Ledenblad van
België – Belgique
KONINKLIJKE
P.B. – B.P.
IMKERSGILDE
1840 Londerzeel
NEERBRABANT
BC25171
Verschijnt 5x per jaar: jan/feb. – mrt/april – mei/juni – sept/oct – nov/dec. Afgiftekantoor 1840 Londerzeel Erkenningsnr. P509236 Afzender: Jef Beuckelaers, Sneppelaar 4, 1840 Londerzeel Tel: 0479/51 46 04 e-mail: info@imkersgildeneerbrabant.be 21ste jaargang, nummer 2, mrt – apr 2021
Zelf gebakken paaskoekjes Vrolijk pasen
KONINKLIJKE IMKERSGILDE NEERBRABANT
Secretariaat:
Imkersgilde Neerbrabant, Eeckhout 39, 1840 Londerzeel Tel: 0479/51 46 04 E-mail: secretariaat@imkersgildeneerbrabant.be Rekeningnummer: BE55 9731 4593 7544
Bestuur: Voorzitter:
Jef Beuckelaers, Sneppelaar 4, 1840 Londerzeel Tel: 0479/51 46 04 E-mail: mex.b.j.snep@gmail.com
Secretaris, penningmeester:
Ria De Donder, Eeckhout 39, 1840 Londerzeel
Ledenadministratie:
Tel: 0473/48 26 13 E-mail: ria.dedonder@telenet.be
Bestuursleden:
Marc De Bont Tom De Pauw
Redactie:
Jef Beuckelaers
Lay-out:
Rudi Moeyersons
Opleidingsteam:
Jef Beuckelaers, Marc De Bont,
Bijenweide:
Marc De Bont
Webbeheer:
Marnik De Bont
Onze website:
www.imkersgildeneerbrabant.be
Tel: 0477/23 33 02 Tel: 0479/60 79 53
In de kijker ZZ
Vermeerdering van drachtplanten deel 3 Zie pagina 42 26
Woordje van de voorzitter, Wanneer dit 2de woordje in het jaar 2021 vorm begint te krijgen, zit ik in de volle zon – wel binnenskamers, en kijk ik uit over de glinsterende, witte sneeuwomgeving, terwijl het vriest tot – 8°C. Het was lang geleden dat we in de tweede week van februari zoveel sneeuw kregen, tot 10 cm dik waarbij de vliegplanken dicht waren. In de nieuwsberichten gaat het over de verantwoordelijkheid van de burgemeesters in verband met de dikte van het ijs op vijvers en plassen, om er al dan niet schaatsers op toe te laten, hierbij speelt ook de Corona en de afstandsregels weer mee! We vergeten bij deze koude dat de opwarming van onze aarde een actueel punt is. De terminologie van de opwarming zit in het feit dat de aarde een beetje een andere positie in het heelal ingenomen heeft. Een steeds voortdurende beweging waardoor de invloed van andere hemellichamen mee bepalen over de klimatologische omstandigheden rond onze aarde. Net vóór de sneeuwperiode hadden we dik gevulde regendagen zodat op meerdere plaatsen er wat wateroverlast optrad. Terwijl Frank De Boosere het had over 10 tot 15 liter water per m² sprak hij ook over 400 uur zonlicht méér gedurende het voorbije jaar. Het is deze grotere hoeveelheid licht en warmte die voor hogere temperaturen zorgde, en vervolgens verschuift het klimaat. Een temperatuur stijging van 1° C. heeft tot gevolg dat het klimaat 300 km. opschuift in de richting van de Noordpool – gevolgd door planten en dieren. De planten passen zich sneller aan de veranderingen aan dan de dieren, waar in ons gebied de insecten en dan ook de bijen bij horen. Zo kan het voorkomen 27
dat na de winter de insecten enkel uitgebloeide voedselplaatsen tegen komen met het gevolg dat ze uitsterven. Het is een vast gegeven dat onze zomers eerder beginnen en langer stand houden zodat we kortere winters hebben, waarmee we moeten rekening houden bij het inwinteren van de bijen, en ook bij het ontluiken van de volken in de lente! Ondertussen wanneer we dit woordje lezen, zijn de bijen al volop bezig met het uitbouwen van hun broednesten – zo zou het toch moeten zijn! Ze zoeken voedselbronnen op om hun larven te