LOTELING IN LONDERZEEL
Gesneuveld voor Napoleon
Louis De Bondt
De 78 gekende Groot-Londerzeelse doden voor Napoleon.
Vooraf: de context waarin deze lotelingen gestorven zijn wordt naar best vermogen uitgelegd op het einde van dit deel ‘Chronologisch overzicht van de heldendaden van de Franse Revolutie’. Van de 169 gevonden lotelingen zijn minstens 78 nooit teruggekeerd. Dat is een verbijsterend 46 % ! Bijna allemaal zijn ze aan ‘koorts’ (vooral tyfus en uitputtingskoorts) gestorven. Legers worden altijd door ziektes en epidemies gevolgd. Van een aantal soldaten dat in de strijd gesneuveld is of dodelijk gewond zullen we de naam misschien nooit kennen. Er was toen wellicht geen ‘juffer Orianne van Londerzeel’ om hun lijken achteraf te identificeren 1 .
Naam ° op ° te Vader Moeder + op + te Adriaenssens Jean Bapt 18/10/1790 Lond Antonius Joan. De Wachter Maria 12/6/1811 Middelburg, militair hospitaal Allaert Jean François 20/1/1789 Lond Petrus Slachmuylders Anna Ma 28/3/1812 Middelburg, militair hospitaal Biesemans André 27/5/1789 Lond Pierre De Decker Catharina 10/9/1809 Op het veld van eer Boons Philippe 18/12/1788 Mald. Joannes Baptista Hulsbosch Elisabeth 14/11/1809 Graz (Graetz), hospitaal
Brion (Jean) Joseph 17/2/1793 Lond Joannes Bapt. Van Hove Joanna 8/4/1814 Wesel, militair hospitaal Brion Jean François 18/10/1787 Lond Joannes Bapt. Van Hove Joanna 3/6/1812 Valladolid, zusters Philippinen Broothaers Corneille 26/6/1786 Lond Antonius Van Camp Maria Ther. 16/2/1807 Brussel, mil. en burg. hospitaal Campens Guillaume <1790 Mald. 2/11/1809 Wenen, gr. mil. hosp., Jos. acad. Claessens Josse Joseph 17/11/1792 Lond Judocus Maria Van Nieuwenhove 27/9/1813 Aken, militair hospitaal
Cleymans Lievin 15/12/1786 Lond Joannes Van den Bergh Antonia 19/2/1813 Middelburg, militair hospitaal
Cleymans Pierre Jean 25/8/1785 Lond François Van Overloop Joan. Cath. 11/7/1809 Vigo, mil. Hospitaal la Trinité
Coorens André 16/1/1786 Lond Joannes Bapt. Van Gucht Joanna Cath. 20/9/1811 Bremen, militair ziekenhuis
De Boeck Petrus Joan. 30/12/1786 Lond Petrus Joanna Verbelen 13/4/1807 Alessandria, militair hospitaal
De Bondt Joseph 1794 Lond 3/7/1814 Maagdenburg, mil. Hospitaal
De Bont Pierre 8/2/1791 St. Joannes Bapt. Moyson Maria Theresia 19/5/1814 Hamburg, mil. Hospitaal nr. 1
De Bont Pierre 1794 Lond 26/11/1813 Metz
De Jongh Franç 16/7/1786 Lond. Pierre Moyerson Maria Cath. 10/1/1808 Moncalieri, hospitaal
De Nayer Pierre Jean 14/2/1789 Lond Petrus De Bondt Elisabeth 11/11/1808 Perpignan, militair hospitaal
De Smedt (Jacq.) Joseph 20/7/1790 Lond Petrus Verbelen Carolina 12/8/0809 Nancy, militair hospitaal
De Smedt François 12/3/1790 Lond Egidius Van Doorslaer Joanna Franc. 8/7/1811 Middelburg, militair hospitaal
De Vil Joseph (Georges) 26/3/1786 Lond Franciscus Willockx Joanna Cath. 21/7/1811 Middelburg, militair hospitaal
De Vleeschouwer Math. 20/11/1785 Lond Joannes Bapt. Rochtus Catharina 12/10/1811 Mechelen, tijdelijk mil. hospitaal
1 ‘Juffer Orianne van Londerzeel, haar turbulente leven, haar 4 werken van Liefdadigheid’ van Louis De Bondt, Francis Hallemans en Louis De Boeck.
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
Naam ° op ° te Vader Moeder + op + te De Wit François Jacques 28/4/1786 St. Petrus De Vilder Joanna 8/9/1807 Castelazzo, hospitaal De Wit Joseph 15/1/1789 Lond Jacobus Cooremans Petronella 2/11/1810 Perpignan, mil. en burg. hosp. Dierickx André 30/8/1780 Mald. Ambrosius Heremans Maria 7/8/1806 Middelburg, militair hospitaal
Doom Gerard 5/11/1787 St. Petrus Herbos Maria Anna 29/3/1812 Maagdenburg, mil. hospitaal
Firon François 1778 Lond 11/1/1806 Brussel, mil. en burg. hospitaal
Gillisjans Pierre Jean 15/8/1788 Lond Joannes Bapt. De Smedt Anna Maria 25/9/1811 Zwolle, militair ziekenhuis
Goossens Pierre Jean 6/8/1789 Mald. Jacobus Van Geel Joanna 27/8/1808 Suze, burgerlijk hospitaal
Goossens Pierre Jean 9/3/1789 Lond Cornelius Verhoeven Joanna Cath. 18/10/1809 Wenen, Alter Caserne Hospitaal
Heremans Dominique 29/4/1789 Mald. Joannes Van Schoor Jacoba 9/8/1809 Wenen, hospitaal
Gossé Joseph <1794 Mald. 23/1/1814 Straatsburg, hosp. St. Marguerite
Janssens Jean Bapt. 27/10/1787 Lond Petrus De Smedt Maria Theresia 2/8/1809 Besançon, burgerlijk hospitaal
Jeanty Jean Louis <1794 Lond 30/9/1814 Torgau, hospitaal nr. 1
Kiekens Wauthier 6/6/1790 St. Petrus Joan. Verbesselt Antonia 25/8/1811 Middelburg, militair hospitaal
Lamberts Jean François 15/5/1788 Lond Carolus Van der Vreken Cath. 9/1/1808 Allessandria, militair hospitaal
Lauwers Jean Joseph 31/10/1788 Lond Petrus Suys Anna Catharina 25/2/1812 Avila
Lions Bernard 16/11/1782 Mald. Egidius Van den Broeck Jacoba 6/12/1811 Tordesillas
Madou Jean Bapt 30/9/1789 St. Florentius Franc. Brusselmans Suzanna 20/12/1808 Montpellier, hospitaal
Mertens Philippe 17/9/1790 Lond Petrus Verbelen Catharina 15/4/1810 Sanct-Florian, Oostenrijk, hosp.
Meulemans Jean Franç. 21/10/1782 Lond Joannes Franc. Gruys Anna Maria 27/3/1807 Metz, permanent mil. hospitaal
Peeters Pierre Jean 17/2/1789 Lond Jacobus Verhoven Joanna Maria 3/1/1810 Wenen, gr. mil. hosp., Jos. acad.
Reyniers François 2/11/1787 Lond Cornelius Van Nieuwenhove Maria 15/11/1811 Middelburg, militair hospitaal
Robberechts Jean 6/6/1788 St. Judocus Verbesselt Petronella 11/3/1809 Alagon, hosp. der Augustijnen
Rochtus Jean Franç 17/11/1787 Lond Armandus Van der Goten Joanna 21/10/1807 Dantzig, hospitaal
Schelkens Egide 14/1/1788 St. Jan Baptist Moens Anna Maria 10/4/1808 Boulogne-sur-Mer, mil. Hosp.nr. 3
Simolin Jean <1790 Lond 2/5/1809 Bagnères, militair hospitaal
Siron François <1786 Lond 11/1/1806 Brussel, militair hospitaal
Spiessens Josse 5/1/1789 Lond Cornelius De Bont Anna 9/9/1810 Girona (Géronne)
Valckaerts Henri < 1794 Mald. 16/8/1813 Antwerpen, hospitaal
Van Aken Corneille 15/9/1786 Lond Josephus Vleminckx Maria 27/5/1807 Castelazzo, hospitaal
Van Aken Pierre 27/6/1791 Lond NN Van Aken Barbara 23/5/1813 Bensberg, militair hospitaal
Van Delm Pierre Joseph 25/10/1787 Lond Renerius Van der Goten Anna Ma 15/7/18111 Middelburg, militair hospitaal
Van den Broeck Jacques 8/8/1789 Lond Josephus Sibens Joanna Maria 23/12/1813 Mainz, hospitaal
Van den Broeck Jean 13/4/1794 St. Egidius Joseph Fasseel Petronella 27/12/1813 Mainz, burgerlijk hospitaal
Van den Eede Jean Bapt. 17/8/1794 Mald Petrus Wouters Joanna Cath. 5/12/1813 Givet, militair hospitaal
Van der Goten François 31/1/1785 Lond François Cnoops Maria Catharina 14/2/1807 Alessandria, hospitaal
Van der Goten Pierre J. 5/7/1789 Lond Petrus Lamberts Anna Maria 16/9/1809 Slagveld brug van Desmolinos
Van der Vorst Jean Bapt. 21/12/1789 Mald. Antonius Groes Anna Maria 15/8/1813 Aken, militair hospitaal
Van Dries Jean Jos. Franç. 3/9/1785 Lond Egidius Van Baelen Petronella 27/11/1806 La Rochelle, hopital Auffredy
Van Eeckhout Corneille 21/10/1788 Lond Franciscus Broothaers Joanna 5/11//1808 Brugge, mil. hospitaal
Van Eeckhout Jean Bapt 12/7/1787 Lond Petrus Heyckmans Anna 7/10/1808 Brest, maritiem hospitaal
Van Hoeck Gerard 6/10/1789 Lond Judocus Puttemans Anna Cath. 13/7/1813 Munster, militair hospitaal
Van Linthout Egide 6/3/1787 Lond Petrus Goossens Joanna 28/7/1809 Slag van Talavera de la Reina
Van Linthout Jean 14/8/1788 Mald Onbekend Van Linthout Anna Maria 17/7/1808 Verdronken
Van Muylder Jean Bapt 17/1/1790 Lond Antonius De Cock Barbara 17/6/1812 Brussel, militair hospitaal
Van Riet Jean Bapt. 27/58/1789 Mald Jacobus Van Doorslaer Petronel 17/6/1809 Barcelona, hospitaal
Van Ruysevelt Jean Bapt. 7/9/1792 Lond François Plaskie Anna Maria 26/8/1813 Slag van Dresden
Van Zalen Corneille 28/7/1790 Lond Jacobus Van Opberghe Anna Cath. 6/11/1809 Wenen, Gertrude Marck hosp. Verbelen Henri 21/10/1791 Mald. Joannes Dietens Joanna 28/5/1812 Brussel, mil. en burg. hospitaal Verbesselt Corneille 17/8/1789 Mald. Petrus Joan. Vleminckx Joanna Cath. 21/2/1812 Girona St,-Cyprianus hosp.
Verheyden Benoit 30/1/1790 Mald, Petrus Joan. Rottiers Anna Maria 8/11/1810 Tolosa, hospitaal
Vinkoust <1794 Lond 4/12/1813 Torgau, mil. hosp. Nr. 6
Vranckaert Jean 26/1/1788 St. Gerardus De Moor Maria Anna 11/8/1807 Straatsburg (Saverne-Burg. Hosp. Willems Corneille 2/10/1790 Lond Cornelius Eeraerts Elisabeth 27/4/1811 Slag van Barossa Willems Pierre Jean 8/3/1794 Lond Cornelius Eeraerts Elisabeth 22/3/1811 Eekloo, militair hospitaal
Willockx Franç 28/8/1786 St. Andreas Gilisjans Barbara 3/8/1807 Alessandria, hospitaal
Wolff Jean Louis 31/5/1784 Lond Jacobus Van Quellenborg Cecilia 10/9/1813 Slag van Palleja
De informatie over onze lotelingen van de Franse periode haalde ik:
1. Uit ons lokaal archief dat door mijzelf en Robert De Roeck werd gedigitaliseerd en bewerkt en dat bij de archiefdienst van de gemeente Londerzeel beschikbaar is.
2. Overlijdensberichten van soldaten van het Dijledepartement (1789-1821) in het Rijksarchief te Brussel
3. Archives militaires - 1802 - 1815 - https://www.geneanet.org/releves-collaboratifs/view/38900
Bronnen 2 en 3 waren van harte welkom en de Franse transcribenten worden voor hun inspanningen bedankt, maar meestal waren de namen zonder de hulp van de lokale parochieregisters niet te ontcijferen.
De vermiste of na lange afwezigheid geschrapte lotelingen.
De regimentsfiches van een aantal miliciens vermelden dat ze na een langdurige afwezigheid van de controlelijsten werden geschrapt. Het had dus geen zin meer om hun aanwezigheid te controleren en ze werden ook niet meer in hun regiment verwacht.
Soms was het laatste dat men van hen vernomen had dat ze in een hospitaal opgenomen waren. Ze konden daar dus gestorven zijn. Van anderen wist men helemaal niets. Waren ze op het slagveld gebleven of waren ze gedeserteerd? Een andere lijst is die van de krijgsgevangenen. Ook over velen van hen werd daarna niets meer vernomen.
DE BOECK Antoine, geboren te Londerzeel op 17 juli 1789, zoon van Jan Frans en Maria Sylverans, loteling van 1809, arriveerde met stamboeknummer 5644 op 22 mei 1808 bij het 112e Linie Infanterie Regiment. Op 26 september 1809 belandde hij in een niet genoemd hospitaal. Omdat men op 28 maart 1811 nog altijd niets over zijn lot had gehoord, werd hij toen uit de controlelijsten geschrapt.
DE VLEESCHOUWER Pierre, geboren te Londerzeel op 29 maart 1788, zoon van Egidius en Maria Theresia De Bondt, loteling van 1808 en met het stamboeknummer 4246 op 25 juni 1807 aangekomen bij het 44e Linie Infanterie Regiment, belandde op een niet genoemde datum in een niet genoemd ziekenhuis. Omdat hij lang zonder nieuws afwezig bleef en men hem niet meer verwachtte werd hij op 1 december 1808 uit de controlelijst van zijn regiment geschrapt. Te voorbarig, want op 18mei1809werdhijterugingeschreven.DeVleeshouwerheeftzijnmiserieoverleefd.Op15oktober 1836 is hij in Londerzeel nog met Maria Elisabeth Walschap getrouwd.
VAN INGELGEM Pierre Jean, geboren te Londerzeel op 6 april 1788, zoon van Martinus en Anna Maria Van Ingelgem, loteling van 1808 en vanaf 25/6/1807 met stamboeknummer 4254 al fuselier bij het 44e Linie Infanterie Regiment. Daar werd hij op 1 december van de controlelijst geschrapt want men had hem al zeer lang niet meer gezien. Was hij op een slagveld gebleven? Gelukkig niet. Uit onzeeigenbronnenwetenwedat hij op 24november1819 in Londerzeel nogtrouwdemet Joanna Petronella De Boeck, en dat hij toen al weduwnaar was van Petronella Carleer. Hij was dus gewoon met succes gedeserteerd en dat gaan we hem niet kwalijk nemen.
VAN MUYLDERS Guillaume, geboren te Malderen op 28 augustus 1788, zoon van Jan en Anna Maria Van den Bergh, loteling van 1807 en met stamboeknummer 4581 op 12 augustus 1807 aangekomen bij het 112e Linie Infanterie Regiment. Op 1 juli 1809 werd hij in een niet bij naam genoemd hospitaal, in een niet bij naam genoemde stad en om een niet genoemde reden opgenomen Zijn regiment was toen in Hongarije en Oostenrijk actief. Omdat ze bij het 112e niets meer van of over hem vernamen werd hij uiteindelijk op 28 maart 1811 uit de controlelijst geschrapt.
VAN STEEN Jozef, geboren te Steenhuffel op 24 november 1785, zoon van Jan en Elisabeth Van den Broeck, loteling van 1806 en als voltigeur met het stamboeknummer 3439 bij het 112e Linie Infanterie Regiment binnengekomen. Op 1 januari 1812 werd hij uit de controlelijst van zijn regiment geschrapt omdat hij al sedert 10 september 1810 ‘en semestre’ was. Ik kan die uitdrukking niet vertalen maar zeer erg kan dat niet zijn. Op 7 februari 1815 is dezelfde Jozef immers in Steenhuffel getrouwd met Coleta Van den Bossche en hij heeft er daarna, niet erg lang maar misschien toch gelukkig, tot 1831 geleefd.
VAN THIENEN Jan Baptist, geboren in Londerzeel op 4 november 1785, zoon van Jan Baptist senior en Maria Anna Verbercht, loteling van 1806, soldaat bij het 112e Linie Infanterie Regiment met stamboeknummer 3434 (vanaf 22/10/1806 als fuselier en vanaf 1/6/1808 als voltigeur). Op7 mei 1813 werd hij in het hospitaal van Dresden opgenomen. Doorgaans betekende dat de dood. Dat dacht men ook bij zijn regiment en op 30 juni 1813 werd hij al van de controlelijst geschrapt. Hij was vermist maar ik heb hem terug gevonden. Op 16 april 1818 is hij in Londerzeel, als wever, met Petronella Joanna Van den Driessche getrouwd.
VERHOEVEN Pierre Laurent, geboren in Londerzeel op 21 mei 1791, zoon van Jan Baptist en Elisabeth Van der Goten, loteling van de klas van 1811 kreeg het stamboeknummer 7116 toen hij op 21 februari 1813 bij het 21e Linie Infanterie Regiment. Hij was daar niet graag en deserteerde op 13 maart van hetzelfde jaar. Op 1 juni keerde hij terug en als dat vrijwillig was dan was dat een grote stommiteit. Want hij werd gewond of ziek en op 20 september 1813 werd hij in een hospitaal van Dr… (waarschijnlijk Dresden,zijnregiment haddaarkortvoordien gevochten)achtergelaten. Daarna heeft men niets meer van hem vernomen. Ik evenmin.
WYCKMANS Pierre was geboren in Londerzeel op 13 december 1787, zoon van Joannes Petrus en Anna Maria De Backer, loteling van 1807 en alleszins als fuselier met stamboeknummer 3629 op28 januari 1807aangekomen bij 8e Linie Infanterie. Het laatste dat zijn oversten en kameraden van hem wisten was dat ze hem op 22 mei 1809 in een hospitaal te Wenen moesten achterlaten. Op 1 december 1809 werd hij uit de controlelijst geschrapt. Dat is sneller dan normaal. Wellicht hadden ze vernomen dat hij overleden was.
Vermist in Krijgsgevangenschap.
BETTENS Pierre Jean, geboren te Merchtem op 4 februari 1791, zoon van Henri en Francisca Silverans, loteling van Steenhuffel van de lichting 1811, met stamboeknummer 11211 ingedeeld bij het 25e Infantereregiment, kwam eerst als ‘weerspannige’ in het ‘Dépôt des refractaires’ te Wesel (Duitsland) terecht. Op 19 oktober 1811 vervoegde hij zijn korps om er mee naar Rusland te trekken. Volgens zijn militaire fiche werd hij daar in 1812 krijgsgevangen genomen.
