Join 14

Page 1

Join beyond your world

Hoe scoor je een date als een kwart van je leeftijdsgenoten aids heeft?

(pagina 42)

herfst 2011

20

pagina 's beyon

Conflict

d (y)o ur wo rld

specia l

een plaatje om voor te sterven? Kamran interviewt fotojournalist Jan-Joseph Stok

Jaagvakantie

Join schiet een hartebeest

Student Jeroen doet alles voor een goed verhaal

miljonairs, dictators en mooie vrouwen Marten Blankesteijn over de nieuwe generatie buitenlandjournalisten

1 co 00 t rr w es it po te nd re en nd te e n

Jonge honden


Inhoud

Colofon Join is een uitgave van lokaalmondiaal en verschijnt vier keer per jaar. Je kunt ‘m gratis krijgen op alle hogescholen en universiteiten, of zelfs thuis als je abonnee bent. De Join redactie wordt elke keer gevormd door studenten van een opleiding journalistiek. Voor dit nummer ging een afvaardiging van Hogeschool Utrecht naar Ghana, zes studenten van de Christelijke Hogeschool Ede bezochten Johannesburg en zes Filipijnse studenten van de Universiteit Ateneo in Manilla kwamen naar Nederland.

Uitgever en concept Stefan Verwer

Projectleider

Boris van Westering

Hoofdredactie lokaalmondiaal

Marc Broere

Chefredactie Join Magazine Sanne Terlingen

Medewerkers aan dit nummer

Rosa Aarnoudse, Jeroen Aerts, Jan Banning, Ans Boersma, Maria van de Dijk, Nadine van Dijk, Pim van den Dool, Arne Doornebal, Nils Elzenga, Leonard Fäustle, Eveline Gillot, Lindsey Groot, Bram Janssen, Nick Kivits, Willemijn Kruijssen, Nico Kussendrager, Marleen van Loozen, Domin Meinema, Oupa Nkosi, James Oatway, Pia Ranada, Desirée Schippers, Laura Spoelstra, André van der Stouwe, Sanne Terlingen, Kamran Ullah, Thieme Wels

Design

Dorien Franken (concept)

Layout

Sazza, Amsterdam

Druk

Deltahage, Den Haag

Productie

Boris van Westering, Niekie Kleintjens, Eva de Vries, Maria van de Dijk

Distributie

Niekie Kleintjens, Rosa Aarnoudse (join@lokaalmondiaal.net)

Begeleiding

Nico Kussendrager, Gert-Jan Peddemors (Ghana), Bram Janssen (Zuid-Afrika), André van der Stouwe (Filippijnse studenten in Nederland)

Advertenties en communicatie

YUNO: Harriët Tomassen, tel: 06-50844808, info@yuno.nl Join komt voort uit het programma Beyond (y)our World. Dit programma wordt uitgevoerd met financiële ondersteuning uit de Subsidiefaciliteit voor Burgerschap en Ontwikkelingssamenwerking (SBOS) van het ministerie van Buitenlandse Zaken, VROM, ICCO en Oxfam Novib. Join werkt samen met de opleidingen journalistiek in Tilburg (Fontys Hogeschool), Utrecht (Hogeschool Utrecht), Ede (Christelijke Hogeschool Ede) en Zwolle (Windesheim School of Media).

2

join

10 Hilde Janssen over

blz.

Stefan Verwer Uitgever Join

Beyond (y)our World Waarom zijn we vergeten wat belangrijk is in het leven? Dat vroeg Rob Riemen zich eind augustus af, toen hij het Coolpolitics podium van Lowlands University gebruikte om de PVV en Wilders af te fikken. Maar Riemen richtte zich niet op de PVV, noch op Wilders. Nee, Riemen richtte zich eigenlijk op de Nederlandse jongeren, want jullie zijn degenen die met veel plezier leven in een maatschappij waar de domheid overheerst. De oproep was duidelijk: verzet je! Laat je niet belazeren! Al wat dom is koop je niet, steun je niet, stem je niet, je leest en ziet het zelfs niet. Aldus de directeur van het prestigieuze Nexus Instituut (een hele invloedrijke Nederlandse denktank). Een duidelijke boodschap dus aan de lezers van Join, en aan de aanstormende Nederlandse journalistieke talenten de opdracht om de domheid in de samenleving te bestrijden met goede inhoudelijke journalistieke producties. Of je het nu eens bent met Riemen of niet, of de toonzetting van zijn verhaal aanspreekt of niet en of je nu vindt dat er teveel dommigheid is in de Nederlandse maatschappij of niet: het is goed dat het mogelijk is om hierover te discussiëren. Helaas zijn niet alle politieke partijen het hierover eens, getuige de kamervragen die werden gesteld, waarin werd gevraagd om de subsidie aan het Nexus Instituut stop te zetten. Tot zoverre de vrijheid van meningsuiting... maar die vind je dan wel weer in Join en dan met name gericht op journalistiek. Deze Join staat bol van de journalistiek: we analyseren verhalen, we nemen je weer mee naar alle hoeken van de wereld, terwijl met name diegene die een carrière in de buitenlandjournalistiek ambiëren, kunnen profiteren van de tips van andere (jonge) journalisten. Deze Join staat in het teken van buitenlandjournalistiek, maar vooral hoe in het programma Beyond (y)our World studenten journalistiek reportages maken over de rest van de wereld. Zo maken we de balans op van het programma en kijken we terug met een groep jonge journalisten, die via Join en Beyond (y)our World hun eerste stappen zetten richting de buitenlandjournalistiek. In de komende maanden gaan we Join vooral online erg uitbouwen: inmiddels gaan er zoveel studenten op reis via Join, dat het tijdschrift alleen niet genoeg ruimte biedt voor alle mooie verhalen en reportages die zij maken. Hou daarom www.beyondyourworld.nl in de gaten: hier lees je de weblogs die de studenten tijdens hun reis bijhouden, filmreportages en natuurlijk nog veel meer foto’s en artikelen . Oh ja, en kom ook naar de Avond van de Buitenlandjournalistiek: op 29 november Pakhuis de Zwijger in Amsterdam.

Indonesië On tour

20 Special

10 Flying Dutchman

38 Trainsurfen

Hilde Janssen was twintig jaar correspondent in Zuidoost-Azië. “Ik denk wel eens bij verhalen over India: dat schreef ik tien jaar geleden al.”

Mzembe: “Het was doodgaan of naar de gevangenis.”

14 Even Serieus Wie zijn de nieuwe Koert Lindijers, Kees Broeres en Max Westermans? Join verdiept zich in de nieuwe generatie buitenlandjournalisten.

42 Daten met Aids Hoe is het, als je als jonge Zuid-Afrikaan een relatie zoekt en een kwart van je leeftijdsgenoten besmet is met hiv/aids?

44 Jaagvakantie Join schiet een rood hartebeest en een zwart wildebeest op André’s game farm.

26 Who to follow…

48 Lekker kwetsen

@100 twitterende buitenlandjournalisten die je niet mag missen.

Filipijnse studente Pia verdiept zich in het Nederlandse ‘recht om te beledigen’.

28 En verder 20 Snapshot Leonard Fäustle fotografeerde de begrafenis van de Afrikanerleider Terre’Blanche. “Toen Join uitkwam was het geen nieuws meer.”

22 Join the world Van Schijndel tot Mexico; waar zijn de jonge journalisten neergestreken na hun Join-reis?

journalisten moeten domheid bestrijden

28 Kamran Is een foto het waard om voor te sterven? Kamran spreekt Jan-Joseph Stok, fotojournalist in de gevaarlijkste gebieden ter wereld.

38

44 join

–3


Eyeopener

« Waarschijnlijk een gewone dag in een plaats van oorlog »

Irak is het gevaarlijkste land ter wereld voor journalisten. Op weg naar een opdracht stuitte fotograaf Alessandro Digaetano op twee vermoorde vakgenoten. tekst: maria van de dijk

beeld: alessandro digaetano

“Om bij mijn opdracht te komen moest ik door de gevaarlijke wijk Al Mahmudiyah, vlak buiten Bagdad. We waren nog maar net onderweg toen ik in de verte mensen zag wegrennen. Anderen dromden rondom een stilstaande auto. Eenmaal bij de wagen begon ik foto’s te maken. Ik zag het woord ‘PRESS’ op de voorruit staan. De chauffeur van de journalisten moest huilen terwijl hij hun lichamen bedekte. Ik realiseerde me dat

4

join

de schutters misschien nog in de buurt waren en dat ik een grote fout maakte door hier te zijn. Maar mijn auto wilde niet meer starten. Ik vroeg een andere journalist of ik met hem mee mocht rijden, maar dat wilde hij niet. Het was ieder voor zich. Uiteindelijk kreeg ik mijn auto toch nog aan de praat. Als die schutters er nog waren dan hadden ze waarschijnlijk al geschoten.”

join

–5


Werelds Q&A Een journalistieke reis rond de wereld in vier pagina’s.

Hoe voelde dat, als journalist in zo’n fabriek?

tekst

“De textielfabriek waarover ik schrijf leek op een gevangenis, compleet met bewakers en uitkijktorens. De meisjes mochten het terrein niet zomaar af. Dat is vrijheidsberoving. Ik wilde dat verhaal verspreiden. Maatschappelijke betrokkenheid is voor mij een belangrijk onderdeel van journalistiek.”

rosa aarnoudse, nadine van

© Julius Schrank

dijk, sanne terlingen

de allereerste Volgens overleveringen was de Nederlandse kunstschilder Willem van de Velde de eerste echte oorlogscorrespondent. In 1653 ging hij met een klein bootje de zee op om de vierdaagse zeeslag tijdens de Nederlands-Engelse oorlog te observeren. Aan boord maakte hij allerlei schetsen, die hij later verwerkte tot een grote tekening die hij (met een verslag) naar de Staten Generaal stuurde.

agenda

voor represailles van de fabriek. Gelukkig waren een paar meisjes zo dapper om met mij te praten, onder voorwaarde dat ze in het artikel een andere naam kregen.”

Ana van Es (26) onderzocht de uitbuiting van Indiase werknemers in de textielindustrie. Voor haar artikelenreeks in de Volkskrant ontving ze de Dick Scherpenzeel aanmoedigingsprijs, een beloning voor een bijzondere buitenlandproductie van een jonge journalist.

Hoe organiseer je een interview in India? “Ik werkte samen met de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO), een organisatie met veel contacten in de regio. Toch bleek het moeilijk om (ex-) werknemers van textielfabrieken te vinden. Ze durfden niet te praten over de slechte werkomstandigheden, omdat ze bang waren

De organisatie van de aanmoedigingsprijs die je hebt gewonnen, was niet enthousiast over de andere inzendingen. Is er in Nederland een gebrek aan journalistiek talent? “Volgens mij is er meer aanstormend talent dan ooit. Maar meestal begint je carrière niet in het buitenland. Als je die kans toch krijgt, moet je die zeker grijpen. Hoewel er ook minder leuke kanten zijn. KPR Mill, de fabriek waarnaar ik onderzoek deed, heeft gedreigd met een kort geding om publicatie van mijn artikel tegen te houden. De kans bestaat dat ik voorlopig India niet in mag. Toch zou ik het zo weer doen. Als buitenlandjournalist zijn dit soort dingen part of the game. Als je daar niet tegen kunt moet je een andere baan zoeken.”

57… …journalisten zitten in Turkije gevangen. Daarmee heeft het land de twijfelachtige reputatie om het land te zijn waar de meeste journalisten zijn opgesloten. In China en Iran zitten 34 journalisten in de cel.

Verhaal maken in een conflictgebied? De NVJ Academy organiseert samen met de Koninklijke Landmacht een tweedaagse (oriënterende) defensietraining. Met op woensdag 5 oktober onder andere ‘Hoe werk je samen met Defensie?’ door oorlogsverslaggever Peter ter Velde. En ‘Hoe versleutel je de harde schijf van je laptop?’ door Joran Polak (Certified Secure). Op maandag 10 oktober is het tijd voor het echte werk, bij het defensiecomplex in Reek (bij Nijmegen). Daar leer je mijnen herkennen, ervaar je een explosie en oefen je ‘wat te doen’ als je gegijzeld wordt. Prijskaartje: 350 euro als je lid bent van de NVJ, niet-leden betalen 500 euro. www.nvj.nl/academy/inschrijven/ defensietraining-orientatie

5000

Het grootste dagblad van Armenië heeft een oplage van 5.000 kranten.

persvrijheid Nummer 1 Nederland staat op nummer 1 in het lijstje van de landen met de meeste persvrijheid. Ons land moet die plek wel delen met Finland, IJsland, Noorwegen, Zweden en Zwitserland. In Eritrea (nr. 178) is het ’t slechtst gesteld met de persvrijheid, gevolgd door Noord-Korea en Turkmenistan. Bron: Reporters without Borders

6

join

1

e

reisadvies

Must see voor journalisten: het Newseum in Washington DC. Met o.a. ‘covering Katrina’ (de orkaan) en media-aandacht voor presidentiële huisdieren. Altijd: de mooiste foto’s van het jaar, zoals deze foto van voedselhulp in Pakistan, van Adrees Latif. join

–7


Werelds

In Europa

leesvoer

“De journalistiek behoort te onthullen wat machthebbers verborgen willen houden.”

Als in Afrika een bejaarde sterft, verdwijnt een bibliotheek, aldus een Afrikaans gezegde. Maar wie zich in Afrika wil verdiepen kan gelukkig ook dichter bij huis terecht; bij het Afrika Studie Centrum in Leiden, met de grootste bibliotheek op Afrika-gebied in Europa. Journalist Hilde Janssen zweert bij de Aziatische equivalent: het Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde voor Zuidoost-Azië en de Caraïben. Meer op www.ascleiden.nl en www.kitlv.nl.

Joeri Boom (1971), verslaggever voor de Groene Amsterdammer, mocht van de Nederlandse overheid ‘embedded’ een kijkje nemen bij de militaire missie in de Zuid-Afghaanse provincie Uruzgan. Het verhaal dat het ministerie van Defensie verkoopt strookte niet altijd met de werkelijkheid. Dus besloot Boom ook zelfstandig naar Uruzgan te reizen. Hij stuitte op hele andere verhalen en won daarvoor de Dick Scherpenzeelprijs voor bijzondere buitenlandjournalistiek.

Je stelt dat het beeld van de missie in Uruzgan, zoals dat het door ministerie van Defensie geschetst is, niet altijd klopt. Waarom zou de lezer jouw verhaal wel moeten geloven?

Wat is ‘embedded’ verslaggeving?

Wiens schuld is het dat ons beeld van oorlogssituaties soms verdraaid is?

“Embedded zijn houdt in dat je als journalist bent ingebed bij de krijgsmacht. Je reist letterlijk aan de hand van militairen, want zij zijn verantwoordelijk voor je veiligheid. Het risico daarbij is dat zij bepalen wat je te zien krijgt. Dat kan leiden tot eenzijdige journalistiek.”

Wat heeft een journalist in oorlogsgebied te zoeken?

ben je onlangs naar een bestemming geweest waarvan je zeker weet dat iedereen er heen moet? en is je foto adembenemend, gek, eigenzinnig, authentiek of abnormaal? stuur hem dan naar redactie@joinmagazine.nl vergezeld van een korte toelichting.

“Als journalist functioneer je als doorgeefluik, je houdt mensen op de hoogte van een oorlog die ook Nederlanders raakt. Bovendien gebeuren in oorlogstijden zaken die niet door de beugel kunnen, ook in het leger. Als oorlogsverslaggever controleer je of militairen zich aan democratische regels houden.”

gadget

Waan je Woodward of Bernstein met deze pen a.k.a. geheime opnamerecorder. ‘Prima geluidskwaliteit’, volgens de reviews. Al klaagt een klant dat de pen niet zo lekker schrijft. Geen James Bond-type? Gebruik ‘m dan als mp3-speler. Prijs: $ 89,99. Meer info: www.skymall.com

Welkom in Holland

Hany Ibrahim Mohammed (20) vluchtte tweeënhalf jaar geleden van Eritrea naar Nederland om te voorkomen dat hij in militaire dienst moest. Het UAF, een stichting voor vluchtelingstudenten, hielp hem hier op weg. “Toen ik net in Nederland was, vroeg een jongen: ‘Hebben jullie daar ook huizen?’ Hij dacht echt dat we geen huizen hebben in Eritrea. Dat vond ik zo gek. Mensen denken dat wij

8

join

in Afrika ontzettend achterlopen. Maar wij hebben ook vijfsterrenhotels hoor! Natuurlijk is het niet overal even luxe als hier in Nederland. Maar wat

is de manier waarop vrouwen ‘daten’. Nederlandse vrouwen weten precies wat zij willen. Aan welke eisen mannen moeten voldoen. Het is

makkelijker om hier een vrouw uit te vragen dan in Eritrea. Daar moet je echt smeken om wat tijd met een vrouw alleen. Ik ben blij dat ik nu in Nederland

“Ik spreek liever van tekortkoming dan schuld, en die tekortkoming ligt aan de kant van de journalistiek. De overheidsvoorlichting is niet transparant genoeg. Hoofd- en eindredacteurs moeten verslaggevers daarom de tijd en middelen geven om ook onafhankelijk, dus nietembedded onderzoek te doen. In Uruzgan was ongeveer 1 op de 18 verslaggevers onafhankelijk. Dat vind ik een schandalige verhouding die niet past bij democratische journalistiek.” Als een nacht met duizend sterren € 21,50 - 351 pagina’s weboorlog.wordpress.com

@UAFtweets

UAF studie en werk

Néné is gevlucht en studeert nu aan de TU Eindhoven #studievoorvluchtelingen

woon. In dit land krijg je ten minste de kans je eigen leven te bepalen. Zonder corruptie en andere narigheid. Ik wil hier echt niet meer weg. Mijn

Help Néné en 3200 andere vluchtelingstudenten.

Steun het UAF met € 1,50 per maand SMS STUDIE naar 4333

« In Eritrea hebben we ook luxe hotels, hoor » je op televisie ziet, geldt niet voor heel Afrika. We lopen echt niet allemaal van dorp naar dorp. Wel een groot verschil tussen Eritrea en Nederland

“Ik probeer zo te schrijven dat een ander mijn bevindingen zou kunnen controleren. Ik noem dus plaatsen waar ik geweest ben, namen van tolken en bronnen die ik heb gebruikt. Binnen de journalistiek is controleerbaarheid nog belangrijker dan leesbaarheid.”

www.uaf.nl

hele leven heb ik steeds opnieuw moeten beginnen. Dat wil ik niet meer. Ik ben gelukkig hier in Nederland.” www.uaf.nl

Join 185 x 115 mm-DEF.indd 1

join17:379 30-06-11


© Jan Banning

Flying Dutchman

Voor de poen moet je het niet doen Journalist Hilde Janssen bivakkeerde twintig jaar in Azië. Ze maakte de opkomst van het mobieltje mee, en de afname van interesse in buitenlandjournalistiek. Een gesprek over leven en werken in een ontwikkelingsland. tekst: willemijn kruijssen

beeld: leonard fäustle , jan banning

Hilde Janssen (52) heeft een strak gepland programma op de dag van dit interview: vanuit Utrecht naar een lunch op de Indonesische ambassade in Den Haag, waar ze tussen het eten en de speeches vertrekt om weer op tijd terug te zijn in Utrecht voor dit gesprek. Stipt half vier is ze er, zoals afgesproken. Dat had in miljoenenstad Jakarta, tot voor kort haar woonplaats, nooit gekund: door het verkeer dat vast staat, mensen die te laat komen, afspraken die uitlopen gebeurt in de hoofdstad van Indonesië zelden iets op tijd. Wellicht ken je Hilde van het boek ‘Schaamte en onschuld; het verdrongen oorlogsverleden van troostmeisjes in Indonesië’, dat eind 2010 verscheen. Met fotograaf en goede vriend Jan Banning reisde Hilde twee jaar over Java, naar de Molukken en door Sumatra om zo’n vijftig hoogbejaarde vrouwen te portretteren. Het boek vertelt hun geschiedenis. Tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië gedurende de Tweede Wereldoorlog werden deze vrouwen, toen jonge meisjes, gedwongen tot prostitutie. De documentaire Omdat wij mooi waren, over de zoektocht van Hilde en Jan naar de troostmeisjes, won meerdere internationale prijzen.

