Cultuurkrant NL, 2019, nr 4

Page 1

DECEMBER 2019

Cultuurkrant NL VOOR PROFESSIONALS DIE WERKEN VOOR CULTUUR OP SCHOOL OF IN DE VRIJE TIJD

Nieuwsgierigheid kan ons redden p4

Aan de grotemensentafel van LA Phil p 10

Ik doe nooit aan cultuur! p 12

Kunst en gezondheid

Als de geest op de proef wordt gesteld, kan kunst helpen Kunstbeoefening kan zorgen voor stressreductie, toegenomen weerbaarheid, geestelijke flexibiliteit, meer sociale interactie. Een interessant gegeven in een samenleving waar psychische klachten op nummer één staan, boven hart- en vaatziekten. Ook mensen met Parkinson en dementie kunnen baat hebben bij dans of toneel. Door Francine van der Wiel “Wat gezond is voor de geest, is gezond voor het lichaam”, zegt Jan Walburg, emeritus hoogleraar positieve psychologie. Kunst is dat dus ook. Op zichzelf vertelt Walburg daarmee niets nieuws; vanuit de geesteswetenschappen is het effect van kunst op het geestelijke welbevinden al decennia onderwerp van onderzoek. Kunst maakt in de zorgpraktijk ook al jaren deel uit van zorg en behandeling. In revalidatiecentra en verzorgingstehuizen bijvoorbeeld wordt gezongen, getekend, geboetseerd en gehandwerkt, zij het vooral als dagbesteding. Daarnaast werd sinds, pakweg, de Tweede Wereldoorlog de ‘creatieve procestherapie’ ontwikkeld, met verschillende kunstvormen als instrumenten bij het verkrijgen van inzicht in en de verwerking/behandeling van psychische problematiek. Recenter is de belangstelling vanuit de medische en ‘exacte’ wetenschappen. “Maar eigenlijk nog weinig”, zegt Walburg. Zijn vakgebied, de positieve psychologie, bestudeert alle dimensies die het welbevinden positief kunnen beïnvloeden; naast

ILLUSTRATIE JOSIEN VOGELAAR

lichamelijke of externe factoren ook beïnvloedbare factoren, bepaalde levenskeuzes. Waaronder kunstbeoefening. “Psychische klachten staan tegenwoordig op nummer één, boven hart- en vaatziekten. In de huidige, prestatiegerichte maatschappij wordt de geest enorm op de proef gesteld, door hoge eisen aan het werk, snelle technologische veranderingen, politiek complexe tijden. Kunst kan een middel zijn om tot rust en zelfinzicht te komen.”

Dat zou dus méér onderzoek rechtvaardigen naar de wijze waarop kunstbeoefening leidt tot stressreductie, toegenomen weerbaarheid, geestelijke flexibiliteit, meer sociale interactie.

Dans als drug

Een voor de hand liggende kunstvorm met gezondheidstoepassingen is dans. Ook de overheid heeft het ontdekt als even plezierig als effectief wapen tegen obesitas. Dans is ook de ‘drug’ van Marc Vlemmix (47), maar niet

tegen overgewicht. Toen hij tien jaar geleden de diagnose Parkinson kreeg, was hij nog algemeen en artistiek directeur van Station Zuid, de dansvoorziening voor het Zuiden in Tilburg. Aanvankelijk probeerde hij de verschijnselen te negeren. Toen die zich niet meer lieten wegduwen, ging hij op zoek naar soelaas. “Die vond ik recht onder mijn neus.” Dans dus. Misschien niet het meest voor de hand liggend voor iemand met Parkinson, maar eigenlijk reuze logisch: in fysiek

opzicht zijn dansers met precies hetzelfde bezig als Parkinsonpatiënten: balans, kracht, coördinatie et cetera. Vlemmix baseerde het dansprogramma dat hij met zijn stichting Dance For Health ontwikkelde op verschillende medische bronnen en danstechnieken. Het fysieke effect heeft ook zijn neuroloog verbaasd, zegt hij. Maar zeker zo belangrijk is het mentale effect van de methode (“ik noem het liever een attitude”), aldus Vlemmix.

Lees verder op pagina 3

INHOUD 2 Column: Sanne Scholten 5 Rubriek: Onderzoek 7 Nieuws 8 Diversiteit & inclusie 11 Rubriek: Geld 12 Interview: Amy Herman 14 Onderzoek: Vrijwilligers 15 Interview: Gabriela Acosta Camacho 16 Nieuwe publicaties, agenda

DIT IS EEN UITGAVE VAN HET LANDELIJK KENNISINSTITUUT CULTUUREDUCATIE EN AMATEURKUNST • LKCA.NL • INFO@LKCA.NL • POSTBUS 452, 3500 AL UTRECHT


2 Nieuws

Waarom is dit zo lastig voor onze sector? Op 1 november werd de nieuwe Code Diversiteit en Inclusie gepresenteerd. Diversiteit is nog steeds het streven wat betreft personeel, programma, partners en publiek. De belangrijkste verandering: de Code draait niet alleen om culturele, maar ook om andere vormen van diversiteit, zoals gender, seksuele oriëntatie, wel of geen beperking, sociaal-economische klasse. Een mooie ontwikkeling. In de culturele sector is de overheid al jaren, en onder verschillende noemers, bezig om hier schot in te krijgen. Er zijn partijen actief mee aan de slag, maar er zijn ook mensen en organisaties die zich verzetten (‘Moet dit echt?’) of de noodzaak niet zien. Waarom is het voor onze sector zo’n lastige beweging? Ik trek, ook op andere gebieden, graag de vergelijking met de sport om te kijken of we wat van hen kunnen leren. Hét hoofddoel van het sportbeleid van alle overheden is te zorgen dat zoveel mogelijk mensen meedoen met sport. Vervolgens komen er nog wat andere doelstellingen bij, zoals talent­ ontwikkeling en topsport. Maar met zo’n hoofddoelstelling is het veel logischer om te gaan kijken onder welke groepen deelname achterblijft. En vervolgens ga je proberen die groepen beter te bereiken. Ook in het cultuurbeleid vallen termen als ‘iedereen’ en ‘toegankelijkheid’ vaak. Maar is het echt de kern van wat de culturele sector wil bereiken? Ik denk het niet. En dus blijven diversiteit en inclusie iets dat erbij wordt gedaan. Iets dat met projectsubsidies wordt gerealiseerd, en vaak niet vanuit reguliere financiering. Daar zit wat mij betreft een weeffout in ons systeem. Het hoofddoel zou anders moeten zijn. Dat zou ook leiden tot een andere manier van beoordelen.

Mensen blij maken

In de Week van de Toegankelijkheid modereerde ik een rondetafelgesprek over toegankelijkheid van popfestivals en -concerten. Zij hebben al grote stappen gezet. De communicatie werd veranderd. Er werden fysieke aanpassingen gedaan. De dienstverlening werd aangepast. Waarom? Omdat deze organisaties een enorme drive hebben om zoveel mogelijk bezoekers te trekken én om hun bezoekers blij te maken. Jiska Jacobs, teamleider hospitality services van TivoliVredenburg, zei: “Onze missie is iedereen een leven lang muziek te bieden. Als je constateert dat er voor sommige mensen een extra drempel is span je je in om zoveel mogelijk drempels weg te nemen.” Het leidde onder meer al tot nieuwe programmering en tot samenwerking met wijkpartners om nieuwe groepen binnen te halen. Gastheren en -vrouwen werden getraind hoe ze publiek met een beperking de beste service kunnen verlenen. De nieuwe Code kent 5 principes. Een daarvan is commitment en draagvlak. Effectief werken aan inclusiviteit kan alleen als er persoonlijk commitment is. Allereerst bij de leiding, maar ook bij de hele organisatie. Daar is de grootste winst te halen. En als die betrokkenheid niet vanzelf aanwezig is, zal die door beleid en financiële voorwaarden moeten worden afgedwongen. Dat is misschien niet de ideale weg, maar wel een noodzakelijke. Ik ben dan ook heel benieuwd hoe de overheden en andere financiers in de praktijk op de Code gaan toetsen.

Sanne Scholten is directeur van het LKCA

LEES MEER OVER INCLUSIVITEIT OP PAGINA 7, 8 EN 15.

DE SPIN ‘MAMAN’ VAN LOUISE BOURGEOIS BIJ HET GUGGENHEIM MUSEUM IN BILBAO. FOTO FLICKR.COM, MARIANO MANTEL

Creativiteit als copingmechanisme Creatieve activiteiten kunnen stress en angst verminderen, aldus een groot onderzoek van de BBC en University College London.

De BBC en het University College London (UCL) onderzochten hoe creatieve activiteiten kunnen helpen de stemming te verbeteren en het welzijn te bevorderen. Er werden in de BBC Arts Great British Creativity Test bijna 50.000 Britten ondervraagd, wat de studie tot de grootste in zijn soort maakt. Bijna een kwart van de respondenten noemde maken (bijvoor-

Het maakt niet uit hoe goed je erin bent

beeld van meubels of digitale kunst) of het beoefenen van een ambacht als favoriete activiteit. Ook musiceren, zingen en componeren scoren hoog met 23,8 procent. Tuinieren, lezen, koken en schrijven waren eveneens populair. Uit de studie blijkt dat veel mensen creatieve activiteiten gebruiken als copingmechanisme; om emoties te beheersen en te reguleren.

Afleiding

De studie werd geleid door Daisy Fancourt, senior onderzoeker bij UCL. Zij vertelt op de website van de British Crafts Counsil dat de uitkomsten drie belangrijke copingmechanismes laten zien. De meest genoemde reden om creatief bezig te zijn is afleiding; stress- en angstvermindering. Dit werd genoemd door ruim driekwart van de respondenten. Voor 69 procent

is zelfontplooiing het motief; het werken aan eigenwaarde en innerlijke kracht. 53 procent zegt dat creatief bezig zijn de kans biedt om te contempleren over problemen en emoties. Dit onderzoek laat als eerste de cognitieve strategieën zien die de hersenen gebruiken om emoties te reguleren tijdens creatieve activiteiten, aldus Fancourt. “Eerdere studies toonden al een sterk verband aan tussen deelname aan creatieve activiteiten en emoties, maar tot nu toe wisten we niet zeker hoe dit verband er precies uitzag.”

Regelmaat loont

Beginnen met nieuwe creatieve activiteiten blijkt een zeer goed middel om negatieve emoties te reguleren. Daarbij maakt het niet uit hoe goed je erin bent. Emotionele voordelen zijn er zelfs als mensen een enkele keer creatief actief zijn. Regelmatig iets creatiefs doen levert wel meer voordelen op. De effecten nemen af als je langer dan tien jaar een specifieke creatieve activiteit beoefent. En live creatieve activiteiten met sociale interactie werken beter dan virtuele activiteiten. Dit bleek uit een gerelateerd experiment waarbij de reacties van mensen die hadden deelgenomen aan een live groepszangsessie werden vergeleken met degenen die virtueel hadden meegedaan, vanuit huis. Zeker bij zware persoonlijke omstandigheden kunnen creatieve activiteiten heilzaam zijn, schrijven de onderzoekers. DE UITKOMSTEN VAN HET ONDERZOEK HOW DO ARTISTIC CREATIVE ACTIVITIES REGULATE OUR EMOTIONS? WERDEN GEPUBLICEERD OP JOURNALS.PLOS.ORG.


