Huisartsvacature Word jij belangenbehartiger bij de LHV?
De
voordelen van echografie
in de huisartspraktijk
Voor huisartsen en patiënten is het voordelig als de huisarts zelfstandig echografieonderzoek kan uitvoeren. Ksyos biedt toegang tot het zorgpad Echografie, waar huisartsen een radioloog kunnen consulteren. Huisartsen zonder ervaring kunnen via Ksyos een vijfdaagse opleiding volgen bij de Nederlandse Echografie Academie (NEAc). Radioloog en medeoprichter van NEAc, Constantijn Pleiter, is een van de betrokken radiologen bij het zorgpad Echografie.
De huisarts kan echografi e in de huisartspraktijk inzetten voor onderzoek bij een veelvoud van klachten. “Veel klachten zijn niet dusdanig ernstig dat de patiënt ervoor naar het ziekenhuis hoeft te worden verwezen”, vertelt Pleiter. “Als de huisarts de correcte diagnose kan stellen, kan die de nodige klachten zelf afhandelen. Echografi e biedt daarbij op een snelle en non-invasieve manier een waardevolle aanvulling op lichamelijk onderzoek. Dat voorkomt onnodige ver-
wijzingen en kan vaak een meer gerichte verwijzing bewerkstelligen.”
Ook voor de patiënt is het interessant. “De echografie in het ziekenhuis valt ten laste van het eigen risico, een echografie bij de huisarts niet. Bovendien moet de patiënt vrij nemen van het werk, en vaak regelen dat iemand meegaat naar het ziekenhuis.”
Samenwerking
Pleiter verbaasde zich over het feit dat huisartsen niet door radiologen werden onderwezen over echografi e. “Hiervoor is
een opleiding nodig, maar daarna kan de huisarts het goed zelf”, zegt hij. Hij richtte de NEAc op om zelf opleidingen te verzorgen door radiologen en huisarts-echografi sten, en kwam vervolgens in contact met Ksyos. “In de opleiding zorgen we er nadrukkelijk voor dat de huisarts weet wat hij bij echografi e wel en niet moet doen. In samenwerking met Ksyos bieden we digitaal consult met een radioloog aan als hij toch onzeker is over de diagnose en wil overleggen. De afspraak is dat de huisarts binnen twee werkdagen een reactie krijgt. In de praktijk is dit vaak dezelfde werkdag.”
Gerichte opleiding en consult
Na de opleiding is de huisarts bekwaam voor het toepassen van echografi e in de eigen praktijk. Pleiter: “Wel moet de huisarts de indicaties en beperkingen van het onderzoek kennen en ook de toepassingsmogelijkheden en beperkingen van het echoapparaat. Hierdoor blijft de huisarts zich bewust van de grenzen van echografi e en kan dan bij twijfel altijd de consultfunctie gebruiken. Als radiologen kunnen we de huisarts dan helpen met zijn of haar hulpvraag en soms geven we direct wat extra tips mee. Bijvoorbeeld over het belang van het gebruik van standaard opnames of de instelling van het apparaat op de juiste diepte. Dit helpt de huisarts om al doende steeds beter te worden in de toepassing van echografi e.”
In het Zorgpad Echografie, onderdeel van Ksyos Radiologie, voeren huisartsen zelfstandig echografie onderzoek uit in de praktijk. Bij twijfel over de resultaten of wanneer er behoefte is aan de kennis en expertise van de radioloog, kunnen de gemaakte beelden eenvoudig beveiligd worden doorgestuurd. De radioloog interpreteert de beelden, geeft advies en beantwoordt de gestelde hulpvraag.
Bekijk voor meer info: ksyos.nl/radiologie
Ksyos is het digitale ziekenhuis voor Nederland. We bieden persoonlijke zorg, afgestemd op de behoefte van de patiënt. Dichtbij of gewoon thuis en zonder wachttijd.
Marjolein Tasche
voorzitterscolumn
Geen akkoord, wel afspraken
Op de dag dat ik dit voorwoord schrijf, valt het kabinet. Stonden we gisteren nog aan de vooravond van het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA), vandaag geeft de minister van VWS haar verantwoordelijkheid terug. Dat raakt ook de zorg.
Het AZWA had versnelling moeten brengen in de afspraken uit het integraal zorgakkoord: vierhonderd IZAafspraken werden teruggebracht naar dertig heldere lijnen. Deze onderstrepen het belang van de huisartsenzorg en zetten de beweging naar de voorkant kracht bij. Voor de huisartsen betekent dat: concrete afspraken over minder regeldruk en minder administratieve lasten via concrete projecten; het op orde brengen van de vervolgzorg richting onder andere de ggz; investeren in continuïteit en een sterke eerstelijn; afspraken over huisvesting en structurele financiering en ondersteuning voor digitalisering.
In het interview met LHV-beleidsadviseur Robbert Polet (Agenda van een belangenbehartiger) kun je lezen hoe we achter de schermen gewerkt hebben aan de totstandkoming van dit akkoord. Het is het resultaat van
intensieve samenwerking tussen bestuur, verenigingsbureau en ambassadeurs. Ook met InEen en NHG en andere partners hebben we opgetrokken. We hebben daarbij scherp aan de wind gevaren en zo goede afspraken voor elkaar gekregen.
Ook los van een akkoord maken huisartsen de beweging naar de voorkant. Inspirerend hoe de LHV-bouwprijswinnaar in Afferden een visie op huisartsenzorg weet te vertalen in de realisatie van een prachtige praktijk, letterlijk midden in de wijk en in het groen. Patiënten en wijkbewoners kunnen er zaadjes ophalen om deze later als plantjes weer terug te brengen naar het omliggende park. Je ziet en leest het in de beeldreportage in deze editie.
