Loteling in Londerzeel - Deel 2-de Boerenkrijg

Page 1


Deel 2

LOTELING IN LONDERZEEL

De Boerenkrijg in groot-Londerzeel

Het is zeker niet mijn bedoeling om hier het zoveelste verhaal over de Boerenkrijg van te maken. De komst van de Franse Revolutie naar ons vaderlandwerdniet dooriedereenevennegatiefervaren. In Luik was men er alleszins een heel groot voorstander van. Maar niet alleen dààr zoals het nevenstaande Vlaamstalige, pamflet van 31 juli 1794 uit Brussel bewijst. Tot eind 1795 hebben de Franse revolutionairen onze bevolking nog redelijk gerust gelaten. Hun 1ste actie moet onze pachters en keuterboeren zeker welgevallig zijn geweest. Ze verboden de edelen en andere grootgrondbezitters immers om nog tienden en cijnzen te heffen.

Daar stond wel tegenover dat het Franse leger ook bijzonder veel dingen nodig had.

In het archief van de gemeente Steenhuffel zijn vele papieren over leveringen aan het Franse leger te vinden maar op 20 februari 1795 werd een document opgesteld dat een min of meer volledige samenvatting zou moeten zijn van alle leveranties tussen 21 juli 1794 en begin 1795.

De onderstaande getallen zijn benaderend. Ik heb alle oude maten zo goed mogelijk naar de huidige meeteenheden omgezet. Maar sisters, mudden, vaten, quintalen en ponden werden door elkaar gebruikt en de waarde ervan wilde van streek tot streek wel eens serieus variëren.

Hoeveel een ‘bussel’ woog, heb ik nergens gevonden, maar de ouderen onder ons hebben ze, toen stro en hooi nog manueel met de zeis werden gemaaid, wel eens op de velden weten staan of liggen.

Voor de jongeren voorzie ik straks wel een paar prentjes

Leveringen door Steenhuffel aan het Franse leger in 1794

Ongeveer de helft ervan werd begin en midden augustus geleverd. Om dat in Brussel te krijgen werden ook 20 wagens en 67 paarden opgevorderd 1 .

De boeren werden hiervoor door de gemeente betaald volgens een jaarlijks gepubliceerd tarief dat weliswaar niet helemaal conform de echte marktprijs was. De gemeente moest de betaalde bedragen achteraf van de prefectuur (die van het departement van de Dijle in ons geval) zien terug te krijgen.

Boven: een bussel of schoof graan: veel gebruikt in de Heraldiek.

Links boven: enkele bussels of schoven stro rechtop gezet om te drogen

Links: een bussel hooi.

Neen, in 1794 was het vooral de adel die wel wat te klagen had. Maar onze niet erg edele buitenmensen konden daar tegen.

De geestelijkheid zou pas vanaf 1797 ernstig worden aangepakt. Die godsdienstvervolging heeft zeker enige wonden in de ziel van onze zeer katholieke bevolking geslagen. Maar het was ongetwijfeld de Franse wet Jourdan (de bloedwet) van 5 september 1798 die onze boeren, die hun hardwerkende zonen geen 5 jaar of langer konden of wilden missen, naar de wapens deed grijpen. Deze wet voerde het systeem van de conscriptie in en dat heeft dus alles met het onderwerp van dit boek, lotelingen, te maken.

De 1ste klas lotelingen zou al op 28 september 1798 opgeroepen worden. Daarvoor werden de gemeentelijke ambtenaren in geschakeld. Maar die zagen dat niet zitten want zij voelden zich bedreigd. Eigenlijk was het wel wat meer dan een gevoelen.