Cultuurkrant NL 3

Mentale opkikker

Werkt kunst echt? Dit zeggen onderzoekers

Vervolg van pagina 1

Het is nu officieel: kunst werkt echt. Passief of actief, bezig zijn met kunst bevordert de geestelijke en lichamelijke gezondheid en het algehele welbevinden én is gunstig voor de ontwikkeling, levensstijlverbetering en omgang met en behandeling van ziekte. Dat concludeert de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) na analyse van 900 onderzoeken. De WHO roept beleidsmakers op meer te investeren in culturele interventies in de gezondheidszorg. What is the evidence on the role of the arts in improving health and wellbeing? (2019) en een factsheet staan op euro.who.int.

“Als je Parkinson hebt, ben je geneigd alleen nog met je ziekte bezig te zijn. Je bent ziek, wordt afgekeurd, komt buiten de maatschappij te staan. Parkinson is verlies: van je identiteit, het contact met je lijf, met de maatschappij. Maar in de studio, met de docenten en de andere dansers – wij noemen ze geen patiënten – dan ben je veilig. Het is goed en mooi, je mag meedoen. Mensen vinden door de dans niet alleen in hun lichaam, maar ook iets in zichzelf terug wat ze al heel lang kwijt waren. Ze komen buiten en maken bij ons plezier, bewegen weer zonder schaamte.” Een mentale opkikker dus voor alle deelnemers aan de lessen die tot voor kort in 35 steden werden gegeven. Met als niet onbelangrijke ‘bijvangst’ het contact dat tussen mantelzorgers ontstaat. Initiatieven die kunstbeoefening als vorm van zorg aanbieden, kunnen op problemen stuiten, bijvoorbeeld met hun financiering. Onder welke noemer vallen hun diensten? Voor het ene fonds kan een programma te kunstzinnig zijn, met te weinig zorgdoelen, voor het andere precies andersom. Sommige succesvolle programma’s kunnen daardoor toch tussen wal en schip vallen. Zorgverzekeraars lijken tegenwoordig wel meer te kijken naar de kostenbesparing die deze ‘alternatieve’ benaderingswijzen opleveren. In de medische wereld zijn ze lang weggewuifd als onbewezen Spielerei – ga maar na: aanvankelijk werd zelfs fysiotherapie met achterdocht bekeken. Maar dat stadium is gepasseerd, zegt Walburg. “Er zijn talrijke, goed gedocumenteerde onderzoeken die aantonen dat kunstbeleving, actief én passief, gunstige psychische effecten kan hebben.”

ILLUSTRATIE JOSIEN VOGELAAR

Kunst als preventie

Jan Walburg: ‘Kunst kan een middel zijn tot meer zelfinzicht’

Marc Vlemmix: ‘Mensen bewegen weer zonder schaamte’ FOTO: ROSAN CHINNOE

Meestal richt dergelijk onderzoek zich op ziektebeelden als depressie, burn-out en stressklachten. Maar kunst en kunsteducatie is voor gezonde mensen ook belangrijk voor het in stand houden en bevorderen van hun geestelijke welbevinden, denkt hij. Daarom zou kunstonderwijs

steviger in het onderwijs moeten worden verankerd. “Je leert de wereld kennen door kunst: literatuur laat je kennismaken met een scala aan karakters, muziek appelleert aan een scala aan emoties. Dan niet alleen historisch of technisch onderricht – ‘wie waren die Staalmeesters, kijk

eens hoe Rembrandt met een paar accenten de stof tot leven brengt.’ Het zou ook gericht moeten zijn op het gesprek over kunst. Wat doet het met je, waarom en waardoor word je getroffen, kun je het aan jouw leven relateren? Zo kom je tot beter zelfinzicht, wat je geestelijke weerbaarheid versterkt.” Met het oog op de epidemische omvang van de psychische klachten zou Walburg meer (wetenschappelijke) aandacht voor de preventieve werking van kunsteducatie gerechtvaardigd vinden. “Aanwijzingen zijn er genoeg.”

De Veder Methode Alerter, minder verward, vrolijker, spraakzamer, responsiever – dat bewerkstelligt de Veder Methode bij cliënten met dementie. Die werd geboren uit de zoektocht van Maria Reina Westra, opgeleid als verpleegkundige én theatermaker, naar manieren om contact te leggen met mensen met dementie in de langdurige zorg. “Elementen uit het theatervak, zoals intonatie en timing, blijken bijzondere resultaten op te leveren, zowel in onze theatervoorstellingen als in het één-op-een-contact van onze huiskamervoorstellingen.” De methode, die in de wandelgangen

‘vederen’ wordt genoemd, bestaat uit zeven elementen: een-op-een contact, aanspreken van het lange termijn geheugen, het ‘’hier en nu’’, afscheid, acte de présence, timing en intonatie. Door het actief inzetten hiervan ontstaat een luchtige vorm van contact. Ook beginselen van neurolinguïstisch programmeren zijn geïntegreerd in de methode. In de filmpjes op de site van Theater Veder is te zien hoe de bewoners opleven door de persoonlijke afstemming en fysieke interactie met de spelers, die onder andere met hen dansen, zingen en poëzie voordragen. Er is ook wetenschappelijk bewijs voor

de effectiviteit. Twee onderzoeken bevestigen dat patiënten door Westra’s aanpak langer gunstige effecten op hun welbevinden ondervinden dan met reguliere reminiscentie-activiteiten (zoals liedjes uit hun jeugd zingen). Mede door de speciale aandacht voor begroeting, afscheid en het appelleren aan het langetermijngeheugen, wordt de cliënt in ‘het heden’ gebracht. Het kost de notoir overbelaste zorgmedewerkers niet per se meer tijd, en er is bewijs dat het ze zelf veel oplevert, onder andere meer arbeidsplezier en welzijn van de client. THEATERVEDER.NL/NL/DE-VEDER-METHODE

Maria Reina Westra : ‘Het levert ook zorgmedewerkers veel op’

Ook het LKCA deed een overzichtsstudie, samen met Movisie en Hogeschool Windesheim: Kunst en positieve gezondheid. Conclusie: over de effecten van de vele culturele initiatieven binnen de langdurige zorg is nog weinig bekend. Een nieuw programma van de ministeries OCW en VWS en de ouderenfondsen RCOAK en Fonds Sluyterman van Loo moet nu cultuur en langdurige zorg en onder­ steuning op een structurele manier met elkaar verbinden én meer kennis verschaffen over werkzame elementen van culturele interventies. LKCA-directeur Sanne Schoten is vicevoorzitter van de programmacommissie. Meer info: zonmw.nl Hilde van den Berg bestu­ deer­de voor Cultuur Oost de meest recente onderzoeken over kunst en positieve gezondheid. Conclusie: diverse kunstdisciplines hebben wel degelijk effect op positieve gezondheid. Dit is de kracht van kunst in zorg en welzijn staat op cultuuroost.nl. Het al langer lopende project Kunst op Recept (door Gezondheidscentrum De Roerdomp, Stadstheater De Kom uit Nieuwegein en LKCA) blijkt ook vruchten af te werpen. Daarbij verwijst de huisarts of welzijnscoach mensen met psychosomatische klachten door naar speciaal ontwikkelde culturele activiteiten. Het Verwey-Jonker Instituut deed onderzoek. Conclusie: meedoen heeft een positief effect. Doet kunst goed? – de betekenis van Kunst op Recept in Nieuwegein staat op verwey-jonker.nl en lkca.nl.


4 Interview Koos Hogeweg

Kunsteducatiehuis Stormkop

We willen dat bij ons het vuil tussen je nagels kruipt “Wij geloven dat nieuwsgierigheid de wereld kan redden”, zegt Koos Hogeweg, die aan de wieg stond van het Antwerpse kunsteducatiehuis Stormkop. In een oude scheepswerf ontdekken kinderen de kunstenaar, de filosoof of de wetenschapper in zichzelf.

‘Hoe meer zintuigen je inschakelt, hoe beter’

Door Anne van den Dool

W

ie coördinator Koos Hogeweg aan de telefoon krijgt, verbaast zich allereerst over het Nederlandse accent van deze in Antwerpen gevestigde veelprater. Af en toe klinken wat Vlaamse woorden – allee, plastiek – door in zijn licht hese stemgeluid. Op de achtergrond van de telefoonlijn klinkt de zee, alsof hij mij zittend aan het water te woord staat. Dat zou heel goed kunnen: Hogeweg stond tenslotte aan de wieg van Stormkop, een kunsteducatief huis dat een jaar of zeven geleden werd geboren als HETSTEEN, in de gelijknamige burcht op de rechteroever van de Schelde, een van de oudste gebouwen van Antwerpen. Hogeweg vertelt: “Het pand stond op het punt aan een commerciële partij met sprookjesachtige bedoelingen – De Efteling, Studio 100 – te worden gegeven. Gelukkig besloot Barbara Wyckmans, voormalig directeur van HETPALEIS, het podiumkunstenhuis voor alle jeugd van de stad, daar een stokje voor te steken.”

En dus huisvestte daar zich kunsteducatiehuis HETSTEEN, dat steunt op drie pijlers: filosofie, wetenschap en kunst. Het is een plek waar kinderen alleen of samen met familieleden of klasgenootjes de filosoof, wetenschapper of kunstenaar in zichzelf kunnen ontdekken. Daarbij staan niet antwoorden, maar vragen centraal. Zo wordt iedere bezoeker, ongeacht zijn leeftijd en achtergrond, gestimuleerd te denken als een avonturier.

Actieve burgers

Vorig jaar verhuisde HETSTEEN van de burcht naar een oude werf aan de Droogdokken en kwam er een nieuwe naam: Stormkop. Hogeweg: “Die burcht was een fantastische plek, maar na een paar jaar wilden we graag naar een plek waar we spijkers in de muur mochten slaan. In twee maanden tijd hebben we met dertig kunstenaars dit gebouw omgetoverd tot de huidige ateliers, voor minder geld dan ik mijn eigen huis heb verbouwd.” En zo klinkt de creativiteit van Stormkop

nu nog meer door in het gebouw, waar basisschoolleerlingen worden ondergedompeld in avontuur en worden uitgenodigd actieve burgers te zijn die ook daadwerkelijk in actie komen. Daarbij staat water als thema centraal, met dank aan de Schelde waaraan ook HETSTEEN al gehuisvest was. Inmiddels ontvangt Stormkop niet alleen kinderen en hun ouders en begeleiders, maar is de loods ook een geliefde locatie voor workshops, teambuildings en congressen. “Ook die bezoekers nodigen we uit de kritische vragensteller in zichzelf los te maken,” vertelt Hogeweg. “Van ambtenaren tot CEO’s – hier praten we over de grote uitdagingen die het leven met zich meebrengt. Bij elk kind tussen 0 en 99 willen wij het laten tollen in de kop: aan

wie vertrouw ik deze verkiezingen mijn stem toe, is dit wel wat ik wil met mijn leventje?”

