Dialoog Jaargang 6 - nummer 12 - voorjaar 2012
Guido Bonsen ‘Al mijn atleten zijn helden’
Michelangelo®
27-jarige Nederlander draagt hightech-hand
Participatie
Wat drijft sportvrouw Monique Kalkman?
Wetenschap & Techniek Jaargang 3 - nummer 5 - voorjaar 2012
Genium
II | Onderzoeksresultaten nieuwe knie
Kokertechnologie IV | Wanneer is welk systeem geschikt?
Osseointegratie VII | Henk van de Meent over klikprothesen
Uitneembaar katern Wetenschap & Techniek
2
Ottobock Dialoog Magazine | Voorwoord
Colofon Dialoog magazine is een uitgave van Otto Bock Benelux B.V. en verschijnt twee keer per jaar.
Postbus 133, 5690 AC Son
Ekkersrijt 1412, 5692 AK Son T. +31 (0) 499-474585 ottobock.nl
Hoofdredactie Cas Welling Redactie
Mariken Schoenmakers Irma Coveliers-van Loo Tom Bernard
Aan dit nummer werkten mee
Irma van Loo, Lenneke Moerdijk, Geert Schipper
Eindredactie
de Tekstenwinkel, Eindhoven Vormgeving
Mariken Schoenmakers Abonnementen
dialoog@ottobock.com Advertenties
de tariefkaart voor
advertentieplaatsingen is op te vragen via:
dialoog@ottobock.com Coverfoto:
Hélène Wiesenhaan Druk
CTP bvba, Turnhout www.ctponline.be Administratie
Afdeling Communicatie Tel. +31 (0)499-474585 Copyright
Het overnemen van artikelen als bedoeld in artikel 15 van de Auteurswet is niet toegestaan.
Klaar voor de toekomst! Met de intrede van de zomertijd zijn voor ons gevoel de dagen langer geworden. Natuurlijk houden we onszelf daarmee voor de gek, maar het laat ook zien hoe sterk verbeeldingskracht is. Deze unieke menselijke eigenschap brengt ons op plaatsen, waar we anders niet waren gekomen. Verbeeldingskracht laat ons dingen doen, waartoe we onszelf niet in staat achtten. Dat is waar het ook in deze editie van Dialoog over gaat. Doen! Neem bijvoorbeeld een coach zoals Guido Bonsen, die zich volledig inzet voor de begeleiding van de paralympische atleten. Of kijk naar een bekende sporter als Monique Kalkman, die na een carrière als tennisser haar sportieve loopbaan voortzet als begenadigd golfer. Ook Giel Verhaegh is iemand die beweging niet uit de weg gaat, nu hij als eerste Nederlander op een Genium loopt. Hij is laaiend enthousiast over zijn nieuwe knieprothese. Pas geleden liep ik even naar het naar het Competence Center waar een jongedame eenzelfde prothese uitprobeert. Dat gaat met het grootste gemak. De blijdschap die zo’n persoon uitstraalt, is onbetaalbaar. Omroep Gelderland was van de partij en via hun website kunnen we de beelden op internet zien.
Ottobock is ook steeds meer actief op internet. Leuk dat we gevolgd worden op Facebook, Twitter en natuurlijk onze websites. En u hebt natuurlijk al gezien dat deze Dialoog er anders uitziet. Ons magazine geeft u meteen een goed beeld van onze nieuwe huisstijl: duidelijk, helder en open. Bij Ottobock zijn we klaar voor de toekomst. De economie van de zorg staat volop in de belangstelling. Niet alleen in de Benelux, maar ook aan de andere kant van de wereld. De nieuwe markten laten medische hulpmiddelen voorzichtig toe in hun vergoedingenpakket, terwijl de bestaande markten kritisch kijken naar wat straks privaat betaald moet worden. In veranderende tijden is het meer dan ooit belangrijk te weten waar je voor staat en waar je naar toe wilt. Niet stilzitten dus, niet als bedrijf en niet als persoon. Aan Ottobock zal het niet liggen.
Cas Welling Algemeen directeur Otto Bock Benelux
04 Le Grand Blue Pasku de dolfijn zwemt weer.
Inhoud | Ottobock Dialoog Magazine
06
17 Column Geert Schipper is en blijft eigenwijs.
06
18
Wat drijft Monique Kalkman? Sportvrouw en manager zet zich in voor participatie.
Rijden over het strand Een dagje aan zee met de rolstoel in de ScoutCrawler.
09
18
Giel Verhaegh draagt de Genium Nieuwe protheseknie brengt spontaan bewegen een stuk dichterbij.
12 Productnieuws Aandacht voor nieuwe rugbraces.
22 Michelangelo®-hand Sjaak van den Berg: ‘Ik ga voor het beste van het beste.’
22
24 Bondscoach Guido Bonsen Hoe ver is het Dutch Parathletics Team met de voorbereidingen voor de Paralympics?
15
26
Juriste Karen Koller Over de Michelangelo®-hand en de zorgverzekeringsmarkt.
Ludo Linden fietst de wereld over Feuilleton. Waar is Ludo nu?
24 16
I - XII
Nieuws enzo Stichting Zorgvraag. Nieuwe look van Ottobock.
Wetenschap & Techniek In deze editie: Genium-onderzoek, kokertechnologie en osseointegratie. Uitneembaar katern voor professionals.
Meer weten?
Voor meer informatie over de genoemde producten en diensten kunt u ons bereiken via telefoonnummer +31 (0) 499-474585 of via dialoog@ottobock.com. Kijk ook op onze website: www.ottobock.nl
3
Le Grand Blue Een grijsblauwe flits in het water, een glorieuze sprong, en een spetterende finale in het zilte nat. Pasku zwemt weer! Een ernstige wond aan de voorzijde van zijn rugvin wilde maar niet genezen. Door Pasku’s continue bewegingen en door de druk van het water scheurde zijn wond steeds open. Uiteindelijk revalideerde hij met een speciaal wondverband en een bijzonder overtrek: Pasku kreeg een kunstvin met ingebouwde koelkanalen voor de temperatuurregeling – gemaakt door Thom De Windt uit Curaçao. Een opmerkelijk staaltje orthopedisch vakmanschap, waarvan Pasku weinig hinder ondervond tijdens zijn zes weken durende revalidatie. En nu steelt hij weer de show in het Dolfinarium in Curaçao. Dol-gelukkig. Thom de Windt van Sentro Orto Fisiko Kòrsou (www.sofk.com) sprak tijdens TEDxCuraçao 2011 over Pasku: www.tedxcuracao.com/site/ speakers/58-thomas-de-windt.html
‘Geef mij een bal, en ik ga ervoor’
Monique Kalkman over integratie van mensen met een handicap
Veelzijdige doorzetters als Monique Kalkman kom je zelden tegen. Als meervoudig wereld- en Paralympisch kampioen rolstoeltafeltennis en rolstoeltennis, is zij een bron van inspiratie voor anderen. En als manager bij Welzorg organiseert ze tal van projecten om mensen met een beperking te laten participeren in de samenleving, en de beeldvorming te verbeteren. Wat beweegt Monique Kalkman? Door Irma van Loo
Interview | Ottobock Dialoog Magazine Toen Dialoog voor dit interview contact legde met Monique, begon zij net aan een trainingsronde voor haar nieuwste sportliefde: golf. Met de Paragolfer kan zij gaan staan en haar lichaam strekken, dat geeft een heel ander perspectief. Monique begon met golf als revalidatiemiddel tegen de heftige klachten van een chronische nekaandoening. Ze lacht: ‘Maar geef mij een bal en ik ga ervoor.’ Golf is voor Monique al lang geen revalidatiemiddel meer: als doorgewinterde sporter weet ze wat trainen is. Amateurisme staat niet in haar woordenboek. ‘Nu ik golf heb leren kennen, ga ik voor de hattrick,’ zegt ze enthousiast. ‘Drie keer scoren: goud in drie disciplines op de Paralympische Spelen of drie keer wereldkampioene. Na tafeltennis en tennis hoop ik in 2020 ook een gouden medaille voor golf te halen. Maar het gaat niet alleen om het bereiken van het doel. Juist de reis ernaartoe maakt een plak zo mooi.’ Wat heb je gedaan om zo ver te komen? Monique: ‘Een normaal leven leiden, jezelf zijn. Kijken naar wat je kunt, wat realiseerbaar is, duidelijke doelen stellen, ze in hapklare brokken opdelen en dan ervoor gaan. Zowel in de sport als in het normale leven. Dat lijkt simpel, maar als rolstoelgebruiker moet je er vaak meer tijd en energie in stoppen dan een ander. Nederland valt bijvoorbeeld niet in de schoonheidsprijzen als het gaat om toegankelijkheid. Het uitzoeken van een school, woning, werk, sportaccommodatie of vakantiebestemming is hier nog niet zo vanzelfsprekend, zo’n tachtig procent valt gewoon af. De informatie alleen al is versnipperd en veelal onzichtbaar. En een handicap moet je managen: je moet zorgen dat je voorzieningen in orde zijn en dat je geen bijkomende klachten ontwikkelt – vaak heb je toch meer medische zorg nodig dan de gemiddelde mens.’ Wat vind je van de rol van de overheid, als het gaat om participatie? ‘Als een van de weinige landen heeft Nederland het Europees Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap nog niet ondertekend. Het verdrag bevat een aantal basisvoorwaarden waaraan moet worden voldaan om mensen met een beperking maximaal te
‘Het gaat niet alleen om het bereiken van het doel, juist de reis ernaartoe maakt een plak zo mooi.’ laten meedoen. Maar in Nederland moeten we eerst de kostenimplicatie berekenen. Laten we liever kijken naar de mensenrechten en naar wat het oplevert: in banen, toegankelijkheid, levenskwaliteit en waardigheid voor mensen met een beperking. Ik heb zes jaar in de UK gewoond. Daar heb ik gezien wat de DDA (disability discrimination act) in Groot-Brittannië heeft opgeleverd. Iedere pub of restaurant heeft daar een toegankelijk toilet, ieder hotel heeft een aangepaste kamer, en de beeldvorming is veel beter dan hier. Dat is goed nieuws.
‘Een normaal leven leiden, jezelf zijn.’
De Coalitie voor Inclusie zet zich in voor het verdrag en dat ondersteun ik van harte.’ Wat vind jij van het intrekken van subsidies? ‘Nederland is een zorgstaat. Ondersteuning voor mensen met een beperking is hartstikke belangrijk, maar helaas zie ik ook negatieve effecten van verkeerde zorg die omslaat in betutteling. Zo van: geef ze maar een uitkering en zet ze achter de geraniums, dan wordt er goed voor ze gezorgd. Nee, ik geloof in empowerment en eigen kracht. Eerst kijken naar het potentieel van iemand en dan compenseren waar nodig. Het stempel ‘handicap’ mag geen diskwalificatie zijn van het ‘normale’. Ik zie liever een systeem waarbij iemand met een handicap wordt gecompenseerd om gelijkwaardig deel te nemen, net zoals in de golfsport. In het werk kan dat bijvoorbeeld met loondispensatie voor de werkgever, en in het dagelijkse leven met een pgb voor persoonlijke hulp. De politiek is nu wel enthousiast over meer verantwoordelijkheid voor gehandicapten. Maar ik ben heel benieuwd naar de vertaling in de praktijk, nu de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verandert en de Wet werken naar vermogen eraan komt. De Wmo pleit voor meer doen op eigen kracht, zelf oplossingen zoeken. Maar veel mensen met een beperking hebben ook hulp nodig om weer eigenwaarde, zelfvertrouwen en verantwoordelijkheid te ontwikkelen, voordat ze kunnen zeggen: ik ben er weer, ik ga ervoor en ik los het zelf op. Het afschaffen van pgb’s maakt mensen weer afhankelijk, omdat ze dan zelf geen invulling meer kunnen geven aan hun hulpvraag. Of dit soort bezuinigingen kostenbesparend zijn, is nog maar de vraag.’