10

join

Hilde woont pas sinds april weer in Nederland. “Mijn vriend speelde al een tijdje met het idee terug te keren. Ik kon het niet langer vetoën.” Daarvoor leefde en werkte ze twee decennia in Azië. Twintig jaar geleden reisde ze haar vriend achterna naar Indonesië. “Ik had er eerder gereisd en dat beviel me wel. Dus toen hij destijds een aanbod kreeg, zei ik direct dat ik mee ging.” Journalist werd ze pas ter plekke. Van huis uit antropoloog, werkte ze de eerste jaren in Indonesië als adviseur in internationale samenwerking, totdat het Nederlandse budget voor Indonesië door het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking werd stopgezet. Voor Hilde en haar vriend werd het steeds moeilijker werk te vinden. Ze verruilden Indonesië voor India. “In Indonesië sprak haast niemand Engels. Ik sprak de lokale taal, dat werkte in mijn voordeel.” In India kon ze daar niet van profiteren. “Daar spraken wel veel mensen Engels.” Hilde had tijdens haar studie antropologie al ontdekt dat ze kon schrijven, ze had vrienden in de journalistiek en ze kende een paar fotografen. En dus besloot ze om haar geld te gaan verdienen als journalist. Het lukte. “Mijn eerste stukken verkocht ik bij foto’s van die fotografen”, vertelt ze. Destijds zat bijna niemand in India, omdat het land niet interessant werd gevonden. ‘We hebben pas nog een verhaal over kinderarbeid in Afrika gehad’,

join

– 11

»


gaven media als reden om geen verhaal over India mee te nemen. Maar India veranderde snel, zowel politiek als economisch. Er waren geloofsrellen, Hilde maakte het allemaal mee. Al gauw sleet ze verhalen aan Het Parool, het Agrarisch Dagblad en regionale kranten. Toch ben je weer naar Indonesië gegaan. Waarom, als er zoveel te doen was in India? “Toen we begin jaren negentig in Indonesië zaten, spraken we met vrienden veel over wat er met het land zou gebeuren als Soeharto (van 1967 tot 1998 de president, red.) zou weggaan. In mei 1998 ontstond er oproer en trad hij af. Ik zat in India voor de televisie naar de rellen te kijken. Toen dachten we: we gaan gewoon terug.” “Er zaten destijds zeker tien Nederlandse journalisten in Indonesië. De kranten hadden allemaal een eigen correspondent, NOS radio had iemand, NOS televisie ook. Ik had geluk. Na een half jaar ging de AD-journalist weg en omdat ik de enige was die geen krant had, volgde ik hem op. Nu heb je alleen nog Elske Schouten voor NRC Handelsblad, Michel Maas voor de Volkskrant en NOS, Esther de Jong voor Trouw en Jan Lepeltak voor de gereformeerde bladen.” Er is nog maar weinig aandacht voor Indonesië. Hoe komt dat? “Goed nieuws is geen nieuws. Indonesië is nu een redelijk stabiel land. En als krant ben je niet meer de bron als iets gebeurt; je bent snel te laat: iedereen heeft het nieuws al gehoord via internet en televisie. Vanwege bezuinigingen wordt meer van achter het bureau gedaan. Daardoor kom je vaak hetzelfde verhaaltje van persbureaus tegen. Een krant neemt sneller genoegen met een toevallige getuige en werk op de redactie. ‘Bent

© Jan Banning

»

Muur, die Oost-Europa dichterbij bracht. “Daarna de dramatische oorlog in Joegoslavië, dat waren mensen die echt op ons leken. Nederland was militair betrokken, Nederland kreeg vluchtelingen – ik had vrienden die mensen in huis opnamen. Europa had de handen vol aan zichzelf.” Zou je het jonge journalisten nog wel aanraden om in het buitenland aan de slag te gaan? “Het zal niet makkelijk zijn om je hoofd boven water te houden. Vroeger was het: ben je eenmaal binnen, dan blijf je binnen. Maar het AD is net gestopt met contracten voor correspondenten, ik zou per stuk betaald gaan worden. Je hebt nu een grote portefeuille van opdrachtgevers nodig, want ze bieden lagere tarieven en weinig zekerheid. Een reden om als jonge journalist wél naar het buitenland te gaan, is de ervaring. Het is heel vormend, prikkelend. Je leert een land zo breed kennen. Van sloppenwijken tot het huis van de president, als journalist kun je overal binnenkomen. Je hebt een vrijbrief om alles te vragen.” Moet je jaren in een land verblijven om een goed verhaal te schrijven, of kan dat ook in twee weken? “Het kan, maar je moet je inlezen en voorbereiden, weten wie je wilt spreken: voor twee weken heb je een goed plan nodig. Het voordeel van een kort bezoek is dat je onbevangen kunt kijken. Als je ergens lang zit, ga je

« Ik denk wel eens bij verhalen over India: dat schreef ik tien jaar geleden al » u ter plekke, heeft u iets te melden? Bel ons!’” Volgens Hilde werd de aandacht voor het verre buitenland minder met de val van De

12

join

© Leonard Fäustle

Flying Dutchman

meedoen in zo’n land. De eerste jaren stond ik op voor het ochtendgebed aan het einde van het vasten. Na een paar jaar dacht ik:

ik hoef niet zo nodig weer naar die moskee. Het is goed je om dingen te verbazen. Waarom doen de mensen hier dat zo? Ik ken wel mensen die zich ergeren aan een nieuwe correspondent, die dan weer diezelfde verhalen schrijft als de vorige nieuwe correspondent. Ik denk ook wel eens bij verhalen over India: dat schreef ik tien jaar geleden al. Als je ergens even bent of nieuw begint, moet je wel proberen iets nieuws te vinden, niet in clichés vervallen.” Is het nodig om de taal te spreken? “Steeds meer mensen spreken Engels, maar je hebt sneller contact als je Bahasa Indonesia spreekt, al zijn het maar een paar zinnen. Bovendien kun je lokale kranten lezen, wat handig is, want het aantal Engelstalige kranten is beperkt. Het is leuk om grapjes te begrijpen en in Indonesië heb je heel veel grapjes. Zo is vorig jaar een belastinginspecteur opgepakt die miljoenen had verduisterd. Dan noemt de buschauffeur de halte bij de belastingdienst ineens ‘halte Gayus’, zo heet die belastinginspecteur. Dan merk je hoezeer het nieuws leeft op straat.” Moderne technologieën en nieuwe media zijn ook in Indonesië niet meer weg te denken. Met meer dan 35 miljoen accounts heeft het land na de Verenigde Staten (65 miljoen) het hoogste aantal gebruikers op Facebook. Sms wordt gebruikt om sociale contacten te onderhouden, om kennissen een fijn Suikerfeest te wensen, nieuwe bronnen aan te boren. “Iedereen heeft een telefoon, het nieuwste van het nieuwste, dat loopt dwars door alle lagen van de bevolking heen. Daaromheen is het systeem van de missed calls ontstaan: iemand belt, maar hangt meteen weer op. Dan weet je dat je terug moet bellen. Chauffeurs wachten niet meer op het vliegveld om

hun bazen af te halen, maar bij een moskee in de buurt. Zodra de baas landt, laat hij dat weten. Uiteraard kosteloos. Hoge piefen lopen met vijf telefoons rond. Vaak krijg je wel een nummer, maar nemen ze niet op. Het eerste contact verloopt vaak per sms, meestal via een PA, een personal assistent. Dan moet je het nummer zien te krijgen dat ze wel gebruiken.” “Ook als journalist bel je tegenwoordig vaker als je een reactie wilt, maar je kunt pas bellen als je iemand een keer hebt gezien. Bellen scheelt veel tijd. In Jakarta staat het verkeer altijd vast, zelfs als je op de brommer gaat sta je tegenwoordig in de file. Bij zakenlieden moet je op tijd komen, zij hebben een half uur tijd en dan de volgende afspraak. Maar andere mensen komen heel vaak te laat, afspraken lopen heel vaak uit. Ik heb daarom altijd iets te lezen bij me.” Ging je altijd alleen op pad? “Ik heb geen tolk nodig, zoals veel andere correspondenten. Ik werkte wel met lokale fotografen. Ik werkte graag met Mohamad Iqbal. Samen naar dorpen waar geen hotel te vinden was. Slapen waar je kunt slapen, eten wat je kunt eten. Goed contact met journalisten van Indonesische media is handig. Zij worden soms de hele dag ergens neergezet. Heb je vijftig journalisten die een beetje sms’en en geinen tot ze eindelijk hun vraag kunnen stellen. Toen Soeharto in het ziekenhuis op sterven lag (begin 2008, red.), had ik geen tijd om daar hele dagen te posten. Heb je een goede relatie opgebouwd, dan kun je zo’n journalist vragen of hij je belt als er iets gebeurt.”

soonlijke geladenheid, zoals in Atjeh na de tsunami. Overlevenden móesten hun verhaal kwijt. Aan de buren konden ze dat niet,

limvrouwen achter het stuur te zien. Voor ik wegging liepen Turkse en Marokkaanse vrouwen vaak achter hun man aan. Ik ga ze-

« Na een paar jaar Indonesië hoefde ik niet meer zo nodig naar die moskee » want die hadden hetzelfde meegemaakt. Je hoeft dan niet eens zoveel te vragen, je moet vooral luisteren. Ik ben niet zo’n hardnieuws-mens, alles opzij zetten voor een scoop, nee... Ik ga liever de diepte in. Een empathische houding is ook goed om informatie te verzamelen, zei Ad van Liempt (mede-hoofdredacteur en oprichter Nova, red.) tegen mij.” Hoe is het om terug in Nederland te zijn? “Ik loop met grote ogen rond. Ik ben me continu aan het verwonderen, verhalen aan het afluisteren. Ik was verbaasd om jonge mos-

ker terug naar Indonesië, ook voor werk. Ik heb net een klus voor de VPRO binnen, een mooie kans om te laten zien wat ik van het land weet en wie ik ken. Ik mis de warmte. Mensen hebben tijd, het is makkelijk om een praatje te maken: Dari mana? Ke mana? Waar kom je vandaan? Waar ga je naar toe?” “Ik merk dat mensen in Nederland op mij reageren. Ik lach om dingen, help als iemand zijn boodschappen laat vallen. Als het regent zeg ik: kom maar bij mij onder mijn paraplu. Misschien verdwijnt het, maar ik hoop niet in de waan van Nederland mee te gaan.” q

Journalist (en antropoloog) Hilde Janssen (1959) waar: de afgelopen twintig jaar werkte hilde als correspondent in zuidoost-azië. in 1991 vertrok ze naar indonesië. van 1993 tot 2000 verbleef ze in india, waarna ze terugkeerde naar indonesië en zich vestigde in jakarta. sinds april woont ze weer in nederland. opdrachtgevers: in india was ze correspondent voor het parool, in indonesië deed ze verslag voor algemeen dagblad. daarnaast schreef ze artikelen voor onder meer opzij, fnv magazine,

samsam en internationale samenwerking. bekend van: haar boek schaamte en onschuld, over troostmeisjes in indonesië. tot 25 september zijn teksten van hilde en de foto’s van jan banning te bewonderen in museum bronbeek in arnhem. website: www.hildejanssen.nl. en www.insideindonesia.org is een goede site vol achtergrondartikelen om je te verdiepen in indonesië. boeken: hilde las ter inspiratie voor haar boek onder meer ‘birma, land

Aan welke verhalen denk je met trots terug? “Mijn sterke verhalen zijn die met een per-

van geheimen’ van collega-journalist minka nijhuis.

join

– 13


© Sanne Terlingen

Even serieus

Sloppenwijk met een sausje Wie zijn de opvolgers van Koert Lindijer, Kees Broere, Conny Mus en Max Westerman? Ex-Joinhoofdredacteur Sanne Terlingen polst schrijver en ex-Joinhoofdredacteur Marten Blankesteijn over de nieuwe lichting buitenlandjournalisten. “Je moet het sexy brengen.” ST: “Marten, vertel eens, in welke landen ben jij geweest?” MB: “Oeganda, Kenia, Tanzania, Mozambique, Indonesië, Jordanië, Syrië, Jemen, Oman, Iran, Kazachstan, de Verenigde Arabische Emiraten, Oezbekistan, Turkmenistan, Azerbeidzjan…” ST: “Als journalist, bedoel ik.” MB: “Dit is als journalist. Ik ben de afgelopen drie jaar in veertig landen geweest. Over land naar Kaapstad met twee collega-verslaggevers van De Pers, voor Join, en voor het boek ‘De Grote Dictatortour’ reisde ik met Irene de Zwaan drie maanden door twaalf dictaturen in het Midden-Oosten en Centraal Azië. Daar kregen we subsidie voor van NCDO. Ik heb mijn reizen nooit zelf hoeven betalen.” ST: “Waar bleef je het langst?” MB: “Ik denk in Brazilië. Drie weken.” ST: “Werk je in Ghana net zo lekker als in Turkmenistan?” MB: “Ghana, Oeganda, Kenia… Dat zijn Engelstalige landen, dat is wel makkelijk. In Turkmenistan spreekt bijna niemand Engels. Daar zijn we naar de universiteit gegaan, op zoek naar iemand die meer talen sprak en wilde tolken. Uiteindelijk vonden we een studente die heel goed Duits sprak. Natuurlijk gaan soms details verloren bij het vertalen, maar het resultaat is prima.”

14

join

ST: “Mijn ervaringen met vertalers zijn niet goed. In Congo schreef ik het verhaal van een 14-jarig meisje dat een kind kreeg van haar verkrachter. ‘Haar vader is boer’, zei mijn tolk. Het meisje zei niks. Dus vroeg ik de tolk: ‘Moet je het niet aan haar vragen?’ De tolk antwoordde: ‘Alle mannen in deze regio zijn boer.’ In Ghana een soortgelijke ervaring. Ik weet niet of het overal zo is, maar in Afrika lijkt het vaak of een tolk het beter weet dan de geïnterviewde. Tenminste, als die geïnterviewde ‘een gewone dorpeling’ is. Een tolk heeft een opleiding genoten en behoort dus tot de elite. Ik vrees dat dorpelingen met zo’n tolk erbij sociaal gewenste antwoorden geven. En dat de tolk dingen voor hen invult.” MB: “Dat probleem heb je altijd als je iemand interviewt. Hoe vaak zeggen Nederlandse politici in een interview iets wat ze helemaal niet menen, of iets waarvan ze weten dat het niet uitvoerbaar is? Geïnterviewden vertellen - ook als je dezelfde taal spreekt - regelmatig niet de hele waarheid. Daar bereid je je dus op voor door je goed in te lezen en bij elk antwoord te peilen hoe betrouwbaar het antwoord is. Als je in een dictatuur een straatpraatje houdt met als vraag "moet de dictator opstappen?", dan weet je vrij zeker dat iedereen ‘nee’ zegt. Dat ligt aan de situatie

(op straat), aan de vragensteller (ze kennen je niet), en aan het onderwerp (zeer gevoelig). Dus dan weet je dat die score van 100 procent ‘nee’ niet serieus te nemen is. Hetzelfde geldt voor een tolk. Heeft die belang bij het verdraaien van antwoorden? Wat vindt hij zelf van het onderwerp? Met de Turkmeense studente zijn we eerst een keer gaan eten en naar de kermis geweest, om haar een beetje te leren kennen. Als journalist moet je in elke situatie – binnenland of buitenland, tolk of geen tolk – afgaan op je gevoel. En als je tolk niet doet wat je hem vraagt, dan moet je een andere nemen.” ST: “Ik moet nu denken aan een Ghanese politievoorlichter die vertelde dat de zaak waar ik naar vroeg ‘op dit moment niet bij hem bekend was’. Had ik niet een half jaar in Ghana gewerkt, dan had ik gedacht dat er geen zaak was. Nu begreep ik dat de persvoorlichter bedoelde ‘dat hij van de zaak wist, maar nog niks mocht zeggen voor de politie een plan had’. Als je nooit langer dan drie weken in een land bent, hoe kun je een land – en wat de inwoners zeggen - dan begrijpen en opschrijven?” MB: “Je hoeft niet alles te snappen om een leuk stukje te schrijven. Ik woon nu 24 jaar in Nederland, maar het lijkt me moeilijk

om op te schrijven hoe Nederland in elkaar zit. En als 24 jaar niet genoeg is, wanneer weet je dan wel genoeg? Je moet je beperkingen kennen: als je ergens een paar weken bent moet je geen zwaarwichtige analyses willen maken. Toen ik wilde weten hoe Zimbabwe financieel weer op de rails te krijgen zou zijn, zette ik twee Zimbabwaanse topeconomen bij elkaar. Die konden duidelijk uitleggen: ‘Vijf jaar geleden kocht ik voor dat bedrag een huis, nu een paar sokken’. Ze waren het totaal niet eens over de oplossing. Leuk stukje was dat. Op die manier kun je dus prima in een paar weken heel veel schrijven over een land dat je nauwelijks kent.” ST: “Hoe vind je verhalen en bronnen als je ergens kort bent?” MB: “Ik begin al op het vliegveld. Dan vraag ik wat de beste nationale krant is. Door lokaal nieuws kom ik op verhaalideeën die ik in Nederland niet had kunnen bedenken. Daarna ga ik naar de redactie van die krant: ‘Hallo, ik ben Marten’. Vaak halen ze alles uit de kast. Met de hoofdredacteur van de Swazipost ben ik een week opgetrokken. Reden we overal heen, zijn we naar een voetbalwedstrijd gegaan, elke dag de kroeg in. Zo’n hoofdredacteur heeft veel contacten. Dan zeg ik: ‘Ik wil hier

»

join

– 15


Even serieus Xxxxxx

Even serieus

Sanne »

een artikel over maken, bij wie moet ik zijn?’ Ik kan niet in één week een netwerk opbouwen, dus een beetje hulp is wel zo handig. Ik heb nooit van andere journalisten gehoord dat ze zo werken. Gelukkig niet. Als er tien journalisten per week naar de Swazipost zouden komen, was ik vast niet zo gastvrij ontvangen.” ST: “Is dat niet de kritiek op de nieuwe generatie journalisten? Ze denken overal alles vanaf te weten. Alles moet ‘leuk zijn’, vooral voor henzelf om te maken. Journalisten zijn er toch om de macht te controleren? Als je in en uit vliegt zie je niet wie achter de schermen aan de touwtjes trekt, wie samenwerkt met wie en welke verborgen belangen er zijn.” MB: “Nee hoor, ik weet heel goed dat ik er weinig verstand van heb. Dus zoek ik mensen die er wél verstand van hebben. Het klopt dat ik niet de behoefte voel om misstanden aan de kaak te stellen. Maanden graven in een put, nee, daar ben ik te ongeduldig voor. In Brazilië maakte ik een verhaal over een indianenstam waarvan het opperhoofd de iPhone had ontdekt. Die checkte 24 uur per dag zijn e-mail, maar hield ook via GPS in de gaten of er illegaal stukken regenwoud werden gekapt. Heel leuk verhaal dus: én grappig, en toch pikt de lezer wat op over de problemen met het regenwoud. Zoiets is veel leuker om te lezen dan een nieuwsverhaal over illegale houtkap. Ik ben blij dat er journalisten zijn die daar wel onderzoek naar doen, hoor. Maar als je alleen idealistische journalisten hebt, krijg je een hele nare krant. Vind je het gek dat de buitenlandpagina’s van kranten minder gelezen worden?” ST: “Wat bedoel je?” MB: “Ik lees echt graag over buitenland. Maar dan sla ik de krant open, lees ik de kop en zie ik weer zo’n saai verhaal. En dan leg ik de krant weer weg.” ST: “Kun je een voorbeeld geven?” MB: “Laatst in de Volkskrant bijvoorbeeld: ‘Senegal stelt uitlevering oud-dictator Tsjaad uit’ (door Rob Vreeken). Dat leek me een leuk verhaal, want die Afrikaanse dictators zijn zo gek als een deur. Maar nee, dat stuk was volgens de journalistiekboekjes opgebouwd. Supersaai dus. Het nieuws over de weigering van Senegal in de eerste alinea, dan wie dat besloten heeft, dan nog wat geneuzel en na alinea twee denk je: ik ga wat anders lezen.” ST: “Jij bestempelt ‘echt nieuws’ en onderzoeksverhalen als saai?” MB: “Nee, ik snap niet waarom de Volkskrant dat 'echte nieuws' niet zo opschrijft dat je het ademloos uitleest. Begin met een bizarre anekdote over die dictator, dan gaat het verhaal leven. En denk je: die man moet achter de tralies! Maar dan komt het gekke nieuws dat Senegal hem niet wil uitleveren. Dan wil je weten: hoe kan dat? En opeens ben je zonder dat je het door had aan het eind van het artikel. Begrijp je? Door dat traditionele wie-wat-waar-waarom-hoegeneuzel, worden zelfs leuke verhalen saai.”

