20
levenslang
MEDEBEWONERS EN GASTEN Er is een zekere hiërarchie in de gevangenis. Vanhamel, daar keek iedereen naar op. (Danny Vanhamel, medeontvoerder van Anthony De Clerck, kleinzoon van textielbaron Roger De Clerck, nvdr.) Hij was een van de grootste klootzakken die ik kende, maar hij was een zware jongen en dat vinden jonge gasten cool. Vanhamel was een typisch leidersfiguur. Zo heb je er meer, gedetineerden die van nature gezag uitstralen en imponeren. Zij hebben de touwtjes in handen. Als ze op de wandeling hun gevechtskunsten demonstreren, doet er met een een groepje stoere jongens mee. Bij opstanden steken zij het vuur aan de lont. De anderen volgen. Leidersfiguren trek ken zwakke figuren aan. Dit is zo in de gevangenis, maar ook in de buitenwereld. Alleen valt het hier sneller op. Sommige figuren liggen slecht in de groep. Vaak zie je dat ze in het gewone leven ook eenzaten waren. Dat zegt veel. Je ziet het in de omgang. In de gevangenis observeer je elkaar. Onderaan de ladder staan de pedofielen. Als je in Leuven Centraal ook maar één opmerking maakt tegen een pedofiel, kom je op rapport. Hier worden pedofielen in elkaar geslagen. Sommige cipiers, enkelingen, werken het in de hand. Het ge beurt dat ze een pedofiel verraden bij de gedetineerden en daarna achter het raam zitten te kijken hoe hij in elkaar ge slagen wordt. Ik doe daar niet aan mee. Wie ben ik om an dere mensen een steen te werpen? Als je medegedetineerden weten waarvoor je zit, dan is dat zo. Maar als ze het niet weten, gaan ze gissen. Zou hij een pedofiel zijn? Bij het minste vermoeden slaan ze je in elkaar. Het is beter dat ze weten wie je bent en wat je hebt gedaan, tenzij je een pedofiel, een verkrachter of een verklikker bent. Het is de bedoeling dat iedereen zich goed voelt bij wat hij doet en creatief kan zijn in het domein dat hem het beste ligt.