7
8
Ottobock Dialoog Magazine | Interview Hoe kun je empowerment stimuleren? ‘Dat begint al jong. Ouders zijn met name bepalend voor de weerbaarheid en assertiviteit van hun kind. Het is normaal dat ouders hun kind willen beschermen – zeker als het een handicap heeft – maar kinderen manifesteren zich gewoon als je ze loslaat. Zelf ondervond ik dat ook. Mijn ouders schrokken van de sfeer in het revalidatiecentrum. Zij vonden het daar te beschermd en ze stelden aan de arts voor om mij thuis proefondervindelijk te laten revalideren. Ik ben alleen poliklinisch – voor fysiotherapie en rolstoelvaardigheid – in het revalidatiecentrum geweest. En toen ik op achttienjarige leeftijd spontaan een Wajong-uitkering kreeg, heb ik geweigerd. Ik ging naar school en daarna werken. Gewoon voor mezelf zorgen. Die envelop met het bericht over de uitkering was voor mij een diskwalificatie van hoe ik in het leven stond. Dat soort dingen gebeurt nog steeds. Veel mensen met een beperking willen graag, maar juist de omgeving is de ‘handicap’.’ Wat vind je van sport als middel om te integreren? ‘Sport bevordert de integratie, gezondheid en sociaal contact. Het is een prima basis om te ontdekken wat je fysiek kunt en om je kracht en fitheid te ontwikkelen, zodat je daar in het dagelijkse leven ook profijt van hebt. Als je deelneemt aan sport, laat je automatisch zien dat je positief in het leven staat. Je ontmoet mensen en je creëert kansen. Omdat sport me erg aan het hart gaat, stimuleer ik graag anderen om ermee aan de slag te gaan. Dat doe ik bijvoorbeeld als ambassadeur voor de Nationale Sportweek en Fonds Gehandicaptensport.’ Waar richt jij je op in je werk? ‘Ik ontwikkel concepten om participatie te verbeteren. Bij mijn werkgever Welzorg innoveren we hulpmiddelen en bijbehorende diensten voor wonen, werk, verkeer en sport. Samen met NOC*NSF en Fonds Gehandicaptensport heb ik voor Welzorg bijvoorbeeld het project Wheels2Sport ontwikkeld: een uitleenpunt om mensen te voorzien van sporthulpmiddelen, zodat ze verschillende sporten kunnen uitproberen. Als je eenmaal een sport hebt gekozen, kun je aankloppen bij de Wmo voor een definitief hulpmiddel. We richten ons op mensen met een mobiliteitsbeperking.
‘Veel mensen met een beperking hebben hulp nodig om meer eigenwaarde en zelfvertrouwen te ontwikkelen.’ We hebben ook gehoord over racen voor rolstoelrijders? ‘Ja klopt, vanuit Welzorg heb ik Stichting Racing Team Welzorg opgericht. We willen daarmee laten zien dat je ook met een beperking de sensatie van het racen kunt beleven, en we willen vooral de beeldvorming beïnvloeden door te laten zien dat autorijden voor
‘Alles waarbij ik betrokken ben, draagt bij aan participatie.’
iedereen mogelijk is. De stichting heeft ervoor gezorgd dat twee rolstoelgebruikers hun racelicentie kunnen halen en volledig geïntegreerd kunnen racen in de Formido Swiftcup. Er moesten ook technische innovaties aan de auto komen: Welzorg auto op maat heeft een volledige stuurbediening ontwikkeld. En we hebben in nauwe samenwerking met onze partner AM Products de speciale handkoppeling Easy Drive verder ontwikkeld voor in de raceauto. Dat is zo’n mooi staaltje van maximale participatie door innovatie.’ Doen jullie ook speciale dingen voor jongeren? ‘We organiseren events zoals de Gouden Sportdagen met eredivisieclubs in het voetbal. Gehandicapte jongeren hebben daar de tijd van hun leven, samen met hun sporthelden. Zulke dingen geven een boost aan het zelfvertrouwen van jonge gehandicapten.’ Je vervult allerlei ambassadeursrollen en nevenfuncties. Hoe combineer je die met je werk en de sport? ‘Mijn nevenfuncties zie ik niet als extra belasting, mijn werk en passie versterken elkaar. Alle initiatieven waarbij ik betrokken ben, dragen bij aan participatie, ontwikkeling en positieve beeldvorming van mensen met een fysieke beperking. Dat geeft me veel energie.’ Wat vind je van hulpmiddelen zoals de Paragolfer en de ScoutCrawler? ‘De extreme producten van bedrijven als Ottobock zijn niet alleen superpraktisch, maar dragen ook bij aan de positieve beeldvorming. Ze zijn cool en geven rolstoelrijders de kans om maximaal te participeren. Bijzondere ontwerpen ontstaan vaak door out-ofthe-box te denken en door de drive om grenzen te verleggen. Dat leidt vaak tot geweldige resultaten.’
Meer over de projecten van Monique Kalkman: • www.moniquekalkman.nl • www.welzorg.nl
• Volg @moniquekalkman op Twitter
Uitgelicht | Ottobock Dialoog Magazine
Genium zet nieuwe standaard voor beenprothesen
‘Hee, met deze knie kun je echt lopen’ Rennen, slenteren, even snel achteruit of opzij stappen – de meeste mensen gebruiken hun benen gedachteloos. Hoe anders is het, als je een prothese draagt… Met de Genium zet Ottobock een baanbrekende stap: voor mensen met een bovenbeenamputatie komt spontaan bewegen ineens een stuk dichterbij. De eerste Nederlander met de Genium is Giel Verhaegh: ‘Ik loop intuïtief.’
9
10
‘Na mijn amputatie had ik maar één belang: ik wilde lopen.’
Met de Genium krijgen prothesedragers een bijna natuurgetrouwe loopbeweging. Ze voeren dagelijkse activiteiten uit zonder steeds aan hun prothese te denken. En doordat er minder compensatiebewegingen nodig zijn, worden de rug en het andere been ontzien: de gewrichten blijven gezond.
‘Ik ben ervan overtuigd dat ik met de Genium een heel eind kan komen.’ De techniek van het Geoptimaliseerd Fysiologisch Lopen (GFL) maakt dit alles mogelijk. Dankzij GFL ‘weet’ de Genium wanneer de knie moet buigen en wanneer hij juist stabiel moet zijn. Hij sluit in real time aan op het tempo van de prothesedrager. Wanneer die een keer struikelt, reageert de knie onmiddellijk door te blokkeren, zodat de loper zijn andere been kan bijtrekken. Met de Genium lopen prothesedragers zelfs de trap op, trede voor trede. Dat kon tot nu toe met geen enkele prothese.
Het verhaal van Giel Eind 2010 kreeg Giel Verhaegh (52) een motorongeluk op de A2. Die middag had hij een lezing gegeven in Utrecht. Daar herinnert hij zich niets meer van; de hele dag is weggevaagd uit zijn geheugen. Na vijf weken coma werd hij wakker in het ziekenhuis. ‘Bijna al mijn botten en ribben waren gebroken en mijn rechterbeen was geamputeerd.’ Zodra hij enigszins was hersteld, wilde Giel zo snel mogelijk weer lopen. Zijn fysiotherapeut in Revalidatiecentrum Blixembosch bracht hem op het spoor van de Genium. ‘Eerst liep ik op een mechanische knie’, vertelt Giel. ‘Dat vraagt veel techniek: je moet steeds stappen, strekken, vastzetten – ik ben er een paar keer doorheen gezakt.’ Na de 3R80 testte Giel kort de C-Leg®, maar in diezelfde periode verklaarde de letselschadeverzekeraar dat hij vanwege zijn werk en actieve leven in aanmerking kwam voor de Genium. Eind 2011 startte zijn revalidatie met de Genium. ‘Het eerste wat ik riep, was: “Hee, met deze knie kun je echt lopen.” En dat blijf ik zeggen.’ Boek vol ervaringen Intussen heeft Giel zijn werk als programmamanager naastenbeleid en senior onderzoeker in de geestelijke gezondheidszorg weer bijna fulltime opgepakt. In zijn
Uitgelicht | Ottobock Dialoog Magazine vrije tijd zet hij zijn eigen verhaal op papier. ‘Toen ik vorig jaar in de rol van patiënt ben beland, merkte ik dat veel instituties een eigen logica hebben, waardoor ze niet altijd in staat zijn te luisteren naar de patiënt.’ Door zijn eigen ervaringen te verbinden aan theorieën van denkers als Michel Foucault en Erving Goffman, hoopt Giel hun ideeën toegankelijker te maken. ‘Het werk van Goffman en Foucault is abstract, maar ik denk dat het voor hulpverleners zinvol is om hun theorieën over systeemdenken te begrijpen. Als we de gezondheidszorg willen verbeteren, moet er meer aandacht komen voor de patiënt. Nu domineert het systeem nog te vaak.’ Met die uitspraak doelt Giel ook op de protheseverstrekking: ‘Na mijn amputatie had ik maar één belang: ik wilde lopen. Toch moest ik me continu verantwoorden voor het feit dat ik zo’n kostbare knie als de Genium wilde. Ik snap dat verstrekkers zich een beeld willen vormen van het potentieel van een
patiënt – een 95-jarige die de hele dag tv kijkt, heeft geen Genium nodig. Maar waarom zou je mensen die lopen, werken en actief zijn, niet meteen voorzien van de Genium? Want deze knie kan veel, maar een echte kan nog altijd meer; met een amputatie ga je er vet op achteruit.’ Intuïtief te gebruiken Hoewel de Genium nog steeds een Fremdkörper is – in de woorden van Giel – hoeft hij over de sterke punten niet lang na te denken: ‘Als ik sta te koken of in de garage werk, dan let ik niet constant op mijn prothese; ik gebruik de knie intuïtief. De trap op- en aflopen met losse handen doe ik nog niet, maar ik loop wel achteruit, ga gemakkelijk staan, leun op mijn prothese en fiets ermee. Mijn vertrouwen groeit. Ik ben ervan overtuigd dat ik met de Genium een heel eind kan komen.’
De fysiotherapeut: ‘De Genium is wat anders’ Revalidatiecentrum Blixembosch in Eindhoven is het eerste Genium-gecertificeerde centrum van Nederland. In 2011 volgde fysiotherapeut Johan van Kessel de Genium-cursus bij Ottobock in Duderstadt, samen met een collega. Johan: ‘Goed dat die cursus er is, want de Genium is echt wat anders.’
Eindhoven ook nog eens de luxe dat we dicht bij de vestiging in Son zitten; de communicatielijn is letterlijk en figuurlijk kort. Wij zouden zelfs nog veel meer willen samenwerken met Ottobock, bij allerlei productontwikkelingen. We blijven graag op de hoogte van alles wat er in de markt gebeurt.’
Bij de overgang van een andere prothese naar de Genium, is een korte revalidatie nodig. Johan legt uit waarom: ‘Als je de mogelijkheden van de knie volledig wilt benutten, heb je training nodig. Iemand die gewend is aan een andere prothese, zit ingebakken in een ander looppatroon. En je moet leren vertrouwen op de techniek; de Genium neemt allerlei functies blindelings over. Veel mensen die op een mechanische knie hebben gelopen, zijn voorzichtig. Zeker als ze met die prothese vaak zijn gevallen. Met als gevolg dat ze dan niet direct vertrouwen hebben in de techniek. Maar als je vertrouwen hebt in de Genium, geef je de knie de juiste input. Dan doet hij precies wat hij moet doen, in iedere situatie.’ Bezig zijn met andere zaken De beste eigenschap van de Genium is volgens Johan dat je de prothese kunt vergeten. ‘Je kunt volop bezig zijn met andere zaken in het leven. De techniek doet het werk. Als je bijvoorbeeld met een groepje door de stad loopt, kun je gewoon naar de winkels kijken en praten met andere mensen – zonder je bijvoorbeeld bezig te houden met de vraag op wat voor ondergrond je loopt.’ Productontwikkeling Johan is blij met de begeleiding van Ottobock bij de introductie van de Genium. ‘Wij hebben in
Meer Genium:
• Lees het onderzoeksrapport op pagina II van Wetenschap & Techniek • Kijk op www.ottobock.com/genium
11
12
Ottobock Dialoog Magazine | Product Centraal
Lumbo Direxa: 50R50, Women 50R51 en High 50R52
Stevige ondersteuning voor de rug Met de Lumbo Direxa-lijn brengt Ottobock vier efficiënte rugbraces op de markt. Voor gematigd ernstige aandoeningen zijn er drie modellen: een recht model (50R50), een getailleerd model (Women 50R51) en een extra hoge uitvoering (High 50R52) die de onderste thoracale wervels ondersteunt. De huidvriendelijke en lichte braces
ondersteunen de rug bij degeneratieve aandoeningen, spierinsufficiëntie en bepaalde stadia van een discus hernia. Kunststof baleinen zorgen voor extra steun en vormbehoud. De brace heeft comfortabele elastische sluitbanden. Verkrijgbaar in de maten S t/m XXL
Lumbo Direxa Stable
Extra stevigheid bij ernstige rugklachten De Lumbo Direxa Stable is een extra stevige brace voor ernstige rugklachten zoals posttraumatische en postoperatieve problemen, degeneratieve aandoeningen, spierinsufficiëntie en discus hernia. De Lumbo Direxa Stable verlicht pijn en biedt
Squiggles seat
Meer dan ondersteuning De nieuwe Squiggles seat is uitgevoerd in prachtige heldere kleuren. Hij is praktisch in gebruik en biedt meer comfort en steun: met de zacht gepolsterde zitaanpassingen en gordels krijgt het kind optimale steun bij de dagelijkse activiteiten. Thuis, in de klas en buiten. Een topper in combinatie met het Kimba-onderstel.
de rug betrouwbare ondersteuning. Metalen baleinen en twee spiraalveren zorgen voor een goede pasvorm. Een los massagekussentje onder de brace stimuleert de bloedcirculatie en de spierfunctie. Verkrijgbaar in de maten S t/m XXL
Product Centraal | Ottobock Dialoog Magazine
Triton Harmony® 1C62
Goed gevoel in de prothese De nieuwe Triton Harmony® prothesevoet combineert het vacuümsysteem Harmony® P3 met het driehoekige ontwerp van de Triton. Door het vacuüm blijft de prothese goed op zijn plaats en door het goede contact voelt hij aan als een onderdeel van het been. De wisselende druk in de koker is goed voor de doorbloeding en voorkomt wisselingen in het volume van de stomp. De voet zelf
Kimba Neo
Want elk kind is anders De Kimba Neo is de nieuwste kinderbuggy van Ottobock. Hij ziet eruit als een gewone wandelwagen, maar heeft unieke eigenschappen waardoor hij helemaal kan worden aangepast aan het kind. Met enkele eenvoudige handelingen zijn zitposities en ophanging aan te passen aan het moment. De buggy rijdt en stuurt soepel, zodat het kind minder spasmen krijgt. De duwbeugel is in hoogte te verstellen: handig voor grote ooms én kleine zusjes. Verkrijgbaar in twee maten.
iF Product Design Award 2012
Ottobock valt weer in de prijzen Ottobock wint met twee producten: de prothesevoet Triton 1C60 en de rem/slotknie 3R93 hebben de iF Product Design Award 2012 gewonnen. De prijs, die in 1953 in het leven werd geroepen, is een van de belangrijkste prijzen voor innovatief productontwerp en wordt wereldwijd erkend. In de jury zitten designexperts
uit de hele wereld. Samen evalueren zij de producten. Hoogwaardige ontwerpen worden geselecteerd en beloond met de prestigieuze prijs. Meer over iF product Design Awards 2012: • www.ifdesign.de
is ervoor gemaakt om vrijwel onbeperkt allerlei activiteiten te ondernemen, tot recreatief sporten aan toe. Door de combinatie is de inbouwhoogte minder groot dan bij aparte systemen. Daardoor is de Triton Harmony geschikt voor een brede groep actieve beenprothesedragers.