voeden en om een voorraad – ze denken al aan volgende winter – aan te leggen. Wij moeten aandacht hebben voor de voorraad in de kasten en het aanbod buiten, want nu hebben ze veel eten nodig! Zorg ook voor drinkwater in de omgeving! Toch nog iets over de voorbije zomerperiode, niet direct over de bijen maar over het gedrag van de Corona wandelaars. Ze liepen door veld en weiden – ik kreeg eens een opmerking waarom er hier bijen staan – niets is van een ander en ze crossen overal door, hierbij lege drankblikken en koek verpakkingen achterlatend. Meermaals dook er zo iemand of meerderen naast mij op in de tuin, zonder mondkapje, “ Oei, kunnen we hier niet door? En hoe moeten we nu gaan? Op de vraag wat ze komen doen, “ We zijn aan het wandelen en we zijn onze weg kwijt , het is hier zo moeilijk” en dat op een niet mis te verstane toon dat ik in hun weg sta . Er kwam eens een man, maar dat is een vertelbaar verhaal, die met een bedevaarders staf liep en een grote rugzak droeg, met de vriendelijke vraag, in haperend Duits, of ik hem kon helpen met zijn gps die “ Entladung “ had. De bezoeker was een Hongaar uit Siofok aan het Balatonmeer en op weg naar Santiago de Compostella. Hij was langs Duitsland vertrokken om zijn zus in Duren te bezoeken. Zijn zus is imker met 28
200 volken. Bij hem thuis zijn het ook imkers, en hij woont bij zijn ouders en helpt mee in de imkerij. Zijn zus had voor hem de hele reisweg langs gekende imkers verkend op de computer, zodat er uitwegen zijn als het zou tegenzitten. Hij kwam van Tienen langs Breendonk tot bij mij met zijn platte Smartphone batterij. Terwijl het opladen bezig was wou ik hem de mede laten proeven, maar dat was “ Nem alkohol “. Een appelsap was favoriet en terwijl mijn woordenboek boven gehaald en wat Magyar woorden opgefrist. Een selfie van ons twee zou hij bij Jacobus in Compostella uitstallen. In den achternoen, na een boterham, is hij vertrokken want hij wou in Ternat overnachten en ’s anderendaags langs Halle naar Mons stappen en dan door Frankrijk naar Spanje. Nog een “ Köszönet “ en met een arm omhoog was hij op weg. Het was een prachtige dag met een ferme ontmoeting! Vandaag, nu dat er her en der, soms ook concurrentieel, vaccinatie ruimten geïnstalleerd worden om de convid-19 uit het land te krijgen komen er al vragen wanneer er een imkerscursus doorgaat. ’t Is toch nog vroeg om er een passend antwoord op te geven, al denken we toch na hoe we het zullen aanpakken. Als er ondertussen geen visie wijziging ontstaan is in het onderwijsplan van het VBVI, zouden we samen met de bond van Grimbergen een beginnersopleiding organiseren. We hebben ook al een bericht binnen gekregen met data voor boerenmarkten in Londerzeel in 2021, waarop we als imkers, in de korte keten, meedoen om ons product aan te bieden. Het is eerder een demonstratie kans en een uitleg verschaf mogelijkheid, maar we zijn er mee onder het volk! Hopelijk komt het er echt van. Een tip voor de niezers door het voorjaarsstuifmeel: smeer vaseline met een wattenstaafje in beide neusholten, waardoor de rondvliegende 29
pollen vast kleven en geen irritatie veroorzaken! Nog even herhalen dat we medewerkers zoeken voor zowel een administratieve rol in de gilde als om mee te doen aan het opstellen en organiseren van activiteiten voor de gilde leden. De partners van onze leden mogen hier ook aan deelnemen. Tot het volgende woordje De voorzitter.
