In 1932 bewerkstelligde Frans van Cauwelaert de vernederlandsing van het onderwijs en van de openbare besturen in Vlaanderen. Die triomf werd onmiddellijk bekroond met twee verkiezingsoverwinningen. Als minister tijdens de grote economische crisis initieerde hij een actief beleid voor de middenstand. Maar hij kwam in botsing met de minister van Financiën Gustaaf Sap, door zich ter wille van het Algemeen Christelijk Werknemersverbond (ACW) niet te houden aan de deflatiepolitiek en vooral door de manier waarop hij zijn eigen zakenbank trachtte te redden. In zijn oorlog tegen Sap sleurde hij de katholieke partij mee in zijn eigen val, zodat hij het succes van de antidemocratische partijen in 1936 versterkte.