13
14
Ottobock Dialoog Magazine | Product Centraal
Discovery tmax
Het flexibele kantelonderstel Tijd om je mogelijkheden te ontdekken, of je nu volwassen bent of kind. De Discovery tmax is een nieuw kantelonderstel met een zitkanteling van meer dan 50 graden. De kantelhoek is gemakkelijk te verstellen zonder gasveer. De Discovery tmax sluit aan bij de meeste individuele zitsystemen. De instellingen zijn eenvoudig te bedienen: gemakkelijk voor gebruiker en begeleider. Verkrijgbaar in vier maten.
E-MAG Active
Lopen met verlamde beenspieren Als verlammingsverschijnselen van de beenspieren de mobiliteit erg beperken, kan de E-MAG Active uitkomst bieden. Dit elektronische kniescharnier dat in een beenbeugel wordt gemonteerd, zorgt voor een veilige, stabiele standfase en een vrije zwaaifase bij het lopen. Tijdelijk kan het systeem ook handmatig worden bediend, bijvoorbeeld in de revalidatiefase.
Handballijn van Rehband
Power your performance De handballijn van Rehband biedt alle bescherming die nodig is bij deze high impact-sport. Bij iedere beweging blijven de stevige, anatomisch gevormde braces op hun plaats. Ook de kniebeschermer is sterk: hij is gemaakt van hightech-materiaal (Kevlar). Kunststof strips zorgen voor een optimale pasvorm.
De handballijn is verkrijgbaar in een uitvoering voor mannen, vrouwen en kinderen.
Meer over Rehbandproducten? • www.rehband.nl
Het is mogelijk de E-MAG Active uit te proberen met een testorthese. Vraag ernaar bij uw orthopedisch instrumentmaker of de Ottobockaccountmanager.
Wetenschap & Techniek Jaargang 3 - nummer 5 - voorjaar 2012
Genium
II | Onderzoeksresultaten nieuwe knie
Kokertechnologie V | Wanneer kies je welke systeem?
Osseointegratie
VIII | Henk van de Meent over klikprothesen
II
Ottobock Dialoog Magazine | Wetenschap & Techniek
Genium
Biomechanica van het microprocessorgestuurde knieprothesesysteem Genium Met de Genium is er een nieuwe generatie microprocessorgestuurde knieën (MPK’s) op de markt gekomen. Deze knie biedt de technologische voorwaarden voor de verbetering van de mobiliteit van beenamputatiepatiënten en gaat verder dan elk ander systeem tot nu toe. Zowel functionele als veiligheidsaspecten zijn in het concept meegenomen. Systemen als de Genium zijn een extra stimulans voor sociale participatie. Abstract van Blumentritt S, Bellmann M, Ludwigs E, Schmalz T, Zur Biomechanik des mikroprozessorgesteuerten Prothesenkniegelenks Genium. Bron: OrthopädieTechnik 01/12, 63e jaargang.
In dit artikel wordt de biomechanische werking van de Genium beschreven. Aan de hand van tests met 11 unilaterale bovenbeengeamputeerden is een studie uitgevoerd naar het gebruik en de functionaliteit van de knie. Enkelassig kniescharnier met 7 sensoren De Genium is een enkelassig kniescharnier. Een koolstofcomposiet frame beschermt de tweekanaals lineaire hydraulica (servo-aangestuurd), de hoofdelektronica, de energieverzorging en een speciale veiligheidstechniek. Het systeem beschikt over 7 sensoren: een gyroscoop, een goniometer, twee versnellingssensoren, momentsensoren in de knie en in het distale deel van de buisadapter, en een belastingssensor voor de axiale belasting. Typische kenmerken • De voorbuiging van het kniescharnier bij hielcontact zoals in een natuurlijk gangpatroon (preflexie); hierdoor ontstaat sneller en volledig contact van de prothesevoet met de grond, wat de patiënt meer stabiliteit en zekerheid geeft. Preflexie zorgt voor een natuurlijke schokdemping vanuit de knie. Deze schokdemping reduceert krachten en schokken in heup, rug en nek en op langere termijn slijtage en belasting van de gewrichten.
• • •
De intelligente regeling van de kniebuiging (adaptieve yielding controle); progressief en afhankelijk van staplengte, snelheid en belasting. De dynamische stabiliteitscontrole; door een permanente registratie van 6 parameters (o.a. kniehoek, enkelmoment, belasting), is de overgang van stand- naar zwaaifase veiliger en betrouwbaarder dan bij iedere andere MPK. Hierdoor kan de patiënt eenvoudiger en natuurlijker kleine stappen nemen en bewegen in kleine ruimtes. De adaptieve zwaaifasecontrole; dit houdt in dat er een nauwkeurige kniebuigingshoek is van 65 graden, ongeacht de loopsnelheid. De grote voordelen hiervan zijn de reductie van het struikel- en valrisico en het feit dat er geen beperking is in de stapvariatie (klein, groot, langzaam, snel, onregelmatig). Op een helling past de Genium de buigingshoek intuïtief aan, zodat de patiënt zonder compensatiebewegingen de helling op kan lopen.
Ontwerp van de studie Studiegroep: 11 mannen met een unilaterale bovenbeenamputatie. Leeftijdsgroep 36,7 jaar +/- 10,2 jaar. Lichaamsgewicht 80,0 +/- 11,6 kg. Lichaamslengte 181 cm +/- 4 cm. Mobiliteitsgraad 3-4. Allemaal C-Leg®lopers (min. 3 jaar, max. 8 jaar).
Wetenschap & Techniek | Ottobock Dialoog Magazine computerondersteunde opbouwprotocol tot dezelfde goede opbouwresultaten leidt als het gebruik van de L.A.S.A.R. Posture volgens de beschreven richtlijnen. Testresultaten van de sta-tests Staan op horizontale ondergrond verschilt niet noemenswaardig tussen de C-Leg® en de Genium, noch voor de houdingsregulatie, noch voor de statische parameters. Het staan op een 10º aflopende helling geeft wel beduidende verschillen. De gemeten middelste steunkracht op de prothesezijde met 42% van het lichaamsgewicht komt voort uit de metingen wanneer de prothesedrager zijn gewicht gelijkmatig op beide benen verdeelt. De houding met beide knieën gebogen ziet men alleen bij de Genium. Een C-Leg®-drager strekt het contralaterale been om zekerheid te vinden en slaagt er niet in beide benen evenveel te belasten. De activiteit van de geamputeerde om de rechtopstaande houding vol te houden, is bij de Genium significant minder.
Knie- en heuphoek en knie- en heupkracht bij alternerend de trap oplopen.
Tests 1. Meten statische opbouw 2. Lopen met normale, langzame en zelfgekozen snelheid 3. Lopen met kleine stappen 4. Achteruitgaan 5. Af- en oplopen van een helling (10º) 6. Af- en oplopen van een oefentrap 7. Over hindernissen stappen 8. Drie minuten op een helling van 10º stilstaan 9. Afwijking tussen staan op horizontale ondergrond en 10º-helling (30”) Testapparatuur en meetmethoden De statische opbouw is met het opbouwapparaat L.A.S.A.R. Posture gedaan. De bewegingen van test 2 tot 7 zijn in het ganglaboratorium uitgevoerd en opgenomen door een 6 camera VICONsysteem 460. Bodemreactiekracht is gemeten op 2 krachtmeetplaten (Kristler Instrumente Winterthur). De proefpersonen kregen 17 passieve markers op welgekozen locaties geplaatst: midden schouder, epicondylus lateralis, epicondylus ulnaris, trochanter major, compromisdraaipunt volgens Nietert, malleolus lateralis en metatarsaal 5. Verder op de overeenkomstige plaatsen op de prothese en drie markers voor de automatische modelreconstructie (linkerschouderblad, rechterbovenbeen midden aan de voorzijde, linkeronderbeen midden aan de voorzijde). Testresultaten van de protheseopbouw De C-Leg® en de Genium worden op dezelfde wijze statisch opgebouwd. De gemiddelde waarden en standaardafwijkingen zijn minimaal en geven deze ruimte. Er kan worden geconcludeerd dat het
Testresultaten van de looptests Bij het lopen op horizontaal vlak kunnen de verschillen tussen beide knieën reproduceerbaar worden gemeten. Bij de Genium wordt de knieflexie tijdens de zwaaifase bij het lopen in verschillende snelheden nauwelijks beïnvloed. Dat betekent dat er voldoende bodemvrijheid wordt geboden voor veilig lopen. De kniebuiging van 4º bij hielcontact kan door alle proeflopers worden volbracht. Deze preflexie leidt tot een symmetrische staplengte en minder bodemreactiekracht bij het begin van de standfase. Bij 3 patiënten wordt een standfasebuiging gunstig beïnvloed. In vergelijking met de C-Leg® wordt de standfasebuiging echter niet uitgesproken beter uitgevoerd dan biomechanisch gezien te verwachten zou zijn. Bij het lopen met kleine stappen (40 cm, gemiddeld 0.6 m/s) wordt bij de C-Leg® de elektronische zwaaifase in 75% van de gevallen uitgelokt, bij de Genium in 95%. Het veilig achteruitlopen vergt bij veel protheseknieën oplettendheid en bewuste controle van de gebruiker. De Genium schakelt bij deze test nooit in de zwaaifaseweerstand. Achteruitlopen is onafhankelijk van de stompactiviteit van de geamputeerde, en de prothese is steeds veilig belastbaar. Testresultaten bij het lopen op schuine hellingen Bij het lopen op hellingen bereikt de Genium een significant grotere kniebuighoek dan de C-Leg®. Omhoog: Genium 56.7 +/- 7.3º, bij de C-Leg® 49,9 +/5,2º. Helling af: Genium 72.4 +/- 7.6º, bij de C-Leg® 63.5 +/- 8.9º. Door de ruimere bodemvrijheid wordt de patiënt behoed voor struikelen en er zijn minder compensatiebewegingen nodig om de prothese naar voren te zwaaien. Net zoals bij het lopen op vlakke bodem, blijft de 4º flexie in de knie bij bodemcontact steeds meetbaar. Testresultaten bij het traplopen Traplopen behoort bij de meeste prothesedragers tot het dagelijkse leven. Alternerend de trap afgaan is met verschillende typen protheseknieën al jaren
III
IV
Ottobock Dialoog Magazine | Wetenschap & Techniek gebruikelijk. Sinds de Mauch SNS techniek in de jaren tachtig, is een zacht en gecontroleerd inzinken van een prothese mogelijk. Het nadeel is, dat er met dit soort systemen permanent valrisico bestaat. Ongelimiteerde kniebuiging onder belasting verbeterde de situatie niet overtuigend. De C-Leg® met zijn unieke constructie zorgde voor een significante verbetering. Een onderzoek naar de biomechanische functie van het lichaam bij het trap aflopen toont aan, dat door excentrisch spierwerk de mechanische kniefunctie kan worden aangestuurd. De excentrische functie kan mechanisch goed worden nagebootst. Het trap oplopen is tot nu toe zonder actuatoren niet mogelijk geweest. Bij gezonde personen moet het lichaam met de krachtigste spieren van het lichaam 3 hoofdgewrichten in het been bewegen en het lichaamsgewicht tegen de zwaartekracht in optillen. Het kniegewricht en bovenste spronggewricht spelen een belangrijke rol. Alle proefpersonen kunnen met de C-Leg® zowel als met de Genium alternerend de trap aflopen. Voor het trap oplopen zijn verschillende technieken: bijtrekpas (heterolaterale been omhoog, prothese bijtrekken) en de tweetredentechniek (heterolaterale been 2 treden omhoog, prothese bijtrekken). Met de Genium kan men alternerend de trap oplopen. Hiervoor wordt een speciale techniek aangeleerd die nauwelijks verschilt van het traplopen met twee benen. De bewegingen zijn wat meer uitgesproken en het bovenlichaam neigt wat meer naar voren. Ook de kniehoek van de prothese en het contralaterale been onderscheiden zich bij het contact met de traptrede. Verder valt het grote bewegingsbereik van het behouden bovenste spronggewricht op. De typische kenmerken van de sagittale rompbeweging zijn ook na 3 maanden nog steeds aanwezig. De rompneiging wordt gemiddeld 22º (niet-geamputeerden neigen 9º minder naar voren). Het spronggewricht vertoont bij de Geniumloper een grotere bewegingsuitslag van gemiddeld 55º, bij een niet-geamputeerde is dit slechts 36º. Bij de tweetredentechniek wordt het spronggewricht van de contralaterale zijde minder belast. Het contralaterale kniegewricht en de heup daarentegen worden bijzonder zwaar belast. Het alternerend de trap opgaan met de Genium is meer belastend voor het contralaterale spronggewricht, maar veel minder belastend voor de contralaterale knie en heup.