DOCHARDT François Joseph, geboren in Londerzeel op 9 mei 1789, zoon van Petrus Josephus Catharina Pissoet, bakker en loteling van 1809 en fuselier met het stamboeknummer 5987 bij het 112e Linie Infanterie Regiment, werd op 21 januari 1810 in Spanje krijgsgevangen genomen. Ik heb geen details. Op 31 maart 1811 werd hij door zijn regiment, dat misschien meer wist dan ik, van de controlelijst geschrapt.
KIEKENS Wouter, geboren op 18 september 1786 in Londerzeel, zoon van François en Elisabeth Moeysoms, loteling van 1806, vanaf 22/1/1806 soldaat en vanaf 21/10/1809 korporaal bij het 112e Infanterieregiment, stamboeknummer 3436, zou naar men dacht tijdens de grote veldslag te Leipzig, en wel op 19 oktober 1813, krijgsgevangen zijn genomen. Daarna was men hem kwijt. Maar ik heb goed nieuws. Op 1 maart 1816 was is hij in Londerzeel met Maria Joanna Van Geel gerouwd.
Ook REYNTIENS Joseph zou bij de Volkerenslag van Leipzig, één dag vroeger, op 18 oktober 1813, krijgsgevangen genomen zijn. Hij was geboren te Londerzeel op 19 februari 1786 als zoon van Jan en Anna Catharina Van Ingelgem. Als loteling van 1806 diende hij, met stamboeknummer 3451, vanaf 22 oktober 1806 als fuselier en vanaf 6 maart 1809 als voltigeur in het 112e Linie Infanterie Regiment. Op 31 april 1811 was hij gepromoveerd tot korporaal. Van hem heb ik geen huwelijk gevonden maar ik heb alleen in Londerzeel en Steenhuffel kunnen zoeken. De wereld is wel iets groter dan dat.
ROBBERECHTS Josse (Judocus), geboren in Londerzeel op 31 juli 1787, zoon van Antonius en JacobaVan Buggenhout, lotelingvan1809, op11juni 1808 metstamboeknummer 5991aangekomen bij het 112e Linie Infanterie Regiment en er op 11 juni 1812 korporaal geworden, was de 3de Londerzelenaar die op 19 oktober 1813 te Leipzig krijgsgevangen zou zijn gemaakt. Ik weet niet wat er van hem geworden is.
VAN ACOLEYEN Pierre, geboren te Malderen op 25 juni 1786, zoon van Guilliam en Anna Maria Maes, loteling van 1806, op 22 januari 1806 met stamboeknummer 3433 ingelijfd bij het 112e Linie Infanterie Regiment, werd op 4 maart 1813 in Berlijn door de Russen krijgsgevangen genomen en afgevoerd.
VAN ICOD André, geboren in Londerzeel op 9 oktober 1788, zoon van Augustinus en Elisabeth Busch, loteling van 1808, werd, nà een periode als deserteur geregistreerd te zijn geweest, (pas) op 10 oktober 1810 met stamboeknummer 7966 bij het 108e Linie Infanterie ingelijfd. Hij zou op 10 november 1812 krijgsgevangen genomen zijn.
VAN INGELGEM Petrus, geboren in Steenhuffel op 9/11/ 1792, zoon van Jan Baptist en Anna Theresia Van den Broeck, trad als loteling van 1811 in dienst bij het Regiment d’Ouvriers Marins, 1e Cie 5e Bataljon, 1e compagnie, depot Antwerpen. Hij heeft deelgenomen aan de aanval van Hoogstraten en werd daar door de Pruisen gevangen genomen. Hij bezat een certificaat van terugzending naar huis, afgeleverd te Brussel op 3 maart 1814 door de directeur van de 1e Compagnie van het Pruisische leger.
De ruimere context waarin deze dingen gebeurden word later behandeld in het ‘Chronologisch overzicht van de heldendaden van de Franse Revolutie’ op het einde van dit deel. Hoe werden krijgsgevangenen in het begin van de 19de eeuw behandeld? De Conventie van Geneve was er toen nog niet. Ik heb er weinig informatie over gevonden. Wel zijn er enkele brieven en dagboeken overgebleven maar die zijn doorgaans van de hand van krijgsgevangen officieren die, aldus de Nederlandse historicus Joost Welten in een artikel in het blad Leidschrift 2, beter dan gewone soldaten behandeld werden.
Uit dat artikel zal ik enkele andere fragmenten halen omdat er, volgens deze geschiedkundige, eigenlijk nog geen ernstig onderzoek over deze kwestie is gebeurd. Wat volgt gaat over de krijgsgevangenen die in Russische handen vielen. En dat waren er veel: ruim 200.000 soldaten en officieren. En “Onder de half miljoen militairen van de Grande Armée die in Rusland de dood vonden, waren meer dan honderdduizend krijgsgevangenen’, schrijft de zelfde auteur.
De rekening is dus vlug gemaakt: meer dan de helft is nooit uit Rusland weergekeerd.
“Op papier was het Russische beleid tegenover krijgsgevangenen nochtans voorbeeldig”, nog altijd volgens de heer Welten. “Maar in de praktijk ontbraken de organisatie en de wil om dat beleid uit te voeren. Het Russische leger was niet voorbereid op de komst van grote aantallen krijgsgevangenen. Dit verklaart mede de chaos en het gebrek aan elementaire hulp in de eerste fase, met schrikbarende sterftecijfers als gevolg.” Wat die sterftecijfers dan veroorzaakte?
Wel, vooreerst werden er nogal wat gehate invallers door de plaatselijke boeren dood geknuppeld. Bovendien werd het grootste aantal gevangen op het einde van 1812 en in het westen van Rusland tijdens de die vreselijke winter buit gemaakt, en dat had gevolgen. De sukkelaars werden in groepen van een paar duizend bijeen gedreven, dikwijls van waardevolle dingen zoals hun winterkleren ontdaan en, terwijl hun officieren op karren of sleeën mochten, te voet op weg naar Moskou en het binnenland gezet. Zij die gewond waren of te zwak om die lange tocht aan te kunnen of zij die later de groep door uitputting niet meer konden volgen werden door hun bewakers met de lans gedood. En dan was er de kou, de ontbering en de ziekte nog. De meeste krijgsgevangenen bereikten nimmer hun bestemming. De mars van meer dan duizend kilometer in de winterkou werd hen fataal. De heer Welten geeft enkele voorbeelden die dat illustreren.
Krijgsgevangenen tijdens de Russische veldtocht van 1812. Bron: www.marsethistoria.nl
Van een groep van zevenhonderd krijgsgevangenen die, eind oktober1812opmars gingen naar Moskou, bereikten er elf de stad.
Van een andere groep van 1700 krijgsgevangenen die op 4 oktober 1813 vanuit Riga vertrok naar Archangel, in het hoge noorden van
2 Joost Welten, Hollandse krijgsgevangenen in Rusland, 1812-1814, in Leidschrift, jg 24, nr 2, sept. 2009.
Rusland, waren er zes maanden later nog 170 in leven. Van een groep van 2800 militairen die op de heenweg naarMoskou krijgsgevangenwaren genomen, bereiktener 150in 1813 Saratov. In het voorjaar van 1814 waren er van hen nog dertig in leven….
Degenen die het overleefden en op de Vrede van Parijs (30 mei 1814) moesten wachten om terug naarhuis temogen,haddenhet wel nietdramatischslecht. Tsaar Alexander steldeaan elkegevangene een dagvergoeding ter beschikking. Een gewone soldaat kon daar uiteraard niet van leven maar kon wat bijverdienen door te werken. Bovendien bepaalde dezelfde tsaar in een oekaze dat het de krijgsgevangenen toegestaan was om een pijpje te roken.
Chronologisch overzicht van de heldendaden
van de Franse Revolutie en van Napoleon Bonaparte, en van de betrokkenheid van ‘onze
jongens’ daarin.
Voor het volgende overzicht van veldslagen en andere belangrijke gebeurtenissen uit de periode 1789-1815 heb ik me laten inspireren door de site ‘nl.wikipedia.org › wiki › Lijst_van_Veldslagen’ maar heb die uiteraard waar nodig wat aangevuld. Ook nu is hij nog lang niet volledig. Het is echter niet de bedoeling om de geschiedenis van de Napoleontische oorlogen te herschrijven. Over iedere afzonderlijke veldslag zijn op Wikipedia en elders gedetailleerde verslagen te vinden. Ik wil vooral iets over de context vertellen waarin een belangrijk aantal lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel gestorven is of gevochten heeft. Het duurt wel even tot ze mogen figureren.
Jaar 1789
Parijs: Op 17 juni 1789 riepen de afgevaardigden van de Burgerij (derde stand) zich uit tot de enige bevoegde Nationale Vergadering.
17 juli 1789: bestorming van de Bastille. 26 augustus 1789: aanvaarding van de Declaration des droits de l’homme et du Citoyen.
Jaren 1789 tot 1792
De Nationale Conventie verdreef de vreemde legers uit Frankrijk.
Op 20 september 1792 stopten Franse troepen de opmars van een Pruisisch leger richting Parijs bij Valmy in de Argonne (Noord-Oost Frankrijk).
De volgende dag, op 21 september 1792, schafte de Nationale Conventie de monarchie af en riep ze de Franse Republiek uit, waarvan de molen van Valmy een symbool geworden is. Deze datum werd ook het begin van de Franse republikeinse kalender.
Op 6 november 1792 kwamen delen van de Zuidelijke Nederlanden, na de bloedige veldslag te Jemappes, door de Fransen op de Oostenrijkers gewonnen, aan Frankrijk.
Jaar 1793
Op 21 januari 1793 kwam het hoofd van de Franse koning Louis XVI onder het mes van de guillotine terecht. Op 16 oktober 1793 volgde dat van zijn vrouw Marie-Antoinette.
Tegen de Oostenrijkers werden intussen enkele nederlagen geleden, meer bepaald:
- Op 1 maart 1793 in het gevecht te Aldenhoven (aan de Roer in Noordrijn-Westfalen), waarna Luik, Aken en Maastricht door de Oostenrijkers werden ontzet.
- Op18 maart1793 in detweedeslagbij Neerwinden,waarnade Fransen tijdelijkdehele zuidelijke Nederlanden ontruimden.
Inmiddels werd de al bestaande coalitie tussen Pruisen en Oostenrijk met de Nederlandse Republiek, Groot-Brittannië, Spanje, Portugal, Napels-Sicilië en Piëmont-Sardinië aangevuld.
Er kwam een echte oorlog van.
- Een Nederlands-Oostenrijks leger veroverde Valenciennes op 28 juli 1793.
- Gedurende de Slag van Menen (13 september) werd het Staatse leger van de latere koning Willem I van Oranje (20.000 man sterk) dan weer door de Franse revolutionaire troepen (40.000 man) overwonnen.
- Maar 2 dagen later, op 15 september, werden dezelfde Fransen in Kortrijk door de OostenrijkseNederlandse-Britse coalitie verslagen .
- Spaanse troepen trokken over de Pyreneeën en Sardijnse over de Franse Alpen
- In het zuiden van Frankrijk, met name in Caen, Lyon en vooral Toulon braken contrarevolutionaire opstanden uit.
- Naaan demilitaireschool teBrienne gestudeerdte hebben, was een zekere Napoleon Bonaparte (1769-1821) al gauw kapitein in het Franse leger geworden. Hij onderscheidde zich een eerste keer op 18 december 1793 bij de verovering van het opstandige Toulon dat al door de Engelsen was bezet.
Jaar 1794
Napoleon, die eerst door Robespierre tot brigadegeneraal benoemd was, onderdrukte een royalistische opstand in Parijs en werd vervolgens de opperbevelhebber van de Franse binnenlandse strijdkrachten.
In het voorjaar van 1794 vielen de buitenlandse strijdkrachten langs 2 kwanten de Zuidelijke Nederlanden aan.
Na onder meer de Slag bij Moeskroen (april 1794), de (2de) Slag van Kortrijk (10-12 mei), de Slag bij Tourcoing (17-18 mei), de Slag van Hooglede (10-13 juni) en vooral de beslissende Slag van
Napoleon Bonaparte
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
Fleurus waar op 26 juni de Fransen een gecombineerde Oostenrijks-Nederlands-Engelse legermacht overwon, was er van de voormalige Oostenrijkse Nederlanden geen sprake meer.
Oostenrijkers, Britten en Nederlanders trokken zich terug achter de Rijn.
In november viel één van de laatste bolwerken, Maastricht.
Ookin Zuid-Frankrijk werdende Spanjaarden teruggeslagen endrongende FransenCatalonië binnen waar ze van 17 tot 20 november in de Slag bij la Montaña Negra (Capmany) een eerste overwinning behaalden
Jaar 1795
Op 1 oktober 1795 werden onze gebieden officieel door Frankrijk geannexeerd en zijn we Fransen geworden. Ook de Republiek der Noordelijke Nederlanden werd door Franse troepen bezet en heette voortaan de Bataafse republiek.
Jaar 1796
In 1796 begon Napoleon een succesvolle campagne in Italië, waarbij hij de Oostenrijkers ook uit dàt land verdreef. Tijdens deze Italiaanse veldtocht werden die onder meer verslagen: - op 13 en 14 april 1796 te Millesimo (provincie Savona Noordwest-Italië), - op 15 november 1796 bijde Brug van Arcole (provincie Verona, Noordoost-Italië). Napoleon zou er zelf met de vlag voorop gelopen hebben… En daar bestaan veel prentjes van.
Jaar 1797
In 1797 werd de campagne in Italië verder gezet. Op 14 januari werden de Oostenrijkers nog maar eens, ditmaal bij Rivoli, verslagen. Napoleon heerste nu over heel Noord-Italië.
Jaar 1798
In 1798 ondernam Bonaparte een expeditie naar Egypte, waarbij op 21 juli, in de ‘Slag bij de Piramiden’, de Mammelukken verslagen werden.
Jaar 1799
Na een belegering van 5 dagen veroverde Napoleon op 7 maart 1799 de stad Jaffa (nu een deel van Tel-Aviv), waarbij 2.000 Ottomaanse strijders werden afgeslacht. Daarna keerde hij naar Frankrijk terug om bij een staatsgreep (18 Brumaire An VIII of 9 november 1799) het Directoire omver te werpen, het Consulaat in te stellen en zelf eerste Consul te worden.
Napoleon op de brug van Arcole (schilderij van Horace Vernet)
Jaar 1800
Na over de grote Sint-Bernard getrokken te zijn, versloeg de Consul op 14 juni 1800 bij Marengo (Noordwest-Italië) en op 3 december 1800 bij Holenlinden (33 km. ten oosten van Munchen) nog maar eens de Oostenrijkers, met wie hij een jaar later de vrede van Lunéville zou sluiten.
Jaar 1801
Op 15 juli 1801 sloot Napoleon ook vrede met de paus bij middel van een concordaat. Mogelijk was hij het ruzie maken een beetje moe. Op 20 maart was één van zijn legers te Aboekir (aan de Middellandse zeekust in Egypte door een Brits-Turks leger in de pan gehakt.
Jaar 1802
In 1802 sloot Bonaparte met de Engelsen de Vrede van Amiens, die een jaar later verbroken werd.
Jaar 1803
In 1803 schijnen er geen grote Napoleontische oorlogen gestreden te zijn geweest. Maar ik kan mij vergissen.
Jaar 1804
Op 2 december 1804 werd Napoleon in de Notre-Dame van Parijs en in aanwezigheid van paus Pius VII tot erfelijk keizer van Frankrijk uitgeroepen.
Jaar 1805
Op 26 mei 1805 kroonde hij zichzelf in de dom van Milaan met de IJzeren Kroon van Italië (eigenlijk de IJzeren Kroon der Longobarden)
Na 4 jaar relatieve vrede brak er in de tweede helft van 1805 alweer een oorlog tegen Oostenrijk en Duitsland (Pruisen) uit.
- Op 11 oktober behaalden de Fransen in de Slag bij Haslach-Jungingen een overwinning op een grote overmacht.
- Op 14 oktober werden in de Slag van Elchingen-Ney, op 17 oktober in de Slag bij Ulm, en op 30 oktober in de Slag van Caldeiro, kleinere Oostenrijkse eenheden verslagen.
- Op 2 december 1805 behaalde Napoleon in de Slag bij Austerlitz een zeer grote overwinning tegen verenigde Engels-Russisch-Oostenrijkse legers.
Austerlitz ligt uiteraard in het huidige Tsjechië). Maar de (inclusief de obelisk van 16 m.) 33 meter hoge Pyramide van Austerlitz vindt men te Zeist bij Utrecht in Nederland. Ze werd al in de herfst van 1804 door de soldaten van de Franse generaal van Napoleon Auguste de Marmont op 27 dagen tijd gebouwd. De oorspronkelijke naam ‘de Marmontberg’ werd in 1806 op bevel van Louis Napoleon door ‘de Pyramide van Austerlitz’ vervangen.
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
Kort daarna, op 26 december 1805, werd tussen Frankrijk en Oostenrijk (maar met uitsluiting van de Pruisen en de Russen) de Vrede van Presburg gesloten.
Op 17 december 1805 werd in het militair en burgerlijk hospitaal van Brussel een man binnengebracht die in 1778 in Londerzeel zou geboren zijn en een fusilier van één van de vroegste klassen was. Hij stierf er op 11 januari 1806 aan tyfuskoorts, èèn keer onder de naam François Firon en een tweede keer onder de naam François Siron (het rijksarchief heeft beide transcripties). Hij zou het eerste slachtoffer van Napoleon uit groot-Londerzeel zijn, maar ik ben hem nog altijd aan het zoeken.
De transcriptie van de parochiesregisters door Luc Annaert wil daarbij wel eens helpen. Hij vond een zekere Martinus Van Crombruggen, getrouwd met een Anna Marie Desiron. Ze kregen in Londerzeel tussen 1757 en 1763 5 geregistreerde kinderen (waarbij 2 zonen, een François in 1759 en een Petrus in 1761 die echter al in1763 overleed).
Jaar 1806
In 1806, bij Koninklijk Decreet van 18 juli, werd het leger van de Bataafse Republiek hervormd. Wat dat voor Zeeland en met name het eiland Walcheren voor gevolg had lezen we op blz. 1 van de Middelburgse Courant van 31 juli 1806.
“Staat der Franse troepen, die in Holland blijven. Zeeland: Het bataljon der teruggekeerde deserteurs wordt in Zeeland afgeschaft en vervangen door het 1e Bataljon Koloniale troepen, een bataljon artillerie en een afdeling van de Genie.”
Ik weet niet tot welke categorie André Dierickx behoorde maar op 2 augustus werd hij in het militair hospitaal van Middelburg (op Walcheren dus) binnengebracht om er 5 dagen later aan de gevolgen van ‘zenuwkoorts’ te sterven. André Dierickx was geboren in Malderen op 30 maart 1780 . Hij was de zoon van Ambrosius en Maria Heremans. Hij was fusilier maar ik weet niet in welk infanterieregiment (of deserteursbataljon).
Tussen 7 en 9 augustus 1806 richtten de troepen van Napoleon een bloedbad aan in de stad Lauria (in Zuid-Italië) die tegen de Franse bezetting in opstand was gekomen. Het Castello di Ruggiero, even buiten de stad, werd verwoest. Maar gelukkig hebben we de mooie ruïnes nog.
Op 14 oktober1806 versloeg Napoleon de Pruisen bij Jena en Auerstedt.