Wat volgt komt uit het register van de Municipale Raad 2 en gaat over de bespreking van 29 Vendémiaire, jaar VII, zaterdag 20 oktober 1798. Daarin gaf de commissaris lezing van een brief van de heer Mallar van de centrale administratie over de lotelingen die voor de eerste lichting waren opgeroepen. Hij spoorde de leden van de Raad (de vertegenwoordigers van Humbeek, Kapelle-op-denBos, Londerzeel, Malderen, Steenhuffel en Wolvertem) aan de onderrichtingen hieromtrent stipt na te leven. Dat hadden ze blijkbaar nog niet gedaan en wel hierom: de raadsleden merkten immers eenstemmig op dat zij op dit ogenblik aan zijn verzoek geen gevolg konden geven. Zij werden namelijk dagelijks door de lotelingen bedreigd en zij verzochten Mallar dus om deze opdracht zelf uit te

1 Het volgende jaar (1795) werden 116 paarden en 56 wagens voor 995 werkdagen opgeëist.

2 Bewerkt en uitgegeven door Marcel Slachmuijlders in 1982.

voeren. Zij zouden hem wel alle gewenste inlichtingen verschaffen. In de eerste plaats waren dat de namen van alle mannen tussen 20 en 25 jaar…

Er is voorlopig niks meer van gekomen… Het zal wel geen toeval zijn, maar de volgenderdag, 21 oktober, is de Boerenkrijg officieel uitgebroken.

In 1903 werd door het Davidsfonds het lijvige werk ‘Onze Boeren verheerlijkt, gedenkboek der Eeuwfeesten van den Boerenkrijg’ van K. van Caeneghem uitgegeven. Ofschoon dat vooral over de vele herdenkingsplechtigheden gaat wordt er ook aandacht geschonken aan de plaatsen waar er echt gevochten werd. Ook aan Londerzeel. Ik volg hierna vooral dàt werk (dat ook al door anderen veelvuldig werd overgeschreven) maar zal het gelukkig met enkele plaatselijke bronnen aan kunnen vullen.

Door gans de Kempen, door Klein-Brabant en ook door het land van Waas, aldus de auteur, horen wij in dezelfde nacht van 21 op 22 oktober 1798 de stormklok luiden. Alhoewel er eerder hier en daar al wat strubbelingenwarengeweest,zoalsin1797 rond Aalst en in juni 1798 te Geel, is de eigenlijke Boerenkrijg dus op 22 oktober 1798 begonnen. En wel op honderd plaatsen te gelijk. De opstand moet dus al eerder beraamd zijn geweest 3 .

3 Toch even dit. In juli 1798 waren op vele plaatsen de door de Fransen verplicht geplante ‘Vrijheidsbomen’ vernield. Dat gebeurde zeker ook in Steenhuffel. In zijn werk over de Besloten Tijd noteerde P.F. Gebruers bovendien “dat Pieter Jan Trogh van Ramsdonck in juli 1798 te Londerzeel, samen met Frans en Jozef Willems en Jan Frans Serien, alle drie van Londerzeel, er de vrijheidsboom aanrandden en zich stoutmoedig tegen de ambtenaars der Republiek verzetten”.

Op de bovenstaande kaart uit het boek werd Londerzeel niet apart vermeld. Dat zal wellicht aan plaatsgebrek te wijten zijn geweest.Want, in deze gemeente (Londerzeel dus), aldus nog altijd onze bron van Caeneghem, waren de gemoederen sedert lang hevig aan het gisten en wanneer, op 21 oktober de stormklok door gans Klein-Brabant luidde, sloten zich talrijke boeren uit de gemeente bij het leger der opstandelingen aan. De krijgsbewegingen zullen bewijzen, dat Rollier (de leider van de opstand in Brabant 4 (zie verder) ook volkomen op de mannen van Londerzeel rekende, en dat de Fransen dit dorp als een Brigandsnest beschouwden. Op 22 oktober werd het dorp door die Briganden ingenomen en moest de commissaris van Londerzeel, zoals vele andere Franse ambtenaren in de omliggende dorpen, ijlings naar Brussel vluchten

Die commissaris die de wijk moest nemen was Henri Josse. Maar ook het vredegerecht van H.F.J. Arnaerts werd toen aangevallen en in brand gestoken Londerzeel was toen kortstondig de zetel van het kanton en van het Vredegerecht. Daarbij is een deel van het archief verloren geraakt. Heel veel zal dat nog niet zijn geweest.

