Reader inleiding in culturele antropologie, Periode 1, blok 1

Page 1

Vrije Jaar Liberal Arts 2013-2014 Inleiding in de CultureleAntropologie | Migration and Me


Culturele Antropologie | Migration and Me

Studiejaar: 2013 -2014 Trimester : 1, blok 1 Code: LAB


The worst realities of our age are manufactured realities. It is therefore our task, as creative participants in the universe, to re-dream our world. The fact of possessing imagination means that everything can be re-dreamed. Each reality can have its alternative possibilities. Human beings are blessed with the necessity of transformation. (Ben Okri, 1997)

Programma

: Migration and Me. Vrijheid en grenzen aan vrijheid.

Code

: LAB

Studiepunten

: 5 EC

Bestemd voor

: Vrije Jaar Liberal Arts 2013-2014

Docent

: Etrona van der Heijden/ 06-41691454/ etronavanderheijden@blcla.nl

Versie

: EvdH 2013

2


Inhoud

1. Doelstellingen

2. Programma 2.1 Inhoud 2.2 Werkwijze 2.3 Literatuur 2.4 Planning

3. Toetsing en beoordeling 3.1 Toetsen en toetsmomenten 3.2 Beoordeling 3.3 Herkansing

Bijlagen

3


1. Doelstellingen

De culturele antropologie vormt in dit lab een leidraad om de eigen visie en relatie tot het onderwerp te migratie onderzoeken. Doelstellingen van dit LAB Migration and Me : • Je ontwikkelt inzicht in de actualiteit van migratie. • Je leert kritische vragen stellen. • Je onderzoekt de eigen (verborgen) opvattingen, (voor)oordelen en leert je eigen visie te verwoorden in een presentatie en een essay. • Je durft positie in te nemen in het migratiedebat. • Je ontwikkelt onderzoeksvaardigheden. • Je leert communiceren en samenwerken in een multiculturele omgeving. • Je ontwikkelt begrip, betrokkenheid bij ethische, normatieve en maatschappelijke vragen. • Je bent in staat te reflecteren op eigen handelen. • Je hebt zicht op je persoonlijke verbinding met het onderwerp.

4


2. Programma

2.1 Inhoud Migratie is een actueel, urgent en persoonlijk thema. We lezen Wat is de wat? van Dave Eggers. Door het lezen van het verhaal van Valentino Achak Deng, een jongen die vluchteling wordt in het door oorlog verscheurde Zuid-Soedan, krijgt het thema een persoonlijk gezicht. Zijn reis van bijna bijbelse proporties, brengt hem in contact met vijandelijke soldaten, rebellen, hyena’s en leeuwen, ziekte en hongersnood. Een onthullend portret van een land in staat van oorlog en van een jongen die vecht voor zijn leven, zijn dromen en zijn toekomst. Zijn verhaal stelt grote vragen aan de mensheid en aan ons. In deze module gaan we in gesprek met elkaar over waar dit verhaal ons raakt. We gaan in gesprek over vrijheid en vrede. Over grenzen van vrijheid en oorlog. We bestuderen de achtergrond van diverse conflictgebieden. We kijken naar de diversiteit van achtergronden van migratie. We leren over de universele verklaring van de rechten van de mens. Wat betekent dit voor jou persoonlijk. We gaan op bezoek bij jongeren op het AZC Leersum. Als het mogelijk is doen we een deel van het project met jongeren uit dit AZC samen. Plan is samen mee te doen aan de wereldwijde initiatief Masterpeace en de Vrede van Utrecht. Wat is er nodig voor wereldvrede? We dagen elkaar uit grote vragen te durven stellen. Het onderwerp persoonlijk te maken. Wie ben jij? Wat is jouw achtergrond, waar kom jij vandaan en waar wil jij naar toe? Aan de hand van diverse kunstobjecten rond het thema migratie en identiteit werk je aan een persoonlijke uitwerking van deze vragen.