Op 27 oktober 1806 trok hij Berlijn binnen en kondigde hij bij decreet het Continentaal Stelsel af.
Op 26 december 1806 werd er bij Pultusk (in Polen) tussen Napoleon en de Russen een eerste onbesliste slag geleverd.
Op 27 november 1806 stierf Jan Jozef Frans Van Dries, geboren in Londerzeel op 3 september 1785, (loteling van 1805) in het Auffredy ziekenhuis van La Rochelle aan de gevolgen van scheurbuik Hij was de zoon van Egidius Van Dries (en niet Van den Driessche) en van Petronella Van Baelen. Hij werd als loteling van 1805 met stamboeknummer 1231 ingelijfd als fuselier bij het 66ste Linie Infanterie Regiment, dat hij op 30 november 1805 vervoegde. Omdat La Rochelle een havenstad is en scheurbuik een zeemansziekte, vermoed ik dat Van Dries als matroos aan een flotille toegevoegd was.
Op de site www.1789-1815.com las ik in dit verband het volgende (vertaald): “Le journal militaire van het jaar 3 (1804/1805) zegt over het 66e Linie Infanterieregiment het dat het zich moet reformeren naar Guadeloupe… Alle militairen die in Frankrijk arriveren zullen naar La Rochelle gezonden worden.”
Van Dries stierf dus in zijn garnizoensstad aan de Atlantische kust.
Jaar 1807
Cornelis Broothaers, geboren in Londerzeel op 26 juni 1786, zoon van Antonius en Maria Theresia Van Camp, werd op 8 februari 1807 in het burgerlijk en militair hospitaal van Brussel met tyfuskoorts afgeleverd en hij is er op 6 februari aan gestorven. Hij was fuselier van de lichting 1805, maar omdat ik zijn regiment niet ken weer ik niet waar hij zijn ziekte had opgelopen. Hij heeft alleszins in Rusland geen kou meer moeten lijden
Jan Frans Meulemans, geboren in Londerzeel op 21 oktober 1782, zoon van Jan Frans en Anna Maria Gruys, moest als loteling van het jaar 1804 in dienst bij het 25e regiment Jagers te Voet. In 1806 deserteerde hij, werd hij opgepakt en door de militaire overheid tot dwangarbeid veroordeeld. Dat moest gebeuren in het Franse Metz en daar is hij op 27 maart 1807, na een ziekte van ruim een maand, in het militaire ziekenhuis gestorven.
De Wintercampagne in Rusland.
- 8 februari 1807: Slag bij Eylau (Polen). Nipte overwinning van Napoleon op het Russisch leger. Na deze slag werd het Grote Leger van Napoleon getroffen door de eerste piek van de eind 1806 begonnen tyfusepidemie.
- 10 juni 1807: Slag bij Heilberg. Napoleon sloeg hier een Russische aanval af
- 14juni 1807:SlagbijFriedland(DuitslandNedersaksen).BeslissendeoverwinningvanNapoleon op de Russen.
Links: Slag bij Friedland (Horace Vernet).
Onze onvriend Napoleon staat alweer te poseren.
Rechts: tsaar Alexander I
- 7 en 9 juli 1807: Verbond met de Russische tsaar Alexander I (portret hierboven). ‘De Vrede van Tilsit’ bestond eigenlijk uit twee verdragen die op 7 juli en 9 juli 1807 werden gesloten tussen het Eerste Franse Keizerrijk van Napoleon Bonaparte, en het koninkrijk Pruisen en het keizerrijk Rusland anderzijds.DatgebeurdeinTilsit,hethuidige Sovjetsk,opeenvlotinde Memel,destijds een grensrivier tussen Rusland en Pruisen.
In juli en augustus stierven er opnieuw talloze soldaten van het Grote leger toen de tyfusepidemie van 1806-1807 een tweede keer piekte.
Jean Vranckaert, geboren in Steenhuffel op 26 november 1788, zoon van Gerard Vranckaert en Maria Anna De Moor, loteling van 1807 en soldaat bij het 44ste Linieregiment, overleed op 11 augustus 1807, na er vanaf 5 augustus verpleegd te zijn geweest, in het Saverne hospitaal te Straatsburg aan tyfuskoorts. (een ander document heeft het over het burgerlijk hospitaal van Saverne). De plaats Saverne ligt 50 km ten noordwesten van Straatsburg. Over de afschuwelijke tyfusepidemie van 1813-1814 in Straatsburg werden honderden boeken en artikels geschreven. Over een eventuele epidemie in 1807 is er niets. Althans niet wat Straatsburg betreft. Maar, lezen we op blz. 353 van ’l’Aigle et le pou: le typhus dans la Grande Armée’ van Henri Ducoulombier, nadat eind 1806 de Pruisen verslagen waren deed de Tyfus terug zijn intrede toen het Grote Leger van Napoleon Polen en Oost-Pruisen binnentrok. Er was een eerste piek na de slag bij Eylau in de periode februari-maart 1807. Na de slag van Friedland, waar Napoleon een beslissende overwinning op de Russen behaalde, was er in juli-augustus een tweede piek. 1 op 7 militairen zou geïnfecteerd zijn geweest en 1 op 17 is gestorven. Had Vranckaert aan de slag bij Friedland (Nedersaksen in Duitsland) deelgenomen en was hij op de terugweg nog in Straatsburg geraakt? Het 44ste Linieregiment heeft zèker in Friedland gevochten.
Elders in 1807.
November 1807: bezetting van Portugal. Eind 1807: Terugtrekking uit Egypte.
Fort Napoleon.
In 1807 en in het begin van 1808 zijn vier lotelingen uit onze dorpen in Alexandrië gestorven. Nog eens drie anderen overkwam hetzelfde daar vlak in de buurt. Ze behoorden allemaal tot het 112e Linie Infanterie Regiment. Wat zaten deze sukkelaars in Egypte te doen?
Wel, in 1798 ondernam Bonaparte een expeditie naar Egypte, waarbij op 21 juli, in de ‘Slag bij de Piramiden’, de Mammelukken verslagen werden. Tot midden 1807 bleef het noorden van Egypte door de Fransen bezet. Toen Mohammed Ali (niet de bokser, pasfoto uit 1840 hiernaast) met een expeditieleger vanuit het Ottomaanse Egypte naar het noorden oprukte (en daarom later in Egypte de eretitel ‘vader des vaderlands’ zou krijgen) begon het zich eind 1807 terug te trekken. Uiteraard zal dat voor een stuk via de grootste Egyptische havenstad Alexandrië zijn gebeurd
Edoch… Het 112e Infanterieregiment was toen niet in Egypte aanwezig. Het bevond zich al een hele tijd in Noordwest-Italië, met name in Alessandria, een stad in Piëmont. Na de Slag van Marengo (zie eerder) was die in 1800, metde rest van deomgeving, in Franse handen gevallenen is zedehoofdstad van het departement Marengo geworden.
Naast de al bestaande citadel heeft Napoleon in het noorden van de stad nog een tweede vesting laten bouwen. Die moest worden bemand en daarvoor werd in 1805 het 112e infanterieregiment vanuit Brussel naar Italië gezonden. Gedurende meer dan 16 maanden (tot het naarToscane gestuurdwerd)verbleefhet in dat zeer ongezonde fort. Neen, we moeten dus niet in Alexandrië, Egypte, maar in Alessandria, Noordwest-Italië, zijn.
François Van der Goten, geboren in Londerzeel op 31 januari 1785, zoon van François senior en Maria Catharina Cnoops, loteling van 1805, vanaf 7 december 1805 fuselier met stamboeknummer 2551 bij het 112e Linie Infanterie Regiment (toen nog 112e demi-brigade), te laat opgedaagd en daarom in januari 1806 als deserteur beschouwd, stierf al op 14 februari 1807 in Alessandria aan de gevolgen van ‘koorts’.
Op 13 april 1807, na vanaf 8 maart in het militair hospitaal van Alessandria verzorgd te zijn geweest, stierf een zekere Jean Pierre De Boek aan ‘koorts’. Uit het document uit het archief van het Dijle-departement valt alleen af te leiden dat hij voor 1788 in Londerzeel geboren was en fusilier was in een infanterieregiment. In de parochieregisters is echter niemand te vinden die voldoet. Volgens mij 3 gaat het met zeer grote waarschijnlijkheid over Pierre Jean De Boeck, geboren te Londerzeel op 30/9/1786, zoon van Petrus en Joanna Verbelen. We weten zeker dat hij als loteling van 1805 met stamboeknummer 3746 op 5 november 1806 bij het 112e Infanterieregiment was ingelijfd.
3 Het is plezant om achteraf gelijk te hebben. Mijn quasi-zekerheid werd bevestigd door Franse bronnen.
Corneel Van Aken, geboren te Londerzeel op 15 september 1786, zoon van Jozef en Marie Vleminckx, loteling van 1806, was met stamboeknummer 3451 op 22 oktober 1806 als fuselier opgenomen in het 112e Linie Infanterie Regiment. Ook hij stierf aan koorts en dysenterie, en wel op 27 mei 1807 in Castellazo. In Noord-Italië zijn er twee plaatsen met die naam: Castellazo Novarese, niet zover van Alessandria, en Castellazo Bormida, nog veel dichter bij en eigenlijk in Alessandria gelegen. Op de oude postkaart van het nieuwe fort van Napoleon op de vorige bladzijde staat trouwens “Alessandria forte Bormida geschreven.
François Willockx, geboren in Steenhuffel op 28 augustus 1786, zoon van Andreas en Barbara Gillisjans, loteling van 1806, met stamboeknummer 3854 als fuselier gearriveerd bij het 112e Linie Infanterie Regiment op 13 november 1806, stierf op 3 augustus 1807 in het hospitaal van Alessandria aan ‘koorts’.
Jaak De Wit (en niet François zoals het overlijdensbericht in het archief van het Dijledepartement beweert), geboren in Steenhuffel op 28 april 1786, zoon van Petrus en Joanna de Vilder of De Velder, loteling van 1806 en sedert 11 oktober 1806 fuselier met stamboeknummer 3440 bij het 112e Linie Infanterie Regiment, stierf op 8 september 1807 in het hospitaal van Castellazzo, vanzelfsprekend aan ‘koorts’.
Jan Frans Lamberts, geboren te Londerzeel op 15 mei 1788, zoon van Carolus Lamberts en van Catharina Van der Vreken, loteling uit Londerzeel van 1807, pas sedert 12 augustus 1807 soldaat bij het 112de Linie Infanterie Regiment, 3de Compagnie, 3de bataljon, stamboeknummer 4580, werd op 5 december 1807 binnengebracht in het hospitaal van Alessandria en is daar op 9 januari 1808 aan tyfuskoorts gestorven.
François De Jongh, geboren in Londerzeel op 16 juli 1786, zoon van Petrus en Maria Catharina Moyerson, loteling van 1806, sedert 5 januari 1806 fuselier en vanaf 19 november 1806 grenadier met het stamboeknummer 3744 bij het 112e Linie Infanterie Regiment, stierf op 10 januari 1808 aan tuberculose in het hospitaal van Moncalieri. Dat is niet vlakbij maar alle IC-bedden in Alessandria en Castellazzo B. zullen bezet zijn geweest.
Jaar 1808
In 1808 werd er schijnbaaroveral en dooriedereen gevochten: deFinnentegen deRussen, de Zweden tegen de Russen, de Zweden tegen de Finnen… We houden ons bij de Soldaten van Napoleon. Die laatste had de veroverde gebieden onder zijn familieleden verdeeld. Zo kwam Holland onder Louis Napoléon Bonaparte
Links: Louis Napoleon Rechts: Joseph
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
Maar de plaatsing van zijn broer Jozef op de Spaanse troon had in mei 1808 een opstand tot gevolg. Het kostte Jozef Bonaparte veel moeite om die te onderdrukken en eigenlijk is het hem zelfs niet gelukt. Deze periode is als de ‘Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog’ in de geschiedenisboeken terecht gekomen. Een overzicht:
- 6 en 14 juni 1808: de Slag bij El Bruc (bij Barcelona) werd door het Spaanse opstandelingenleger gewonnen.
- 14 juli 1808: de Slag bij Medina de Rioseco (in de Spaanse provincie Valladolid in de regio Castilië en León) bracht een Franse overwinning.
- 16-19 juli 1808: de Slag bij Bailén (provincie Jaén in Andalusië) wonnen de Spanjaarden.
- 15 juni–13 augustus 1808: het eerste Beleg van Zaragoza (hoofdstad van de gelijknamige provincie en van de autonome regio Aragón) duurde bijna een maand maar leverde de Fransen niets op.
Op 17 juli 1808 verdronk Jean Van Linthout. De plaats wordt niet vermeld maar uit de regimentsgeschiedenis weten we dat het 44e Linie nauw bij het beleg van Zaragoza betrokken was. Van Linthout werd als ‘enfant de la Patrie’ (kind des Vaderlands) omschreven. Hij was de zoon van Anna Maria Van Linthout en van een onbekende vader (en dus niet van een man met de naam ‘Patrie’). Hij was op 14 augustus 1788 in Malderen geboren.
- 21 augustus 1808: de Slag bij Vimeiro (dat is in Portugal) eindigde met een beslissende overwinning van een Brits-Portugees leger op de Fransen.
Op 27 augustus 1808 stierf een Pierre Goossens, een fusilier, uit Malderen, na er 6 dagen eerder opgenomen te zijn geweest, in het burgerlijk ziekenhuis te Suze aan de gevolgen van chronische koorts. Ik heb in al mijn wereldatlassen en op al mijn wereldbollen maar één plaats gevonden die Suze heet. Ze ligt in Frankrijk in de regio Auvergne-Rhone-Alpes. Maar of een plaatsje dat nooit meer dan 300 inwoners had een ziekenhuis kon onderhouden… Ik weet het niet. Ik denk eerder dat iemand iets verkeerd gelezen heeft. De hier bedoelde Goossens is zeker Petrus Joannes Goossens, geboren in Malderen op 6 augustus 1789, zoon van Jacobus en Joanna Van Geel, loteling van 1809 en vervolgens fuselier bij het 112e Linie Infanterieregiment met stamboeknummer 4646
Cornelis Van Eeckhout, geboren in Londerzeel op 21 oktober 1788, zoon van Franciscus en Joanna Broothaers, loteling van 1807 en ingelijfd als kanonnier 2e klas bij de 15de Compagnie van het 1ste Regiment Artillerie te voet, werd binnengebracht in het militair hospitaal van Brugge op 29 augustus 1808 en is er overleden op 5 november. De oorzaak of de omstandigheden werden niet vermeld.
Ik zie geen verband met de één of andere veldslag uit die periode. Soldaten van een regiment artillerie te voet maakten zeer dikwijls deel uit van een scheepsbemanning zoals we verder nog zullen zien.
Jan Baptist Van Eeckhout, geboren in Londerzeel op 12 juli 1787, zoon van Petrus Van Eeckhout en Anna Catharine Eyckmans, milicien van de klas van 1807 en daarna kanonnier 2e klas bij het 2de Regiment Artillerie te voet. Mogelijk was hij geen loteling maar vrijwilliger met premie en dus beroepsmilitair. Een echt beroep is het niet geworden. Hij stierf al op 7 oktober 1808, 3 uur namiddag, in het maritiem hospitaal van Brest.
Brest was de standplaats van het 2de Artillerie regiment Marine. Ik denk dat dit een andere naam is voor het 2de regiment Artillerie te voet (op een schip kan men immers geen paarden gebruiken en de kanonnen staan er evenmin op wieltjes).
Links: Hopital maritime de Brest (1764) – Rechts: kwartier van de artillerie van de Marine in Brest
- 31 oktober 1808: de Slag bij Pancorbo (provincie Burgos in de regio Castilië en León) werd met door Napoleon gezonden verse troepen uitgevochten maar eindigde onbeslist.
- 5 november 1808: de Slag bij Valmaseda (provincie Biskaje in het Baskenland) was goed voor een kleine Spaanse overwinning
- 7–10 november 1808: in de Slag bij Burgos aka de slag bij Gamonal werden de Spaanse troepen door de Fransen overrompeld. Door die overwinning verkregen de Fransen toegang tot CentraalSpanje.
Petrus Joannes De Nayer, geboren in Londerzeel op 14 februari 1789, zoon van Petrus De Nayer en Elisabeth De Bont, loteling van het jaar 1809, arriveerde als fuselier van het 112de Linie Infanterie Regiment, (4de Compagnie, 4de Bataljon, stamboeknummer 5643) op 22 mei 1808 in zijn korps.
Hij overleed op 11 november 1808 in het militair hospitaal van Perpignan (Pyrenées Orientales) aan ‘koorts’. Perpignan was de ‘zetel’ van het leger der Oostelijke Pyreneeën dat midden 1808 aan de beteugeling van de Spaanse opstand tegen koning Jozef Bonaparte (de broer van) begonnen was.
Ik denk niet dat we naar een direct verband moeten zoeken maar Perpignan was natuurlijk wel op de terugweg van de hier boven geciteerde slagvelden van Pancorbo, Burgos en Valmaseda gelegen
- 10-11 november 1808: de Slag bij Esponosa de los Monteros (gemeente in de Spaanse provincie Burgos in de regio Castilië en León). De Fransen wonnen maar lieten de overwonnenen ontsnappen.
- 23 november 1808: bij de Slag bij Tudela (na Pamplona de belangrijkste stad van Navarra) wonnen de Fransen opnieuw. Het verslagen leger van Aragon trok zich in het oninneembaar geachte Zaragoza terug.
Een kaartje om de weg niet kwijt te raken.
- 30 november 1808: in de Slag bij de bergpas van Somosierra (ten noorden van Madrid) versloeg Napoleon een ander Spaanse leger dat de weg naar Madrid bewaakte.
Jan Baptist Madou, geboren in Steenhuffel op 30 september 1789, zoon van schoenmaker Florentius Franciscus en van Suzanna Brusselmans, loteling van 1809, als fuselier met stamboeknummer 5652 op 22 mei 1808 al binnengegaan bij het 112e Linie Infanterie Regiment, stierf op 20 december 1808 in het ziekenhuis van Montpellier aan de gevolgen van dysenterie. Montpellier ligt weliswaar in het zuiden van Frankrijk maar toch op een behoorlijke afstand van de Spaanse grens. Madou had aan de campagne van zijn regiment in Spanje deelgenomen en zal zijn ziekte daar wel opgelopen hebben.
- 21 december 1808: Slag bij de brug van Molins de Rey 15 km. zuidwest van Barcelona in Catalonië). Een Frans keizerlijk leger overwon een Spaans korps, nam 1.200 Spanjaarden krijgsgevangen en nam al hun geschut in beslag.
Petrus Van der Goten, geboren in Londerzeel op 5 juli 1789, zoon van Petrus Van der Goten en Anna Maria Lamberts, loteling van het jaar 1809, fuselier bij het 112de Linie Infanterie Regiment, stamboeknummer 5662. Hij arriveerde in zijn korps op 22 mei 1808. Hij zou op 10 of 16 september 1809 op het slagveld bij de brug van Desmolinos bij Barcelona gesneuveld zijn.
Maar ik heb wat moeite met de plaats-omschrijving Desmolinos (nu ja, als de Fransen Baskisch willen vertalen) en met de datum van overlijden. Eigenlijk kan hier alleen maar verwezen worden naar de Slag bij de brug van Molins de Rey (15 km. zuidwest van Barcelona in Catalonië). Maar deze had plaats op 21 december 1808, zoals hierboven geschreven staat.