Voor de AZWA afspraken trokken we op met 17 zorgvertegenwoordigers. Deels met gedeelde belangen, deels met een stuk eigenbelang. We hebben het belang van de huisarts, van de huisartsenzorg steeds haarscherp op het netvlies gehad. Wat alle partijen bindt is het belang en de urgentie de zorg nu en in de toekomst toegankelijk, betaalbaar en goed te houden.
‘Belang van de huisartsenzorg steeds haarscherp op het netvlies’
De betrokken partijen willen samen verder. De LHV zet zich onverminderd in om de gemaakte afspraken, inclusief de randvoorwaarden, toch afgerond te krijgen. ¶
Marjolein Tasche voorzitter LHV
colofon
De Dokter is het ledenblad van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en verschijnt 6 keer per jaar. De LHV is de beroepsorganisatie voor alle huisartsen in Nederland.
Oplage
13.000 exemplaren
Zestiende jaargang, nr 3 juli/aug 2025
Bladmanagement & eindredactie Nathalie Pol
Redactieraad
Heleen van Bloemendaal, Wendy van den Brink, Yvette Haasbroek, Jelly Hogendorp, Iris Jansen, Annemarie Kerstens, Margriet Niehof, Lennart Rijkers, Cora ten Tusscher
Tekst & Beeld
Rob ter Bekke, Berber Bijma, Aad Goudappel, Geert de Jong, Maartje Kuperus, Corien Lambregtse, Mirjam van der Linden, Roy Soetekouw, Leonard Walpot
Art direction en vormgeving Curve Mags and More, Haarlem www.curve.nl
Advertentieverkoop SGNM, Oscar van den Bosch Telefoon 06 11 59 15 22 Mail: oscar@sgnm.nl
Drukwerk Senefelder Misset, Doetinchem
Lidmaatschap LHV Als LHV-lid ontvang je automatisch De Dokter. Het LHVlidmaatschap kun je schriftelijk of per e-mail beëindigen, uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar. Op www.lhv.nl vind je hierover meer informatie.
Adreswijziging Graag doorgeven via ledenadministratie@lhv.nl
Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.
inhoud
juli/augustus 2025
deDokter
PRAKTIJKSTART IN WOLFHEZE
12
‘De afstand tot patiënten wordt kleiner’
06
BINNENKIJKEN
‘Het werkt hier veel lichter en rustiger, er hangt een fijne energie.’
12 MIJN
PRAKTIJKSTART
Lisa Ong en Lydia Assmann combineren hun nulpraktijk met werken voor een ggz-instelling.
16 20 08
Palliatieve huisartsenzorg
Met een groeiend aantal groepen voor palliatieve thuiszorg, komt er meer ruimte voor maatwerk. ‘Huisarts en thuiszorg zijn een belangrijke tandem in de laatste levensfase.’
Kers op de bouwtaart
De huisartsen in Afferden wilden een gebouw neerzetten dat bij hen én bij de gemeenschap past. Met het eindresultaat wonnen zij de LHV Bouwprijs.
15
LHV ACADEMIE
Nascholingen voor huisartsen
24 DE TAS
‘Mijn kleine dokterstas is vermoedelijk een jaar of honderd oud ’
31 NIEUWS
34
quickscan van...
Gerdine Honing-De Lange, arts in opleiding tot huisarts en onderzoeker
De Dokter lees ik altijd van voor tot achteren. Het ene artikel staat wat dichter bij de praktijk dan het andere. Zo moest ik me er even toe zetten om het interview met Robbert Polet te lezen, in ‘de agenda van een LHVbelangenbehartiger’. Het bleek heel waardevol, ik las er meer over de wereld buiten de spreekkamer. Dit sluit mooi aan bij mijn promo-
tieonderzoek naar de netwerken van de huisarts binnen én buiten de spreekkamer en hoe de aios daarbij betrokken wordt. Opleiders betrekken de aios vaak wel bij patiëntgebonden zaken, maar als iets de spreekkamer overstijgt, gebeurt dat minder. De aios weet dan niet wat hij mist en de opleider denkt: de aios vraagt er niet naar. Ik ben benieuwd of de OTH-leden,
WISSELCOLUMN
Huisarts Rutger Verhoeff
Agenda van een belangenbehartiger
Van integraal zorgakkoord tot actuele bekostigingsvragen: de agenda van senior beleidsmedewerker Robbert Polet is goed gevuld met kwesties die de praktijk van de huisarts raken. Waar maakt hij zich zoal hard voor?
waaronder vast ook opleiders, wel eens een aios meenemen naar een gesprek met de zorgverzekeraar. De komende twee jaar ben ik nog volop met mijn promotieonderzoek bezig. Uiteindelijk wil ik zeker praktijkhouder worden. Het is dan heel inspirerend om in Mijn praktijkstart te lezen hoe anderen dat doen. Jonge huisartsen, die gewoon beginnen. De praktijk
Wat doen de zorgverzekeraars?