Tof

Stormkop schuwt daarbij de lastige thema’s van het leven, zoals de klimaatproblematiek of de dood, niet – sterker nog: het gaat er het liefst zo vaak mogelijk over. Daarbij komen filosofie, wetenschap en kunst allemaal even goed van pas, legt Hogeweg uit: “Wetenschap staat voor: meten is weten. Met filosofie kun je je afvragen: is dit wel tof? En kunst geeft je de ruimte om te denken: alles kan. We willen dat bij ons het vuil tussen je nagels kruipt. Alleen dan kun je in je kop begrijpen wat er anders moet. Zo kwamen er bij ons laatst klimaatjongeren langs om


Cultuurkrant NL 5 Onderzoek

‘Wees ook zuinig op je vak’ Monique Pijls en Arie Wilschut (HvA) analyseerden 140 studies naar de effecten van vakintegratie. Hun bevindingen gaan ook op voor onze sector. Is het beter om cultuuronderwijs geïntegreerd of in gescheiden vakken aan te bieden? Wat heb je onderzocht en waarom?

“We deden een literatuurstudie naar de effecten van vakintegratie. Wat is er bekend over het leren in een geïntegreerd versus niet-geïntegreerd curriculum? We selecteerden vergelijkende effectstudies om in kaart te brengen wat er aan bewijs ligt. Dat deden we omdat we constateerden dat veel scholen kiezen voor integratie van vakken in leergebieden zonder te onderbouwen waarom. Er zijn veel vermeende voordelen van integratie waarvan we nog maar moeten zien of die kloppen. Wanneer werkt het wel of niet?” Wat zijn de belangrijkste uitkomsten? FOTO’S WANNES CRÉ

te vergaderen over de Scheldeschoonmaak. Prima, zeiden we, maar dan gaan we eerst naar de Schelde. We willen altijd aan de slag, zodat we beter leren kijken, luisteren en geraakt worden. Hoe meer zintuigen je inschakelt, hoe beter. Alleen zo leren mensen een eigen bijdrage te leveren. Door kunst, cultuur en wetenschap samen te brengen, hopen we iedereen te leren creatief en kritisch met deze maatschappij om te gaan. Wij geloven dat nieuwsgierigheid de wereld kan redden. Antwoorden kunnen geruststellend zijn, maar als je mensen vragend houdt, behouden ze juist hun open blik. We zijn een vragenhuis: anders dan een school of religie pretenderen wij niet de waarheid in pacht te hebben.” En die aanpak blijkt succesvol: in korte tijd ontving Stormkop meer dan dertigduizend bezoekers. Met al dat succes ontstaan ook wensen tot uitbreiding. “We zouden het heel gaaf vinden ook een scheepsdok erbij te krijgen, bijvoorbeeld, zodat we daar fysiek kunnen bouwen.”

Veilig en vrij

Tegelijkertijd ziet Hogeweg niet die enorme bezoekersaantallen of het organiseren van congressen voor grote partijen als de grootste verdienste van Stormkop, maar de persoonlijke verhalen. “Soms komen bij ons kinderen of jonge mensen die niets meer te verliezen hebben: anderstaligen of nieuwkomers die op hun weg hierheen alles zijn kwijtgeraakt. Bij Stormkop voelen ze zich veilig: ze ervaren de vrijheid toneel te gaan spelen of kunst te maken, terwijl dat in hun oorspronkelijke cultuur not done is. Voor mij zijn zij het toonbeeld van kritisch burgerschap dat ik hoop voort te brengen. Precies zo ging het mij ooit ook. Ik was tien en liep de hele dag door met een capuchon op mijn kop, tot een meester tegen mij zei: jij speelt de hoofdrol in het vrijdag­ toneel. Ik was doodsbang, maar toen ik eenmaal op het toneel stond, bloeide ik op. Opeens durfde ik mezelf te laten zien.”

“Er is geen eenduidig antwoord op de vraag of kinderen meer en beter leren bij een geïntegreerd curriculum. We ontmantelden veel vermeende voordelen. Integratie maakt onderwijs niet zonder meer betekenisvol voor kinderen, het kan ook verwarrend zijn. Wel concludeerden we dat integratie voor bepaalde combinaties van vakken wenselijk is, zoals de combinatie met taal. En: de motivatie voor wiskunde neemt toe bij integratie met andere vakken. “Een andere conclusie: voer integratie niet te snel in. Een goed geïntegreerd curriculum aanbieden vraagt veel en vereist een scherpe visie op waarom je wilt integreren, en wat je ermee wilt bereiken. Leraren moeten elkaars vaktaal leren spreken, en leren samenwerken op het gebied van ontwerpen.” Waar was je het meest verbaasd over?

“De onderbouwing van drie reviewstudies over geïntegreerd versus niet-geïntegreerd leren was heel mager. Er werd zoveel op een hoop gegooid dat de conclusies drijfzand waren. Zo ontdekten we bijvoorbeeld dat integratie onderzocht werd terwijl een programma bestond uit onderzoekend leren met een activerende didactiek. Als leerlingen dan vooruitgaan is het maar de vraag of dat met integratie te maken heeft of met de didactische aanpak.” Wat raad jij - als bèta - kunst en cultuur professionals aan? Leergebieden of vakken?

We besteedden in de review weinig aandacht aan kunst, terwijl dat wel actueel is. Er zijn verwachtingen dat integratie van wetenschap, techniek en kunst (in STEAM) bijdraagt aan de ontwikkeling van het onderzoekend vermogen en creativiteit van leerlingen. En dus positief

Monique Pijls: ‘Grootscheepse veranderingen in curricula landelijk voorschrijven is linke soep’

en wenselijk is. Ik raad aan om de kansen die de trend van vakintegratie biedt te benutten. En zuinig te zijn op je vak. Het opbouwen van vakkennis en -vaardigheden doe je beter niet-geïntegreerd. Integratie is goed voor specifieke inhouden, voor opdrachten die om een multidisciplinaire aanpak vragen. Voor je vak staan en kansen voor samenwerking grijpen is geen tegenstelling. Je kunt tegelijkertijd kennis bundelen in een discipline en ruimte maken voor thematisch leren. Ook op de lerarenopleiding trouwens!”

Wat is jouw reactie op de voorstellen van Curriculum.nu?

“De aandacht voor integratie vind ik goed. Maar grootscheepse veranderingen in curricula landelijk voorschrijven is linke soep. Op schoolniveau moeten goed onderbouwde keuzes gemaakt worden. Je verliest iets als je alleen voor integratie gaat, zo blijkt uit onze studie.” (VERA MEEWIS, LKCA)

MONIQUE PIJLS IS HOOFDDOCENT ONDERZOEKEN EN ONTWERPEND LEREN & COÖRDINATOR MINOR MAKER EDUCATION AAN DE HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM. DOWNLOAD HET ONDERZOEK EFFECTEN VAN VAKKENINTEGRATIE VIA HVA.NL OF LKCA.NL/INFORMATIEBANK/EFFECTEN-VAN-VAKKENINTEGRATIE.


6 opinie Onderwijshervorming

EEN RUSSISCH SCHOOLMEISJE. WERELDWIJD KENT HET ONDERWIJS DEZELFDE MOEILIJKHEDEN.

FOTO FLICKR.COM, VAZOVSKY

Curriculum.nu: hebben we wel bereik? Overwerkte docenten, overvolle lestabellen, ongemotiveerde leerlingen… We moeten het onderwijsbestel drastisch vernieuwen want anders gaat de curriculumvernieuwing weinig opleveren, voorziet Ronald Kox. Hij pleit voor een nationaal en fundamenteel traject voor onderwijshervorming. Door Ronald Kox

I

edereen kent wel die frustratie als je ergens onderweg snel iets moet opzoeken. Je nieuwe telefoon werkt snel, maar het netwerk dat je gebruikt is zwak, kan weinig data aan en valt regelmatig weg. Je kunt je telefoon daar niet de schuld van geven, wel het verouderde netwerk. Gelukkig lost dit probleem zich snel weer op zodra je verbinding maakt met een ander netwerk. Maar wat als er nergens een beter netwerk is? Wat moet je dan doen? Het traject van curriculumvernieuwing Curriculum.nu kent hetzelfde probleem: de inhoud van het onderwijs is helemaal

up-to-date. Digitalisering is erin opgenomen, een leergebied waar we vijftig jaar geleden nog nooit van hadden gehoord. En actuele thema’s als 21e-eeuwse vaardigheden en creativiteit staan er nu duidelijk in. We hebben dus het nieuwste van het nieuwste, maar werken wel in een hopeloos verouderd systeem. Een systeem dat als onderneming al lang was gemoderniseerd of failliet was gegaan. En dat moet dan de bedding zijn voor ons spiksplinternieuwe onderwijs… Het westerse onderwijsmodel is wereldwijd ingevoerd. En wereldwijd kent het dezelfde moeilijkheden: overvolle

Als het huidige onderwijs een onderneming was geweest, was het al lang failliet gegaan

lestabellen, ongemotiveerde leerlingen, overwerkte docenten. Kinderen ondergaan het onderwijs lijdzaam en zien school niet als een plek om te leren, maar als een plek om aan de wensen van de docent te voldoen. De vraag waar het zo mis kon gaan is eigenlijk niet zo relevant, de vraag is wat we eraan kunnen doen.

Maak gebruik van onderzoek

Sinds de komst van het huidige onderwijsmodel is er veel onderzoek gedaan. Naar de inhoud van vakgebieden, naar de ontwikkeling van kinderen, hoe mensen


Cultuurkrant NL 7 Nieuws We moeten in het onderwijs veel meer wetenschappelijke inzichten gebruiken over de ontwikkeling van het jonge brein, over emoties en empathie, cognitieve functies en talent

te motiveren zijn, hoe mensen leren. Waar het bedrijfsleven kennis en inzichten vaak gebruikt om betere producten te ontwikkelen, maakt het onderwijs schrikbarend weinig gebruik van relevant onderzoek. Na het nationale traject van Curriculum.nu is het nu tijd voor een nationaal vernieuwingstraject in te zetten van ons onderwijssysteem. De wetenschappelijke inzichten over bijvoorbeeld de ontwikkeling van het jonge brein, over emoties en empathie, cognitieve functies en talent moeten we gebruiken om te bepalen hoe we het beste onderwijs kunnen verzorgen. Let wel: verzorgen, niet geven, want uiteindelijk is het de leerling die het onderwijs moet genieten in plaats van ondergaan. En net als in het huidige traject moeten we breder kijken dan de eigen leergebieden en gebruik maken van modellen die in ons eigen land en elders al beproefd zijn. Om maar vast een voorzet te geven:

• Pas het onderwijs aan op de ontwikkeling van de leerling. Maak geen verdeling in leeftijdscohorten, maar ga uit van de verschillende ontwikkelingsniveaus van leerlingen. Er zijn al scholen die succesvol werken met individuele handelingsplannen en die groepen samenstellen per leergebied of schoolvak op basis van niveau. • Ga flexibeler om met onderwijslestijd en buitenschoolse tijd. Integreer voor- en naschoolse opvang met de schooltijd tot één geheel van ‘kinderontwikkeltijd’. Er ontstaat dan meer ruimte voor ontwikkeling van en afstemming op de afzonderlijke leerlingen, zoals bijvoorbeeld Integrale Kindcentra laten zien. Hiervoor moeten wetgeving en financiering worden aangepast. • Scandinavische landen laten zien dat goede kinderopvang en goed onderwijs vragen om hoog opgeleide medewerkers die zich blijvend ontwikkelen. Tijdens hun basisopleiding moeten ze daarop voorbereid worden, bijvoorbeeld doordat ze een onderzoekende en ontwerpende houding leren aannemen. Dat pleit

voor aanpassing van de opleidingen en een passende structuur van na- en bijscholing. • Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat jongeren tussen hun vijftiende en vijfentwintigste levensjaar nog steeds ondersteuning nodig hebben bij plannen, organiseren en het nemen van verantwoordelijkheden en dus niet zo maar aan hun lot overgelaten mogen worden. In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs gebeurt dat juist wel. Leerlingen moeten daar zelf hun planning voor tentamens en examens regelen. Vooral jongens worden hier de dupe van. Er is gerichte begeleiding nodig om ook die jongeren de kans te geven zich maximaal te ontwikkelen en om uitval tegen te gaan.