In Spanje en omstreken…
gingen de gevechten onverdroten verder:
- Op 13 januari 1809 eindigde een poging van het Spaanse centrumleger om Madrid te heroveren in Uclès met de totale vernietiging van dat leger.
- Op 20 februari 1809 gaf de stad Zaragoza, die al vanaf 19 december 1808 voor een tweede keer belegerd werd en waar een tyfusepidemie uitgebroken was die dagelijks vier- à vijfhonderd mensen het leven kostte, zich aan de Fransen over.
Jan Robberechts, geboren in Steenhuffel op 6 juni 1788, was de zoon van Judocus en Petronella Verbesselt. Volgens een brief in het gemeentearchief van Steenhuffel was hij de zoon van Jacobus Robrechts en Maria Catharina De Reus, maar het doopregister spreekt dat tegen. In 1807 trok hij als loteling een verkeerd nummer en werd hij fuselier bij het 44ste Linie Infanterieregiment (4de legerdivisie).
Op 23 februari werd hij opgenomen in het hospitaal der Augustijnen te Alagon (25 km. van Zaragoza in de provincie met dezelfde naam) en hij is er op 11 maart 1809 overleden als gevolg van koorts.
Dit overlijden kan met vrij grote waarschijnlijkheid toegeschreven worden aan de belegering van Zaragoza waaraan het 44ste Linie Infanterieregiment zeer zeker heeft deelgenomen.
Van 15 juni tot 13 augustus hadden de Fransen die stad al een eerste keer proberen in te nemen, maar zonder succes.
Na nog enkele andere gevechten met weinig succes (Pancorbo in oktober, Valmaseda in november) werdenSpaanselegersuit Aragonin Burgos(7-11 november)enTudela(20 november)overrompeld. Het leger van Aragon trok zich daarop terug en verschanste zich in Zaragoza.
Vanaf 19 december 1808 werd deze stad voor de tweede keer ingesloten en vanaf 10 januari 1809 effectief belegerd. Gemakkelijk ging het niet voor de belegeraars. Maar voor de belegerden evenmin. Wat volgt heb ik niet zelf verzonnen maarhaaldeik uit deFranse Wikipedia-pagina/fr.wikipedia.org/ wiki/Siège_de_Saragosse_(1809).
“De belegering”, aldus deze site, “werd bemoeilijkt door de stank van verrotting die opsteeg uit de stad waar hongersnood en ziekte dagelijks 400 à 500 mensen doodde. Op 2 februari 1809 werd het klooster van de meisjes van Jeruzalem bezet, op 6 februari het algemene hospitaal, op 8 februari het klooster van de heilige Engracia en op 11 februari de Sint-Franciscuskerk. Maar omdat de belegerden zich in de burgerhuizen hadden teruggetrokken en van alle kant de guerrilla-oorlog voerden duurde het nog tot 20 februari tot Zaragoza zich overgaf. Het tweede beleg van Zaragoza wordt door veel auteurs als één der wreedste uit de Napoleontische oorlogen beschreven. Toen de Fransen de stad binnen traden troffen ze er 5.000 onbegraven lijken aan. En wat het belegeringsleger van de
De brug van Molins de Rey over de Llobregat Rivier, bouwjaar 1767.
Jaar 1809
Fransen betrof, dat verloor 3.000 mannen in de strijd en nog eens 1.500, vooral aan Tyfus, in de ziekenhuizen.”
We hoeven er dus niet meer aan te twijfelen waarvan Jan Robberechts ziek geworden is.
Aanval van de Fransen op het klooster van Sinte Engracia op 8/2/1809 (Lejeune)
- Op 25 februari 1809 versloeg een Frans leger een Spaans leger in Valls (Catalonië).
- 27 maart1809: de Slagbij Ciudad-Real regio Castilië-LaMancha)resulteerdealweerin eenoverwinning van de Fransen op de Spanjaarden.
- 28 maart 1809: de 1ste Slag bij Porto. De Franse strijdkrachten namen de stad Oporto in.
- Dezelfde dag, 28 maart, werd ook een Spaans leger in het zuiden bij Medellín bij Badajoz overwonnen.
Op 28 maart 1809 werd een zekere Jean Simolin uit Londerzeel in het militaire hospitaal van Bagnères voor verzorging achter gelaten. Hij haalde het niet maar stierf ruim en maand later aan ‘koorts’. Kan dit nog een uitloper van de tyfusepidemie in Zaragoza zijn geweest? Helaas bestaan er twee Bagnères: Bagnères de Luchon en Bagnères-de-Bigorre. Gelukkig liggen ze dicht bijeen in de Franse Pyreneeën en moet men er op weg naar of van Zaragoza passeren (zie vorige kaart). Maar wie was Jean Simolin. Hij was een grenadier en moet in Londerzeel voor 1790 geboren zijn. De parochieregisters konden mij niet helpen. Ooit leefde in Londerzeel wel een Jan Demolin, maar die was een eeuw te vroeg geboren.
- Op 6 mei begonnen de Fransen aan (al het derde) beleg van Girona (dat pas op 12 december succesrijk zou worden afgerond).
- 23mei1809:bijde SlagbijAlcaňiz(provincieTeruelinderegioAragón)trokkendeSpanjaarden aan het langste eind.
Ik zie geen direct verband met de hier genoemde veldslagen, maar op 17 juni 1809 stierf Jan Baptist Van Riet in een hospitaal te Barcelona aan de gevolgen van ‘koorts’. Hij was de zoon van Jacobus Van Riet en Petronella Van Doorslaer en geboren in Malderen op 27/5/1789. Als loteling van 1809 had hij het stamboeknummer 5663 gekregen en op 22 mei 1808 (dat is geen tegenspraak) had hij zich al bij het hem toegewezen 112e Linie Infanterie Regiment moeten presenteren.
1809 in Galicië.
- Op 16 januari versloegen de Fransen de Britten in de Slag van bij La Coruña (Galicie). Hierna trokken deze laatsten zich tijdelijk uit Spanje terug.
- Op 27 maart verdreven Spaanse eenheden de Fransen in de havenstad Vigo aan de Atlantische kust in Galicië en heroverden ze de meeste dorpen en steden in de provincie Pontevedra. De Fransen trokken zich tot Santiago de Compostella terug.
- Op 14 mei verdreef een afdeling van het Franse Keizerlijke leger, aangevoerd door Claude Perrin Victor, de Portugezen van de oude Romeinse Alcantara brug in Spanje.
- Van 7 tot 9 juni 1809 werden de Fransen, die zich opnieuw van Vigo en Pontevedra wilden meester maken, opnieuw verslagen aan de Sanpayo brug in Pontevedra. De Fransen trokken zich, constant door guerrilla-aanvallen van de Spanjaarden bestookt, naar Lugo terug. In juli hebben ze Galicië definitief en volledig ontruimd.
Petrus Joannes Cleymans, geboren in Londerzeel op 25 augustus 1785, zoon van Frans en Joanna Catharina Van Overloop, was loteling van het jaar 1805 maar op de dag dat hij zich bij zijn korps moest aanmelden daagde hij niet op. Daarom werd hij in januari 1806 beschouwd als deserteur en werd er een arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd. Met resultaat… Wanneer, waar en hoe hij werd opgepakt is niet geweten maar, als jager bij het 10de regiment te paard (2de compagnie, 2de eskadron), zou hij zijn korps pas op 27 augustus 1809 hebben vervoegd. Dat moet dan als lijk geweest zijn want op 19 juni 1809 was hij, met in de strijd opgelopen verwondingen, in het militair hospitaal van la Trinité (Heilige Drievuldigheid) te Vigo (Spanje) opgenomen en op 11 juli 1809 was hij er overleden. Dit overlijden heeft alles te maken met de gevechten die in de eerste helft van 1809 in het noordwesten van Spanje werden gevoerd en waardoor de Galiciërs de Fransen definitief uit hun gewest verdreven hebben. Het begon dus in Vigo waar de Spanjaarden op 27 maart de Fransen verdreven.
We moeten er niet aan twijfelen dat Cleymans zijn letaal gebleken verwonding bij de Franse tegenaanval in de slag bij Pontevedra of in de dagen erna heeft opgelopen.
Links: Galicië – Rechts: dit monument te Puente Sanpayo in Pontevedra herinnert aan deze slag
Terug naar de rest van Spanje.
- 28 juli 1809. De Britten waren de Spanjaarden opnieuw te hulp gekomen en samen versloegen ze het Franse leger van Claude Perrin Victor bij Talavera de la Reina (provincie Toledo in de regio Castilië-La Mancha).
Links: Talavera op een Spaanse kaart - Rechts: het Monument van de Battle of Talavera de la Reina, 1809
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
Egidius, Gillis) Van Linthout, geboren in Londerzeel op 6 maart 1787, zoon van Petrus Van Linthout en Joanne Goossens, was als loteling van 1807 fuselier bij het 8ste Linie Infanterie Regiment, 4de Compagnie, 2de bataljon, stamboeknummer 358
Volgens het overlijdensbericht werd gedood in de zaak Talavera de la Reina in Spanje op 28 juli 1809.
Iets meer over deze ‘zaak’. Op 16 januari 1809, na de op 16 januari 1809 verloren Slag bij La Coruña (Galicie) hadden de Britten zich tijdelijk uit Spanje teruggetrokken.
Maar op 28 juli kwamen ze onder leiding van Wellington de Spaanse opstandelingen opnieuw te hulp en samen versloegen ze 2 korpsen van het Franse leger van koning Jozef Bonaparte (samen 45.000 man sterk). Dat gebeurde dus bij Talavera de la Reina (centraal Spanje, provincie Toledo in de regio Castilië-La Mancha).
De Slag bij Talavera kostte de Britten 801 doden, 3.915 gewonden en 649 vermisten.
De ‘Fransen’ moesten 761 doden, 6.301 gewonden en 206 vermisten betreuren.
Van de Spanjaarden weten we het niet.
- 18 oktober 1809: gedurende de Slag bij Tamames (provincie Salamanca in de regio Castilië en León) sloegen Spaanse troepen een Franse aanval af.
- 19 november 1809: in de Slag bij Ocaña liepen de Fransen een vernietigende nederlaag op.
Tot zover Spanje…
Intussen was ook elders het vuur weer in de pan geslagen.
Een nieuwe oorlog met Oostenrijk …
leidde in 1809 tot de volgende wapenfeiten:
- 16 april 1809: de Slag bij Sacile (in de buurt van Venetië in Italië). Hier werden de Franse troepen door de Oostenrijkers verslagen.
- In dezelfde periode was de Slag van Volano een soort van Oostenrijkse boerenkrijg. Nadat Oostenrijk in 1805 overwonnen was, had het Tirol aan Beieren, een vazal van Frankrijk, af moeten staan. In 1809 kwamen de Tiroolse boeren, gesteund door Wenen, daartegen in opstand. Ze behaalden enkele overwinningen maar toen ze doordrongen in Italië werden ze bij Volano (in de Italiaanse provincie Trente, halverwege tussen Milaan) en Venetië door het Franse 112e infanterieregiment verslagen. Ik vermeld dit omdat de meeste van onze lotelingen bij dit regiment ingedeeld waren
- 19 en 20 april 1809: de Slag bij Abensberg (deelstaat Beieren). Napoleon nam wraak voor het verlies bij Sacile door de Oostenrijkers in Duitsland te verslaan…
- 21 april 1809: Slag bij Landshut (deelstaat Beieren) …Maar de linkerflank van de Oostenrijkers weerstond…
- 22 april 1809: Slag bij Eckmühl Of toch voor even. Na de nederlaag tegen Napoleon trokken de Oostenrijkers zich uit Beieren terug…
- 23 april 1809: Slag bij Ratisbon aka Regensburg (nog altijd in de deelstaat Beieren) … Na een succesvol achterhoedegevecht door Aartshertog Karel kon die aftocht ordelijk gebeuren.
Maar de Oostenrijkers gaven het niet op.
- Op 21 en 22 mei 1809 werd er bij de dorpen Aspern en Essling (in de buurt van en nu delen van Wenen) terug slag geleverd. Hier kwam Napoleon opnieuw te staan tegenover een van zijn voornaamste tegenstanders, aartshertog Karel van Oostenrijk, die hem belette om de Donau over te steken.
Karel Lodewijk Johan Jozef Laurens (1771-1847), aartshertog van Oostenrijk, prins van Toscane, hertog van Teschen
Pierre Wijckmans was geboren in Londerzeel op 13 december 1787. Hij was de zoon van Joannes Petrus en Anna Maria De Backer, loteling van 1807 en alleszins als fuselier met stamboeknummer 3629 op 28 januari 1807aangekomen bij 8e Linie Infanterie. Het laatste dat zijn oversten en kameraden van hem wisten was dat ze hem op 22 mei 1809 in een hospitaal te Wenen moesten achterlaten. Op 1 december 1809 werd hij uit de controlelijst geschrapt. Dat is sneller dan normaal. Hadden ze vernomen dat hij overleden was?.
Het duurde een poosje voor Napoleon van de tegenslag te Aspern en Essling bekomen was, maar: - Op 14 juni 1809 versloeg een Frans-Italiaans leger te Raab (bij Gyor in Hongarije) het Oostenrijkse-Hongaarse leger van aartshertog Jan van Oostenrijk (gouverneur van Hongarije): De grote Franse overwinning was grotendeels aan het 112e Infanterieregiment (met veel Londerzeelse lotelingen) te danken.
Guillaume Van Muylders, geboren te Malderen op 28 augustus 1788, zoon van Jan en Anna Maria Van den Bergh, loteling van 1807 en met stamboeknummer 4581 op 12 augustus 1807 aangekomen bij het 112e Linie Infanterie Regiment. Op 1 juli 1809 werd hij in een niet bij naam genoemd hospitaal, in een niet bij naam genoemde stad en om een niet genoemde reden opgenomen. Zijn regiment was toen in Hongarije en Oostenrijk actief. Omdat ze bij het 112e niets meer van of over hem vernamen werd hij uiteindelijk op 28 maart 1811 uit de controlelijst geschrapt. Was hij intussen gestorven? Ik weet het niet zeker.
- Op 5 en 6 juli 1809 vernederde Napoleon bij Wagram de Oostenrijkers zo ongenadig dat die niet anders konden dan op zijn voorwaarden de Vrede van Wenen te ondertekenen. De Slag bij Wagram was de grootste veldslag van de napoleontische oorlogen tot op dat moment. Meer dan 80.000 van de 300.000 soldaten sneuvelden op het slagveld.
Nà Wagram en de verovering van Wenen werden volgens mij in Oostenrijk en Pruisen geen veldslagen meer geleverd.
Desondanks 1) stierf Dominique Hermans op 9 augustus 1809 in een hospitaal te Wenen aan de verwondingen die hij eerder opgelopen had. Hij was geboren te Malderen op 29 april 1789, zoon van Jan en Jacoba Van Schoor. Als loteling van 1809 was deze wever op 11 juni 1808 met stamboeknummer 5988 als fuselier ingedeeld bij het 112e Linie Infanterie Regiment.
Desondanks 2) viel André Biesemans op 10 september 1809 ‘op het veld van eer’. Hij was de zoon van Petrus en Catharina De Decker en in Londerzeel geboren op 27 mei 1789. Als loteling van 1809 was hij al op 22 mei 1808 met stamboeknummer 5638 als fusilier bij het 112e Linie Infanterieregiment terecht gekomen. Dat heeft zeker aan de’ slag van Wagram deelgenomen en er grote verliezen geleden.
Waar André gesneuveld is wordt niet vermeld. Maar in september had zijn regiment centraal Europa in principe al verlaten. Was het naar het eiland Walcheren getrokken waar de Engelsen in deze periode en inval deden? De geschiedschrijver van het 112e Linie vond het alleszins niet belangrijk genoeg om het ons te vertellen.
Wat we wèl weten is dat nà de Slag van Wagram Oostenrijk en Wenen alweer door een hevige epidemie van tyfus en dysenterie werden getroffen (vele andere plekken in Europa waar legers passeerden trouwens ook). Dat was al eens eerder gebeurd (namelijk in 1804) en deze keer volgde de ziekte dezelfde weg.
Op blz. 353 van ‘l’Aigle et le pou: le typhus dans la Grande Armée’ schrijft de auteur Henri Ducoulombier hierover (vertaald): “Deze tyfus heeft wellicht geen enkel dorp op de weg van Straatsburg naar Wenen gespaard. Verder dan enkele kilometers van de route, de afstand die door de ‘bevoorraders’ en stropers werd afgelegd, reikte hij niet.”
In zijn boek “Über der ansteckenden Typhus, Vienne, 1810” beweert J.V. Von Hildebrand dat de epidemie in de omgeving van Wenen begin 1810 op zijn hoogtepunt was.
Ik zie geen enkele reden om daaraan te twijfelen, want…
Jan Baptist Janssens, geboren in Londerzeel op 27 oktober 1787, zoon van Petrus en Maria Theresia De Smedt, loteling van 1806 en daarna fuselier bij het 64ste Linie Infanterie Regiment, kwam op 1 augustus 1809 aan in het burgerlijk hospitaal van Besançon. Hij is daar de volgende dag, 2 augustus, aan de gevolgen van’ koorts’ gestorven.
Het 64e Régiment d’Infantérie de Ligne, weten we van Wikipedia, heeft aan de veldslagen van Essling en Wagram deelgenomen. Ook Jan Baptist was een slachtoffer van de Tyfusepidemie die er op volgde. Hij stierf weliswaar niet op de weg van Wenen naar Straatsburg, maar Besançon (Noordoost Frankrijk) ligt wel in het verlengde ervan.
Slag bij Wagram. Napoleon overschouwt van op een veilige afstand de Oostenrijkse verliezen (Horace Vernet)
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
(Jacobus) Joannes De Smedt, geboren in Londerzeel op 20 juli 1790, zoon van Petrus en Carolina Verbelen, loteling van 1809 en ingedeeld bij de ‘garde statif’, werd binnengebracht in het militair hospitaal van Nancy op 11 augustus 1809 en is daar de volgende dag aan ‘koorts’ gestorven. Ook Nancy, in het Noordoosten van Frankrijk ligt in het verlengde van de route van Wenen naar Strasbourg.
Guillaume Campens werd op 4 juni 1809 achtergelaten in het groot militair hospitaal aka de Josephine academie te Wenen. Op 2 november zou hij daar aan ‘koorts’ overlijden. Campens zou kort voor 1790 in Malderen geboren zijn maar ik heb hem niet in de parochieregisters gevonden.
Petrus Joannes Goossens, geboren in Londerzeel op 9 maart 1789, zoon van Cornelius en Joanna Catharina Verhoeven, loteling van de lichting van het jaar 1808 en als zodanig als fuselier opgenomen in het 3de Linie Infanterie Regiment, 4de Bataljon, 3de Compagnie. Op 12 september 1809 werd hij binnengebracht in het Alter Caserne Hospitaal te Wenen en daar is hij op 18 oktober 1809 aan ‘koorts’ overleden. Wie in het archief van het departement van de Dijle deze mens wil vinden moet wel zoeken naar Jean Pierre Goossens uit Londigal.
