijke gemeente), milieu (duurzaam afvalbeleid), fiscaliteit (transparante belastingen) en toerisme (horeca en evenementen). Het team lokale economie heeft in dit verhaal een brugfunctie tussen de ondernemers, het eigen team en andere teams. Zo kan het gemeentebestuur bijvoorbeeld streven naar een herwaardering van de Veldstraat als winkelstraat via een aangepast financieel beleid (belastingen op leegstaande winkelpanden), een aangepast ruimtelijk beleid (verplichting om op het gelijkvloers parking te voorzien) en een aangepast mobiliteitsbeleid (voorzien van parking en ruimte stoepen) …

Ambtelijk memorandum • 51


Meerhout zet gericht in op ambulante handel. De focus van team lokale economie ligt voor een groot deel op de ambulante handel. De wekelijkse markt en de twee centrumkermissen kennen een groot succes. De kermissen in de gehuchten kennen dit succes niet of minder. Vele kermisdata worden jaarlijks vastgesteld, maar worden in de praktijk niet ingevuld. Andere kermissen worden georganiseerd door privĂŠ-initiatiefnemers of in samenwerking met lokale verenigingen. De ambulante handel neemt globaal een groot aandeel in het urenpakket van het team in. Om meer inzet te kunnen genereren in het voordeel van de lokale ondernemers zet Meerhout voortaan enkel nog in op de organisatie van de wekelijkse markt en de twee centrumkermissen. De kermissen in de gehuchten worden afgeschaft of geprivatiseerd en kunnen gekoppeld worden aan lokale evenementen.

Meerhout zet blijvend in op de wekelijkse markt en vele kermissen. Meerhout wil een bruisende gemeente zijn, een gemeente waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, een gemeente waar er kansen worden geboden tot recreatie. De markt en de kermis bieden hiertoe kansen en kaderen daarmee dus in een algemeen beleid. Bovendien heeft Meerhout historisch gezien een zekere traditie opgebouwd met de organisatie van een wekelijkse markt en verschillende kermissen. Meerhout wil deze initiatieven, gezien de gedragenheid bij de bevolking, uitdrukkelijk behouden en hier zelfs verder op inzetten door onder andere de uitbouw van gerichte promotiecampagnes.

52 • Ambtelijk memorandum


3.4 Wonen en ruimtelijke ordening 3.4.1 Omgevingsanalyse

Ambtelijk memorandum • 53


3.4.2 SWOT Sterktes ●● Kavels De gemeente Meerhout beschikt over voldoende kavels om de bevolkingsaangroei en groei door migratie op te vangen. ●● Sociaal objectief ●● Het sociaal objectief dat moet gerealiseerd worden tegen 2020 is gerealiseerd. ●● Er zijn in Meerhout uitgebreide voorzieningen voor ouderen en personen met een handicap. ●● Onroerende goederen Er zijn in de loop van de jaren strategische aankopen van onroerende goederen gebeurt. ●● Groen en duurzaamheid ●● Er is veel groen en open ruimte kort bij de kernen. ●● Meerhout kent een relatief dicht netwerk aan trage wegen tot in de kern. ●● Het richtlijnenboek als instrument voor een duurzaam woonbeleid biedt veel houvast.

54 • Ambtelijk memorandum


Zwaktes ●● Sociale huisvesting Er zijn geen projecten gepland op grond in eigendom van de Geelse Huisvesting. ●● Inplanting ●● Verlinting: De verbindingswegen tussen de verschillende gehuchten zijn voor een groot deel bebouwd. ●● Verspreide bebouwing: de aanwezigheid van (zonevreemde) geïsoleerde woningen zorgt voor een grote maatschappelijke kost. ●● Handhaving Het ontbreken van een gemeentelijk handhavingsbeleid. Dit moet een slagkrachtige vervolging van stedenbouwkundige en milieuovertredingen mogelijk maken. ●● Huur en verhuren Er is zeer weinig gekend over de huurmarkt binnen de gemeente.

Kansen ●● Sociale huisvesting De Kleine Landeigendom heeft nog een ruim aanbod aan gronden om sociale koopwoningen te realiseren. ●● Invulling ●● De aanwezige binnengebieden bieden de mogelijkheid om aan kernverdichting te doen. ●● In de directe omgeving van de kern van Meerhout zijn er verschillende percelen in eigendom van de gemeente. Deze bieden zowel mogelijkheden naar een groene invulling van de publieke ruimte, maar laten ook ruimte voor wonen en gemeenschapsvoorzieningen. ●● De voetbalkantine Zeggeman is gesloopt waardoor er ruimte beschikbaar is voor een andere, nieuwe invulling. ●● Het dorpscentrum biedt kansen voor de verdere kwalitatieve uitbouw van een commercieel centrum. Dit kan bovendien de attractiviteit van de kern als woonklimaat bevorderen.

Bedreigingen ●● Sociale huisvesting Er is te weinig ruimtelijke spreiding in het aanbod van de huisvestingsmaatschappijen. ●● Parkeren en mobiliteit ●● Parkeren is een grote ruimtevraag bij projecten. ●● De altijd maar toenemende mobiliteitsdruk in het dorpscentrum heeft een negatieve impact op de belevingswaarde rond het marktplein. ●● Verharding De toenemende oppervlakte verharding heeft een negatieve impact op waterhuishouding, beleving en woonkwaliteit. ●● Ruimtelijke kwaliteit De nood en vereiste tot het creëren van ruimtelijk rendement kan ruimtelijke kwaliteit achterop plaatsen.

Ambtelijk memorandum • 55


3.4.3 Beleidsteasers Woningkwaliteit

Het gemeentebestuur zet proactief in op woningkwaliteit. Bijvoorbeeld door het verplichten van conformiteitsattesten, actief woningkwaliteitscontroles uit te voeren ... Daarbij wordt ook ingezet op een doorgedreven isolatie en ventilatie van private woningen. Het gebruik van hernieuwbare energie wordt gestimuleerd.

Meerhout voert enkel reactief woningkwaliteitsonderzoeken uit. Eventueel gecombineerd met het informeren van burgers rond woningkwaliteit. Enkel de wettelijke normen bij nieuwbouw of verbouwing in verband met isolatie en hernieuwbare energie moeten nageleefd worden.

Woningaanbod Meerhout stuurt het woningaanbod actief mee. Het gemeentebestuur doet dit door het opstarten van projecten op grond in het eigen patrimonium. Hierbij zorgt het gemeentebestuur voor een divers woningaanbod dat weliswaar rekening houdt met de gezinsverdunning.

Het gemeentebestuur laat vraag en aanbod de woningmarkt bepalen. Door het voeren van een huisvestingsbeleid kan het gemeentebestuur eventueel inspelen op de markt.

Binnengebieden Meerhout laat geen verkavelingen meer toe in binnengebieden. Het gemeentebestuur laat binnengebieden enkel ontwikkelen op projectbasis met een beperking van de oppervlaktes aan verharding zowel privaat als publiek, met optimale oriĂŤntatie van de bebouwing en met een groene invulling.

Het gemeentebestuur laat binnengebieden verkavelen met aanleg van een centrale weg. Zo kunnen individuele bouwers hun eigen woning met tuin creĂŤren en persoonlijk invullen.

56 • Ambtelijk memorandum


Handhaving Het gemeentebestuur voert geen controles uit op afgeleverde vergunningen. Het handhavingsbeleid is enkel gebaseerd op klachtenbehandeling, waarbij wordt getracht een oplossing te vinden via regularisatie of herstel in de oorspronkelijke toestand vooraleer wordt overgegaan tot de opmaak van een proces-verbaal.

Meerhout stelt een handhavingsplan op. In een handhavingsplan kan het gemeentestuur eigen prioriteiten leggen binnen de overtredingen die niet onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest vallen. Er worden duidelijke richtlijnen opgenomen over het omgaan met overtredingen en er is een afgelijnd stappenplan in afspraak met de politie.

Verdichting Meerhout zet in op een verdichting van het dorpscentrum en maakt wonen in het centrum attractief. Het gemeentebestuur doet dit door kwaliteitsvolle woongelegenheden te voorzien in de nabijheid van voorzieningen. Anderzijds ontmoedigt het gemeentebestuur het decentraal wonen, zowel langs de woonlinten als zonevreemd.

Het gemeentebestuur streeft ernaar het woongebied optimaal te benutten en een globale verdichting door te voeren. Meerhout doet dit onafhankelijk van de ligging en de omgeving.

Ambtelijk memorandum • 57


3.5 Vrije tijd 3.5.1 Omgevingsanalyse

58 • Ambtelijk memorandum


3.5.2 SWOT Sterktes ●● Gemeentelijke dienstverlening en interne organisatie ●● Ervaren medewerkers met een doorgedreven kennis van zake zorgen voor een grote deskundigheid van de gemeentelijke dienstverlening. ●● Gemeentelijke medewerkers zijn spilfiguren in het beleidsvoorbereidend en beleidsuitvoerend werk. Medewerkers werken hierbij actief mee aan een meerjarenplanning, zijn gemakkelijk aanspreekbaar, werken samen met verenigingen, organiseren evenementen en staan in voor het beheer van de gemeentelijke infrastructuur. ●● Bibliotheekaanbod ●● De gemeentelijke bib beschikt over een actuele, uitgebreide en gevarieerde collectie. ●● De lener heeft gemakkelijk toegang tot andere collecties door de aansluiting provinciale bibliotheeksystemen of PBS of de toepassing Mijn Bibliotheek. ●● De lener betaalt geen inschrijvingsgeld. ●● De bibliotheek heeft klantvriendelijke openingsuren. ●● De bibliotheek beschikt over een aparte AVM-afdeling. AVM staat voor audiovisuele materialen zoals cd’s, dvd’s, dvd-boxen en taalcursussen. ●● Bezoekers kunnen terecht in het aantrekkelijk leescafé.

Ambtelijk memorandum • 59


●● Vrijetijdsaanbod ●● Er is een uitgebreid vrijetijdsaanbod in de bredere regio met cultuurcentra, cafés, evenementen ... Er is veel te beleven. ●● Meerhout biedt een kwalitatief en sterk uitgebouwd aanbod aan eigen gemeentelijke activiteiten. ●● Meerhout heeft een sterk uitgebouwd aanbod aan activiteiten die georganiseerd worden door verenigingen of organisaties al dan niet in samenspraak met het bestuur. Bij een samenwerking voorziet het bestuur in ondersteuning. ●● Verenigingsleven ●● Meerhout kent een rijk en actief verenigingsleven op vlak van cultuur, jeugd, senioren en heeft sterke (sport)clubs met veel leden. ●● Het gemeentebestuur biedt een zeer goede ondersteuning aan erkende verenigingen, zowel op financieel, infrastructureel, logistiek als promotioneel vlak. ●● De verschillende reglementen werden afgestemd tussen de verschillende domeinen zodat aanvragen op een gelijke manier worden behandeld. ●● Het gemeentebestuur kan rekenen op adviesraden in de verschillende beleidsdomeinen. ●● Infrastructuur ●● Meerhout heeft een uitgebreid aanbod aan gemeentelijke infrastructuur op vlak van sport, jeugd, bibliotheek en op socio-cultureel en toeristisch vlak. ●● Meerhout telt heel wat uitgebreide recreatief-toeristische netwerken. ●● Meerhoutenaren hebben outdoor infrastructuur ter beschikking, onder andere BMX-parcours, speelbossen en visvijver. ●● Het gemeentebestuur heeft verschillende convenanten of overeenkomsten afgesloten met verenigingen waarin duidelijke afspraken staan over het ter beschikking stellen van gemeentelijke infrastructuur. ●● Meerhout beschikt over private infrastructuur op het grondgebied die mogelijkheden biedt. ●● Samenwerking/netwerk/partners ●● Het gemeentebestuur kan rekenen op de ondersteuning aan en samenwerking met belangrijke en deskundige partners die cruciaal zijn voor een mede-uitvoering van het beleid. Onder andere heemkundige kring Meerhouts patrimonium, VVV-Meerhout, scholen en woonzorgcentra. ●● Meerhout kent een groeiende inzet op intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Deze bieden goede kansen om zaken aan te pakken die anders moeilijker liggen omwille van kleinschaligheid en/of deskundigheid. ●● Duurzaamheid ●● Meerhout heeft de titel van FairTradeGemeente. ●● Het gemeentebestuur zet in op Noord-Zuid problematiek via activiteiten en toelagen aan 4de pijlerprojecten en noodhulp.

60 • Ambtelijk memorandum


Zwaktes ●● Gemeentelijke dienstverlening en interne organisatie ●● Er wordt veelal gewerkt vertrekkende vanuit een bepaald beleidsdomein. Een meer doorgedreven samenwerking zou voordelen kunnen opleveren naar efficiëntie en bruggen kunnen slaan tussen de verschillende domeinen, dit zowel op ambtelijk als politiek vlak. ●● Er is weinig mogelijkheid tot focus. Betrokken medewerkers moeten van alle markten thuis zijn als beleidsvoorbereider, -ondersteuner en -uitvoerder, administratieve duizendpoot, praktische organisator … en hebben hierdoor te kampen met tijdsdruk. ●● Bibliotheekaanbod ●● De focus in de bib ligt sterk op uitleenbibliotheek, kansen op gebied van ontmoetings- en informatiecentrum worden nog te weinig aangegrepen. ●● De bibliotheek focust maar beperkt op digitale toepassingen. ●● Het bereik van de verschillende scholen is niet evenredig. ●● Vrijetijdsaanbod ●● Het gemeentebestuur is te veel afhankelijk van vrijwilligers bij de uitvoering van het gemeentelijk aanbod. ●● Het gemeentelijk aanbod is voor sommige beleidsdomeinen eerder beperkt. ●● Het organiseren van een gemeentelijk vrijetijdsaanbod is erg tijdrovend. ●● De verschillende evenementen zijn gaandeweg gegroeid. Er zit weinig afstemming in het geheel aan activiteiten. ●● De scholen als toeleider naar het gemeentelijk vrijetijdsaanbod worden niet evenredig bereikt. ●● Verenigingsleven ●● De reflex om advies te vragen is soms te beperkt. ●● De samenstelling van adviesraden is niet in alle raden even representatief voor het werkveld. ●● Infrastructuur ●● De middelen voor het onderhoud en beheer van de infrastructuur zijn te beperkt. ●● De staat van sommige gebouwen vraagt de nodige investeringen. ●● De bezetting van de infrastructuur is soms ondermaats. ●● Meerhout beschikt niet over een podiumzaal. ●● Samenwerking/netwerk/partners ●● Verschillende intergemeentelijke samenwerkingsverbanden varen elk hun eigen koers waardoor interne afstemming soms moeilijker zal worden. ●● Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden duwen het eigen beleid soms in een bepaalde richting. Dit maakt de keuzevrijheid op lokaal vlak beperkter. ●● Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden vragen ook intern tijd en middelen.