Over deze Arnaerts, die dus eveneens naar Brussel vluchtte, heeft de Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel ooit een behoorlijk negatief artikel geschreven. Er werd hem veel verweten wat echter niets met de hier beschreven gebeurtenissen te maken had. Zo vroeg hij op 11 maart 1799 bijvoorbeeld aan de leden van de Municipale Raad om de sacristieën van hun gesloten kerken (die van Humbeek, Kapelle-op-den-Bos, Ramsdonk, Londerzeel, Malderen, Steenhuffel en Wolvertem dus) aan hem over te dragen om er gevangenissen van te maken. Hetgeen geweigerd werd.

Hij moet ook zijn goeie kanten hebben gehad. Want, nadat de Fransen, bij arrest van 26 november,eenlangelijst publiceerdenvanpersonen, dievoorfeitendieik nogmoet beschrijven, moesten worden opgezocht, werden er velen gearresteerd en in de Hallepoort van Brussel opgesloten. Van de andere gemeenten weet ik het niet maar van de 21 gezochten die men tijdens een razzia op 6 december in Kapelle-op-den-Bos ontdekte werden er weliswaar 14 op

4 Over de avonturen van de mensen uit het Land van Waas en de Kempen ga ik het hier niet hebben. Ik beperk mij tot groot-Londerzeel.

Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt

Terug naar 22 oktober in Londerzeel

14 december naar Valenciennes en Parijs getransporteerd maar werden de 7 anderen al op 26 december vrijgelaten. Volgens het artikel ‘De Boerenkrijg te Kapelle-op-den-Bos’ van François Van der Jeught, gebeurde dat altijd ‘na een gunstige verklaring van de commissaris en de vrederechter van Londerzeel’. Van Josse en van Arnaerts dus…

Een reactie kon natuurlijk niet uitblijven. Die kwam er al op 23 oktober maar beperkte zich niet tot Londerzeel. Ook in Asse, Merchtem en Opwijk was in de loop van de avond van 21 oktober de opstand uitgebroken. Die werd aangevoerd door Frans Segers, die weliswaar in Deurne geboren was maar die, na koetsier van Peytier (de heer van Merchtem) te zijn geweest, van 1792 tot 1795 de meier van datzelfde Merchtem was 5 .

Op 22 oktober signaleerde ook de vrederechter van Merchtem aan Brussel dat in het dorp de huizen van de republikeinen geplunderd waren en dat Merchtem was bezet 6. Om 4 uur in de ochtend van de volgende dag stuurde Brussel de door hem gevraagde versterking. Die werd aangevoerd door een vroegere Merchtemse vrederechter, een zekere Claret en bestond uit ‘de gendarmes te paard van rijkswachtluitenant Bertrand, infanteristen en 8 vrijwilligers’, samen 48 man. In Asse werd geen tegenstand aangetroffen, in Mollem werd de municipaal agent aangehouden maar weer vrijgelaten nadat hij waardevolle informatie over de ‘troepen’ van Segers had gegeven. Claret spoedde zich dan verder naar Merchtem dat door de inwoners, van de komst van zijn leger verwittigd, verlaten was en waar hij zijn huis geplunderd vond. Op de Burcht kwam het tot een treffen met de van pikken, gaffels, zeisen en dorsvlegels voorziene rebellen. Van achter de slotgrachten werd door enkele boeren ook met het jachtgeweer naar de mannen van Claret geschoten maar zonder veel succes.

Met pikken, gaffels, zeisen en dorsvlegels gewapende boeren. Cliché’s zijn er om te gebruiken.

5 In 1795 en 1796 was hij zelfs nog municipaal agent (de nieuwe titel van de meier) maar omdat hij weigerde om de eed van trouw aan Frankrijk af te leggen werd hij zonder opzeg uit zijn ambt ontzet.

6 Dit deel van ons verhaal is grotendeels gebaseerd op “Combat de Merchtem” in Wikipedia. Dat artikel verwijst dan weer als bronmateriaal naar a) Auguste Orts, La Guerre des Paysans, 1798-1799, 1863 en b) Paul Verhaegen, La Belgique sous la domination française, 1792-1814, t. III, 1926.

