Sinds de vroege 13de eeuw vormt de franciscaanse beweging de grootste religieuze familie in de katholieke wereld. Acht eeuwen lang drukte ze er haar stempel op. Van Maria-ter-Engelen in Assisi tot Santa Maria de Los Angeles en San Francisco de Asis aan de Amerikaanse westkust. Maar het aantal franciscanen en kapucijnen is de voorbije halve eeuw bijna gehalveerd. Niet alleen in Amerika, Afrika of Azië, maar nog meer in Vlaanderen en Nederland.
Hoe komt dat? Franciscus was in de twintigste eeuw nog een belangrijke inspiratiebron voor zo uiteenlopende figuren als Mahatma Gandhi en Maarten Luther King, Nelson Mandela en Desmond Tutu, Dom Helder Camara en aartsbisschop Romero, Frère Roger van Taizé en Abbé Pierre. In uiterst verschillende werelden lieten ze vonken van een franciscaanse spiritualiteit zien. Ook in de huidige moeilijke tijden zou die meer dan ooit inspirerend kunnen zijn.