‘We zitten in een cruciale fase van het contracteringsproces’: LHV-bestuurslid Aard Verdaasdonk over de inkoopplannen van zorgverzekeraars. En OTH-lid Marie Annet Vollebregt over de gesprekken tussen huisartsen en verzekeraar.
in Afferden is een praktijk naar mijn hart. Een droom, dat je een huisartsenpraktijk kunt bouwen midden in de wijk en midden in het groen. Geen gemeenschapshuis, maar wel het startpunt van sociale activiteiten voor bewoners. Of de verhalen te positief zijn? Negatieve berichtgeving is er al genoeg. Als je dingen positief benadert, worden ze aanzienlijk makkelijker. ¶
‘We brachten mensen samen die nu een kaartclub vormen’
‘Je bent beslist geen slechte dokter als je je nummer niet geeft’
Huisarts Jenny Heering (pagina 8)
Ze appte me:
‘Dit is zó gaaf!’
Huisarts Lydia Assmann (pagina 12)
‘Oudere patiënten komen soms op hun pantoffels’
Huisarts Anja Stoltenborg in Binnenkijken (pagina 6)
Huisarts Hylke de Waart (pagina 16)
binnenkijken
Huisartsenpraktijk Kerkelanden in Hilversum
TEKST: BERBER BIJMA / FOTOGRAFIE: MIRJAM VAN DER LINDEN
Licht
en rust aan het einde van een lange reis
De fijne sfeer in de praktijk valt patiënten op
De praktijk huurt een deel van een flatgebouw van een zorgorganisatie
Aan het huidige, lichte en ruime pand van huisartsenpraktijk Kerkelanden in Hilversum ging een lange reis vooraf. Al sinds Anja Stoltenborg achttien jaar geleden huisarts werd in Hilversum keek ze om zich heen naar betere huisvesting voor de praktijk die ze een paar jaar later zou overnemen. Even later kreeg ze John Oosterink als duocollega en keken ze samen rond, vanuit hun krappe huurpand. Allerlei plannen sneuvelden, vaak vanwege de kosten. ‘Op een gegeven moment hebben we de huur opgezegd, in de verwachting dat we wel binnen een jaar iets beters zouden vinden.’ Dat lukte niet, waardoor ze zelfs nog anderhalf jaar in een nóg kleinere praktijk belandden, die ze overnamen van een stoppende huisarts. ‘Dat was enorm behelpen, zonder zicht op iets beters. Het is bijzonder dat ons team al die tijd bij ons is gebleven. Daar zijn we trots op.’
Er gloorde licht aan de horizon toen zorgorganisatie Hilverzorg een vrijgekomen ontmoetingsruimte aanbod. ‘Opnieuw maakten we plannen en bouwtekeningen, maar opnieuw
bleek het financieel niet haalbaar.’ Ze organiseerden een gesprek waarbij de gemeente, Hilverzorg, de regionale huisartsenorganisatie en de zorgverzekeraar allemaal aan tafel zaten. ‘Ze wilden allemaal alleen iets doen als de ander ook iets deed.’ En zo is het uiteindelijk gelukt, met financiële tegemoetkomingen van alle partijen. Najaar 2023 trok de praktijk in de nieuwe praktijkruimte. ‘Je weet dat je werkomgeving belangrijk is voor je werkplezier, maar toen pas merkten we hoe sterk dat effect is. Het werkt hier veel lichter en rustiger, er hangt een fijne energie.’ Licht en rust waren ook precies de thema’s die ze vooraf voor ogen hadden. ‘In onze vorige praktijk kwam helemaal geen daglicht. Nu hebben we openslaande deuren naar een enorm terras.’
De praktijk is gevestigd in een serviceflat, waar loopgangen van drie andere flatgebouwen naartoe leiden. ‘We hebben veel oudere patiënten die nu binnendoor naar ons toe kunnen. Ze komen soms op hun pantoffels.’ ¶
Het fotobehang is afgestemd op de kleuren van de praktijk: hout, beige en blauw
Anja Stoltenborg en John Oosterink
Bewoners van in totaal vier flats kunnen binnendoor naar de dokter
‘We hechten aan duurzaamheid. De blauwe stoelen komen uit de vorige praktijk. Onder meer de bureaus en het poppenhuis in de wachtkamer zijn tweedehands. Het hele team heeft meegezocht’
De balie is niet standaard bemensd, om al te veel aanloop uit de aangrenzende hal van de serviceflat te voorkomen
De indeling en inrichting van de praktijk was de laatste klus van LHVBouwadviseur Marjolein van Dijl voor haar pensionering
Checklist
LHV Bouwadvies
Heb je ruimte tekort, een nieuw pand op het oog of een huurcontract dat afloopt? Bij iedere stap richting een nieuwe praktijk kan LHV Bouwadvies je helpen. Op de vernieuwde website lees je hoe!
Palliatieve zorg is de afgelopen jaren flink veranderd, onder meer door intensievere samenwerking met de wijkverpleegkundige. Welke zorg hoor je als huisarts sowieso te bieden, voor welke extra zorg kun je kiezen en waar kun je terecht voor advies?
TEKST: BERBER BIJMA / BEELD: AAD GOUDAPPEL
‘Als je palliatieve zorg verleent, maak je een heel intiem stukje van het leven mee. Je probeert klachten te verlichten en de weg naar het einde zo kalm en zacht mogelijk te laten verlopen.’ Precies dat stukje van het huisartsenwerk ‘heeft mijn interesse’, zegt Hans Bruggeman. Behalve huisarts in Zwijndrecht is hij daarom ook kaderhuisarts palliatieve zorg. Dat palliatieve zorg bij de huisarts thuishoort, staat voor hem als een paal boven water. ‘Ik werk nu 32 jaar in dezelfde praktijk en heb dus al veel families van meerdere generaties meegemaakt. Palliatieve zorg is precies dat wat je een familiedokter maakt: als opa en oma overlijden, ga je met de kinderen en kleinkinderen verder. Je kent hun geschiedenis.’ Een andere reden waarom hij als huisarts graag palliatieve zorg verleent, is dat het voor veel mensen waardevol is als ‘het laatste stukje’ thuis geleefd en beleefd kan worden.