30
Oude Egyptische beeldtaal
Honingbij
Zegel van de Farao
Imker
Honing
De bij spreekt
Imker
Meester imker
31
Hond met honing! Jef Beuckelaers Een journalist van een Zwitserse krant, die op een boerderij in Appenzell, waar hij voorbij wandelde en het opschrift “Miel-Honig” zag, op het erf stapte om een potje honing te kopen, kwam in gesprek met de boer, imker die onder een afdak bezig was om vers vlees in te zouten en aan een haak ophing. Tussen twee muurtjes rookte er zaagmeel, en er boven hing er vlees te roken. De boer was met hondenvlees bezig. Het dier was diervriendelijk geslacht waarna het uitgebeend werd. De twee “Hinterschinken” werden opgebonden en gerookt. Het roken duurde tot drie dagen en de boer kwam er ’s nachts voor uit het bed om zaagsel bij te vullen. Het andere vlees werd in een saus van lopende honing, huisazijn en kruiden te marineren gezet om als heerlijke ragout bereid te worden. Dierenbeschermers roepen al geruime tijd voor een verbod op het eten van hond. Politici lijken niet geneigd om een dergelijk verbod in te voeren en willen aan de burgers zelf overlaten of ze al dan niet hond eten. De traditie van het eten van hondenvlees leeft in enkele landelijke streken van het Alpenland, zoals Appenzell, Innerschweiz en het Rheintal. Onze bezochte boer, en imker met een veertigtal korven, was verwonderd dat de journalist het vreemd vond dat hij hond at, hij heeft het nooit anders geweten en was in de overtuiging dat hond overal genuttigd werd, evenals varken en geit. Het eten van honden is in Zwitserland niet verboden zolang het in eigen kring is. Handel in hondenvlees is wel verboden. De boer had het dier levend gekocht omdat hij zelf maar één hond had. In 32
Vietnam is het heel gebruikelijk om hondenvlees te eten. Ja! eetcultuur!
De pollen zijn er vlug bij Virologen en andere “logen” maken zich zorgen over pollen van vroegbloeiers die, na corona en andere plagen, ons gestel aanvallen en ons zullen doen hoesten en bassen, met tranende ogen en gezwollen oogleden. Wij imkers kunnen ons wel wapenen met een soort “pollen-werende” kuur. We kunnen ons afweersysteem trainen door te kauwen op zegelwas waarin de aanwezige stuifmeelkorrels langzaam maar zeker zorgen voor een versterkte immuniteit. Dat is wel een werkje van lange adem en niet iedereen vindt dat kauwen op was even aangenaam. We kunnen natuurlijk zorgen dat er voldoende honing aanwezig is in de zegelwas, opdat het een soort “zoete zonde” wordt, maar toch… Wat we wél kunnen is het nuttige aan het aangename paren door de last van het verplichte neus-mondmasker om te buigen in iets van bijkomend nut door het masker te voorzien van een “plantaardige” filter . We kunnen daarvoor best een masker gebruiken van de eerste lichting, nl. de zelfgemaakte dubbele stoffen maskers die voorzien zijn van een opening waarin een filter kon worden geschoven. Bekijk het als een soort enveloppe waarin, en nu komt het, enkele ranken kleefkruid worden geschoven. Vroeger gebruikten de melkboerinnen dat kruid om in de melkzift te leggen, het hield allerlei onreinheden tegen en bevorderde tevens het stremmen van de melk voor de kaasproductie. Als kind heb ik voor een kaasboerin uit de buurt nog dikwijls kleefkruid gezocht, wat tussen haakjes, niet 33