16

join

Marten

ST: “Hoe maak je volgens jou zo’n verhaal dan leuk?” MB: “Als je een stukje tikt over miljonairs, seks, dictators of mooie vrouwen, begint iedereen te lezen. En vervolgens kun je nog wat serieuze informatie toevoegen. In Tanzania schreef ik over Missen die op een dak van een hotel leerden catwalklopen. Maar ik liet ook zien waar een van die meisjes woonde - in een sloppenwijk , en dat dit haar enige kans op betaald werk was. Ik heb bij het schrijven mijn voetbalteam in mijn achterhoofd. Een paar zijn zo begaan met de wereld dat ze alles lezen. Maar de meesten moet je een verhaal intrekken door het populair en sexy te brengen. Voel je je daar te goed voor, dan schrijf je voor een groepje mensen dat het toch allemaal al weet.” ST: “Nog meer tips voor de Volkskrant?” MB: “Kranten en bladen schrijven te vaak over instituties. Veel politiek, weinig reportages over gewone mensen. Ik vind de manier van Jelle Brandt Corstius – het land doorreizen en vertellen over bijzondere mensen en gebeurtenissen - veelzeggender dan al die gewichtige politieke verhalen uit een of andere hoofdstad. Persoonlijke verhalen geven een beter beeld van een land. Toen ik voor het eerst naar Syrië ging, dacht ik – op basis van het nieuws dat ik in Nederland hoorde – dat het daar vreselijk gevaarlijk was. Vol moslimextremisten en terroristen. Toen we de trein uitstapten gingen we in een rijtje achter elkaar lopen om elkaars tas in de gaten te houden. Maar in Syrië kun je ’s avonds veiliger over straat dan in Nederland. Bij mijn eerste Afrikareis had ik een satelliettelefoon mee – in Afrika kun je vast niet bellen, dacht ik. Bleek dat je op iedere straathoek een simkaart kunt kopen.” ST: “Op welk verhaal ben je echt trots?” MB: “Ik vind 90 procent van mijn verhalen in het buitenland heel leuk. De ene keer omdat het over iets belangrijks ging (die economen in Zimbabwe), of omdat het gewoon een heel grappig verhaal was (over een busreis naar Mozambique), en soms allebei (zoals die iPhone-indianen). Maar echt trots ben ik er nou ook weer niet op. Wel op mijn boek, De Grote Dictatortour, met een voorwoord van Jort Kelder.” ST: “Waarheen gaat de volgende reis?” MB: “Ooit wil ik naar Amerika, daar ben ik nooit geweest. En over tien jaar wil ik De Grote Dictatortour, deel twee maken. Misschien zelfs eerder. Er is sinds mijn reis veel gebeurd in die landen. Ik ben benieuwd hoeveel dictators over tien jaar nog op hun plek zitten. Of er een coup is gepleegd of dat er ineens democratie is. Maar voorlopig ga ik nergens heen. Vorig jaar ging ik van Brazilië naar Ghana en bijna meteen door naar het WK in Zuid-Afrika. Tussendoor was ik hooguit twee weken in Nederland. Een reisoverkill. Nu wil ik even geen koffers pakken, zelfs niet voor vakantie. Ik blijf lekker thuis.” q

« Journalisten zijn er toch om de macht te controleren? »

Sanne Terlingen (26) Sanne is redacteur bij Internationale Samenwerking. Daarvoor was ze hoofdredacteur van Join en schreef ze als freelance journalist voor o.a. NRC Weekblad, Hard Gras, Viva en Yes. De afgelopen twee jaar verbleef ze de helft van de tijd in Afrika. Voorbeelden: Minka Nijhuis, Dick Wittenberg, Femke van Zeijl; omdat ze zo integer te werk gaan.

« Als je alleen

idealistische journalisten hebt, krijg je een hele nare krant »

Marten Blankesteijn (24) Marten ging Sanne voor als hoofdredacteur van Join. Tegenwoordig werkt hij voor De Pers en Radio 1. Zijn boek De Grote Dictatortour werd genomineerd voor de Bob den Uylprijs voor het beste reisboek van 2010. Voorbeelden: Jelle Brandt Corstius en Olaf Koens. Zij maken grote verhalen klein. Geen gewichte analyse van de politieke situatie in Zuidoost-Timboektoe, maar een dag op pad met de krankzinnige spindoctor van een obscure partij. join

– 17


© Ronald der Hammel

© © Ronald Ronald der denHammel Hommel

Wie? André van der Stouwe (27) Opdrachtgevers? Internationale Samenwerking, lokaalmondiaal, Terre des Hommes, BNN, Le Monde Waar? Manilla, Filipijnen, Zuid-Oost Azië Waarom? “Na mijn studie heb ik vier jaar als filmmaker van lokaalmondiaal de wereld rond kunnen reizen. Iedere keer vond ik het vreselijk jammer om na een aantal weken een land weer te verlaten. Ik wilde langer blijven! Tijdens een klus in de Filipijnen ontmoette ik een leuke dame (mijn huidige vriendin) en besloot ik dat het tijd werd om aan een nieuw avontuur te beginnen.” De keuze om als freelancer in de Filipijnen te gaan werken is, vanuit zakelijk oogpunt, volstrekt onlogisch. Het is een van de gevaarlijkste landen ter wereld voor journalisten en, let's face it, geen land waar de Nederlandse drukpersen harder van gaan lopen. Zeker in het begin is het moeilijk om aan werk te komen. Daarom draai ik m'n hand ook niet om voor een commerciële opdracht op z'n tijd. Tip: Probeer je krachten te bundelen met enthousiaste en getalenteerde mensen. Eerder dit jaar heb ik me aangesloten bij Disputed Waters, een groepje journalisten en fotografen dat verhalen maakt over conflicten rond de grote wereldrivieren. De kosten voor het project betalen we uit eigen zak en proberen we tijdens en na een reis terug te verdienen. Mijn eerste reis door de Mekong delta, met fotograaf Ronald de Hommel, hebben we bekostigd door in Cambodja foto- en videoportretten van kinderen te maken voor Terre des Hommes. Hierdoor konden we drie weken langs de Mekong reizen, wat ons weer een verhaal in Le Monde heeft opgeleverd. Rijk zijn we er nog niet van geworden, maar we blijven wel reizen.

18

join

jnen

lipi

fi

Website: www.andrevanderstouwe.nl www.disputedwaters.com E-mail: avanderstouwe@gmail.com

Nils Elzenga

Wie? Nils Elzenga (30) Opdrachtgevers? Associated Press, Trouw, HP/De Tijd, Internationale Samenwerking, Onze Wereld, e.a. Waar? Dakar, Senegal. Waarom? “Na drie maanden als journalist in de Hoorn van Afrika (winter 2008/2009) wilde ik voor langere tijd terug naar het continent. Ik koos voor West-Afrika omdat daar weinig Nederlandse journalisten werken, een gat in de markt. Dakar bleek het meest geschikte woonoord in de regio; daar hebben de meeste ontwikkelingsorganisaties, bedrijven, persbureaus en journalisten hun hoofdkwartier. Bovendien is het er vanwege het zeeklimaat aangenaam vertoeven.” Ik zou liegen als ik zei dat je in de huidige tijd makkelijk rondkomt als freelance correspondent. Gedurende mijn luttele maanden in West-Afrika zijn twee opdrachtgevers gestopt, en is het budget van een derde met 40 procent gekort. Er is mij vaker dan me lief is gevraagd of ik een klus gratis wilde doen. En dan te bedenken dat journalistiek vóór mijn vertrek al geen vetpot was. Gelukkig is het nog steeds het mooiste beroep ter wereld en er zijn genoeg manieren om als buitenlandjournalist werk te slijten. 5 gouden tips: 1. Houd bij het aanbieden van een verhaal de ‘Nederlandse link’ in je achterhoofd; waarom zouden mensen in Nederland dit willen lezen? 2. Geef in je pitch altijd een duidelijke aanleiding; waarom moet dit verhaal juist NU worden verteld? 3. Snijd je verhaal toe op de opdrachtgever aan wie je het artikel aanbiedt. Welke toon hebben de verhalen die zij publiceren? 4. Ontwikkel je tot een ideeënfabriek. Het is een huizenhoog cliché, maar het adagium ‘journalist ben je 24 uur per dag’ geldt bij uitstek voor buitenlandjournalisten. 5. Ga op pad. Onderweg kom je verhalen tegen, niet achter je bureau. Website: www.momentum-media.nl E-mail: nils@momentum-media.nl

Oeganda

Arne Doornebal

Zuid-Afrika Bram Janssen

afri

Wie? Arne Doornebal (28) Opdrachtgevers? Internationale Samenwerking, RNW Wereldomroep, BNR nieuwsradio, BNN, e.a. Waar? Kampala, Oeganda. Waarom? “Ik ging in 2004 naar Oeganda om de wereld te verbeteren. Ik ontmoette daar mijn toenmalige vriendin.”

Wie? Bram Janssen (25) Opdrachtgevers? RTL Nieuws, De Pers, e.a. Waar? Gaat naar Johannesburg, Zuid-Afrika. Waarom? “Ik kom regelmatig in Johannesburg en werkte eerder voor The Mail&Guardian. Nu is het tijd om mijn geluk te beproeven in het land.”

Daar zaten we met z’n allen, in een opgeknapt pakhuis in Amsterdam-Oost. Het was begin 2007, venijnig koud buiten en op een groot scherm verscheen het hoofd van Bram Vermeulen. Vanuit de Zuid-Afrikaanse zomer sprak hij de zaal toe.“Wat doen jullie in Amsterdam?” vroeg hij.“Kom naar Afrika en schrijf verhalen. Goed aanbod creëert de vraag.” ’s Avonds belde ik enthousiast mijn toenmalige Oegandese vriendin: ik wist eindelijk hoe het verder moest met ons. Zes maanden later nam ik een enkele reis Entebbe, Oeganda.

“Blijf je híer slapen? Waarom?” Verbaasd keek David me aan. Sinds drie jaar woonde de 29-jarige Zimbabwaan in Johannesburg. Hij verbleef in de Central Methodist Church midden in de stad. Een beroemd onderkomen voor illegale Zimbabwanen in het xenofobische Zuid-Afrika. Buiten was het rond het vriespunt. Binnen in de kerk was het bijna net zo koud. Geen verwarming, geen elektriciteit, geen toilet, geen douche. Ik bleef er overnachten en schreef mijn persoonlijke ervaringen vanuit de ik-persoon op als onderdeel van een verhaal over xenofobie in Zuid-Afrika. Het is een vorm waar ook Join, net als veel andere tijdschriften, vaak de mogelijkheid toe biedt. Toch bestaat er nog veel discussie over.

Fastforward naar 2011. Dagelijks zit ik in korte broek achter mijn laptop, en stuur verhaal-ideëen de wereld in. Of ik ben op reis. Kamperen in een lek tentje in Zuid-Soedan of met een aftandse boot over de Congo-rivier; heerlijk. Creëert goed aanbod de vraag? Deels. Want mooie verhalen uit Afrika zijn deze zomer ongetwijfeld blijven liggen omdat er ‘al zoveel aan de honger in Somalië’ gedaan is. Freelancen betekent creatief zijn bij het slijten van verhalen, wat moeilijker is dan het schrijven zelf. Het leuren gaat me steeds beter af. Ik schreef exclusief voor zowel de Gay Krant als het Reformatorisch dagblad. Toch zijn de ontwikkelingstijdschriften mijn grootste afnemers, met uitzondering van de dertien maanden waarin ik me correspondent voor de GPD-kranten mocht noemen. Ik wil wel meer met radio en tv doen. Soms vraag ik me af hoe mijn leven zou zijn als ik niet naar Bram geluisterd had. Meer geld, meer zekerheid en meer regelmaat, vermoedelijk. Maar lang niet zo spannend. Na vier jaar OostAfrika teken ik dus bij voor nog een paar avontuurlijke jaren. Website: www.arnedoornebal.com

Een verhaal komt soms dichter bij de lezer door de persoonlijke ervaringen van de journalist. De nieuwe generatie lezers is gewend aan talloze blogs, persoonlijke verhalen en ervaringen of ergernissen van mensen die ze delen via sociale media. In het boek ‘De toekomst van het nieuws’ staat dat jonge mensen zich een voorstelling willen maken van de denkbeelden en leefstijlen van mensen in andere culturen. Tegelijkertijd zien ze het liefst nieuws dat ze op zichzelf kunnen betrekken. Als dat niet kan, kan de correspondent die schakel zijn waarmee ze zich identificeren. Als freelancer in het buitenland zoek je altijd naar nieuwe manieren, creatieve invalshoeken om je verhaal te vertellen. Schrijven vanuit de ik-persoon kan daarin een mooie toevoeging zijn. En dat wilde ik David uitleggen als antwoord op zijn vraag. Maar David had het koud en wilde alleen een deken. Website: www.bramjanssen.nl E-mail: bramjanssen65@gmail.com

join

– 19

ka

André van der Stouwe

gal

Standplaats:

uid-

oe

Senegal

Standplaats:

© Ronald der Hammel

Filipijnen

n se e

Standplaats:

da

Standplaats:

gan

z

Even serieus


Snapshots

Fotograaf Leonard Fäustle reist regelmatig mee met Beyond (y)our World-studenten om foto’s bij hun verhalen te maken. Toch belanden niet al die foto’s in Join. Zo ook de beelden van de begrafenis van de rechts radicale Afrikanerleider Terre’Blanche.

beeld: leonard fäustle

Leonard: “Wij waren in Johannesburg toen Eugène Terre’Blanche werd vermoord. De voorman van de extreemrechtse Afrikaner Weerstandbeweging (AWB) werd dood gevonden in de slaapkamer van zijn boerderij. Over de aanleiding voor de moord werd lustig gespeculeerd. Terre’Blanche zou zijn zwarte personeel hebben uitgebuit. Anderen zeggen dat hij een seksuele relatie met één van zijn personeelsleden had. De uitvaart was in Ventersdorp, zijn geboorteplaats in the middle of nowhere, drie uur van Johannesburg. Er kwamen zoveel mensen op af dat we enkele kilometers voor het dorp in een file belandden. Tamelijk surrealistisch, zo tussen de graanvelden. Als je niet zwart was – zwarten waren verboden bij de uitvaart – was het niet moeilijk om ertussen te komen. Zodra mensen ontdekten dat we uit Nederland kwamen, werden we zelfs hartelijk begroet. Een zeer dubieus compliment, in Nederland liggen immers de roots van veel blanke boeren en de AWB. Al die hakenkruizen en Hitlergroeten waren enorm intimiderend. Ondanks alle spanning en sensatie belandde het verhaal niet in Join – die kwam namelijk pas drie maanden later uit. Toen was de begrafenis alweer oud nieuws.”

20

join

join

– 21


Join the World Bizarre, ontroerende en hilarische belevenissen van Join-lezers op reis. Ook een mooie reis gemaakt? Mail naar redactie@ joinmagazine.nl

filipijnen

tekst ans boersma

Ans Boersma (22), reisde met Beyond (y)our World in 2010 naar de Filipijnen. Journalist. Een beroep dat tot de verbeelding spreekt. Vroeger was ik al fan van Wouter Kurpershoek, die ik verslag zag doen vanuit Kosovo, het Midden-Oosten, de States en Afghanistan. Hij was erbij toen Nelson Mandela werd vrijgelaten. Recent deed hij verslag vanuit Egypte. Een droombaan? Ja. Míjn droombaan. Tijdens mijn journalistieke opleiding greep ik dan ook alle kansen aan om naar het buitenland te gaan. Een mediareis naar

oeganda

Join the World Bosnië-Herzegovina, een stage naar Curaçao en afstudeerreis naar de Filipijnen in samenwerking met Beyond (y)our World. Mijn fascinatie voor ontwikkelingsproblematiek kon ik tijdens dit project handen en voeten geven. Ik schreef een verhaal over Filipijnse weldoeners: rijke mensen die wel een spoor trekken in het leven van armen maar ze niet op de rails zetten. Daarnaast onderzocht ik een eco-toerisme project, inclusief overnachting bij een inheemse stam. Een fantastische reis, een onvergetelijke ervaring. Voor, tijdens en na deze reis werkten wij intensief samen met Filipijnse journalistiekstudenten. Ik denk dat cross-culturele samenwerking tussen journalisten essentieel is bij buitenlandjournalistiek. Als vreemde eend in een nieuwe cultuur is het lastig goede verhalen te maken. Gebruik maken van locale expertise en deze versterken, dat leerde ik ook tijdens mijn laatste stage bij de organisatie Free Press Unlimited. Een journalistieke opleiding leert je hoe je het journalistieke ambacht uitvoert. Ik mis alleen een stuk kennis en een goede specialisatie. Daarom begin ik binnenkort aan de master Social and Cultural Anthropology, gericht op Human Security. Om zo uiteindelijk in conflictgebieden als journalist aan de slag te gaan. Waarom? Omdat ik heb gezien dat er wereldwijd verhalen van mensen verborgen

tekst nick kivits

les? Voicing the voiceless Wijze “Geduld hebben.” Zelfs de respectabele journalist Andrew Mwenda kwam een uur

Nick Kivits (27) ging in januari 2008 te laat. Afspreken om 15.00 uur, betekent met Join naar Oeganda. Nu werkt daar ‘rond 15.00 uur’. En het begrip (rond) hij als freelance journalist voor onder nemen veel Afrikanen nogal ruim, haha.” meer Kijk, Quest en Nieuwe Revu. Welk verhaal heb je in Oeganda gemaakt? “Ik heb me gericht op persvrijheid. Niet geheel toevallig ook het onderwerp van mijn afstudeerscriptie. De opzet van Join was destijds anders. De reis was verbonden aan onze scriptie, waardoor we ons met de hele groep stortten op de journalistiek daar. Ik sprak uitvoerig met journalist Andrew Mwenda, die meerdere keren was opgepakt voor 'het schrijven van onwaarheden'. Volgens de Oegandese overheid althans.”

22

join

liggen die recht hebben om aan het licht te komen. Verhalen die verteld moeten worden. Dat internet de rol van de journalist heeft uitgeblust is onzin. Deze rol is zeker veranderd. De nieuwsverspreiding via internet is razendsnel. Maar juist internet creëert eindeloze mogelijkheden voor een goede journalist. Ik geloof dat de ‘correspondent van de toekomst’ op eigen houtje naar het buitenland gaat en werkt voor verschillende opdrachtgevers. Deze freelance journalist moet zorgen dat hij van alle markten thuis is. Bloggen, twitteren, een internationaal netwerk onderhouden. Maar ook: schrijven, fotograferen, video’s en radio maken. Je, als het even kan, specialiseren op een bepaald onderwerp. De informatiestroom bijhouden en hier duiding aan kunnen geven. Voor dit laatste blijven journalisten essentieel. Ik wil niet in de voetsporen treden van Wouter Kurpershoek. Maar ik zal, net als hij, van de gebaande paden afgaan om the untold story te vinden. Misschien is dat over tien jaar niet meer nodig, omdat er dan een wereldwijd netwerk van goede journalisten is ontstaan die op een of andere briljante manier informatie, interviews en beeld/videomateriaal uitwisselen. Maar als dat tot verstrekkend gevolg heeft dat ik vanachter mijn bureau het nieuws moet verslaan, staat dat bureau wel onder een palmboom op een tropisch eiland.

Schrijf je nog over Afrika? “Ik ben freelancer. Ik schrijf vooral voor populair wetenschappelijke magazines en jongerenbladen, vaak over techniek. Op af en toe een artikel voor Join na, schrijf ik nauwelijks over andere landen. Dat vind ik jammer, want er wordt te weinig goede buitenlandjournalistiek bedreven. De bevolkingsgroepen die zichzelf niet verstaanbaar kunnen maken, zie je ook te weinig terug in de media. En dat terwijl Voicing the voiceless één van de speerpunten van de journalistiek is.”