De Hallepoort

De brigands, boeren en gelijkgezinden (het zouden er volgens de overlevering een 500-tal zijn geweest) gingen dan maar op de vlucht naar Steenhuffel. Een aantal werd door de bereden gendarmes ingehaald en zonder pardon neergesabeld…

“ ... dat den 23 oktober in den namiddag in het veld tussen Steenhuffel en Merchtem 5 jongelingen op ellendige wijze omkwamen en op ’t kerkhof te Steenhuffel werden begraven,” schreef pastoor Van den Eyndelaterin zijn manuaal, en hij preciseerde: “gedood door Franse soldaten, tijdens een oproer die ontstaan was door de opvordering van onze jeugd voor het leger.”

Er zouden toen 21 à 24 patriotten gesneuveld zijn maar we kennen er maar 7. Vijf ervan werden inderdaad in Steenhuffel begraven. Dat waren:

- (Jan) Lodewijk Van Ravensteyn uit Londerzeel, 27 jaar, ongehuwd, zoon van Joannes Andreas en Anna Francisca De Keersmaecker.

- Pieter Van Lierde, Londerzeel, 27 j , ongehuwd, zoon van Henrik en Joanna Van der Stappen

- Pieter Vranckaert, Steenhuffel, 24 j., ongehuwd, zoon van Gerard en Maria Anna Van Moer.

- Jan Vergauwen van Steenhuffel, 23 jaar, ongehuwd, zoon van Guilliam en Elisabeth Van de Voorde’.

- Andries Van Buggenhout van Steenhuffel; 23 jaar, ongehuwd, zoon van Jan Baptist en Joanna Catharina Keymolen.

Eén slachtoffer werd begraven in Londerzeel:

- Andries Meeus, 19 jaar, zoon van Petrus Joannes Meeus en Anna Maria Van Gucht.

En naar het kerkhof van Merchtem werd afgevoerd:

- Jan Baptist De Bont, 41 jaar, ongehuwd, zoon van Adriaan De Bont en Anna De Jonge.

De namen van de doden uit Steenhuffel werden later vereeuwigd in de steen van een eeuwigdurend monument. Dat wil zeggen tot het in september 1669 afgebroken werd en spoorloos verdween. Er is wel iets anders in de plaats gekomen.

Volgens Wikipedia “Combat de Merchtem” zouden ook 17 brigands, waarbij 2 Capucijner monniken gevangen genomen zijn. Zij zouden later in Brussel tot korte gevangenisstraffen veroordeeld worden. Drie opstandelingen waarbij de 2 geestelijken werden zelfs helemaal vrijgesproken.

In het gemeentearchief van Steenhuffel vond ik jaren geleden een los blaadje papier waarvan ik pas nu de volle betekenis begrijp. Het gaat als volgt: “Paris, le 18 ventose an 7 de la République une et indivisible (8 maart 1799) (Vertaald) Uittreksel uit een veroordeling gedaan op

9 brumaire van het jaar 7. De Conseil de Guerre van de 24ste militaire divisie, zetelend in Brussel, heeft veroordeeld de genaamde Anselmus Van de Venster, natuurlijke zoon van ?, leerling brouwer, tot 4 maanden opsluiting en een boete van de helft van zijn inkomsten, vanwege deelname aan een gewapende samenkomst. Signalement van de veroordeelde: geboren in Steenhuffel, kanton Londerzeel.”

Van de Venster was niet noodzakelijk een natuurlijk kind, hij was een vondeling. Hij werd op 20 april 1769 gevonden “sub fenestra”, schreef de pastoor in zijn doopregister. Hij is later inderdaad brouwersknecht geworden. Op 4 oktober 1799 trouwde hij in Steenhuffel met Catharina Van Gucht, kreeg 5 kinderen en overleed in Steenhuffel op 5 juni 1810. De dag dat hij veroordeeld werd was 9 Brumaire van het jaar 7. Omgerekend is dat 30 oktober 1798. Hij moet dus één van de op 23 oktober gevangen genomen brigands zijn geweest.