Conclusie Met het prothesesysteem Genium is er een nieuwe generatie microprocessorgecontroleerde beenprothesen op de markt gekomen. Dit kniescharnier geeft mensen met een bovenbeenamputatie een tot nu toe ongekende vergrote mobiliteit bij al hun dagelijkse levensactiviteiten. Zowel functionele als veiligheidsaspecten zijn in het concept meegenomen. Het ontwerp van de speciale functies – gaan zitten, staan en lopen – en de intuïtieve overgangen tussen deze functies kunnen worden gemeten en bewezen door patiëntenervaringen. De speciale sta-functie voegt een bijzonder voordeel toe voor de patiënt. Voor de eerste keer is het mogelijk stabiel en toch ontspannen stil te staan met een beenprothese. Ook is het mogelijk om met beide voeten op een oneffen bodem te staan en het gewicht gelijk te verdelen over beide benen, zelfs op een helling. Preflexie van de knie bij hielcontact bewijst haar nut op variërende ondergrond en leidt tot een symmetrische paslengte bij het lopen op een vlakke ondergrond. De staplengte aan de prothesekant wordt korter en benadert die van het gezonde been. De bodemreactiekracht bij het initiële hielcontact vermindert. Sommige patiënten beschrijven het als minder kans op uitglijden. De standfaseflexiehoek is niet significant beïnvloed door een gebogen protheseknie bij initieel hielcontact. Voor het eerst vertoont de zwaaifasebeweging van een transfemorale prothese eigenschappen die typisch zijn voor een niet-geamputeerde: een snelheid tussen 3 en 6 km per uur, waarbij de kniehoek constant tussen de 60º en 65º blijft, onafhankelijk van de snelheid. Dit laat de prothese toe voorwaarts te zwaaien met voldoende vrije ruimte, zodat de zwaaibeweging de natuurlijke beweging evenaart. Naarmate de vrije ruimte tussen de teen en de grond groter wordt, vermindert de kans op struikelen, en dus ook vallen. Betrouwbaar en accuraat schakelen tussen de standfase en de zwaaifaseweerstand is cruciaal voor het veilig functioneren van een protheseknie. Deze schakelprocessen zijn nodig om functionele redenen, maar ook om veiligheidsredenen. Op dit punt blijkt de Genium net zo betrouwbaar te zijn als de C-Leg®. De Genium toont nog meer veiligheid bij het achteruitlopen en bij het nemen van kleine stappen. De nieuwe trapfunctie verhoogt de functionaliteit van amputatiepatiënten ook op het vlak van sociale participatie. Voor de eerste keer ondersteunt de technologie van een knieprothese het trap oplopen, zonder gebruik van een actuator. Zonder twijfel ziet het trap oplopen er hiermee veel natuurlijker uit. Aangezien de kracht die nodig is in de fysiologische enkel en knie niet uit de prothese kan worden gegenereerd, wordt er meer gevraagd van de contralaterale kant en de armen. Daarbij is een speciale bewegingstechniek nodig. Deze nieuwe mogelijkheid vergt dus specifieke individuele fysieke vaardigheden. Meer Genium:
Het inbuigen van de knie bij hielcontact en 60º tot max. 65º knieflexie tijdens de zwaaifase.
• Het volledige verslag is op te vragen via dialoog@ottobock.com
Wetenschap & Techniek | Ottobock Dialoog Magazine
Fysiologische en sociale effecten van diverse kokertechnieken bij transtibiale amputaties
Kokertechnologie in perspectief Vaak krijgen mensen met een onderbeenamputatie een kokersysteem, waarbij de liner in de koker wordt vergrendeld met een pin en shuttle lock-systeem. Ondanks de populariteit van dit systeem hebben klinische experts er hun vraagtekens bij: veel patiënten zijn beter gebaat bij andere systemen, zoals een volcontact-vacuümkoker of een onderdruksysteem. Wat zeggen de onderzoekers Beil en Street (2004), Cocardon (2009) en Guirao Cano (2011) over de diverse systemen? Een overzicht. Door Irma van Loo In een prothesekoker wordt de stomp aan allerlei krachten blootgesteld. Dat heeft onder andere effect op de bloedcirculatie, de lymfecirculatie en de conditie van de huid en weke delen. Afhankelijk van de initiële reden om tot amputatie over te gaan, kunnen de effecten ernstiger zijn; vasculaire problemen en diabetes zijn vaak reden tot extra zorg. De studies van Beil en Street, Cocardon en Guirao Cano beschrijven de effecten van diverse kokersystemen op de stompconditie en het dagelijkse leven van de patiënt. Beil en Street (2004): drukverschillen tussen pin en shuttle lock-systemen en vacuümkokers In de Verenigde Staten deden Beil en Street onderzoek naar de drukverschillen tussen twee kokersystemen: een pin en shuttle lock-systeem en een volcontactvacuümkoker. De studie is uitgevoerd op acht proefpersonen zonder vasculaire problemen. Met vijf sensoren in de koker is de druk gemeten tijdens de stand- en de zwaaifase van de beweging. Tijdens de standfase zijn geen noemenswaardige drukverschillen waargenomen tussen beide systemen. Maar tijdens de zwaaifase is er bij het pin en shuttle lock-systeem een occlusieve druk vastgesteld van 6.7
kPa op het proximale weefsel. Tegelijkertijd is er een verhoogde onderdruk vastgesteld in het distale deel van de stomp van 39.5 kPa. Bij de vacuümkoker werd slechts een subocclusieve druk gemeten van 1.1 kPa, en een onderdruk van 26.1 kPa aan het distale deel. Bij pin en shuttle lock-systemen ontstaat er dus een verhoogde druk op de proximale weefsels van de stomp. Tegelijkertijd ontwikkelt zich een grote zuigkracht aan het distale deel van de stomp. Deze combinatie van
V
VI
Ottobock Dialoog Magazine | Wetenschap & Techniek druk en aanzuiging is waarschijnlijk de oorzaak van de chronische huidveranderingen die je vaak ziet bij gebruikers van liners met pin. Het is bewezen dat de huid zich aanpast aan dergelijke vormen van belasting, maar er is eveneens bewijs dat de impact op de huid kan ontaarden in ulceratie, cysten en zelfs bepaalde vormen van huidkanker. Bij vacuümkokers komen deze verschijnselen nauwelijks of niet voor. Sterker nog, de symptomen verdwijnen, wanneer de prothesedrager van liner met pin overgaat op een vacuümkoker. In het onderzoek wordt gerefereerd naar andere studies, waarin is vastgesteld dat het weefsel sneller herstelt en dat de klachten zich niet herhalen bij een vacuümkoker die wisselende druk biedt – van licht positief naar licht negatief in intervallen van 10 seconden. Cocardon (2009): levenskwaliteit en onderdruksystemen In Frankrijk onderzocht Cocardon hoe de levenskwaliteit van prothesedragers wordt beïnvloed door gebruik van een onderdruksysteem. De onderzoeksmethode bestond uit een voor- en nameting met praktische tests en een persoonlijke
Door testgroep geconstateerde verbeteringen in prothesegebruik, vastgelegd in percentage.
vragenlijst. De patiënten zijn gedurende zes maanden gevolgd bij hun dagelijkse activiteiten. Conclusies: de patiënten met een onderbeenamputatie maken dagelijks langer gebruik van de prothese met vacuümkoker en onderdruksysteem. Bovendien worden hun mobiliteit en ADL-activiteiten gunstig beïnvloed door hun nieuwe prothese. Positief is ook de verbeterde propriocepsis, de verminderde transpiratie, de verminderde volumewisseling, de gezondere huid, het hogere draagcomfort en de verbeterde lymfeafvoer. Guirao Cano (2011): effecten van het Harmony®systeem op evenwicht en looppatroon In Spanje deed Guirao Cano (2011) onderzoek naar de effecten van het Harmony®-systeem op het evenwicht en looppatroon van ouderen met een onderbeenamputatie. Beide facetten werden onderzocht met vier tests: de Berg-balanstest, de vierkant-staptest, de timed up and go-test en een 6-minuten-wandeltest. Conclusie: het evenwicht en looppatroon verbeteren bij onderdruksystemen zoals de Harmony® bij patiënten met vasculaire problemen en diabetes (mobiliteitsgraad 2 en 3). Het systeem werkt bovendien bijzonder positief voor personen met veel weke delen in de stomp. Vraag de literatuurlijst op via dialoog@ottobock.com
Kai Bussiek, manager kokertechnologie ‘Er leiden meer wegen naar Rome’ Er bestaat een keur aan producten voor gebruik in een prothese. Hoe kies je de juiste liner en ophangsysteem? Kai Bussiek, CPO Professional Services Manager Socket Technology bij Ottobock, geeft uitleg. ‘Bij iedere aanpassing gaat het om dezelfde vraag: wat is de beste combinatie voor de individuele patiënt? Je kunt de liner en het ophangsysteem niet los zien van elkaar of van de patiënt’, zegt Bussiek. ‘Bij Ottobock geloven we in systemen, en niet in losse producten. Met
drie ophangsystemen en drie soorten linermateriaal in ons pakket zijn we flexibel en kunnen we inspelen op individuele behoeften.’ Beweging in de koker controleren Het belangrijkste in kokertechnologie is de controle van de bewegingen van de stomp in de koker. Beweging kan ongemak, pijn en huidproblemen veroorzaken, zoals diverse studies bewijzen. Bussiek: ‘Neem bijvoorbeeld het pin en shuttle lock-systeem. Dat veroorzaakt een bepaalde zuigerbeweging in de koker. Om die beweging
Wetenschap & Techniek | Ottobock Dialoog Magazine te controleren, is een niet-elastische liner nodig – bijvoorbeeld een siliconen liner, omdat die van alle materialen het minst elastisch is. Niet-actieve personen, met mobiliteitsgraad 1 en 2, willen hun prothese en liner gemakkelijk aan- en afdoen. Verder willen ze de zekerheid dat hun prothese niet afzakt of afvalt. Deze mensen zitten veel; ze lopen per dag maximaal een paar honderd meter. En aangezien de stomp alleen beweegt tijdens het lopen, ligt de focus bij deze groep op een veilig ophangsysteem. Dan is het pin en shuttle locksysteem een uitstekende oplossing.’ Bussiek benadrukt dat het bij iets actievere mensen van groot belang is om de bewegingen in de koker te controleren. ‘Tijdens de zwaaifase ontstaan de grote trek- en zuigkrachten. Om die te controleren, is een minder elastische liner nodig. Een tweede probleem zou kunnen zijn, dat de koker tijdens de zwaaifase van de stomp afglijdt. De liner moet daarom een zekere grip op de huid hebben – en dus een bepaalde compressie. Als
‘Met drie ophangsystemen en drie soorten linermateriaal kunnen we inspelen op individuele behoeften.’ je kijkt naar onze drie linermaterialen, is ook hier een siliconen liner de beste keuze.’ En hoe zit het met de vorm van de koker? ‘Tijdens mid-stance heeft de stomp de neiging in de koker te roteren. Om dit te voorkomen, is er een koker ontworpen met een min of meer driehoekige vorm. Daar past ook het best een siliconen liner bij.’ Vacuüm en zachte liner Kokersystemen met een vacuüm geven een stevig contact tussen de liner en de koker. Zo’n systeem kan bestaan uit een liner en een koker met uitstootventiel, dat bij elke stap de lucht tussen liner en koker weg laat stromen. Een knie-sleeve verzegelt het systeem proximaal, zodat er geen lucht in of uit kan. Bussiek: ‘Met een vacuümkoker zijn bewegingen beter te controleren dan met een pin en shuttle lock-systeem. Dat maakt de vacuümkoker geschikter voor actieve mensen.’ Welke liner gebruik je bij een vacuümkoker? ‘Een liner van copolymeer of polyurethaan. Dat kan allebei. Copolymeer heeft de hoogste elasticiteit in vergelijking met de andere linermaterialen. Bovendien is het thermisch vervormbaar, zodat de liner ook bij complexere stompen passend kan worden gemaakt.’ Versterkt vacuüm met de Harmony® Wanneer er een versterkt vacuüm wordt gecreëerd – zoals bij het Harmony®-systeem – ontstaat een nog betere situatie. Bij het Harmony®-systeem hoeven de kleefkracht van de liner en de compressie niet zo hoog te zijn. Bussiek: ‘Daardoor kun je een zachtere liner dragen, dat voelt comfortabeler. Bij het Harmony®-
Kai Bussiek: ‘Altijd zoeken naar de beste combinatie voor de individuele patiënt.’
systeem gebruik je altijd een volcontactkoker. Bij een andere koker kan er oedeem ontstaan, omdat het verhoogde vacuüm de huid tegen de kokerwand zuigt. Het gebruik van polyurethaan liners is hier aangewezen, omdat de visco-elastische eigenschappen van het materiaal de negatieve effecten compenseren.’ Ontwikkelingen Wat zijn de nieuwste ontwikkelingen in de kokertechnologie? Bussiek houdt het spannend: ‘Bij Ottobock hebben we de afgelopen jaren unieke toepassingen ontwikkeld, zoals het antibacteriële SkinGuard en een speciale oppervlaktebehandeling van het linermateriaal. Of de vingermatrix, die de verticale en horizontale rek van de liner controleert. Op dit moment lopen er projecten die we nog niet wereldkundig maken. Maar ik ben er zeker van dat er daarna nog onderwerpen zijn, waaraan we niet hebben gedacht. Die komen vast ooit boven water.’