Kansen ●● Doelgroepen/verenigingen ●● Als kleine gemeente heeft Meerhout een sterk sociaal weefsel. ●● Meerhout kent een sterke toename van de groep jonge en actieve gepensioneerden. ●● Communicatie Meerhout heeft goede communicatiekanalen naar specifieke doelgroepen: senioren, lagere school kinderen, personen met een handicap ...

Ambtelijk memorandum • 61


●● Beleid hogere overheid De regierol gemeenten neemt toe door inkanteling van vrijetijdssubsidies in het gemeentefonds. ●● Omgeving ●● De grote groene ruimte vlakbij het centrum biedt mogelijkheden. ●● Meerhout heeft een grootse cultuurhistorische achtergrond.

Bedreigingen ●● Dienstverlening Adequate dienstverlening vraag steeds meer specifieke technische ondersteuning of specifieke software. De evolutie hiervan is moeilijk bij te houden. ●● Doelgroepen/verenigingen ●● De verenigingen hebben af te rekenen met een toenemende vergrijzing. ●● (Langdurige) vrijwillige engagementen nemen af. ●● Door toenemende druk bij burgers kunnen deze minder en minder actief deelnemen aan het verenigingsleven. ●● Communicatie ●● Op vlak van communicatie is de afwezigheid van middelbare scholen een gemis. ●● Er liggen nog veel uitdagingen op vlak van digitale communicatie. ●● Beleid hogere overheid ●● De inkanteling van vrijetijdssubsidies stopt de toekomstige groei van middelen. ●● De slinkende overheidsmiddelen zorgen voor een spanningsveld: minder ambtenaren moeten meer taken op zich nemen. ●● Er is een toenemende versnippering in sectoren en (sub)doelgroepen. Dit maakt het voor een kleine gemeente moeilijker om alles in de diepte uit te werken.

62 • Ambtelijk memorandum


3.5.3 Beleidsteasers Aanbod

Meerhout kiest voor vernieuwing en coproductie in haar vrijetijdsaanbod. Het lokale vrijetijdsbeleid zorgt voor gemeenschapsontwikkeling. Maar er is meer, de vrijetijdssector is dé sector bij uitstek voor experiment en vernieuwing. Vernieuwing ontstaat wanneer mensen noden ervaren of gewoonweg goesting hebben om individueel of in groep hun schouders te zetten onder datgene dat hen bezighoudt. Meerhout wil voortaan kiezen voor een unieke aanpak in de ontwikkeling van het activiteitenaanbod. Het lokaal bestuur wil vertrekken vanuit het idee van experiment en vernieuwing om zo een aanbod te laten groeien. Kortom, Meerhout profileert zich als uniek dorp op gebied van het vrijetijdsaanbod en ziet burgers en verenigingen voortaan als partners in dit proces. Het gemeentebestuur kiest ervoor om deze vernieuwende initiatieven te ondersteunen. De vrijetijdsmedewerker wordt gezien als een spil in dit proces.

Meerhout wil mensen kansen bieden in zijn vrijetijdsaanbod. Het lokale vrijetijdsbeleid zorgt ervoor dat er kansen gecreëerd worden op vlak van ontmoeting, cultuurbeleving, sport- en spelbeleving, recreatie, informatieverstrekking ... Het lokaal bestuur vertrekt vanuit het idee dat er een zinvol niet-commercieel vrijetijdsaanbod is voor elke inwoner. Een aanbod dat vaste waarden verankert, een aanbod dat durft inspelen op hiaten. Kortom, Meerhout kiest voor een doorgedreven vrijetijdsaanbod en maakt hier tijd en middelen voor vrij. Bovendien wil het gemeentebestuur doorheen dit vrijetijdsaanbod ook een focusbeleid verweven, bijvoorbeeld kansarme kinderen, iedereen beweegt, senioren, iedereen creatief, duurzame ontwikkeling …, een uitdaging waar we werk van willen maken. Dit focusbeleid zal centraal staan in elke aangeboden activiteit.

Ambtelijk memorandum • 63


Vrijetijdsbeleid Meerhout streeft naar een goede balans tussen specialisatie en samenhang. Integraal is het nieuwe normaal, een tendens die ook de laatste jaren in Meerhout werd ingezet. De afgelopen jaren werden er bruggen geslagen tussen de verschillende sectoren, onder andere door te zoeken naar afstemming in het ondersteuningsbeleid naar verenigingen. Ook de komende periode zal dit proces zich ongetwijfeld verder zetten. Dit alles met het oog op een verbetering van de dienstverlening. Anderzijds kent integraal werken ook zijn grenzen. Er kan van een integrale benadering niet alle soelaas verwacht worden. Als we de verschillende sectoren optimaal willen laten groeien moet het lokaal bestuur soms ook durven kiezen voor focus, voor specialisatie. Het gemeentebestuur streeft naar een goede balans tussen beide. Er wordt gestreefd naar een integrale benadering op de hoofdlijnen: ondersteuningsbeleid verenigingen, algemeen beleid activiteiten, achterliggende administratieve processen en algemeen beleid promotie. Daarnaast blijft het bestuur ook kiezen voor focus om bepaalde projecten in de diepte vorm te geven. De vrijetijdsmedewerker wordt gezien als expert in dit verhaal.

Meerhout zet een volgende stap naar een integrale benadering van vrijetijdsbeleid. Het vrijetijdsbeleid is historisch zowel bestuurlijk als ambtelijk geclusterd. De vorige periode werden er stappen ondernomen om het ondersteuningsbeleid naar de verenigingen op elkaar af te stemmen. De volgende periode wil het lokaal bestuur in de evolutie van verkokerd naar integraal een volgende stap zetten. Via het platform van een vrijetijdsoverleg wordt er gezocht naar meer kruisbestuiving en een betere afstemming op vlak van activiteiten. Hierbij wordt er gestreefd naar een doorgedreven samenwerking tussen de verschillende beleidsdomeinen in het activiteitenaanbod. Deze integrale benadering zal zowel op ambtelijk als op bestuurlijk vlak vorm krijgen. Deze evolutie willen we stapsgewijs vorm geven. Concreet wil het gemeentebestuur jaarlijks minstens één project benoemen dat we integraal benaderen. Een project waar de verschillende expertises elkaar kunnen ontmoeten, voeden en verrijken. Dit met het doel om bruggen te bouwen, tot een betere afstemming te komen, dichter naar elkaar toe te groeien, meer draagvlak te creëren …

64 • Ambtelijk memorandum


Bibliotheek De bibliotheek van Meerhout is en blijft een uitleenbibliotheek. Aan de vorm zullen er weliswaar gaandeweg aanpassingen moeten worden aangebracht. De verschuivingen in het medialandschap en de boekensector zijn ingrijpend. Zo kan de rol van een digitale collectie gaandeweg groter worden en/of de rol van een fysieke collectie afnemen. De bibliotheek van Meerhout zal zich op digitaal gebied mee moeten ontwikkelen. Op die manier kan de bibliotheek lokaal vernieuwende diensten voor onze burgers ter beschikking stellen. Anderzijds zal het evenwicht tussen een papieren en digitale collectie te allen tijde moeten worden afgewogen in functie van de behoeften van (toekomstige) gebruikers. Het interieur van de bibliotheek zal polyvalent en flexibel moeten zijn zodat er gaandeweg variatie, passend in de tijdsgeest, kan worden aangebracht.

De rol van de bibliotheek van Meerhout zal zich niet meer beperken tot die van een uitleenbibliotheek, maar zal zich ook moeten ontwikkelen tot een volwaardig informatie- en ontmoetingscentrum. De bibliotheek moet een toegankelijke plek zijn waar het aangenaam is om te vertoeven. Een plek waar je in contact kan komen met anderen. Om dit te verwezenlijken zal de bibliotheek meer en meer de rol van gids moeten opnemen om mensen te begeleiden naar betrouwbare informatie. Naar kinderen en jongeren kan de bibliotheek van Meerhout hier een ondersteunende rol spelen naast het onderwijs. Naar volwassenen en ouderen kan de bibliotheek hierin zelfs een trekkersrol opnemen. Kortom, er zal werk worden gemaakt van een doorgedreven doelgroepenwerking. Zeer concreet zullen zaken zoals projecten, cursussen, auteurslezingen, voordrachten, vormingen, tentoonstellingen, activiteiten ‌ niet meer weg te denken zijn uit de bibliotheek van de toekomst. Het onderwijs en team vrije tijd, maar ook andere actoren zoals de socioculturele sector zullen bevoorrechte partners worden van de bibliotheek om deze opdracht te volbrengen.

Ambtelijk memorandum • 65


Intergemeentelijke samenwerking Meerhout zet gericht in op intergemeentelijke samenwerking. Vrijetijdsparticipatie laat zich niet vatten in bestuurlijke grenzen. Het bestuur wil toekomstgericht inzetten op intergemeentelijke samenwerkingen en deze verder uitbouwen. Het lokaal bestuur ziet in deze samenwerkingsverbanden een aantal voordelen zoals gezamenlijke inzet van middelen, afstemming van de dienstverlening, bundeling van krachten en expertises, meer kansen op subsidiëring … Hierdoor kan Meerhout zaken realiseren die anders misschien onmogelijk zouden zijn. Het lokaal bestuur wil doordacht omgaan met deze intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Formeel instappen in een intergemeentelijk samenwerkingsverband wordt slechts gezien als een beginpunt. Het gemeentebestuur kiest er dan ook voor om actieplannen en acties die voortvloeien uit de samenwerking af te stemmen en formeel in te schrijven in het gemeentelijk meerjarenplan om zo tot een gedragen beleid te komen. Daarnaast zoekt het bestuur naar een goede interne organisatie voor de opvolging van deze intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.

Meerhout zet in op intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voor zover de acties van het samenwerkingsverband passen in het eigen beleid. Gemeenten zijn niet langer een eiland. De druk om samen te werken verhoogt en dit zowel vanuit financieel als vanuit kwalitatief oogpunt. Het wordt gaandeweg belangrijker om in te zetten op intergemeentelijke samenwerking om zo de eigen expertise te kunnen uitbreiden en gezamenlijke projecten te voeren. Dit feit wordt onderschreven door het lokaal bestuur. Daarom is het bestuur al ingestapt in een aantal intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Ondanks de voordelen van samenwerken wil het gemeentebestuur erover blijven waken dat men voldoende eigen keuzes kan en mag maken. Daarom wil het gemeentebestuur het voorrecht behouden om te kunnen kiezen waar het al dan niet op instapt. Pro’s en contra’s moeten kunnen afgewogen worden op basis van wat er past in het eigen gevoerde beleid. Zo tracht het lokaal bestuur te genieten van de voordelen van een intergemeentelijke samenwerking zonder de regie over het eigen beleid te verliezen.

66 • Ambtelijk memorandum


3.6 Leren en onderwijs 3.6.1 Omgevingsanalyse

Ambtelijk memorandum • 67


3.6.2 SWOT Sterktes ●● Aanbod ●● In de gemeente Meerhout is er een ruim en divers aanbod binnen het basisonderwijs. Het onderwijs wordt er verstrekt door de drie onderwijsnetten: vrij onderwijs, gemeenschaps- en gemeentelijk onderwijs. Dit garandeert ruime keuzemogelijkheden voor de ouders. Op het grondgebied tellen we maar liefst zeven locaties waar basisonderwijs wordt ingericht. Hier wordt buitengewoon, lager en kleuteronderwijs aangeboden. Meerhoutse kinderen genieten daardoor onderwijs in hun onmiddellijke omgeving. Dit zorgt ervoor dat de meeste schoolverplaatsingen zich erg lokaal afspelen. Dit verhoogt het comfort bij ouders en kinderen en het betekent een gemakkelijke bereikbaarheid van de scholen per fiets of te voet. ●● Meerhout organiseert zelf gemeentelijk onderwijs. Hierdoor krijgt de gemeente de mogelijkheid om een lokaal en geïntegreerd onderwijsbeleid uit te werken. Een beleid waar voldoende aandacht is voor welzijn, sport, cultuur en integratie voor kinderen. Met de schoolinfrastructuur kan men bovendien flexibel omgaan en deze ten dienste stellen na de schooluren. Zo wordt gewerkt naar het idee van een brede school. Sportactiviteiten, deeltijds kunstonderwijs (muziek) en culturele manifestaties liggen zo binnen handbereik van vele kinderen. ●● Ambitie Het gemeentelijk onderwijs is met De Duizendpoot stevig verankerd in de gemeente. Door de centrale ligging, een lange onderwijstraditie en door het aanbod van kwaliteitsvol onderwijs genieten zij het vertrouwen van heel wat ouders. De Duizendpoot verzorgt op dit ogenblik het basisonderwijs voor 50,74 procent van de schoolgaande Meerhoutse kinderen. Het is de ambitie van deze school om het niveau van een sterke zorgstructuur, een positief pedagogisch klimaat en een sterk onderwijs vast te houden.

Zwaktes ●● Verspreiding ●● Door de ruime verspreiding van het basisonderwijs krijgen we een versnippering aan accommodaties en werkmiddelen. Heel wat vestigingsplaatsen zijn ondergebracht in verouderde en weinig energiezuinige gebouwen. ●● Naast moeilijkheden om veilige en uitdagende leeromgevingen te creëren, bemoeilijkt dit de samenwerking, integratie en bereikbaarheid met de andere gemeentelijke sectoren: kinderopvang De Meerkatjes, bibliotheek, culturele en sportieve manifestaties. ●● Onderhoud Het onderhoud van de gebouwen vraagt financiële tussenkomsten en veronderstelt een regelmatige inzet van het gemeentepersoneel. Wanneer derden gebruik maken van de schoolinfrastructuren, de gedachtegang van de brede school, vraagt dit een duidelijke omkadering rond afspraken en een correcte opvolging hiervan. ●● Leerlingenaantal De Duizendpoot wil vooral een kwaliteitsvolle dorpsschool zijn, verankerd in de lokale gemeenschap. Door de huidige leerlingenaantallen wordt een werking als dorpsschool wat moeilijker. De organisatie van het schoolgebeuren wordt immers complexer. De maatschappelijke verwachtingen en de rol van de school worden steeds ruimer. Onderwijs blijft evenwel de kerntaak. Het geboortecijfer daalt in Meerhout. Sinds vorig schooljaar is deze dalende al voor trend een stuk voelbaar in de kleutervestigingen.