Anselmus woonde voor hij trouwde op de grens van Steenhuffel, Merchtem en Peizegem, tegen de uitlopers van Buggenhout-Bos. Op niet meer dan 200 meter afstand van de plek waar op 23 oktober 21 à 23 brigands het leven lieten. Daar was ook de beruchte herberg ‘De Vuile Voorschoot’ gelegen. Over deze herberg zijn veel verhalen te vertellen; hij wordt in verband gebracht met de bende van de Binders of de Bende van Parmentier (samen met 15 bendeleden op het schavot te Brussel terecht gesteld). Wellicht was het inderdaad een rovershol, zeker was het een toevluchtsoord voor stropers. Maar was het ook iets anders?

Het tijdschrift ‘Ter Palen’ publiceerde in december 1998 onder meer de volgende woorden van Leontine Van den Bossche (° Buggenhout 1912).

“Franciscus Boeykens, de waard van de herberg Sint-Sebastiaan op de hoek van de Hanestraat en de Bovendonkstraat die behalve herbergier ook landbouwer was, wilde op zekere dag een kalf verkopen op de Brusselse beestenmarkt. Dus vertrok hij met het kalf en vergezeld van een zoon te voet naar Brussel langs de Bosstraat en dwars door het lugubere bos te midden van de nacht. Zeer tevreden dat ze behouden en wel de Achterste Boskant hadden bereikt, bemerkten ze nog licht in de beruchte herberg De Vuile Voorschoot. Ze dronken er een druppel om hun emoties weg te spoelen. Gezeten in de lege gelagzaal, hoorden ze nochtans veel tumult in een aangrenzende kamer. Toen de deur toevallig werd geopend, zag men een lange tafel met spijs en drank en aanzittend een menigte druk pratende mannen, met aan het hoofdeind... Karel Maes... Ten zeerste van streek maakten onze nachtelijke reizigers zich uit de voeten.”

Boeykens dacht de bende van de Binders gezien te hebben en dat Maes (zijn gebuur en zelfs peter van één van zijn kinderen) er een lid en misschien wel de hoofdman van was.

Jozef Tilley van heemkring Ter Palen ontdekte dat deze Maes op 29-6-1757 in Buggenhout geboren was als zoon van Jacob uit Puurs en Catharina Judoca Peeters uit Lippelo. Op 21-51782 huwde hij in Lippelo met Anna Petronilla Van Praet.

Tilley ontdekte ook dat Karel Maes tijdens de boerenkrijg de aanvoerder der opstandige boeren van Buggenhout was…

Had de bende van de Vuile Voorschoot dan eerder met rebellerende Brigands dan met struikrovers te maken? Hoe dan ook, de volksoverlevering heeft de bende van de Binders, de bende van de Vuile Voorschoot, of de bende van Parmentier nooit met de vereerde boerenkrijgers geassocieerd.

Ook Jan Verbelen, 57 jaar, klompenmaker uit Steenhuffel kreeg op 20 oktober 1798 een straf van (slechts) 4 maanden cel. Ik weet niet hoe deze relatief beperkte straffen te verklaren zijn. De houding van de Brusselse bevolking zou er volgens sommigen voor iets tussen gezeten hebben. Of hadden ze het ook aan de voorspraak van commissaris Josse en vrederechter Arnaerts van de Municipale Raad van Londerzeel te danken?

We verlaten deze zijweg en keren terug naar ons verhaal.

De republikeinen verloren op 23 oktober in Merchtem of Steenhuffel 2 mannen. 1 Vrijwilliger-collaborateur uit Londerzeel, waarvan ik graag de naam had kunnen geven, werd door de rebellen gevangen genomen en later in Dendermonde gefusilleerd.

Na het gevecht van Merchtem-Steenhuffel zijn Claret en de zijnen wellicht meteen naar Londerzeel doorgetrokken. Overal werden ze op gejouw en geweervuur onthaald.

In Londerzeel zelf werd, van uit de huizen, zoo hevig op de Republikeinen geschoten, dat zij het raadzaam vonden naar Brussel terug te keren.

Terwijl dit alles zich bij ons afspeelde gebeurden elders natuurlijk ook ingrijpende dingen.

Zo was Rollier, de eigenlijke leider en coördinator van de opstand in Klein-Brabant, richting Dendermonde getrokken om er tussen Dendermonde en Gent aansluiting bij de troepen van het Land van Waas en de uit Engeland verwachte (eerder verhoopte) versterking te vinden. Dat mislukte.