Radicaal herontwerp

In de Basis voor Cultuureducatie (2016) gaf het LKCA een toekomstvisie op hoe je kinderen maximaal de mogelijkheid kunt geven om hun talenten te ontdekken en ontplooien. We zien in de snelle uitbreiding van Integrale Kindcentra, maar ook in de meer integrale inhoudelijke lijn van Curriculum.nu bewegingen in die richting, al is een uitwerking van de geschetste visie nog ver weg. Zonder een serieus en radicaal herontwerp van ons onderwijssysteem zal dat voorlopig ook nog wel zo blijven. Of dringt het besef bij politici, bestuurders en het onderwijs door dat het zo niet langer kan? Dat onze fonkelnieuwe onderwijsinhoud in dit hopeloos verouderde onderwijsnetwerk onvoldoende bereik heeft en dat het netwerk dus op de schop moet? Ik hoop het van harte, en dan vooral voor landgenoten onder de 18 jaar die nu het onderwijs ondergaan. DIT STUK WERD EERDER GEPUBLICEERD OP CULTUREELKAPITAAL.NL.

Ronald Kox is hoofd cultuur­ educatie van het LKCA

“Als stadsdichter ontdekte ik pas écht hoe groot het gat is tussen gevestigde orde en wat er daarbuiten in kunst- en cultuurstad Rotterdam gebeurt. ‘Jouw soort mensen’, zei iemand van een grote kunstinstelling ooit tegen mij, om daarna over het ‘belang van diversiteit’ te oreren. Mijn soort mensen, inderdaad. Want ik bén wit, man én heteroseksueel maar ik ben trots onderdeel van een superdiverse omgeving. Daarbij kom ik uit een arbeidersgezin – ik zat vroeger zeg maar niet op blokfluitles – heb ik een zeer beperkte academische achtergrond en heb ik nooit een netwerk in de ‘hoge cultuur’ opgebouwd.” DE ROTTERDAMSE DICHTER, SPOKEN WORD-ARTIEST, VOORDRACHTSKUNSTENAAR EN SCHRIJVER DEREK OTTE (1988) OP VERSBETON.NL, DE SITE VOOR HARDDENKENDE ROTTERDAMMERS.

Podcast cultuurbeleid

Muziek­ verenigingen

Ben je al bekend met de CultuurDeelJe-podcast? Iedere maand gaat Bas Verberk, specialist beleid bij het LKCA, in gesprek met iemand in of rond de politiek over cultuur en politieke beïnvloeding. In de eerste afleveringen komen René Westra (VVD-statenlid in de provincie Gelderland) en Maarten Boxem, beleidsadviseur WMO bij de gemeente Groningen aan het woord. Handig om op de hoogte te raken van politieke besluitvorming op het gebied van cultuureducatie en cultuurparticipatie. Abonneer je via Spotify en iTunes en blijf automatisch op de hoogte wanneer er een nieuwe aflevering verschijnt. Neem voor vragen of tips contact op met basverberk@lkca.nl.

Het kabinet moet met een voorstel komen om koor- en muziekverenigingen beter te ondersteunen. Een motie met die strekking werd aangenomen door de Tweede Kamer. Koninklijke Nederlandse Muziek Organisatie (KNMO) en Koornetwerk Nederland: “Jaar in jaar werd het mantra herhaald dat muziekverenigingen enkel en alleen de verantwoordelijkheid zijn van de gemeenten. Het is heel erg goed nieuws dat zoveel partijen pleiten voor een betere en structurele ondersteuning van muziekverenigingen en koren.” Een ruime meerderheid van de Nederlanders vindt dat muziekverenigingen en koren meer politieke steun verdienen, zo bleek eerder uit een peiling van Maurice de Hond. 59 procent vindt het van groot belang dat de muziekvereniging in hun gemeente blijft bestaan. Buiten de grote steden is dat zelfs 71 procent. 55 procent vindt dat de politiek de verenigingen actiever moet ondersteunen. De KNMO en Koornetwerk Nederland wijzen erop dat verenigingen het steeds moeilijker hebben. Lokaal is er vaak fors bezuinigd op het verenigingsleven. Landelijk is er geen rechtstreekse steun beschikbaar. Bron: knmo.nl

Diversiteit en inclusie

De nieuwe Code Diversiteit & Inclusie is sinds 1 november van kracht. De code wordt maatgevend bij subsidieaanvragen en draait om gelijke culturele kansen voor iedereen, ongeacht culturele achtergrond, gender, seksuele voorkeur, sociaaleconomische positie en mogelijke beperkingen. Op 1 november zijn ook de &Awards uitgereikt. Wat Telt! heeft de &Award Organisatieprijs gewonnen, de prijs voor een best practice op het gebied van meer diversiteit en inclusie binnen de culturele sector. Wat Telt! zorgt ervoor dat musea letterlijk meer toegankelijk worden voor doven en slechthorenden en leidt daarbij ook dove of slechthorende personen op tot rondleiders. Dit is essentieel, aldus de jury, omdat zij een ander perspectief kunnen geven op de collecties dan een horende. De &Award Persoonsprijs ging naar Joan Windzak, eigenares van de inclusieve en diverse kinderboekenwinkel Educulture in Amsterdam. De &Awards worden gefinancierd en mede mogelijk gemaakt door de rijkscultuurfondsen. codedi.nl

Museumeducatie Prijs

De Museumeducatie Prijs 2020 (45.000 euro) ging naar het Sint-Maarten Debat van Museum Catharijneconvent in Utrecht en CBS De Wegwijzer uit Zeist. Zij organiseren een debatwedstrijd voor de groepen 7 en 8 van het primair onderwijs. Velen kennen Sint-Maarten als het feest waar kinderen langs de deuren gaan om al zingend snoep op te halen. Minder bekend is dat Sint-Maarten een ridder was die veel aan naastenliefde deed. Dit is dan ook het centrale thema tijdens het debat. Klassen van verschillende scholen gaan in debat over stellingen die te maken hebben met naastenliefde, pesten en discriminatie. Museumvereniging.nl


8 Uit de praktijk

Diversiteit en inclusie

Wij willen er zijn voor iedereen Wat kun je als culturele instelling doen om inclusiever te werken en je bereik te vergroten? Om er te zijn voor iedereen, ongeacht culturele of sociale achtergrond, mogelijke beperking, gender? Een actuele vraag nu de nieuwe Code Diversiteit & Inclusie is gelanceerd. Hoe pak jij het aan? Door Peter Zunneberg, tekening Bas van der Schot

Laat de doelgroep meedenken

‘A

ls Van Gogh Museum willen wij er zijn voor iedereen, ook voor alle Amsterdammers; we willen dat zo veel mogelijk mensen in de stad zich laten inspireren door Van Gogh. Maar uit onze eigen observaties bleek dat we van de groep tussen 18 en 30 jaar oud, zo’n 200.000 mensen, een deel niet bereikten, namelijk de groep van 70.000 jongeren met een bi-culturele achtergrond. Daar zijn we met het project Van Gogh verbindt verandering in gaan brengen. ‘Leren over Eigenlijk is het de struggles een onderzoeksvan Van Gogh’ programma. We onderzoeken hoe we die groep kunnen bereiken en hoe we hen aan ons kunnen binden. Daarvoor werken we onder andere samen met Erasmus Impact Centre, dat allerlei manieren heeft om de impact te meten van ons aanbod op het publiek.

Een van de dingen die het museum doet om jongvolwassenen te bereiken is Vincent op Vrijdag, een avondprogramma met jonge creatieve makers en initiatieven uit Amsterdam. Het doel is om vooral laagdrempelig te zijn, zodat jongeren zich thuis voelen. Vorig jaar hadden we hier

FOTO TOMEK DERSU AARON

de tentoonstelling Gauguin en Laval op Martinique. Daaromheen, in Verkeerd Verbonden, hebben we events georganiseerd, met vraagstukken als taal, kolonialisme en identiteit. Dat was iets nieuws vanuit Van Gogh verbindt. Meer structureel zijn we een denktank begonnen met uitsluitend jongeren met een bi-culturele achtergrond. Zij denken mee over educatie én over hoe je buiten het museum jongeren kunt bereiken. Leren over de struggles van Van Gogh, de omgang met zijn broer, het autodidact zijn. Dat zijn ook thema’s in het leven van onze doelgroep. De denktank beslist ook mee over de programmering van events, over marketing, over hospitality. Zo wordt het ook iets van henzelf en beklijft het beter. Je moet bij zo’n project iemand hebben die de kar trekt en toevallig ken ik heel veel mensen. Maar het moet ook doorgaan als straks het project is afgelopen en ik vertrokken ben.’

Martin van Engel is programmamanager bij het Van Gogh Museum

Waarom programmeren ze niet diverser?

‘W

ij verzorgen theater- en dansvoorstellingen waarin het cultureel erfgoed van Afrika centraal staat. Een groter publiek kent ons misschien van de Black History Month die wij jaarlijks organiseren. De diversiteit die wij wel kennen in de mensen met wie we werken, zien we nog te weinig terug in het publiek dat onze voorstellingen bezoekt. Het komt geregeld voor dat ik op festivals wordt aangesproken, vooral door witte mensen, met de vraag ‘Waarom ‘Waarom zien zien we jullie niet?’. we jullie niet?’ Ze zijn enthousiast over wat we hebben laten zien, maar weten ons in het reguliere theater niet te vinden. Daarom hebben we voor de komende jaren een beleid uitgestippeld dat vooral inzet op verder professionaliseren. We willen daardoor aantrekkelijker worden, zodat een grotere groep mensen onze voorstellingen komt bezoeken. Daarnaast willen we op meer plaatsen te zien zijn; ook buiten de bekende cultuurhuizen, zoals het Bijlmer Parktheater. Voor komend jaar hebben we de intentie om voorstellingen te gaan doen in de vier grote steden. Nu is het niet zo moeilijk om

dat te willen, maar of het ook gaat lukken is afhankelijk van een gunfactor. We zijn afhankelijk van programmeurs. Als zij ons niet boeken, komen we nergens. Om meer bij hen in beeld te komen, hebben we iemand aangenomen die zich op freelancebasis bezig gaat houden met marketing. Verder willen nog meer samenwerken dan we al doen. We zijn bijvoorbeeld stagepartner voor de PACT+, school voor theater, muziek, dans en music production. We werken samen met de Openbare Bibliotheek Amsterdam en we hebben bijvoorbeeld een uitwisseling met ACE Dance and Music uit Birmingham. Maar we blijven zoeken naar nieuwe samenwerkingspartners. Het vergroot onze zichtbaarheid en ons netwerk, maar het maakt ook onze acteurs en dansers beter. Graag wil ik programmeurs uitdagen om bij ons te komen kijken. Uiteindelijk hebben ze zelf ook baat bij een divers publiek. Dus waarom niet wat diverser programmeren?’