Welk verhaal hoop je ooit te schrijven? “Ik wil de headlines halen. Zelf iets ontdekken, dat helemaal uitspitten en daar furore mee maken op de voorpagina van de krant. En dan bedoel ik dus échte headlines; Bernstein en Woodward-headlines. Een groot schandaal blootleggen en daar exclusief over schrijven. Maar dat zou de droom van iedere journalist moeten zijn.” Website: www.nick-kivits.nl

jordanië

tekst pim van den dool

Pim van den Dool (22) zette in het najaar van 2009 voor het eerst voet in de Arabische wereld. Nu surft hij de wereld rond als internetredacteur van NRC. Mijn mede (Join-)studenten en ik verbleven twee weken in Amman, de hoofdstad van Jordanië. Daar maakte ik kennis met jonge Jordaniërs die toen al hoopten op betere (economische) toekomstperspectieven en meer politieke vrijheid. We bespraken dit soort zaken onder het genot van een waterpijp, waar ik voor Join een verhaal over schreef. Hoewel er tijdens de reis een kort verplichtprogramma was, had je vooral veel vrije tijd om er als een echte buitenlandcorrespondent op uit te trekken. Ik maakte afspraken om interviews af te nemen, hoewel dat vanwege de taal- en cultuurbarrières niet altijd even gemakkelijk ging. In dat opzicht was de trip naar Jordanië voor mij ontzettend leerzaam. Uiteindelijk slaagde ik er bijvoorbeeld in om terreurexpert Fuad Hussein te interviewen over de dreiging van Al-Qaeda. Dat artikel werd een paar weken later in gratis krant De Pers gepubliceerd. Inmiddels werk ik drie dagen per week als internetredacteur van NRC Handelsblad en zit ik voornamelijk achter m’n bureau. Dat vind ik echter niet minder leuk, want ik ben vanaf minuut één betrokken geweest bij de vernieuwing van de website nrc.nl.Veel bezoekers waren in het begin zeer kritisch, maar inmiddels trekt de vernieuwde site veel meer bezoekers dan het ‘oude’ nrc.nl. Het leuke aan het werk van internetredacteur is dat je bovenop het nieuws zit.Je moet over alle onderwerpen, van de oorlog in Libië tot de Griekse schuldencrisis, kunnen schrijven. Ook experimenteren we op de NRC-internetredactie met nieuwe online concepten als snelle duiding en livebloggen. Spannend, leuk en leerzaam.

rwanda

tekst willemijn kruijssen

Wie is te vertrouwen? Willemijn Kruijssen (30) reisde in 2008 met Join naar Rwanda. Nu leert ze Indonesisch en droomt ze ervan net zulke mooie verhalen te schrijven als China-correspondent Oscar Garschagen. Met de eerste groep die vanuit de Fontys Hogeschool Journalistiek in Tilburg deelnam aan Beyond (y)our World, ben ik in januari 2008 naar Rwanda geweest. Daar schreef ik het verhaal ‘Hoe leef je met je verkrachter in een dorp?’, over de Rwandese Godelieve Mukasarasi die na de genocide van 1994 een organisatie voor verkrachte vrouwen oprichtte. Die vrouwen worden vaak verstoten door hun gemeenschap en de verkrachters – vaak ook genocideplegers – zijn meestal op vrije voeten. Soms lees ik mijn verhaal terug en denk ik: wow, wat een ervaring dat ik daar ben geweest en dit heb kunnen doen. Niets is wat het lijkt In Rwanda is niets zoals het lijkt en daarom moet je als journalist altijd op je hoede zijn. Een journalist die tegen de president is, is niet per se onafhankelijk. Een journalist die goede contacten met de president heeft, is niet altijd een spreekbuis van de overheid. Het land met het grootste aandeel vrouwen in het parlement, is niet per definitie een land waar vrouwenrechten belangrijk zijn. Dat er niet over onderscheid tussen hutu’s en tutsi’s mag worden gesproken, wil niet zeggen dat er niet over wordt gedacht. ’s Avonds in het guesthouse vroegen we ons af wie we nou wel, en wie we nou niet vertrouwden. Ieder verhaal dat we hoorden klonk aannemelijk. In Nederland is natuurlijk ook niet alles wat het lijkt, maar in een vreemd land is het moeilijker te herkennen omdat je de taal, geschiedenis en omgangsvormen niet kent. Vertalen Tijdens een interview vertaalde een van onze lokale begeleidsters het gesprek voor mij. Maar ze vertaalde niet alles, bleek achteraf toen ze me nog wat details over het gesprek vertelde. Was ik me daarvan bewust geweest, dan had ik de vertaler misschien wat vaker gevraagd of ze alles had verteld. Daarom volg ik alvast cursussen Indonesisch, zowel hier in Nederland als in Indonesië. Mijn ambitie is om vaker en langer naar dat land toe te gaan en daar ook op journalistiek vlak iets te doen. Het land in, de straat op, mensen spreken, goede research en verhalen schrijven. Geen mensen-zijn-hier-arm-maar-zo-gelukkig-verhalen, waar je als je voor het eerst in een ontwikkelingsland bent al snel naar neigt, maar verhalen met een originele, interessante invalshoek. Ik zou zo goed willen worden als Oscar Garschagen die voor NRC Handelsblad in China zit. Zijn schrijfstijl, zijn onderwerpen, zijn invalshoeken: nooit makkelijk of cliché en altijd de moeite waard om te lezen.

Willemijn Website: willemijnkruijssen.wordpress.com

Toch hoop ik later buitenlandcorrespondent te worden, bij voorkeur in Israël, de Verenigde Staten of de Arabische wereld. Verder hoop ik voor NRC Handelsblad zelf te schrijven. En ik zou ook graag langere artikelen publiceren in opiniebladen, zoals ik vorig jaar in HP/De Tijd deed. Maar voorlopig heb ik het erg naar m’n zin bij nrc.nl. Ik hoop er nog een paar jaar actief te schrijven.

join

– 23


Join the World zuid-afrika

tekst laura spoelstra

Join the World

Laura verslaat Vorig jaar april (2010) is Laura (25) drie weken naar Johannesburg geweest met Join. Het was in de aanloop naar het WK voetbal, een interessante periode om in Zuid-Afrika te zijn. Tijdens het WK mocht bijna iedereen kennismaken met het beroemde en tevens beruchte instrument ‘de vuvuzela’. Mijn verhaal ging over een heel orkest van deze herrie producerende toeters. Ik stond versteld: hun muziek klonk hartstikke goed. Door deze reis is mijn Engels verbeterd en heb ik geleerd hoe het is om in een ander land journalistiek te bedrijven. Zo vind ik bijvoorbeeld het maken van afspraken en het leggen van contacten lastiger dan in Nederland. Ik denk dat buitenlandjournalistiek heel anders is dan Nederland-journalistiek, omdat je te maken hebt met andere culturen. De journalistieke normen en waarden die in Nederland gelden, hoeven namelijk niet in een ander land te gelden. Op dit moment ben ik net afgestudeerd. Voordat ik op zoek ga naar een baan, wil ik eerst een mooie reis maken. De bestemming is nog niet zeker, maar waarschijnlijk wordt het Thailand of Jordanië. Het leuke aan reizen vind ik de andere culturen die je leert kennen. In mijn toekomstige baan zoek ik uitdaging, dat vind ik belangrijk. Momenteel doe ik niet veel met buitenlandjournalistiek, maar het is zeker iets wat ik heel interessant vind. Ik zou het fantastisch vinden om het reizen te combineren met werken. Een baan als die van Lauren Verster in het programma ‘Lauren Verslaat’ lijkt me het einde. Mijn ambitie is een baan te vinden waar ik een zekere vrijheid krijg bij het maken van (journalistieke) producties.

Voor de allereerste Join reisde Eveline Gillot (24) naar Oeganda. (En ze verzon vooraf de naam voor het blad.) Nu verblijft ze in Mexico, waar ze ooit, als ze het land en zichzelf goed genoeg kent, een Jeugdjournaal wil opzetten.

Website: www.lauraspoelstra.nl

mexico

Hivos lanceert ondertitelactie tegen censuur Ondertitel de tiran, Internetactie tegen censuur Wil jij je uitspreken tegen censuur? Grijp je kans op de actiepagina www.hivos.nl/ondertiteldetiran en parodieer onderdrukkers met jouw eigen ondertiteling. Met de satirische internetactie ‘Ondertitel de tiran’ vraagt Hivos aandacht voor activisten, kunstenaars en bloggers die zich – niet zonder risico - uitspreken voor vrijheid, gerechtigheid en welvaart in hun land. Ondertitel de tiran, spreek je uit tegen censuur Meer dan duizend deelnemers lieten hun creativiteit al de vrije loop met de drie videos van respectievelijk: de Iraanse president Ahmadinejad, de Libische kolonel Khadaffi en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-Il.

Satire en spot Satire en spot zijn bij uitstek een graadmeter voor de mate van vrijheid van expressie. Ondertitel de tiran symboliseert het schrille contrast tussen het vrije woord in Nederland en de staatscensuur in landen zoals Syrië en Iran. Hivos wil die censuur doorbreken en steunt activisten die strijden tegen de onderdrukking in hun land.

24

join

tekst eveline gillot

We waren een club van twintig studenten in het derde jaar van de School voor Journalistiek in Utrecht. In de strategisch gekozen keuzeredactie ‘vakbladen’ (ergo: op reis!) werkten we aan een toen nog naamloos project: een vakblad over ontwikkelingssamenwerking voor jongeren. Een eer nu, dat ik een paar weken later het blad haar huidige naam mocht geven: Join. Uit de aangeboden reislanden Indonesië, Namibië en Oeganda, koos ik de laatste. Gewoon, omdat dat Oeganda het meest origineel klonk. Het bleek een schot in de roos. Dagelijks me verbazend verkeerde ik in een roes, elke avond met bier bijkomend van steeds weer een ongekende cultuurshock. En tussendoor maar schrijven, onder andere over de flitsende radiozender ‘The voice of Kigezi’.

Een jaar later, nog steeds in de ban van de wondere wereld van de buitenlandjournalistiek, ging ik naar Suriname om stage te lopen bij het Surinaamse jeugdjournaal en het NOS journaal. In dit land raakte ik ook verslingerd aan onderzoeksjournalistiek, naast buitenlandjournalistiek de mooiste tak van de sport. Prachtig dus dat ik terug in Nederland een periode research mocht doen voor twee documentaires van de succesvolle VPRO serie ‘In Europa’.

Afgebrand Toen gebeurde er iets na mijn eindexamen. Ik had een soort opiniërend essay geschreven over het fenomeen ‘de buitenlandcorrespondent’, waar ik namelijk meer dan genoeg over wist na die twee reizen en de vette baan Verslaafd bij de VPRO. Mijn visie werd natuurlijk tot aan De reis naar Oeganda vormde een keerpunt in de grond afgebrand. Het was weinig feitelijk, mijn leven. Op het gebied van journalistiek en in hoogdravend. Ik slaagde, maar vooral om de veel meer opzichten. Het leven dat ik leerde ken- in het verleden geboekte resultaten. nen als journalist in een ander land was er één dat ik nooit eerder voor mogelijk gehouden had: Na een paar maanden wentelen in zelfmederauw, tegenstrijdig, kleurrijk en opwindend. lijden, begon ik me langzaam iets te realiseIk was totaal de klos. Hier moest ik meer van ren. Ik was misschien te hard van stapel gezien, ruiken, proeven. Ik was zover heen dat ik lopen. Ik wás misschien wel helemaal niet zo mijn vier jaar lange relatie met één van de mooi- héél goed. Het leek me gezond een lange peste mensen ter wereld beëindigde om door te riode weg te gaan uit Nederland. Ik koos voor gaan met deze zoektocht naar spanning. Alleen. Mexico, een land dat wederom goed klonk en

waar ik een familielid had wonen dat een leuk bijbaantje als dolfijnentrainer kon regelen. Mijn levensdoel werd ietwat bijgeschaafd: ik wilde opnieuw groeien, maar nu vooral emotioneel, mentaal. Geheel nieuwe dingen ervaren en leren. En ook: op mijn bek gaan zo nu en dan. Kennis Ik woon nog steeds in Mexico. Mede omdat ik hier een Mexicaanse liefde heb gevonden waar ik nu bijna twee jaar mee samenwoon, maar ook vanwege de grote liefde die ik voor het land zelf heb ontwikkeld. Ik werk momenteel, na veel avontuurlijke werkplekken, als kleuterjuf in een klein dorp aan de Stille Oceaan. Ik wil meer leren over kinderen, meer spelen, de Spaanse taal vloeiend beheersen en dan de journalistieke draad weer oppakken. Ik droom ervan een kinderprogramma te ontwikkelen, wetenschappelijk en actueel. Mooie verhalen over Mexico blijven schrijven voor bladen en kranten. Maar alles op zijn tijd. Ik verlies me niet meer in blinde ambitie. Een goede journalist, denk ik nu, moet vooral zichzelf goed kennen. Dan pas kan iets waardevols ontstaan. q

join

– 25


Home Profile People Settings Help

+

J

Follow

@Who to follow?

26

Buitenlandse correspondenten

About Join:

Join is hét blad voor jongeren die over de grens kijken. Het is een tijdschrift waarin de ondernemende reizende jongere wordt bediend op haar behoefte om meer te lezen over het avontuurlijke buitenland: van reizen tot internationale samenwerking: “een combinatie van fun met betrokkenheid”.

De 100 Twitterende #buitenlandjournalisten

Tweets 100

Nederlandse correspondenten

Following

Afghanistan Afghanistan Amerika Amerika Australië Beirut België China China China Colombia Colombia Duitsland Engeland Engeland Ethiopië Filipijnen Frankrijk India Indonesië Indonesië Iran Israël Italië Italië Kenia Kenia Mexico Mexico Oeganda Polen Qatar Rusland Rusland Servië Spanje Suriname Suriname Suriname Turkije Zuid-Afrika Zuid-Afrika Zuid-Afrika Zuid-Korea

join

@bettedam @natalie_kabul @erikmouthaanrtl @apjvalk @robertportier @svhoorn @chrisostendorf @reportfromchina @marijevlaskamp @michielhulshof @elfriel @wiesubags @jeroenakkermans @liavanbekhoven @noslondon @kemenade @avanderstouwe @saskiadekkers @noswaagmeester @maasmichel @stepvaessen @onzemaninteheran @rgjournalist @andreavreede @basmesters @afrikaleeuw @ruudelmendorp @alextieleman @jayhootsen @arneuganda @elrobe @davidpoort @kysia @obk @djbelgrado @ropzout @bhayi @pvmaele @sheilasitalsing @fgeerdink @ellesinjozi @bramjanssen @petervermaas @basverbeek

Bette Dam, Wereldomroep en Vrij Nederland Natalie Righton, De Volkskrant Erik Mouthaan, RTL Nieuws Guus Valk, NRC Handelsblad Robert Portier, NOS en VRT Sander van Hoorn voor NOS Chris Ostendorf, NOS EU -correspondent Bert van Dijk, het Financieele Dagblad, De Tijd Marije Vlaskamp, RTL Nieuws Michiel Hulshof, Vrij Nederland, ANP, onze Wereld Robert Friele, het Financieele Dagblad, GPD, Radio 1 Wies Ubags, ANP, De Pers, Internationale Samenwerking Jeroen Akkermans, RTL Nieuws Lia van Bekhoven, Nieuwsuur, BNR, Elsevier Arjen van der Horst, NOS en Nieuwsuur Luc van Kemenade, Associated Press(AP) André van de Stouwe (zie pagina 18) Saskia Dekkers, Nieuwsuur Lucas Waagmeester, NOS Michel Maas, NOS en De Volkskrant Step Vaessen, Al Jazeera English Thomas Erdbrink, NRC, NOS en Washington Post Roel Geeraedts, vanuit Jeruzalem voor RTL Nieuws Andrea Vreede, NOS Bas Mesters, One11, NRC Handelsblad Arthur de Leeuw, RTL Nieuws Ruud Elmendorp, videojournalist Alex Tieleman, Novum Nieuws, NRC, Groene Amsterdammer Jan-Albert Hootsen, Trouw, ANP en De Jaap Arne Doornebal, (zie pagina 19) Elro van den Burg, GPD David Poort, Al Jazeera Kysia Hekster, NOS Olaf Koens, freelance voor o.a. GPD en De Pers David Jan Godfroid, NOS -correspondent voor De Balkan Rop Zoutberg, Wereldomroep en NOS Ivo Evers, Trouw, Parbode Pieter van Maele, Belg, Zuid-Amerika voor AD en Het Parool Sheila Sitalsing, De Volkskrant, Starnieuws, e.a. Fréderike Geerdink, freelance voor Viva , ANP, De Volkskrant Elles van Gelder, freelance voor De Pers, BNR, Wereldomroep Bram Janssen (zie pagina 19) Peter Vermaas, NRC Handelsblad Bas Verbeek, sinds juni 2010 in Zuid-Korea

J J J J J J

J J J J J J

J J J J J J

J J J J J J

100x twitter

Sign out

J J J J J J

J J J J J J

BetteDam: @Uruzgan never experienced such heavy fighting since 2001. #The attack seemed to be very well planned.”

Afghanistan Afrika Afrika Amerika Amerika Amerika Armenië China China China Dubai Egypte Egypte Frankrijk Gaza Georgië India Irak Irak Japan Kenia Libië Libië Mexico Mexico Nederland Nigeria Nigeria Pakistan Pakistan Qatar Rusland

@heidivogt @smithinafrica @mckenziecnn @aloraibi @chrismcgreal @edpilkington @onewmphoto @jonathanwatts @markmackinnon @ftasianews @nolanjourno @aymanm @degner @achrisafis @nicolealjazeera @claytonnicholas @lpolgreen @martinchulov @rawyarageh @jakeadelstein @xanrice @hodaabdelhamid @jackyaljaz @mexicoreporter @judithtorrea @benjaminduerr @jongambrellap @purefoycnn @declanwalsh @saeedshah @sherinet @miriamelder

Heidi Vogt, eerst West-Afrika nu Afghanistan voor AP David Smith, doet heel Afrika voor The Guardian David McKenzie, doet Afrika voor CNN Mina Al-Oraibi, Iraakse journaliste met heimwee Chris McGreal, in Washington voor The Guardian Ed Pilkington, in New York voor The Guardian Onnik Krikorian, fixer voor o.a. BBC en National Geographic Jonathan Watts, al 20 jaar Oost-Azië voor The Guardian Marc Mackinnon, vanuit Beijing voor Canadese krant Demetri Sevastopulo, kan Japans en Chinees, Financial Times Dan Nolan, vanuit de Verenigde Arabische Emiraten Ayman Mohyeldin, Al Jazeera David Degner, fotojournalist Angelique Chrisafis in Parijs en Tunesië voor The Guardian Nicole Johnston, Al Jazeera Nicholas Clayton, The Faster Times, PIK Television Lydia Polgreen, doet Zuid-Azië voor de New York Times Martin Chulov, Midden-Oosten voor The Guardian Rawya Rageh uit Egypte werkt in Bagdad voor Al Jazeera Jake Adelstein, Tokyo Vice, onderzoeksjournalist Xan Rice, Oost-Afrika voor The Guardian Hoda Abdel-Hamid, Al Jazeera , oorlogverslaggeefster Jacky Rowland, Al Jazeera (normaal vanuit Egypte) Deborah Bonello, oprichter Mexicoreporter.com Judith Torrea, Spaans, schrijf over drugshandel Benjamin Duerr, Duitser in Nederland Jon Gambrell, West-Afrika voor AP Christian Purefoy, West-Afrika voor CNN Declan Walsh, doet ook Afghanistan, The Guardian Saeed Shah, doet ook Afghanistan, The Economist Sherine Tadros, Al Jazeera Midden-Oosten en Noord-Afrika Miriam Elder, Businessweek, the International Herald

Rusland Thailand Thailand Turkije Zuid-Afrika Zuid-Afrika

@shaunwalker7 @journatopia @wayne_hay @ivancnn @hardingbbc @kimnorgaardcnn

Shaun Walker, The Independent Andrew Marshall, TIME magazine Wayne Hay, Al Jazeera Ivan Watson, Istanbul, momenteel in Libië, CNN Andrew Harding, vanuit Johannesburg voor BBC Kim Norgaard, vanuit Johannesburg voor CNN

ArneUganda: “Almost described @Congo as 'Africa's largest country.' They would be so proud! (after Sudan's split) But #CIA factbook says @Algeria is larger

Lokale journalisten Amerika Congo Dubai Egypte Filipijnen Ghana Griekenland India Kenia Koeweit Mexico Oeganda Oeganda Pakistan Pakistan Saudi-Arabië Soedan Zimbabwe

@columnlynch @radiookapi @jenanmoussa @seldeeb @dennisrito @nanakofiacquah @nickmalkoutzis @tallstories @moadow @monakareem @rodrigoebr @andrewmwenda @rosebellk @ajimran @nadia_zaffar @halmustafa @vlugalacom @douglasprogers

UN-reporter voor de Washington Post Het beroemde radiostation Radio Okapi, Franstalig Jenan Moussa, crisisverslaggeefster voor Arabic al Aan TV Sarah El Deeb, AP vanuit hometown Cairo Dennis Rito, fotograaf, blogger, Nana Kofi Acquah, documentair fotograaf Nick Malkoutzis, voor de Engelstalige krant in Griekenland Nirupama Subramanian, journalist voor The Hindu Mohammed Adow, Al Jazeera en Keniaanse kranten Mona Kareem, Al-Rai newspaper Rodrigo Javier, zegt alle scoops te hebben voor CNN Andrew Mwenda, hoofdredacteur Independent Magazine Rosebell Kagumire, ‘conflict issues’ Imran Khan, gestationeerd in Doha voor Al Jazeera Nadia Zaffar, in Karachi voor Hosh Media Hasan Almustafa, ook voor Libanon en de golf Victor Lugala, Zuid-Soedanese journalist en dichter Douglas Rogers, boer, verruilde farm voor journalistiek

join

– 27


Kamran moet zelfs weten hoe je in een land moet lopen. Nee, je mag niet zomaar met mij mee.” Research hoort bij het vak van fotograaf? “Ja. Een goede fotojournalist herken je aan twee eigenschappen: de manier waarop hij met mensen omgaat, dat is de sociale eigenschap, en kennis. Wat weet hij? Een goede fotograaf bereidt zich voor op de situatie waarin hij een foto wil maken. Toen ik met Congolese rebellen wilde rondtrekken, lukte dat dankzij mijn vloeiende Frans en mijn netwerk. Maar ik moest in Congo ook de geschiedenis weten van alle conflicten die vroeger in het land hadden gespeeld. Ik moest weten wat er in Congo gebeurde tijdens de Koude Oorlog en de Afrikaanse wereldoorlog.”