Antoon De Boeck, geboren te Londerzeel op 17 juli 1789, zoon van Jan Frans en Maria Sylverans, loteling van 1809, arriveerde met stamboeknummer 5644 op 22 mei 1808 bij het 112e Linie Infanterie Regiment. Op 26 september 1809 belandde hij in een niet genoemd hospitaal in een niet genoemde plaats (zijn regiment verbleef voordien wel in Oostenrijk). Omdat men op 28 maart 1811 nog altijd niets over zijn lot had gehoord, werd hij toen uit de controlelijsten geschrapt. Ik weet niet of hij genezen of gestorven is.
Cornelis Van Zalen (Varszielen in het Frans), geboren in Londerzeel op 28 juni 1790, zoon van Jacobus Van Zalen en Anna Catharina Van Obberghe. Hij was loteling van 1809 en fuselier bij het 103de Linie Infanterie Regiment, 4de bataljon, 4de Compagnie (3de legerdivisie), met stamboeknummer 4916. Op 6 november 1809 is hij in het Gertrude Marck hospitaal te Wenen aan koorts gestorven. Een andere bron situeert zijn dood op dezelfde plaats maar op 20 september 1811. Deze versie is (waarschijnlijk) verkeerd.
Philippe Boons, geboren in Malderen op 18 december 1788, zoon van Jan Baptist en Elisabeth Hulsbosch, als loteling van 1807 met stamboeknummer 4577 als fuselier ingelijfd bij het 112e Linie Infanterie Regiment, stierf in het hospitaal van Graz (denk ik, er staat Graetz) op14 november 1809, aan koorts.
Petrus Joannes Peeters, geboren in Londerzeel op 17 februari 1789, zoon van Jacobus Peeters en van Joanna Maria Verhoven, loteling van de lichting van het jaar 1808, pionier bij het 103de Linie Infanterie Regiment, 2de Compagnie, 4de Bataljon, werd op 15 oktober 1809 binnengebracht in het groot militair ziekenhuis van Wenen en stierf daar, na een lange strijd, aan ‘koorts’ op 3 januari 1810.
1809 in Steenhuffel.
Hierna volgen 2 brieven uit het archief van de gemeente Steenhuffel, die weliswaar niet rechtstreeks met de Napoleontische oorlogen van 1809 te maken hebben, maar onrechtstreeks zeer zeker wel. Bovendien kan ik ze nergens anders kwijt. Het zullen wel niet de enige documenten van een gelijkaardige strekking zijn geweest. Ze hebben dezelfde afzender en datum.
Bruxelles, le 2 septembre 1809
Préfecture du département de la Dijle – 3e Division - Le préfet du département de la Dijle, (Vertaald) Aan de burgemeester van Steenhuffel. - Conform de bevelen van Zijne Majesteit de keizer moet het 75ste regiment verhuizen van Brussel naar Braine-le-Comte 4. Om deze beslissing, die geen ogenblik kan uitgesteld worden, uit te helpen voeren wordt uw gemeente opgeroepen om 2 wagens met ieder 4 paarden ter beschikking te stellen. Ze moeten zich dinsdag de 6de dezer op 7 uur ’s avonds exact bevinden in het Parc tegenover de prefectuur. Iedere wagen zal 10 mannen vervoeren met hun bagage en wapens. Wagens zonder zitbanken moeten voorzien zijn van stro. Het zou goed zijn mochten ze overdekt zijn. Voor ieder paard zal contant betaald worden à 5 fr. per dag dienst. De voeding van de paarden en de voermannen valt ten laste van de eigenaars. Verlies geen tijd, mijnheer de burgemeester, om deze dienst te regelen waarvoor ik u persoonlijk
4 Volgens hun geschiedenis had dat regiment op 28 juli 1809 nog aan de slag van Talavera de la Reina deelgenomen. Het is daar dus blijkbaar hard moeten gaan lopen.
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
aansprakelijk stel, en verwittig de personen die u voor deze levering zult aanduiden dat ze bij weigering door de rechtbanken zullen veroordeeld worden, dit ingevolge het decreet van 3 augustus 1808, tot het betalen van een boete gelijk aan de waarde van de geweigerde diensten. Ik ga er echter liever van uit dat iedereen zich zal haasten om deze dringende maatregelen helpen uit te voeren. Bevestig ontvangst van deze brief en laat me weten wat u doet. De prefect de la Tour du Pin.
Bruxelles, le 2 septembre 1809.
Le préfet du département de la Dyle - 2e Division, n° 7266
(Vertaald) Aan de meier van Steenhuffel.
Zijne excellentie de minister, directeur van het oorlogsbestuur, heeft een nieuwe oproep tot bevoorrading gedaan om in Brussel een reservemagazijn te vormen voor de dienst van het leger. Het contingent van uw gemeente bedraagt:
- 1000 kilogram stro, en
- 2200 kilogram hooi.
Direct na ontvangst van dit schrijven zult u dit contingent over de boeren en andere inwoners van uw gemeente verdelen, zonder persoonlijke gunsten, want hoe groter het aantal dat deze leveringen draagt, hoe minder de individuele last. Wel moogt ge rekening houden met degenen die haver en zakken aan de legermagazijnen te Mechelen hebben moeten leveren, tenminste als die levering maar door een deel van de inwoners die het konden is gebeurd. De leveringen moeten van de hoogste kwaliteit zijn en geschikt voor gebruik. Zo niet zullen ze geweigerd worden en alleen maar een verloren reis en onnodige kosten veroorzaakt hebben. Om alle belemmeringen bij de levering te vermijden en degenen die de leveringen doen geen verblijfskosten te laten betalen worden volgende voorzorgsmaatregelen aanbevolen:
1) Neem niet meer wagens dan nodig en laadt iedere wagen uitsluitend met stro of met hooi, nadat iedere aangeduide inwoner zelf zijn contingent op een verzamelpunt heeft geleverd.
2) Zorg ervoor dat de bussels stro van gelijk gewicht zijn, evenzo de bussels hooi, zodat ze niet allemaal afzonderlijk moeten gewogen worden.
Uw inwoners mogen onderling afspreken om een enkeling de levering te laten uitvoeren of ze kunnen hiervoor zelfs een handelaar aanspreken. In geen geval mogen ze zaken doen met de bewakers van het magazijn om een deel van de noodzakelijke levering terug te kopen.
De kosten van levering en transport zullen deel uitmaken van de prijzen der voedingswaren die de minister later zal regelen. De levering van uw gemeente wordt verwacht op 14 oktober. U mag er niet ontbreken. De magazijnen zullen aan de voermannen aangeduid worden bij middel van aanduidingen aan de poorten van Brussel.
Het is mij niet onbekend, mijnheer, dat er bij de levering van haver in Mechelen moeilijkheden geweest zijn en dat boeren en zelfs burgemeesters die het contingent van hun gemeente begeleidden, meerdere dagen moeten wachten hebben voor ze werden doorgezonden. Ik had nochtans alle voorzorgen genomen om dergelijke problemen te vermijden, maar, omdat ik geen orders kan geven in een stad buiten mijn departement, kon ik de obstakels niet wegnemen. Dat zal in Brussel anders zijn en ik verzeker u dat alles zal gedaan worden om de wagens nog dezelfde dag terug te laten keren.
Ik hoop deze nieuwe leveringen weldra te kunnen kwijten en ben reeds bezig met de afrekening van de haverlevering. Laat me weten, mijnheer, welke maatregelen u treft voor de uitvoering van deze brief en me de namen van de personen die zouden weigeren om hun deel te leveren te laten kennen. De prefect de la Tour du Pin.
Jaar 1810
De Tyfusepidemie, die eind 1809 in Oostenrijk begonnen was, heeft ook begin 1810 nog talloze slachtoffers gemaakt.
Zoals Philippe Mertens, geboren in Londerzeel op 17 september 1790, zoon van Petrus Mertens en Catharina Verbelen. Hij stierf als fuselier van de lichting 1809 en na een ziekbed van bijna 6 weken op 15 april 1810 in het ziekenhuis van Sankt-Florian, uiteraard aan ‘koorts.’
Sankt-Florian is een stad in de Oostenrijkse deelstaat Opper-Oostenrijk, 160 km. ten westen van Wenen, in de buurt van Linz. Zij is vooral bekend voor haar abdij.
In het zuiden werd men bovendien geconfronteerd met de ‘Spaanse Koorts’.
in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
De dood van Egied (Gillis) Schelkens kan echter moeilijk hieraan toegeschreven worden. Hij was geboren te Steenhuffel op 14 januari 1788 als zoon van Joannes Baptista en Anna Maria Moens. Als loteling van 1807 werd hij fuselier bij het 43ste Linieregiment. Op 3 april 1810 werd hij opgenomen in het Militair Hospitaal van Boulogne-sur-mer (Noordwest-Frankrijk). Hij stierf er op 10 april aan de gevolgen van een borstaandoening en koorts.
Op blz. 372 van “La dysentrie en Belgique à la fin de l'Empire” schrijft Roger Darquenne dat in 1809 maar vooral in 1810 een niet gespecificeerde epidemie zich van Cadzand via Antwerpen naar West-Vlaanderen en misschien wel tot in Noord-Frankrijk verspreidde. Maar de gegevens zijn te schaars om er grote conclusies te kunnen aan verbinden. Om het nog een beetje moeilijker te maken: volgens een andere transcriptie van het archief van het Dijledepartement was een Egide Scheekens (sic) al op dezelfde dag en plaats maar al in het jaar 1808 gestorven. Die transcripties zijn echter zeer creatief en lang niet altijd te vertrouwen. Het is verbazingwekkend welke familienamen en plaatsnamen men daarin vindt.
In 1810 was Napoleon vooral met privé-zaken bezig.
Hij liet zichscheiddenvanJosephinedeBeauharnais waarmeehij in 1796 gehuwdwas en hertrouwde met de 28 jaar jongere aartshertogin Marie-Louise van Oostenrijk.
Wat oorlogsfeiten betreft:
- 21 januari 1810: Veldslag te …. Ik heb op deze datum geen historische veldslag gevonden maar ik vermeld dit omdat:
François Joseph Dochart, geboren in Londerzeel op 9 mei 1789, zoon van Petrus Josephus Catharina Pissoet, bakker en loteling van 1809 en fuselier met het stamboeknummer 5987 bij het 112e Linie Infanterie Regiment, op 21 januari 1810 in Spanje krijgsgevangen genomen werd. Ik heb geen details. Op 31 maart 1811 werd hij door zijn regiment, dat misschien meer wist dan ik, van de controlelijst geschrapt.
- 28 maart 1810: Gevecht in Villaruibie in Spanje. Dit stadje of dorp heb ik op geen enkele kaart gevonden.
- Ook over de gevechten in Montecy (14 april) en Santa-Crux (3 mei), eveneens in Spanje, heb ik weinig te vertellen. Ze worden alleen in de historiek van het 8e Infanterieregiment zonder verdere plaatsaanduiding genoemd.
- 29 april-13 mei1810: Belegvan Lerida (westelijk deel van Catalonië) Eenkeizerlijk Frans leger, aangevoerddoor Louis Gabriel Suchet belegerde, naeenvruchteloos beleg vanValenciain maart, een Spaans garnizoen dat zich op 13 mei overgaf.
Pieter Jan De Boeck, geboren te Londerzeel op 22 april 1790, was zoon van Egidius en Maria Roelants. Het gezin verhuisde wel naar Steenhuffel. Als loteling van de klas van 1809 trok hij op 30 januari 1809 het slechte nr.173. Hij vertrok uit Brussel op 26 mei 1809 en kwam op 8 juni aan te te Sarreguemines (in het Franse departement Moselle) bij het 3de eskadron van het 3de Regiment Kurassiers. Eind 1809 ging hij over naar het 13e Regiment Kurassiers.
Vanaf 1809 nam hij deel aan de campagne in Spanje. In 1810 vocht hij in Lerida. Hij heeft dat zonder te veel kleerscheuren overleefd. We zullen hem verder in dit verhaal nog enkele keren tegen komen.
Joséphine de Beauharnais (1763-1814
Marie-Louise van Oostenrijk (1791-1847
Boven: Louis Gabriel Suchet. Hiernaast: beleg van Lerida (J.C.J. Rémond ).
Verder heb ik weet van een overwinning van de Russen op de Turken, maar zouden de Fransen ter gelegenheid van de Slag bij Bussaco (op 27 september 1810 in Portugal) alleen maar gevochten hebben tegen de Britten die zich daarna achter de fortengordel ten noorden van Lissabon hebben teruggetrokken.
Het Franse leger van Suchet bleef in Spanje maar met uitzondering van de belegering en inname van Mequinenza (15 mei-5 juni), een klein gevecht bij het fort Matagorda aan de baai van Cadiz, dat door een Schots regiment verdedigd werd (27 juli) en nog een andere te Villalon (7 oktober), heb ik, wat het jaar 1810 betreft, geen andere gewapende treffens meer gevonden.
Jozef De Wit, geboren in Londerzeel op 15 januari 1789 was de zoon van Jacobus De Wit en Petronella Cooremans. Als loteling van de lichting 1808 werd hij fuselier bij het 112de Linie Infanterie Regiment, 2de Compagnie, 4de Bataljon, met stamboeknummer 5642.
Op 12 oktober 1810 werd hij binnengebracht in het burgerlijk en militair hospitaal van Perpignan en daar is hij op 2 november 1810 aan koorts overleden.
Zoals we eerder schreven was Perpignan de ‘zetel’ van het Franse leger der Oostelijke Pyreneeën. We mogen er dus van uitgaan dat ook Jozef De Wit vanaf de tweede helft van 1809 in Spanje actief is geweest. Helaas vertoont de geschiedschrijving van het 112e Infanterie Regiment tussen 6 juli 1809 (Wagram) en 1813 alleen maar grote leemtes.
Benoit Verheyden, geboren in Malderen op 20 januari 1790, zoon van Petrus Joannes en Anna Marie Rottiers, fuselier bij het 8e Linie Infanterieregiment werd op 27 oktober (dat is 20 dagen na het gevecht te Villalon, waar zijn regiment zeker aan deelgenomen had) naar het ziekenhuis van Tolosa gebracht. Hij stierf er op 8 november aan koorts. Tolosa ligt in het Baskenland, niet ver van de Franse grens.
Jaar 1811
1811 – De creatie van het Department des Bouches-de-l’Elbe
Dit departement dat zijn naam ontleende aan de ligging aan de monding van de Elbe in Noord-Duitsland, werd door het Eerste Franse Keizerrijk gevormd op 1 januari 1811. De hoofdstad was Hamburg. Tot 1814 bleef het in Franse handen. Om dat mogelijk te maken werd de Elbe van 1811 tot 1814 permanent door het “Observatiekorps van de Elbe en de Oostzee” bewaakt. Later, als we de activiteiten van enkele Franse regimenten bespreken, zullen we merken dat dit in 1811 uit het 25ste en in 1813 uit het 21ste Linie Infanterieregiment bestond. Daar zaten of lagen nogal wat van onze jongens in. In 1813 en 1814 zal dat duidelijk worden.
Enkele Franse Departementen in 1811
Na de nederlaag van Napoleon in Leipzig (6-18/10/1813) werd het departement in 1814 over ‘t Koninkrijk Hannover, het hertogdom Lauenburg en de vrije steden Hamburg and Lübeck verdeeld
1811 op het Iberische schiereiland, deel 1.
In Spanje en Portugal werd nog gevochten: Op 2 januari 1811 gaf de stad Tortosa (aan de Ebro, tussen Valencia en Lerida) zich; na een belegering van ruim 2 weken, over aan het Franse Keizerlijke leger van Louis Gabriel Suchet (die we al in april 1810 in Lerida tegen kwamen).
Pieter Jan De Boeck, zoon van Egidius en Maria Roelants, loteling van 1890, die we al in Lerida tegen gekomen zijn, vocht als soldaat in het leger van Suchet, ook bij Tortosa. Hier werd hij gekwetst en werd zijn paard tussen zijn benen dood geschoten.
- 5 maart 1811: de Slag van Barrosa, ook bekend als de Slag van Chiclana, was een onderdeel van een mislukte manoeuvre van een Anglo-Iberische strijdmacht om de Franse belegering van Cádiz te doorbreken. Dat lukte niet maar aan het opkomen van de Fransen in de richting van Cadiz werd wel een halt toegeroepen (Cadiz was al vanaf augustus 1810 omsingeld). Het 8ste Infanterieregiment van Claude Perrin Victor heeft hier toch wel een serieuze nederlaag geleden en heeft hier 726 van zijn 1 468 soldaten verloren.
Claude Perrin Victor
Overgave van Tortosa (J.C.J. Rémond ).
Op 27 april 1811 werd de gemeente Londerzeel van uit Brussel zonder meer details aangeschreven om te zeggen dat Cornelis Willems (klas 1809) overleden was. Cornelis was geboren in Londerzeel op 2 oktober 1790. Hij was de zoon van Cornelius senior en Elisabeth Eeraerts en loteling van het jaar 1809 met stamboeknummer 6420 in het 8ste Linie Infanterieregiment.
In Franse bronnen vond ik de ontbrekende informatie. Op 24 maart had men hem in het hospitaal van Rodrigo binnengebracht. Met Rodrigo wordt hier Ciudad Rodrigo bedoeld. We gaan deze plaats later nog tegen komen toen ze door de geallieerden veroverd werd. In 1812 was ze nog stevig in Franse handen.
Vanaf 3 december 1808 en tot en met 1813 is het 8e Linieregiment, meestal aangevoerd door Claude Perrin Victor, alleen in Spanje actief geweest. In 1809 participeerde het in de gevechten te Alcantara (14 mei) en Talavera de le Reina (28 juli). In 1810 vocht het in Villaruibie (28 maart), Montecy (14 april), Santa-Crux (3 mei), bij het fort Matagorda (27 juli), te Villalon (7 oktober) en nam het van augustus tot december deel aan de belegering van Cadiz. Vermoedelijk is Willems één van de 726 slachtoffers van de Slag van Barrosa geweest.
- 5 mei 1811: de Slag bij Fuentes de Oñoro (provincie Salamanca in de regio Castilië en León, op de grens met Portugal), opnieuw gevoerd tussen Britten en Fransen, leverde geen duidelijke overwinnaar op. Ook hier werd door het restant van de Franse 8ste Infanterieregiment gevochten.
- 16 mei 1811:tijdens de Slag bij Albuera (Spanje, provincie Badajoz in de regio Extremadura, bij de grens met Portugal) bracht een gemengd Brits, Spaans, Portugees korps een eenheid van het Franse zuiderleger wél een nederlaag toe.
Tussendoortje
Het lijkt er op dat één of meerdere families uit Steenhuffel, maar ik ken geen details en geen namen, midden 1811 aan de militaire overheid ondersteuning zouden gevraagd hebben omdat hun zoon in Spanje vermist of gesneuveld was.