Otmar Watson is directeur en artistiek leider van Untold


Cultuurkrant NL 9

Samenwerken en vooral veel publiciteit

‘D

ertien jaar geleden ben ik begonnen met United by Music. Geïnspireerd door een Amerikaanse vriendin wilde ik iets doen voor mensen met een beperking. Voor hen is het vinden van werk vaak zeer problematisch en dat geldt eigenlijk ook voor relaties. Via de muziek kunnen ze uit hun isolement komen. Zelf ben ik helemaal niet muzikaal. Wel houd ik erg van blues, de muzieksoort die in het zuiden van de VS is ‘Talenten op een ontstaan bij of andere manier het werk op inpassen’ de plantages. Via allerlei gesprekken ben ik er in geslaagd om hier in Sliedrecht een band op te zetten. Maar dat was nog maar het begin. Het regelen van concerten viel nog niet mee, mensen denken bij muziek van mensen met een beperking snel aan de Josti-band. Niets ten nadele van de Jostiband, ik vind dat zij heel goed werk doen, maar ik wilde iets anders. Gewoon goede bluesmuziek maken. Het allerbelangrijkst om ons bereik te vergroten is publiciteit, zoveel mogelijk. Jarenlang heb ik gedroomd van een

minuutje bij De Wereld Draait Door. We zijn er dichtbij geweest, maar ik weet nu dat dat niet gaat lukken. Het gaat allemaal heel gestaag. In Sliedrecht hebben we inmiddels een derde band. Onze muzikanten komen uit het hele land. Hier in Sliedrecht speelt een pianist uit Ommen en een mondharmonicaspeler uit Zaanstad. De drummer uit Weert hoeft niet meer te reizen, daar zijn we pas met een vierde band gestart. Geregeld houden we ook audities. Daar komen mensen op af die via familie of vrienden van ons gehoord hebben. Wij kijken of we talenten op een of andere manier kunnen inpassen, maar we geven ook advies hoe ze zich muzikaal verder kunnen ontwikkelen.

Ook over de grens is United by Music actief, met bands in Roemenië, het noordwesten van de Verenigde Staten en Noorwegen. Ik probeer ook andere dingen van de grond te krijgen. Zo is er een uitwisseling met de Special Olympics in Zuid-Korea.’

Joris van Wijngaarden is oprichter en voorzitter van United by Music

Je hebt een divers team nodig

‘W

FOTO MICHIEL VAN NIEUWKERK

ij zijn een presentatiecentrum voor actuele kunst. We maken tentoonstellingen, geven opdrachten, verzorgen een educatieprogramma, doen aan kunstuitleen en geregeld hebben we een artist in residence. We bestaan al bijna 32 jaar en laten ons inspireren door onze omgeving. Die is vooral Afro-Caribisch, maar de dingen die we opleveren zijn wel stadsbreed. In ons werk willen we zoveel mogelijk aansluiten bij de ‘Durf te bevragen belevingswat je goed doet’ wereld van ons publiek. Daarvoor zijn we ons heel bewust van onze omgeving, het kunstdomein en de -instellingen, maar ook van de sociale kaart, het onderwijs, de zorginstellingen, woningbouw, we zijn goed op de hoogte van allerlei grassroots-activiteiten. Ons publiek wordt gekenmerkt door een grote diversiteit en interculturele veelkleurigheid. Om goed voor hen te kunnen programmeren is het van belang dat je hen begrijpt. Dat heeft bijvoorbeeld consequenties voor de samenstelling van ons team. Om een divers publiek te bedienen heb

je een divers team nodig. Nu werken wij eigenlijk al ruim dertig jaar op eenzelfde manier. Ik zeg ook wel eens dat wij niet veranderd zijn, maar dat de wereld om ons heen veranderd is. Om inclusief en divers te werken is allereerst bewustwording noodzakelijk. Jezelf als directeur of programmeur durven bevragen wat je goed doet en wat niet en wat er nodig is om een breder publiek te bereiken. Verbind je met je publiek, niet alleen in de programmering, maar ook in je personeel en in je partnerships. Laat zien dat je als instelling een dwarsdoorsnede bent van het publiek waarvoor je werkt. Hier levert dat verhalen op over kleur, maar in Oost-Groningen gaat het over het veensteken, met keihard werken en bittere armoe. Uiteindelijk werkt het volgens mij het best als je als instelling je identiteit laat bepalen door je publiek.’

Annet Zondervan is directeur van het Centrum Beeldende Kunst Amsterdam Zuidoost

Meer info over de nieuwe Code Diversiteit & Inclusie: codedi.nl


10 Muziekeducatie in Los Angeles Interview • Elsje Kibler-Vermaas

‘Muziek is niet iets van ver weg op die berg’ Als Vice President of Learning bemachtigde de Nederlandse Elsje Kibler-Vermaas een plek aan de ‘grotemensentafel’ van het prominente Los Angeles Philharmonic. “Wij zitten als educatieafdeling niet ergens zes hoog achter weggestopt, maar hebben een beslissende rol in de organisatie.” Door Anouk Witte

H

et is 2002 als Elsje Kibler-Vermaas haar Amerikaanse man - een contrabassist die ze tijdens haar studietijd op het Conservatorium in Utrecht leerde kennen - achterna reist naar de VS. In 2006 gaat zij aan slag op de educatieafdeling van de Los Angeles Philharmonic, kortweg LA Phil, die toen nog een vrij traditionele educatieve programmering voor scholen had. Er wachtte direct een belangrijke opdracht. Kibler-Vermaas: “Als je in LA om je heen kijkt, zie je hoe divers de stad is. Volgens de statistieken worden we binnen een aantal jaren een majority-minority area: de meerderheid behoort dan tot een minderheid. We zagen kans om als orkest in de naschoolse muziekeducatie aan het werk te gaan, en dan vooral in regio’s waar veel immigrantenfamilies wonen en jongeren op of net onder de armoedegrens leven. Zij hebben na school weinig te doen.”

Wat hoopten jullie daar te bereiken?

“Ons doel was zeker niet om allemaal klassieke muzikantjes te kweken. Maar er

EEN KWART VAN DE DEELNEMERS AAN YOLA GAAT NAAR HET CONSERVATORIUM.

het vertrouwen van de jongeren. Bij ons leren ze meer dan alleen muziek maken. We helpen ook met huiswerk en leadership support: daarbij leren ze wie zij zijn, wat hun doelen zijn en wat ze kunnen betekenen voor hun eigen buurt. Dat is een heel belangrijk onderdeel van het programma.” Belangrijker dan daadwerkelijk samen muziek maken?

is daar helemaal niets geregeld op het gebied van muziekeducatie. Dat was het eerste wat Gustavo Dudamel wilde aanpakken toen hij in 2009 dirigent bij ons werd. Hij komt uit Venezuela, is opgegroeid met het muziekeducatieprogramma El Sistema en wilde met ons orkest iets voor jongeren betekenen.”

Het eerste project ging van start in South LA, waar tachtig acht- tot achttienjarigen samen een jeugdorkest vormden. Het Youth Orchestra Los Angeles, kortweg YOLA, was een feit. De deelnemers komen vijf dagen in de week na school bij elkaar in een buurtcentrum om samen muziek te maken, een instrument wordt gratis ter beschikking gesteld. Kibler-Vermaas: “Het is heel belangrijk dat de kinderen er zelf naartoe kunnen lopen. Het moet onderdeel worden van hun eigen bestaan, niet iets wat gebeurt daar ver op die berg in dat mooie gebouw. We zochten direct de samenwerking op met mensen die al dingen voor de buurt organiseerden. Zij kennen de buurt goed en hebben ook al

“Nou, juist door samen te spelen leer je heel veel. Alles leren de jongeren in ensemble. Dat is heel anders dan hoe ik piano heb leren spelen op de muziekschool. Ze leren meteen samenwerken, voor elkaar te zorgen en naar elkaar te luisteren. Samenspelen levert veel

Voor mij is dit de ultieme plek

positiviteit op. En dat heeft weer een positieve uitwerking op de buurt.”

Zitten de jongeren in de buurten waar het YOLA-programma draait wel te wachten op klassieke muziek?

“Daar waren we in het begin wel een beetje naïef in. We dachten, klassieke muziek, dat is toch hartstikke mooi? Op een gegeven moment moesten we onszelf wel de vraag stellen waarom klassieke muziek nou belangrijk zou zijn voor jongeren uit Mexico of Guatemala. Zij gaven zelf het antwoord: het gaat om het maken van de muziek en wat je met een instrument kan doen. De latin music waar ze mee zijn opgegroeid, blijft een onderdeel van wie ze zijn en dat hoeft niet aan de kant gezet te worden.” Ruim tien jaar na de start van YOLA lopen er vier verschillende programma’s met in totaal 1300 studenten. De financiële investering komt van LA Phil zelf en van particulieren en fondsen die het programma interessant vinden. Kibler-Vermaas: “Ik ben nu een paar dagen in Nederland en ik hoor hier veel dat educatieve afdelingen werken vanuit een opdracht van de overheid of aansluiten bij de doelen van een fonds. Zo werkt het bij ons niet. We krijgen vanuit de overheid geen subsidie of richtlijnen voor wat we moeten doen. Dat geeft ons meer vrijheid.” Een kwart van de deelnemers aan YOLA gaat naar het conservatorium. Is dat een doel van het programma?


Cultuurkrant NL 11 Geld

FOTO FILMHUB GELDERLAND, BIANCA VAN WULFEN

Helpt dit geld de filmeducatie echt vooruit?

FOTO LOS ANGELES PHILHARMONIC

“Nee, en daar was het ook niet op ingericht. In de buurten waar wij werken maakt de helft de middelbare school af en de helft dáárvan gaat studeren. De jongeren die bij ons komen en verder willen leren, zijn vaak de eerste in de familie die gaan studeren. We hadden er niet over nagedacht dat jongeren naar het conservatorium zouden willen. Maar tuurlijk, als je vijf dagen per week komt en heel goed wordt… We hebben er een programma bij opgesteld om hen te begeleiden. Als je opgroeit in South LA en voor het conservatorium auditie moet doen en de andere jongeren hebben al 15 jaar muziekles van een heel goede docent en ouders die precies weten hoe je op het conservatorium terechtkomt, dan hebben wij ineens een andere rol. Zij doen het werk, maar wij kunnen er wel voor zorgen dat ze op hetzelfde niveau binnenkomen.” De afgelopen jaren heeft educatie een prominente plek gekregen in LA Phil, vooral door het YOLA-programma. Kibler-Vermaas: “Educatie is onderdeel geworden van wie wij zijn. Ik ben er trots op dat ik als Vice President of Learning nu echt aan de grotemensentafel mag zitten. Voor mij is dit de ultieme plek. Ik vind het soms wel grappig om te bedenken dat ik uit Nederland kom, hier muziek heb gestudeerd en nu zo’n rol heb bij een groot Amerikaans orkest. Educatieve programma’s creëren kun je alleen samen met de stad, zeker in een stad als LA. De toekomst van klassieke muziek zit echt in de jongeren. Het zijn niet alleen future leaders, maar hebben nú al zeggenschap.”

