Slotconferentie Verankering Ketenzorg Diabetes

Page 1

Nieuwsbericht 27 november 2012

Slotconferentie Verankering Ketenzorg Diabetes Diabetespreventie en diabeteszorg hangen nauw samen. Wil je dat goed kunnen uitvoeren, is samenwerking noodzakelijk tussen eerstelijnszorg en publieke gezondheidszorg. In het project Verankering Ketenzorg Diabetes hebben deze partijen intensief gewerkt aan het versterken van de keten preventie en zorg voor diabetes. Op 16 november vond de slotconferentie plaats. In ons land hebben 1 miljoen mensen diabetes en jaarlijks komen er zo’n 71.000 patiënten bij. Dat zijn enorme aantallen. Goede zorg is essentieel om complicaties te voorkomen. Maar minstens zo belangrijk is het bevorderen van gezond gedrag om diabetes te voorkomen, of in ieder geval uit te stellen. Daarnaast is vroegopsporing natuurlijk een belangrijk aandachtspunt. Veel patiënten, veel aanstaande patiënten, en veel mensen die een risico lopen. Dat betekent een omvangrijk dreigend beslag op de gezondheidszorg. In het Nationaal Actieprogramma Diabeteszorg is er volop aandacht voor preventie, vroegopsporing en excellente diabeteszorg. De zorgstandaard is het kloppend hart. In dit programma zijn tal van producten en instrumenten ontwikkeld, die bijdragen aan de succesvolle toepassing van de zorgstandaard in de dagelijkse praktijk. Voor een actueel overzicht, kijk op www.actieprogrammadiabetes.nl. Keten preventie-curatie-participatie Het project Verankering Ketenzorg Diabetes (VKD) is een van de vele initiatieven binnen het NAD. ‘Het gaat om de keten preventie-curatie-participatie’, vertelt Henk Bloten, projectleider VKD. ‘Dat wil zeggen: op lokaal niveau werken aan het opsporen en screenen van mensen met een risico op diabetes. Met inzet van de ROS en GGD, zodat er verbinding is tussen publieke en curatieve zorg. Ze moeten natuurlijk wel relevante lokale en/of regionale partijen erbij betrekken, zoals de gemeente, zorggroepen, huisartsen, zorgverzekeraar. Dat betekent dat processen moeten worden ingericht: voor het opsporen, het screenen en het interveniëren. Een van de vragen voor dit project was of de business case daarbij een bruikbaar instrument kan zijn. Binnen het VKD wordt door het lokaal aangaan van samenwerking kennis opgebouwd van elkaars terreinen. Een van de aannames bij het project was dat gemeenten en zorgverzekeraars bereid zijn om activiteiten te financieren’. Henk Bloten Voeten in de klei Met deze kennis zijn er 14 lokale projecten geselecteerd, waarvan er acht uiteindelijk daadwerkelijk aan de slag zijn gegaan binnen het VKD-project. De andere zes zijn op een andere wijze verder gegaan. De projecten zijn heel divers en onderling niet vergelijkbaar. Eén ding is duidelijk: het kost veel energie om de samenwerking tussen het publieke domein en de eerste lijn vorm te geven. ‘Het project is als het ware een oefening hoe de uitvoering plaatsvindt met de voeten in de klei’, geeft prof. Guy Rutten aan, dagvoorzitter en hoogleraar diabetologie. ‘Het is complex om met zoveel partijen iets tot stand te brengen. De opgedane ervaringen kunnen we meenemen voor de toekomst.’