2.2 Werkwijze Literatuuronderzoek, documentaires kijken en nabespreken. Verdiepen in subgroepen en presenteren. Gesprek en uitwisseling onderling en met jongeren van het AZC Leersum. Schrijven van persoonlijke reflecties op het onderwerp aan de hand van verdiepende vragen. Opzetten van een initiatief binnen het kader van Masterpeace en/of de Vrede van Utrecht.

2.3 Literatuur Eggers, D. 2010 | Wat is de Wat. Lebowski Publishers, Amsterdam. Moorehead, Caroline 2005 | Op de Vlucht. Tussen vluchtelingen, asielzoekers en mensensmokkelaars. Meulenhoff bv, Amsterdam. Den Boer, Walhout, Marian 2007 | De maan gaat met je mee. Een Afghaanse jeugd. Uitgeverij Aspekt, Soesterberg. Okri, Ben 1997 | A Way of Being Free. London: Phoenix House French, Lyn en Teresa Cisneros 2010 | Emotional Learning and Art Education. Iniva and A Space, Londen. Winterbottom, Michael 2006 | In This World

5


2.4 Planning Week

Maandag 9.00 – 12.30

Week 38,1

Dinsdag 13.30 – 16.00

16 september

9.00 – 12.30

13.30 – 16.00

17 september

Introductie LAB

Vrijheid

Film in this world

Nabespreking

Migratie in beeld – intro

Wat is vrijheid voor jou?

Persoonlijk leerdoel

Footprints

Tekst: de maan gaat met je mee

Voorbreiden: nacht van de vrede – 21 september 2013

Schrijfopdracht

Masterpeace Beeld 2

Uitwisseling

Eigen onderzoeksvraag formuleren.

Beeld 1 Week 39, 2

23 september

24 september

5 eeuwen migratie

Beeld 3

Zaterdag 21 september nacht van de vrede

actualiteit

Duo interview

persoonlijke realiteit

Masterpeace

tekst: Moorehead Op de Vlucht

Tekst: Wat is de wat

Week 40, 3

30 september

1 oktober

Case study: Sudan Verhaal van Valentino Achak Deng, een van de lost boys uit Sudan

Wandeltocht

Opdracht: Universele verklaring van de rechten van de mens

Beeld 5

Wandeltocht

Beeld 4

Voorbereiden bezoek AZC Leersum

Naar AZC Leersum

Beeld 6

Tekst: Wat is de wat Week 41, 4

7 oktober Masterpeace

Week 42, 5

8 oktober Masterpeace

Voorbereiden bezoek AZC Leersum

Beeld 7

Beeld 8

14 oktober

15 oktober

Presentaties

Uitwisselen

Evaluatie

Eigen onderzoek

Beeld 9 + 10

6

Naar AZC Leersum

Evaluatie


3. Toetsing en beoordeling

3.1 Toetsen en toetsmomenten Tijdens het LAB houd je een portfolio en een refelctief dagboek bij. In het portfolio verzamel je jouw persoonlijke leerdoelen, korte teksten, gedichten, essays. Per bijeenkomst werk je aan individuele onderzoeksvragen die gekoppeld zijn aan een beeld. Per beeld schrijf je een kort essay. In de eerste week formuleer je je eigen onderzoeksvraag. In de laatste week presenteer je jouw eigen onderzoek. In de laatste week schrijf je een reflectieverslag. Daarnaast kijken we met de groep terug op het proces als groep en op jouw persoonlijke proces. In het reflectieverslag kijk je terug op je persoonlijke - en LAB leerdoelen. Je beschrijft aan de hand van vragen de eigen ontwikkeling op deze verschillende leerdoelen. In de groepsevaluatie krijg je van je medestudenten feedback op jouw werk in het LAB.