◼ MEER SAMENWERKING
In al die jaren dat hij palliatieve zorg verleent, heeft Bruggeman flinke veranderingen gezien. ‘Vroeger bood je vooral één-op-één palliatieve zorg. Eigenlijk was dat best eenzaam: als ik dit niet oplos, wórdt het niet opgelost. Vandaag de dag vormen we veel meer een team met de thuiszorg. Vanuit die samenwerking zijn de eerste groepen voor palliatieve thuiszorg – PaTz-groepen – ontstaan. Die groeien nog steeds flink in aantal: vorig jaar zijn er 27 nieuwe PaTz-groepen opgericht. Zo’n reguliere overlegstructuur van huisartsen, thuiszorg en een kaderarts palliatieve zorg laat zien dat er de laatste
jaren meer bewustzijn is ontstaan over wat zorg in de laatste levensfase belangrijk maakt. Dat zijn heel andere zaken dan het zoeken naar genezing. In de PaTz-groepen bespreken we wat voor een specifieke patiënt de juiste zorg is, door de juiste persoon, op het juiste moment. Er is veel meer ruimte voor maatwerk ontstaan. De PaTz-groepen zijn nu nog ongelijk verdeeld over het land. In de ene regio zijn er veel meer dan in de andere. Het zou mooi zijn als er meer groepen bijkomen, want ze zorgen zeker voor een verbetering van de palliatieve zorg.’
Een andere verandering is volgens Bruggeman dat er meer aandacht is gekomen voor de vroeg-palliatieve fase, als een patiënt naar verwachting nog ongeveer een jaar of zelfs langer heeft te leven. ‘De ene patiënt heeft in die vroege fase meer behoefte aan zorg dan de ander, maar het is goed om in ieder geval contact te houden om te kijken of je iets kunt betekenen.’ Wanneer ‘de’ palliatieve fase precies ingaat, is niet altijd duidelijk, omdat er door toegenomen behandelmogelijkheden meer overlap is ontstaat tussen palliatieve en chronische zorg, ziet Brug-
‘Vroeger was palliatieve zorg eigenlijk best eenzaam: als ik dit niet oplos, wórdt het niet opgelost’
geman. ‘Maar je kunt in ieder geval met een patiënt afspreken wanneer je wel of niet contact opneemt. Misschien heeft iemand met een levensverwachting van ongeveer 9 maanden geen vragen, maar een halfjaar later wel.’
◼ ZINGEVINGSVRAGEN
Bruggeman voert niet alleen gesprekken over wel of niet reanimeren en wel of niet naar de ic, maar ook over levensvragen als: waar haal je je kracht vandaan, waar leef je voor? Dat past bij proactieve zorgplanning, zegt LHVbeleidsmedewerker en huisarts Jenny Heering. ‘Als huisarts ben je geen expert in gesprekken over zingeving, maar je kunt die vragen zeker stellen. Blijken er zingevingsproblemen te zijn, dan kun je doorverwijzen naar bijvoorbeeld een geestelijk verzorger.’
Heering is, net als Bruggeman, betrokken bij de handreiking over palliatieve zorg die LHV, NHG, InEen en de expertgroep van kaderhuisartsen palliatieve zorg (PalHAG) binnenkort samen uitbrengen. In de handreiking staat omschreven wat de taak van de huisarts is bij palliatieve zorg.
‘Je kunt de zorg in die laatste levensfase inhoudelijk onderverdelen over vier terreinen’, vertelt Heering. ‘De somatische, psychische, sociale en existentiële zorg. Voor patiënten die thuis overlijden, of in een hospice met de zorg van een huisarts, hoort de somatische zorg bij de huisarts thuis. Veel huisartsen verlenen daarnaast ook psychische zorg, al dan niet in samenwerking met hun POH-ggz. Voor de sociale zorg kun je eventueel een welzijnsorganisatie of vrijwilligers inschakelen. Het existentiële domein, waarbij het gaat om gesprekken voeren over de zin van het leven, hoort niet bij het basisaanbod van de huisartsenzorg. Je hóeft die zorg dus niet te leveren, maar als je er affiniteit mee hebt, mag het uiteraard wel.’
In de tijd is palliatieve zorg in te delen in drie fases: met een levensverwachting van een jaar, drie maanden en twee weken. Die fases heten respectievelijk de palliatieve fase, terminale fase en
‘Goede afspraken maken zorg minder afhankelijk van personen’
Theo Bakker is een van de 22 huisartsen in Sneek. Tien van hen zijn betrokken in de Patz-groep, die vijf keer per jaar bijeenkomt. ‘Vanwege die frequentie is de Patz-groep er dus niet voor acute problematiek. Meestal zijn er ongeveer zes huisartsen bij de bijeenkomst, naast zeven of acht verpleegkundigen en een kaderarts palliatieve zorg. We bespreken casussen die geweest zijn en leren van elkaars invalshoek. Daarnaast is het grote voordeel dat we elkaar leren kennen en dus makkelijker om de vergaderingen heen bellen.’
