Zeventien Een kwartier van deze overvloed was het meeste wat ik mezelf kon geven. Daarna zette ze me af bij het station. Eliza, mijn bovenbuurvrouw en goede vriendin, ging mee naar Nederland, dus opeens was het ongemakkelijk met een derde persoon erbij. Maar dat gaf niet. We wisten het. Frederica en ik wisten alles al. Een kus op haar lekkere mond en ik stapte op de trein. Mijn hart zei ‘jippie’ en tegelijkertijd ‘auw’. In de trein miste ik haar en merkte ik dat onze nieuwe taal zich amper liet uitdrukken in sms-vorm. ‘Hey... ehh... tja... hm... Ik ben weg. Geloof ik. x’
Later vertelde ze me dat het de mooiste sms was die ze ooit had gekregen.
49