3.2 Beoordeling Waardering Nog niet vold. Voldoende

Goed

Excellent

beoordelingscriteria De student is veel afwezig geweest: aanwezigheid (80%<) De student is niet op de hoogte van de inhoud van het programma. De student heeft minimaal 80% van, alle lessen gevolgd; De student neemt actief deel aan de lessen. De student voldoet aan opdrachten. Beoordelingscriterium: reproduceren (herkennen, ophalen, identificeren) De student heeft inzet en begrip getoond. De student is met de stof aan de slag geweest, heeft grenzen opgezocht en betekenis gegeven aan de leerstof. Beoordelingscriterium: interpreteren (illustreren, samenvatten, vergelijken) Innovatief en inspirerend De student heeft iets geheel nieuws met de leerstof gedaan; het is deel van hemzelf geworden door er een eigen element aan toe te voegen. De leerstof is geĂŻntegreerd in het zijn van de student. Beoordelingscriterium: construeren (creĂŤren, produceren, ontwerpen)

3.3 Herkansing Mocht je door ziekte of persoonlijke omstandigheden niet in staat zijn geweest bij een toetsmoment aanwezig te zijn, dan wordt er in overleg met de docent een vervangende opdracht geformuleerd.

7


Bijlagen

REFLECTIEF DAGBOEK Het reflectief dagboek is een manier om een time-out te creëren te midden van de overweldigende dosis dagelijkse ervaringen. Het heeft niet de functie van een kroniek, vastleggen wat in de tijd is gebeurd, maar reflectie: hoe te duiden wat er is gebeurd. Een reflectief dagboek biedt de gelegenheid de ervaringen van de dag langs te lopen, ze te wegen, te analyseren, te interpreteren. Het schrijven dwingt je tot ‘langzaam denken’. Het geeft je de kans je handelingen te toetsen aan de leefregels die je voor jezelf vindt gelden, ze te verbinden aan je eigen grotere verhaal, of jezelf te herinneren aan wat dat verhaal ook weer was. Er zijn allerlei manieren om een reflectief dagboek te schrijven. Dagelijks schrijven werkt beter dan een paar keer per week schrijven. Kort schrijven (maximaal tien minuten) werkt beter dan lang schrijven. ’s Avonds schrijven werkt beter dan ’s ochtends schrijven. Schrijven aan de hand van een thema werkt beter dan zonder. Maar voor al deze dingen geldt dat persoonlijke voorkeur de doorslag geeft. . . . Aanpak 1. Noteer elke dag of enkele dagen per week gedachten en observaties die bij je opkomen naar aanleiding van ervaringen gedurende de dag. 2. Kies een vraag of thema waarop je je aandacht wilt richten. Mogelijke vragen zijn de volgende: ● Waardoor laat ik me leiden? Wat zijn de principes of sleutels die ten grondslag liggen aan mijn gedrag? ● Waar was ik vrij, waar onvrij? ● Waarin vond ik vandaag ‘schoonheid en troost’? ● Welke dingen leidden tot hoop of voldoening of engagement? 3. Lees af en toe fragmenten terug. Wat valt je op? Wat zijn cruciale inzichten? Wat treft je in de wijze waarop je je ervaringen beschrijft? 4. Formuleer naar aanleiding van die inzichten enkele beelden, aansporingen of aforismen (korte, kernachtige spreuken) die de essentie prikkelend weergeven. 5. Bespreek zo mogelijk het dagboek, inclusief je analyse van de hoofdthema’s en je aforismen, met iemand die je vertrouwt. Verwerk ook dat gesprek in enkele korte notities in het dagboek. Bron: Vrije ruimte: filosoferen in organisaties – klassieke scholing voor de hedendaagse praktijk. Jos Kessels, Erik Boers, Pieter Mostert. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2009.

8


9


Beeld 1

10


Beeld 2

11


Beeld 3

12


Beeld 4

13


Beeld 5

14


Beeld 6

15


Beeld 7

16


Beeld 8

17


Beeld 9

18


Beeld 10

19


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.