In Friesland bestaat ook een expertgroep palliatieve zorg die altijd telefonisch bereikbaar is. Bakker heeft bovendien een collega-huisarts in Sneek die net haar opleiding voor kaderarts palliatieve zorg heeft afgerond. Dan zijn er nog twee palliatieve verpleegkundigen van de thuiszorgorganisatie die hij kan bellen én een palliatieve verpleegkundige en twee internisten van het Antonius Ziekenhuis in Sneek. Genoeg ‘adviesaanbod’ dus. Bakker: ‘Het hangt van de vraag af wie ik bel. Vaak is dat mijn collega-huisarts. Laatst heb ik de verpleegkundige in het ziekenhuis gebeld over een situatie waar ik niet goed uitkwam. Ik had, in goed overleg met de familie, een patiënt gesedeerd. Dat lukte niet goed; hij bleef onrustig. De verpleegkundige vroeg: weet je zeker of meneer er zelf aan toe is? Met mijn medische blik was dat een soort blin-
de vlek voor mij geweest. Ik heb het sederen gestopt en uit een gesprek met de patiënt bleek dat hij er inderdaad nog niet aan toe was. Een paar dagen later was dat wel het geval en verliep het sederen prima. Zo zie je dat iedere discipline in de palliatieve zorg inbrengt waar die goed in is. Ik beheers het chemische deel, maar vermoedde dat hier iets anders speelde. En dat bleek dus ook het geval.’
ELKAAR GOED KENNEN
De samenwerking rond de laatste levensfase verloopt in de praktijk prima, zegt Bakker. ‘Dat komt vooral omdat we elkaar goed kennen. En omdat ik, als een toch wat ouderwetse huisarts, altijd mijn telefoon aan heb. Dat is dus ook de zwakte. De drie jongere huisartsen in mijn praktijk zijn deels afhankelijk van mijn kennis over hoe we dingen geregeld hebben. Dat zou eigenlijk niet moeten. Het zou beter zijn om afspraken op papier te zetten, bijvoorbeeld met de thuiszorg. Huisarts en thuiszorg zijn een belangrijke tandem in de laatste levensfase. Er zijn thuiszorgmedewerkers die heel veel ervaring hebben met palliatieve zorg, bijvoorbeeld omdat ze een hospice in hun werkgebied hebben, maar ook medewerkers die maar één keer per jaar een sterfbed meemaken. Om de palliatieve zorg minder afhankelijk te maken van personen, zou het goed zijn om afspraken vast te leggen. Het is goed te horen dat er een handreiking aankomt; ik hoop dat die
daarbij kan helpen. Ook voor het informeren van de huisartsenpost zouden afspraken goed zijn. Als regie-arts op de post merk ik helaas nog regelmatig dat er niets te vinden is over afgesproken beleid in het dossier van een terminale patiënt. Dan moet er een dokter naartoe, terwijl dat wellicht voorkomen had kunnen worden. Voor de thuiszorg en de familie is in zo’n situatie ook belangrijk dat ze weten wie ze moeten bellen en welk beleid is afgesproken.’
ZONODIG-BELEID
Corrie Brouwer is wijkverpleegkundige bij Thuiszorg Antonius. Die organisatie werkt onder meer in Sneek, ook in het hospice. ‘Voor ons is het fijn dat de huisartsen met wie wij werken regelmatig telefonisch bereikbaar zijn in palliatieve situaties. We proberen overigens niet na half tien ’s avonds te bellen en bespreken daarom vrijwel altijd
proactief het ‘zonodig-beleid’. Mocht de huisarts niet opnemen, dan kunnen we altijd de huisartsenpost bellen.’ Formele afspraken over de samenwerking met huisartsen en andere partijen mist Brouwer niet zozeer. ‘Wij maken per cliënt altijd goede afspraken. Dat loopt prima, ook omdat wij regelmatig palliatieve zorg verlenen. Ik kan me voorstellen dat het voor huisartsen handig is om afspraken te hebben voor de samenwerking met thuiszorgmedewerkers die daar minder ervaring mee hebben.’ ‘Er zijn huisartsen met wie we al jaren samenwerken. Dan is de drempel om te bellen iets lager. Nieuwe huisartsen moet je even leren kennen, maar ook dat gaat doorgaans prima. De sleutel voor goede samenwerking is vooral dat je elkaar kent en elkaar kunt bereiken. Dat heeft voor de zorg, en dus voor de patiënt en de familie, enorme meerwaarde.’
stervensfase. In de handreiking staat per fase beschreven wat de taak is van de huisarts, vertelt Heering. ‘Zowel wat verwacht wordt van elke huisarts en wat je daarbovenop extra kúnt doen. In de opeenvolgende fases wordt de rol van de huisarts steeds groter. Als de palliatieve fase begint, is het belangrijk om aan proactieve zorgplanning te doen, als dat eerder nog niet is gebeurd. Je bespreekt dan de wensen en verwachtingen met de patiënt en zet afspraken op papier. Hoe dichter de patiënt bij het einde komt, hoe belangrijker goede afspraken zijn. Met de patiënt zelf, de naasten, de thuiszorg, eventueel met het hospice, met vrijwilligers of met een geestelijk verzorger. En soms ook met het ziekenhuis, als iemand daar tot voor kort onder behandeling is geweest. Een goede administratie van afspraken is belangrijk, zodat patiënten weten waar ze aan toe zijn, ook als jij er niet bent. En ook het eigen team van de huisartsenpraktijk moet natuurlijk goed op de hoogte zijn. Het is goed om afspraken met een vooruitziende blik te maken: als dit, dan dat. Dan hoeft er, als een bepaalde situatie zich voordoet, vaak geen huisarts te worden gebeld, omdat
de thuiszorg weet wat de afspraken zijn.’ Ook in de avonden, nachten en weekenden moet duidelijk zijn welke zorgafspraken er zijn. Heering: ‘Je kunt als huisarts in de stervensfase je eigen mobiele nummer geven aan de naasten, waarop ze je dag en nacht mogen bellen. Je kunt er ook voor kiezen dat níet te doen. Daar kunnen heel goede redenen voor zijn; je bent beslist geen slechte dokter als je je nummer niet geeft en de ANW-zorg aan de post overlaat. Bovendien: als je wel je nummer hebt gegeven, ben je ook weleens niet bereikbaar, dus een goede overdracht aan de post is hoe dan ook belangrijk.’