VII
22
Ottobock Dialoog Magazine | Wetenschap & Techniek
Als het maar klikt Osseointegratie in het dijbeen
‘Osseointegratie is niet te stoppen’, zegt revalidatiearts Henk van de Meent, net terug van een symposium in San Francisco. ‘Uit alle studies blijkt dat de implantaten goed verankeren. Alleen infecties aan de stomp zijn soms nog spelbrekers.’ De afgelopen drie jaar zijn er in UMC St Radboud in Nijmegen 29 patiënten voorzien van een implantaat in het dijbeen, waaraan ze hun beenprothese vastklikken. Problemen met de koker behoren daarmee tot het verleden. Heeft de klikprothese de toekomst? Dertien vragen over de state of the art.
Wetenschap & Techniek | Ottobock Dialoog Magazine Februari 2012. De internationale pioniers van osseointegratie verzamelen zich in San Francisco voor een satelliet-symposium van het jaarlijkse congres van AAOS (American Academy for Orthopaedic Surgeons). Uit Zweden zijn er afgevaardigden van de Brånemarkgroep – opgericht door professor Per-Ingvar Brånemark, die in 1950 het principe van osseointegratie ontdekte. Uit Duitsland is er de groep rond dr. Horst Aschoff uit Lübeck, waar zo’n zestig patiënten geholpen zijn. Uit Salt Lake City zijn er preklinische onderzoekers, die aan de universiteit van Utah dierexperimenteel onderzoek doen. En natuurlijk zijn de Nederlanders vertegenwoordigd: UMC St Radboud is wereldwijd het derde medisch centrum dat mensen met een amputatie voorziet van implantaten voor een klikprothese.
I
Werken ze in Amerika nog niet met de klikprothese?
Van de Meent: ‘Nee. Dat gebeurt alleen in Australië, Zweden, Duitsland en Nederland. En op kleine schaal in Frankrijk, Groot-Brittannië en Mexico. Op het congres was wel een Amerikaan met een bovenarmamputatie. Hij was in Zweden geopereerd. Die man was zo blij met zijn klikprothese, dat hij een Occupy-beweging wilde opzetten om actie te voeren voor osseointegratie. Als je het hebt over patient empowerment, dan is hij een mooi voorbeeld. Ook de Nederlandse patiënten nemen vaak zelf de regie; wij hebben nooit reclame gemaakt voor de klikprothese. De mensen bellen en mailen elkaar, zitten in patiëntenverenigingen en zoeken elkaar op. Ik juich
‘Eén kort stoma vermindert de kans op complicaties. Daarover hebben we tijdens het congres consensus bereikt.’ dat toe en adviseer mijn patiënten altijd om contact op te nemen met een ervaringsdeskundige, zodat ze een weloverwogen besluit kunnen nemen.’
II
Waarom zou iemand met een amputatie geen klikprothese willen?
‘Je moet het zien zitten: er komt een operatie bij kijken en de toekomst is onzeker, want hoe ziet het er over tien of twintig jaar uit? Er zijn ook mensen die opzien tegen het gevoel van een stuk staal dat uit het lichaam steekt, of tegen de infecties.’
III
Hoe groot is het risico op infecties?
‘Van de 29 mensen die wij sinds 2009 in Nijmegen hebben behandeld, hebben er 7 regelmatig last van infecties aan de weke delen van de stomp. Dat vind ik een groot aantal. Tegelijkertijd zie je dat ze, ondanks pijn en stoma-irritatie, toch heel tevreden zijn met het functionele resultaat. Ze hebben alleszins minder ellende dan vroeger met hun kokerprothese.’
Henk van de Meent: ‘Wij hebben nooit reclame gemaakt voor de klikprothese.’
IV
Wat waren de belangrijkste thema’s in San Francisco?
‘We hebben uitgebreid gediscussieerd over infecties en het afsluiten van de huid. Want ja, dat hele osseointegratie is eigenlijk geen thema meer. De materialen die we gebruiken, zijn zodanig goed verankerd in het bot – daar is geen twijfel over mogelijk.’
V
Welke materialen en behandeltechnieken zijn er?
‘Er zijn twee scholen: de Zweedse en de Duitse. De implantaten verschillen nogal van design. Het Zweedse design is een schroef – dat komt uit de tandheelkunde – en het Duitse implantaat heeft een spongiosa-structuur waar het bot helemaal ingroeit. Wij gebruiken in Nijmegen het Duitse systeem, omdat je dat veel eerder kunt belasten. Ook de operatietechniek verschilt: de Zweden maken het stoma – de opening door de huid – ultrakort. Maar in Nederland hebben we de operatietechniek afgekeken van onze collega’s in Lübeck, waar de lengte van het stoma nooit een thema was. Daar komen we nu op terug. Een kort stoma vermindert de kans op complicaties – daar hebben we tijdens het congres consensus over bereikt.’
VI
Waarom is de lengte van het stoma zo bepalend?
‘Het stoma is een open verbinding van buiten naar binnen. Als je het implantaat weghaalt, zie
IX
X
Ottobock Dialoog Magazine | Wetenschap & Techniek
Drie diagrammen uit het onderzoek naar de eerste 24 Nederlandse patiënten met een klikprothese je een huidkleurig kokertje dat is bekleed met granulatieweefsel: een kwetsbaar weefsel waar altijd wat vocht zit. Wanneer mensen actief zijn en veel doen, schuurt dat langs het implantaat. Bij een lang stomakanaal krijg je eerder retentie van vocht en dan kunnen er ontstekingen ontstaan. Maar ook de hoeveelheid weke delen – vet en spieren in de stomp – is bepalend: die slingeren bij elke stap tegen het implantaat. Bij tien stappen is dat nog niet zo erg, maar als je een stukje loopt zet je al snel duizend stappen. Dan masseer je duizend keer bacteriën in de wand van het stoma.
‘De klikprothese zit vast aan het skelet, hij kan tijdens het lopen niet afvallen en je kunt hem beter uitlijnen.’ Bij onze eigen groep heb ik geconstateerd dat de complicaties optreden bij mensen die veel weke delen hebben én bij mensen die heel actief zijn. Daarom maken we het stoma voortaan zo kort mogelijk en we opereren de weke delen zodanig, dat het traject van buiten naar binnen heel kort is. De mensen die nu veel problemen hebben, krijgen een stomprevisie.’
VII
Waarom laten jullie de huid niet dichtgroeien aan het implantaat?
‘Dat thema leverde in San Francisco interessante discussies op. De gegevens uit proefdieronderzoek matchen wat dat betreft niet met klinisch onderzoek. Artsen spreken over de onmogelijkheid om de huid aan het implantaat te laten grenzen, terwijl preklinische onderzoekers dat wel denken te gaan bereiken.’
VIII
U presenteerde in San Francisco de resultaten bij de eerste 24 Nederlandse patiënten. Wat valt op?
‘Wat mij blijft boeien, is dat de mensen ontzettend tevreden zijn. Zelfs mensen met problemen en pijn, zijn blij met wat ze gewonnen hebben. Onze onderzoeksgroep bestaat uit mensen met een dijbeenamputatie vanwege een trauma of tumor, en problemen aan de stomp door hun kokerprothese. De gemiddelde leeftijd is 45 jaar. We onderzoeken de veiligheid, het functioneren en de kwaliteit van leven. Al die factoren verbeteren significant.’
IX
Waarom is de klikprothese zo veel beter?
‘De klikprothese zit vast aan het skelet, hij kan tijdens het lopen niet afvallen en je kunt hem beter uitlijnen. Ook is het zitcomfort vele malen beter dan met een kokerprothese. De huid gaat niet stuk, transpiratie en vervelende luchtjes uit de koker zijn er niet meer. Een ander voordeel is dat de spieren in de stomp weer actief worden, die komen helemaal in conditie. Ook de botkwaliteit wordt beter en het heupgewricht gaat weer functioneren zoals voor de amputatie. Dat alles geeft mensen het gevoel, dat ze hun eigen been weer terug hebben.’
X
Welke adviezen geeft u in de revalidatiefase?
‘Hygiëne is belangrijk. En ik adviseer mensen hun activiteiten aan te passen. Als je een kokerprothese hebt gedragen, bestaan de spieren in de stomp soms maar uit een paar vezels. Die krijgen het enorm voor de kiezen in de revalidatie. In de eerste fase willen mensen vaak te snel, ze voelen geen rem meer. In het begin had ik dat niet in de gaten, dan zei ik: ga maar weer rustig van
Wetenschap & Techniek | Ottobock Dialoog Magazine het uitfrezen voor een rond implantaat. Het bot wordt dan dunner dan bij het bovenbeen. De patiënt bij wie we dit hebben gedaan, had geen keuze: zij kwam voor een bovenbeenamputatie omdat de huid van haar onderbeen niets verdroeg, zelfs geen liner. Voordat we tot zo’n rigoureuze stap als amputatie wilden overgaan, hebben we eerst osseointegratie geprobeerd. Zij was destijds zelfs de eerste patiënt die we hebben behandeld. En nu loopt ze al drie jaar heel fraai op haar klikprothese.’
XIII Waar staan we over vijf jaar? ‘Ik denk dat dit het begin is van een groot succes. Ik vergelijk het wel eens met het laseren van ogen. Dat was eerst ook experimenteel en tegenwoordig wordt het overal gedaan.’
alles doen. En dan deden ze ook van alles: hout hakken, de tuin omploegen, vijf kilometer lopen. Dan kwamen ze een week later helemaal geradbraakt hier, hadden ze dagenlang op bed gelegen met spierpijn.’
XI
Toch gaan mensen nu denken: zo’n klikprothese wil ik ook wel.
‘Dat is inderdaad zo, maar het is geen eerste voorziening. Er zijn veel mensen die prima functioneren met een kokerprothese. Met de zorgverzekeraars hadden we afgesproken dat we tien tot vijftien patiënten per jaar mochten behandelen in 2010 en 2011. Nu is het even afwachten. Dat heeft te maken met de overgang van LPT-budget naar DOT-financiering, een ingewikkeld verhaal. Over het algemeen zijn zorgverzekeraars positief: de onderzoeksresultaten zijn goed en de klikprothese is op de lange termijn niet veel duurder – je spaart de koker uit, die regelmatig vervangen moet worden. Zelf schat ik in dat we in het najaar verdergaan met operaties.’
XII
Behandelen jullie ook mensen met een onderbeenamputatie?
‘We hebben één patiënt met een onderbeenprothese, maar dat is een verhaal apart. De ingreep is lastiger in het onderbeen: je hebt voldoende botlengte nodig en omdat het bot een triangulaire vorm heeft, moet je
Contra-indicaties • Diabetes • Vaatproblemen • Roken
Meer osseointegratie: • Ga naar www.uitzendinggemist.nl en bekijk de uitzending Academisch Ziekenhuis van 2 mei 2011.
In vier stappen naar de klikprothese • D e chirurg brengt het implantaat aan in de mergholte van het bot. • N a zes weken maakt de chirurg een opening in de huid om een verbindingspin in de eerder geplaatste pin te schroeven. Deze steekt door de huid naar buiten. • N a twee weken is het stoma gevormd en start de revalidatie. De patiënt krijgt een oefenvoetje/-dop aan het implantaat en een weegschaal meet de belastbaarheid. • Z odra de patiënt de stomp met zijn complete gewicht belast, wordt de klikprothese (in de meeste gevallen een C-Leg®) aangesloten en start de looptraining.