Elsje Kibler Vermaas was in november in Nederland voor het Kindercultuur Congres van Dutch Culture, de organisatie voor internationale samenwerking in de culturele sector. Dutchculture.nl.

Filmeducatie heeft nog lang geen structurele plek veroverd in het onderwijs, zoals muziekeducatie dat wel heeft. Gaat een pilot van bijna 6,5 ton voor twee filmeducatiehubs in de regio’s Den Haag en Nijmegen de boost geven die nodig is om filmeducatie tot bloei te brengen? Door Fenna van Hout en Anouk Witte

S

cholen maken weinig tijd en ruimte voor filmeducatie in het curriculum, terwijl mensen dagelijks gemiddeld acht uur worden blootgesteld aan media en bewegend beeld. Reden voor de Raad voor Cultuur om in het recente advies (2018) over de audiovisuele sector het belang van beeld- en filmeducatie voor leerlingen in het primair- en voortgezet onderwijs te benadrukken. De Raad trekt zelfs een vergelijking met de basisvaardigheden lezen en schrijven. Scholen De geringe aandacht komt, zien door volgens de Raad, de bomen doordat het aanhet bos bod van beelden filmeducatie niet meer erg versnipperd is; scholen zien door de bomen het bos niet meer. Er is een landelijk instituut (EYE) voor film, maar er zijn regionaal grote verschillen. Een lokaal dekkend netwerk ontbreekt. Investeren in regionale filmhubs knooppunten waar kennis, netwerken en filmeducatie-aanbod samenkomen ziet de Raad als sleutel tot succes.

Aanbod zichtbaar maken

En zo geschiedde. In 2018 investeerde de minister in filmeducatie. Het Nederlands Filmfonds opende een subsidieregeling ter hoogte van 640.000 euro voor een pilot door twee regionale filmeducatiehubs; dit voorjaar werden Arthouse LUX in Nijmegen en Filmhuis Den Haag daartoe aangewezen, onder de namen

FilmHUB Gelderland en Beeldung. Filmeducatie krijgt daar de komende tijd een boost. Niet door nieuwe activiteiten te ontwikkelen, want filmeducatie-aanbod is er genoeg, maar door bestaand aanbod beter zichtbaar te maken.

Scholen bereiken

Met dat extra geld spelen de twee filmhuizen in op de behoefte van het onderwijs en ondersteunen ze regionale aanbieders. Dat moet ertoe leiden dat kennis en ‘kunde’, zoals vakdocenten, materialen en aanbod uit netwerken de scholen beter bereikt. En dat is nodig, want volgens FilmHUB Gelderland heerst op scholen angst voor omgang met filmtechniek. Beeldung wil bestaande succesvolle educatieprogramma’s van filmaanbieders in Zuid-Holland, die nu vooral de grote steden bedienen, ook beschikbaar stellen voor leerlingen daarbuiten. Juist op plekken waar een cultureel uitje lastiger is, is film- en beeld­educatie in de klas een uitkomst.

Eerste aanzet

Deze lokale pilot loopt tot eind 2020. Heeft filmeducatie tegen die tijd een meer structurele plek in het onderwijs? Nee, waarschijnlijk niet; bij de muziek­ educatie duurde dat zeker tien jaar. Ingezet door het Rijk met (tijdelijke) regelingen en uiteindelijk succesvol omdat het op lokaal en regionaal niveau werd opgepikt. Deze 6,5 ton kun je daarom beter zien als een eerste aanzet. Laten we hopen dat gemeenten en provincies scholen blijven ondersteunen om dit tot een succes te maken.


12 Kunst en observatievaardigheden Interview • Amy Herman

Zij leert artsen en FBI-agenten oplettend kijken W

De Amerikaanse advocate en kunsthistorica Amy Herman is ervan overtuigd dat beeldende kunst en fotografie uitgelezen middelen zijn om alert te leren kijken. Ze geeft workshops aan studenten geneeskunde en aan de geheime dienst.

ie een Skypeafspraak met Amy Herman maakt, moet even puzzelen vanwege het flinke tijdsverschil met New York. Ik spreek de advocate en kunsthistorica dan ook aan het einde van mijn werkdag, als zij haar lunchpauze opoffert voor een gesprek waarin ze met overgave weet te overtuigen van de kracht van goed kijken – haar speerpunt, dat ze in workshops voor uiteenlopende doelgroepen overbrengt. Met haar training ‘The Art of Perception’ oogstte ze inmiddels lof onder studenten geneeskunde,

Door Anne van den Dool

Interview • Will Veraa

Bij het woord cultuur denken leerlingen aan musea, merkt muzieken CKV-docent Will Veraa. Niet aan de muziek waar ze iedere dag naar luisteren of de films die ze zien. Als docent moet je ze de waarde van cultuur leren zien. Door Huub Braam

W

agenten van de FBI en officieren van justitie – allemaal groepen voor wie oplettendheid van essentieel belang is. Waarom kunst het uitgelezen middel is om die oplettendheid te bewerkstelligen, legt Herman maar al te graag uit. Zoals ze ook in haar boek De kunst van het observeren – een uiteenzetting van lessen die ze mensen tijdens haar trainingen leert – laat zien, bevat ieder kunstwerk een ongelooflijke hoeveelheid informatie. Die informatie is bovendien voor een belangrijk deel traceerbaar: we kunnen onderzoeken wie het kunstwerk maakte en waar, wanneer

Meneer, ik doe nooit

ill Veraa is drie dagen in de week muziek- en ckv docent in de bovenbouw van het Udens College. Daarnaast dirigeert hij verschillende orkesten. Het interview vindt plaats in de recent vernieuwde muzieklokalen met veel instrumenten en twee prachtige geluidsdichte muziekstudio’s. “Dit zijn prachtige studio’s maar om vijf uur gaat het slot erop en dan gebeurt er niks mee, dat is jammer. En dan staat het hier gewoon te wachten tot morgenochtend. De muziekschool zou er gebruik van kunnen maken maar dat blijkt organisatorisch moeilijk. Heel zonde, een gemiste kans.” Sluiten jullie op school aan bij de basis die leerlingen al op de basisschool hebben

meegekregen wat betreft muziek?

“Nee. Als het puur over muziekonderwijs gaat, in de bovenbouw, heb ik het idee dat we op niveau nul beginnen. Dat geldt zeker niet voor alle leerlingen, maar de verschillen tussen basisscholen in de omgeving zijn groot. Sommige leerlingen hebben van alles gedaan, anderen eigenlijk niks. Of dat de laatste jaren beter is geworden door alle aandacht voor muziekonderwijs? Dat zie ik nog niet terug en de leerlingen zien dat zelf ook zeker niet.” En als je kijkt naar culturele bagage in het algemeen?

“Leerlingen lijken zich niet erg bewust te zijn van wat ze al doen, wat ze al weten en wat ze gezien hebben op het terrein van kunst en cultuur. Hier op school alleen al

spelen ze toneel, lezen poëzie, bezoeken musea, gaan naar filmfestivals en doen volop mee aan andere culturele activiteiten. Maar dat zien ze zelf niet als cultuur. Heel duidelijk wordt dat tijdens CKV. Daarbij starten de leerlingen met het maken van een Cultureel Zelfportret. Dan vraag ik: beschrijf eens wat je al allemaal hebt gedaan op het gebied van cultuur. Als je ze daar niet in helpt dan weten ze niets. Dan reageren ze vaak met: ‘Meneer ik doe nooit niets aan cultuur’. Ik moet dan doorvragen. Dus je gaat nooit naar de film, je luistert niet naar muziek, gaat niet naar festivals, bent nooit in een museum geweest? “Bij het woord cultuur denken ze aan schilderijen in een museum. Misschien nog aan theater en muziek, maar dan is


Cultuurkrant NL 13

Sta ook altijd stil bij alles wat je niet ziet

FOTO FLICKR/ALIAS 0591

en waarom hij dat deed. Bovendien loopt kunst niet weg: zij geeft ons de kans rustig en nauwkeurig bekeken te worden, in tegenstelling tot een wegvluchtende dief of een panikerende patiënt.

hetzelfde kunstwerk keken. Ik dacht: deze vaardigheid van goed kijken is ook ontzettend belangrijk voor andere sectoren, zoals dokters. Ik besloot daarom medische studenten mee te nemen naar het museum. Na een paar jaar volgden ook agenten van de FBI, New York Police Department en Homeland Security.’ Herman kijkt altijd. ‘Ik kan het niet uitzetten,’ geeft ze toe. ‘Kijken naar kunst is als het lezen van een goed boek: je zoekt naar betekenis in wat je ziet of leest. Ik zou graag willen dat ik zelf ook kunst kon maken, maar dat lukt me jammer genoeg niet. Vrienden noemen me creatief, maar daar kan ik me niet in vinden: ik maak tenslotte niets. Bij het kijken ben ik met dat creatieproces ook nauwelijks bezig; ik kijk vooral naar het eindresultaat.’ U richt zich in uw trainingen niet op de makkelijkste doelgroepen.

‘Dat klopt. Als die agenten of officieren Schelpjes binnenkomen, zie ik in hun ogen wat ze Dat nauwkeurige kijken begon voor haardenken: moet ik echt naar deze dame zelf al in haar kindertijd, vertelt Herman. luisteren terwijl ze praat over kunst? Dat ‘Als kind wist ik niet beter. Als ik op het misverstand help ik snel uit de wereld: we strand liep, zag ik alle schelpjes. Later gaan het niet over kunst hebben, we gaan begon ik in te zien dat niet iedereen zo kunst gebruiken om beter te leren kijken. kijkt: ik werkte bij de Frick Collection in Daarbij gebruik ik voornamelijk schildeNew York en merkte dat mijn collega’s en ik rijen, beeldhouwkunst en fotografie. Die steeds iets anders zagen wanneer we naar laatste vorm is het meest toegankelijk, en

kan me helpen ook de meest sceptische luisteraars voor me te winnen. Verder gebruik ik kunst uit alle tijden om verschillende manieren van kijken te activeren.” Herman is vaak erg tevreden over de leercurve van haar pupillen: ‘Ze pakken het snel op. Omdat ze iets anders doen dan normaal, leren ze ook anders kijken dan normaal.” Aan het einde van de training is iedereen overtuigd. ‘Ze noemen aspecten van hun werk die ze anders gaan doen. Toen ik directeuren van internationale bedrijven liet zien hoe iedereen kunst verschillend interpreteert, realiseerden ze zich dat ze vaker moesten stilstaan bij oplossingen die anderen aandroegen. Ze werden zich bewust van de toegevoegde waarde van het feit dat iedereen in de wereld anders kijkt.”