makkelijk was. Het kruid was in de jaren ’40 ’50 niet zo alomtegenwoordig als nu. Waarom zouden we het niet proberen, zelfs als aanvulling bij het tegengaan van coronabesmetting ? Zowel het pollen tegenhoudt , houdt het ook de fijne aerosol tegen van niezen en hoesten vanwege de allergie symptomen. Het ruikt bovendien nog lekker naar vers gemaaid gras. Eventueel kan men de kleine broer van het kleefkruid gebruiken n.l. het Lieve-Vrouwbedstro , maar het gewone (on)kruid , kleefkruid of GALLUM APARINE is het beste, al was het maar om op deze nuttige manier van deze, toch woekerplant, af te komen. Voor onze imkers die meestal ook liefhebbers van gezond eten en drinken zijn, nog enkele tips. Thee van kleefkruid werkt gunstig op de lymfeklieren, en is heilzaam voor de vochthuishouding. Men kan jonge blaadjes , die men kan herkennen door hun ronde vorm, van het kruid tussen een salade snipperen , of in de soep i.p.v. kervel of peterselie , de oudere, lancetvormige blaadjes zijn eerder taai. Zoals men ziet, een veelzijdige helper in de keuken en het medicijnkastje ! William Kleefkruid
34
Bee’s wrap https://www.youtube.com/watch?v=THsEgc8FI5M&feature=youtu.be
De nieuwste buzz in keukenland? De 'bee's wrap ' of verpakking met bijenwas! Als je op zoek bent naar een doeltreffend en duurzaam alternatief voor vershoudfolie of aluminium om je voedingsmiddelen in de koelkast te bewaren, dan is de 'bee’s wrap’ iets voor jou. Maar wat is dat nu eigenlijk, die ‘bee’s wrap’? Zoals de naam het al zegt, is het eigenlijk een verpakking uit bijenwas. Een stukje stof, meestal uit katoen, wordt bedekt met een laag bijenwas om het waterdicht, herbruikbaar en geschikt voor voedingsmiddelen te maken. Heel handig om een kom mee af te dekken, broodjes in mee te nemen, aangesneden fruit mee af te sluiten, kaas mee in te pakken enzovoort. Een ‘bee’s wrap’ is zo gemaakt.
Foto: https://www.ecomondo.nl
Volg gewoon ons stappenplan op de volgende pagina! 35
Voor deze workshop heb je nodig: • •
• • •
Bijenwas in schijfjes of in korrels (of plantaardige was) Doek in natuurlijke vezel, zoals katoen of linnen (het doek mag geen plastic bevatten, vermijd dus polyester) Bakpapier Strijkplank Strijkijzer
Ziezo, nu ben je klaar om je bee's wrap te maken! •
•
• •
•
•
• •
Leg eerst een vel bakpapier op je strijkplank. Denk eraan: het vel moet groot genoeg zijn om je plank te beschermen en om te vermijden dat de was erop smelt. Zorg dat het bakpapier dus groter is dan je strijkplank! Snij een stuk stof af (je kiest zelf hoe groot) en leg het op het papier. Strooi een handvol was uit in het midden en vermijd de randen Bedek alles met een ander stuk bakpapier dat groot genoeg is. Dat zorgt ervoor dat de was het strijkijzer niet rechtstreeks raakt. Verwarm het oppervlak van de stof met het strijkijzer op gemiddelde temperatuur en ga van het midden naar de randen. De was zal smelten en je zult zien waar er was ontbreekt. Haal het bakpapier weg en voeg een beetje was toe waar dat nodig is. Leg het papier opnieuw op zijn plaats en strijk er nog eens over. Haal het bakpapier weg als de hele stof bedekt is met was. Laat het doek afkoelen op een droogrek met een wasknijper. 36
Je verpakking op maat is nu klaar om naar believen te worden gebruikt en hergebruikt! Een ‘bee’s wrap’ kun je gewoon zo gebruiken, zonder extra hulpmiddelen. Heel handig dus. Wil je er een broodje in verpakken? Bedek het met je ‘bee’s wrap’ en hou het stevig vast: de warmte van je handen zal het op zijn plaats houden. Goed om te weten: •
•
•
•
De ‘bee’s wrap’ moet koud worden gebruikt. Je kunt het dus in de koelkast of de diepvries plaatsen, maar nooit in de microgolf of de oven, want dan zou de was smelten. Je kunt je ‘bee’s wrap’ wassen met koud of lauw water, maar niet met warm water. De bijenwas heeft van nature antibacteriële eigenschappen, waardoor hij geschikt is voor het bewaren van voedingsmiddelen. Maar omdat je een ‘bee’s wrap’ moet reinigen met koud water, raden we aan om er geen vis of vlees in te bewaren.