Bijna-dood fotografie “Voor ik afreis naar een oorlogsgebied neem ik altijd afscheid van mijn familie en vrienden”, zegt Jan-Joseph Stok (33). Wat bezielt hem, een jonge, geprezen fotojournalist, om zijn leven te wagen voor plaatjes van andermans ellende?

Jan-Joseph spreekt uit ervaring. Ooit raakte hij gewond bij een aanval nabij Kosovo. Eenmaal thuis besloot hij nog meer te leren, zodat hij beter zou kunnen werken in conflictgebieden.

tekst: kamran ullah

beeld: leonard fäustle

In de auto naar Nijmegen, met de trein naar Hilversum of, zoals vandaag, fietsend naar Amsterdam-Oost. Het is wat anders dan illegaal naar Darfur, op stap met Congolese rebellen of skaten in Afghanistan. Het is het verschil tussen mij en Jan-Joseph Stok. Hij reist als fotojournalist naar conflictgebieden en brandhaarden en is net terug uit Afghanistan waar hij een aantal reportages maakte. Nu is hij klaar voor vertrek naar de Hoorn van Afrika.

In Nederland kun je ook mooie foto’s maken. Waarom steek je zoveel energie in Afrika? “Uit idealisme. Van jongs af aan ben ik activistisch ingesteld. Dit is voor mij dé manier om mijn steentje bij te dragen aan het verbeteren van de wereld. Besef wel dat door ons geluk, veel anderen in de wereld ongelukkig zijn.”

Fijn dat je de tijd hebt. “Het is toevallig dat ik nu twee reizen achter elkaar maak. Vroeger was ik vaker weg, toen zat ik acht maanden per jaar in het buitenland, vooral in Afrika. Ik ben in achttien Afrikaanse landen geweest.”

Jan-Joseph reisde meerdere malen naar Congo. Hij maakte reportages over de Congorivier, het verdwijnen van het regenwoud, pygmeeën, de vergeten oorlog en de coltanmijnen. Hij fotografeerde Soedanese vluchtelingen in Tsjaad, Somalische vluchtelingen in Kenia, Somaliland, maar ook in Somalië zelf. De rellen na de verkiezingen in Kenia en het leven in de falende Centraal Afrikaanse Republiek. jan-joseph stok (1978) groeide op in frankrijk. als 18-jarige

Ben je het reizen zat? “Nee. Het is crisis in de journalistiek. Vroeger werkte een fotograaf voor een vast medium en reisde een maand rond. Nu werken steeds meer collega’s voor zichzelf. Een krant belt op en stuurt je tien dagen weg. Wat je vroeger in een maand deed, moet nu in die tien dagen.”

verhuisde hij naar amsterdam om te gaan studeren aan de fo-

Voor de krant heb je maar één goede foto nodig. Dan zijn tien dagen toch meer dan genoeg? “Zo werkt dat niet. Soms ben ik weken aan het voorbereiden en reizen. En dan kan het ook nog een tijd duren voor ik op het juiste moment op de juiste plaats ben voor die goede foto.”

jan-joseph werkt onder andere voor trouw, het deense

toacademie. daarna volgde hij opleidingen fotojournalistiek in denemarken en londen. in 2006 ontving hij de canonprijs van de zilveren camera, voor de beste fotojournalist onder

30 jaar.

politiken en the times. de meeste fotoreportages maakt hij in afrika. met journalist elwin verheggen maakte hij het boek

‘welkom in darfur, dit is ons leven’, een inkijk in het leven van de lokale bevolking in soedan. onlangs verscheen het boek

Stel dat ik een verhaal wil maken in Darfur. Kan ik me dan bij jou aansluiten? “Helaas denken sommige journalisten dat dat zo makkelijk gaat. Weinig journalisten besteden tijd aan research, dat wordt onderschat. Je moet de geschiedenis en de politieke situatie van het land kennen, en je moet weten hoe je met de cultuur om moet gaan. Je

28

join

En om dat te bewijzen, moet je de ongelukkige mensen fotograferen? Dat is toch onwijs frustrerend. “Het kan niet anders. Hoewel ik tegenwoordig probeer ook de andere kant te laten zien. Ik ben net in Afghanistan geweest. Daar heb ik geen enkele oorlogsfoto gemaakt, maar juist een reportage over families op het platteland, en over een groep skateboardende jongeren in Kabul.”

‘bloedmobieltjes, coltan in congo’, dat jan-joseph met trouwredactrice seada nourhussen maakte. de foto’s van janjoseph kun je zien op zijn website www.janjosephstok.com.

Daar zijn de kranten toch niet in geïnteresseerd? Veel te positief. “Minder. Zulke foto’s maak ik dan ook voor ontwikkelingsorganisaties en tijdschriften. Kranten zijn trouwens ook niet geïnteresseerd in foto’s die te schokkend zijn.” Niet? “Ik maakte een foto van een Somalische journalist die één van zijn armen kwijt is join

– 29

»


Join SPECIAL

Kamran

door een actie van de terroristische organisatie Al Shabaab. Hij kon zijn vak niet meer uitoefenen. Een indrukwekkend verhaal, maar geen krant wilde het hebben. Moet je je eens voorstellen dat het een Nederlandse journalist was geweest.”

pagina 34

join schiet een hartebeest

pagina 44

vrijheid om te kwetsen

Dat is een kwestie van navelstaarderij. Kan toch? “Een ander voorbeeld dan. In Kenia maakte ik een foto van 200 doden. Opgestapeld. Die foto was hét bewijs dat er wantoestanden waren rondom de verkiezingen. Maar die foto raakte ik dus niet kwijt. Te schokkend.” Je hebt 200 lijken gezien, wat heftig. Hoe ga je daarmee om? “Pauzes inlassen tussen heftige reportages. Dan ga ik 30 kilometer fietsen met een oudere collega en goede vriend van me. We praten dan over ervaringen. En daarna ga ik zo snel mogelijk weer aan het werk. Ik kan niet lang stil blijven zitten. Dan voel ik me nutteloos.”

hoe schrijf je een artikel over oude kranten?

pagina 48

een fotograaf die een fotograaf op de foto zet. dat levert een aardige conversatie op tussen join-topper leonard fäustle

In april werden vijf fotojournalisten in Libië getroffen door een mortiergranaat. Tim Hetherington en Chris Hondros kwamen daarbij om het leven. Hetherington maakte, net als Jan-Joseph, vooral achtergrondverhalen. Zijn overlijden aan de frontlinie viel op bij collega’s. Ze werden met hun neus op de gevaren van het vak gedrukt. Heb je overwogen om te stoppen? “Geen moment. Het gevaar is de prijs die ik betaal voor mijn idealisme. Elke keer als ik op reis ga naar een conflictregio neem ik afscheid van mijn familie en vrienden.” Je bent fotojournalist, geen soldaat die wordt uitgezonden! “Tsja. Het enige verschil met het leger is, dat ik ongewapend, zonder speciale kleding, de straat opga. In Tsjaad staarden Nederlandse militairen op missie mij verbaasd aan. Ze begrepen niet dat ik gewoon buiten liep zonder wapen of bescherming.” Je leven op het spel zetten voor een foto. Is dat niet een erg grote prijs? “Ik ben één van de weinige Nederlanders die ertoe in staat is. Inmiddels zie ik het als mijn plicht om dit terug te doen voor alle mensen die ik nu ken in conflictgebieden.”

30

join

en jan-joseph. jj: “ik ken een mooie locatie.” l: “laat maar zien.” jj: ”hierachter staan bijzondere bomen.” l: “ik vind deze speelplaats wel mooi. als jullie nou beiden erin klimmen.” jj stapt door. “laten we eerst even hierachter kijken.” l: “oke.” jj: “kijk, die boomstammen zijn schitterend. dit geeft een mooi perspectief.” l: “inderdaad. mannen, ga daar maar zitten.” klik-klik-klik. na een paar minuten lopen we terug. l: “heren, willen jullie toch nog even in die blokhut klimmen...”

Wordt de fotojournalist met uitsterven bedreigd? “Je verdient niet veel en hebt weinig zekerheid, daardoor is het vak niet zo aantrekkelijk meer.” Weinig zekerheid? Als je goed bent, dan reis je naar een land, maak je bijzondere foto’s en verkoop je ze. “Er zijn fotojournalisten die dat doen. Ik niet. Ik ga geen foto’s maken van ellende en lijdende mensen als ik niet zeker weet dat ze geplaatst worden. Dat is een persoonlijk principe, mijn ethische waarde.” Is dit je oproep voor nieuwe collega’s? Voor meer fotojournalisten? “We hebben vooral meer goede journalisten nodig. Journalisten die rapporten doorlezen, research doen en dan op reis gaan. Goede journalisten zijn een uitstervend ras.” q

Kamran Ullah is werkzaam als hoofdredacteur CampusTV en presentator op Radio1. Daarnaast is hij een veelgevraagd gespreksleider, dagvoorzitter en (podium)presentator.

drugs, meisjes en treinen Pagina 38

“Alcohol. Ik kocht het ’s avonds en dronk het de volgende ochtend voor ik op de trein stapte.” join

– 31


Special Waar is Join straks? Join reist de komende tijd de hele wereld over. De bestemmingen zijn zonnig, vol avontuur, met her en der een Nederlands tintje.

Special Talentenpool Ben jij als student geïnteresseerd in buitenlandjournalistiek? Ben jij bezig met een journalistiek project dat te maken heeft met ontwikkelingssamenwerking, of heb je daar plannen voor? Zoek niet verder! Beyond (y)our World heeft tien plekken per jaar (inclusief vliegticket) voor ondernemende studenten. Als tegenprestatie lever jij twee freelance producties en twee journalistieke producties voor Join. Eigen bijdrage bedraagt 500 euro.

als journalist het haasje of de vos? Brazilië • Nr. 12 in de ranglijst van gevaarlijkste landen voor journalisten. • Kom niet tussen een Braziliaan en zijn voetbal. Een gelijkmaker in de voorlaatste minuut van een wedstrijd zorgde een tijdje terug voor commotie op het veld. Journalisten die dit vast wilden leggen raakten slaags met de spelers en de coach.

door maria van de dijk

Meer informatie? www.lokaalmondiaal.net

hoe overleef ik…

Turkije

Brazilië? Als echte Nederlander moet je in het Portugees kunnen zeggen: ‘é caríssimo!’ (het is peperduur!), ‘não ter tempo para nada’ (nergens tijd voor hebben) en ‘a cerveja, por favor’ (een biertje alsjeblieft). Turkije? Met brood (ekmek) en water (su) kom je een heel eind. Maar wil jij echt op alles voorbereid zijn? Leer dan ook: ‘kondumsuz yapmam’ (zonder condoom doe ik het niet) en ‘discotek nerede?’ (waar is de discotheek?) uit je hoofd. Maleisië? Zeg achter elke zin ‘lah’. Dit betekend ‘gast’, ‘dude’ en is ontzettend populair. Weet hoe je het gevaar moet aanwijzen: labah-labah (spin)! En zie je het echt niet meer zitten? Onthoud dan ‘perangko’ (postzegel), zodat je een brief naar huis kan schrijven.

Suriname brazilië vertrek: 31 oktober 2011 aantal personen: 6 bestemming: sao paolo

Verhaaltip In het land van sexy vrouwen en woest aantrekkelijke mannen is plastische chirurgie enorm populair. Het afgelopen jaar werden ruim 1.700 operaties per dag uitgevoerd. Wie gaan onder het mes, waarom en hoe betalen ze hun operatie?

vertrek: januari 2012 aantal personen: 15-20 bestemming: a nkara, istanbul

Brazilië

suriname vertrek: eind februari 2012 aantal personen: 15-20 bestemming: paramaribo

Verhaaltip Hoe Nederlands is Suriname? En hoe Surinaams is Nederland? Wat zijn de invloeden over en weer, op het gebied van politiek, gewoontes en muziek?

Lapdance

join

Verhaaltip Leerlingen in Turkije, die volgens de geruchten bij de beweging van Fethulla Gülen horen, hebben fraude gepleegd bij het toelatingsexamen van de universiteit. Twee dagen voor het examen ontvingen zij een code die toegang gaf tot de antwoorden. Wat doet deze beweging en wie profiteren er nog meer van?

maleisië vertrek: januari 2012 aantal personen: 15-20 bestemming: kuala lumpur

Verhaaltip Maleisië schijnt een slecht beleid te voeren voor asielzoekers. Dat terwijl ze de komende vier jaar achthonderd mensen zullen opnemen die in Australië illegaal asiel hebben aangevraagd.

Capoeira Waarom kiezen tussen vechten of dansen als het allebei kan? Capoeira is een vechtdans-sport die tot bloei is gekomen in Brazilië. Lekker muziekje erbij en je hebt een avondje uit. Zonder winnaar of verliezer, mét een aantal lenige beenzwaaien.

32

Maleisië

turkije

In de ban van de Surinaamse president? Ga een beetje in zijn buurt staan, dan vraagt hij vanzelf of je op schoot komt. Een Nederlandse stagiaire greep het aanbod met beide billetjes aan. Of we daar nou trots op moeten zijn?

Made in Turkey • De Hollandse tulp. • De goedheiligman. Sinterklaas is geboren in Turkije en komt dus helemaal niet uit Spanje. • Ons bakje yoghurt na de maaltijd. Geen Mona zonder de Turken.

Lekker wit Maleisiërs hebben een hekel aan de zon. Het liefst zitten ze binnen met de airco op standje max. Je wordt uitgelachen als je bruiner bent dan anderen en bij de drogisterij kun je zelfs ‘whitening cream’ kopen.

Turkije • 57 journalisten in de gevangenis. • Straffen die oplopen tot 166 jaar. • Meer dan 100 rechtszittingen per journalist. • Dit terwijl de minister van Binnenlandse Zaken, Atalay, beweert dat Turkije een vrijere pers heeft dan de Verenigde Staten. • De OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking Europa) probeert verbetering te brengen in de persvrijheid. Maleisië • 15 jaar konden internetkranten schrijven wat ze wilden. Daar komt nu verandering in. De kritiek op de politieke ontwikkelingen in het land wordt hen niet in dank afgenomen. • 1 jaar gevangenisstraf als ze zich niet aan de nieuwe richtlijnen houden. • Doordat de media jaarlijks een nieuwe licentie moeten aanvragen, blijven ze sterk afhankelijk van de overheid. Suriname • Staat je toon de regering niet aan, dan is het gevolg simpel: je doet niet meer mee. Dagblad Suriname en De West worden bijvoorbeeld niet meer uitgenodigd voor persconferenties van het kabinet. • Pas op voor Cliff Limburg (‘Limbo’), de perschef van president Bouterse. Als ex-journalist heeft hij gekozen voor het ‘grote geld’ en zijn journalistieke principes over boord gegooid. ‘Laster’ en ‘valse praat’ van de media worden niet gewaardeerd. join

– 33


Special Lindsey Groot, schrijfster artikel In de wachtkamer van de Ghanese ambassade zag ik op BBC News een item over westerse tijdschriften die – als ze zijn afgedankt – naar Ghana worden gestuurd en daar nog door zo’n veertig paar handen gaan. De markt in Kumasi is de grootste van Afrika, dus een bezoek aan die markt leek mij de ultieme gelegenheid om te checken of ik daar daadwerkelijk een Nieuwe Revu of Glamour kon kopen.

Lees! Geeft niet wat

Met fotografe Domin Meinema zeulde ik langs kraampjes tot we ‘Ghana Best News Stand’ tegenkwamen. Ik stelde me voor aan de eigenaar. Hij gaf toestemming om foto’s te maken en een verhaal over zijn kraam te schrijven, mits ik mijn contactgegevens achterliet zodat hij het resultaat in Nederland kon komen bekijken. Ik bleef uitleggen dat ik student ben en dat ik hem het stukje wel kon e-mailen, maar daar nam hij geen genoegen mee. Ons gesprekje gaf hem aanleiding om alsmaar achter me aan te lopen en duidelijk te maken dat hij zo graag naar Europa wil. Achteraf had ik het anders aangepakt. Ik zou niet meteen naar de eigenaar stappen, maar eerst rondneuzen. Dan had ik mensen vragen kunnen stellen zonder dat ze wisten dat ik journalist ben. Nu kreeg ik het idee dat ze antwoorden gaven ‘die ik wilde horen’ of die voor de hand lagen. Helaas bleven we kort in Kumasi. Het had het verhaal een extra dimensie gegeven als ik zo’n tijdschrift een paar dagen had kunnen volgen.

Nederlandse journalisten zoeken nieuws in Ghana. Ze vinden een winkel vol oude kranten en tweedehands tijdschriften. Maar, hoe maak je daar een verkoopbaar verhaal over? tekst: lindsey groot

beeld: domin meinema

‘Ben the voice!’ staat levensgroot op de voorpagina van een Telegraaf. Daaronder een foto van de Nederlandse Ben Saunders die de finale van de talentenjacht The Voice Of Holland wint. De kranten liggen gebundeld in ‘Ghana’s National Best News Stand’, een kraampje van vier meter breed achter het postkantoor in Kumasi, de tweede grootste stad van Ghana. Achter de enorme stapels zitten enkele verkopers verstopt, die aandachtig wat stripboeken doorbladeren. Het maakt in Ghana niet uit of je nou de krant van vandaag of van vorig jaar in handen hebt, zolang je anderen maar laat zien dat je wijzer wilt worden. Toevallig dateert de krant met Ben Saunders uit januari 2011 en komt hij ook nog eens uit Nederland. Voor de gemiddelde Ghanees zit er waarschijnlijk niets anders op dan plaatjes kijken. Wie een krant of tijdschriften bij ‘National Best News Stand’ koopt, zal niet de eerste lezer zijn. Verkoper Arthur legt uit hoe Ghanezen met het leesvoer omgaan: “de kranten en magazines die in mijn kraam liggen, komen van de straat of van mensen die het blad net gelezen hebben. Ik haal bijvoorbeeld tijdschriften op bij de universiteit, en die verkoop ik hier door. Soms komen er ook mensen bij mijn kraam die van hun krant af willen, die betaal ik geld. De krant maak ik netjes en leg ik weer te koop. Zo maak ik winst.’