In ieder geval kreeg de burgemeester van Steenhuffel in februari 1812 de volgende brief op zijn bureau: “Bruxelles, le 19 février 1812 (vertaald) - De auditeur bij de Raad van State, onder-prefect van het arrondissement Brussel. Zoals ik u heb laten weten met mijn brief van 26 oktober 1811, moet, wanneer het lot onbekend is van de miliciens die geschrapt werden uit de controles van de eskaders die aan de oorlog in Spanje deelgenomen hebben, hetzij omdat ze vermoedelijk gesneuveld of krijgsgevangen zijn, hetzij omdat ze in een hospitaal verblijven, hetzij omdat ze nog niet zijn weergekeerd, wel in dat geval moet door degenen die steun willen ontvangen, een certificaat afgeleverd worden, getekend door de burgemeester en 3 leden van families die kinderen in het leger hebben, waarin verklaard wordt dat deze miliciens nog niet in de gemeente verschenen zijn of van zich hebben laten horen nadat ze van de lijst werden geschrapt; eveneens dat niets er op duidt dat ze zouden zijn gedeserteerd. U zult opmerken, mijnheer de burge-meester, dat wanneer u een identiteitsbewijs moet afleveren, dat er zal moeten uitzien als het model dat ik voeg bij deze brief, en bovenal raad ik u aan om de namen op een niet mis te verstane wijze te schrijven. Stuur me de certificaten voor 15 maart opdat uw onderhorigen (opmerking: dit is meervoud) zouden kunnen profiteren van de mogelijkheden die de wet hun biedt.”
Jan Robberechts is de enige loteling uit Steenhuffel waarvan we zeker weten dat hij op dat moment in het zuiden (namelijk op 11 maart 1809 in een hospitaal in Alagon) gestorven was. Er kunnen er dus nog meer geweest zijn.
Rijnleger en Walcheren.
In 1811 versterkte Napoleon de Rijnbond 5 en het Rijnleger om Pruisen en Oostenrijk te controleren. Dat leger kende een bikkelhard regime. Volgens Marc Gillisjans kwamen de voortvluchtige en opgepakte lotelingen meestal hierin terecht.
Waar die ook terecht kwamen was in het regiment van het eiland Walcheren in Nederland. Dat was een strafregiment dat pas op 24 juni 1811 officieel zou opgericht zijn maar waar, volgens onze eigen bevindingen, toch vroeger al ontevreden bewoners had (zie hiervoor voetnoot 14 op blz. 40). Een
5 De Rijnbond of het Rijnverbond was een confederatie van vazalstaten van het Eerste Franse Keizerrijk.
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
aantal jongens uit Londerzeel, waarvan we niet in alle gevallen weten wat ze misdaan hadden, hebben een tijdje doorgebracht bij dit regiment des doods. Niet lang: zie maar hierna.
Petrus Joannes Willems, wellicht geboren in Londerzeel op 24 mei 1785, en in dat geval zoon van Cornelis en Elisabeth Eeraerts (opgepast, die mensen hadden 3 zonen met de voornaam Pierre), loteling van 1804, werd op 10 maart 1811 opgenomen in het militair ziekenhuis van Eekloo. Hij stierf op 22 maart aan ‘uitputtingskoorts’. Misschien had hij niets met het strenge regime op het eiland Walcheren te maken maar het feit dat hij tot een ‘règiment d’ouvriers’, van werkmensen dus, behoorde kan wel een betekenis hebben. Helaas is men in zijn overlijdensbericht één belangrijk woord vergeten. Nà ‘Ouvriers’ kon zowel ‘du Génie’, ‘d’Artillerie’ als ‘de Marine’ hebben gestaan. In ieder geval werden die posten dikwijls aan gestrafte militairen toebedeeld.
Volgende sterfgevallen zijn wèl met zekerheid aan een verblijf op Walcheren te linken.
François De Smedt, geboren in Londerzeel op 2 maart 1790, zoon van Egidius en Joanna Francisca Van Doorslaer, fuselier van de lichting 1809, kwam op 19 maart 1811 in het militair ziekenhuis van Middelburg terecht. De verzorging was daar wellicht niet ideaal. Hij stierf er pas 14 weken later, op 8 juli, aan de gevolgen van dysenterie.
Jan Baptist Adriens, geboren in Londerzeel, werd, volgens een overlijdensbericht in het archief van het departement van de Dijle, als fuselier in het regiment van het eiland Walcheren, op 1 april 1811 in het militair hospitaal van Middelburg opgenomen. Hij stierf op 12 juni, totaal verslapt. Franse bronnen bevestigen dat indirect. Het gaat hier wel over Jan Baptist Adriaenssens, geboren op 18 oktober 1790, zoon van Antonius Joannes en Maria De Wachter, loteling van de klas van 1810, 1m52 groot, kastanjebruin haar. Na zich in het depot van Lille aangemeld te hebben, kwam hij aanvankelijk inderdaad in het regiment van het eiland Walcheren terecht. Op 11 mei 1811 werd hij administratief naar het 72e Linie Infanterie regiment, en op 11 september 1811 nog naar het 85e Linie Infanterie regiment overgeheveld. In beide gevallen werd hij echter ‘wegens lange afwezigheid’ van de controlelijsten geschrapt (respectievelijk op 31 mei 1811 en 31 mei 1812). Het enige wat men toen wist was dat hij op 1 april 1811 in een ziekenhuis was opgenomen.
Judocus De Vil, geboren in Londerzeel op 26 maart 1786, zoon van Franciscus en Joanna Catharina Willockx, was loteling van de lichting 1805. Hij werd fuselier bij een niet genoemd Infanterieregiment. Op 9 april 1811 belandde hij, vanuit het ‘dépôt des conscrits réfractaires’ van Lille, in het regiment van het eiland Walcheren, 4de Bataljon, 4de Compagnie. Op 7 juni 1811 werd hij opgenomen in het militair hospitaal van Middelburg (dat is op Walcheren) en daar is hij op 21 juli 1811 aan ‘uitputtingskoorts overleden’.
Petrus Joannes Van Delm (Vendelin in het Frans), geboren in Londerzeel op 25 oktober 1787, zoon van Reinier en Anna Maria Van der Goten. Loteling van 1807 en (als ‘achtergebleven’ loteling) ingelijfd in het 7de Linie Infanterie Regiment (3de Bataljon, 4de Compagnie). In juni 1811 kwam hij in het pas opgerichte en dodelijke strafregiment van het eiland Walcheren terecht. Niet voor lang. Op 26 juni 1811 is hij in het militair hospitaal van Middelburg aan de gevolgen van zwaktekoorts gestorven (een andere, vermoedelijk verkeerde, transcriptie van het archief van het Dijledepartement heeft hem al op 25 mei naar de hemel laten gaan).
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
Wouter Kiekens, geboren in Steenhuffel op 6 juni 1790, zoon van Petrus Joannes en Antonia Verbesselt. Loteling van de lichting van het jaar 1809 en als fuselier ondergebracht bij een niet meegedeeld infanterieregiment. In juni 1811 werd hij overgeheveld naar het regiment des doods ofwel het strafregiment van het eiland Walcheren, 3de Bataljon, 4de Compagnie. Hij werd opgenomen in het Militair Hospitaal van Middelburg op 1 augustus 1811 en is er op 25 augustus aan ‘uitputtingskoorts’ gestorven.
André Coorens, Geboren in Londerzeel op 16 januari 1786, Zoon van Joannes Baptista en Van Gucht Joanna Catharina. Had normaal een loteling van de lichting 1805 moeten zijn maar pas op 8 april 1811 kwam hij in het regiment van het eiland Walcheren terecht. Op 1 mei 1811 en op 11 september 1811 werd hij achtereenvolgens naar het 72e Linie en het 85e Linie Infanterie Regiment overgeheveld. Waarschijnlijk was dat alleen maar administratief. Want op 26 augustus 1811 werd hij binnengebracht in het militair ziekenhuis van Bremen, waar hij op 20 september overleed. De opgegeven doodsoorzaak was, zoals bij een aantal andere Walcheren-bewoners ‘fièvre adynamique’, uitputting dus.
Petrus Joannes Gillisjans, Geboren in Londerzeel op 15 augustus 1788, zoon van Joannes Baptista en Anna Maria De Smedt. Loteling van de klas van 1807 (nr. 150 van de trekking) en in 1808 opgenomen als fuselier bij het 108e Linie Infanterie Regiment. Op 27/9/1810 werd hij als deserteur geboekt maar kreeg hij amnestie als gevolg van het decreet van 25 mei 1810. Op 1 mei 1811 werd hij naar het 72e Linie Infanterie Regiment en op 11 september 1811 werd hij naar het 85e Linie Infanterie Regiment overgeheveld. Althans in theorie want al die tijd is hij blijkbaar op Walcheren gebleven. Op 17 augustus 1811 was hij binnengebracht in het militair ziekenhuis van Zwolle en daar is hij op 25 september 1811, weliswaar niet aan uitputtingskoorts maar aan bloeddiarree overleden. Het levensverhaal van deze loteling werd door Marc Gillisjans beschreven.
François Reyniers (in het archief van het departement van de Dijle te vinden onder de naam Reigniez), geboren in Londerzeel op 2 november 1787, zoon van Cornelis en Maria Van Nieuwenhove, fusilier van de lichting 1806 in een niet gepreciseerd regiment (maar we kunnen het wel raden) kwam op 1 september 1811 in het militair hospitaal van Middelburg terecht. Hij stierf er op 15 november aan waterzucht.
Mathias De Vleeschouwer, geboren in Londerzeel op 20 november 1785, zoon van Joannes Baptista en Catharina Rochtus, was loteling van 1805 en werd ingedeeld bij de 7e compagnie Pioniers van het 3de Linie Infanterie Regiment. Op 7 september 1811 werd hij geëvacueerd naar het militair hospitaal van Mechelen (het door de Franse bezetter in beslag genomen Predikherenklooster) en daar is hij op 12 oktober 1811 aan koorts gestorven is. Waarschijnlijk had hij niets met Walcheren of het Rijnleger te maken.
Mechelen: (tijdelijk) militair hospitaal
We gaan nog even terug naar Walcheren. Met oudejaar 1811 was François Allard nog redelijk gezond, maar op 5 januari 1812 moest men hem naar het militair hospitaal van Middelburg voeren. Zoals gewoonlijk duurde het daar lang om iemand te laten sterven. Dat gebeurde uiteindelijk toch op 28 maart 1812. Allard was, volgens het overlijdensbericht in 1788 of 1789 in Malderen geboren. Helaas heb ik hem niet in de bewerking van Luc Annaert van de doopregisters van Malderen gevonden. Een Petrus Allaert en Anna Maria Slachmuylders hadden daar in 1796 een zoon (Petrus) gekregen, maar hun eerdere kinderen waren (weten we dank zij Luc Annaert) in Londerzeel geboren. Daarbij een Joannes Franciscus Allaert op 20 januari 1789. Dàt moet hem zijn.
1811 op het Iberische schiereiland, deel 2.
Eerst terug naar ons vorig kaartje, want we gaan het nog nodig hebben.

Ook het 2de deel van het jaar 1811 leverde de Fransen op het Iberische schiereiland nog een aantal belangrijke successen opgeleverd. Na de val van Tortosa (2/1/1811), veroverden ze Tarragona op 28 juni en Figueras op 19 augustus 1811. Daarna richtten ze hun blikken op Valencia om aldus het hele oostelijke deel van Spanje onder hun invloed te krijgen. De aanval zou onder leiding staan van de al genoemde generaal Suchet, de commandant van de 26.000 man sterke troepen in Aragon en westCatalonië. De verdediging was in handen van generaal Joachim Blake, die een leger van 36.000 mannen, een groot aantal guerrillero’s en ongeregelde troepen tot zijn beschikking had. Maar zijn militairen waren – zo dachten de Fransen althans - nà een serie nederlagen zeer gedemotiveerd Op 25 oktober 1811 werd, met meer moeite dan verwacht, de versterkte citadel van Sagunto (30 km. ten noorden van Valencia) ingenomen en op 3 november begon het beleg van Valencia.
De citadel van Sagunto (bron: toeristische site van Alkasba)
Om de Fransen elders bezig te houden deed Blake een beroep op de Guerrilla strijders van Durán, El Empecinado en Francisco Espoz y Mina Durán en El Empecinado veroverden het stadje Calatayud (provincie Zaragossa), enMinavernietigdeteAyerbe(provincieHuescategendeFranse grens) een 800 man sterke Franse kolonne.
Generaal Francisco Espoz y Mina
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
Omdat ookdeFransebelegering vanValencialangerduurdedanverwacht werdenkeizerlijketroepen aan de grens van Portugal teruggetrokken om eind december 1811 het belegeringsleger te versterken Een van die teruggetrokken eenheden lag in de buurt van Tordesillas (provincie Valladolid)
Bernard Lions maakte de reis naar het oosten van Spanje niet mee. Hij stierf in Tordesillas (Spanje) op 6 december 1811 ten gevolge van koorts Hij was, geboren te Malderen op 16 november 1782 als zoon van Egidius en Jacoba Van den Broeck, loteling van 1801 en fuselier bij het Regiment des Gardes Nationales, 2de compagnie, 1ste Bataljon.
Cornelis Verbesselt (Verbischt volgens de transcribent van het overlijdensbericht), geboren te Malderen op 17 augustus 1789, zoon van Petrus Joannes en Joanna Catharina Vleminckx, loteling van 1809 en ‘voltigeur’ bij het 112e Linie Infanterieregiment, belandde op 25 december 1811 in het Sint-Cyprianus hospitaal te Gironne en overleed er op 21 februari 1812 aan uitputtingskoorts. Dat is een probleem want Gironne kennen we niet. Ik heb een sterk vermoeden dat het hier over Girona in Catalonië gaat. Het ligt overigens niet ver van Ayerbe waar guerrillero Mina kort te voren (in november) huis gehouden had.
De gevechten in Spanje in 1812.
Jaar 1812
Dieterugtrekkingvaneenaantaleenhedendiedegrens met Portugal bewaakten bleek een misrekening. Want ofschoon Valencia zich uiteindelijk op 9 januari 1812 overgaf, zou dat de laatste Franse overwinning in Spanje zijn. Wellington rook zijn kans. Hij passeerde de onvoldoend bewaakte grens tussen Portugal en Spanje en begon op 8 januari met de belegering van Ciudad Rodrigo (prentje hiernaast) dat hem weliswaar 1 700 mannen kostte maar dat zich 12 dagen later aan hem over gaf en door de rest van zijn troepen leeggeplunderd werd.
Bij Ciudad stopte het niet. Wat er van het Franse leger aan de grens met Portugal nog overbleef werd door Wellington opnieuw verslagen:
- Nog in januari gaven ze de bezetting op van het stadje Sanguesa aan de Franse grens. De partizanenleider Francisco Espoz y Mina gebruikte het dan als uitvalsbasis om met zijn guerrillero’s zoveel mogelijk Franse troepen in de regio te houden zodat die zich niet met de plannen van Wellington zouden moeien.
Jan Jozef Lauwers, geboren te Londerzeel op 31 oktober 1788, zoon van Petrus Lauwers en Anna Catharine Suys, loteling van 1808, soldaat bij het 50ste Linie Infanterie Regiment, met stamboeknummer 7029, overleed in Avila op 25 februari 1812. Zijn dood valt duidelijk binnen dit beschreven kader. Waarschijnlijk waren de partizanen, eerder dan de militairen van Wellington, hiervoor verantwoordelijk.
- Wellingtons volgende optreden voert ons naar Badajos(in de Spaanse regio Extremadura tegen Portugal, waar het Franse Garnizoen zich na een belegering van 20 dagen op 6 april aan hem overgaf. Deze belegering (momentopname hiernaast) wordt als één der bloedigste van de Napoleontische oorlogen beschreven en ook hier werden 4.800 Britse en Portugese militairen gedood of
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
gewond. Badajos zelf werd door de dronken overwinnaars geplunderd en leeggeroofd. Daarbij werden ook 200 à 300 burgers gedood of gewond.
Jan Brion, geboren in Londerzeel op 18 oktober 1787, zoon van Joannes Baptista Brion en Joanna Van Hove, was loteling van de lichting 1806 en Jager bij het 4de Regiment lichte Infanterie, 1ste bataljon, 1ste compagnie. Op 19 mei 1812 werd hij binnengebracht in het hospitaal van de zusters Philippinen te Valladolid. Hij is er op 3 juni 1812 gestorven aan de gevolgen van diarree. Vallodolid ligt niet ver van Tordesillas. Ook zijn overlijden kadert dus in het hier geschreven verhaal.
Maar opgepast: het overlijdensbericht (of althans de transcriptie ervan), bewaard in het archief van het departement van de Dijle (Rijksarchief Brussel) heeft het over Jean Briant, geboren in Landrecies. Een kopij werd wel naar de gemeente Londerzeel gezonden. Bovendien is Landrecies in Noord Frankrijk en niet in het departement van de Dijle te vinden.
Henri Verbelen, geboren in Malderen op 21 oktober 1790, zoon van Joannes en Joanne Dietens, loteling van 1810 en fusilier bij een niet genoemd infanterieregiment, zat op 18 mei 1812 niet in Spanje maar kreeg een hopelijk comfortabel bed in het militair hospitaal te Brussel. Hij had uitputtingskoorts en heeft 28 mei niet overleefd. Ik denk niet dat hij uit Spanje kwam.
Jan Baptist Van Muylder, geboren in Londerzeel op 17 januari 1790, zoon van Antonius en Barbara De Cock, loteling van de lichting 1809, fuselier bij de 6e Compagnie, 71e cohorte van het 2e regiment Kurassiers (de Garde Nationale). Nadat hij op 8 maart 1809 in Brussel vertrokken was, vervoegde hij op 20 maart 1809 zijn regiment te Sarrelouis. Hij overleed in het militair hospitaal van Brussel op 17 juni 1812 , om 2 uur ’s morgens, nadat hij er op 27 mei was binnen gebracht. Ik denk dat hij evenmin als Verbelen van Spanje kwam. De oorzaak van zijn dood… koorts, evenwichts- en coördinatiestoornissen.
- In de Slag van Salamanca, ook de slag van Arapiles genoemd (regio Castilië en León, circa 200 km ten westen van Madrid), op 22 juli 1811, die eigenlijk als een Frans tegen-offensief begon, versloeg het Engels-Portugese leger de Fransen opnieuw. De geallieerden verloren ruim 5 000 doden en gewonden. Bij de Fransen waren dat er ongeveer 13.000.
- Koning Jozef Bonaparte vond het in Madrid niet veilig meer, vluchtte op 11 augustus naar generaal Suchet in Valencia en liet de stad aan Wellington over. Het moet zijn dat daar niet veel te beleven viel, want na 2 maanden keerde die terug naar Portugal.
- Van 7 tot 10 september 1812 werd er gevochten te Palleja bij Barcelona in Catalonië.
Nu volgt er misschien een zware fout maar ik neem het risico: Joannes Ludovicus Wolff was grenadier bij het Franse leger in Aragon. Hij zou in Palleja in Spanje op 10 september 1813, nadat hij door een kogel getroffen was, om 2 uur ’s morgens gestorven zijn. Alleen hadden de Fransen, zoals we nog zullen zien, zich op 1 augustus 1813 uit Spanje teruggetrokken en was er daar geen oorlog meer. Zou het kunnen dat iemand 1813 voor 1812 gelezen heeft. Want van 7 tot 10 september 1812 werd er in Palleja wél gevochten. Jan Louis Wolff was geboren in Londerzeel op 31 mei 1784. Hij was de zoon van Jacobus Wolff en Cecilia Van Quellenborg, loteling van 1803 en als zodanig grenadier bij het 7de Linie Infanterie Regiment, 2de Bataljon (armee d’ Aragon).