1


Versterken lokale netwerken Marjan Hoeijmakers, onderzoeker VKD, kan dat beamen. Zij heeft de eindrapportages geanalyseerd. ‘Er is veel energie geïnvesteerd in het samenwerkingsproces’, vermeldt ze. ‘Het niet-doorgaan van een aantal projecten heeft vooral te maken met de financiering. Gemeenten en zorgverzekeraars hadden minder geld over voor preventie, dan vooraf was gedacht.’ Een goede kartrekker bleek van groot belang. Vaak namen de ROS’en het voortouw, veelal met iemand van de GGD. De partners liepen uiteen: zorggroepen, huisartsen, sportraden, allochtone zorgconsulenten, welzijnswerkers, leefstijladviseurs. Zoals ook de inzet verschilde per locatie. Van doelgroepenbenadering via de huisartsenpraktijk tot benadering via een Hindoestaanse school en werknemers in een bedrijf. Van voorlichtingsbijeenkomsten tot sportaanbod. ‘Juist het proces hoe je de ketenaanpak moet organiseren, vroeg veel aandacht’, geeft Marjan aan. ‘In de eerste lijn is sprake van een eenduidige taakopvatting. Maar in de publieke gezondheidszorg is er meer variatie. Het is van belang dat mensen de wil hebben tot innoveren, evenals het feit dat er een gangmaker is. Er moet sprake zijn van een gedeelde visie en een gedeeld belang. Het ontbreken van financiering was duidelijk een belemmerende factor. Ook het opstellen van een business case bleek niet eenvoudig. VKD heeft wel geleid tot goed inzicht wat lokaal voorhanden is en tot het versterken van het lokale netwerk. Deze vormen een basis voor nieuwe projecten.’ Burgerparticipatie Hoogleraar filosofie publieke gezondheidszorg Klasien Horstman zet vraagtekens bij de aanpak van diabeteszorg. ‘Je doet iets, waarom niet is gevraagd. Mensen met buikpijn vragen hulp, maar dit is een gekke vorm van bemoeienis. Nu wordt die bemoeienis ook nog omschreven met ‘interventie’, een woord uit de oorlogsterminologie. “Keten” is nog zo’n gek woord, dat Marjan Hoeijmakers wekt de suggestie dat je niet mag ontsnappen. Maar ik wil geen oproep krijgen voor een screening op basis van overgewicht. Er vindt medicalisering plaats van bewegen, van eten. Eten gaat over lekker, lust, gezelligheid, niet over gezondheid.’ Ze vindt dat de aanpak van diabetes de kloof tussen burgers en professionals vergroot. ‘De klassieke valkuil is de topdown benadering. Burgers moeten ervoor zorgen dat de aanpak een succes wordt, maar ze worden niet in de aanpak betrokken. Als zorgverleners het hebben over samenwerken, bedoelen ze met elkaar, niet met burgers.’ Als goed voorbeeld noemt Klasien Horstman de gezondheidsrace in Laarbeek. ‘Een strijd tussen twee kernen: welke is het meest gezond? Burgers hebben zelf het proces in gang gezet, met tal van activiteiten rondom gezondheid, en bepaalden ook zelf de succesmaten. Zo werden ze eigenaar van het probleem en is het niet van bovenaf opgelegd.’ Cynisch: ‘Maar ze kregen geen subsidie van ZonMw omdat er geen definitie van “gezondheid” was, dus er niet kon worden gemeten.’ Haar advies: ‘Denk na over eigenaarschap en burgerparticipatie. We moeten veel meer toe naar kwalitatieve, sociologische antropologie’. Netwerkstructuur Marc Roosenboom wijst op het belang van een integrale diabetesketen van zorg, preventie en participatie. ‘Mensen worden ouder en leven langer ongezond. Daarbij wordt de capaciteit een groot probleem. We moeten komen tot een netwerkstructuur, waarbij we de burgers ook moeten betrekken. Het meest ideale is daarbij een integrale bekostiging van zorgketens/netwerken.’ Martien Bouwmans, ZN, wijst op het belang van de verbinding tussen universele, selectieve, geïndiceerde en zorggerelateerde preventie. ‘Als je deze verbindt, wordt het rendement voor beide partijen groter.’ Vooral doorgaan Dagvoorzitter Guy Rutten vat samen dat het lastig is om met verschillende partijen aan de slag te gaan met preventie. ‘Maar we moeten beslist doorgaan’, maant hij de deelnemers. ‘Als we niet aan de slag waren gegaan met stoppen met roken, rookte nu nog half Nederland. Dat geldt ook voor preventie. Daarin moet je de patiënt centraal zetten. Het probleem is de financiering. Met de uitkomsten van dit project kunnen we een aantal aanbevelingen doen. Deze volgen op korte termijn.’ Gerda van Beek

2


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.