Louise-Marie, Marie-Henriette, Elisabeth, Astrid, Fabiola, Paola…We kennen wellicht wel de namen van de Belgische koninginnen, maar weten we ook wie ze werkelijk zijn? Over de echtgenotes van de Belgische koningen zijn immers vooral vrome verhalen verteld waardoor die koninginnen buitengewone en soms zelfs sprookjesachtige proporties kregen toegemeten. De auteurs van dit boek prikken die mythes door. Koningin betekent in België gemalin van de koning. Over het statuut van koningin staat niets vermeld in de Belgische grondwet. Koninginnen worden verondersteld in de schaduw van de koning te leven en de voortzetting van de erfelijke monarchie te verzekeren. De twee eerste Belgische koninginnen leidden inderdaad een teruggetrokken bestaan, maar met koningin Elisabeth veranderde dat. Zij en de andere koninginnen van de twintigste eeuw traden meer op de voorgrond.