Bij een verhuizing naar het hospice mag de eigen huisarts vaak de medische zorg blijven verlenen. Heering: ‘Soms heeft een hospice een vaste huisarts. Het kan ook gebeuren dat het hospice zo ver weg ligt, dat de eigen huisarts geen adequate zorg kan leveren. Ook dan kan het soms beter zijn om de patiënt over te dragen. Belangrijk is dat de patiënt en de naasten wel goed begrijpen waarom dat gebeurt.’ ‘Soms kan het inderdaad niet anders dan dat je de zorg overdraagt’, zegt Bruggeman. ‘Ik vind dat vaak wel jammer, want als je al lang bij iemand betrokken bent, wil je graag ook de laatste zorg verlenen. Als het enigszins kan, gaat op veel plekken ook de eigen thuiszorg mee naar het hospice.’
◼ CONSULTATIELIJN
Goede samenwerking rond het sterfbed is ‘uitermate belangrijk’, zegt Bruggeman. ‘Wij zijn als huisartsen meer van de pillen en de middelen, terwijl de wijkverpleegkundige bijvoorbeeld goed is in wondzorg en iemand helpen in en uit bed te gaan. Je kunt elkaar heel mooi aanvullen. In een palliatieve situatie probeer ik vaak zo nu en dan samen met de verpleegkundige een huisbezoek te brengen, zodat je de zorg op elkaar kunt afstemmen. Regulier overleg in een PaTz-groep maakt je gezamenlijk nog pro-actiever, ook omdat daar altijd een kaderarts palliatieve zorg bij zit. Je ziet problemen zoals doorligwonden aankomen en kunt daar tijdig op anticiperen. Voor iedere ingebrachte patiënt nemen we de vier zorggebieden door: lichamelijk, psychisch, sociaal en existentieel.’ Huisartsen kunnen een specifieke casus inbrengen in een PaTz-groep, maar zo’n groep bestaat niet overal. Bovendien kunnen lang niet alle situaties wachten op een overleg dat pas een paar weken later plaatsvindt. In die gevallen kan de telefonische consultatielijn, ingericht door het landelijke netwerk van PaTz-groepen, uitkomst brengen. Bruggeman: ‘Iedere dag zit er een palliatieve verpleegkundige aan de lijn, samen met een kaderarts palliatieve zorg. Die laatste kan een huisarts, specialist ouderengeneeskunde of andere specialist zijn.’
◼ ONVOORSPELBAAR
‘Huisarts en thuiszorg zijn een belangrijke tandem in de laatste levensfase’
Palliatieve zorg is onvoorspelbaar, hoe ervaren je als huisarts ook bent. ‘Soms duurt het langer dan verwacht, andere keren word je door de tijd ingehaald’, zegt Bruggeman. ‘Daarom is het belangrijk om al in een vroeg-palliatieve fase de huisartsenpost te informeren. In de tijd daarna kun je die informatie updaten.’ Hij zat in de loop der jaren aan veel sterfbedden. ‘Je maakt hele bijzondere dingen mee, maar als huisarts ben je uiteindelijk een bescheiden onderdeel van het geheel.’ ¶
Huisarts Theo Bakker en wijkverpleegkundige Corry Brouwer
praktijkstart
Hoe kijken huisartsen terug op de start van hun eigen praktijk? Welke plannen zijn er voor de toekomst? En welk advies hebben zij voor andere starters? Huisartsen Lisa Ong en Lydia Assmann over hun praktijkstart. TEKST: BERBER BIJMA / FOTOGRAFIE: BAS VAN SPANKEREN
‘Spannend of de mensen uit het dorp hier willen komen voor de huisarts’
Wat maakt Wolfheze tot zo'n bijzondere plek voor een nulpraktijk?
Ong: ‘In dit dorp woonden vroeger vrijwel uitsluitend mensen die in de ggz-instelling werkten. Langzamerhand is het dorp gegroeid tot zo’n 1800 inwoners, van wie nu nog maar een klein deel werkt in de instelling, die nu Pro Persona heet. Lydia en ik werkten voorheen, naast ons werk voor Pro Persona, als waarnemend huisarts in gewone praktijken. Er zijn plannen voor meer woningen in Wolfheze. De huidige bewoners willen dan ook graag meer voorzieningen, waaronder een huisarts. Zo is het plan voor onze nulpraktijk ontstaan. Ik vind het een mooi plan, want eigenlijk was het natuurlijk een gekke situatie dat we voor 400 cliënten wél huisartsenzorg hadden en voor 1800 inwoners niet. Zij gingen – of gaan – naar de dokter in dorpen in de buurt. We leveren nu overigens niet alleen huisartsenzorg aan dorpsbewoners, maar ook aan cliënten van beschermd wonen-instelling RIBW Wolfheze. Ook patiënten uit het verpleeghuis voor slechtzienden kunnen zich bij ons inschrijven. En Pro Persona neemt huisartsenzorg af bij onze praktijk. Alle patiëntengroepen wonen op hetzelfde terrein – behalve de dorpsbewoners natuurlijk.’