XI
Ottobock Dialoog Magazine | Wetenschap & Techniek
Cursussen
Congressen en symposia
•
•
Orthopädie & Reha Technik
Wereldcongres en ’s werelds belangrijkste orthopediebeurs voor orthopedisch instrumentmakers/technologen, orthopedische schoentechnici, artsen, therapeuten, wetenschappers en zorgverzekeraars. Locatie: Leipzig
•
NOV Najaarscongres
Jaarcongres van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging. Locatie: Koningshof, Veldhoven
•
Jaarcongres VRA
Jaarcongres van de Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen. Locatie: Leeuwenhorst, Noordwijkerhout
•
Traumadagen
Jaarcongres traumachirurgen en verpleegkundigen. Locatie: RAI, Amsterdam
•
VOCA
Praktijk: Stance Controlled Orthesen, Free Walk en E-MAG Active
Praktische opleiding over het opbouwen en instellen van orthesen volgens de nieuwste biomechanische principes. Locatie: Son en Breugel
24 mei 2012
•
Sportprothesen 12 juni 2012 Theorie en praktijk voor het vervaardigen van sportprothesen, inclusief demo’s. Locatie: Son en Breugel
•
Lopen met een ‘Stance controlled KAFO’
Theoretisch en praktisch seminar over het aanleren van het lopen en leven met een lange beenbeugel. Voor fysio- en kinesitherapeuten en revalidatieartsen. Locatie: Son en Breugel
•
14 juni 2012 11 oktober 2012
After Leipzig: Orthopedietechniek op hoger niveau
26 juni 2012 Nieuwe producten en technieken. Zowel orthesen als prothesen. Locatie: Son en Breugel
•
Michelangelo® en Axon Bus-systemen
12 september 2012 Seminar over de Michelangelo® prothesehand, indicatiestelling, voorwaarden en verzorging. Locatie: Son en Breugel
•
Revalideren met geavanceerde beenprothesen
4 - 5 - 18 oktober 2012 Theoretische en praktische opleiding voor fysio- en kinesitherapeuten en revalidatieartsen. Locatie: Son en Breugel
Meer weten?
Op de website ottobock.nl vindt u het gehele aanbod en verdere informatie over de cursussen van de Ottobock Academy.
15 - 18 mei 2012
4-5 oktober 2012
1-3 november 2012
1-3 november 2012
10 november 2012 Lustrumcongres van de Vereniging Orthopaedisch Chirurgisch Assistenten. Locatie: nog niet bekend
Achter de Schermen | Ottobock Dialoog Magazine
Juriste Karen Koller over de Michelangelo®-hand en de zorgverzekeringsmarkt
‘Eerste verstrekking schept een mooi precedent’ Het afgelopen jaar is de Michelangelo®-hand geïntroduceerd in de Benelux. De mogelijkheden van deze hand overtreffen alle tot nu toe bestaande armprothesen. Hoe reageren zorgverzekeraars op dit nieuwe hulpmiddel? Juriste Karen Koller beschrijft de recente ontwikkelingen.
‘De reactie van de zorgverzekeraars op de Michelangelo®-hand is tweeledig’, zegt Karen. ‘Ze zijn natuurlijk onder de indruk van de verbeteringen die de nieuwe techniek teweegbrengt in het dagelijkse leven en de gezondheid van de prothesedrager. Maar tegelijkertijd is een nieuwe technologie soms juist reden om tot afwijzing over te gaan, vanwege de kosten en het ontbreken van informatie over de effectiviteit.’
‘De wet is duidelijk en de mensen zijn mondig. Ze weten de weg.’ Demonstratie overtuigt De positieve ervaringen van mensen die de Michelangelo®-hand al een tijdje gebruiken, bewijzen de meerwaarde op fysiek en sociaal vlak. Ottobock organiseerde voor de zorgverzekeraars een demonstratie door een armprothesedrager. Karen: ‘Ze waren al snel overtuigd van de hoge mate aan functionaliteit in het dagelijkse leven.’ Inmiddels zijn er in België en Luxemburg drie mensen met een Michelangelo®hand. In Nederland is de prothese nu één keer voorgeschreven en vergoed. ‘De zorgverzekeraar van die persoon erkende op vrij eenvoudige wijze de meerwaarde. Dat is een belangrijke stap: er zijn in Nederland immers niet zo veel mensen die een arm
missen. En daarvan is dan weer een kleine groep in staat alle functies van deze arm te benutten. Wij hopen dan ook dat alle zorgverzekeraars het precedent van de eerste verstrekking zullen volgen.’
Beweging op het hoogste niveau Volgens Karen is het niet vreemd dat de eerste zorgverzekeraar over de streep is. ‘De hand kan veel meer dan alleen openen en sluiten; hij maakt natuurgetrouwe beweegpatronen. Daardoor wordt ook de rest van het lichaam ontlast: de prothesedrager blijft beter in balans en er ontstaan veel minder secundaire klachten zoals rug- en nekklachten, artrose of evenwichtsproblemen. En het mooie is, dat de functionele mogelijkheden van de Michelangelo®-hand vele malen groter zijn dan die van andere armprothesen.’
Karen Koller: ‘Wij willen mensen hun mobiliteit teruggeven.’
Hulpmiddelenreglement Volgens het solidariteitsprincipe in Nederland moeten zorgverzekeraars hulpmiddelen zoals de Michelangelo®-hand volledig betalen. Wanneer er een nieuw doelmatig en adequaat hulpmiddel op de markt komt, kunnen gebruikers daar aanspraak op maken. Toch gaat dat volgens Karen niet altijd goed. Onlangs las ze in een afwijzing voor een andere hightech-voorziening ‘dat het hulpmiddelenreglement weliswaar aangeeft dat de aanspraak bestaat, maar dat de verzekerde niet altijd in aanmerking komt voor vergoeding. Zelfs niet als de arts dat nodig vindt of als u er baat bij hebt.’ De betreffende verzekerde liet het er niet bij zitten en tekende bezwaar aan. Karen: ‘Groot gelijk, zulke argumenten – laat staan de kromme omschrijving – zijn juridisch natuurlijk niet houdbaar.’
acceptatie van een niche-hulpmiddel is altijd een lange weg. Wij willen mensen hun mobiliteit en zelfredzaamheid teruggeven en het ministerie van VWS propageert dat ook. Op zich gaat het de goede kant op: de wet is duidelijk over doelmatigheid en adequate voorzieningen. En de mensen zijn mondig, ze weten de weg. Het meest typerende is nog, dat de beoordelaars bij de zorgverzekeraar zelf wel duidelijk zijn over hightech-hulpmiddelen. De meeste inkopers van deze hulpmiddelen zeiden dat ze dit stukje technologie zelf ook zouden willen hebben, als ze – onverhoopt – een armprothese nodig zouden hebben. De noodzaak van doelmatige hulpmiddelen is daarmee een feit, next step is dat dit voor de zorgverzekerden ook duidelijk wordt!’
Lange weg voor niche-hulpmiddelen Voor de Michelangelo®-hand is de toon gezet met de eerste vergoeding. Toch blijft Karen voorzichtig: ‘Het proces van
Meer over de Michelangelo®: • Kijk op pagina 22
Reageren?
• k.koller@ottobock.com
15
16
Ottobock Dialoog Magazine | Nieuws enzo
Stichting Zorgvraag
Laat u de weg wijzen Heb ik recht op een hightechprothese? Op welke vergoeding kan ik aanspraak maken? Wat betekent deze verzekeringsvoorwaarde? Het afgelopen half jaar hebben mensen uiteenlopende vragen voorgelegd aan Stichting Zorgvraag. Wie een zorgvraag heeft die niet standaard is, wordt vaak van het kastje naar de muur gestuurd. Soms duurt het zelfs jaren, voordat het hulpmiddel of de vergoeding wordt toegekend. Stichting Zorgvraag helpt, informeert en wijst de weg naar zorgloketten, zorgmakelaars en specialisten in het gezondheidsrecht. De stichting is er voor alle Nederlandse zorgverzekeraars. Juridische dag in De Hoogstraat Op 31 maart gaf Stichting Zorgvraag een presentatie tijdens de juridische dag Zorg is
er voor u, zorg dat u het krijgt in revalidatiecentrum De Hoogstraat. ‘Wij gaan onverminderd door met onze informatievoorziening’, zegt bestuurslid Toon Schoenmakers van Stichting Zorgvraag. ‘We nodigen mensen met vragen over hun zorgverzekering van harte uit om naar onze website te gaan.’ Toekomstplannen Een half jaar na de oprichting richt Stichting Zorgvraag zich met volle overtuiging op de toekomst. Schoenmakers: ‘De komende maanden willen we starten met casuïstiek en een overzicht van veelgestelde vragen op de website, omdat in de praktijk blijkt dat veel mensen worstelen met dezelfde vragen. En we gaan samenwerken met partners, om onszelf definitief op de kaart te zetten in zorgland.’
Specialismen van Stichting Zorgvraag • het hulpmiddelenpakket • DBC-/DOT-aanspraken voor geneesmiddelen en hulpmiddelen • wachttijdbemiddeling • inzicht in wie wel of geen recht heeft op een bepaalde behandeling of voorziening • inzicht in zorgverzekeringen en UWV-werk voorzieningen
Meer informatie
• www.stichtingzorgvraag.nl
Ottobock presenteert nieuwe look The history of our logotype:
Our logotype. 1919
Sinds januari 2012 heeft Ottobock een Veelbelovende reacties compleet nieuwe huisstijl, met een logoTheDe eerste reacties zijn veelbelovend, we Otto Bock signature dat beter herkenbaar is voor inwoners changed kunnen dantime. ook volmondig beamen dat we over van landen met een niet-westers schrift. een hernieuwde trots hebben gevonden in Starting from the founder’s Trots presenteren we onze nieuwe look. de uitstraling van Ottobock.
ORTHOP€DISCHE INDUSTRIE KG 3428 DUDERSTADT W - GERMANY
handwriting, it evolved into a well-known logotype, ‘Ik vind het nieuwe beeldmerk strak en fris. showing its heritage but drie weken moest Kleurrijk ook. De eerste eventually also its age. ik even wennen, maar nu is het alweer
In 1919 richtte de Berlijnse orthopedisch instrumentmaker Otto Bock zijn onderneming op. Zijn handtekening deed gewoon.’ ruim negentig jaar lang dienst als logo. Tom Bernard, accountmanager prothesen The history of our logotype: De afgelopen decennia is Ottobock uitgegroeid tot een onderneming met logotype. ‘Ik draag al jaren een C-Leg®.Our Het maakt vestigingen in meer dan veertig landen. mij niet zoveel uit wat erop staat, als de Thevoor Otto Bock signature Het nieuwe lettertype is herkenbaar prothese maar goed is. Maar het nieuwe changed over time. iedereen die wereldwijd gebruikmaakt van The history of our logotype: logo is absoluut meer van deze tijd. Mooi Starting from the founder’s onze hulpmiddelen. gedaan.’ handwriting, it evolved into Our logotype. Edwin de Wolf, manager Orthopedie a well-known logotype, Een sterk merk Corporate Design 58 showing its heritage but Techniek Aardenburg The OttoisBock signature In de snel veranderende digitale wereld eventually also its age. changed over time. transparantie en herkenbaarheid een groot Starting from the founder’s goed. Ottobock – ook deze schrijfwijze is handwriting, it evolved into u van onze nieuwe uiterlijk? Wat vindt nieuw – stapt een nieuw tijdperk ain. well-known logotype,
Variations of our logotype
1919
ORTHOP€DISCHE INDUSTRIE KG 3428 DUDERSTADT W - GERMANY
2002
International Roll-out of our new Brand
1919
Variations of our logotype
59
Corporate Design
ORTHOP€DISCHE INDUSTRIE KG 3428 DUDERSTADT W - GERMANY
We zijn benieuwd. Laat uw reactie horen. showing its heritage but dialoog@ottobock.com eventually also its•age. Variations of our logotype
2002
International Roll-out of our new Brand | 05.09.2011 | © Otto Bock HealthCare 34
Corporate Design
58
59
Corporate Design
Column | Ottobock Dialoog Magazine
De columnisten van Dialoog beschrijven de wereld van revalidatie en orthopedie vanuit hun eigen invalshoek.
In de deze editie Geert Schipper Oprichter stichting Sportisleven
Eigenwijs is ook wijs Eigenwijs is ook wijs, en dat ben ik. Ik heb een incomplete dwarslaesie als gevolg van een ongeval met een deltavliegtuig in Frankrijk. Voor en na aanschaf van het vliegtuig zeiden familie, vrienden en andere opgedrongen vage kennissen al tegen mij: ‘Pas maar op, daar gebeuren ongelukken mee.’ Eigenwijs als ik was, sloeg ik hun advies in de wind. Maar gelijk hebben ze gekregen… Je bent nooit te oud om te leren. En naarmate je meer leert en weet, kom je er tegelijk achter hoe weinig je eigenlijk nog maar weet.