Herman heeft nog wel een aantal groepen in gedachten voor wie haar training in haar ogen nuttig zou kunnen zijn. “Ik breng een groot deel van mijn tijd door in de lucht, en zie dus regelmatig hoe stewards en stewardessen zich met tientallen zaken tegelijk moeten bezighouden: ze bewaken de veiligheid en zijn tegelijkertijd bezig de inzittenden te bedienen. Het trainen van hun observatievermogen zou hen tot nog beter personeel maken. Daarnaast vinden in de VS vandaag de dag veel aanslagen plaats. De emergency response workers die als eersten op de plek van het delict aankomen, hebben enorm veel indrukken te verwerken. Hun observaties en communicatievaardigheden zijn van enorm belang voor het redden van mensenlevens.”

Welke lessen geeft u uw leerlingen mee?

“Ten eerste: luister twee keer zoveel als je praat. We zijn de hele dag bezig met zenden, ook via onze telefoons. En dat terwijl je zoveel kunt leren door te zwijgen. Ten tweede: bedenk, net als die directeuren, dat je de wereld op allerlei verschillende manieren kunt bekijken. Ten derde: sta ook altijd stil bij alles wat je niet ziet. Die zaken zijn minstens net zo betekenisvol. Wat valt er buiten beeld? En tot slot: neem altijd zoveel mogelijk informatie in je op. Je weet maar nooit waar je die op een later moment voor kunt gebruiken.” Hoe zorgen we ervoor dat we zo scherp blijven en tegelijkertijd niet overprikkeld raken?

Amy Herman: “Als ik op het strand liep, zag ik alle schelpjes.’’

“Kijk ook naar het grotere geheel. Geef je ogen rust door naar de context te kijken. Als goede observator moet je goed zijn in beide. Dat zeg ik ook tegen ceo’s: kijk niet alleen naar jezelf en naar de beslissingen die jij moet nemen, maar ook naar de rest van het bedrijf.”

iets aan cultuur Alle vakken op school zijn culturele vakken FOTO MARCO DIRVEN

het niet de muziek die zij luisteren. Als je ze hierbij helpt, dan lukt het uiteindelijk wel. Tijdens CKV bouwen de leerlingen een portfolio op, dan werken ze hier bewust aan. Dit vak sluiten ze af met een reflectie op het geleerde. Dat loopt heel goed en levert mooie resultaten. Maar het voelt nog wel als een losstaand vak terwijl het meer een afsluitend ding zou moeten zijn van wat daarvoor zit. Maar voor de leerlingen is het: Dat moeten we gewoon effe aftikken en dan is dat afgerond.” En hoe zou jij willen dat ze het ervaren?

“CKV is niet een vak, maar iets wat je altijd heel je leven doet. Maar hoe laat je dat zien? Je zou een soort portfolio willen bouwen. Zoals we dat nu doen tijdens CKV maar dan over de schooltijd heen. Inclusief

de boeken die ze lezen voor de lijst. We willen naar een dossier dat je eigenlijk al in de brugklas zou kunnen beginnen. Een cultureel dossier. En dan zonder dat het topzwaar wordt. “Het gaat niet alleen om culturele bewustwording bij de leerlingen, maar ook bij docenten. Belangrijk is: alle vakken op school zijn culturele vakken. Cultuur is geen eilandje, maar heel vanzelfsprekend in alles wat je doet. Ik heb wel eens bedacht om een bord op te hangen in de kantine waarop ze kunnen aangeven wat ze in hun les doen aan cultuur. Als je de waarde ziet en je gaat het benoemen, dan komt de rest vanzelf.”


14 Onderzoek Achter de cijfers

Krijg je nog betaald in de culturele sector? In de culturele sector neemt het aantal vrijwilligers in rap tempo toe. Musea, de podiumkunsten, de bibliotheken… Ze zijn ervan afhankelijk en beginnen qua businessmodel steeds meer te lijken op de amateurkunstverenigingen. Moeten we dit willen? Arno Neele kijkt achter de cijfers.

De amateurkunst wordt steeds kwetsbaarder

Nu op lkca.nl Nieuwe website

Het LKCA lanceert begin 2020 een nieuwe website. Daarmee stellen we je in staat om snel de laatste ontwikkelingen, inspiratie, collectieve kennis, actuele en relevante inzichten te vinden en hiermee aan de slag te gaan. Ook kom je via de website snel in contact met onze medewerkers en collega’s uit het veld.

Nu op Cultureel Kapitaal.nl Henk Visscher

Eigenwijze docenten zijn de ware onderwijsvernieuwers.

Xanne Mensinga

Hoe werken kunstenaars en professionals uit zorg en welzijn zo goed mogelijk samen?

BRON: BOEKMAN

R

ecent prees de minister van OCW de grote groep culturele vrijwilligers als een van de belangrijkste dragers van het toegankelijk houden van de cultuur in Nederland. Dat was op een bijeenkomst van de koorsector en voor een publiek van amateurkunstenaars. Maar zal ze beseft hebben hoe accuraat haar uitspraak is, ook voor de gesubsidieerde professionele kunstsector? Uit meerdere onderzoeken blijkt namelijk dat het aantal vrijwilligers in de culturele sector de laatste jaren in rap tempo toeneemt. Zo laten onderzoeken van het CBS, SCP en Boekman zien dat het aantal vrijwilligers in de professionele podiumkunsten en in de musea tussen 2005 en 2017 verdubbelde. Bij de bibliotheken lijkt de toename nog spectaculairder. Daar is sprake van meer dan een verdubbeling sinds 2011. Het gevolg is dat bij de professionele podia ongeveer net zoveel vrijwilligers werken als betaalde krachten. En in musea en bibliotheken zijn zelfs meer vrijwilligers actief dan bezoldigd personeel. In totaal gaat het inmiddels om bijna 60.000 vrijwilligers, en dat is nog exclusief de kleine podia en musea die vrijwel geheel en al op vrijwilligers draaien.

Liefdewerk

Is hier sprake van ‘verdringing’: verrichten vrijwilligers het werk dat voorheen werd gedaan door betaalde krachten? Daar durven de onderzoeken geen harde uitspraken over te doen. Wel is duidelijk dat het aantal betaalde krachten bij professionele podia en bibliotheken aanzienlijk is gedaald sinds 2005. Alleen in musea is

het bezoldigd personeel toegenomen, alhoewel in mindere mate dan het aantal vrijwilligers. Wel is het zo dat in musea en bij podia het personeel in loondienst nog steeds meer uren werkt dan de vrijwilligers. Dit geldt overigens niet voor de grote groep van kleine musea en podia. Kortom, de inzet van vrijwilligers is de laatste vijftien jaar een belangrijk onderdeel geworden van het businessmodel van de culturele sector. En daarmee gaan de gesubsidieerde professionele kunstinstellingen qua organisatie steeds meer lijken op dat deel van de sector dat we van oudsher amateurkunst noemen. Want de amateurkunstvereniging draait bijna geheel en al op vrijwilligers. Bestuurswerk, het organiseren van optredens, het draaien van bardiensten, het schoonmaken van het verenigingsgebouw: allemaal liefdewerk oud papier. Op basis van cijfers van CBS en LKCA gaat het om 700.000 à 800.000 Nederlanders. Alleen de artistiek begeleiders, zoals dirigenten en regisseurs, en de aan de vereniging verbonden docenten worden voor hun diensten betaald. Overigens verrichten deze begeleiders en docenten in een bepaalde mate ook vrijwilligerswerk, want hun vergoeding doet vaak geen recht aan de uren die ze daadwerkelijk besteden aan hun werk voor de vereniging.

vrijwilligerswerk doet de laatste jaren redelijk stabiel is gebleven. Rond 9 procent van de Nederlandse bevolking, oftewel zo’n 1,3 miljoen Nederlanders. De concurrentie om de beste vrijwilligers wordt dus groter. Overigens doet de participatiesamenleving ook voor niet-culturele taken in toenemende mate een beroep op de vrijwillige inzet van de Nederlander. Denk aan mantelzorg. Logisch dus dat uit de VerenigingsMonitor van het LKCA blijkt dat verenigingen steeds meer moeite hebben om voldoende en geschikte vrijwilligers te vinden, met name daar waar het gaat om bestuurswerk. Met als gevolg dat de organisatiekracht van de amateurkunst kwetsbaarder wordt. Als professionals in de sectoren cultuureducatie en cultuurparticipatie zien we graag dat de harde scheidslijn tussen amateurkunst en de professionele kunstinstellingen wordt opgeheven. Maar of dit nu de weg is om ze dichter bij elkaar te brengen… ER IS ALTIJD IETS TE DOEN. RICHTING EEN GEZONDE BALANS TUSSEN BETAALD EN ONBETAALD WERK. (BROM & VAN HAEREN, 2019, BOEKMAN) • HET CULTURELE LEVEN: 10 CULTURELE DOMEINEN BEZIEN VANUIT 14 KERNTHEMA’S. (VAN DEN BROEK & GIELES, 2018, SCP) • VERENIGINGEN VOOR KUNSTBEOEFENING IN CIJFERS. VERENIGINGSMONITOR 2018. (NEELE & ZERNITZ, LKCA)

Mantelzorg

Het wordt dus drukker op de culturele vrijwilligersmarkt nu ook gesubsidieerde organisaties voor professionele kunst steeds vaker op zoek zijn naar vrijwilligers. Want SCP-cijfers laten zien dat het aandeel Nederlanders dat cultureel

Arno Neele is onderzoeker bij het LKCA

Karin Boelhouwer

De pijn van het flexibel zijn.

Fien Kester

Hoe overbrug je de afstand tussen mbo-leerlingen en het museum?

Merlijn Twaalfhoven

Oproep aan de cultuursector: zet je verbeeldingskracht (ook) in voor grote maatschappelijke vraagstukken.

Steven Scheer

Muzikaliseer je les! Ook als je als docent een vak als biologie geeft, of wiskunde.

Drosoula Tsangaratou Ga je als docent vakoverstijgend werken? Gebruik improvisatietechnieken.


Cultuurkrant NL 15 Interview • Gabriela Acosta Camacho

‘Iedereen is anders, profiteer ervan’ De huidige samenleving vraagt om veranderingen van het curriculum, ook op de hbo-opleidingen tot kunstvakdocent. Wat is er nodig om de lessen inclusiever en diverser te maken? Gabriela Acosta Camacho onderzocht het en nam daarbij de opleiding Theaterdocent van de AHK onder de loep. Door Francine van der Wiel

D

e 29-jarige Gabriela Acosta Camacho deed voor haar master kunsteducatie aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten onderzoek naar manieren om het curriculum van de kunstvakdocentenopleidingen, in makelaarstermen, ‘aan te passen aan de eisen van deze tijd’. Want voor een inclusiever, diverser curriculum is een verandering van perspectief nodig, aldus Camacho. Mede voor het onderzoek Curriculum in multiperspectief ontving zij eind september de ECHO Award 2019, een prijs voor excellente studenten met een niet-westerse achtergrond in het hoger onderwijs. Ook het project Insight Out dat zij, eveneens met collega-student Carmen Lamptey, met jonge gedetineerden deed in de Justitiële Jeugdinrichting Teylingereind was aanleiding voor de prijs.