68 • Ambtelijk memorandum


Kansen ●● Diversiteit Er is meer en meer diversiteit, ook in het onderwijs is dit een realiteit. De gevolgen van het M-decreet zijn meer voelbaar in het onderwijs. Meer kinderen volgen het traditionele basisonderwijs. Anderzijds is er een stijgende groei van anderstalige kinderen. Hierdoor krijgen we op onze scholen een verscheiden leerlingenpopulatie. Zo krijgen onze kinderen de mogelijkheid op te groeien in een multiculturele wereld. ●● Centralisatie ●● Op redelijk korte termijn bestaat er een engagement om het gemeentelijk onderwijs te centraliseren op een onderwijssite rond de SchoolstraatEikenboomlaan. In eerste fase vernieuwt men de gebouwen voor het lager onderwijs. Tijdens een tweede fase komen er nieuwe gebouwen voor de kleuterafdeling. ●● De doorgedreven ontwikkeling van een onderwijssite biedt nog vele positieve mogelijkheden: men kan alle actoren op gemeentelijk vlak tot levenslang leren samenbrengen op deze onderwijssite. Hierdoor kunnen de bibliotheek, jeugdwerking en de kinderopvang worden samengebracht op de site. ●● De onderwijssite kan opengetrokken worden naar scholen van de andere netten. Op deze manier kunnen meer kinderen participeren aan de plaatselijke sociale en culturele voorzieningen. Bepaalde infrastructuren kunnen mits goede afspraken samen gebruikt worden.

Bedreigingen ●● Diversiteit Meer en meer kinderen met verschillende culturele en sociaal-economische achtergrond komen in onze scholen. Dit vraagt aan de schoolteams meer afstemming op individuele leerbehoeften en andere onderwijsinzichten. Onderwijs aan allochtone kinderen vraagt een meer gespecialiseerde aanpak met extra werkmiddelen. Hierbij duiken door de culturele verschillen problemen op: communicatie, huiswerkbeleid, integratie …. ●● Centralisatie ●● Gefaciliteerde en nieuwe locaties vragen een engagement van de gemeente. De huidige kleutervestigingen zijn ondergebracht op rustige en veilige locaties. Door een gemeentelijke onderwijssite verlaat men het idee van zeer plaatselijk onderwijs rond de kerktoren. ●● Door het creëren van een onderwijssite zijn enkele ingrijpende en doordachte maatregelen nodig rond de bereikbaarheid en het kanaliseren van de bijhorende verkeersstroom. Uiteraard mag het financiële aspect niet uit het oog verloren worden bij het inrichten van de omgeving en het optrekken van nieuwe gebouwen. ●● De verschillende eigenheden van de netten moet gegarandeerd blijven en onderlinge concurrentie mag geenszins in de hand gewerkt worden. Men zal moeten onderzoeken of er voldoende ruimte aanwezig is voor de inplanting. Ook zal men moeten bekijken of de site makkelijk toegankelijk en verkeersveilig kan ingericht worden.

Ambtelijk memorandum • 69


3.6.3 Beleidsteasers Continuïteit

De inrichtende macht stuurt sterk het schoolbeleid en de visiebepaling. Het gemeentebestuur is inrichtende macht van een eigen en sterk uitgebouwd onderwijs. Het schoolbestuur wordt iedere zes jaar democratisch gekozen. Hierdoor kan het beleid onderhevig zijn aan wisselende politieke inzichten. Dit bezwaart enigszins de continuïteit in de aansturing en werking van de school, dit is nu eenmaal de prijs van een democratie.

De inrichtende macht laat de school zelfstandig zijn kwaliteiten versterken en zijn professionaliteit uitbouwen. Basisschool De Duizendpoot is voortdurend bezig om zijn onderwijskwaliteit af te stemmen op de hedendaagse en maatschappelijke verwachtingen. Dit streven vraagt om een gedragen visie die verschillende legislaturen kan overstijgen. Deze inspanningen vragen ook een blijvende en continue ondersteuning van de inrichtende macht. De inrichtende macht kiest ervoor dat de school zelfstandig zijn kwaliteiten versterkt en zijn professionaliteit verder uitbouwt. Door regelmatig overleg kan de inrichtende macht het schoolbeleid mee ondersteunen.

Regie Het gemeentebestuur neemt een actieve regierol rond het onderwijsgebeuren. Door het organiseren van plaatselijk onderwijs is de gemeente goed geplaatst om een beperkte of uitgebreide regierol op te nemen rond het onderwijsbeleid in Meerhout. Hierdoor ontstaan mogelijkheden om binnen de gemeente overlegorganen op te richten en initiatieven te nemen met het oog op een verdere en nauwe samenwerking met de verschillende onderwijsnetten. De gemeentelijke instanties kunnen kansen creëren om een coördinerende rol en eigen prioriteiten op te nemen rond het lokale onderwijsgebeuren en jongerenwerking. Het gemeentebestuur kan afwegen of ze een actieve regierol rond het onderwijsgebeuren wenst op te nemen. Door deze keuze kan men wegen en samen zorg dragen voor een hoge kwaliteit van het hele Meerhoutse onderwijsgebeuren.

De gemeente is vooral inrichtende macht van haar onderwijsnet. Andere netten beschikken over de vrijheid om een eigen beleid te bepalen. De gemeente is erg terughoudend in de bewaking en sturing van het ganse onderwijsgebeuren in Meerhout.

70 • Ambtelijk memorandum


Centralisatie Het gemeentebestuur kiest voor één centrale plaats voor de opvang, onderwijs, sport- en cultuurbelevingen van kinderen. Naast degelijk onderwijs hebben kinderen nog andere noden en interesses. Na schooltijd moeten ze toegang hebben tot kwaliteitsvolle opvang en gemakkelijk toegankelijke vrijetijdsvoorzieningen. Voor heel wat ouders is het een droom om op één centrale plaats terecht te kunnen voor de opvang, onderwijs, sport- en cultuurbelevingen van hun kinderen. Deze keuze is niet alleen pragmatisch. Ook vanuit een kwaliteitsstandpunt biedt een centrale plek voor vrijetijdsdiensten en onderwijs heel wat voordelen. Hiervoor dienen belangrijke keuzes gemaakt te worden: welke instanties brengt het gemeentebestuur samen of bouwt ze verder uit op een centrale plaats?

Het gemeentebestuur kiest ervoor om niet té veel diensten te centraliseren op de site rond de gemeentelijke basisschool. Een school is nog iets anders dan een vrijetijdsaanbod. Naast principiële bezwaren tegen een samenbrengen van té veel diensten, zijn er ook wel praktische bezwaren tegen een centralisatie, zoals de overlast door verkeer, lawaai … Ook andere wijken in Meerhout kunnen hun voordeel doen bij gemeentelijke infrastructuur. Het gemeentebestuur kiest er dus voor om niet té veel diensten te centraliseren op de site rond de gemeentelijke basisschool.

De schoolomgeving Een straat moet mensen brengen waar ze willen zijn, trage verbindingen zijn bijkomend. Een school moet goed bereikbaar zijn en dit met alle vervoermiddelen. Bovendien is de omgeving niet alleen van de school, maar ook van diegenen die er wonen, winkelen … en ook van diegenen die er slechts moeten passeren. Goede trage verbindingen zijn dus belangrijk, maar zijn vooral bijkomend op goede verbindingen voor gemotoriseerd verkeer. Een straat moet mensen brengen waar ze willen zijn.

Niet alleen veiligheid, maar ook de luchtkwaliteit is van groot belang. Kinderen blijven een kwetsbare groep in het dagelijkse verkeer. De talrijke schoolomgevingen dienen veilig ingericht te zijn en afgestemd op de dagelijkse verkeerstroom. Bovendien is ook gezondheid voor kinderen belangrijk. Recente meetacties tonen het belang van een goede luchtkwaliteit in de straat voor jongeren die daar schoollopen. Om al deze redenen richt het gemeentebestuur alle schoolomgevingen verkeersluw in, met veel aandacht voor groen en beleving. Dit is veilig en gezond. Een straat moet een aangename en gezonde plek zijn om te vertoeven, te leven, te sporten en te spelen.

Ambtelijk memorandum • 71


3.7 Zorg en opvang van kinderen 3.7.1 Omgevingsanalyse

72 • Ambtelijk memorandum


3.7.2 SWOT Sterktes ●● Opvang van baby’s en peuters ●● Meerhout kent een kwalitatief aanbod van vergunde opvang. ●● Meerhout kent een kwantitatief aanbod met 38,77 vergunde opvangplaatsen per 100 kinderen. Dit ligt boven de Barcelona-norm. De Barcelona-norm is een Europese afspraak uit 2002 die stelt dat minstens één op drie kinderen jonger dan drie jaar een plaats in de kinderopvang moet hebben. ●● Het aanbod gezinsopvang en groepsopvang is bijna gelijkwaardig. ●● 79 procent van de opvangplaatsen in Meerhout hanteert een inkomensgerelateerd tarief wat ten goede komt van de betaalbaarheid van opvang. ●● Het gemeentebestuur geeft premies aan kinderbegeleiders in de gezinsopvang. ●● Opvang van schoolgaande kinderen ●● B KO De Meerkatjes heeft een kwalitatief aanbod en is een erkende buitenschoolse kinderopvang. ●● BKO De Meerkatjes heeft een uitgebreid aanbod: een basisaanbod én een bijkomend aanbod zoals flexibele opvang en namiddag-opvang voor 2,5 jarigen. Ook inclusieve opvang wordt aangeboden op maat. Tot slot loopt er ook een project huiswerkbegeleiding voor kansengroepen. ●● BKO De Meerkatjes behaalt een volwaardig bezettingscijfer. ●● Er is een aanvullend aanbod in de scholen om de piekmomenten op te vangen. Het gaat hier over gemelde opvang, die niet gesubsidieerd wordt. ●● Met de sportacademie is er een aanvullend aanbod vanuit de vrijetijdssector om de piekmomenten op te vangen. ●● BKO De Meerkatjes hanteert een tarief volgens de wettelijke grenzen, kent vermindering toe bij gelijktijdige opvang van meerdere kinderen uit hetzelfde gezin (25 procent) en kan een sociaal tarief toekennen (50 procent) voor gezinnen die dit nodig hebben. Dankzij deze maatregelen is kinderopvang voor iedereen betaalbaar.

Ambtelijk memorandum • 73


●● Inschrijvingen voor BKO De Meerkatjes gebeuren via een gebruiksvriendelijk online systeem. ●● Er wordt busvervoer voorzien tussen de scholen en BKO De Meerkatjes. ●● Lokale werking ●● BKO De Meerkatjes werkt samen met het Centrum voor Inclusieve Kinderopvang Geel. ●● BKO De Meerkatjes werkt samen met de verschillende Meerhoutse scholen via een formele samenwerkingsovereenkomst. ●● De adviesraad lokaal overleg kinderopvang is de eerste gesprekspartner voor zowel voorschoolse als buitenschoolse kinderopvang. ●● Het Huis van het Kind Geel-Laakdal-Meerhout heeft een aanbod voor preventieve gezinsondersteuning.

Zwaktes ●● Opvang van baby’s en peuters ●● Qua toegankelijkheid kampt de voorschoolse opvang met wachtlijsten, zodat opvangvragen pas na een jaar ingevuld kunnen worden. ●● 21 procent van de opvangplaatsen zijn plaatsen die een vrije prijs hanteren, dit komt niet ten goede van de betaalbaarheid. ●● Bereikbaarheid van opvanginitiatieven is vaak een probleem voor een beperkte groep mensen uit de zogenaamde kansengroepen. ●● Opvang van schoolgaande kinderen ●● Niet-gesubsidieerde opvang in de scholen, de zogenaamde gemelde opvang, is kwetsbaar en een bedreiging voor de continuïteit, maar is quasi onvervangbaar tijdens de piekmomenten. ●● B KO De Meerkatjes kampt op sommige opvangmomenten met reservelijsten, de toegankelijkheid komt hiermee in het gedrang. ●● De vraag naar flexibele opvang en namiddagopvang is eerder beperkt. Kleine vraag versus hoge kostprijs. ●● Inclusieve opvang is een uitdaging in de reguliere werking van de buitenschoolse kinderopvang. ●● Lokale werking ●● Er is weinig interesse vanuit de adviesraad lokaal overleg kinderopvang. ●● De samenwerking tussen BKO De Meerkatjes en de verschillende vrijetijdsactoren is nog erg beperkt. ●● Het Huis van het Kind is een jong concept en moet nog groeien.

Kansen ●● Algemeen ●● Kinderopvang heeft een positief effect op de ontwikkeling van kinderen. ●● Kinderopvang maakt maatschappelijke participatie van ouders mogelijk. ●● Kinderopvang kan de uitsluiting van kansengroepen tegengaan en hun integratie helpen bevorderen. ●● De regelgeving voor kinderopvang biedt garanties naar de kwaliteit van opvang. ●● Opvang van baby’s en peuters Het concept samenwerkende onthaalouders zit in de lift. ●● Opvang van schoolgaande kinderen Het nieuwe decreet buitenschoolse kinderopvang deelt een regierol toe aan het lokaal bestuur en stimuleert een geïntegreerd opvang- en vrijetijdsaanbod. Dit brengt mogelijk een aantal voordelen met zich mee, zoals vergroting van de toegankelijkheid van het vrijetijdsaanbod voor kinderen, meer kinderen die opgevangen kunnen worden, een betere afstemming tussen werk en gezin voor ouders, busvervoer dat wegvalt, een meer flexibele inzet van ruimten …

74 • Ambtelijk memorandum


Bedreigingen ●● Algemeen ●● De kansen op informele opvang nemen af. De redenen hiervoor zijn divers. Enkele voorbeelden zijn: grootouders moeten langer werken, een stijgend aantal ouders die over geen/beperkt netwerk beschikken, bijvoorbeeld migranten. ●● Gezinnen met een lager inkomen maken verhoudingsgewijs minder gebruik van kinderopvang dan gezinnen met een hoger inkomen. ●● De vraag naar flexibele opvang stijgt, maar flexibele opvang kent een aantal knelpunten. De nood is divers: organiseerbaarheid, kostprijs, grenzen aan de draagkracht van kinderen/gezinnen. ●● De regelgeving kinderopvang beperkt de lokale vrijheid in de organisatie van opvang. ●● Opvang van baby’s en peuters Gezinsopvang kent een stijgend aantal stoppende onthaalouders. ●● Opvang van schoolgaande kinderen ●● Er zijn nog veel onzekerheden over de komst van het nieuwe decreet buitenschoolse kinderopvang: datum, manier van financiering ... ●● Evolutie naar een geïntegreerd opvang- en vrijetijdsaanbod vraagt veel inzet op samenwerking. Ook dit vraagt tijd en middelen.

3.7.3 Beleidsteasers

Kinderopvang als instrument Meerhout ziet kinderopvang als instrument in de strijd tegen kinder(kans) armoede. Kinderopvang wordt gezien als een krachtig instrument om kinderen een gelijke start te geven of minstens de kloof te verkleinen. Het lokaal bestuur zet in op een goed uitgebouwd partnerschap met de verschillende actoren in het kinderopvanglandschap onder andere via het LOK, op een goed uitgebouwd sociaal beleid voor de buitenschoolse kinderopvang, op de verdere uitbouw van het Huis van het Kind, op een goede toepassing van het sociaal tarief.