34

join

Arthur houdt geen nauwkeurige administratie bij. Hij weet niet door hoeveel mensen hetzelfde blaadje wordt gelezen. De BBC deed hier een jaar geleden wel onderzoek naar. Een gemiddeld tijdschrift dat te koop wordt aangeboden op de markt in Ghana telt veertig verschillende lezers. Arthur lacht. “Kun je nagaan dat al die veertig mensen een bedrag betalen om een oud buitenlands tijdschrift te lezen. Jullie Europeanen lachen erom, maar hier in Ghana is het business!” Naast de kraam staan torens opgestapelde boeken, die boven Arthur uitsteken. Woordenboeken in allerlei verschillende talen, Duitse vogelgidsen met enorme ezelsoren en een volledige reeks romans van Danielle Steel vallen onder de collectie. Naast Arthur staat Juliën, een jongen van een jaar of twintig. Volgens Juliën gaat het er in Ghana niet om wat je leest, als je maar laat zien dat je leest. “Je ziet mensen nieuwsgierig naar je kijken als je met een dik boek op schoot zit. Zelf zou ik nooit een boek lezen, dat in een voor mij onbegrijpelijke taal is geschreven. Het liefst lees ik Engelstalige boeken over het geloof.” vertelt hij. Nog geen vijf minuten later besluit Juliën dit keer toch te gaan voor een Engelstalig boek over dinosauriërs.

Sanne Terlingen, hoofdredacteur Join

Vlotte pen. Leuke dinosaurus aan het eind. En ik ben blij dat Lindsey het verhaal heeft aangekleed met het onderzoek van BBC. Maar ik kel in Join mis een reden waarom dit arti ik het NU rom waa En zou moeten staan. t op jonpits ges toe niet is Het n. moet leze en het ing leid aan e uel geren, heeft geen act lezer iets de r waa tips che ktis pra bevat geen r de insteek mee kan. Dat had gekund doo te doen). oek erz ond r mee (en ren nde te vera indruk man als je kte maa Voor Join: vroeger ‘intelmet dig oor enw Teg ien. koe t met ach schrift onder lect’. Een tweedehands tijd hippe vriendin een om del mid hét is je arm Pers: meer De ld bee oor te scoren. Voor bijv Ghanese de in dan asi Kum in rs eze Pers-l wijk in de Bijlmer.

Nico Kussendr ager, docent journa listiek in Utrecht O r ig in ee l o wer p. Ondan n d er bezoeken aa ks vele n en ‘k ra nt en Af rika vi ng ’ no o it ve rs la g es ta a n hi bij st il ee n verhaa er ze lf l maken. Klo o ver te pt wel dat kranten – welke taal in d Hetzelfde ge an o ok – ‘s tatu s’ geve n. ldt vo or dvd vi deobanden ’s en eerder in al le rl ei van je zeker talen, waarniet sprak. Al w ist dat de eigenaar d le en al het feit dat je ie zo’n gadget met ro tuurkenm er ndliep gaf ‘status’. Cul k? Hiërarch ie in de Af ri kaanse sam enleving? La ten zien dat net een trap je je anders? Kant hoger staat dan ieman d een verkopertekening: verhaal is m et en ee n pa ar beetje ‘dun’. Meer bronne kopers een beter beeld n hadden ee gegeven. n

» join

– 35


Special

Marleen van Loozen, schrijfster artikel Op de website Africanews las ik dat in Ghana een verbod op de verkoop van tweedehands ondergoed werd ingevoerd. Op dat moment drong het tot me door dat ik echt naar een ontwikkelingsland zou gaan. Het idee alleen al dat je gebruikt ondergoed aan zou trekken, jakkes! Maar toch, tweedehands, Europees ondergoed is een populair product op de Ghanese markt. Ik besloot er een verhaal over te maken. Ik heb gesproken met marktverkopers en een verkoopster in een luxe lingeriezaak. Verder heb ik geobserveerd en beschreven wat om me heen gebeurde. Zou ik het verhaal opnieuw maken, dan zou ik meer willen weten van jonge vrouwen. Hoe denken zij over ondergoed? Hoeveel setjes hangen bij een jonge, hippe meid van 20 jaar in de kast? Voor zo’n verhaal moet je je beter voorbereiden dan ik gedaan heb, meer en intensiever contact hebben met mensen. Wie vertelt nou een wildvreemde over haar ondergoed? Had ik meer contact gehad met Ghanese vrouwen, of zelfs vriendinnen gemaakt, dan had mijn verhaal er misschien anders uitgezien.

Push it up:

Grote borsten, klein behaatje De verkoopsters op de grootste markt van Ghana weten het: borsten komen het best uit in een kleine, Europese beha. Ondanks het verbod op tweedehands ondergoed vinden de oude H&M-setjes hier gretig aftrek. tekst: marleen van loozen

beeld: desirée schippers

Sanne Terlingen, hoofdredacteur Join

Perfect onderwerp voor Join. Marleen schrijft met humor en haar obser vat ies zijn ste rk. Toch vind ik het jammer dat het artikel eigenlijk een lange opsomming de context; van die observaties is. Ik mis r Europees voo niet die wen vrou waar kopen t is de verWa jes? ondergoed gaan hun slip tweedevs. ed ergo ond es ane houding Gh ft een hee jes set l hands ondergoed? Hoevee r kast haa in upt rha übe d mei ge Ghanese jon echt geh rde waa veel liggen? In Ghana wordt liefde de t pas hoe g; onin vert e aan uiterlijk rin? Is daarom voor bijzonder ondergoed daa tiet ontstaan, bele dub de van al het mode idea je een Eurodat en om toch te kunnen ton anese vrouGh den hou Of it? bez pese beha tehouders? bus pe wen van oudsher van krap erwerp; je ond k leu een van eel nad Dat is het wilt er meer van weten.

36

join

Nico Kussendr ager, docent journa listiek in Utrecht Had graag d e aan het w o dames o rd geho o rd, d ie zo po ntificaal hu n late n zi en bors te n . zijds: weet ik A n d er ik o ok in G – en heb hana weer gem erkt – hoe lastig he o ver d it so t is m ensen or praten te kri t o nder wer pen aan he t jg de sensualite en. Ghana zindert va n iets anders. it, maar erover praten is Boeiend o m ‘dubbel’ de te lezen hoe m kant is het ‘s annen zijn. Aan de en e ex toch wel ‘ong y’, aan de andere kant epast’.

Trots prijst de 13-jarige verkoopster de veertig vale beha’s aan haar zelfgemaakte rek aan. Heel goede prijs, verzekert ze. Voor nog geen euro ben je een tweedehands bustehouder rijker. Ze zit in haar stand tussen stapels ondergoed. Op de stenen naast de overwoekerde spoorbaan, waarop de markt is gebouwd, liggen kleine bergen rafelig kinderondergoed en stapels grauwe strings. Alles heeft eerst rond westerse billen en borsten gezeten. De markt in Kumasi is de grootste van West-Afrika en ligt elke zondag vol met tweedehands ondergoed. Europees ondergoed is populair in Ghana: het is vaak van goede kwaliteit en het is westers, dus hip. Het ondergoed is een stuk goedkoper op de tweedehands markt dan in een winkel. Officieel is de verkoop van tweedehands ondergoed sinds 2010 verboden, ‘vanwege hygiënische overwegingen’. Maar alle onderbroeken en beha’s in voorraad mogen nog gewoon worden verkocht. Lekker klein Veel oudere Ghanese dames dragen geen beha. Ook armere vrouwen besteden hun centjes liever aan iets anders. Jonge meiden zijn echter gek op vrolijk gekleurde en kanten behaatjes. Volgens Nana, lingerieverkoopster in het enige winkelcentrum van Ghana zijn frutsels, kant, klein en push-up de trend. “Strings zijn uit”, zegt ze. Die

verkoopt ze dus niet. Nana’s lingerie is van Chinese makelij. De prijs van een beha ligt ongeveer gelijk aan die van een goedkoop exemplaar in een Nederlandse winkel. Voor de gemiddelde Ghanees dus niet te betalen. De beha’s zijn qua maat verkrijgbaar tot 75C. Nou hebben Ghanese vrouwen over het algemeen niet bepaald achterin de rij gestaan bij het uitdelen van borsten. Hoe groter hoe beter. Cup C, dat past toch niemand hier? “Dit zijn de juiste maten, we nemen ook de maat op bij onze klanten,” verdedigt Nana haar zaak, nadat ze een dame met vrij grote borsten een maat 75A meegeeft om te passen. Vier borsten De reden om een veel te kleine beha aan te doen is het populaire push-up effect. Doordat de borsten niet in de beha passen worden ze omhoog gedrukt. Dat daardoor een soort tweelagensysteem optreedt, waarbij het lijkt of je vier borsten hebt in plaats van twee, lijkt de vrouwen niet te deren. De mannen blijven niet helemaal koel onder de push-up trend. Volgens Foster Koobi, cabaretier en vrouwenliefhebber van het eerste uur, kunnen mannen hun ogen niet van de dubbele borsten afhouden. “Het is sexy, maar niet altijd gepast”, zegt hij. “Laatst kwam ik een jonge vrouw tegen met een enorm decolleté. Ze had een kettinkje om, met een kruis. Maar het kruis was maar voor de helft zichtbaar, de rest zat verstopt tussen haar borsten, dat kan toch niet.” join

– 37


Special

Drugs, meisjes en treinen Mzembe (23) was één van de meest beruchte trainsurfers van Zuid-Afrika. Dagelijks sprong hij op de trein om kunsten uit te voeren, passagiers te overvallen en meisjes te versieren. “Het was doodgaan of naar de gevangenis.”

tekst: jeroen aerts

beeld: james oatway

Trein 9173 uit Johannesburg rijdt op volle snelheid door een uitgelaten Soweto. Het stadsdeel van Johannesburg memoreert de opstand uit 1976, waarbij de politie het vuur opende op 10.000 studenten. De deuren van de trein staan wagenwijd open en vanuit de deuropeningen en vanaf het dak van de trein zwaaien passagiers naar de feestvierders langs de spoorrails. De jongeren die vanaf het treindek zwaaien trekken de meeste aandacht. Alsof ze er niet af kunnen vallen lopen ze over het dak. Meisjes gillen alsof ze Rihanna of Michael Jackson zien. Ze raken helemaal door het dolle van de zogeheten trainsurfers. Wat bezielt deze jongens op om een rijdende trein te staan alsof het een surfplank is? “Ik begon toen ik de trainsurfgroep Rough Riders

38

join

op de trein zag”, vertelt de nu 23-jarige Mzembe. “Ze hadden mooie vriendinnetjes en ze pleegden overvallen. Zo’n leven wilde ik ook! Dus werd ik lid van de groep. Zij leerden mij hoe het moest.” Mzembe is één van de hoofdpersonen in de onlangs verschenen documentaire ‘Surfing Soweto’. Van zijn vijftiende tot zijn negentiende surfte hij elke dag. De documentairemaakster volgde hem en zijn collega-trainsurfers Lefa en Bitch Nigga drie jaar. De jongens komen uit Soweto. Ze waren te jong om te strijden tegen de Apartheid en net te vroeg geboren om de vruchten van ‘het nieuwe Zuid-Afrika’ te kunnen plukken. Ze behoren tot de vergeten generatie: jongeren zonder hoop en zonder idealen.

join

– 39

»


Special

»

De documentaire eindigt met de dood van Lefa. Hij werd dood teruggevonden op het treinspoor. Het is onduidelijk of hij is gevallen tijdens het trainsurfen, of dat hij is vermoord; hij had drie steekwonden. Toen Mzembe zichzelf terugzag in de documentaire schrok hij: “Ik besefte dat ik de volgende dode zou kunnen zijn. Doorgaan met trainsurfen betekende doodgaan of naar de gevangenis. Ik kon mezelf nog redden, voor het te laat was.” Mzembe stopte met trainsurfen. Met Join blikt hij nog een keer terug op zijn surftijd.

Wat deden jullie met de gestolen spullen? “We gingen er mee naar Hilbrow, het criminele centrum van Johannesburg. Als we meer dan vijf mobieltjes hadden gestolen verkochten we ze, want dan kregen we goed geld van de handelaren. Als we in Hilbrow aankwamen, riepen we: “here’s business my friend”. Dan kwamen de handelaren, keken ze naar de telefoons en besloten hoeveel geld we kregen. We deelden de winst en de volgende dag dronken we alcohol. Was het geld op, dan gingen we weer mensen overvallen.”

Wat is trainsurfen? “Je rent mee met een vertrekkende trein. Aan het einde van het perron spring je op de trein. Vervolgens klim je op het dak. Je kunt het op elke trein doen.”

In de documentaire ‘Surfing Soweto’ zien we de begrafenis van een trainsurfer. Volledig in stijl. Jongeren gaan surfend op een bus naar zijn begrafenis.

En dan doe je speciale moves? “Ja, ik had er twee, de 619 en de Viva La Raza.” 619? “Ik hield de paal bij de ingang van de trein vast terwijl ik meeliep op het perron. Daarna gooide ik mijn benen omhoog in de lucht. De Viva La Raza deed ik bovenop de trein. Ik deed het dansje van Eddie Guerrero van World Wrestling Entertainment (overleden in 2005, red.) en ontweek daarmee de elektriciteitskabels.”

In de documentaire ‘Surfing Soweto’ zie je dat iedere trainsurfer zijn eigen moves heeft. Sommigen hangen zelfs onder de trein naast de wielen. Was dat niet eng? “Jawel. Nuchter is trainsurfen echt te eng. Daarom gebruikten we verdovende middelen. Binnen de Rough Riders hadden we een soort splitsing. De ene helft was verslaafd aan alcohol. De andere helft gebruikte zwaardere drugs als marihuana en heroïne.” Wat gebruikte jij? “Alcohol. Ik kocht het ’s avonds en dronk het de volgende ochtend voor ik op de trein stapte.” Hoe kwam je aan het geld? “We overvielen passagiers op de trein. Vervolgens vluchtten we het dak op zodat de bewakers ons niet konden pakken. Soms moesten we het volgende station meteen van de trein springen, anders zouden ze ons arresteren.” Ben je ooit gepakt? “Nee.”

Heb jij vrienden moeten begraven? “Elke maand gingen wel één of twee trainsurfers dood. Meer dan vijftien vrienden van mij zijn omgekomen.”

Volgens de Zuid-Afrikaanse krant Eyewitness News zijn in 2009 zeventien jongeren omgekomen door trainsurfing en dertien gewond geraakt. Maart 2011 werd gemeld dat de voorgaande elf maanden maar zes trainsurfdoden te betreuren waren. Het ziet er naar uit dat minder jongeren trainsurfen. Ook Mzembe stopte. Van trainsurfheld tot ‘gewone jongere’ is een moeilijke stap. Hoe zorg je dat je niet terugvalt in je oude leven? “Ik reis alleen nog per bus en taxi, zo weersta ik de verleiding. Ik ben al vier jaar niet meer in een trein geweest. Ook ben ik gestopt met het drinken van alcohol.” Wat doe je nu? “Ik heb een IT-opleiding en een opleiding tot zakenman gevolgd bij het Trevor Huddleston Centrum in Johannesburg. Nu volg ik een opleiding tot toeristengids. Ik wil mensen Soweto laten zien, het Hector Pietersonmuseum en het Nelson Mandelahuis.”

Hector Pieterson is de 12-jarige jongen die tijdens de studentenopstand in 1976 werd doodgeschoten. De foto van de stervende Hector die in de armen van een 18-jarige student wordt weggedragen, werd als World Press Photo het symbool voor de bruutheid van het Apartheid-regime. Hectors zus Antoinette, naast hem op de beroemde foto, werkt ook als gids in het Hector Pietersonmuseum.

join

Avond van de Buitenlandjournalistiek op 29 november van 18.00 tot 22.00 uur in Pakhuis de Zwijger, te Amsterdam. Middels inspirerende voordrachten, discussies en workshops komen de verschillende uitdagingen van alle disciplines van de buitenlandjournalistiek aan bod. Presentatie is in handen van Frénk van der Linden en Eva Jinek.

Avond van de Buitenlandjournalistiek

Masterclasses

Op 29 november van 18.00 tot 22.00 uur vindt de Avond van de Buitenlandjournalistiek plaats; een gevarieerde avond met lezingen, debatten en workshops door nationale en internationale sprekers. Tijdens deze avond zoomen we in op veranderingen waaraan de buitenlandjournalistiek onderhevig is, dankzij beperkte budgetten en een veranderd medialandschap. Echter staat niet noodzakelijk de ‘crisis’ van de buitenlandjournalistiek centraal, maar belichten we juist de kansen en mogelijkheden van een ‘nieuw tijdperk’. Kosten voor het bijwonen van de Avond voor de Buitenlandjournalistiek zijn €10. Opgeven kan via de website van Pakhuis de Zwijger: www.dezwijger.nl.

Voor wie nog verder in wil gaan op de uitdagingen en mogelijkheden van de ‘journalistiek van nu’, organiseert lokaalmondiaal voorafgaand aan de Avond van de Buitenlandjournalistiek verscheidene Masterclasses. Van 13.00 tot 17.00 uur komen o.a. de veranderende vorm van conflictverslaggeving en de kracht van verhalende journalistiek aan bod in praktische en hands-on masterclasses. DJ Clark – multimedia verslaggever en directeur Visuele Journalistiek aan de Asia Center for Journalism – neemt een masterclass over de mogelijkheden van multimediale buitenlandjournalistiek voor zijn rekening. De Masterclasses zijn voor zowel de ervaren als de beginnende (buitenland)journalist. Kosten zijn € 40 (max. 15 deelnemers per Masterclass). Om je aan te melden stuur mail naar: dsp@lokaalmondiaal.net.

Kosten en tijden zijn onder voorbehoud. Voor meer informatie houd onze website in de gaten: www.lokaalmondiaal.net of stuur een mail naar dsp@lokaalmondiaal.net

Hoe zie je de toekomst? “Overleven in Soweto blijft zwaar. Maar ik heb nu een kans om iets van mezelf te maken. Ik heb hoop.” q

[De personen op de foto's komen niet voor in het verhaal.]