Darwin en de brommers. Jef Beuckelaers De natuurkundige, Charles Darwin werd in Engeland geboren op 12 februari 1809. Wij kennen hem van zijn evolutietheorie. Niets wees er op dat hij zou bekend worden, en nog minder dat hij zou beroemd worden als natuurkundige wetenschapper. Darwin deed studies om priester te worden, waar hij glansrijk in slaagde, doch voor hij zou gewijd worden ondernam hij een reis met het schip “ The Beagle “ 37
waar hij de kapitein van kende. En zo kwam hij op de Galapagos eilanden terecht. Door zijn interesse, sinds kindsbeen af, voor de natuur en alles wat er in leeft merkte hij op Galapagos dat er meerdere soorten van eenzelfde dier voor kwamen. Vissers vertelden hem dat ze aan een schildpad konden zien van welk eiland ze kwam omdat er verschillen merkbaar waren. Darwin leefde en studeerde vijf jaar op Galapagos , waar hij alle bewoners onderzocht en volgde zowel de zoogdieren als de vogels en de insecten. Hij vormde zich het beeld van het ontstaan van de soorten door de evolutie – het veranderen of aanpassen aan de situatie – die er optreed na verloop van tijd. Waar Darwin het meeste moeite mee had om zijn theorie vorm te geven waren feiten zoals: Hoe weet een vogel hoe hij zijn nest moet bouwen, waar halen bijen het patroon om wasraten te bouwen? Zijn echtgenote waar hij tien kinderen mee had – enkelen stierven jong – kon zijn denkwijze niet volgen, te meer daar ze diep katholiek was en Darwin de mens ook in zijn evolutie theorie inpaste. Het schrijven en uitbrengen van zijn “ Ontstaan van de soorten “ deed hij nadat er andere natuurkundigen over de evolutie begonnen te spreken en te schrijven. Zijn werk werd gepubliceerd in 1859. Heel wat toenmalige wetenschappers zagen van toen af de wereld anders en begrepen dat dat alles gegroeid was uit iets anders en dat 38
alles met elkaar verbonden leek. De evolutie is gebaseerd op een aantal verschijnselen. Variatie: Ieder mens is verschillend, verschil in haarkleur, lengte, gewicht, en zo verder. Ook de andere organismen hebben variatie die genetisch bepaald is. Het genetisch profiel van een organisme of individu wordt genotype genoemd. De drang om te bestaan: veel organismen die geboren worden zullen niet de volwassenheid bereiken, kleine eendjes worden door de reiger opgegeten, jonge konijntjes worden uit het nest gehaald door de vos om zijn jongen mee te voeden. Maar ook de aanwezigheid van voldoende voedsel kan een beperkende factor zijn. Een klein musje in het vogelnest zal haar bekje zo ver mogelijk opensperen, in de hoop dat vader of moeder er bij haar het meeste voedsel zal instoppen. Zo krijgt ze meer energie en heeft ze een grotere kans om blijven te leven. Dat noemde Darwin, de natuurlijke selectie. Aanpassing: Het gaat er niet om dat je sneller bent dan het roofdier, maar dat je sneller bent dan je soortgenoten. Het roofdier zal jou niet pakken, maar zal een andere, gemakkelijker, prooi vellen. Zo zijn er nog meerdere selectie mogelijkheden. In zijn theorie zegt Darwin dat bij sociaal levende insecten zoals: honingbijen, wespen, hommels, mieren, enz … waar een koningin eitjes legt en de nakomelingen verzorgd worden door onvruchtbare werkers, het individu niet belangrijk is, maar de kolonie als geheel beschouwd wordt voor het voortbestaan van de soort. Op zijn uitgestrekt landgoed merkte Darwin, meerdere jaren na mekaar, dat hommels via vaste routes langs struiken en bomen vlogen. Tijdens die vluchten hielden ze dan even stil, op vaste plekken, die hij “bromplaatsen” noemde omdat die hommels er dan ook even bromden en verder vlogen. Met de hulp van vijf van zijn kinderen, 39