Meerhout ziet kinderopvang als middel zodat ouders kunnen participeren aan de arbeidsmarkt. Het lokaal bestuur zet in op een toereikend basisaanbod en/ of vormen van flexibele opvang die de combinatie van gezin en arbeid kunnen faciliteren. Flexibiliteit wordt hierbij uiteraard niet gezien als onbegrensd. De draagkracht van kinderen zal hierbij altijd in afweging genomen worden.

Ambtelijk memorandum • 75


Bevoegdheid kinderopvang Meerhout trekt de kaart van kinderopvangvriendelijke gemeente. Het hebben van voldoende aanbod, betaalbare en kwaliteitsvolle kinderopvang is belangrijk voor het lokaal bestuur. Hierbij gaat de aandacht naar de combinatie arbeid-gezin, activeringsbeleid OCMW, ontwikkeling kinderen … Meerhout tracht zijn vormen van ondersteuning van kinderopvang uit te breiden met premies, logistieke steun, ondersteuning opvang in de scholen … Dit alles met als doel organisatoren van kinderopvang te overtuigen om kinderopvang te starten of hen te stimuleren om kinderopvang te blijven realiseren. Bovendien kan dit de regiefunctie van het lokaal bestuur versterken.

Kinderopvang is een Vlaamse bevoegdheid. De vergunning/erkenning en subsidiëring van kinderopvang is een Vlaamse bevoegdheid, alsook het voorzien in voldoende en betaalbare kinderopvang. Het lokaal bestuur ziet dit als een opdracht voor de Vlaamse Regering.

De organisatie van de buitenschoolse kinderopvang Meerhout blijft inzetten op het inrichten van een buitenschoolse kinderopvang. Er wordt opvang aangeboden aan kinderen van het basisonderwijs. Kinderen kunnen er terecht voor en na de schooluren en tijdens schoolvrije dagen. De organisatie van buitenschoolse opvang biedt kinderen een uitdagende omgeving, afgestemd op de eigenheid en interesses van kinderen.

Meerhout evolueert stelselmatig naar een geïntegreerd opvang- en vrijetijdsaanbod. De opvang van schoolgaande kinderen wordt in de toekomst meer en meer vorm gegeven vanuit een lokale samenwerking op vlak van onderwijs, jeugd, sport, cultuur en welzijn. Er wordt werk gemaakt van een aanbod afgestemd op de lokale situatie van buitenschoolse opvang en vrijetijdsaanbod, rekening houdend met de noden van alle kinderen en eigenheid en mogelijkheden van de verschillende lokale actoren. De regierol van deze lokale samenwerking ligt bij het lokaal bestuur. De buitenschoolse kinderopvang krijgt een centrale plaats in dit verhaal.

76 • Ambtelijk memorandum


3.8 Zorg en opvang van senioren 3.8.1 Omgevingsanalyse

Ambtelijk memorandum • 77


3.8.2 SWOT Sterktes ●● L igging Voorzieningen en diensten zijn dicht bij elkaar gesitueerd in de dorpskern: BKO, bibliotheek, sociale dienst, WZC Ter Kempen, WZC De Berk, seniorenwoningen en wooncomplex van de Geelse Huisvesting en het gemeentehuis. ●● N etwerken Kennisdeling en samenwerking via sterke netwerken, zowel op lokaal niveau met de bibliotheek, BKO, team vrije tijd, scholen, als op regionaal niveau met DotZorg, SOK-overleg, overleg ziekenhuizen Mol en Geel. Maar zeker ook met partners zoals Welzijnszorg Kempen, IOK, WZC Ter Kempen, Expertisecentrum Dementie, Palliatief Netwerk Arrondissement Turnhout of PNAT. ●● G evarieerd lokaal aanbod Meerhout kent een mix in het lokale aanbod van residentiële zorg en thuiszorg.

Zwaktes ●● Personeel en vrijwilligers ●● Een vergrijzend personeelsbestand met bijbehorend kostenplaatje. ●● Het aantal vrijwilligers en mantelzorgers kalft langzaam af. ●● Opnames minder zorgbehoevenden De kansen van minder zorgbehoevenden om opgenomen te worden, dalen. ●● Seniorenwoningen ●● Het OCMW heeft geen seniorenwoningen in het centrum van Meerhout. ●● Seniorenwoningen van de Geelse Huisvesting hebben te complexe voorwaarden voor verhuur waardoor mensen uit de boot vallen.

Kansen ●● Binnengebied Een conceptuele invulling voor de bestemming van de oude woonzorgcentrumsite in het kader van de uitwerking van het binnengebied kan kansen bieden op vlak van het zorgaanbod. ●● Samenwerking ●● De integratie van gemeente en OCMW zorgt voor een intensieve samenwerking tussen de verschillende teams van beide organisaties: BKO, bibliotheek, woonzorgcentrum, scholen, team vrije tijd … ●● Verschillende gemeenten, onder andere via Welzijnszorg Kempen, bekijken hoe ze intensiever kunnen samenwerken, mogelijk zelfs integreren in een zorggroep. ●● Zorgtraject De conceptuele uitwerking van een zorgtraject: van zelfstandig thuiswonen tot residentiële zorg kan kansen bieden aan minder zorgbehoevenden.

Bedreigingen ●● Vergrijzing ●● Toenemende vergrijzing vormt een bedreiging en vraagt de juiste aanpak. ●● De zorgzwaarte bij residentieel opgenomen senioren neemt snel toe, meer en meer is er sprake van comorbiditeit, onder andere voor wat betreft dementie en psychische of psychiatrische stoornissen.

78 • Ambtelijk memorandum


●● Zorg- en huisvestingsbehoefte Er is een stijgende zorg- en huisvestingsbehoefte van ouderen. Gezinnen worden kleiner waardoor ouders steeds minder door hun kinderen worden opgevangen. ●● Vrijwilligers en mantelzorgers Er is een grote noodzaak aan vrijwilligers en mantelzorgers. Deze groepen zijn moeilijk te rekruteren. ●● Studenten ●● Arbeidsattitudes van jonge medewerkers en jong-afgestudeerden. ●● Seniorenzorg is minder populair bij net afgestudeerde verpleegkundigen. ●● Aanbod Het huidige zorgaanbod van Ter Kempen staat ter discussie. De vraag is hoe dit anders kan vormgegeven worden en welke speler die zal vormgeven.

3.8.3 Beleidsteasers

Zorgsite versus gespreide zorg Het gemeentebestuur werkt het binnengebied uit tot een zorgsite. Door de toenemende vergrijzing zal de nood aan zorg en opvang blijven stijgen in de toekomst. Dit wil zeggen dat er binnen Meerhout een hoger aanbod van zorg moet komen. De site van het oude woonzorgcentrum De Berk leent zich perfect tot het uitbreiden van het zorgaanbod in Meerhout. Door ouderenvoorzieningen in te tekenen op deze site kiest het bestuur ervoor om het binnengebied uit te werken tot een specifieke zorgsite met bejaardenwoningen en serviceflats waar zorgbehoevenden kunnen doorstromen naar de residentiële zorg op basis van een individueel zorgtraject. Door deze voorzieningen in eigen beheer te houden, verzekert het bestuur de zorg voor de Meerhoutenaar zonder dat er gevaar bestaat dat de weinige beschikbare plaatsen gaan naar niet-Meerhoutenaren en kan het bestuur toch nog seniorenwoningen, dan wel serviceflats, aanbieden in het centrum.

Het gemeentebestuur zet in op zorg aan huis. Het binnengebied kan op verschillende manieren worden ingevuld, zonder dat dit gelieerd hoeft te zijn aan seniorenzorg. Zorg kan ook verspreid worden voorzien over heel Meerhout. Door in te zetten op (aangepast) vervoer en mobiliteit is het centrum voldoende bereikbaar voor alle Meerhoutse senioren en kan deze zelf bepalen waar zijn of haar leven zich voornamelijk afspeelt. Er zijn genoeg spelers op de markt die zorg aan huis kunnen brengen, ook al kan dit een invloed hebben op het kostenplaatje van de gebruiker.

Ambtelijk memorandum • 79


Zorg op maat versus zorg à la carte Het gemeentebestuur biedt een aangepast activiteiten- en zorgaanbod. Zorg op maat bieden aan alle senioren houdt in dat er wordt voorzien in zowel een aangepast activiteiten- als zorgaanbod. Dit kan door een nauwe samenwerking tussen de gemeente en OCMW-diensten zoals team vrije tijd, beide woonzorgcentra, de bibliotheek, thuiszorgdiensten ... Daarnaast zijn er ook private spelers op de markt, bijvoorbeeld wat betreft vervoer, maaltijden aan huis, thuisdiensten ... zodat voor alle Meerhoutse senioren aan hun noden wordt voldaan. De experten binnen het lokaal bestuur bewaken hierbij de belangen van de Meerhoutse senioren. Zij zorgen er met hun kennis en advies voor dat de juiste zorg geboden wordt zonder onnodige extra kosten te genereren en waken erover dat alle Meerhoutenaren toegang krijgen tot de zorg die ze nodig hebben.

Het gemeentebestuur stelt zich niet centraal in de seniorenwerking. Zorg à la carte aanbieden houdt in dat het lokale bestuur zich beperkt tot een rol als aanbieder op de markt en zich niet langer centraal opstelt in de seniorenwerking. Er zijn immers spelers en aanbieders genoeg. In dat opzicht kan de conceptuele invulling van het binnengebied ook worden overgelaten aan de private spelers die grotere budgetten kunnen vrijmaken voor een aanbod à la carte. Dit kan wel voor een hoger kostenplaatje zorgen bij de eindgebruiker.

80 • Ambtelijk memorandum


Woonzorgcentrum Plus versus Woonzorgcentrum Punt Woonzorgcentrum De Berk vervult een brede maatschappelijke rol. Alle zorgactoren in Meerhout kunnen terecht in woonzorgcentrum De Berk voor informatie en ondersteuning. Door een beroep te doen op deze expertise wordt het langer thuis wonen gefaciliteerd. Zo kan bijvoorbeeld de referentiepersoon dementie op huisbezoek gaan en advies geven. Daarnaast neemt woonzorgcentrum De Berk ook een actieve rol op in de opleiding van studenten of in andere arbeidstrajecten zoals artikel 60 § 7 tewerkstellingen. Zo zet woonzorgcentrum De Berk in op de zorg van de toekomst. Bovendien stelt woonzorgcentrum De Berk zich open voor alle inwoners van Meerhout, door de buitenwereld te betrekken in activiteiten, samen met haar partners activiteiten te organiseren ... Zo kunnen bijvoorbeeld Meerhoutenaren de cafetaria gebruiken voor een crea-activiteit.

Woonzorgcentrum De Berk focust op eigen inwoners. Een woonzorgcentrum is een op zichzelf werkende entiteit, weliswaar met haar eigen netwerken en samenwerkingen. De eerste focus van een woonzorgcentrum is haar bewoners optimale zorg bieden met de expertise die er in huis beschikbaar is. Daarnaast doet zij een beroep op externe experten zoals het expertisecentrum dementie of het Palliatief Netwerk Arrondissement Turnhout of PNAT. Samenwerkingen hebben in de eerste plaats tot doel om de levenskwaliteit van de bewoners te verbeteren.

Ambtelijk memorandum • 81


3.9 Zorg en opvang van kwetsbare mensen 3.9.1 Omgevingsanalyse

82 • Ambtelijk memorandum


Onderwijs kansarmoede-indicator

Ambtelijk memorandum • 83


3.9.2 SWOT Sterktes ●● Gemeentelijke dienstverlening en interne organisatie ●● Meerhout kent een grote nabijheid tussen hulpvrager en hulpverlener waardoor kwaliteitsvol kan worden gewerkt binnen het kader van individueel maatschappelijk werk. Er is minstens maandelijks contact. ●● De maatschappelijk werkers binnen de sociale dienst zijn voornamelijk generalisten, met een beperkt aantal afgebakende specialisaties binnen het team zelf, zoals arbeidsbegeleiding, vreemdelingenzaken, gezinswerking … Dit wordt aangevuld met externe specialisten zoals een psycholoog, jurist collectieve schuldenregeling … ●● Meerhout werkt sterk op de activering van klanten en cliënten naar de arbeidsmarkt en zinvolle tijdsbesteding. ●● Meerhout focust sterk op kinderarmoede met een stuurgroep kinderarmoede, project huiswerkbegeleiding, eigen gezinswerker … ●● Voor velen is het OCMW een vertrouwende dienstverlener, waarbij er vertrouwen is in de cliënten en hun kwaliteiten en mogelijkheden. Er wordt gewerkt vanuit de sterke kwaliteiten van de cliënt. ●● Samenwerking ●● Er is een goede samenwerking met externe partners zoals sociale tewerkstellingsplaatsen, Welzijnszorg Kempen … ●● Er is een goede samenwerking met overige OCMW-teams en met andere partners zoals de klus- en verhuisdienst van De Kringwinkel Zuiderkempen en de regionale dienst gezinszorg van Welzijnszorg Kempen, OCMW Geel en Laakdal in verband met alarmtoestellen. ●● Aanbod ●● Meerhout heeft als kleine gemeente toch heel wat aanbod aan sociocultureel leven, sport en vrije tijd. ●● In Meerhout zijn er vestigingen van mutualiteiten, vakbonden en banken. ●● Meerhout heeft voldoende huisdokters en apotheken. ●● Het aanbod aan thuisdiensten is een aanvulling op de markt, met bijzondere aandacht voor kwetsbare doelgroepen. ●● Meerhout heeft seniorenwoningen in eigen beheer.

Zwaktes ●● Gemeentelijke dienstverlening en interne organisatie ●● Cliënten kunnen niet altijd even goed opgevangen worden wanneer medewerkers tijdelijk uitvallen. Bijkomende inzet van nieuwe mensen vraagt inwerktijd en er is geen back-up beschikbaar voor specialismen. Dit zorgt voor een hoge werkdruk, stressvol werken, geen balans draaglastdraagkracht. Wat op zijn beurt soms leidt tot extra of nieuwe uitval van medewerkers. ●● Algemeen juridische ondersteuning via regionaal samenwerkingsverband is niet voldoende kwaliteitsvol voor cliënten en te weinig ondersteunend naar het team zelf. ●● Er is onvoldoende tijd, mankracht, kennis en kunde voor de uitbouw van nieuwe projecten. ●● Er wordt relatief weinig ingezet op participatie van cliënten aan overleg of in projectenwerkingen. Dit vraagt veel tijd en een andere expertise dan individueel maatschappelijk werk. ●● Maatschappelijk werkers werken intensief met individuele gezinnen en hun specifieke problemen en veel minder rond bepaalde algemene tendensen en thema’s zoals opvoedingsondersteuning, energie, wonen en preventieve gezondheid. ●● Versnipperde werking naar senioren toe en geen overleg of samenwerking tussen bepaalde gemeente- en OCMW-diensten.