40

buitenlandjournalist. De avond van de buitenlandjournalistiek zal bestaat uit inspirerende voordrachten, discussies en workshops over de staat en toekomst van de buitenlandjournalistiek. Er is aandacht voor zowel radio, televisie, documentaire, multimedia, internet, fotografie als geschreven journalistiek. Hou de komende maanden onze website in de (ADVERTORIAL) en ‘onbegrensde’ technologische mogelijkheden is nieuws uit alle uithoeken van de wereld gaten voor de precieze invulling van de activiteiten. Door globalisering, digitalisering binnen no time op internet te vinden. De gulzige lezer, kijker en luisteraar heeft de primeur via Twitter, Facebook en YouTube al tot zich genomen en kan zelfs live meekijken met revoluties, rellen en aardbevingen. Vist de journalist op locatie daardoor achter het net? Of zorgen nieuwe media er juist voor dat er méér behoefte is aan duiding van het nieuws door middel van uitgebreide en inhoudelijke producties? Lokaalmondiaal organiseert het Dick Scherpenzeel Programma: een reeks activiteiten waarin het verleden, het heden én de toekomst van de buitenlandjournalistiek uitvoerig ter discussie worden gesteld. Het Dick Scherpenzeel Programma bestaat uit de uitreiking van de Prijs, een magazine over buitenlandjournalistiek en een groot event bestaande uit een dag- en avondprogramma. Het programma gaat van start tijdens de uitreiking van de Dick Scherpenzeel Prijs 2010 op 8 juni 2011. De winnaars van de Persprijs en de Aanmoedigingsprijs worden bekend gemaakt. Daarbij is er aandacht voor vernieuwende journalistieke producties over niet-westerse landen. Zo komt de fotofilm aan bod, crowdfunding en multimediale projecten en de slow journalism movement. De gesprekken en discussies leiden tot een aantal concrete agendapunten voor het Dick Scherpenzeel Event aan het einde van het jaar. In het voorjaar van 2012 wordt de prijs opnieuw uitgereikt. Het Dick Scherpenzeel Magazine is een fullcolour magazine met achtergronden, reflecties, interviews en reportages over de stand van zaken en toekomst van de buitenlandjournalistiek. Maar ook: journalisten op locatie en hun grote liefdes, de relatie tussen journalisten en hulporganisaties en veiligheid en de veranderende aard van conflicten wereldwijd. In het magazine komen een aantal zaken aan bod die tijdens het event verder uit worden gediept. Het Dick Scherpenzeel Event bestaat uit een aantal masterclasses (dagprogramma) en ‘de avond van de buitenlandjournalistiek’. De masterclasses worden begeleid door (inter)nationale grootheden en gaan onder andere over narratieve oorlogsverslaggeving, het gebruik van nieuwe media en technologieën, en richtlijnen voor de beginnende freelance buitenlandjournalist. De avond van de buitenlandjournalistiek zal bestaat uit inspirerende voordrachten, discussies en workshops over de staat en toekomst van de buitenlandjournalistiek. Er is aandacht voor zowel radio, televisie, documentaire, multimedia, internet, fotografie als geschreven journalistiek. Hou de komende maanden onze website in de gaten voor de precieze invulling van de activiteiten. Door globalisering, digitalisering en ‘onbegrensde’ technologische mogelijkheden is nieuws uit alle uithoeken van de wereld binnen no time op internet te vinden. De gulzige lezer, kijker en luisteraar heeft de primeur via Twitter, Facebook en YouTube al tot zich genomen en kan zelfs live meekijken met revoluties, rellen en aardbevingen. Vist de journalist op locatie daardoor achter het net? Of zorgen nieuwe media er juist voor dat er méér behoefte is aan duiding van het nieuws door middel van uitgebreide en inhoudelijke producties? Lokaalmondiaal organiseert het Dick Scherpenzeel Programma: een reeks activiteiten waarin het verleden, het heden én de toekomst van de buitenlandjournalistiek uitvoerig ter discussie worden gesteld. Het Dick Scherpenzeel Programma bestaat uit de uitreiking van de Prijs, een magazine over buitenlandjournalistiek en een groot event bestaande uit een dag- en avondprogramma. Het programma gaat van start tijdens de uitreiking van de Dick Scherpenzeel Prijs 2010 op 8 juni 2011. De winnaars van de Persprijs en de Aanmoedigingsprijs worden bekend gemaakt. Daarbij is er aandacht voor vernieuwende journalistieke producties over niet-westerse landen. Zo komt de fotofilm aan bod, crowdfunding en multimediale projecten en de slow journalism movement. De gesprekken en discussies leiden tot een aantal concrete agendapunten voor het Dick Scherpenzeel Event aan het einde van het jaar. In het voorjaar van 2012 wordt de prijs opnieuw uitgereikt. Het Dick Scherpenzeel Magazine is een fullcolour magazine met achtergronden, reflecties, interviews en reportages over de stand van zaken en toekomst van de buitenlandjournalistiek. Maar ook: journalisten op locatie en hun grote liefdes, de relatie tussen journalisten en hulporganisaties en veiligheid en de veranderende aard van conflicten wereldwijd. In het magazine komen een aantal zaken aan bod die tijdens het event verder uit worden gediept. Het Dick Scherpenzeel Event bestaat uit een aantal masterclasses (dagprogramma) en ‘de avond van de buitenlandjournalistiek’. De masterclasses worden begeleid door (inter)nationale grootheden en gaan onder andere over narratieve oorlogsverslaggeving, het gebruik van nieuwe media en technologieën, en richtlijnen voor de beginnende freelance buitenlandjournalist. De avond van de buitenlandjournalistiek zal bestaat uit inspirerende voordrachten, discussies en workshops over de staat en toekomst van de buitenlandjournalistiek. Er is aandacht voor zowel radio, televisie, documentaire, multimedia, internet, fotografie als geschreven journalistiek. Hou de komende maanden onze website in de gaten voor de precieze invulling van de activiteiten. Door globalisering, digitalisering en ‘onbegrensde’ technologische mogelijkheden is nieuws uit alle uithoeken van de wereld binnen no time op internet te vinden. De gulzige lezer, kijker en luisteraar heeft de primeur via Twitter, Facebook en YouTube al tot zich genomen en kan zelfs live meekijken met revoluties, rellen en aardbevingen. Vist de journalist op locatie daardoor achter het net? Of zorgen nieuwe media er juist voor dat er méér behoefte is aan duiding van het nieuws door middel van uitgebreide en inhoudelijke producties? Lokaalmondiaal organiseert het Dick Scherpenzeel Programma: een reeks activiteiten waarin het verleden, het heden én de toekomst van de buitenlandjournalistiek uitvoerig ter discussie worden gesteld. Het Dick Scherpenzeel Programma bestaat uit de uitreiking van de Prijs, een magazine over buitenlandjournalistiek en een groot event bestaande uit een dag- en avondprogramma. Het programma gaat van start tijdens de uitreiking van de Dick Scherpenzeel Prijs 2010 op 8 juni 2011. De winnaars van de Persprijs en de Aanmoedigingsprijs worden bekend gemaakt. Daarbij is er aandacht voor vernieuwende journalistieke producties over niet-westerse landen. Zo komt de fotofilm aan bod, crowdfunding en multimediale projecten en de slow journalism movement. De gesprekken en discussies leiden tot een aantal concrete agendapunten voor het Dick Scherpenzeel Event aan het einde van het jaar. In het voorjaar van 2012 wordt de prijs opnieuw uitgereikt. Het Dick Scherpenzeel Magazine is een fullcolour magazine met achtergronden, reflecties, interviews en reportages over de stand van zaken en toekomst van de buitenlandjournalistiek. Maar ook: journalisten op locatie en hun grote liefdes, de relatie tussen journalisten en hulporganisaties en veiligheid en de veranderende aard van conflicten wereldwijd. In het magazine komen een aantal zaken aan bod die tijdens het event verder uit worden gediept. Het Dick Scherpenzeel Event bestaat uit een aantal masterclasses (dagprogramma) en ‘de avond van de buitenlandjournalistiek’. De masterclasses worden begeleid door (inter)nationale grootheden en gaan onder andere over narratieve oorlogsverslaggeving, het gebruik van nieuwe media en technologieën, en richtlijnen voor de beginnende freelance buitenlandjournalist. De avond van de buitenlandjournalistiek zal bestaat uit inspirerende voordrachten, discussies en workshops over de staat en toekomst van de buitenlandjournalistiek. Er is aandacht voor zowel radio, televisie, documentaire, multimedia, internet, fotografie als geschreven journalistiek. Hou de komende maanden onze website in de gaten voor de precieze invulling van de activiteiten. Door globalisering, digitalisering en ‘onbegrensde’ technologische mogelijkheden is nieuws uit alle uithoeken van de wereld binnen no time op internet te vinden. De gulzige lezer, kijker en luisteraar heeft de primeur via Twitter, Facebook en YouTube al tot zich genomen en kan zelfs live meekijken met revoluties, rellen en aardbevingen. Vist de journalist op locatie daardoor achter het net? Of zorgen nieuwe media er juist voor dat er méér behoefte is aan duiding van het nieuws door middel van uitgebreide en inhoudelijke producties? Lokaalmondiaal organiseert het Dick Scherpenzeel Programma: een reeks activiteiten waarin het verleden, het heden én de toekomst van de buitenlandjournalistiek uitvoerig ter discussie worden gesteld. Het Dick Scherpenzeel Programma bestaat uit de uitreiking van de Prijs, een magazine over buitenlandjournalistiek en een groot event bestaande uit een dag- en avondprogramma. Het programma gaat van start tijdens de uitreiking van de Dick Scherpenzeel Prijs 2010 op 8 juni 2011. De winnaars van de Persprijs en de Aanmoedigingsprijs worden bekend gemaakt. Daarbij is er aandacht voor vernieuwende journalistieke producties over niet-westerse landen. Zo komt de fotofilm aan bod, crowdfunding en multimediale projecten en de slow journalism movement. De gesprekken en discussies leiden tot een aantal concrete agendapunten voor het Dick Scherpenzeel Event aan het einde van het jaar. In het voorjaar van 2012 wordt de prijs opnieuw uitgereikt. Het Dick Scherpenzeel Magazine is een fullcolour magazine met achtergronden, reflecties, interviews en reportages over de stand van zaken en toekomst van de buitenlandjournalistiek. Maar ook: journalisten op locatie en hun grote liefdes, de relatie tussen journalisten en hulporganisaties en veiligheid en de veranderende aard van conflicten wereldwijd. In het magazine komen een aantal zaken aan bod die tijdens het event verder uit worden gediept. Het Dick Scherpenzeel Event bestaat uit een aantal masterclasses (dagprogramma) en ‘de avond van de buitenlandjournalistiek’. De masterclasses worden begeleid door (inter)nationale grootheden en gaan onder andere over narratieve oorlogsverslaggeving, het gebruik van nieuwe media en technologieën, en richtlijnen voor de beginnende freelance buitenlandjournalist. De avond van de buitenlandjournalistiek zal bestaat uit inspirerende voordrachten, discussies en workshops over de staat en toekomst van de buitenlandjournalistiek. Er is aandacht voor zowel radio, televisie, documentaire, multimedia, internet, fotografie als geschreven journalistiek. Hou de komende maanden onze website in de gaten voor de precieze invulling van de activiteiten. Door globalisering, digitalisering en ‘onbegrensde’ technologische mogelijkheden is nieuws uit alle uithoeken van de wereld binnen no time op internet te vinden. De gulzige lezer, kijker en luisteraar heeft de primeur via Twitter, Facebook en YouTube al tot zich genomen en kan zelfs live meekijken met revoluties, rellen en aardbevingen. Vist de journalist op locatie daardoor achter het net? Of zorgen nieuwe media er juist voor dat er méér behoefte is aan duiding van het nieuws door middel van uitgebreide en inhoudelijke producties? Lokaalmondiaal organiseert het Dick Scherpenzeel Programma: een reeks activiteiten waarin het verleden, het heden én de toekomst van de buitenlandjournalistiek uitvoerig ter discussie worden gesteld. Het Dick Scherpenzeel Programma bestaat uit de uitreiking van de Prijs, een magazine over buitenlandjournalistiek en een groot event bestaande uit een dag- en avondprogramma. Het programma gaat van start tijdens de uitreiking van de Dick Scherpenzeel Prijs 2010 op 8 juni 2011. De winnaars van de Persprijs en de Aanmoedigingsprijs worden bekend gemaakt. Daarbij is er aandacht voor vernieuwende journalistieke producties over niet-westerse landen. Zo komt de fotofilm aan bod, crowdfunding en multimediale projecten en de slow journalism movement. De gesprekken en discussies leiden tot een aantal concrete agendapunten voor het Dick Scherpenzeel Event aan het einde van het jaar. In het voorjaar van 2012 wordt de prijs opnieuw uitgereikt. Het Dick Scherpenzeel Magazine is een fullcolour magazine met achtergronden, reflecties, interviews en reportages over de stand van zaken en toekomst van de buitenlandjournalistiek. Maar ook: journalisten op locatie en hun grote liefdes, de relatie tussen journalisten en hulporganisaties en veiligheid en de veranderende aard van conflicten wereldwijd. In het het magazine komen een aantal zaken aan bod dieLokaalmondiaal tijdens het eventop verder uit worden Dick Scherpenzeel Eventtwee bestaat uit een aantal In het kader van Dick Scherpenzeel Programma organiseert 29 november ingediept. PakhuisHet de Zwijger te Amsterdam activiteiten om masterclasses (dagprogramma) en ‘de avond van de buitenlandjournalistiek’. De masterclasses worden begeleid door (inter)nationale grootheden en gaan onder andere over narrade stand van zaken inhet degebruik buitenlandjournalistiek onder de aandacht te brengen. Tijdens een inspirerend en avondprogramma journaltieve oorlogsverslaggeving, van nieuwe media en technologieën, en richtlijnen voor de beginnende freelancemiddagbuitenlandjournalist. De avond dagen van de we buitenlandjournalaandacht voor zowel radio, istiek zal bestaat uit inspirerende voordrachten, en workshops over de staatbinnen en toekomst van de buitenlandjournalistiek. Er is in isten en andere geïnteresseerden uit omdiscussies mee te denken over veranderingen de buitenlandjournalistiek en hoe daar de toekomst mee om te televisie, documentaire, multimedia, internet, fotografie als geschreven journalistiek. Hou de komende maanden onze website in de gaten voor de precieze invulling van de activiteiten. Door gaan. digitalisering en ‘onbegrensde’ technologische mogelijkheden is nieuws uit alle uithoeken van de wereld binnen no time op internet te vinden. De gulzige lezer, kijker globalisering, en luisteraar heeft de primeur via Twitter, Facebook en YouTube al tot zich genomen en kan zelfs live meekijken met revoluties, rellen en aardbevingen. Vist de journalist op locatie daardoor achter het net? Of zorgen nieuwe media er juist voor dat er méér behoefte is aan duiding van het nieuws door middel van uitgebreide en inhoudelijke producties? Lokaalmondiaal organiseert het Dick Scherpenzeel Programma: een reeks activiteiten waarin het verleden, het heden én de toekomst van de buitenlandjournalistiek uitvoerig ter discussie worden gesteld. Het Dick Scherpenzeel Programma bestaat uit de uitreiking van de Prijs, een magazine over buitenlandjournalistiek en een groot event bestaande uit een

Voor meer informatie, kijk op

www.lokaalmondiaal.net powered by

Dit programma wordt uitgevoerd met financiële ondersteuning van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. join

– 41


Special

hoe date je met aids? Je bent jong, Zuid-Afrikaans en je wilt een relatie. Maar hoe ontspannen is een date als een kwart van je leeftijdsgenoten besmet is met hiv? Rea is seropositief. Jeroen (20) nodigde haar uit voor een romantisch etentje. tekst: jeroen aerts beeld: oupa nkosi

Een eerste date in Nederland is al spannend. Zenuwen, stress. Vindt ze me wel leuk? Maar de vraag: ‘zou ze aids hebben?’, is me nooit door het hoofd geschoten. In Zuid-Afrika zijn 6 miljoen mensen besmet met het hiv-virus. Elke dag komen daar 1.400 nieuwe mensen bij. Sommige leeftijdsgroepen zijn extra getroffen: een op de drie vrouwen tussen de 25 en 29 jaar oud heeft hiv of aids. Wie in Zuid-Afrika woont, zal zich’ de aidsvraag’ bij elke date stellen. Mijn eerste date in Zuid-Afrika. Zenuwen, stress. Waar ben ik mee bezig? Ik wacht op haar in de meest romantische Italiaan van Johannesburg. Het haardvuur knettert hard door de muziek van Nina Simone die ze er draaien. Er staan kasten vol wijnflessen en de wanden zijn versierd met Italiaanse afbeeldingen. Sfeerverlichting maakt het romantische plaatje compleet. Toch voel ik me ongemakkelijk. Ik staar naar de vrouw die aan het tafeltje bij het raam zit. 20 procent van de Zuid-Afrikanen heeft aids. Zij ook? Niets verklapt haar eventuele positieve status. Wat weet ik van mijn date? Haar naam, Rea. En dat ze aids heeft. Haar leeftijd heeft ze niet onthuld toen ik haar belde. Maar als de deur open gaat en een volslanke vrouw met lange zwarte lokken turend de ruimte afspeurt, weet ik dat zij het is. Ik glimlach, en ze snapt dat ik haar afspraakje ben. Rea blijkt eind twintig. Alles aan haar is normaal. Maar toch voelt het anders, nu ik haar status weet. Ik kijk om me heen. Niemand kijkt naar haar zoals ik net naar de vrouw bij het raam keek. Niemand weet het, behalve ik. Aidsplanet Ik heb Rea gevonden via de eerste aidsdatingsite ter wereld, PositiveDating.co.za. Verscholen achter een voorlichtingssite voor patiënten. Bij de meeste profielen staat geen foto. Ook geen echte naam. Hooguit de leeftijd, woonplaats en een zinnetje over de persoon. Het vinden van een date was als grabbelen in een grabbelton. Het lijkt alsof mensen alleen anoniem over hun status willen praten. Kun je überhaupt wel openlijk seropositief zijn in Zuid-Afrika? “Als je dat doet is er een grote kans dat je je baan verliest”, vertelt Ben Sassman, de oprichter van PositiveDating. Ben stuurt voor mij een date-oproepje naar alle leden van de site. “Mensen zijn bang. Je mag blij zijn als je vijf reacties krijgt.”

42

join

Ben vertelt dat hij ooit een e-mail kreeg van een vrouw. Haar echtgenoot en jongste dochter waren, net als zij, seropositief. De oudste dochter had geen aids. “Daarom hielden de ouders hun besmetting voor haar verborgen”, zegt Ben. “Zelfs binnen families is aids taboe.” Zelf beweert Ben niet seropositief te zijn. Hij zegt dat hij de website oprichtte voor een goede vriend. “Hij had moeite met daten omdat hij aids heeft.” Openingszin Uiteindelijk blijkt Bens inschatting van vijf reacties nog wat optimistisch; maar vier vrouwen reageren op mijn oproepje. Echt kiezen kan ik niet. Alleen Rea woont in de buurt. “Alles goed”, vraag ik opgewekt als ze mijn tafeltje bereikt. Plots bedenk ik dat dit misschien wel de slechtste openingszin is tegenover een aidspatiënt. “Wel goed, maar ik ben een beetje onstabiel door de medicijnen”, legt Rea uit. Er valt een ongemakkelijke stilte. Ik beeld me in wat ik zou vragen als ik ook aids zou hebben. “Hoe ben je erachter gekomen?” Ze antwoordt zonder aarzeling. “Tijdens mijn zwangerschap vijf jaar geleden. In Zuid-Afrika moet je je verplicht laten testen op aids als je zwanger bent. Ik kreeg de schok van mijn leven toen ik hoorde dat ik het heb.” Verkracht De vader van haar kindje was de eerste aan wie ze het nieuws vertelde. “Hij was mijn eerste vriendje. Hij liet zich ook direct testen, hij bleek negatief.” Uiteindelijk beviel ze van een zoon. “Het was erg spannend, maar ook hij bleek niet besmet. Het voelde als een cadeau van God.” Maar als het haar vriendje niet was, wie heeft Rea dan besmet met het hiv-virus? Rea: “Toen ik het mijn ouders vertelde, zeiden ze: ‘weet je het niet meer?’ Ik ben verkracht toen ik veertien was. Dat had ik verdrongen.”Toch durft ze niet met zekerheid te zeggen dat de verkrachting de oorzaak is. “Een paar maanden daarna raakte ik ineens in coma. Toen hebben ze me getest op hiv en konden ze niets vinden. Eigenlijk had ik me een half jaar na de verkrachting nog eens moeten laten testen, maar dat heb ik niet gedaan. Naar de psycholoog ging ik wel. Maar daar stopte ik al snel weer mee. Nu ik er jaren later weer mee geconfronteerd werd, was het verwoestend. Ik trok me terug uit de samenleving. Wilde mijn vrienden en mijn vriendje niet zien. Maar nu heb ik alles eindelijk geaccepteerd. De verkrachting, én dat ik aids heb.”

Groentje Ik blijk niet de enige zonder aidsdate-ervaring. “Ik ben alleen uit geweest met mannen zonder aids, denk ik”, bekent Rea. “Vertel je ze dat je besmet bent?”, vraag ik. “Mijn vorige vriend, Bongani, heb ik na een maand ingelicht”, zegt ze. “Toen werd het serieus. Het gaat toch om iemands leven.” Vertellen of niet vertellen, het blijft een dilemma. “Je wilt iemand niet besmetten, maar je bent ook bang dat iemand je afwijst als je het vertelt”, licht Rea toe. “Toen ik het Bongani vertelde zwegen we twintig minuten. Ik snapte het als hij onze relatie wilde stoppen. Maar na een tijdje zei hij: ‘Ik hou van je zoals je bent. Ik zie niets verkeerd, ik ben er voor je wanneer je dat nodig hebt.’” Ik doe een poging me even te verplaatsen in Bongani. Wat had ik gedaan? Eerst moet ik meer weten: “Hoe werkt het met seks?” “Geen anale en orale seks”, verklaart Rea. “En altijd een condoom.” “Wat als de condoom scheurt of afgaat?” “Dat is nooit gebeurd”, zegt ze met een glimlach. De relatie met Bongani doofde na een paar maanden uit.“Niet doordat ik aids heb, maar door zijn werk. Hij werd overgeplaatst naar de andere kant van het land.” Intieme kiekjes Tijdens het eten praten we over van alles. Rea’s leven bestaat uit meer dan alleen aids. We hebben het over haar werk (nu even in een fabriek) en over de voordelen van in Nederland wonen. Ze heeft een positieve instelling. Gaandeweg begin ik haar steeds leuker te vinden. Ik vergeet dat ze ziek is. Maar juist als de sfeer intiemer wordt, staat de fotograaf voor onze neus. Drie kwartier te vroeg. Gelukkig is hij voorstander van wat intieme kiekjes. Als ik daarna – zoals het bij de eerste date betaamt – wil afrekenen, ontdek ik dat de pinautomaat het niet doet. Rea, de fotograaf en ik moeten de rekening splitten. Echt romantisch afscheid nemen is er ook niet bij, met een fotograaf die je op de vingers kijkt. Stiekem vind ik het wel prettig om weer in mijn journalistenrol te kruipen. Over een paar dagen ga ik terug naar Nederland. Dan hoef ik tenminste niet na te denken over een langeafstandsrelatie met een meisje met aids. Als je met zo’n meisje uit eten gaat, is het namelijk heel makkelijk om haar ziekte te vergeten. Maar als je met elkaar verder wilt, dan moet je er dagelijks rekening mee houden.

join

– 43


Special

Elk jaar trekken zesduizend toeristen naar Zuid-Afrika om te jagen. Hoe is het om zo vakantie te vieren? Join schiet een hartebeest met John en André. tekst: jeroen aerts beeld: thieme wels

Het jachtgeweer van de jager klikt als hij het vuurklaar maakt. Een tweede man zet een driepoot in het hoge gras. Allebei dragen ze een grijsgroen petje, wandelschoenen en een verrekijker om hun nek. De oudste legt zijn geweer op de driepoot. Tweehonderd meter verder komt een kudde zwarte wildebeesten in beweging. Met hun vlijmscherpe hoorns doen de beesten denken aan geüpgrade stieren. Ze rennen weg voor de mannen hen goed in het vizier hebben.De jager heet John Coulter, is gepensioneerd geschiedenisleeraar en komt uit Amerika. Voor 500 euro per dag (accommodatiekosten) mag hij ongestoord jagen op het grondgebied van de andere man, de Zuid-Afrikaanse André Nortje (36). Schiet hij raak, dan moet hij per wildebeest wel 900 euro bijleggen. Zijn echtgenote Muriel – in bloedrood truitje niet echt goed gecamoufleerd – schiet alleen plaatjes. Zij vereeuwigt de achtdaagse jachttrip.