die hij op verschillende bromplaatsen opstelde, kon hij vaststellen dat de hommels steeds bij dezelfde bromplaatsen stil hielden. De kinderen moesten telkens als er weer een hommel bij een bromplaats bromde, roepen “Hier is een bij“. Darwin zat in het midden van de tuin en kon dus horen en noteren dat er weer een hommel op een bepaalde plaats verscheen. Hij tekende ook op dat deze waarnemingen midden op de dag het meest voorkwamen. In zijn beschrijving sprak Darwin zijn verbazing uit over het feit dat in opeenvolgende jaren, andere generaties hommels wederom dezelfde bromplaatsen aandeden, vooral aan de voet van bomen kwamen brommen, waardoor hij vermelde dat er zeker een aantrekkelijkheid moest aanwezig zijn. Ook al stond er op het landgoed een bijenvolk dat Darwin ontvangen had van een vriend om er de ratenbouw mee te bestuderen was hij geen imker en ik durf te vermoeden, al is het gewaagd om een natuurkundig wetenschapper tegen te spreken, dat de brommende hommels geen hommels waren maar darren uit het bijenvolk dat er stond. Waarom vermoed ik dat? Omdat het gedrag enigszins lijkt op wat sommige imkers in de bergen de darrenverzamelplaatsen noemen. Moest Darwin vandaag , zo een 200 jaar later, zijn onderzoeken kunnen doen met nauwkeurigere meetmethoden en betere meettoestellen, zijn theorie over het ontstaan van de soorten zou heel wat verfijnder aangeboden worden. 40
Oud maar nog levendig! Opgehaald door Jef Beuckelaers Bijenproducten worden al van in de oudheid aangewend bij lichamelijke ongemakken. Zo vulden de genezers en de heksen hun tas en korf met bijenproducten die ze volgens geheime receptuur klaar maakten voor de ziel en het lichaam! Hierbij een greep uit de kast van mijnheer Merlijn: ° Aambijen : propoliscréme ° Abcessen : alcoholische propolis oplossing ° Acné : propoliscréme ° Aften : doppen met een alcoholische propolis oplossing ° Blaasontsteking : 5 druppels propolis oplossing in 1 glas water 5 maal per dag ° Brandwonden : honingverband ° Bronchitis : massage van rug en borst met propoliscréme ° Concentratie moeilijkheden : koninginnenbrij ° Darmfunctie : honing, pollen ° Diaree : honing ° Eczeem : propolistinctuur ° Etterzweren : propolis, honing ° Griep : propolis ° Infecties : propolis ° Insectenbeten : propoliscréme ° Keelontsteking : gorgelen met 5 druppels propolis oplossing in ½ glas water, honing ° Menstruatiepijn : koninginnenbrij, propolis 41
° Neusverkoudheid : propolis ° Ouderdomsmoeheid : koninginnenbrij, honing ° Ouderdomsvlekken : alcoholische propolis oplossing opsmeren ° Psoriasis : honing opleggen ° Spierpijn : propoliscrémé ° Steenpuisten ; in en uitwendig propolis ° Winderigheid : honing, propolis