84 • Ambtelijk memorandum


●● Output Zeer beperkte positieve of duurzame uitstroom van gezinnen in budgetbeheer. ●● Aanbod ●● Meerhout heeft ook te lijden onder een onverdraagzame private huurmarkt. ●● Er zijn lange wachtlijsten bij sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren. ●● Er zijn onvoldoende betaalbare of aangepaste woningen voor senioren in de dorpskern. ●● Het SVK biedt weinig huurwoningen aan. ●● Veel woningen zijn van slechte kwaliteit. ●● Er zijn weinig tandartsen. ●● Er zijn weinig vervoersmogelijkheden naar bepaalde gebieden binnen en buiten Meerhout, onder andere tussen deeldorpen en naar tewerkstellingsgebieden. ●● Er is geen hulp- en dienstverlening als CAW, CGG, consultatiebureaus K&G in de buurt. ●● Seniorenwoningen zijn verouderd en hebben een grotere onderhoudsbehoefte. ●● Er is niet op alle hulpvragen naar thuisdiensten een passend antwoord (gezelschapsdienst, boodschappenservice …). ●● Er is onvoldoende aanbod aan kwaliteitsvolle aangepaste woningen voor senioren in de dorpskern. ●● Vrijwilligers ●● Er is een beperkt aantal vrijwilligers voor huiswerkbegeleiding. ●● Vrijwilligers voor MMC kunnen moeilijk gerekruteerd worden. ●● Er is geen echt algemeen vrijwilligersbeleid. ●● Samenwerking De dienstverlening van partners waarmee we samenwerken is niet altijd even kwaliteitsvol.

Kansen ●● Gemeentelijke dienstverlening en interne organisatie ●● Integratie gemeente en OCMW biedt kansen om intensief samen te werken. ●● De stuurgroep kinderarmoede herbront met nieuwe focus op wonen en energie. ●● De rol van Welzijnszorg Kempen krijgt een hernieuwde invulling na integratie gemeente en OCMW. ●● De uitbouw van een breed toegankelijk onthaal biedt kansen voor de gemeentelijke dienstverlening. ●● Aanbod ●● Versterken werking Babbelaar door meer thematische groepsactiviteiten. ●● Nieuwe seniorenwoningen in samenwerking met derden. ●● Samenwerking ●● Bovenlokale samenwerkingen zoals G-care, Huis van het Kind, tewerkstellingscoördinator … op voorwaarde dat dit op een goeie manier gebeurt en dat dit op vlak van kosten en baten een positieve uitkomst biedt. ●● Binnen de Eerstelijnszone Zuiderkempen, waar Meerhout deel van uitmaakt, kan er door schaalvergroting beter tegemoetgekomen worden aan eerstelijnszorg op vlak van gezondheid. Dit gebeurt nu heel gefragmenteerd. ●● Bevolking Toenemende vergrijzing biedt de kans aan het bestuur om creatief na te denken over oplossingen aan de noden die deze toename met zich meebrengt. ●● Ligging De invulling van het binnengebied als woon/zorgcampus biedt kansen voor een uitgebreider zorgaanbod.

Ambtelijk memorandum • 85


Bedreigingen ●● Maatschappij ●● Er is een toenemende bevraging over financiële steunverlening. ●● Er is een groeiend aantal cliënten met complexere problematieken. ●● Er dienen zich meer cliënten aan met psychische problematieken zoals aanpassings-, angst- en stemmingsstoornissen. ●● De snelheid van de maatschappij waardoor veel meer mensen dreigen de boot te missen. ●● Het soms eisende gedrag van hulpvragers. ●● Andere organisaties ●● Bepaalde tweedelijnsorganisaties hebben lange wachtlijsten. ●● Lange wachttijden bij instanties die financiële uitkeringen moeten toekennen onder andere IT/IVT, werkloosheid, ziekte, persoonlijk assistentiebudget … ●● De gewijzigde reglementering heeft een invloed op de werking van de arbeidstrajectbegeleiding: het is veel moeilijker werken binnen TWE en WW met een doelpubliek dat vaker slechts beperkte vaardigheden heeft en kan verwerven. ●● Er zijn veel bijkomende opgelegde zaken zoals Huis van het Kind, TWE, ELZ … en veel administratief werk (GPMI, Uniek Verslag) waardoor er minder tijd is voor klanten/cliënten. ●● Er is vaak grote onduidelijkheid over nieuwe wetgeving en nog geen antwoorden op praktische vragen, wat leidt tot rechtsonzekerheid voor de gebruiker (persoonlijk assistentiebudget …). ●● Het toewijzingsbeleid van Fedasil van LOI-bewoners. ●● Verschillende visies bij, al dan niet verplichte, bovenlokale samenwerkingsverbanden Huis van het Kind, ELZ … ●● Aanbod ●● Er zijn veel vragen tot vrijwilligerswerk van moeilijk bemiddelbaren, maar slechts beperkte geschikte werkplaatsen. ●● Er is weinig of geen Kempense hulpverlening omtrent verslavingsproblematiek en dubbeldiagnose.

86 • Ambtelijk memorandum


3.9.3 Beleidsteasers Doelgroep

Meerhout zet haar hulp- en dienstverlening in voor mensen uit kansengroepen (en eerder curatief). De sociale dienst focust op individuele hulp- en dienstverlening. Dit betekent dat voornamelijk één-op-één gewerkt wordt met cliënten, dat ingezet wordt op huisbezoeken, dat garantie geboden wordt voor een warme, nabije begeleiding en dat een tijdelijke stilstand of achteruitgang aanvaard wordt als deel van het te bewandelen traject. Dit is een tijdsintensieve manier van werken en vraagt voldoende maatschappelijk werkers, maar cliënten verdienen tijd en aandacht in deze voor hen vaak veel te snelle maatschappij. De sociale dienst moet ervoor zorgen dat niemand de trein mist of tenminste kan opstappen in het volgende station.

Meerhout richt haar hulpverleningspijlen op alle Meerhoutenaren (en eerder preventief). De sociale dienst moet haar pijlen richten op alle Meerhoutenaren. De focus ligt daarbij op een breed aanbod en een aanpak via infosessies en sensibiliserende campagnes. Actuele thema’s zoals gezondheid, wonen, schuldenproblematiek, opvoeding, duurzaamheid … lenen zich ertoe om veel mensen te bereiken. Zo raken minder mensen in de problemen, want ze zijn tijdig en goed geïnformeerd. Het gemeentebestuur zorgt ervoor dat de medewerkers van de sociale dienst zowel de thematische kennis hebben als de vaardigheden om sensibiliserend voor grote groepen te werken.

Voorbeelden gezondheid

We zorgen dat de individuele cliënt met een gezondheidsprobleem bij een dokter terecht komt, dat hij dit kan betalen, dat hij begrijpt wat er aan de hand is, dat de nodige behandeling en medicatie volgt en dat voor de toekomst ook gekeken wordt naar preventie van het probleem. We hebben daarnaast ook een eigen psycholoog in huis die cliënten een tijdlang zelf kan begeleiden of een intake kan doen om gericht door te verwijzen naar meer gespecialiseerde hulpverlening in de regio. De psycholoog ondersteunt en coacht ook het team sociale dienst over deze problematieken.

Als Gezonde Gemeente organiseren we zelf allerlei sportieve en gezonde evenementen. We houden financiële en andere drempels laag, zodat zoveel mogelijk mensen deelnemen. Met de regelmaat van de klok zorgen we ook voor infosessies en workshops rond thema’s als Fit in je Hoofd of Te Gek!.

Ambtelijk memorandum • 87


(zo lang mogelijk thuis) wonen Een bejaard koppel wil zo lang mogelijk thuis wonen. We informeren hen over alle mogelijkheden van aangepast wonen, plannen zelf mee de aanpak of verwijzen hiervoor door naar gespecialiseerde instanties. We blijven zelf van nabij opvolgen, omdat dit vrij ingewikkelde materie is voor een particulier die deze sector van techniek en subsidies niet kent. We bekijken ook welke thuisdiensten het best een antwoord bieden op de noden van het gezin en zo nodig kunnen we zelfs een eigen, aangepaste (zorg)woning aanbieden.

We geven een infosessie over aangepast wonen, nodigen ruim alle senioren en hun netwerk uit en geven daar een overzicht van de technische mogelijkheden en subsidies. We bieden informatie aan over alle bestaande thuisdiensten en over premies en tegemoetkomingen (mantelzorgpremie, zorgverzekering, THAB,…). De mensen zullen dan zelf hun weg wel vinden, omdat we goede informatie ter beschikking hebben gesteld.

opvoedingsondersteuning Een alleenstaande vader met een zeer beperkt netwerk van vrienden en familie en met een baby van zes maanden, werkt in ploegen. Een gezinswerker bekijkt mee het ruime plaatje van mogelijkheden aan flexibele opvang via eigen netwerk en via professionele diensten. Daarnaast zal de maatschappelijk werker de vader oriënteren naar een tewerkstelling die meer is aangepast aan het familiale leven.

De sociale dienst werkt als partner mee aan de website van Huis van het Kind. Daarop staan binnen de regio de mogelijkheden voor opvang. Kind en Gezin en de opvanginitiatieven in onze gemeente geven regelmatig infosessies of houden een opendeurdag. Mensen met een vraag over kinderopvang verwijzen we naar de website of naar één van deze infosessies.

88 • Ambtelijk memorandum


Aanbod Meerhout biedt beperkte hulpverlening. De sociale dienst moet in hoofdzaak doen wat wettelijk wordt opgedragen, namelijk zorgen dat Meerhoutenaren menswaardig kunnen leven. Het gemeentebestuur bekijkt dit in enge zin. Naast financiële hulpverlening zet het gemeentebestuur slechts beperkt in op een aantal vormen van begeleiding. Voor bepaalde aspecten van het werkveld doen we een beroep op partners of zetten we samenwerkingsverbanden op. Het gemeentebestuur houdt daarbij in het achterhoofd dat het als kleine speler niet alle hulp- en dienstverleningsaspecten in detail kan aanpakken. Soms moet er neen gezegd worden tegen nieuwe initiatieven, maar ook tegen hulpvragers.

Meerhout biedt een brede waaier aan hulp- en dienstverlening. De sociale dienst biedt een waaier van hulp- en dienstverlening om kansarme doelgroepen op zoveel mogelijk levensdomeinen te kunnen bijstaan en het gehele welzijn van mensen staat daarbij centraal. Er ontbreken nog bepaalde aspecten binnen de werking van de sociale dienst en er kan in bepaalde hulpverlening niet ver genoeg op pad gegaan worden met mensen. Soms leggen hogere overheden ook extra taken op het lokale bord. Als dat gebeurt, dan moet het gemeentebestuur bekijken welke andere werkgebieden of thema’s er geschrapt kunnen worden of waarvoor bijkomende personeelsinzet vereist is om kwaliteitsvol te blijven werken. Dezelfde oefening moet gemaakt worden als beleidsmakers ervoor kiezen om de bestaande hulpen dienstverlening uit te breiden. Van belang is ook dat de continuïteit van de dienstverlening bewaard wordt.

Voorbeelden opvoedingsondersteuning De halftijdse gezinswerker werkt heel dicht bij de gezinnen: met de mensen, in het gezin, in nauw overleg met de begeleidend maatschappelijk werker. Op deze manier kunnen we een zes- à tiental gezinnen begeleiden.

Als deze gezinswerker meer tijd krijgt, kan ook gewerkt worden rond huiswerkbegeleiding, groepssessies voor kinderen en/of ouders rond allerlei thema’s (lezen, bewegen, gezonde voeding …), uitstappen en socio-culturele participatie … Zo bieden we aan veel meer gezinnen een goede basis voor opvoedingsondersteuning en doorbreken we de cirkel van generatie-armoede.

Ambtelijk memorandum • 89


wonen Elke maatschappelijk werker heeft meerdere cliënten in begeleiding die moeten leven in een slechte woning. We blijven per gezin de woonkwaliteit bekijken en verbeteren waar mogelijk. Elke maatschappelijk werker doet hierin wat hij kan. Bij zaken als dreigende uithuiszettingen, afsluitingen van water, gas en/of elektriciteit sturen we een brief en raden we gezinnen aan om hiervoor contact op te nemen met ons team om samen te bekijken wat kan of moet gebeuren.

Wonen is een basisrecht en kwaliteitsvol wonen moet een evidentie zijn. In Meerhout mag niemand, zonder dat hij er zelf voor kiest, wonen in een gevaarlijke of ongezonde woning. De sociale dienst haalt versterking in huis zodat aan echte woonbegeleiding kan worden gedaan en ook (preventief) wordt ingezet op energie-armoede. We subsidiëren ook eigenaars die hun kwaliteitsvolle woning verhuren aan SVK zodat die kan worden ingezet voor kansarme doelgroepen.

thuisdiensten Als gemeente zijn we aanvullend op het marktaanbod. Er zijn al heel wat privébedrijven actief op de markt van poetsen, gezinshulp en (warme) maaltijden (aan huis). Daarom bieden we in eigen beheer slechts een beperkt aanbod, maar dan wel specifiek aan doelgroepen die het omwille van diverse redenen (financieel, sociaal,..) moeilijk hebben op die vrije markt. Als de markt nieuwe diensten aanbiedt, bouwen wij af.

Meerhout moet het aanbod aan thuisdiensten zoveel mogelijk uitbreiden en dit concurrentieel aanbieden op de markt. We gaan dus voor meer aanbod en aan meer diverse dienstverlening (boodschappenservice, gezelschapsdienst …) en dit voor alle Meerhoutenaren.

90 • Ambtelijk memorandum


Snelheid versus empowerment Maatschappelijk assistenten moeten snel resultaten boeken. Maatschappelijk assistenten moeten de hulpvragers vooral snel helpen om uit de problemen te raken. Een menswaardig leven moet verzekerd worden en de sociale dienst moet daar per definitie voor zorgen door snelle antwoorden te bieden.

Maatschappelijk assistenten moet mensen assisteren. Maar we vragen ook een duidelijk engagement en een serieuze inspanning van de hulpvrager zelf. Naast rechten zijn er ook heel wat plichten. Empowerment is op termijn de enige uitweg, ook al is dit met vallen en opstaan en vraagt dit tijd.

Voorbeelden budgetbeheer De afbouw van een budgetbeheer start al bij de opstart ervan. Van zodra iemand schuldenvrij is, kan hij opnieuw zijn plan trekken en zetten we het beheer stop.

We geven de cliënt tijd om op eigen tempo een budgetbeheer aan te gaan. We bieden hem de nodige ondersteuning bij het aanleren van budgetvaardigheden en we geven kansen om dit ook weer af te bouwen en het budget in eigen handen te nemen. Zo nodig behouden we het budgetbeheer zolang een cliënt dit wenselijk acht, desnoods zelfs zonder uitzicht op stopzetting.

organisatie lokaal opvang initiatief We zetten eigen personeelsleden in om gras af te rijden en de gemeenschappelijke delen van de LOI-woning te poetsen. Op die manier werken we tijds- en kostenefficiënt en zorgen we voor aangename huisvesting.