Je wilde de praktijk niet alleen opzetten?
Ong: ‘Nee, beslist niet. Ik heb iemand nodig die me aansterkt, aanvult, een schop onder de kont geeft of troost – wat maar nodig is. Lydia kende ik eigenlijk alleen van naam; we werkten beiden voor Pro Persona. We gingen wandelen en het klikte.’ Assmann: ‘Ik was en ben verknocht aan het werken in een ggz-instelling. Ik dacht altijd dat het praktijkhouderschap daardoor voor mij geen optie was, want zie dat maar eens te combineren. Maar die optie deed zich nu dus voor. Onze praktijk zal altijd klein blijven vanwege het beperkte aantal inwoners van Wolfheze, dus die combinatie is heel goed mogelijk. Ong: ‘Ik wilde altijd al graag praktijkhouder worden, omdat ik van organisatorische uitdagingen houd en meer wil doen dan alleen van 8 tot 5 patiëntenzorg. Iedere dag een stuk of 24 mensen met problemen zien – daar raakte ik gaandeweg leeg van. Dit plan gaf energie en kwam voor mij perfect op tijd. Ik werk heel graag met ouderen en ben geen stadsmens, dus een dorp met grotendeels iets oudere inwoners, past helemaal bij mij.’
Vonden jullie makkelijk huisvesting?
Assmann: ‘We hebben op dit moment twee kamers in het medisch centrum van Pro Persona, een spreekkamer en een wacht-/voorraadkamer. Als ik voor de ggz-instelling werk, doe ik dat één gang verderop.
En het verpleeghuis voor slechtzienden zit in het gebouw hiernaast. In die ene spreekkamer zit nu dus de reguliere huisartsenpraktijk voor het dorp. Het was voor ons wel spannend of de mensen uit het dorp hier zouden willen komen voor de huisarts, maar dat blijkt geen probleem. Mensen zijn het gewend om dicht bij ggz-patiënten te wonen. Als je daar niets voor voelt, ga je niet in Wolfheze wonen.’ Het doel is dat er op termijn, bij de nieuwbouw in het dorp, ook een gezondheidscentrum komt, waarin wij een plek krijgen. Maar die plannen zijn nog in een hele prille fase, dus in de waarschijnlijk lange tussentijd zitten we hier.’
Er is zelfs al een derde huisarts?
Assmann: ‘Dat klopt. We werken zonder assistente en beantwoorden alle vragen dus zelf. Omdat we ook in de andere instellingen werken, zijn we er steeds om de beurt. Met die ene kamer kan dat natuurlijk ook niet anders. Maar we werken ook parttime, dus we zijn er niet altijd. Om de praktijk op te kunnen zetten en alle zorg te kunnen leveren, inclusief de spoedzorg, hebben we een derde huisarts aangetrokken. Hij heeft ook bij Pro Persona gewerkt, dus kent de context.’
Ong: ‘We hebben een handig terugbelsysteem voor als we de telefoon niet kunnen opnemen. De grootste uitdaging zit vooral in de puzzel die we steeds moeten leggen om het schema van de praktijk, met alle verschillende patiëntengroepen, goed rond te krijgen.’
Assmann: ‘We zijn op 1 maart opengegaan voor patiënten en kregen in de eerste maanden meteen 200 inschrijvingen. Daar komen nog elke dag nieuwe bij. Voor onze registratie is het belangrijk dat we de komende jaren doorgroeien naar minimaal 800 patiënten, zodat we gelden als reguliere praktijk.’
Hoe voelt het nu, als praktijkhouder?
Assmann: ‘Heel fijn. Het is nu in de beginfase nog wat druk en chaotisch, maar je merkt meteen dat het anders voelt. De energie lijkt uit een ander potje te komen. Het is misschien te vergelijken met het werken in de tuin van een huurhuis of een koophuis. We bouwen nu aan iets dat echt van onszelf is.’
Ong: ‘Ik vind het heerlijk om praktijkhouder te zijn. De afstand tot patiënten wordt kleiner, je voelt je meer gemotiveerd om alles voor ze te doen wat nodig is.’
Assmann: ‘Toen Lisa een van de eerste keren spreekuur had gedraaid met drie of vier patiënten, appte ze me: “Dit is zó gaaf!” Het voelt echt anders, je eigen patiënten.’ ¶
Lydia Assmann (36) en Lisa Ong (40) hebben per 1 maart 2025 een nulpraktijk geopend in Wolfheze. De praktijk heeft nu een paar honderd patiënten: uit het dorp, een beschermd wonen-instelling en een verpleeghuis. Daarnaast leveren ze zorg aan ggzpatiënten. Assmann werkt drie dagen, Ong vier.
THUIS
Beiden hebben een echtgenoot die (bijna) praktijkhouder is en drie jonge kinderen in de volgorde jongenmeisje-jongen. Ong: ‘We hebben ook dezelfde ideeën over een goede balans tussen werk en privé: lastig, maar heel belangrijk.’
VRIJE TIJD
De overeenkomsten gaan verder, want Assmann speelt piano en Ong is bezig dat te leren.
TWIJFELAAR?
Ong: ‘Ik zou alle waarnemers aanraden praktijkhouder te worden. Het is spannend en je moet veel regelen, maar je haalt er zoveel meer energie uit. Echt: het is het waard.’
LUISTER JIJ 'M AL?