Vermeerdering van drachtplanten (deel 3) “bolgewassen” Vele bolgewassen zijn interessante bijenplanten. Vooral de voorjaarbloeiers zijn een zege voor onze bijen. Persoonlijk hou ik ook van het plantengeslacht Allium. Dit geslacht omvat naast honderden gekende sierplanten ook zeer courante groenten en kruiden. Denk maar aan: 42
✓ Prei (Allium ampeloprasum var. porrum, synoniem:Allium ✓ porrum) ✓ oerprei (Allium ampeloprasum) ✓ ui (Allium cepa) ✓ sjalot (Allium ascalonicum) ✓ bieslook (Allium schoenoprasum) ✓ daslook (Allium ursinum) ✓ knoflook (Allium sativum) Met uitzondering van de klassieke prei vermenigvuldigen we al de bovengenoemde planten via bollen. Na de groeifase beginnen deze planten te denken aan het nageslacht en vormen bloemen. De nectar en het stuifmeel van deze bloemen is zeer gegeerd door vlinders en bijen. Plant gerust prei, ajuin en sjalot door elkaar in een verloren, maar zonnig, hoekje van de tuin en laat ze in bloei komen. Misschien stoort u zich aan de roestaantasting in de nazomer. Deze wordt veroorzaakt door een schimmel uit het geslacht Puccinia. Dit euvel kan enigszins vermeden worden door te letten op volgende puntjes: ✓ zorg dat de bodem armer is aan stikstof en rijker aan kalium ✓ een zonnige standplaats verlaagt de relatieve vochtigheid in het gewas ✓ een ruime plantafstand is aangewezen Tijdens de groei van de bol in de bodem ontwikkelen de klisters zich tot onafhankelijke bollen. Als we één sjalotje planten dan hopen we zeker 7 à 8 mooie sjalotten te kunnen oogsten. Dit gebeurt ook met andere sierbolgewassen.
43
Normaliter schrijft men voor om bolgewassen in het najaar te planten. Velen vragen zich af of ze ieder jaar opnieuw de bollen moeten rooien en bewaren om ze dan in het najaar opnieuw te planten. De meeste bolgewassen zijn winterhard en kunnen gemakkelijk onze winters overleven. Fragiele soorten vragen een lichte bescherming van stro, turf, compost of bladeren. Dus rooien is niet noodzakelijk, maar veiliger is het alleszins. Vooral knaagdieren kunnen heel wat schade berokkenen aan bollen in rust. Ik persoonlijk haal de meeste, vooral raszuivere, bollen uit de grond. Zo blijven de variëteiten gescheiden, groeit het aantal bollen flink aan en kunnen ze ieder jaar een ander plaatsje krijgen. De bollen die onder bomen en struiken staan laat ik zitten. Die bollen rooien is vooreerst onbegonnen werk en bovendien stoort het me niet dat knaagdieren ’s winters genieten van een lekker stukje “fruit”. Het rooien gebeurt best als al het loof afgestorven is. Om plaats te maken voor andere planten rooide ik vroeger soms eerder. Ik liet het loof aan de bollen, legde de planten in houten bakjes, zette deze in de serre tot het loof goed droog was en bewaarde de bollen binnen op een koele plaats in afwachting van de nieuwe planting. De laatste jaren volg ik een ander werkschema. In december worden alle bollen in “dubbele” (uitleg volgt) plastieken drieliterbloempotten geplant. Hiervoor wordt universele potgrond gebruikt. De potten worden in de serre geplaatst. Spreekt Sabine over kans op zware nachtvorst dan kunnen de potten afgedekt worden met strooisel. Om de groei bij warme weersverwachtingen te remmen worden de potten tijdelijk buiten geplaatst. Nota bene, de potten staan in bakken om het gesjouw te vergemakkelijken. In de handel zijn speciale plantmandjes voor bollen verkrijgbaar. De 44