We zetten personeelsleden in om samen te werken met de individuele LOI-bewoners. Op het tempo van de vluchtelingen bieden we deze woonbegeleiding aan en leren hen hoe ze een tuin en een woning moeten onderhouden. Zo zijn de bewoners, als zij het LOI verlaten, zelfredzamer en hebben zij de vaardigheden aangeleerd om op eigen benen te staan.

Ambtelijk memorandum • 91


werken rond energie-armoede We geven een tussenkomst in de energiefactuur als mensen de rekening voor gas of elektriciteit niet kunnen betalen.

We investeren in personeel en middelen in een aanpak rond gezond en betaalbaar wonen en energievriendelijk leven.

ouderen We geven enkel een antwoord op de vraag van de klant. Vraagt de klant warme maaltijden, dan laten we die leveren. Wil de klant een proper huis, dan schakelen we onze poetsdienst in.

We gaan samen met het gezin op zoek naar de meest passende hulpverlening. Als iemand poetshulp vraagt, maar onze medewerkers merken op dat er verwardheid is en de klant niet meer elke dag eet of medicatie vergeet, dan contacteert de verantwoordelijke het netwerk van de klant (familie, huisdokter ‌) en bekijken we samen de noden van dit gezin (warme maaltijden, CADO, kortverblijf ‌) en helpen we bij de opstart ervan.

92 • Ambtelijk memorandum


3.10 Managementsamenvatting: uitdagingen voor de volgende legislatuur Goed beleid beperkt zich niet tot het opsommen van uitdagingen en mogelijkheden per thema. Goed beleid is per definitie integraal en niet sectoraal. Integraal is het nieuwe normaal, dixit VVSG. Nemen we enige afstand van het sectorale denken dan zien we een aantal grote uitdagingen voor ons lokaal bestuur. In dit korte hoofdstuk benoemen we kort wat volgens het management de belangrijkste beleidsitems in een volgende legislatuur kunnen of moeten zijn. Wil een bestuur echt maatschappelijke impact hebben, dan moet het erin slagen een coherentie visie te ontwikkelen en een slagkrachtig beleid te voeren op deze uitdagingen.

3.10.1 Een gezonde, duurzame leefomgeving Stellen dat het niet goed gaat met het milieu is een open deur intrappen. De gevolgen van klimaatopwarming worden ook bij ons voelbaar, de luchtkwaliteit is pover, de bijenpopulatie vermindert ... De gevolgen zijn zeer tastbaar. De WHO schat het aantal doden per jaar in Europa ten gevolge van luchtverontreining door fijn stof op 500 000. Dit komt neer op zes tot zeven Meerhoutenaren per jaar. Gemiddeld leeft iedereen een jaar minder lang ten gevolge van deze verontreiniging. Om duurzamer voor de dag te komen werd een plan Kempen 2020 onderschreven. Er werden enkele inspanningen geleverd, maar de weinige feitelijke gegevens die we kennen, wijzen niet op een significante daling van de CO2 uitstoot in de voorbije jaren.

Acties die de gemeente nam, werden ook niet tegen elkaar afgewogen in functie van hun bijdrage aan duidelijk gedefinieerde doelstellingen. Bovendien bleven de gekozen acties meestal beperkt tot wat het gemeentebestuur doet en werd de gemeente als collectief van inwoners, bedrijven, passanten ... niet of te weinig geappelleerd. De leefomgeving beter beschermen is geen keuze meer, het is een verplichting als we de leefkwaliteit en gezondheid van onze inwoners willen waarborgen. Naar hogere overheden kijken is geen optie. We geloven als managementteam dat het de lokale besturen zijn die het voortouw moeten nemen in de bescherming van onze omgeving.

Ambtelijk memorandum • 93


Elk jaar vallen er dodelijke slachtoffers ten gevolge van verontreiniging, vele anderen boeten in aan levenskwaliteit. Onze aanpak was voluntaristisch en heeft tot onvoldoende resultaten geleid. Als we het de volgende legislatuur ernstig menen met de bescherming van onze leefomgeving lijken de volgende elementen van belang: 1 Wat aanpak betreft moet het beleid stoelen op wetenschappelijke en feitelijke elementen en op meetbare indicatoren. Wat zijn de oorzaken van pollutie, welk zijn de belangrijkste indicatoren, wat zijn best-practices ... Het zijn elementen waarover veel wetenschappelijk werk bestaat en dit moet gebruikt worden. Acties moeten tegen elkaar afgewogen worden op hun bijdrage aan de meetbare objectieven. Deze expertise moet op één of andere manier in de organisatie gebracht worden. 2 Het beleid moet breder zijn dan wat de gemeente als bestuur zelf doet. Er is niets mis met de aankoop van een groener wagenpark, een ecologische verwarming ... Maar als acties beperkt blijven tot investeringen van het bestuur zelf, gaat het effect op de totale gemeente minimaal zijn. Burgers, bedrijven en passanten moeten betrokken worden bij de opmaak en de uitvoering van het beleid. 3

Inhoudelijk wensen we niet al te veel voorafnames te doen op het nog te schrijven beleid. Toch lijken een aantal klemtonen onmisbaar: ●● Inzetten op een vermindering van het fijn stof in de omgeving, in eerste instantie rond scholen en woonwijken. ●● Inzetten op een vermindering van het gemotoriseerd verkeer. ●● Inzetten op meer groen in de wijk, de juiste soorten en de juiste plaatsing om luchtkwaliteit in de omgeving van scholen en woonwijken te verbeteren. Aandacht voor de street-canyons. ●● Inzetten op biodiversiteit.

4 Bijzonder aandachtspunt vormt de scope of breedte van het begrip duurzaamheid. Duurzaamheid werd vroeger vaak gebruikt als synoniem van milieuvriendelijk. Vandaag de dag wordt het in een veel bredere betekenis gebruikt, het duidt ook op een eerlijke verhouding tussen stakeholders, een gezonde financiële situatie en nog veel meer. Getuige van deze begripsverbreding is het SDG-model van de OESO, dat duurzaamheid onderverdeelt in zeventien beleidsdomeinen.

94 • Ambtelijk memorandum


Wat je het verstaat onder duurzaamheid, het beleid zal moeten bepalen hoe breed het duurzaamheid ziet: ●● Wil men vooral inzetten op belangrijke terreinen waar de gemeente een impact kan hebben, bijvoorbeeld luchtverontreiniging? ●● Wil men ook breder inzetten op milieuaspecten waar de impact minder direct is, bijvoorbeeld enkel FSC-gekeurd hout aankopen? ●● Wil men duurzaamheid nog breder benaderen (conform OESO-model) en aldus ook eerlijke arbeidsverhoudingen nastreven, een transparante overheid creëren ...?

3.10.2 Zorg voor ouderen en senioren Vergrijzing is al lang geen onbekend begrip meer. De zorg voor de ouder wordende medemens wordt de volgende jaren groter. Niet alleen neemt het aantal senioren toe, binnen de groep van senioren worden de 90-plussers relatief belangrijker, de zogenaamde verwitting. Dat is duidelijk te merken aan onderstaande grafiek.

Ondanks de vergrijzing en verwitting blijft het erg moelijk om te voorspellen welke zorg deze groep precies zal nodig hebben: mantelzorg, thuiszorg, residentiële opname ... Toch mogen we ervan uitgaan dat de totale zorgvraag zal toenemen. Het is immers ondenkbaar dat deze groep volledig zelfstandig zal kunnen blijven functioneren. Het zorgaanbod aanpassen is een werk van lange adem, net daarom bouwen we best dringend aan een visie op de zorgverlening van morgen. In het andere geval komen we zeker te laat. Naast de toenemende zorgvraag liggen een aantal specifieke aandachtspunten (problemen of opportuniteiten) voor Meerhout. In eerste instantie beschikt Meerhout over de fysieke ruimte om rond het woonzorgcentrum nog te voorzien in verschillende vormen van zorg. In tweede instantie ligt op deze campus ook woonzorgcentrum Ter Kempen waarbij het waarschijnlijk is dat het zorgmodel dat hier gehanteerd wordt op zijn laatste benen loopt; namelijk de zorg voor dementerende senioren in een gespecialiseerd woonzorgcentrum over een zevental gemeenten heen. Momenteel nemen immers alle woonzorgcentra dergelijke senioren op en de voorkeur gaat naar verzorging dicht bij de vorige woonplaats van de senior in plaats van verder weg.

Ambtelijk memorandum • 95


De combinatie van deze zorgvraag en deze opportuniteiten maken dat een goed zorgbeleid in Meerhout best een antwoord biedt op de volgende vier vragen: 1 Het zorgmodel Voor welk zorgmodel kiest Meerhout? Zetten we in op residentiële zorg of vermaatschappelijking van zorg? Is ons woonzorgcentrum er voor de bewoners of is het een centrum van waaruit de totale zorg geregisseerd wordt rond een zorgbehoevende? Zijn we een expertisecentrum dat kennis uitdraagt? Welke beleid wordt er, buiten het woonzorgcentrum, gevoerd naar zorgbehoevende ouderen? Hoe spelen we in op behoeften en vragen? 2 Het organisatiemodel Welke organisatiestructuur kiezen we? Staan we op onszelf of gaan we op in een groter geheel? Zo ja, is dit een zorgvereniging, publiek, prive ...? Is dit samen met vele gemeenten (Welzijnszorg Kempen), enkel met diegenen die ver willen integreren of enkel met partners die op onze zorgsite of gemeente meespelen? Welke beleidszeggenschap willen we behouden, wat verwachten we van een partnerschap? 3 Het ruimtelijk model (infrastructureel) Hoe ontwikkelen we de site waarop nu twee woonzorgcentra liggen? Wordt dit een zorgsite? Welke voorzieningen moeten nog gecreëerd worden, doen we dit zelf of zoeken we partners? Welk zijn de middelen die hiervoor mogen voorzien worden? 4 Ter Kempen Welke rol zien we voor onszelf weggelegd in Ter Kempen? Het huidige samenwerkingsmodel is uitdovend. Best hebben we een duidelijke visie op welke uitkomst wij willen, anders wordt ons straks een feitelijke situatie opgedrongen. Vanzelfsprekend kunnen bovenstaande vraagstukken niet los gezien worden van de reorganisatie van de eerstelijnszorg die momenteel door de Vlaamse overheid wordt uitgerold. Voor wat het zorgmodel en het ruimtelijk model betreft werd een aantal jaar geleden een oriëntatienota opgemaakt onder leiding van een werkgroep met politici en ambtenaren. Deze nota vertrekt van een stepped-caremodel in vier zorgniveaus:

Woonzorgcentrum Enkel zeer intensieve zorg Zorgsite Geen tot intensieve zorg Professionele zorg aan huis Geen tot medio-intensieve zorg Vrijwilligers en mantelzorg aan huis Geen tot lichte zorg

96 • Ambtelijk memorandum


Het stepped-caremodel gaat ervan uit dat zorg naar de zorgbehoevenden wordt gebracht, eerder dat dan omgekeerd. De zorgkern, het woonzorgcentrum, richt zich enkel op de mensen die zeer intensieve zorg nodig hebben én ondersteunt de andere zorgschillen. De zorgsite richt zich tot mensen die geen tot intensieve zorg nodig hebben. Daarrond bouwen de gemeente en het OCMW een zorgnet (de tweede zorgschil) die zorg aan huis brengt. Tot slot bestaat de derde zorgschil uit vrijwilligers en mantelzorgers die thuiswonende zorgbehoevenden ondersteunen. De nota gaat er duidelijk van uit dat dergelijk beleid slechts uit te bouwen is met (private) partners. Met deze visie gaat de nota wel in tegen het huidige zorgmodel van Ter Kempen. Het zorgmodel van Ter Kempen is immers gebaseerd op het centraliseren van zorgbehoevenden van verschillende gemeenten in één gespecialiseerd woonzorgcentrum. Stepped-care wil zorg zo dicht mogelijk bij de mensen brengen.

3.10.3 Mobiliteit Over mobiliteit heeft iedere Meerhoutenaar een mening en elk bestuur had grote ambities over mobiliteit toen het aantrad. Net omdat het zo gevoelig ligt, waren aanpassingen aan de mobiliteit vaak kleinschalig. Het ontbrak te vaak aan visie en durf om écht in te grijpen op de Meerhoutse verkeersstromen. Nochtans zijn er goede redenen om radicaal in te grijpen, met name: ●● De veelheid van het verkeer in Meerhout maakt dat buurten minder leefbaar worden. Er is sprake van een rechtstreekse overlast in woonbuurten, onder andere lawaai en onrechtstreeks blijft er minder en minder plaats over in de publieke ruimte om te spelen, te ontspannen, te genieten en dergelijke meer, omdat alle ruimte wordt ingenomen door rijdende en geparkeerde wagens. ●● De onveiligheid van de huidige situatie voor zwakke weggebruikers. Verschillende punten, waaronder de Markt, Goorstraat, Veldstraat, Bevrijdingslaan zijn werkelijk een doodsbedreiging voor fietser en voetganger. ●● De duurzaamheid. Ondanks het feit dat de ruimtelijke context in Meerhout zich perfect leent tot verplaatsingen per fiets of zelfs te voet, blijven de meeste mensen de wagen nemen. Het gevolg is een sterke vervuiling langs drukke assen. De luchtvervuiling kost iedere Meerhoutenaar gemiddeld één levensjaar en jaarlijks sterven er in Meerhout naar schatting een vijftal mensen aan de gevolgen van luchtvervuiling. Vooral in de nabijheid van scholen zijn deze vormen van vervuiling niet meer te verantwoorden. ●● Een groot deel van het verkeer in Meerhout is doorgaand verkeer. Dit verkeer aanpakken zal ook bij Meerhoutenaren op weerstand botsen, omdat ook zij comfort moeten inleveren, maar het is toch nog eenvoudiger dan sterk ingrijpen als enkel Meerhouts verkeer verantwoordelijk zou zijn voor de verkeersdruk. Om al deze redenen wordt al lang door de administratie voorgesteld om de mobiliteitsstromen in Meerhout veel grondiger aan te pakken en in te zetten op een modal-shift of een radicale verandering in de vervoerswijzen in Meerhout. In 2017 werd een breed participatietraject opgezet met een honderdtal willekeurige burgers. Bedoeling was om met hen te bekijken welke mobiliteit de burger wil en of er draagvlak is voor een grondige heraanpak inclusief een modalshift. Na dit intensieve traject was het duidelijk dat de groep wilde inzetten op: ●● Het terugdringen van het doorgaand verkeer en verminderen van het gemotoriseerd verkeer in het algemeen. ●● Meer veiligheid en mogelijkheden voor het doorgaand verkeer. ●● Meer leefbaarheid in plaats van enkel oog te hebben voor doorstroming van gemotoriseerd verkeer.