Steenkapper Praille uit Londerzeel maakte voor Willebroek een monument met volgende tekst

Hulde van het Davidsfonds aan

Bevelhebber Ben Rollier en aan de talrijke prescripten jongens van Willebroeck en omstreken die leden en streden voor Outer en Heerd 21 october – 5 november 1796

Over Emmanuel Benedict Rollier (prentje hierboven) heb ik het nog niet gehad. Hij was geboren in Sint-Amands op 3 december 1769. Zijn vader Pieter Jan was zoutzieder en baljuw en meier van SintAmands. In 1796 vestigde hij zich in Willebroek en trouwde hij er met Isabella van den Bogaert. Op 21 oktober 1798 werd hij door de 3.000 brigands van Willebroek als hun leider gekozen. Hij zou snel de belangrijkste maar weinig succesvolle aanvoerder van de Boerenkrijg worden.

Op 23 oktober mislukte,zoals gezegd, zijn poging om aansluiting bij andere eenheden in Oost-Vlaanderen te vinden. In Zele werd hij opgewacht door de Fransen, waardoor hij terug moest keren. Hij bleef enkele dagen in Baasrode om andere brigands aan te trekken. Dat lukte wèl.

Zijn volgende doel was Londerzeel dat hij op 1 november binnentrok en waar hij zich verschanste. De volgende dag trok hij via Steenhuffel, waar uitgebreid gegeten en van het plaatselijke gerstenat genuttigd werd, verder naar Merchtem.

De Fransen voelden zich bedreigd in Brussel. In de nacht van 2 o p3 november rukte generaal Béguinot, (zie prentje hiernaast) aan het hoofd van een sterke legermacht, tegen Londerzeel op. Door de mannen van Rollier aangevallen, trok de Franse bezetting van Merchtem zich eveneens op Londerzeel terug.Dat gebeurde opnieuwlangs de Steenhuffelse Kouter waar volgens wijlen pater Joris Vertonghen een kort handgemeen ontstond en 2 jongens uit Kapelle-op-den-Bos sneuvelden 7

Voorwat erdaarnainLonderzeelgebeurdeciteerikK.vanCaeneghem: “In den vroegen morgen werd het dorp Londerzeel door de Franschen aangevallen. Aanstonds liepen de Boeren te wapen. Om en in het dorp is voorzeker een hardnekkig gevecht geleverd. Béguinot pocht er op, dat hij de gemeente van de Brigands zuiverde en er honderd van deed sneuvelen. Onder de euveldaden, door de Franschen hier wederom gepleegd, dient de moord vermeld te worden op Pieter Correns. Deze tachtigjarige ouderling was, onder het gevecht, naar de kerk gevlucht, om daar Gods zegen af te smeeken over de wapens zijner landgenooten. Aan den voet van het altaar werd hij, laffelijk, met bajonetsteken afgemaakt.”

Overdiehonderdgesneuveldenis in onzeplaatselijkearchieven niets tevindenenhet zal dus wel eenbeetjeoverdrevenzijn.Maardemoord opPieterCoorens (en niet Correns) is wel degelijk gedocumenteerd. In zijn dagboek schreef onderpastoor Geboers: “Den 3e november om 6 à 7 u. 's morgens is in de kerk door de soldaten eenen borger van Londerzeel vermoord, met name Petrus Coorens. 4 andere zijn er op dien dag nog doodgebleven. 13 kogels in mijn huis geschoten, grooten schrik hebben wij uitgestaen en op drij jaeren en drij maenden heb ik maer eene mis gehoord.”

Pieter Coorens, geboren in Londerzeel op 10 augustus 1717, zoon van Gerard en Joanna Clerbout, is, althans volgens het begrafenisregister, op 3 november 1798 eigenlijk twee keer gestorven, één keer als weduwnaar van Catharina Janssens, een tweede keer als de weduwnaar van Joanna Maria Gillisjans. Omdat hij geen enkele keer in Londerzeel trouwde heb ik niet nagekeken hoe dat zat.