bedoeling is dat de plantmandjes met de bollen incluis in de bodem ingegraven worden. Deze mandjes zijn perfect, maar je kan zelf een alternatief maken. Doorzeef één drieliterbloempot met boorgaten van 3 à 5 cm diameter, zowel zij- als onderkant. Zet deze pot in een zelfde intacte drieliterbloempot. Ook dat werkt uitstekend. Vandaar de term “dubbele” drieliterbloempot. Belangrijk is dat alle potten voorzien zijn van een label, want onthouden welk ras in welke pot zit is, voor mij althans, een onmogelijke opdracht. Eens februari, de bollen zijn dan al flink geschoten, gaan de doorzeefde potten de grond in. Als algemene regel geldt dat de bovenkant (de neus) van de bol twee maal zo diep zit als de hoogte van de bol. Je kan zonder problemen de ene pot tegen de andere zetten. Zorg dat er geen grote luchtruimtes ontstaan tussen de potten. Vierkante potten zijn in dit opzicht interessant. De wortels groeien gretig door de gaten. Als de planten uitgebloeid zijn worden de potten uitgegraven en krijgen de planten in pot de kans om af te rijpen. Misschien is het niet ieder jaar nodig maar zelf haal ik daarna de bollen uit de potten. Iedere bol maakt jaarlijks nieuwe klisters die uitgroeien tot bollen. Het aantal bollen stijgt dus jaarlijks. Daar de kleine bollen het volgend jaar waarschijnlijk nog niet zullen bloeien, neem je bij het inplanten 5 à 6 grote bollen en een aantal kleintjes per pot. Als je bollen te veel hebt kan je er een medemens met groene vingers blij mee maken. Het lijkt allemaal veel werk, maar het is een lonende en vooral plezante bezigheid. Om succes te garanderen plant je bollen best in een vochtige, doch goed doorlatende, humusrijke bodem. Gebruik liefst eigen bereide compost als bodemverbeteraar. Vind je het nodig om extra minerale of organische meststoffen toe te dienen, kies dan zeker voor een formule met relatief veel kalium. 45
Een samengestelde meststof met NPK 8%+8%+12% of patentkali (30 % K2O) is een mogelijkheid. Raadpleeg de verpakking voor de dosis. Gedetailleerdere info in verband met planttijdstip, plantafstand, plantdiepte en standplaats (zon of schaduw) van de verschillende bolgewassen vind je op internet. Ik verwijs weer naar Zaaikalender.com. Ik merk nogmaals op dat in deze tabel zowel bollen als knollen vermeld staan. Bron foto Allium gigantheum: https://www.mijntuin.org/articles/allium-sieruien
Scheenshot uit: https://zaaikalender.com/wp-content/uploads/2013/09/wanneer_bloembollen_planten_A4.jpg
Hopelijk heb je ook zin gekregen om de wereld van de bolgewassen verder te ontdekken. Veel succes. Freddy Franck 46
Nieuws over de Aziatische Hoornaar Uit het korpsblad van de brandweer kregen we het nieuws dat de Aziatische hoornaar zo een plaag vormt voor andere insecten, in onze gebieden, dat het verdelgen van een Aziatische Hoornaar gratis is in tegenstelling tot andere tussenkomsten
47
Apimondia congres in Rusland In het vorige ’t Polleken brachten we de info over het vier jaarlijks wereld imkerscongres dat deze maal in Rusland zal doorgaan. Ook hier heeft het coronavirus een stok in het wiel gestoken en gaat het congres niet door in 2021 maar werd het verschoven naar 2022. Zie de informatie.
48