Ambtelijk memorandum • 97


De groep toonde ook de bereidheid om in te grijpen in het eigen comfort, bijvoorbeeld bepaalde straten verkeersvrij maken of het creëren van doorlopende straten, om deze doelstellingen te behalen. Op basis van dit traject werd door de administratie en een aantal verkeersspecialisten een uitgebreide nota Graag traag geschreven die aan deze principes concreet vorm geeft. Om de visie van de nota Graag traag in de praktijk om te zetten werden met de buurgemeenten en met AWV gesprekken gestart om de N110-Molsebaan in gemeentelijk beheer te brengen. Enkel onder eigen beheer kan immers het doorgaand verkeer aangepakt worden. De gesprekken hebben tot het gewenste resultaat geleid en Meerhout kan dus eigenaar van de N110 worden en deze naar zijn voorkeur inrichten. Ondanks dit succes is er nog geen duidelijk politiek standpunt over deze mobiliteitsaanpak. Het is niet duidelijk of het politieke bestuur écht wil gaan voor het verhinderen van alle doorgaand verkeer of enkel de vrachtwagens wil aanpakken. Het is niet duidelijk of het bestuur écht wil inzetten op meer zachte verplaatsingen en ook écht durft de auto te ontmoedigen. Het is niet duidelijk of het bestuur hiertoe de maatregelen wil nemen die hier en daar op weerstand onthaald zullen worden. Nochtans geloven wij dat Meerhout echt nood heeft aan dit beleid en dat de tijd er rijp voor is. In ieder geval ligt de voorzet tot een ambitieus beleidsplan klaar in de vorm van een ambtelijke nota. Mits politieke goedkeuring kan de nota in de start van de legislatuur omgezet worden in een officieel mobiliteitsplan, waarna we kunnen beginnen aan de realisatie. Het is wachten op een politiek akkoord hierover.

3.10.4 Scholencampus In opdracht van het gemeentebestuur werkte IOK een ruimtelijk masterplan uit voor het gebied tussen de Schoolstraat, de Eikenboomlaan en de Markt. Dit plan volgde op een denkoefening vanuit het bestuur om de gemeentelijke scholen te centraliseren op deze campus. Er leven heel wat ideeën over deze campus die, op korte, middellange en lange termijn al dan niet te realiseren zijn. We proberen de grote gedachten samen te vatten: 1 De noordelijke vleugel, langs de St. Trudoweg, en de westelijke, langs de Schoolstraat, worden herbouwd, samen met aanpassingen aan de refter en toiletten. Hierbij wordt ook de speelplaats vernieuwd. Dit is beslist beleid en zal in 2020 gefinaliseerd zijn. Intern is ook duidelijk dat de muziekschool op dat moment naar de oostelijke vleugel in de school verhuist, al is dit nog nergens officieel beslist. 2 De kleuterschool in de Gasthuisstraat verhuist op middellange termijn, zodra de aangevraagde subsidies er zijn, naar de campus. Hiervoor moet er een nieuwbouw komen. Er is overeenstemming over dit beleid, er zijn subsidies aangevraagd, maar er zijn nog geen beslissingen genomen. De subsidies worden rond 2024 verwacht. Op iets langere termijn, na de verwachte babyboom in Berg, wordt ook het kleuterschooltje van Berg naar deze locatie overgebracht.

98 • Ambtelijk memorandum


3 Min of meer op hetzelfde moment zou ook de buitenschoolse kinderopvang De Meerkatjes naar de campus verhuizen. Er is overeenstemming over dit beleid, zo wordt onder meer het warmtenet gedimensioneerd op een gebouw voor de buitenschoolse kinderopvang. Toch zijn er nog geen berekeningen gebeurd wat de kostprijs betreft, evenmin is er een formele beslissing genomen. 4 De turn- of sportzalen op de locatie in de Schoolstraat worden niet meer verhuurd. De zalen worden gereserveerd voor de school, gemeentelijke (sport)activiteiten voor de jeugd, zoals sportacademie, en via convenanten ter beschikking gesteld aan clubs die ook een deel verantwoordelijkheid in het beheer van het gebouw nemen. De reguliere verhuur per uur van zalen concentreert zich in de Sportlaan waar we prima infrastructuur hebben en zaalwachters die de verhuur in goede banen leiden. Deze omslag is zo goed als uitgevoerd. 5 Met het gemeenschapsonderwijs werd verkend of hun basisschool ook naar de site in de Schoolstraat zou verhuizen. Er was en is vanuit het gemeenschapsonderwijs interesse hiervoor. Toch zijn de gesprekken hierrond het laatste jaar van de legislatuur wat verwaterd. Om deze vestiging mogelijk te maken moet een RUP opgemaakt worden en deze oefening is nog niet gestart. 6 In het uitgewerkte masterplan is ruime aandacht voor het gebied als parkruimte, onder andere de oude begraafplaats wordt een park. Er lijkt veel overeenstemming over deze visie, er werden echter nog geen concrete stappen gezet in de realisatie. 7 In het uitgewerkte masterplan is er ook ruimte voor private bewoning en het introduceert het parkwonen als nieuw concept. Het is niet duidelijk of iedereen deze visie draagt, laat staan op welke termijn dit mogelijk moet worden. Er zijn geen concrete stappen gezet naar beslissingen of realisatie. 8 We zijn er altijd van uitgegaan dat gebouwen op deze site en eventueel ook de private woningen, op ecologische wijze zouden verwarmd worden. Daartoe werd beslist om een warmteketel te plaatsen die houtsnippers verbrandt die in de nabijheid (Meerhout) werden geoogst, het zogenaamde korte-omloophout. De CO2 die uitgestoten wordt zal door de houtkanten terug opgenomen worden. Op deze manier is de energie CO2-neutraal. Bovendien verplicht dit systeem ons ook tot een beter en ecologisch beheer van de houtkanten in Meerhout. Om alle gebouwen aan te sluiten op een dergelijke ketel wordt een warmtenet aangelegd. Dit is beslist beleid, de voorbereidingen en studies zijn in uitvoering, de subsidies zijn toegekend. 9 Er werd ook geopperd om de bibliotheek naar deze site te verhuizen. Het bestuur was eerder van mening dit niet te doen. Voorlopig werd de verhuis van de bibliotheek naar deze site niet mee opgenomen, maar een formele beslissing daartoe werd nooit genomen.

Ambtelijk memorandum • 99


Het management wenst op te merken dat het in Meerhout ontbreekt aan goede eigentijdse culturele infrastructuur zoals een schouwburg, theaterzaal of podiumzaal. Mogelijk liggen er opportuniteiten om samen met andere partners, en zonder de financiering van de gemeente, dergelijke infrastructuur te voorzien op deze site. In ieder geval is het aan een nieuw bestuur om bovenop het beleid dat al formeel beslist is en in uitvoering is, te bepalen wat men nu effectief wenst te realiseren op deze site. Ook termijnen en middelen moeten hierbij afgesproken worden.

3.10.5 Inspraak en participatie De voorbije legislatuur werd geëxperimenteerd met inspraak van bewoners. Twee maal werden stakeholders betrokken bij het uitwerken van een visie en plannen: ●● Bij de opmaak van een nieuwe visie op mobiliteit in Meerhout werden bewoners het meest intensief betrokken. Een willekeurige groep van een honderdtal inwoners werd gedurende drie avonden aan het werk gezet om gezamenlijk rond een standpunt te werken. ●● Bij wrevel over de inrichting van Baleman werden bewoners, ouderraad en school betrokken bij het hertekenen van hun straat. De ervaringen waren zowel bij de stakeholders, als bij het bestuur, als bij de administratie positief. Ook al zijn de ervaringen beperkt, wij zijn van mening dat er verder moet gewerkt worden op de ingeslagen weg. Het louter uitnodigen van burgers om te presenteren wat beslist is, zoals we vaak deden bij grote infrastructuurprojecten (windmolens, riolering, fietspaden ...) lijkt niet meer te werken. Het roept meer frustratie op dan dat het oplossingen biedt. Toch moeten bij inspraak een aantal aandachtspunten meegegeven worden: 1 Inspraak mag geen alibi zijn om een gebrek aan visie bij het gemeentebestuur te maskeren. Inspraak zou moeten starten bij een duidelijke visie vanuit het bestuur, met name welke effecten het wil bereiken. In het kader van een mobiliteitsbeleid kan dit bijvoorbeeld de wil zijn om meer mensen te bewegen tot een modal-shift. Bij een gebrek aan visie hebben mensen geen gesprekspartners in de gemeente en heeft de gemeente geen antwoord op wat tijdens inspraakmomenten werd geformuleerd. Zo is tot op vandaag onduidelijk in welke mate het gemeentebestuur achter de nota Graag traag staat, waar de deelnemers aan de werkgroepen zich wel achter geschaard hebben. Eigenlijk is dit respectloos naar de bewoners die deelnamen. Van hen wordt wel verwacht dat ze zich uitspreken, het gemeentebestuur doet dit veel minder. Bovendien worden bij een gebrek aan visie vanuit het bestuur te weinig grenzen gesteld aan inspraak. We hopen dat niet ieder resultaat dat uit een werkgroep van burgers komt probleemloos aanvaard wordt door het bestuur. Het is dus beter om vooraf de visie en de grenzen van het bestuur te kennen. Zo zijn de spelregels van in het begin duidelijk en kan er daadwerkelijk een gesprek plaatsvinden. 2 Er is nood aan een kader en begripsverduidelijking rond inspraak. Informeren, inspraak, participatie, co-creatie, beleidscafé ... Zijn begrippen die door elkaar gebruikt worden doch in realiteit ver uit elkaar liggen. Als het bestuur wil inzetten op meer inspraak, is het goed dat we elkaar goed begrijpen en weten hoe ver we willen gaan in welke dossiers, wanneer inspraak georganiseerd wordt en welke methode daarvoor gebruikt wordt.

100 • Ambtelijk memorandum


3 Inspraak is geen losse babbel. De gemeente moet redelijk nauwkeurig weten welke vragen ze beantwoord wil zien. Om te voorkomen dat te veel particuliere bekommernissen de bovenhand nemen op het algemeen belang, moet inspraak erg methodisch voorbereid worden. Het is de vorm of de methode en daarmee de voorbereiding naar aanpak, formulieren, presentaties, groepsverdeling, tafelschikking ... die bepaalt of burgers open en tot elkaar het probleem bespreken. Als inspraak niet grondig wordt begeleid, dit wil zeggen voorbereid én op het moment zelf bewaakt, dreigt inspraak te verzanden in het formuleren van persoonlijk frustraties. Een gemeente zal op dat moment nog verder van huis staan dan voor de inspraak. Als voorbeeld: de tijdsinvestering van ambtenaren in de voorbereiding en begeleiding van de mobiliteitsavonden bedraagt ongeveer zevenhonderd uur. Participatiever werken heeft dus zeker zijn prijskaartje. Toch zijn we van oordeel dat dit de weg is die verder moet bewandeld worden. Inspraak gaat verder dan het dossiergebonden betrekken van stakeholders tijdens specifieke momenten. Als we contact met burgers willen intensifiëren dienen zich wel meer vragen aan: ●● Kunnen we (dossiergebonden) inspraak meer continu aanbieden, bijvoorbeeld via een digitaal platform als Citizenlab? ●● Kunnen we intenser communiceren via sociale media? Zo ja, welk is dan onze strategie en aanpak hierbij? ●● Als we communicatie intenser willen, kan en mag dit niet alleen digitaal zijn. Hoe kunnen onze medewerkers meer contact houden met stakeholders of belangengroepen? Moeten medewerkers/leidinggevenden de baan op? Welk is onze strategie hierrond, hoe ondersteunen we deze medewerkers en welke verantwoordelijkheid krijgen ze?

Ambtelijk memorandum • 101


Organisatorische uitdagingen 4.1 Samenwerking politici en ambtenaren Goed samenwerken tussen politici en ambtenaren is erg belangrijk om als bestuur effectief te zijn. Samenwerken lijkt gemakkelijker dan het is. We moeten kunnen bekennen dat invalshoeken tussen beiden soms verschillen: ●● Een overheidsadministratie vertrekt voornamelijk vanuit continuïteit en gelijkheid. Hierbij steunt de administratie op vaste regels en procedures. Dit gegeven wordt versterkt door de voortschrijdende juridisering van de samenleving. ●● Het politieke niveau snapt dat een samenleving niet altijd in regels te vatten is en staat in de frontlinie als burgers de regels als onrechtvaardig beschouwen. De roep om soepelheid en flexibiliteit is dan groot. ●● De overheidsadministratie professionaliseert. Zowel onder invloed van regelgeving, niet in het minst op het vlak van personeelsmanagement, de ontwikkelingen in andere besturen en het aantrekken van hoger opgeleide profielen. De professionalisering brengt een specifieke expertise met zich mee. Samen met toegenomen regelgeving worden terreinen als overheidsmanagement, ruimtelijke ordening, milieu, financiën … complexer en technischer. ●● Het politieke niveau opereert minder vanuit deze technische expertises, meer vanuit een zekere aansluiting, het voeling hebben met de lokale samenleving. Dit is ook hun kernopdracht én meerwaarde. Op die manier ontstaat het risico dat de volgende jaren de kloof met een geprofessionaliseerd management in alle besturen zal groeien. Het is een kwestie van de juiste bruggen bouwen. Om bruggen te bouwen tussen de verschillende uitgangspunten werden vorige legislatuur afspraken over samenwerking vastgelegd in een verplichte afsprakennota. Er werd hard gewerkt aan deze nota, hij werd de niet louter gekopieerd van het VVSG-model. We hopen in de volgende legislatuur terug te kunnen aansluiten bij de grote lijnen uit deze afsprakennota. Voor zover als nodig herhalen we hier de grote lijnen, die trouwens grotendeels overgenomen zijn uit het vorige ambtelijk memorandum. Het management vertrekt graag vanuit het boek Van politiek in de dorpsstraat tot bestuur in de gemeente. Het is een erg toegankelijk boek, geschreven voor gemeentelijke mandatarissen om snel een beknopt inzicht te krijgen in de gemeentelijke werking. De auteur is bovendien een burgemeester, met name die van Houthulst.

102 • Ambtelijk memorandum


“Goede bestuurders zijn mandatarissen die zich vooral focussen op het in vizier krijgen van de juiste noden, kansen en mogelijkheden en via bepaalde technieken (zie verder o.a. sterktezwakteanalyse of SWOT-analyse, strategische denken, brainstormen, maar ook aanvoelen ‘midden de mensen’) erin slagen goede doelstellingen te formuleren. Bovendien bepalen zij de strategie om de doelstellingen te verwezenlijken, met name om via de uitbouw van het gemeentelijk apparaat of de organisatie op zich het mogelijk te maken dat de gewenste investeringen, goederen en diensten kunnen geproduceerd worden om de doelstellingen effectief te bereiken. Goede bestuurders focussen zich vooral rechts in het schema hierboven. Het management van de gemeentelijke organisatie op zich, van de gemeentelijke processen is vooral een opdracht van het managementteam. Uiteraard zullen zij ook strategisch denken en strategische doelstellingen helpen formuleren en opvolgen en zal ook omgekeerd de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen betrokken worden in de gemeentelijke processen.”