Als je iets voor elkaar wilt krijgen, moet je daar zelf voor werken. Niemand heeft tegen mij gezegd: ‘Sta op en loop.’ Toch was dat mijn allergrootste wens toen ik nog in het revalidatiecentrum lag. Tegen beter weten van elke revalidatiearts in, ben ik mijn benen gaan trainen. Op een statafel, op een soort home-trainer en in het zwembad. Ik kreeg een set beenbeugels aangemeten, waardoor mijn knieën niet konden buigen. Ik liep krom als een man van in de 70, maar kwam op eigen kracht vooruit. Dit ging na vijf maanden zo goed, dat ik een beugel af kon doen. Korte tijd later liep ik met een stoep-Ferrari – rollator – en nog een maandje later liep ik met krukken. Ik verraste familie, vrienden en andere opgedrongen vage kennissen op mijn eigen bruiloft, door staand het ja-woord te geven. Door mijn eigenwijsheid heb ik een ongeluk gehad én door mijn eigenwijsheid kan ik nu weer redelijk lopen en zelfs een beetje fietsen. Ik heb, om dit te bereiken, ontzettend veel steun gehad van mijn vrouw.
En nu wil ik weer bijna alles kunnen, wat ik voor mijn ongeluk ook kon. Met stichting Sportisleven maak ik mijn stoutste dromen waar, voor mezelf en voor veel andere mensen met een beperking. Ik heb ontdekt dat geld op straat ligt, maar je moet wel zelf bukken. Op deze manier krijg ik veel voor elkaar voor de stichting. Hoe zonde is het, dat veel stichtingen geen vrijwillige voorzitter of directeur hebben, maar iemand die een ton per jaar verdient. En iedereen maar geld gooien in die collectebussen… Wat anderen van mijn uitdagende activiteiten denken, interesseert me weinig. Tegenwoordig sla ik adviezen vooral figuurlijk in de wind: ik doe mijn buitenactiviteiten met gezond verstand en veel snelheid, zodat de wind door mijn haren suist. Zweefvliegen, zit-skiën, sledgehockey, zwemmen, zitwakeboarden, handbiken; ik doe het allemaal. Ik wil niet standaard op een voetbalclub zitten of op zaterdag grote boodschappen doen in overvolle supermarkten. En ik hou er niet van om mee te lopen en altijd maar het nieuwste van het nieuwste te moeten bezitten. Van kleine dingen kan ik al gelukkig worden, zolang het maar anders is. Ik ben gelukkig eigenwijs. Maar eigenwijs is ook wijs, zolang je maar zorgt dat je gelijk hebt. Geert Schipper
17
Met de wind door je haren
Bruisende golven, wit zand en duinen. Over het strand rijdt een rupsvoertuigje moeiteloos door het zachte zand. Het maakt een korte bocht en stopt. De bestuurder is een man in een rolstoel, hij geniet van een dag aan zee. Rijden door zand? De ScoutCrawler maakt het mogelijk.
20
Ottobock Dialoog Magazine | Product Centraal Ottobock introduceerde de ScoutCrawler tijdens Support2012 in Utrecht. Productmanager Bülent Güngör: ‘Rolstoelrijders kunnen vaak alleen maar dromen van strand, bos of sneeuw. Het is zo frustrerend als je in zand of modder vast komt te zitten en anderen moeten zwoegen om je eruit te halen. Met de ScoutCrawler kun je zelfstandig eropuit. Zonder lastige transfer: je rijdt gewoon met je manuele rolstoel het plateau op via twee brede oprijhellingen, en die trek je met kabels omhoog. Dan schakel je het systeem in en kun je rijden, waarheen je maar wilt.’ Het concept
‘Bij een muziekfestival manoeuvreer je gewoon over het veld, ook al ligt er modder.’ van de ScoutCrawlers past naadloos in de missie van Ottobock, zegt Güngör: ‘Wij willen mensen met een beperking alle mogelijkheden geven om in hoge mate te participeren in de maatschappij.’ Voor geen kleintje vervaard Filmpjes op YouTube laten zien waartoe de ScoutCrawler in staat is. Met zijn stevige rupsbanden gaat hij dwars door zand, sneeuw, modder of natte bladeren. Dus een zomerdagje naar het strand, lekker door de duinen, vlak langs het water rijden, het kan. Het materiaal is stevig en weerbestendig. Güngör:
‘En voor de muziekliefhebber hebben we een leuke bijkomstigheid: bij een muziekfestival manoeuvreer je gewoon over het veld, ook al ligt er modder. Je bent niet meer ‘veroordeeld’ tot de rolstoelzone.’ Positieve beeldvorming Ottobock presenteerde het prototype tijdens de Winter Paralympics in Vancouver in 2010. Uit de enthousiaste reacties bleek dat er veel behoefte was aan een praktisch off-the-road-voertuig. De ScoutCrawler werd in snel tempo verder ontwikkeld. Nederland is één van de eerste landen waar hij verkrijgbaar is – voor individuele personen en organisaties. Güngör: ‘Ik kan me voorstellen dat ook revalidatiecentra of hotels een ScoutCrawler in huis willen hebben, als extra service voor mindervaliden. Het concept draagt bij aan de positieve beeldvorming rond mensen in een rolstoel.’ Stefan Lange is ervaringsdeskundige. Hij zwaait Ottobock alle lof toe: ‘Grenzen verleggen en je horizon verruimen, maar dan letterlijk. Met de ScoutCrawler kan dat echt.’ Voor wie is de ScoutCrawler geschikt? Bülent Güngör, productmanager: ‘Hij is geschikt voor actieve manuele rolstoelgebruikers. De ScoutCrawler heeft een actieradius van twaalf kilometer. Genoeg voor een fikse wandeling dus. En met de snelheid van zes kilometer per uur moet ook je gezelschap er stevig de pas in zetten. Ook passieve rolstoelgebruikers kunnen in de ScoutCrawler extra vrijheid ervaren: een begeleider kan de joystick van de besturing bedienen en meewandelen, buiten de gebruikelijke vaste paden dit keer.’
Product Centraal | Ottobock Dialoog Magazine
Eigenschappen Max. snelheid Max. stijging Actieradius Max. belasting Max. rolstoelbreedte Accu’s Motoren Afmetingen in mm Gewicht
6km/u tot 30% op asfalt tot 12 km (afhankelijk van de ondergrond en belasting) 145 kg (gebruiker 120kg + 25kg manuele rolstoel) 665 mm Li-Ionen batterijen 2x 24V/18,4 Ah 2x 250W, 24V 1000 x 1080 x 940 60 kg
Meer zien? Ga naar YouTube en zoek op ScoutCrawler.
Unieke begeleiding bij sportieve uitdagingen
advertorial
Bergopwaarts met Challenge4U Iedereen maakt het wel eens mee: je ambitie is hoger dan je conditie. We zien op tv een tour-etappe waarin de Alpe d’Huez wordt bedwongen, en al snel denken we: dat kan ik ook. Dan begint het: vakantie plannen, fiets kopen, kleding bestellen. Vervolgens starten met trainen. Trainingsschema’s en goedbedoelde adviezen vind je voldoende op internet. Bijna klaar voor de grote dag dus. Eindelijk is het zover: je staat aan de voet van de Alpe d’Huez. Maar na twee bochten stijgt je hartslag boven de tweehonderd en zijn je benen totaal opgeblazen. Een grote desillusie want je hebt toch zo hard getraind. Het kan ook anders Het nieuwe initiatief Challenge4U helpt iedereen met sportieve ambities zijn doel te bereiken met een unieke trajectbegeleiding, afgesteld op individuele mogelijkheden. Challenge4U is opgericht door (sport) fysiotherapeut/manueel therapeut Richard Spierings en bewegingstechnoloog Leo van Teeffelen, twee sporters met uitgebreide ervaring in wedstrijdsporten, begeleiding en training. Het initiatief wordt ondersteund door Disporta, leverancier van
hulpmiddelen voor fysiotherapeuten. Slaagkans 90% hoger Heb je een sportieve uitdaging voor de boeg? In samenwerking met sportartsen, fysiotherapeuten, trainingsdeskundigen, een voedingsdeskundige en een psycholoog tref je een strakke voorbereiding. Je houding wordt geanalyseerd, je fiets wordt deskundig aangemeten en je volgt een individueel trainingsschema. Door de persoonlijke aanpak van Challenge4U stijgt je slaagkans tot wel 90%. De investering in je sport houdt niet op bij het aanschaffen van je fiets. De juiste zitpositie en
voorbereiding maken het geheel compleet en je prestatie optimaal. Lichamelijke beperking? Neem de uitdaging aan Challenge4U richt zich ook op sporters met een lichamelijke beperking. Door de individuele aanpak sluit het concept perfect aan op iedereen die zijn sportieve grenzen wil verleggen. Wat kunnen we voor jou betekenen? Kijk op de website of neem contact op. • www.challenge4u.nl • info@challenge4u.nl
21
22
Ottobock Dialoog Magazine | Interview
Actief leven met de Michelangelo®-hand
‘Ik ga voor het beste van het beste’
Op de ochtend van 7 april 2009 rijdt Sjaak van den Berg van zijn bloembollenbedrijf in de kop van Noord-Holland naar ZuidLimburg. Hij gaat lelies planten. Maar wat begint als een gewone werkdag, eindigt in een drama: de plantmachine grijpt Sjaaks jas, en zijn arm raakt bekneld. Het laatste wat Sjaak zich herinnert, is de brandweerman die hem een verdoving geeft. De volgende dag wordt hij wakker in Academisch Ziekenhuis Maastricht. Zonder rechterhand en onderarm. Drie jaar later. Samen met zijn vriendin Marieke is Sjaak (27) bij Ottobock in Son voor een prothesecontrole. Zijn rechterhand steekt ontspannen uit zijn mouw, je zou zweren dat hij echt is. Pas als je dichtbij komt, hoor je de zachte geluiden van het mechaniek. Sjaak is de eerste in de Benelux die de ultratechnische Michelangelo®-hand draagt. Na een jarenlang ontwikkeltraject brengt Ottobock de hand gefaseerd op
Driepuntsgreep
Zijdelingse greep Neutrale positie
•
• Oppositie krachtgreep
•
•
• Vingerabductie en -adductie
Open palm
Grote wens ‘Meteen na het ongeluk was het mijn wens de allerbeste functionele prothese te krijgen’, zegt Sjaak. Terwijl hij nog in het ziekenhuis lag, ploegde zijn vader het hele internet door – op zoek naar de beste prothese.
De 7 bewegingspatronen van Michelangelo®
• •
Zijdelingse krachtgreep
de markt, om te beginnen in West-Europa en NoordAmerika.
Zijdelingse greep om platte voorwerpen vast te houden zoals een sleutel of een bankpas. Neutrale positie een natuurlijke fysiologische handpositie in rusthouding. Driepuntsgreep duim, middelvinger en wijsvinger vormen een driehoekige grip om kleine voorwerpen vast te houden. Oppositie krachtgreep met geopende hand en de duim in oppostite (naar binnen gedraaid) kan de prothesedrager grote voorwerpen stevig vasthouden of oprapen van de grond. Zijdelingse krachtgreep de duim beweegt zijdelings naar de wijsvinger. Zo kunnen middelgrote voorwerpen zijdelings worden vastgepakt, bijvoorbeeld een glas. Vingerabductie bij het openen van de hand gaan de vingers lichtjes uit en -adductie elkaar. Bij het sluiten van de hand gaan de vingers naar elkaar toe. Platte voorwerpen zoals papier of kaarten kunnen worden vastgegrepen. Open palm met de hand en de duim in hetzelfde vlak kan de prothesedrager voorwerpen op de handpalm dragen met geroteerde pols.
Interview | Ottobock Dialoog Magazine
23
‘Ik kan alles weer. Ook fitnessen, een heftruck bedienen of bollen planten.’
‘Op een dag zei mijn vader: Sjaak, binnenkort komt er een nieuwe prothese. Die heet de Michelangelo®. Daar gaan we voor.’ Vanaf dat moment liet de Michelangelo® Sjaak niet meer los. ‘Maar ja’, zegt hij, ‘de artsen waren voorzichtig; ik moest eerst maar beginnen met een eenvoudige prothese. Dat vond ik heel jammer.’
‘Eindelijk stak er weer een hand uit mijn mouw, ik kreeg weer zin om naar buiten te gaan.’ Leven op zijn kop Sjaak revalideerde bij Heliomare in Beverwijk. ‘Mijn leven stond op zijn kop. Uitgaan, voetballen, waterpolo; ik deed het allemaal niet meer, wilde niet telkens uitleggen wat er was gebeurd – en reken maar dat mensen ernaar vragen, het valt gewoon op als je een
onderarm mist.’ Een half jaar na het ongeluk kreeg Sjaak een cosmetische prothese. ‘Eindelijk stak er weer een hand uit mijn mouw, ik kreeg weer zin om naar buiten te gaan.’ Sport gaf het zelfvertrouwen van Sjaak een extra oppepper: hij zwemt op hoog niveau in het Nederlandse talententeam. ‘Eerst was het goed voor mijn eigen proces om met anderen te zwemmen – in het Paralympisch team heeft niemand medelijden met zichzelf – maar nu heb ik echt de drang om te presteren en kansen te pakken.’ Spannende maanden Dankzij zijn cosmetische prothese voelde Sjaak zich weer compleet. Toch klopte hij opnieuw aan bij Livit Orthopedie, hij wilde verder, hij wilde de Michelangelo®. Livit verwees hem naar het Erasmus MC, waar hij uitgebreid werd getest door specialisten op het gebied van armamputaties. De testresultaten en zijn motivatie werden voorgelegd aan de zorgverzekeraar. Na een paar spannende maanden kreeg Sjaak bericht. Hij glundert: ‘Ze gingen de Michelangelo® volledig vergoeden.’
