Patrick Conrad raakt op school bevriend met Marcel Van Acker, die later een wereldberoemde schilder wordt en omgaat met de grootsten der aarde. Toch gaat deze kunstenaar zijn eigen weg. In welke stijl Van Acker ook schildert, zijn thema blijft ‘de dood’.
Van Acker blijft zijn jeugdvriend trouw, ook al zien of spreken ze elkaar jaren niet. Want Van Acker verdwijnt geregeld of verbergt zich achter maskers, façades en leugens. Als hij zijn einde voelt naderen, overhandigt hij Conrad de sleutel tot de kelder in zijn huis in de Cogels-Osylei in Berchem. Conrad vindt er niet alleen Van Ackers openhartige memoires, maar ontdekt er tot zijn afgrijzen ook de ‘geheime kunst’ van zijn vriend. Het werpt plots een heel ander, zeg maar macaber licht op het leven en werk van Marcel Van Acker.