Een andere Londerzeelse dode van 3 november was Petrus De Smedt, geboren in 1758 en echtgenoot van Joanna Maria Janssens. Over hem schreef de pastoor in het begrafenisregister dat hij door Fransen vermoord was in het veld.

En in Rossem werd op 3 november Jan Nicolaas Dumoulin, de man van Joanna Catharina Van Campenhout, in het dodenregister bijgeschreven. Ook bij zijn naam staat dat hij in Londerzeel door de Fransen werd vermoord.

In zijn artikel “De Boerenkrijg te Kapelle-op-den-Bos” noemt François van der Jeught nog 2 andere mensen die op 3 november het leven lieten in Londerzeel. Het waren allebei brigands uit Kapelle-op-den-Bos die zich (zoals ook de brigands uit Steenhuffel) bij de compagnie van Londerzeel hadden aangesloten. Dat waren:

- Willem Olbrechts, ° Kapelle-op-den-Bos10/1/1777, zoon van Antoon en Jacoba Van Causbroeck

- Philip Van Doorslaer, ° Kapelle-op-den-Bos 18/7/1772, oudste zoon van Hendrik en Joanna of Anna Sijen.

Ze kwamen om, zoals de pastoor vermeldde, tijdens het gevecht tussen de Brigands en de Franse republikeinse troepen in het Dorp van Londerzeel op 3 november 1798 en werden

7 Een paar lijntjes verder krijgen we 2 namen van Kapelse Brigands die op deze dag niet in Steenhuffel maar in Londerzeel zouden gesneuveld zijn.

Loteling in Londerzeel – Boerenkrijgers en Lotelingen uit Londerzeel, Malderen en Steenhuffel 1797-1909 – december 2021 Louis de Bondt

begraven op het kerkhof van Londerzeel. Hun namen staan vermeld op de gedenksteen in de zijmuur van de Sint-Niklaaskerk van Kapelle-op-den-Bos.

Pater Joris Vertonghen wist daar in zijn ‘Geschiedenis van Steenhuffel’ nog aan toe te voegen dat de Fransen op 3 november ook 2 burgers uit Londerzeel, waarbij notaris de Amandel als gijzelaar naar Brussel meegenomen hebben.

Na Londerzeel van brigands gezuiverd te hebben, vervoegde Béguinot de troepen van luitenant Meinzveig en generaal Claude Rostollan. Deze laatste was op 4 november door Londerzeel en Steenhuffel getrokken envond diegemeentesinderdaad doorde Boeren ontruimd. Diehadden zich immers teruggetrokken op Sint-Amands. Twee dagen lang werd er door het tweeduizendkoppige en professioneel aangevoerde Franseleger tegendeboerengevochten.Dat gebeurde vooral in Kapelle-op-denBos, Tisselt, Blaasveld, Willebroek, Ruisbroek, Bornem en dus ook in Sint-Amands. Op 6 november was de Boerenkrijg, niet overal maar wel bij ons, voorbij. In Bornem smeulden nog 157 huizen. De vernieling van Sint-Amands kon net op tijd vermeden worden.

Nog een laatste woordje over Londerzeel. Ook hier was heel veel schade aangericht. Weliswaar alleen, volgens zeggen van de republikeinen, door de Brigands. Nog voor het jaar 1798 ten einde was had de Municipale Raad van Londerzeel al commissarissen benoemd om de klachten van de slachtoffers van de opstandelingen in de 7 betrokken gemeenten te verzamelen zodat aan de “schuldige” gemeenten gezamenlijke schadeloosstellingen zouden kunnen worden opgelegd.

Op 17 januari 1799 hadden deze commissarissen, Charles G. Devits en Bourgois, voor Londerzeel al een schatting van de schade klaar. Maar natuurlijk mogen we het bedrag weer niet weten. Wel ontdekte ik dat de belangrijkste getroffenen: vrederechter Arnaerts, Brion, Lauwers en Le Clair al voor eind 1799 volledig waren vergoed.

Tot zover dit zeer summiere overzicht van de Boerenkrijg in Londerzeel.

Boerenkrijgers van de Boerenkrijg (Constantin Meunier)

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Loteling in Londerzeel - Deel 2-de Boerenkrijg by Louisdebondt - Issuu