24
Ottobock Dialoog Magazine | Interview
Banaan in stukjes Toen Ottobock de demoversie klaar had, werd Sjaak uitgenodigd om hem te testen. ‘Dat ging meteen soepel’, zegt hij. ‘Mijn spieren liggen goed aan de oppervlakte; ze hadden bij de operatie al rekening gehouden met een functionele prothese die je met je spieren bestuurt.’ De Michelango® kan zeven posities aannemen. Sjaak leerde de fijne kneepjes van de Weense Ottobock-ingenieur Martin Wehrle, die zelf ook een Michelangelo® draagt. Sjaak: ‘Ik moest van die kleine ingepakte chocolaatjes openmaken en een banaan snijden met mes en vork. Daarna ging ik rond met het bord.’ Thuis oefende Sjaak in het begin vooral de gemakkelijke functies, steeds leerde hij iets bij. Nu kan hij alles: een bidon of glas water vullen, vlees snijden, aankleden, een jas dichtritsen – ‘Dat is een fluitje van een cent’ – maar ook fitnessen, een heftruck bedienen of bollen planten. ‘Ik doe mijn prothese ’s ochtends meteen aan en hij gaat ’s avonds pas weer af.’
Toekomst Wat is het grootste voordeel van de Michelangelo®? ‘Ik heb mijn leven weer ingericht zoals ik dat wil’, zegt Sjaak. Vriendin Marieke: ‘De hand ziet er mooi en natuurlijk uit, hij hoort bij Sjaak.’ Sjaak: ‘Ja, ik merk dat mensen me niet als gehandicapt zien, ze zien me voor vol aan.’ Marieke: ‘Maar dat ligt ook aan je eigen opstelling, dat heb je zelf in de hand.’ Ze lachen om de woordspeling. Sjaak: ‘Na mijn ongeluk kon ik me moeilijk voorstellen dat ik verder zou gaan met mijn leven zoals ik dat wilde. Maar nu hebben we alles weer aardig op de rit: ik zwem volop, heb mijn bedrijf, en Marieke en ik gaan samen verder. Ik ben weer met de toekomst bezig, mede dankzij de Michelangelo®.’ Meer lezen?
• www.living-with-michelangelo.com
Paralympics Londen
Het laatste rechte stuk Hoe staat het met de atleten van het Dutch Parathletics Team? Zijn ze klaar voor de Paralympics? Bondscoach Guido Bonsen is vol vertrouwen: ‘De atleten zijn wat mij betreft echte helden.’ Na de interviews met Suzan Verduijn, Marije Smits, Ronald Hertog en Iris Pruysen – in eerdere edities van Dialoog – is het nu tijd voor de man die hen met raad en daad bijstaat: bondscoach Guido Bonsen (42). Negen atleten van het Dutch Parathletics Team hebben zich intussen genomineerd voor Londen 2012. Twee zijn er al gekwalificeerd. De andere zeven richten zich op kwalificatie tijdens de outdoorwedstrijden in mei en juni. Jonge mensen met een droom Toen Guido in maart 2009 aantrad als bondscoach bij de Atletiekunie, was hij een nieuweling in de paralympische tak. Ziet hij de sporters van het Dutch Parathletics Team na alle topprestaties nog als gehandicapt? ‘Die vraag krijg ik vaak, en het antwoord is best ingewikkeld. Het is natuurlijk onzin om te ontkennen dat ze een handicap hebben. Van de andere kant ben ik geen revalidatiearts; ik behandel de atleten als topsporters. Het zijn jonge mensen met een ambitie, die mij vertrouwen om samen hun droom
waar te maken. Ik laat ze keihard trainen en ben heel veeleisend. Hard in mijn oordeel en vaak streng. Niet omdat ik dat wil, maar omdat de competitie waarin zij willen excelleren daarom vraagt.’ Klaar voor de wedstrijden De weg naar de Paralympics verloopt volgens een strak schema. ‘In april hebben we de trainingsperiode afgesloten in het zonnetje van Valencia’, zegt Guido. ‘Nu beginnen de wedstrijden. Tot nu toe hebben de atleten bijna alles volgens plan kunnen doen. Na de eerste vormpiek die moet leiden tot kwalificatie voor Londen – en hopelijk ook tot medailles bij het EK in Stadskanaal – volgt in juli en augustus de voorbereiding op Londen, met een afsluiting in Barcelona. Van daaruit reizen we rechtstreeks door naar Londen.’ Guido verwacht daar sterke concurrentie. ‘Maar onze atleten zijn gegroeid, ik ben benieuwd waar dat toe leidt. We streven naar acht finaleplaatsen.’ Bijzonder is de ambitie van atlete Annette Roozen. ‘Na haar bevalling in 2011 wil zij dit jaar een comeback
foto: Hélène Wiesenhaan Sport | Ottobock Dialoog Magazine 37
www.helenewiesenhaan.com
Guido Bonsen: 'Ik laat ze keihard trainen en ben heel veeleisend.'
maken. Na twee zilveren medailles in Beijing 2008 wil ze nog één keer proberen goud te halen. Een moeilijke opgave, maar des te interessanter. Annette volgt haar eigen weg, samen met haar begeleiders in Utrecht.’ ‘Doe alsof de wereld ophoudt’ Guido geeft de atleten de opdracht niet verder te kijken dan 9 september, de laatste dag van de Paralympics. ‘Doe net of daarna de wereld ophoudt, zeg ik steeds. Geef jezelf niet de escape van andere toernooien. De
‘De Spelen zijn zo bijzonder, daar moet je goed voor de dag komen.’ Spelen zijn zo bijzonder, daar moet je goed voor de dag komen. Pas daarna hebben we het over de toekomst. Voor mij geldt hetzelfde: mijn contract bij de Atletiekunie loopt tot eind december. Na de Spelen heb ik tijd genoeg om na te denken over mijn toekomst.’ Unieke combinatie valt op Waar Guido wel al over nadenkt, is de voortzetting van de samenwerking met sponsor Ottobock en instrumentmaker Frank Jol. ‘Ottobock levert superieure materialen en Frank Jol is een van de beste sportprothesebouwers ter wereld. Samen met de
coaches en fysiotherapeuten van het Dutch Parathletics Team hebben we de atleten op de allerbeste prothesen kunnen zetten.’ Dat begint ook in het buitenland op te vallen: tijdens een trainingskamp in Zuid-Afrika raakte Guido in gesprek met de Engelse hoofdcoach, die iedere training filmde. Tijdens een kop koffie vroeg hij Guido terloops, of het klopte dat de Nederlandse atleten voor het verspringen een andere prothese gebruiken dan voor de 100 meter sprint. Guido lacht: ‘Ik probeerde zo onschuldig mogelijk te kijken en zei: echt? Om vervolgens een vaag verhaal te vertellen over minimale en niet-eenduidige verschillen. Hij begreep snel dat ik er tot aan Londen niks over wilde vertellen.’ Guido hoopt van harte dat de unieke samenwerking met Ottobock en Frank Jol nog jaren kan worden voortgezet. ‘We kunnen nog veel voor elkaar betekenen. Maar dat is voor later. Eerst een geweldig 2012!’
Meer over Guido Bonsen?
• Volg @BondscoachDPT op Twitter
26
Ottobock Dialoog Magazine | Nieuws enzo
Een droom komt uit
Tijdens zijn fietstocht naar NieuwZeeland schrijft Ludo Linden op zijn blog over wonderbaarlijke ontmoetingen, over nieuwe en oude vriendschappen en over alles wat hem diep raakt. Soms trekt hij een poosje met vrienden mee, op een gezamenlijk stuk van de route, en vervolgens reist hij weer alleen.
Door de onbevangen manier waarop Ludo mensen tegemoet treedt – ongeacht rang of stand – wordt hij overal gastvrij ontvangen. In Iran maakt hij per toeval kennis met een bevoorrecht echtpaar. Hij mag gratis gebruikmaken van een appartement en komt zo op plaatsen waar niemand anders zou komen in Iran. ‘Twee maanden geleden was Iran de naam van een gevaarlijk land’, schrijft Ludo, ‘nu is Iran een land met een hart. Met lieve gastvrije mensen. Een land dat het ontdekken waard is.’ Met humor beschrijft hij zijn capriolen om visums te krijgen of te verlengen en zijn windmolengevechten tegen bureaucratie en omkoperij. Tot nog toe is hij steeds de eindwinnaar en komt hij overal waar hij wil. Vanuit Bandar Abas neemt hij – na 38 fietsdagen over 2998 km in Iran – de ferry naar de Verenigde Arabische Emiraten. Daar wordt hij vanuit het contrastrijke Iran midden in het superwesterse Dubai geworpen. Hij vergaapt zich aan onaards mooie gebouwen, weelde en rijkdom. Maar hoewel hij onder de indruk is van al dit
aardse goed, laat Ludo zich niet vermurwen langer te blijven. Na 16 dagen gaat hij, in het nieuwe jaar, weer verder.
En dan… Sri Lanka 56 dagen verdiept Ludo zich in dit prachtige land. Fietsen, rusten en 10 dagen meditatie. Hij had zich eerder al online ingeschreven om 10 dagen te gaan ‘dienen’ tijdens een Vipassana-meditatiecursus. Met deze meditatietechniek had hij in België al kennis gemaakt. In Sri Lanka heeft hij de kans om er iets meer mee te doen. Helaas beschikt het centrum over voldoende keuken- en ander personeel, zodat hij zich verplicht ziet om zelf te gaan mediteren. Een harde dobber: 10 dagen niet praten, geen oogcontact, niet schrijven of lezen, je concentreren op je ademhaling en jezelf observeren. Ludo laat zich kopje onder gaan en leert al doende veel over zichzelf. Boeddha zegt: ‘Verlangen en ergernis doet lijden.’ Met deze woorden in het achterhoofd merkt Ludo dat hij minder geneigd is om zijn grenzen te overschrijden. Hij verlangt niet zozeer naar meer of naar het onbereikbare, maar hij geniet van het hier en nu. Inmiddels staan er meer dan 13.500 kilometer op de teller van ‘zijn Eva’. En de reis gaat door richting India. Meer lezen?
• www.freeandunlimited.be
Bezoek ook Ludo‘s projecten
Uit zijn blog op weg naar het meditatiecentrum: ‘Aangekomen aan de voet van het hoger gelegen meditatiecentrum wacht mij een stevige steile klim. Geen nood, ik word aangemoedigd door 3 jonge supporters en een meditatiegenote. Ik ga van start. Al zigzaggend om de steilheid te breken, klim ik tergend langzaam naar boven. Oh mannekes dit is echt steil, mijn spieren piepen en kraken maar ik geef niet op. Tot op het moment dat Eva steigert, ik hou haar stevig vast. Afstappen of opgeven staat niet in mijn woordenboek. Ze werpt me uit het zadel, mijn prothese blijft aan mijn klikpedaal hangen. Ik glijd uit mijn prothese en rol een stuk naar beneden. Mijn supportersclub snelt me te hulp, ze weten niet wat ze zien. Een fiets met een prothese en een fietser zonder linkeronderbeen. Boven op de berg aan de ingang van het centrum slaan 2 meditatiegenoten het tafereel gade. Ze spurten als een hazewind naar de plaats van het onheil. Ze nemen de fiets over, ik mag onder geen enkel beding nog fietsen van hen. Ze duwen samen de fiets naar boven en zijn bekaf wanneer we ter plaatsen arriveren. Dank u vrienden. Het voordeel van deze situatie is dat mijn aankomst en intrede in het meditatiecentrum geweten is.’
• www.vivirenamor.be
• www.handicapinternational.be ‘Oh mannekes dit is echt steil, mijn spieren piepen en kraken maar ik geef niet op.’
E-MAG Active Veiliger en mobieler De E-MAG Active is een trendsetter in de verzorging van paresen van de onderste ledematen. De gecontroleerde en stabiele standfase en de vrije zwaaifase zijn niet afhankelijk van de beweging van de enkel of de voetzool, maar worden elektronisch geregeld.
ottobock.nl info.benelux@ottobock.com | +31 (0)499 474 585
Dialoog
Jaargang 6 - nummer 12 - voorjaar 2012
Gun jezelf Dialoog Magazine Word gratis abonnee
Guido Bonsen
Het volgende Dialoog magazine verschijnt najaar 2012. Nabestellen van vorige edities kan via myottobock.nl
‘Al mijn atleten zijn helden’
Michelangelo®
27-jarige Nederlander draagt hightech-hand
Participatie
Wat drijft sportvrouw Monique Kalkman?
Wetenschap & Techniek Jaargang 3 - nummer 5 - voorjaar 2012
Abonee worden? Ga naar myottobock.nl
Genium
II | Onderzoeksresultaten nieuwe knie
Kokertechnologie IV | Wanneer is welk systeem geschikt?
Osseointegratie VII | Henk van de Meent over klikprothesen
Uitneembaar katern Wetenschap & Techniek
Kimba Neo Want elk kind is anders
www.ottobock.nl 路 info.benelux@ottobock.com 路 T +31 (0)499 474 585