Prins Ganyuurin Dschero Khan (1928) stamt af van Djenghis Khan, de legendarische Mongoolse vorst en wereldheerser. Hij heeft gestreden in negen oorlogen. Hij kon met één vuistslag een stier doden, en met enkele vingerbewegingen een mens. Hij is een meester in oosterse wijsheid en vechtkunst. Geen grotere krijger dan deze waardige opvolger van zijn roemrijke voorvader.
De kleine Dschero, voorbestemd om koning van Mongolië te worden, moet zijn land begin jaren '30 verlaten, op de vlucht voor de communisten. Een taoïstische monnik brengt hem naar China. Na een tocht vol ontberingen verzeilt de jongen in Indonesië, waar hij geadopteerd wordt door een Nederlandse soldaat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog neemt Dschero de wapens op tegen de Japanners, later tegen de rebellen. Hij verschijnt op het strijdtoneel in Korea, Vietnam, Cambodja, Laos en Irak. In Taiwan adviseert hij de regering. Hij werkt voor de CIA en de Duitse Bundesgrenzschutz.