Het kasteel van Pallaja, toen tijdelijk hospitaal
- 9 oktober 1812: Slag van Tordesillas (provincie Valladolid in de regio Castilië en León, aan deDouro),ook als deSlagvandeVillaMuriel (Villamuriel deCerrato) endeslagvan Palencia beschreven. Een Frans leger, onder leiding van koning Jozef en generaal Suchet, die in Valencia lang op een tegenoffensief hadden zitten broeden, deed het Spaans-Brits leger van Wellington, dat vergeefs Burgos had proberen in te nemen, naar Portugal vluchten.
- Omdat Napoleon intussen goesting gekregen had om Rusland eens te gaan bekijken, werden veel Franse eenheden uit Spanjeteruggetrokken.Dat betekendemeteenhet begin vanhet einde van de Franse aanwezigheid op het Iberisch schiereiland.
1812 – Begin van de oorlog in Rusland.
In 1812 ontbrandde bovendien een oorlog met Rusland.
- Op 28 juni 1812 werd Vilnius veroverd en maakte Napoleon zijn intrede in de stad. Hij installeerde er een garnizoen.
- 12 juli 1812: de Slag bij Ostrowo (Polen) was een onbeslist treffen tussen de Fransen en de Russen.
- 30juli-1augustus 1812:deSlagbijKlyastitsyaliasdeSlagvanJakoebovo(Wit-Rusland)zorgde voor een eerder beperkte Russische zege op een Frans korps.
- 17 augustus 1812: de Slag bij Smolensk, ofwel de belegering van Smolensk door het grote Napoleontische leger. De Russen verlieten de stad maar niet na de tactiek van de verschroeide aarde toegepast te hebben. De Russen verloren in deze ‘operatie ongeveer’ 11.000 man en de Fransen 7.000.
- 17 en 18 augustus 1812: de 1steslag bij Polotsk tussen een Russisch en een Frans korps leverde geen overwinnaar op.
- 18 augustus 1812: de Slag bij Valutino (bij en eigenlijk deel van Smolensk) resulteerde in een kleine Franse overwinning.
- 7 september 1812: na de grote strijd bij Borodino op punten gewonnen te hebben (28.000 verliezen bij de Fransen, 38.000 bij de Russen), bereikte Napoleon Moskou dat door de Russen verlaten en in brand gestoken was en waar dus meer niks re rapen viel.
Jan August Lamberts, geboren te Londerzeel op 2 december 1784, zoon van Carolus en Catharina Van der Vreken, was loteling van het jaar 1804. Op 4 juli 1805 was hij uit Brussel vertrokken om het 3e Regiment Jagers te Voet in Italië te vervoegen. Tot 1813 is hij door Europa blijven zwerven. Hij heeft er een notaboek met de data en de namen van zijn verblijfplaatsen over nagelaten. In 1812 liep hij een schotwonde op aan de linkerhand tijdens de slag aan de ‘Moskowa ‘in Rusland. Ik heb niet zwart op wit gevonden dat hij de medaille van Sint-Helena heeft gekregen, maar aangezien hij maar in 1868 overleden is heeft hij er zeker recht op gehad. Voor alle duidelijkheid: Moskowa is hier niet de stad Moskou maar de rivier en meestal wordt in deze context over de slag bij Borodino gesproken en geschreven.
Slag bij Borodino (Franz Roubaud)
Judocus (Josse) Buelens, geboren in Londerzeel op 1 november 1790, zoon van Christoffel en Maria Calewaert, moest zich als loteling van het jaar 1810 presenteren in het depot te Lille. Van daar ging hij op 1 april 1811 als fuselier naar het regiment van het eiland Walcheren, maar niet voor lang: op 1 mei ging hij over naar het 72e Linie Infanterie Regiment en op 11 september van nog altijd het jaar 1811 naar het 85e Linie Infanterie Regiment. In 1812 nam hij aldus deel aan Napoleons Russische campagne. Op 29 september 1812 werd hij krijgsgevangen genomen, maar ik kan niet lezen waar. Misschien kan iemand anders het wel.

Pierre Jean Bettens, geboren te Merchtem op 4 februari 1791, zoon van Henri en Francisca Silverans, loteling van Steenhuffel van de lichting 1811, met stamboeknummer 11211 ingedeeld bij het 25e Infantereregiment, kwam eerst als ‘weerspannige’ in het ‘Dépôt des refractaires’ te Wesel (Duitsland) terecht. Op 19 oktober 1811 vervoegde hij zijn korps om er mee naar Rusland te trekken. Volgens zijn militaire fiche werd hij daar in 1812 krijgsgevangen genomen. We weten niet waar en wanneer.
Napoleon trok zijn troepen bijgevolg uit Moskou weg en ging elders verder vechten. Wat hij daar zo plezierig aan vond blijkt niet meteen uit wat er op het terrein gebeurde.
- 8 oktober 1812: de Slag bij Tarutino. De Russen versloegen een Frans korps.
- 18–20 oktober 1812: de 2de slag bij Polotsk. De Russen versloegen een Frans-Beiers korps.
- 24 oktober 1812: de Slag bij Malojaroslavets. De Russen overwonnen de Fransen opnieuw.
- 31 oktober 1812: de Slag bij Czasniki … En opnieuw.
- 3 november 1812: de Slag bij Vyazma eindigde onbeslist.
André Van Icod, geboren in Londerzeel op 9 oktober 1788, zoon van Augustinus en Elisabeth Busch, loteling van 1808, werd, nà een periode als deserteur geregistreerd te zijn geweest, (pas) op 10 oktober 1810 met stamboeknummer 7966 bij het 108e Linie Infanterie ingelijfd. Hij zou op 10 november 1812 krijgsgevangen genomen zijn, maar men vermeldt niet waar Zijn regiment was in die periode in Rusland actief en heeft van 15 tot 18 november in Krasnoi gevochten (zie hierna).
- 13 en 14 november 1812: de Slag bij Smoliani betekende een nieuwe Russische overwinning op een Frans korps.
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
- 15 tot 18 november 1812: de Slag bij Krasnoi was maar een gedeeltelijke Russische overwinning Napoleon was in staat om via een doorbraak de restanten van zijn eens zo machtig leger terug te trekken
De winter begon vroeg en was hard. Waar de Russen vertrokken lieten ze geen proviand voor de Fransen achter.
- 26-29november1812:deSlagbijdeBerezina.Ondanks zware verliezen, slaagden de Fransen erin de rivier in de buurt van Borizov over te steken. Inmiddels was er in de rangen vlektyfus uitgebroken.
- Op7december1812 keerdende eerste Fransetroepen naar de garnizoensstad Vilnius terug maar ondanks de voorzorgen van de garnizoenscommandant sloeg het uitgehongerde leger aan het plunderen.
De tweede keer in Vilnius
Pieter Jan De Boeck, geboren te Londerzeel op 22 april 1790, loteling van 1809 en kurassier (al enkele keren eerder vernoemd) is na zijn avonturen in Spanje en met name na de slag van Tortosa naar zijn regiment teruggekeerd, niet om op rust te gaan maar om naar het oorlogsgebied in Rusland te trekken.
Dààr heeft hij op 28 juni deelgenomen aan de verovering van Vilnius (waar hij een slag met de sabel op de linkerarm gekregen heeft), de belegering van Smolensk (17 augustus) en nog eens het beleg van Vilnius (dat eigenlijk een plundering van de eigen legervoorraden was (zie hoger).
1813
Livien Cleymans werd geboren in Londerzeel op 15 december 1786. Hij was een zoon van Joannes Cleymans en van Antonia Van den Bergh. In 1806 lootte hij verkeerd en werd hij als fuselier ondergebracht bij het 131e Linie Infanterie Regiment, 1ste bataljon, 4de Compagnie.
Hij stierf in het militair hospitaal van Middelburg (Walcheren, Zeeland, Nederland) op 19 februari 1813 aan totale verzwakking Ook hij behoorde tot het regiment van het eiland Walcheren (het 131e Linie Infanterieregiment was daar immers een ‘schuilnaam’ voor) en was dus niet de eerste mens uit Londerzeel (maar wel de laatste die we kennen) die er in de problemen kwam.
Op het Europese zuidfront…
… behaalden de Engelsen, na confrontaties in Segovia (3 februari) en Lignenza, op 21 juni 1813 bij Vitoria (Gasteiz in het Baskisch) een grote overwinning op de Fransen. Wellingtons troepen trokken verder op naar de Franse grens en van 26 juli tot 1 augustus 1813 versloeg hij de Fransen definitief in de Slag bij Sorauren (in de buurt van Pamplona). De Fransen trokken zich terug en de oorlog in Spanje was ten einde.
Rechts: de Ulzama-brug te Sorauren
Ook elders, vooral in Duitsland, begon men genoeg van Napoleon te krijgen. In maart 1813 verklaarde koning Frederik Willem (Nederlandse Republiek) de oorlog aan Frankrijk. Rond dezelfde tijd brak in Pruisen de “Befreiungszkriege” uit
De Duitse bevrijdingsoorlog.
Na de overwinning in de Slag van Austerlitz had Napoleon in het gebied dat we nu Duitsland noemen heel veel invloed gewonnen.
- Alles ten westen van de Rijn en de gebieden langs de Noordzee tot aan Lübeck waren Frans grondgebied.
- De heersers van Saksen, Württemberg en Beieren hadden hun kroon en troon aan Napoleon te danken en waren bondgenoten of vazallen geworden.
- In Midden-Duitsland, onder meer in Westfalen, regeerde Napoleons broer Jerôme Bonaparte (prentje hiernaast)
- Zelfs Pruisen (verdrag van Tilsit) en Oostenrijk waren tot bondgenootschap gedwongen en hadden zelfs voor de Russische campagne tegen hun goesting, aanzienlijke troepen moeten leveren.
- Dat alles resulteerde in een confederatie van vazalstaten van het Eerste Franse Keizerrijk: het zo geheten Rijnverbond.
Jerôme Bonaparte
Na Napoleons fiasco in Rusland veranderde eerst Pruisen van kamp door met de Conventie van Tauroggen (30/12/1812) een wapenstilstand en door het Verdrag van Kalisch (28/2/1813) zelfs een bondgenootschap met de Russen, tegen de Fransen uiteraard, te sluiten.
Pierre Van Acoleyen, geboren te Malderen op 25 juni 1786, zoon van Guilliam en Anna Maria Maes, loteling van 1806, op 22 januari 1806 met stamboeknummer 3433 ingelijfd bij het 112e Linie Infanterie Regiment, werd op 4 maart 1813 in Berlijn door de Russen krijgsgevangen genomen en afgevoerd. Ik weet niet wat het 112e Linie daar in die periode deed. Hun geschiedschrijver spreekt er niet over. Ik denk dat ze nog uit Rusland aan het terugtrekken waren. Wat de Russen daarentegen in Pruisen te zoeken hadden werd hierboven uitgelegd.
In april 1813 rukte Napoleon met een gerestaureerd leger (met onder meer uit Spanje teruggeroepen eenheden) Duitsland binnen. Daar raakte hij verschillende keren slaags met de Russische en Pruisische troepen:
- Bij het eerste treffen, op 5 april bij Möckern, werd hij verslagen.
- Daarna volgde op 2 mei een overwinning te Gross-Görschen aka Lutzen (deelstaat Saksen-Anhalt, bij Leipzig).
Jan Baptist Van Thienen, geboren in Londerzeel op 4 november 1785, zoon van Jan Baptist senior en Maria Anna Verbercht, loteling van 1806, soldaat bij het 112e L.I.R. met stamboeknummer 3434 (vanaf 22/10/1806 als fuselier en vanaf 1/6/1808 als voltigeur), werd op 7 mei 1813 in het hospitaal van Dresden opgenomen. Doorgaans betekende dat de dood. Dat dacht men ook bij zijn regiment en op 30 juni 1813 werd hij al van de controlelijst geschrapt. Hij was vermist maar ik heb hem terug gevonden. Op 16 april 1818 is hij in Londerzeel, als wever, met Petronella Joanna Van den Driessche getrouwd.
Petrus Van Aken, geboren in Londerzeel op 27 juni 1791, zoon van Barbara Van Aken en een onbekende vader, loteling van 1811, fuselier bij het 147e Linie Infanterie Regiment, 2de bat , 1ste Cie, werd op 8 mei 1813 binnengebracht in het militair hospitaal van Bensberg (bij Keulen). Hij stierf daar op 23 mei 1813, niet aan verwondingen maar aan koorts. Een verband met Gross-Görschen of Lutzen is dus niet evident. Ware het niet dat (volgens Wikipedia) zijn regiment in 1813 wel degelijk in Lutzen, Wurschen (aka Bautzen zie hierna), en later nog in Neukirchen, Plagwitz en Goldberg gevochten heeft.
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
Jozef Bogaerts, geboren in Londerzeel op 11 juli 17491, zoon van Gerard en Joanna Elisabeth Verhasselt, loteling van 1811 en met stamboeknummer 7077 terecht gekomen in het 21e Linie Infanterie regiment, werd tijdens dit gevecht op 2 mei krijgsgevangen genomen. Wat er daarna met hem gebeurde heb ik niet gevonden.
- Op 20 en 21 mei 1813, bij Bautzen in Silezië (nu deelstaat Saksen), behaalde het leger van Napoleon een nieuwe overwinning, maar wel ten koste van grote verliezen.
Gerard Van Hoeck, geboren in Londerzeel op 6 oktober 1789, zoon van Judocus en Anna Catharina Puttemans, grenadier van de lichting 1808, stierf in het militair hospitaal van Munster op 13 juli 1813. Hij verbleef daar vanaf 17 juni. De opgegeven doodsoorzaak was diarree.
Henri Valckaerts, volgens zijn overlijdensbericht geboren in Malderen, werd op 31 juli 1813 in het hospitaal van Antwerpen opgenomen en is er op 16 augustus aan de gevolgen van uitputtingskoorts gestorven. Ik heb hem in de geboorteregisters niet gevonden. In Malderen werd op 2 december 1782 wel een Henri Valckaert geboren (zoon van Guilliam en Petronella Van den Bergh) maar was die, tenzij hij beroepsvrijwilliger was, niet te oud om in 1813 nog soldaat te zijn? Een Valckaerts Jean Pierre was nog milicien van de klas van 1826 in Malderen maar verhuisde in 1835 naar Londerzeel.
Een zekere Jan Baptist Vandervoose, geboren in Malderen volgens de transcriptie van zijn overlijdensbericht werd op 2 augustus 1813 in het militair ziekenhuis van Aken binnengebracht en is er op 15 augustus met koorts gestorven. Zijn regiment wordt niet vermeld maar hij was een deserteur. De naam Vandervoose bestaat natuurlijk niet. Ik dacht aan Van de Voorde of Van der Vorst We weten dat een Jan Baptist Van den Voorde, geboren op 30/1/1793, zoon van Petrus Joannes en Margareta Puthals, inderdaad deserteerde, opgepakt werd en terug naar zijn regiment, het 132e regiment kurassiers, werd gevoerd. Maar deze Jan Baptist was in Steenhuffel geboren. Bovendien is hij pas in 1851 in Steenhuffel gestorven. De enige andere mogelijkheid is dat het hier gaat om Jan Baptist Van der Vorst geboren in Malderen op 21 december 1789, zoon van Antonius en Anna Maria Groes.
Nog ik Aken, in hetzelfde ziekenhuis stierf op 27 september 1813 Judocus Josephus Claessens. Hij was geboren in Londerzeel op 17 november 1792 en was de zoon van Judocus en Maria Van Nieuwenhove. Als loteling van 1812 vervoegde hij als fuselier met stamboeknummer 6742 op 17 februari 1813 het 21e Linie Infanterie Regiment. De doodsoorzaak werd niet genoemd Er is toch iets raars aan dit geval. Op 12 maart was hij namelijk gedeserteerd. Wellicht was hij snel terug opgepakt maar zijn regimentsfiche maakt daar geen melding van.
Tijd voor een kaartje. Want er werden plaatsen genoemd die we nog niet weten liggen. Het is van de hand van Memnon335bc en ik heb het op Wikimedia commons gevonden.
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
In augustus 1813 sloot Oostenrijk zich bij de Duits-Russische coalitie aan. Dat keerde het tij:
- Op 23 augustus 1813 behaalden de geallieerden te Grossbeeren al een eerste overwinning op de Fransen.
- Op 26 en 27 augustus 1813 was de Slag bij Dresden Napoleons laatste overwinning op Duits grondgebied.
26 augustus 1813 was ook de laatste dag van het korte leven van Jan Baptist Van Ruysevelt. Hij sneuvelde tijdens deze slag. Hij was de zoon van Frans en Anna Maria Plaskie en in Londerzeel op 7 september 1792 geboren. Hij was blokmaker tot hij in 1812 als loteling opgeroepen werd, het verkeerde nummer trok en het stamboeknummer 7569 kreeg waarmee hij zich op 6 maart 1813 presenteerde bij 4e bataljon grenadiers van het 21e Linie Infanterie Regiment.
- Tezelfdertijd (26 augustus) werd een andere Franse legerafdeling bij Katzbach verslagen.
- Ook op 30 augustus leed een 33.000 man sterk Franse troepenmacht een gevoelige nederlaag in de Slag bij Kulm.
- En op 6 september 1813 leverde de Slag bij Dennewitz Napoleon voorral verlies en miserie op.
Pierre Laurent Verhoeven, geboren in Londerzeel op 21 mei 1791, zoon van Jan Baptist en Elisabeth Van der Goten, loteling van de klas van 1811 kreeg het stamboeknummer 7116 toen hij op 21 februari 1813 bij het 21e Linie Infanterie Regiment. Hij was daar niet graag en deserteerde op 13 maart van hetzelfde jaar. Op 1 juni keerde hij terug en als dat vrijwillig was dan had hij dat beter niet gedaan. Want hij werd gewond of ziek en op 20 september 1813 werd hij in een hospitaal van Dr… (waarschijnlijk Dresden, zijn regiment had daar kort voordien gevochten) achtergelaten. Daarna heeft men niets meer van hem vernomen. Ik evenmin.
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
Tussen 16 en 19 oktober 1813 leed Napoleon in de Volkerenslag bij Leipzig een verpletterende nederlaag.
Tijdens deze slag zouden 3 korporaals uit Groot-Londerzeel krijgsgevangen genomen zijn. Van 2 van hen hebben we daarna niets meer vernomen.
Wouter Kiekens, geboren op 18 september 1786 in Londerzeel, zoon van François en Elisabeth Moeysoms, loteling van 1806, vanaf 22/1/1806 soldaat en vanaf 21/10/1809 korporaal bij het 112e Linie Infanterie Regiment, stamboeknummer 3436, zou naar men aannam tijdens de grote veldslag te Leipzig, en wel op 19 oktober 1813, krijgsgevangen zijn genomen. Daarna was men hem kwijt. Maar ik heb goed nieuws. Op 1 maart 1816 was hij terug in Londerzeel om er met Maria Joanna Van Geel te trouwen.
Ook Joseph Reyntiens zou bij de Volkerenslag van Leipzig, één dag vroeger, op 18 oktober 1813, krijgsgevangen genomen zijn. Hij was geboren te Londerzeel op 19 februari 1786 als zoon van Jan en Anna Catharina Van Ingelgem. Als loteling van 1806 diende hij, met stamboeknummer 3451, vanaf 22 oktober 1806 als fuselier en vanaf 6 maart 1809 als voltigeur, in het 112e Linie Infanterie Regiment. Op 31 april 1811 was hij gepromoveerd tot korporaal. Van hem heb ik geen huwelijk gevonden maar ik heb alleen in Londerzeel en Steenhuffel kunnen zoeken. De wereld is wel iets groter dan dat.