Ambtelijk memorandum • 103


In het model van afsprakennota opgemaakt door de VVSG en de vereniging van gemeentesecretarissen, lezen we het volgende over de beleidsvoering in een gemeente: ●● beleidsvoorbereiding: Het gemeentelijk beleid wordt voorbereid door de teams en dit in samenspraak met de functioneel bevoegde schepen. Bij de voorbereiding van het beleid zijn de personeelsleden mee verantwoordelijk voor het aanbrengen van ideeën, het aanreiken van diverse mogelijkheden en alternatieven en het toetsen van de haalbaarheid ervan op financieel, juridisch en organisatorisch vlak. De nodige adviezen (zowel financieel, juridisch als organisatorisch) worden tijdig aangevraagd en ook tijdig geleverd. Ook externe adviezen en alle informatie, die nuttig kan zijn in de beleidsvoorbereiding, worden tijdig opgevraagd. ●● beleidsbepaling: De gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen en de burgemeester bepalen, elk overeenkomstig hun wettelijke bevoegdheden, het gemeentelijk beleid. De beslissingen worden dus door hen genomen. ●● beleidsuitvoering: De diensten zijn verantwoordelijk voor een loyale, tijdige en correcte uitvoering van het beleid. ●● beleidsevaluatie: Jaarlijks (tweejaarlijks, twee maal per legislatuur …) zal er een evaluatierapport worden gemaakt door het college van burgemeester en schepenen van de in de strategische nota geformuleerde doelstellingen. Deze evaluatie wordt voorbereid door de personeelsleden. Deze evaluatie zal niet enkel financieel zijn, maar toetst eveneens de naleving van zowel wetgeving als de principes van efficiënte beleidsvoering Het is dus duidelijk dat verkozen mandatarissen beslissen. Het is ook duidelijk dat de administratie verantwoordelijk is voor de voorbereiding van het beleid, dat de uitvoering plaatsvindt onder de verantwoordelijkheid van de administratieve hiërarchie en niet onder leiding van individuele schepenen. Tot slot werkt de administratie mee aan de beleidsevaluatie.

104 • Ambtelijk memorandum


Verdeling van schepenportefeuilles In het vorige memorandum schreven we al over de afstemming van de schepenportefeuilles op de structuur van de organisatie. Wij houden vast aan deze vraag. We vinden het belangrijk dat belendende sectoren best onder de bevoegdheid van één schepen vallen. We blijven ook achter onze vraag staan om schepenen voor de ganse legislatuur aan te duiden en dus niet om te werken met wissels doorheen de legislatuur. We schreven in het vorige memorandum ook dat het politieke bestuur niet verplicht is om het maximaal aantal schepenen in te vullen. In dit memorandum durven we ronduit suggereren om met minder schepen te werken dan wat maximaal is toegestaan. We hebben hiervoor een aantal beweegredenen: ●● Bij een groot aantal schepenambten zien we dat bepaalde beleidsdomeinen kunstmatig worden uitgesplitst om iedere schepen een bevoegdheid te kunnen geven, terwijl deze splitsing beleidsmatig niet voor de hand ligt. Zo is er onder andere best één schepen voor vrijetijdsbeleid in plaats van afzonderlijke schepenen voor sport, senioren, jeugd, cultuur ... Een beleid wordt immers in zijn geheel geschreven, voor de ganse vrijetijdssector als geheel. ●● We geloven echt dat een kleiner aantal schepenen de besluitvaardigheid en slagkracht van het college vergroot. Een groot aantal schepenen schept meer ruimte voor interne discussies en opsplitsing binnen het team. Het wordt dan moeilijker om met één stem naar buiten toe te communiceren en het ondermijnt zo de geloofwaardigheid. Op termijn maken derden trouwens handig gebruik van dergelijke situatie. ●● Het bestuur vroeg de administratie te besparen op het aantal personeelsleden. Er is nu de opportuniteit om op dat vlak het voorbeeld te stellen vanuit het college van burgemeester en schepen. Kortom, we verwachten vanuit het politieke niveau: ●● Respect en ruimte voor de rol van de gemeentelijke administratie, net zoals we van de medewerkers respect voor de beslissingen van het college van burgemeester en schepen verwachten. Afspraken daartoe worden in het begin van de legislatuur vastgelegd in een afsprakennota. ●● Dat er goed wordt nagedacht over de samenstelling van het college van burgemeester en schepenen: ●● Het is niet verplicht om het maximale aantal schepenen aan te duiden. ●● Bevoegdheden moeten niet noodzakelijk toegekend worden, als dit wel gebeurt liefst aansluitend op de structuur van de organisatie. ●● Liefst geen mandaten die wisselen tijdens de legislatuur.

Ambtelijk memorandum • 105


4.2 Integratie van OCMW en gemeente Het zal voor iedereen duidelijk zijn dat het decreet lokaal bestuur de gemeente en het OCMW verregaand integreert, ook al blijft een volledig juridische integratie onmogelijk. Op ambtelijk niveau bestaat er al langer een doorgedreven samenwerking. Zo is er al jaren een gezamenlijk managementteam, worden beleidsplannen samen en in dezelfde vorm opgemaakt ... Toch zal het decreet lokaal sociaal beleid nog heel wat werk en aanpassingen met zich meebrengen voor de administratie en het management, met name op de volgende terreinen: ●● Ondersteunende teams, HRM, financiën, openbare werken ... zullen nog meer voor beide besturen moeten werken en de opdeling van ondersteunende teams tussen personeel dat voor het OCMW werkt en personeel dat voor de gemeente werkt, zal nog meer komen te vervallen. ●● Beslissingsprocedures in het OCMW zullen moeten ingepast worden in gemeentelijke procedures. Voor het OCMW en haar medewerkers betekent dit vaak zoeken naar hoe dat voortaan binnen de gemeente werkt. ●● De algemeen directeur zal gezien het stijgende aantal politieke organen en het toegenomen aantal aan te sturen clusters zijn tijd moeten herverdelen. Voor de clustermanagers en andere leidinggevenden betekent dit dat ze minder bij hem terecht kunnen. ●● ... Hoe ingrijpend deze wijzigingen ook zijn voor een administratie, nog ingrijpender zullen de politieke organen wijzigen. Voortaan kent de OCMW-raad eenzelfde samenstelling als de gemeenteraad. De voorzitter van de OCMW-raad is niet noodzakelijk de voorzitter van het bijzonder comité, evenmin die van het vast bureau, het is dus niet meer zo duidelijk wie nu dé OCMW-voorzitter is. Het vast bureau kent dezelfde samenstelling als het college van burgemeester en schepenen. Deze wijziging in samenstelling kan ook een wijziging in beleidscultuur met zich meebrengen. Binnen een OCMW kennen de maatschappelijk werkers een grote autonomie. Bovendien worden de maatschappelijk werkers tussen de zittingen van bijzondere comités zeer zelden door leden van dit comité aangesproken op of over dossiers. Contacten met cliënten worden nu éénmaal overgelaten aan de administratie, maar ook de dossieropbouw en de voorstellen aan het bijzonder comité of vast bureau. Binnen de gemeente weegt de politieke meerderheid sterker op individuele dossiers en op beleidsvoorbereiding. Zij worden immers door burgers bevraagd en nemen hierover contact op met de gemeentelijke administratie. Het managementteam is van mening dat individuele dossiers maximaal door de administratie moeten worden afgehandeld. Specifiek voor de teams van het OCMW hopen we dat de verstrengeling tussen politiek en ambtenarij bij gemeentelijke teams niet wordt doorgezet naar de OCMW-teams. Niemand is er immers bij gebaat als bijvoorbeeld bij een opname in een woonzorgcentrum een schijn van politisering ontstaat. Kortom, wij verwachten van het politieke niveau: ●● Dat er tijd en ruimte gegeven wordt voor de aanpassingen die nodig zijn tussen gemeente en OCMW naar aanleiding van het decreet lokaal sociaal beleid. ●● Dat politici afstand proberen te houden van individuele dossiers die door ambtenaren behandeld worden, dit is des te meer het geval voor individuele beslissingen in het OCMW.

106 • Ambtelijk memorandum


4.3 Organisatie van de dienstverlening Ondanks het feit dat recente bevragingen aangeven dat burgers erg tevreden zijn over de dienstverlening van de administratieve diensten zijn wij als management van oordeel dat er toch grondig moet nagedacht worden over de organisatie hiervan. Een aantal vragen zijn hierbij centraal: ●● Openingsuren We zien dat vooral tijdens de avondopeningen het aantal bezoekers hoog is. We moeten de vraag durven stellen of het nodig is de gemeentelijke teams op andere momenten te openen, bijvoorbeeld meer ‘s avonds. ●● Front- en backoffice Er werd het voorbije jaar geëxperimenteerd met het verschuiven van taken, bijvoorbeeld het afhalen van documenten van een gespecialiseerd loket (backoffice, bijvoorbeeld burgerzaken) naar het onthaal of de zogenaamde frontoffice. Hierdoor zijn mensen sneller geholpen, verminderen de wachtrijen voor anderen en hebben medewerkers meer tijd voor andere, gespecialiseerde, taken. Nochtans is dit verschuiven van taken allerminst evident. Het veronderstelt deskundige medewerkers aan het onthaal, aanpassingen van software voor het onthaal, goede afspraken en uitgeschreven procedures, en op termijn mogelijk een uitbreiding van het aantal onthaalmedewerkers. Er moet hierover dus een knoop doorgehakt worden: hoe ver gaan we in de verschuiving van backoffice naar frontoffice? ●● Digitalisering van producten Een aantal documenten kunnen al digitaal aangevraagd worden, maar van een echt digitaal loket is er in Meerhout nog geen sprake. Hiervoor opteren heeft zeker zijn voordelen, maar uiteraard ook zijn kostprijs. Bovendien verwacht een digital native dat na zijn aanvraag de producten, bijvoorbeeld een identiteitskaart, ook gewoon thuis geleverd worden, net zoals bij een webshop. Hoe ver willen we als gemeente hierin gaan? ●● Werken op afspraak Meer en meer gemeenten, en trouwens ook andere organisaties, zoals het wijkkantoor van de politie, huisartsen ... werken niet meer met openingsuren waarop je vrij kan langs komen. Er wordt in deze diensten uitsluitend op afspraak gewerkt. Dit heeft positieve gevolgen voor burgers en medewerkers. Burgers verliezen geen tijd aan wachtrijen en komen onmiddellijk bij de juiste medewerker terecht. Medewerkers zijn zo ook beter voorbereid op een dossier of gesprek en kunnen meer tijd inplannen voor complexere vragen. Toch kan niet iedereen zich vinden in het werken op afspraak. Nochtans geven alle besturen die hiermee gestart zijn dat net een combinatie van beide systemen (werken op afspraak én vrije inloop) geen haalbare kaart is. Het lijkt dus kiezen voor één van beiden. Waar wil Meerhout naartoe? ●● Afhankelijk van de gemaakte keuzes kan het mogelijk zijn dat de huidige opstelling of inrichting van het onthaal moet herbekeken worden. In het meest verregaande geval moet de huidige opstelling volledig herdacht worden. Dit om onder andere te zorgen voor de nodige privacy of om wachtrijen aan het onthaal te voorkomen.

Ambtelijk memorandum • 107


4.4 Investeringen in gebouwen Er dienen zich een aantal uitdagingen aan waarover moet beslist worden. We beperken ons in dit overzicht tot de vier grootste uitdagingen of opportuniteiten. ●● De pastorij aan het Pastoor Van Haechtplein De pastorij is dringend aan renovatie toe. Het gebouw is beschermd en renoveren kan pas na toelating van de erfgoeddiensten. Dit is in het verleden een complex proces en erg duur gebleken. Net daarom is een opstart van het renovatiedossier eerder al eens afgesprongen. Nochtans kunnen we hier niet meer talmen, er is dringend duidelijkheid nodig over dit dossier. Naast de bouwkundige renovatie is er ook nood aan een inhoudelijke bestemming van dit pand. Een bestemmingsonderzoek is trouwens een eerste stap in de procedure tot renovatie. Het zal moeilijk te motiveren zijn om dit pand blijvend ter beschikking te stellen van TARMAC na renovatie. De marktwaarde van het gebouw ligt dan immers veel hoger. Mogelijke opties zijn onder andere het onderbrengen van de wijkpolitie, het huisvesten van de sociale dienst van het OCMW ... ●● De bovenverdieping van het gemeentehuis De tweede verdieping van het gemeentehuis is een grote casco-afgewerkte ruimte. Ondanks het feit dat dit zo kan blijven, is het zonde dat deze ruimte niet benut wordt. Deze ruimte leent zich om de wijkpolitie of de sociale dienst van het OCMW hier te huisvesten. Aandachtspunt is echter de bereikbaarheid van deze verdieping. De centrale trap in de foyer van het gemeentehuis geeft geen toegang tot deze verdieping, waardoor eventuele klanten de trapgangen moeten gebruiken. Het lijkt ons niet opportuun om dit te laten gebeuren zonder toezicht. Op deze verdieping wordt dus best een team ondergebracht waar klanten die begeleiding door een personeelslid vragen, niet al te vaak naartoe moeten. ●● D e werkhal langs de Eindhoutsebaan Volgende werken dringen zich op in en rond de werkhal, met name de bouw van een plaats om strooizout te bewaren en de renovatie van het dak en de vloer. Het strooizout werd tot nu toe bewaard in een gebouw dat binnenkort wordt afgebroken om de grond te vervreemden. Het strooizout kan eigenlijk niet meer in de gemeentelijke hal bewaard worden. Informeel is altijd aangegeven de opbrengst van de verkoop van de grond deels te gebruiken voor de bouw van een opslagplaats voor het strooizout. Het dak van de werkhal is op verschillende plaatsen lek en het is bovendien niet geïsoleerd. Het dak bestaat uit asbesthoudende platen. De kostprijs voor de renovatie zal daardoor sterk oplopen. Er kan bekeken worden of op het dak zonnepanelen kunnen geplaatst worden, maar mogelijk vraagt dit een aanpassing van de draagstructuur. ●● Kleuterschool De kleuterscholen langs de Gasthuisstraat en in de St. Jozeflaan zijn erg verouderd. Bovendien is het huidige bestuur van mening dat de schoolgebouwen best gecentraliseerd worden langs de Schoolstraat. Een officiële beslissing is hier echter nooit genomen, evenmin is ernstig berekend wat de kostprijs hiervan zou zijn. Er is nood aan een duidelijke visie en keuzes hierover.

108 • Ambtelijk memorandum




Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.