Spinnenweb

Als uitgangspunt voor hun onderzoek namen Acosta Camacho en Lamptey het curriculaire ‘spinnenweb’ van Van den Akker. Door middel van literatuuronderzoek en diepte-interviews met de professionals van de AHK en andere experts in het interculturele werkveld (Theater Babel Rotterdam, Mezrab Storytelling en WeThePeople) bouwden zij zo aan een visie waarin alle ‘draden’ – leerdoelen, -inhouden en -activiteiten, de rol van de docent, bronnen, toetsing en dergelijke – samenkomen. Acosta Camacho: “Uit de interviews kwam men vaak uit op de constatering dat het erg afhankelijk is van degene die voor de klas staat. Maar ja, als die niet uit zichzelf oog heeft voor inclusiviteit en diversiteit kun je niet zeggen: je bent nu ontslagen. Je moet dus werken aan verandering van die mindset.” Bij de opleiding theaterdocent aan de AHK was al een vernieuwingstraject ingezet. Daar deden Acosta en Lamptey hun case studie. Heel praktisch, op de vloer,

zijn ze naar alle aspecten van het spinnenweb gaan kijken.

Wat zijn de belangrijkste uitkomsten en aanbevelingen van jullie onderzoek?

“In een curriculum dat voornamelijk bestaat uit westers, historisch materiaal zou meer ruimte moeten komen voor actueel aanbod van niet-westerse auteurs van verschillende seksen en leeftijden. Daarnaast moet de student centraler worden gesteld. Nu is de norm van de opleiding richtinggevend. Wij zeggen: gebruik de input en verhalen die vanuit de student komen als je inclusief wilt zijn, en zoek daarbij naar universele thema’s. Profiteer van het feit dat iedereen anders is, en laat ze ook van elkaar leren, niet alleen van docenten. Daarnaast zou meer diversiteit in de beoordelingsinstrumenten goed zijn voor een inclusievere leeromgeving, beter dan een e-mailtje met je uitslag in elk geval. Uiteraard moet een en ander in balans zijn, het is niet óf óf.”

‘Er staan nu jonge schrijvers van kleur op de leeslijst’

Wordt er al iets met die aanbevelingen gedaan, worden ze ingepast in het curriculum van de AHK?

“Kleine dingen. De leeslijst voor de opleiding Theaterdocent is bijvoorbeeld aangepast. Er staan nu ook jonge schrijvers van kleur op, dus niet alleen de usual suspects. En nog andere, concrete voorstellen. Het is een klein zaadje. Bij de opleiding Theaterdocent was het veranderingstraject al ingezet. Naast hun eigen aanpassingen is een aantal van onze aanbevelingen opgenomen.” Jullie lesprogramma Insight Out is ontwikkeld voor Young in Prison, een organisatie die sport en artistieke projecten organiseert met jonge gedetineerden. Wat hebben jullie daar gedaan, wat leverde het op?

“We hebben één week in de Justitiële Jeugdinstelling Teylingereind met jongeren gewerkt aan een artistiek product.

Hoofddoel was lesmateriaal te ontwikkelen dat zelfontplooiing en gedragsverandering bevordert, en ondersteuning kan bieden bij de terugkeer in de samenleving. Met onze coaching en kunstenaars hebben zij een film gemaakt met als overkoepelend thema ‘vrijheid’. De jongeren, een mooie, diverse groep, hebben zelf de inhoud bepaald en het thema getransformeerd naar een vraag: vrijheid is keuzes maken, welke keuzes maak ik? Daarover zijn ze gaan reflecteren en schrijven. Die openheid en dat gevoel van mede-verantwoordelijkheid heeft voor iedereen goed uitgepakt. Wat de impact op langere termijn is, valt moeilijk te meten, want in verband met de privacy kun je ze niet na hun detentie blijven volgen, maar sommigen hebben zich gemeld bij Young in

Prison. Dat er contact is gebleven buiten de muren van de gevangenis, is een mooi begin.”

De ECHO Award bestaat uit een studiebeurs voor een Summer Course van zes weken op de Universiteit van Californië in Los Angeles. Wat ga je daar doen?

“Ik wil graat iets met Latin Studies doen. Ik ben zelf half Mexicaans, die roots wil ik graag verder onderzoeken. Daarnaast zoek ik iets met business-strategieën. Ik denk dat daar voor kunstinstellingen veel te leren valt, ook op het gebied van inclusiviteit. Ik heb bijvoorbeeld het idee dat grote bedrijven minder huiverig zijn dan kunstinstellingen om quota in te voeren. Geen ideale stap, maar als het niet uit het hart komt, dan maar zo.”


16 Colofon

Nieuwe publicaties

BETOVERING EN BETEKENIS

PIONIEREN IN HET MBO

DOORLOPENDE LEERLIJN KUNST & TECHNOLOGIE

HANDREIKING KRACHTIGE CULTUURKERNEN

H

C

oe kun je kunst & technologie implementeren in betekenisvol cultuuronderwijs binnen het primair en het voortgezet onderwijs? In deze publicatie vind je een doorlopende leerlijn kunst & technologie die werd ontwikkeld op verzoek van scholen in Brabant. Zij waren op zoek naar leerdoelen en gedragsindicatoren waarmee kunst & technologie een plek krijgt in het cultuuronderwijs.

H

TRENDRAPPORT THEATER-, DANS- EN

ultuureducatie in het mbo zit in de lift. In het themadeel van dit nummer geeft Kunstzone in nauwe samenwerking met CJP en LKCA een beeld van de opbrengsten van de programmaregeling van het Fonds21 Kunsteducatie voor mbo’ers. In de artikelen is aandacht voor onder meer pionierende culturele instellingen die passend aanbod voor mbo’ers hebben ontwikkeld, de discussie over de mbo-opleiding Artiest en het belang van structurele financiering en borging.

MUZIEKEDUCATIE 2019. TE BESTELLEN

(NOVEMBER 2019). LOSSE NUMMERS

en Krachtige Cultuur Kern (KCK) is een samenwerkingsverband van lokale culturele organisaties die huisvesting delen en gezamenlijk streven naar een grotere toegevoegde waarde voor bezoekers en deelnemers. Hoe zet je een KCK op? Hoe werk je samen met diverse partners? Deze handreiking is bedoeld voor beleidsmedewerkers bij gemeenten die een succesvolle KCK willen opzetten. De handreiking biedt ook nuttige informatie voor directeur-bestuurders van culturele organisaties die al aan een KCK meedoen.

(€20) OF GRATIS TE DOWNLOADEN

€10 VIA KUNSTZONE.NL.

CULTUURCONNECTIE, 80 P. DOWNLOAD

et trendrapport Betovering en betekenis laat zien wat podiumkunstinstellingen zoals orkesten, dans- en theatergezelschappen en productiehuizen aan educatie doen, waarom ze dat doen, en hoe. In 2012 verscheen het vorige trendrapport, voor het eerst is nu ook de muzieksector meegenomen. Onderzocht zijn thema’s als positionering en bekostiging van educatie, samenwerking, het bereiken van nieuwe doelgroepen en diversiteit. BETOVERING EN BETEKENIS :

VIA LKCA.NL.

PIONIEREN IN HET MBO. KUNSTZONE 6

AUTEURS M. GELSING , B. REMMITS, EEN UITGAVE VAN O.A. KUNSTLOC BRABANT, 15 P. DOWNLOAD VIA KUNSTLOCBRABANT.NL.

AUTEUR J. KOK E.A.. EEN UITGAVE VAN VIA CULTUURCONNECTIE.NL.

Agenda

17 januari 2020 Themadag Creativiteit in het curriculum

Tijdens de co-creatiedag Creativiteit in het Curriculum werken de deelnemers aan meer creativiteit in het curriculum. Wissel ervaringen uit en ga vooral zelf aan de slag. cviweb.nl

Neem nu kosteloos een abonnement op de Cultuurkrant NL en blijf op de hoogte van ontwikkelingen in je vakgebied. www.LKCA.nl/cultuurkrantnl ICAF 2020 komen kunstenaars uit onder meer Australië, Pakistan, China, India, Portugal en Marokko. icafrotterdam.com

25 - 29 maart 2020 International Community Arts Festival - ICAF 2020

Welke rol kan community art spelen in een wereld die razendsnel verandert? Hangt dat af van de plek waar je woont? In het oosten of het westen, in de stad of op het platteland. En hoe verhoudt community art zich tot de digitale wereld en online communities? Naar

Waarmee kunnen we je helpen?

Wil je weten…

waar je de cursus icc kunt volgen in jouw regio? waar je literatuur kunt vinden voor je onderzoek? hoeveel muziekscholen er in Nederland zijn? of CKV ook verplicht is in het speciaal voortgezet onderwijs? bij wie je in Gelderland terecht kunt voor advies over fondsenwerving? Of in Noord-Holland?

29 januari (PO) en 6 februari (VO) 2020 Meetup PO/VO en culturele veld

Tijdens meetups deelt een spreker zijn of haar expertise uit de praktijk in het onderwijs of het culturele veld. Als deelnemer wissel je ervaringen uit met collega’s en je gaat naar huis met een portie nieuwe ideeën waarmee je zo aan de slag kunt. mocca.amsterdam/agenda

E

Cultuurkrant NL is een uitgave van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA). De krant is voor professionals die werken voor cultuur op school of in de vrije tijd en verschijnt 4 keer per jaar. Postbus 452, 3500 AL Utrecht • www.lkca.nl • Tel.030 711 51 00 • cultuurkrantnl@lkca.nl Je kunt kosteloos een abonnement nemen op de Cultuurkrant NL via www.lkca.nl/cultuurkrantnl De opinies in deze krant geven niet noodzakelijkerwijs de mening of het beleid van het LKCA weer. Artikelen mogen alleen na toestemming van de redactie en de auteur worden overgenomen. Hoofd- en eindredactie Marianne Selie Basisontwerp & vormgeving Marinka Reuten Druk Flevodruk Harlingen Oplage 8000 En verder werkten mee Huub Braam, Anne van den Dool, Paulien Franken, Anita Hegeman, Fenna van Hout, Ronald Kox, Vera Meewis, Arno Neele, Sanne Scholten, Bas van der Schot, Miriam Schout, Josien Vogelaar, Francine van der Wiel, Anouk Witte, Peter Zunneberg en informatie­ specialisten LKCA

FOTO BERT NIENHUIS

2 april 2020 De Dag van 8

Leerlingen van groep 8 gaan sámen in gesprek met cultuurcoördinatoren, hun leraren en kunstvakdocenten voortgezet onderwijs. Zij staan op een kruispunt van leren: wat heeft acht jaar cultuuronderwijs hen gebracht? Wat betekent het nú voor ze; en hoe zien zij de toekomst van cultuureducatie in het voortgezet onderwijs? Er zijn workshops, voorstellingen, optredens en ontmoetingen. kunstlocbrabant.nl/dedagvan8

Of heb je een hele andere vraag? Tob niet langer, maar bel ons. Of mail ons. Daar zijn we voor. Voor jou. Samen met jou. 030-7115100 vraag@lkca.nl www.lkca.nl

voor professionals die werken voor cultuur op school of in de vrije tijd


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.