Vier vakantie, dood een hartebeest 44

join

Vier keer Amsterdam “Ik wil wat laten zien”, zegt André. Het drietal stapt in een Toyato fourwheeldrive naar het volgende punt. Door een bandenspoor in het hoge gras banen ze zich een weg naar een grote steen. André: “Dit is mijn kantoor.” Met hun verrekijkers kijken John en André naar André’s bergen. Ze vormen slechts een klein deel van de enorme farm die hij bezit. 3600 hectare, vier keer de binnenstad van Amsterdam. André is professioneel jager. Het hele jaar begeleidt hij toeristen die ook eens willen schieten. “Iedereen is welkom, ongeacht leeftijd of afkomst. Er is ook een Nederlander die elk jaar terugkomt.” Gemiddeld geven de gasten 7000 euro uit tijdens hun jaagvakantie. André: “Ik verhuur ook geweren voor 100 euro per dag.” John heeft zijn eigen jachtgeweer meegenomen. “Met wat papierwerk op het vliegveld zo geregeld”, aldus André. Eerlijke jacht “Vandaag wil ik een zwart wildebeest en een blesbok schieten”, vertelt John. “Die heb ik nog niet aan de muur.” Het moge duidelijk zijn dat dit niet John’s eerste jaagtrip is. Hij is voor de elfde keer in Afrika. “Hier is het eersteklas jagen. Overal zie je dieren. En zoveel soorten, zo is het niet in de rest van de wereld. Ter vergelijking: hier schiet je er soms acht in acht dagen, in de VS schiet je er in dezelfde tijd hooguit één.” Met een grote glimlach pakt hij zijn verrekijker er weer bij om naar de bergen

en de vallei ervoor te turen.“Op naar de bergen”, zegt André.“De zwarte wildebeesten zijn bang en dan vluchten ze daar naartoe.” “Ik hou van de natuur”, verklaart John. “Maar ik klim nooit een berg op als er niets te jagen valt. Het draait om de jacht met als doel dat het dier zo min mogelijk lijdt. Zo’n jacht moet wel eerlijk zijn, met een eerlijke achtervolging. Jagen zit in ons bloed, we zijn nakomelingen van een jachtcultuur. Mensen in de stad onderdrukken dat. Zij hebben hun jagerskant nooit ontwikkeld.” “Ik jaag niet”, zegt Muriel. “Ik kan niet goed schieten en ik wil niet dat een dier moet lijden.” John ziet zijn jaagpassie als iets goeds.“We schieten de oudste dieren neer. Die paren al niet meer en zijn soms verstoten. Ze hebben een mooi leven gehad.” Hartebeest De jagers arriveren bovenop de berg. Al snel zien ze iets bewegen in de verte.“Ik ga het hartebeest schieten”, fluistert John vanachter zijn verrekijker. “Welke moet ik schieten?” “Naar links”, gebaart André. John ploft zijn geweer op de driepoot. Muriel duwt haar vingers stevig in haar oren. Maar de rode hartebeesten lopen opzij. André en John verplaatsen een beetje. “Ver van rechts”, zegt André. Een oorverdovende knal volgt. “Geweldig schot!” André feliciteert John. “Deze had ik ook nog niet”, reageert die. Ze wandelen naar het geschoten hartebeest, maar stoppen als ze een kudde impala’s signaleren. John heeft zijn verrekijker alweer erbij gepakt. “Welke is de beste?”, vraagt hij. “Eén, zes, zevende van links.”, constateert André. John: “Hij heeft mooie hoorns.” Hij draait zijn verrekijker naar rechts. “Daar zijn zebra’s.” Hij wijst naar de berg aan de overkant. Driehonderd meter naast de zebra’s ziet André nog meer dieren: “Kijk, elanden.” “Hij is niet dood”, merkt André op. Er is weer aandacht voor het geschoten rode hartebeest. John laadt het geweer opnieuw. Het dier staat op en probeert het weg te komen, maar kan niet lopen door de schotwond. John neemt positie, maar twijfelt of hij moet schieten: “Ik denk dat hij er geweest is.” André: “Nee, doe nog een schot.” Als het dier een nieuwe vluchtpoging onderneemt, lost John zijn schot. André port met de driepoot in het dier.Weer volgt een felicitatie.“Geweldige vorm, goede hoorns”, taxeert John. “Dit is een gouden medaille.” “Laten we hem klaarmaken voor de foto’s”, zegt André.

join

– 45

»


Special

Presentatie Met hun handen aan de hoorns slepen André en John het hartebeest naar een open plek. Bloed druipt uit de schotwond tussen nek en rug. John pakt wat water en poetst het dier schoon. “De presentatie van het dier is erg belangrijk. Daarmee toon je respect.” “Je moet op je buik liggen voor de beste foto’s” zegt André tegen Muriel. Met haar camera en mobiel fotografeert ze er lustig op los. “Vandaag voel ik me als een klein jongetje”, lacht John. “God schiep het hartebeest als laatste in Afrika. Hij stopte er van alle dieren een beetje in.” Met een brede glimlach poseert hij naast zijn nieuwe aanwinst. John zal alleen de kop mee naar Amerika nemen.“Door al het papierwerk duurt het wel 18 maanden tot ik ‘m daadwerkelijk aan de muur kan hangen.” Met het vlees kan hij niks, dus dat is voor André. Die snijdt voor vertrek de buik van het hartebeest open. Hij haalt er een witte ballon met ingewanden uit.“Mijn personeel haalt het dier op, en dat duurt nog even. Door de ingewanden te verwijderen, voorkom ik dat het vlees bederft.” Anderhalf uur later arriveert het lichaam bij de lodge waar John slaapt. Daarnaast staat een slachthuisje. “Dat is verplicht voor een game farm”, verklaart André. Twee personeelsleden villen het dier onder toeziend oog van John. Hij kijkt nog eens goed. Het zal bijna twee jaar duren voor hij de kop weer kan bewonderen. ”Ik ben blij dat ik hem vrij snel heb gedood”, zegt hij.“Niemand wil lijden. Als mijn tijd komt, dan wil ik snel naar de hemel.” q Exotisch wild schieten blijkt niet meer zo’n big business als vroeger. Een paar weken na deze jacht stopt Andre met zijn bedrijfje. “We krijgen niet genoeg klanten. De wereldeconomie is nog steeds erg slecht.” Ook vergrijzen de jagers. “De meesten zijn 55 tot 75 jaar oud.” Zien wat John nog meer geschoten heeft: www.huntbud.com

Jaagcijfers • Jaarlijks komen 6.000 buitenlanders jagen in Zuid-Afrika. • In 2009 maakten zij jacht op 62,843 dieren. • De impala werd het meest geschoten; in 2009 schoten ze er 3860 af. • In 2009 spendeerden toeristen 60 miljoen euro aan de jacht. • De helft van de jagers kwam uit de Verenigde Staten. • Zuid-Afrika zelf telt 200,000 jagers. • Er zijn ongeveer 9000 game farms geregistreerd. • Deze game farms bezitten ongeveer 17 miljoen hectare grond, 14 procent van het land in Zuid-Afrika, bij elkaar vier keer Nederland. Bron: South African Government Department of Environmental Affairs

46

join

« In Zuid-Afrika is het eerste klas jagen. Overal zijn dieren »

Dood door schuld

© Lukas Kramer

»

Jeroen Aerts (20) schreef de verhalen over aidsdaten, trainsurfen en jagen in Johannesburg.

Wat kost dat nou, zo’n beessie schieten? • Jakhals 100,00 • Lynx 200,00 • Impala 267,00 • Struisvogel 267,00 • Gems 800,00 • Eland 1334,00 • Giraffe 2334,00 Bedragen in euro's

“De eerste dode door toedoen van mijn journalistiek is gevallen. Hij probeerde nog op te staan, maar de schotwond in zijn rug had hem te hevig verwond. Jager John maakte hem in koelen bloede af. André feliciteert John, ik trek lijkbleek weg. Was dit echt nodig? Ik kijk naar André en John, ze zijn speciaal voor mij, de fotograaf en een cameraman op jacht gegaan. Het rode hartebeest liep net nog rustig rond, nu is hij dood. Een ongemakkelijk gevoel nestelt zich in mijn buik. Ik denk hard aan de diverse media die mijn artikel over de jacht willen, maar de knoop in mijn maag blijft. Zouden Nederlandse kolonisten zich ook zo hebben gevoeld? Tijdens hun verblijf in Zuid-Afrika, honderden jaren terug, sneuvelden er ook levens door hun toedoen. Even voel ik me één met Jan van Riebeeck. Zijn doel was een handelspost voor de VOC, mijn doel is goede journalistiek. Het jachtartikel kun je dus toeschrijven aan journalistiek met een VOC-mentaliteit. Mijn volgende onderwerp is trainsurfen. Jongeren die hun leven riskeren bovenop een trein voor geld en vrouwen onder invloed van drugs. Ik wil een trainsurfer interviewen, maar één ding staat vast: nu geen journalistiek met een VOC-mentaliteit, maar met een geen-dodenmentaliteit.”

join

– 47


Special Xxxxxx xxxx

Lekker kwetsen Het is beter als je je als Filipijns journalist niet te kritisch opstelt. Zeker niet ten opzichte van de regering. Sinds 1986 werden er in het Aziatische land 177 journalisten vermoord, waarvan 3 dit jaar. Pia Ranada, student journalistiek in Manilla, verbaast zich over de uitgesproken wijze waarop Nederlanders hun mening geven. Beledigen lijkt haast een tak van sport. tekst: pia ranada

Esraa, 19 jaar en moslim, staart geschokt naar de lichtblauwe poster met daarop een koffiekopje, een dominosteen en een kers. ‘Ik ben de echte beeltenis van Mohammed’, zegt het koffiekopje.‘Nee, dat ben ik’, schreeuwt de dominosteen.‘Voel je het niet aan de pit in je maag’, vraagt de kers. ‘It’s me.’ Boven de kibbelende spullen staan kinderlijke Comic Sans-letters. Will the REAL likeness of prophet Mohammed please stand up? “Wie onze profeet (vrede zij met hem) zo neerzet heeft een zwakke ziel”, zegt Esraa. Volgens de Islam is het sowieso godslastering om Mohammed af te beelden. Esraa ziet de poster dan ook als een grote belediging. “De maker heeft geen respect voor ons geloof, en geen respect voor degene waarvan wij geloven dat hij onze redder is.” Beledigend museum “Gelovige mensen zijn veel te snel op hun teentjes getrapt”, vindt Floris van den Burg, brein achter het Virtuele Museum voor Kwetsende Kunst. Op zijn website verzamelt Floris ‘artistieke uitingen die tot beroering geleid hebben in het verleden, heden en wellicht ook in de toekomst’. Ook de lichtblauwe Mohammedposter is door het museum gepubliceerd. “We beledigen niet alleen moslims”, zegt Floris. Een bezoeker ziet ook plaatjes van het Christelijke Laatste Avondmaal, alleen zijn de discipelen vervangen door halfnaakte SM-homo’s. Daarnaast zijn er zoenende meisjes in een badkuip, een kruisbeeld in een condoom en een standbeeld van U2-zanger Bono, gehuld in wit gewaad en met een naakt negerkindje aan zijn voeten. Het logo van McDonalds wordt gebruikt om de oorlog in Irak te bekritiseren.

48

join

join

– 49

»


Special

»

Tegen censuur Kortom: wie het museum ook bezoekt, hij of zij wordt er vrijwel zeker beledigd. En dat is ook de bedoeling. Het museum is een van de vele inspanningen van de groep van humanisten waar Floris deel van uitmaakt. Zij geloven in ‘het recht op beledigen’. Het museum is een wapen in de strijd tegen de opkomende cultuur van censuur en repressie die Nederland bedreigt. “Voor humanisten is vrijheid van meningsuiting één van de grootste idealen”, legt Floris uit. “Tegenwoordig voelen mensen zich door zoveel dingen aangevallen. Daarom hebben we al die dingen verzameld, zodat mensen voor zichzelf kunnen uitvinden wat hen beledigt. Maar ook zodat mensen inzien dat we in een hele koude, kleurloze wereld zouden leven als alle aanstootgevende dingen worden gecensureerd.” De buitenwereld kan hard zijn, meent Floris. En er lopen misschien mensen rond die jou niet leuk vinden. “En als je een rare bril draagt, of een vreemde hobby hebt, dan zullen ze je misschien zelfs uitlachen. Zo kunnen mensen ook om je religie lachen. Zo is het gewoon.”

Bert Brussen

The making of… Floris van den Burg Floris ziet er zelfs gevaar in als mensen zichzelf – en daarmee beledigingen – te serieus nemen. “Op straat stuit ik om de haverklap op mensen die kleding dragen die ik liever niet zie, waar ik aanstoot aan neem. Maar dat is geen reden om mensen voor te schrijven wat ze aan mogen trekken en wat niet.”

de tekenaar die Mohammed met een bomtulband afbeeldde. Zelfs vijf jaar na publicatie van zijn cartoon blijkt Kurt niet veilig – een jonge Somaliër dringt, gewapend met mes en bijl, zijn woning binnen. Kurt weet ternauwernood de badkamer te bereiken en op de alarmknop te drukken.

Vrijheidsideaal “Vroeger leefden Nederlanders in de droom van totale vrijheid”, zegt blogkeizer Bert Brussen (36). “Die vrijheid wordt beschermd door Artikel 7 van de Grondwet, daarin staat dat iedere Nederlander het recht heeft om publiekelijk zijn ideeën en gevoelens te uiten. Ongecensureerd.” Voorheen schreef Bert scherpe stukjes op de website Geenstijl.nl (tendentieus, ongefundeerd en tegenwoordig is hij onder meer columnist bij de Volkskrant en oprichter van DeJaap.nl. De directe wijze waarop hij zijn mening de wereld in slingert, wordt zowel bewonderd (Bert heeft een vlijmscherpe pen en een onafhankelijke geest) als veracht (Bert is een moraalloze schreeuwer, een slecht mens). Waarom hij het zo belangrijk vindt om zijn denkbeelden te uiten, kan Bert niet precies verwoorden.“Er is geen logische reden voor. Ik ben zo geboren, met de drang om mijn mening te delen. En ik ben schrijver, hè.”

“Wie weet schrijf ik ook ooit een blog die tot opstand leidt”, zegt Bert. “Alles is mogelijk. Ik vraag niet om oorlog . Maar ik houd bij mijn schrijven geen rekening met mogelijke gevolgen of mensen die ik wellicht kwets. Het is mijn recht om te publiceren.” Door incidenten als de moord op Theo van Gogh, hebben de Nederlanders hun ‘onschuld’ verloren, meent Bert. En daarmee hun gevoel van vrijheid. Ze durven niet meer alles te zeggen uit angst om iemand te beledigen.“Maar vrijheid opgeven is niet de oplossing.”

Moordaanslag Bert is zich ervan bewust dat niet iedereen goed reageert op zijn kwetsende schrijfsels. In 2004 wordt Theo van Gogh vermoord door Mohammed Bouyeri, een Nederlander van Marokkaanse komaf. De reden? Van Gogh regisseerde de film Submission, over de slechte behandeling van vrouwen binnen sommige islamitische families. De film wordt door veel moslims als godslastering ervaren. Op 30 september 2005 publiceert het Deense dagblad JyllandsPosten twaalf satirische spotprenten van profeet Mohammed. Diezelfde dag volgt een doodsbedreiging per telefoon. In februari 2006 breken wereldwijd cartoonrellen uit. In Damascus zetten boze Syriërs de Deense ambassade in brand en in Libanon steken opstandelingen het Deense consulaat in de fik. In 2008 worden drie islamitische mannen gearresteerd die een aanslag willen plegen op Kurt Westergaard,

50

join

Wat is vrijheid? Floris van den Burg denkt er net zo over, achter zijn kwetsende museum zit een hele filosofie.“Een open maatschappij draait om de vrijheid van het individu. Vrijheid van meningsuiting is een van de voornaamste aspecten daarvan. Als je die vrijheid van meningsuiting zo breed mogelijk trekt, dan omvat het automatisch het recht om te kwetsen. Het is natuurlijk dat mensen zich beledigd voelen, en daar kunnen ze beter aan wennen.” Maar ook Esraa voelt de drang om vrij te zijn. Zij voelt zich juist beperkt in haar vrijheid doordat anderen haar overtuigingen beledigen. “Wat geeft ons het recht om te oordelen over anderen? Om hun geloof te bekritiseren? Het zou beter zijn om elkaars perspectieven te respecteren. Om te proberen om elkaar te begrijpen, in plaats van te bekritiseren. Wat de uitkomst van het meningsverschil tussen Esraa, Bert en Floris ook zal zijn, er is geen twijfel dat beide partijen iets zullen verliezen. Maar wat ze kunnen krijgen van de ander is meer waard dan duizend kwetsende kunstwerken: respect. q

Pia Ranada (21): “Nederland staat bekend als eerlijk, direct en grof. Misschien dat Nederlanders daarom ‘het recht op vrijheid van meningsuiting’ gebruiken om anderen te bekritiseren en zelfs te beledigen. Ik vind vrijheid van meningsuiting een spannend recht. Het is niet vanzelfsprekend, zoals het recht op eten, leren of leven. In deze tijd waarin culturen zich vermengen, brengt de vrijheid om anderen te bekritiseren ook problemen met zich mee. Ook in de Filipijnse grondwet is het recht op vrijheid van meningsuiting opgenomen, net als persvrijheid. Maar veel van onze wetten worden niet gehandhaafd. De Filipijnen zijn berucht vanwege de moorden op journalisten sinds de jaren tachtig. We hebben veel corrupte politici en een zwakke regering. Eigenlijk zijn er bij ons veel meer machtige mensen om te bekritiseren. Maar Filipino’s zijn toch voorzichtiger. Zeker degenen die op een goede positie zitten en die zo lang mogelijk willen behouden. Hoewel het in Nederland makkelijker is om te reizen en om met mensen in contact te komen (voor verhalen), is het voor mij makkelijker om te schrijven over issues in de Filipijnen. Dat komt omdat ik het land ken. Er zijn meer nijpende problemen dan in Nederland, en dus is er een grotere variëteit aan verhalen om te vertellen. Al valt het me wel op dat de Filipijnse krant – vergeleken met kranten in Nederland – erg veel pagina’s over celebs heeft.”

join

– 51


nioJ beyond your world

covermodel: Clarice Gargard (23) Clarice zit in het laatste jaar van haar studie Journalistiek aan het Windesheim. Buiten haar studie om organiseert ze debatten en evenementen die ze ook zelf presenteert. EÊn daarvan is het Amsterdamse kunstevenement Cinnamon Wednesdays. Clarice is voor Join naar Zuid-Afrika geweest waar zij diverse artikelen schreef; van Afrikaanse mode tot aan de immigratieproblematiek. Haar uiteindelijke streven is een carrière als een internationale correspondente en documentairemaker.

www.verspers.nl

herfst 2011


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.