Josse Robberechts, geboren in Londerzeel op 31 juli 1787, zoon van Antonius en Jacoba Van Buggenhout, loteling van 1809, op 11 juni 1808 met stamboeknummer 5991 aangekomen bij het 112e Linie Infanterie Regiment en er op 11 juni 1812 korporaal geworden, was de 3de Londerzelenaar die op 19 oktober 1813 te Leipzig krijgsgevangen zou zijn gemaakt. Ik weet niet wat er van hem geworden is.
Pieter Jan De Boeck (klas 1809 en al een paar keer genoemd) was na de campagnes in Spanje (1809-1811) en Rusland (1812) nog lang niet aan rusten toe. Hij moest naar Duitsland en heeft er in oktober 1813 aan de Volkerenslag van Leipzig deelgenomen Daar heeft hij een steek van een lans in de linkervoet gekregen, waarvoor hij gedurende 6 weken in het hospitaal van Dresden heeft gelegen. En bij dat gevecht te Leipzig werd (al voor de tweede keer) zijn paard doodgeschoten. Hij is in januari 1815 terug naar Brussel gekomen om nieuwe paarden te zoeken.
Ook Pieter Jan Van Assche heeft aan de campagnes in Duitsland deelgenomen. Hij was op 16 mei 1793 in Opdorp geboren als zoon van Joannes Franciscus en Barbara Merckx. Als loteling van Opdorp van het jaar 1812 (hij woonde toen al wel in Steenhuffel) werd hij ingelijfd bij het 22e Régiment de ligne, 3e bataljon, 3e compagnie, depot Maastricht. Hij is naar Rusland getrokken en heeft daarna deelgenomen aan de campagnes in Duitsland, waar hij in de veldslag van Leipzig 3 schotwonden opgelopen heeft (1 in de rechterknie en 2 in het linkerbeen). Hiervoor werd hij naar het Hospitaal van Frankfurt gezonden (waar hij 4 maanden bleef) en vervolgens naar dat van Scheffenbourg. Daarna is hij naar het depot in Maastricht teruggekeerd.
Völkerschlacht bij Leipzig.
- Op 30 en 31 oktober 1813 was er bij Hanau (ten oosten van Frankfurt am Main) nog een confrontatie met Oostenrijks-Beierse troepen die er niet in slaagden om te terugtrekkende Fransen tegen te houden.
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
Jan Baptist Van den Eede (Wandenide volgens de transcriptie in het Rijksarchief), geboren in Malderen op 17 augustus 1794, zoon van Petrus en van Joanna Catharina Wouters, loteling van 1813 en fusilier bij een onbekend infanterieregiment, stierf als gevolg van slapte op 5 december 1813 in het militair hospitaal van Givet (Noord-Frankrijk op de Belgische grens). Hij was daar op 28 november binnen gekomen.
Petrus De Bondt, geboren in Londerzeel, wellicht in 1794. Als loteling van de klas van 1813 uit Londerzeel kwam hij terecht bij het 17de Regiment lichte Infanterie. Op 26 november 1813, nog altijd maar 19 jaar oud, overleed hij in Metz (Noordoost-Frankrijk aan de Moezel), ten gevolge van ‘koorts’
Ik heb deze Petrus niet teruggevonden in de doopregisters van Londerzeel, noch in die van de buurgemeenten. Over dit overlijden volgt meteen wat meer.
Jaak Van den Broeck, geboren te Londerzeel op 8 augustus 1789, zoon van Josephus en Joanna Mara Sibens en met zijn ouders naar Steenhuffel verhuisd, was loteling van Steenhuffel van de lichting 1808. Hij werd soldaat bij het 17de Linieregiment.
Op 18 december werd hij opgenomen in het hospitaal van Mainz (Duitsland) en op 23 december 1813 is hij er ten gevolge van ‘koorts’ overleden. Is er een verband tussen de ‘koorts’ van Jaak Van den Broeck en die van Petrus De Bondt? Waarschijnlijk wel. Ik zal dat zo meteen proberen uit te leggen.
Wat nu volgt is een beetje vreemd. Want in hetzelfde burgerlijk hospitaal van Mainz stierf op 27 december 1813, dus 4 dagen na Jaak Van den Broeck, zijn naamgenoot Jean Van den Broeck aan dezelfde ziekte. Deze was geboren in Steenhuffel op 13 april 1794 en was de zoon van Egidius Josephus en Petronella Fasseel. Als loteling van 1813 was hij ingelijfd bij een regiment Jagers te voet.
De Tyfus-epidemie van eind 1813-begin 1814.
Tyfus in Mainz.
Met de verpletterende nederlaag te Leipzig op 10 oktober 1813 liep de Duitse campagne van Napoleon ook met een serieuze sisser af. Zijn Grande Armée trok zich terug. Bij deze terugtocht werd de garnizoensstad Mainz gepasseerd. Daar verbleven 12.000 à 15.000 soldaten en lotelingen maar velen waren ziek.
Eén van die garnizoenssoldaten was wellicht Jan Kiekens, geboren te Steenhuffel op 3 november 1791, zoon van Petrus en Petronella Van Buggenhout, loteling van 1810, die volgens Franse bronnen was ingedeeld bij het 8ste Regiment Voltigeurs (lichte infanterie), en daarna bij de Garde Impériale, maar die volgens de secretaris van Steenhuffel behoorde tot de Grenadiers, 3e bataljon, 2e compagnie, met depot in Méance. Méance is namelijk Frans voor Mainz. Kiekens heeft Napoleon overleefd en heeft, hoewel hij aan geen enkele gevecht had deelgenomen, in 1858 de Medaille van Sint-Helena gekregen.
Toen de hoofdmacht van het leger (of wat daar na de nederlaag in Leipzig nog van over bleef) begin november 1813 in de stad arriveerde, was er eigenlijk geen plaats om het op te vangen.
Een ooggetuige, de genie-officier Valtu, schreef het volgende hierover: “ik heb soldaten van alle legeronderdelen over de Rijnbrug zien passeren. Ze hadden geen geweren, geen mutsen en geen schoenen. In de stad zelf was het zo druk dat mannen en paarden ’s nachts buiten moesten slapen. De gewonden en de zieken stierven er op straat”.
Toen het gros van het leger Mainz opnieuw verliet was dat met achterlating van enkele regimenten (o.a. het 17e en het 26e Linie Infanterieregiment) om de stad tegen het naderende geallieerde leger te helpenverdedigen… Ookmetachterlating vandeVlektyfusdiebij deuitgeputteen gedemoraliseerde troepen uitgebroken was.
Vanaf 21 november 1813 tot 4 mei 1814 werd de al erg verzwakte garnizoensstad door de geallieerden belegerd. Er was wel genoeg voedsel maar amper geneesheren en geneesmiddelen voor de talloze zieken. De hospitalen lagen overvol. Een getuige schreef 6: “De eerste keer dat ik het hospitaal bezocht, dat gevestigd was in het gebouw van de stedelijke accijnzen, trof ik daar de doden en de levenden, de gewonden en de zieken door elkaar aan. De zieken lagen op de grond, zonder matras of zelfs
6 Mijn ‘inspiratie’ voor dit deel van het verhaal komt nicovandinther.nl/kwartierstaten/Grande-Armee.pdf.
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
stro, in hun eigen uitwerpselen. Ik heb op mijn tenen gelopen om niet tot aan mijn enkels in hun uitwerpselen terecht te komen. Er waren zieken bij, die zich te ruste hadden gelegd op de lichamen van overledenen… Ze vertelden dat ze al twee, drie, vier dagen op dezelfde plek lagen, zonder dat iemand zich om hen had bekommerd, zonder dat ze ook maar een druppel water hadden gekregen….”
Tekening gemaakt begin 1814 in Mainz toen de epidemie op haar hoogtepunt was (bron Nico Van Dinther)
In Mainz overleden in november 1813 tweehonderd militairen per dag. En dan moest het hoogtepunt van de epidemie begin 1814 nog komen… De vorige kaart op blz. 82 toont aan dat, als men van Leipzig naar Frankrijk wilt, Metz (waar Petrus De Bondt overleed) perfect in het verlengde ligt van Mainz.
Tyfus langs de Rijn.
Niet alleen Mainz (Mayence) en omgeving werden in deze periode door deze epidemie geteisterd. Nà Mainz volgden Straatsburg, en verder in Frankrijk Sélestat (daar telde men 500 zieken per dag, Tonnerre, Grenoble en de valleien van de Marne en de Seine… onder meer…
Ik ga me – niet zonder reden - beperken tot twee steden aan de oevers van de Rijn.
Over de afschuwelijke tyfusepidemie van 1813-1814 in Straatsburg werden, zoals ik al eerder vertelde, vele boeken en artikels geschreven 7 .
Alle auteurs gaan er van uit dat de ziekte door uit Mainz gevluchte soldaten (dikwijls deserteurs) was meegebracht.
Op 23 januari 1814 is daar ook, in hospitaal St. Marguerite een loteling uit Malderen, fuselier in een niet genoemd infanterieregiment, uit Malderen aan ‘koorts’ gestorven. Volgens de transcriptie van het overlijdensbericht in het archief van het departement van de Dijle ging het over Joseph Gossé. Hij zal wel lichtjes anders geheten hebben, maar ik weet nog altijd niet hoe.
Ook in Wesel heerste de ziekte. Wesel is een historische hanze- en vestingstad aan de Rijn in de deelstaat Noordrijn-Westfalen. Van 1806 tot 1814 was het ook een belangrijke pijler van de Napoleontische heerschappij in NoordDuitsland. In 1805 was de stad door de legers van Napoleon ingenomen. De bestaande citadel werd met nieuwe versterkingen en een kazerne uitgebreid. Bovendien werd op de linker oever van de Rijn een nieuwe Napoleon-citadel (later in Fort Blücher herdoopt) gebouwd In 1811-1812 werden in die citadel dienstweigeraars en gevatte deserteurs opgesloten en daarna naar de Russische slagvelden gezonden. Ook in 1813-1814 was Wesel nog een “dépôt des réfractaires” (weerspannigen). Niet alleen van weerspannige miliciens maar ook priesters die de eed van trouw aan de Franse Republiek weigerden af te leggen. Zo werden in 1813 148 seminaristen en theologiestudenten uit Gent naar Wezel gedeporteerd omdat ze weigerden om de door Napoleon aangestelde bisschop te erkennen. Ze kwamen er in augustus/september 1813 aan en werden meteen ondergebracht in de citadel. Door een epidemie overleden 43 van hen, 35 daarvan werden in Wezel begraven. (bron https://nl.wikipedia.org/wiki/Wezel_(Duitsland). Behalve aan tyfus stierven vele mensen in Wesel ook aan de Rode Loop.
7 Zoals: “Le typhus et son épidémie à Strasbourg en 1813-1814” van Marie-Thérèse Witz en Jacques Héran, Université Louis Pasteur (Strasbourg), 1998.
Jan Jozef Brion, geboren in Londerzeel op 17 februari 1793, zoon van Jan Baptist en Joanna Van Hove, loteling van 1812, fuselier in een niet vermeld infanterieregiment en mogelijk deserteur, stierf in het militair hospitaal van Wesel op 8 april 1814 aan de gevolgen van ‘de koorts’. Vanaf 20 februari was hij er, waarschijnlijk niet zeer goed, ‘verzorgd’ geweest.
Op 8 mei 1814, na een kort beleg door de geallieerden 8, werd Wesel door de Franse troepen verlaten en kwam het gebied weer onder bevel van de Pruisische monarchie. De overlevenden van Wesel werden in vrijheid gesteld. Voor Jan Jozef Brion kwam die bevrijding te laat.
1814
1814: Nog een ander gevolg van de nederlaag van Napoleon te Leipzig
Eèn van die gevolgen was dat ook het noorden van Duitsland niet langer meer een onderdeel bleef van het Eerste Franse Keizerrijk. Het Département des Bouches de l’Elbe werd opgegeven en zal in 1814 over het Koninkrijk Hannover, het hertogdom Lauenburg en de vrije steden Hamburg en Lübeck verdeeld worden.
Het Franse “Observatiekorps van de Elbe en de Oostzee”, dat in 1813 deels uit het 21e Linie Infanterieregiment bestond, werd ontmanteld en trok zich terug. Maar blijkbaar niet direct.
Gerard Doom, geboren in Steenhuffel op 5 november 1787, zoon van Petrus en Maria Anna Herbos, loteling van 1806 en fusilier bij het 21e Linie Infanterieregiment werd ziek aan de Elbe en werd op 13 november 1813 in een hospitaal te Maagdenburg binnen gebracht. Hij stierf op 29 maart 1814 aan de gevolgen van een longaandoening die we nu tuberculose noemen.
Een zekere Vinkoust, zonder voornaam en bovendien compleet verkeerd gelezen, een voor 1794 in Londerzeel geboren fuselier bij een onbekend infanterieregiment, stierf op 4 december 1813 in het militair hospitaal nr. 6 te Torgau (een stad aan de Elbe in het noordwesten van de Duitse deelstaat Saksen) aan de gevolgen van koorts. Wie deze mens kan identificeren mag een prijs komen halen.
Pierre De Bont, geboren in Stentrassal (waarvan ik sterk vermoed dat dit eigenlijk Steenhuffel zou moeten zijn), voltigeur bij het 21e Linie Infanterie regiment, werd op 20 april 1814 ziek in het militaire ziekenhuis nr. 1 te Hamburg achtergelaten. Men heeft hem er 1 maand in leven gehouden. Op 19 mei is hij gestorven.
Als Stentrassal inderdaad een verkeerde lezing van Steenhuffel is (ik ben erger tegen gekomen), en als Pierre of Petrus zijn voornaam of een deel van zijn voornaam is, dan kan dit alleen maar Petrus De Bont zijn, geboren in Steenhuffel op 8 februari 1791, zoon van Jan Baptist en Maria Theresia Moyson. We hebben zijn aanwezigheid in groot-Londerzeel na 1800 niet meer gevonden.
8 Eind 1813 bestond er een bredere alliantie tussen Rusland, Pruisen, Oostenrijk en Groot-Brittannië. Voor Napoleon was dat het begin van het einde.
De Napoleon citadel in Wesel ziet er momenteel wel een beetje verwaarloosd uit.
Jozef De Bondt, die volgens zijn overlijdensbericht in 1794 in Londerzeel zou geboren zijn maar die we niet vinden, karabinier bij het 21e Linie Infanterieregiment, is pas op 1 mei 1814 in het ziekenhuis van Maagdenburg binnengekomen. Hij overleed 2 maanden later, op 3 juli, aan slapte. Een kleine opmerking: in 1814 bestonden er twee regimenten Karabiniers te paard maar Karabiniers zonder paard deden gewoon dienst in een Linieregiment; in principe schoten zij met een karabijn in plaats van met een fusil.
De laatste Elbe-observator uit onze gemeente is ginder pas op 30 september 1814, en wel in hospitaal nr. 1 te Torgau gestorven. Maar alweer is zijn naam, evenals die van Vinkoust, wellicht door slordig gekribbel van een Torgause griffier, verloren gegaan. De persoon die hem probeerde te ontcijferen heeft er Louis Jeanty van gemaakt. Het was een fusilier die voor 1794 in Londerzeel geboren was. Zou het Joannes Ludovicus Janssens kunnen zijn? Die was in Londerzeel geboren op 4 april 1793 als zoon van Matthias en Anna Carharina Van Schel. Zo veel andere mensen met Louis in hun naam zijn er in Londerzeel in de betreffende periode niet geboren.

Vanaf begin 1814 waagden Oostenrijkers, Pruisen en Russen zich terug op Zuid-Nederlandse en Franse bodem. Bij Hoogstraten (11 januari), Brienne (29 januari) La Rothière (1 februari), Champaubert (10 februari), Montmirail (11 februari), Château-Thierry (12 februari), Vauchamps (14 februari), Montrereau (18 februari) werden ze nog door de troepen van Napoleon verslagen.
Petrus Van Ingelgem, geboren in Steenhuffel op 9/11/ 1792, zoon van Jan Baptist en Anna Theresia Van den Broeck, trad als loteling van 1811 in dienst bij het Regiment d’Ouvriers Marins, 1e Cie 5e Bataljon, 1e compagnie, depot Antwerpen. Hij heeft deelgenomen aan de aanval van Hoogstraten en werd daar door de Pruisen gevangen genomen. Hij bezat een certificaat van terugzending naar huis, afgeleverd te Brussel op 3 maart 1814 door de directeur van de 1e Compagnie van het Pruisische leger.
Maar:
- Op 5 februari 1814 werd Gorkum (nu Gorinchem in Zuid-Holland), dat al lang in Franse handen was, na een belegering en beschieting door de geallieerden (vooral Pruisen) ingenomen.
Inname van Gorinchem 1814: herdenkingsmedaille
Cornelis Goossens, geboren te Steenhuffel op 2 januari 1793, zoon van Joannes en Maria Josepha De Wachter, loteling van 1812 en in dienst getreden in oktober 1813 bij de Garde Nationale, depot Antwerpen. Hij was betrokken te Gorkum (Gorinchem Holland) bij de aanval tegen de Pruisen. Hij kwam er zonder kleerscheuren van af. Cornelis woonde in 1858, toen hij de medaille van Sint-Helena kreeg, nog altijd in Steenhuffel (zuidelijk deel van den Smisstraat).
- Op 27 februari versloegen de Oostenrijkers een Frans contingent bij Bar-sur-Aube.
- Dezelfde dag versloeg de Engelsman Wellington een ander contingent bij Orthez in de buurt van Bayonne.
- Op 9 en 10 maart overwonnen de Pruisen de Fransen in de Slag bij Laon.
- Op 21 maart (Slag bij Arcis-sur-Aube) en 25 maart (Slag bij Fère-Champenoise) trokken de Oostenrijkers tegen de Fransen aan het langste eind.
- Twee Franse succesjes (7 maart bij Craonne en 13 maart bij Reims) slaan we over, want…
- Op 30 maart (Slag bij Montmartre) veroverden de geallieerden Parijs.
- En op 10 april versloeg Wellington bij Toulouse een Frans korps dat geen zin meer had om verder te vechten toen het vernam dat Napoleon na het verlies van Parijs de ‘Vrede van Parijs’ had moeten aanvaarden, als gevolg hiervan was afgetreden en naar het eiland Elba verbannen. Dat vredesverdrag was onwaarschijnlijk mild voor de Fransen. Er werd teruggekeerd naar de grenzen van 1792 en Lodewijk XVIII kon de troon bestijgen.
Lodewijk XVIII , van 1814 tot 1824 koning van Frankrijk en Navarra.
1815
Eind februari 1815 wist Napoleon van Elba te ontsnappen.
Op 30 maart greep hij zonder bloedvergieten opnieuw de macht.
Op 18 juni 1815 werd hij door de geallieerden definitief verslagen in Waterloo.
Wellington in Waterloo (Robert Hillingford)
Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt
Nadat hij zich aan de Engelsen had over gegeven werd hij naar Sint-Helena verbannen, waar hij in 1821 stierf.
Het Longwood House op Sint-Helena, waar de verbannen Napoleon zijn laatste dagen doorbracht.