Macedonië

Page 203

maar een fragiele constructie was. Ze waren dan ook geneigd om ten aanzien van de Albanezen een hard standpunt in te nemen. Het feit dat de Albanese leiders de eu, de vn en andere organisaties opriepen om Macedonië niet te erkennen zolang niet op de Albanese eisen was ingegaan, creëerde een soort van bondgenootschap tussen de interne en externe ‘belagers’ van Macedonië en maakte de relaties tussen beide gemeenschappen nog vijandiger. Volgens de oude Joegoslavische staatkundige logica, die in alle ex-Joegoslavische staten hardnekkig was blijven voortbestaan, had een natie afscheidingsrecht. De Albanese aanspraken op de status van ‘constituerende natie’ mochten voor de internationale gemeenschap heel redelijk lijken, in Macedonische oren klonken ze niet helemaal te goeder trouw. De Albanezen beweerden dan wel niet aan te sturen op afscheiding, en wellicht meenden ze dat zelfs – niemand kon garanderen dat ze zich vroeg of laat toch niet zouden willen afscheiden. Hun status van ‘constituerende natie’ zou dan mooi het pad daartoe geëffend hebben. De internationale gemeenschap had – zo begrepen de Macedoniërs het – zelf in 1991-1992 het recht op afscheiding enkel toegekend aan republieken, dus aan ‘constituerende naties’ als Slovenen, Kroaten, Serven enzovoort, en niet aan ‘autonome provincies’, niet aan ‘nationaliteiten’ als de Kosovaren.25 Het kwam er dus op aan minderheden vooral niet de status van ‘constituerende naties’ te geven. Radicale Albanese nationalisten waren gewonnen voor de ‘Groot-Albanese gedachte’ – de aansluiting bij Albanië van Kosovo, delen van Servië en Montenegro en het westelijke deel van Macedonië – of voor de ‘Groot-Kosovaarse gedachte’ – een Albanese staat, bestaande uit alle ‘Albanese’ gebieden in ex-Joegoslavië. In april 1992 riepen enkele voortvarende Albanezen in Struga het autonome gebied of de onafhankelijke republiek Ilirida uit (genoemd naar de Illyrische voorouders van de Albanezen) (Poulton 1995: 136). Die onafhankelijkheidsverklaring was veeleer ludiek bedoeld; voor de Macedoniërs, maar ook voor de internationale gemeenschap was ze een nachtmerrie. Begin januari 1993, een maand na de onafhankelijkheidsverklaring van Macedonië, organiseerden de Albanese partijen een eigen referendum over etnisch-territoriale autonomie. 276.921 Albanezen brachten hun stem uit; 92 procent van hen of 74 procent van alle Albanezen stemde voor territoriale autonomie (Ackermann 2000: 61). De Macedonische regering noemde het referendum illegaal. Op een protestbetoging in Skopje

203


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.