In de LHV-podcastserie Een eigen praktijk vertellen huisartsen over hun ervaringen als praktijkhouder. Luisteren kan via je favoriete podcastapp!
Opleiding Praktijkmanagement in de huisartsenzorg start in Zwolle, Eindhoven en Woerden
Voor de praktijkmanager die zich graag wil ontwikkelen tot een sterke praktijkmanager in de huisartsenzorg. Dit najaar starten onze opleidingen weer in Zwolle, Woerden en Eindhoven. Onze opleidingen voldoen aan de eisen van grote zorgverzekeraars voor de vergoeding Praktijkmanagement en zijn ontwikkeld door ervaren praktijkmanagers en huisartsen.
• Basisopleiding | 7 dagen
Afronding: Certificaat
• Vervolgopleiding* | 6 dagen
Afronding: Diploma (HBO-niveau)
• Eénjarige opleiding | 12 dagen
Afronding: Diploma (HBO-niveau)
*Ook voor praktijkmanagers die elders een basisopleiding hebben gevolgd.
Persoonlijk opleidingsadvies?
Ook beschikbaar als incompany-traject, afgestemd op de regio.
Plan een kort gesprek met Klara Knapen en ontdek welke opleiding het beste past.
Belafspraak
Plan direct een belafspraak: www.sitis.nl/bel
Klaar om te starten?
Inschrijven kan via QR of: www.sitis.nl/start
LHV Academie
Bij de LHV Academie kies je uit meer dan 100 geaccrediteerde nascholingen. Voor huisartsen en voor jouw team, met aantrekkelijke korting voor LHV-leden.
WERK-DRUK?
Mentale krachttraining voor huisartsen
Sportpsycholoog Rico Schuijers traint en begeleidt dagelijks topsporters, zowel nationale teams als sporters die zich richten op de Olympische spelen. Bij de LHV Academie neemt hij huisartsen mee in een mentale krachttraining. Heb je last van werkdruk? Verlies van autonomie? Of wil je gewoon beter in je vel zitten? Dan kan deze training zomaar iets voor jou zijn.
Tijdens de nascholing biedt Schuijers je inzicht en kennis van mentale processen die jouw prestaties kunnen
PRAKTISCH
verbeteren, stabiliseren of een verslechtering kunnen vertragen. Je leert welke vier thema’s invloed hebben op jouw werk als huisarts: motivatie, spanning, concentratie en zelfvertrouwen. En je leert mentale vaardigheden zoals doelen stellen, spanningsregulatie, gedachtentraining, focustraining en visualisatie.
In deze boeiende nascholing krijg je nieuwe inzichten, bespreek je eigen ervaringen met collega-huisartsen en doe je praktische oefeningen.
De nascholing is op woensdag 10 september 2025 , begint om 16.00 uur en duurt tot 20.00 uur. Je ontvang na afloop 4 accreditatiepunten. Als LHV-lid krijg je een aantrekkelijke korting op de deelnamekosten. Aanmelden kan hier via de qr code.
NASCHOLING IN JOUW PRAKTIJK?
Wil je een nascholing volgen met een eigen groep op een zelfgekozen locatie? Dat kan. Mail naar Dinja Uittenbogaard, d.uittenbogaard@ lhv.nl of bel 085- 0480031, ze denkt graag met je mee over de mogelijkheden.
BALANS TUSSEN HUISARTS EN PRAKTIJKMANAGER
In deze nascholing duiken we in de kunst van taakverdeling binnen je team. Je leert hoe je met plezier en balans huisarts blijft, én tegelijkertijd grip houdt op je bedrijfsvoering. Na afloop weet je wat een praktijkmanager voor jou kan betekenen, welk type bij jouw praktijk past, hoe je deze optimaal inzet én hoe jij zelf aan het roer blijft.
Docent Wypke Zuidweg biedt in deze interactieve nascholing volop ruimte voor uitwisseling, reflectie en inspiratie. Samen met collegahuisartsen onderzoek je waar je staat en waar je naartoe wilt. Je oefent bovendien met concrete tools en scenario’s die je helpen om de regie stevig in handen te houden of terug te pakken. Alle aspecten van praktijkvoering – van HR en ICT tot financiën en PR – komen aan bod.
Data en praktische informatie vind je op de website van de LHV Academie:
‘ONS
De kers op de taart na bijna tien jaar werken aan positieve gezondheid en werkplezier. Zo zien de huisartsen van Huisartsenpraktijk Afferden de LHV Bouwprijs, die ze dit voorjaar kregen toegekend. ‘Ons werkplezier is in dit pand enorm toegenomen.’
TEKST: BERBER BIJMA / FOTOGRAFIE: ROY SOETEKOUW
Een praktijkpand dat zorgt voor werkplezier en dat gezond gedrag bevordert. Dat stond de praktijkhouders van Huisartsenpraktijk Afferden voor ogen, toen ze in 2016 hun visie opstelden. ‘Aanleiding was dat mijn toenmalige medepraktijkhouder Hans Peter Jung een tijdje uit de roulatie was geweest en dat het met mijzelf ook niet goed ging’, vertelt Hylke de Waart. ‘We realiseerden ons dat we op een andere manier zorg wilden verlenen. Bovendien moesten we op zoek naar een nieuw pand, omdat we in een kleine, verouderde praktijk aan huis zaten.’ Een jaar later kwam Saskia Benthem in de praktijk werken; zij nam de praktijkhouderstaak van Jung over. Hij is wel nog steeds werkzaam
in de praktijk. Benthem en De Waart maakten plannen voor een praktijk waarin positieve gezondheid centraal zou staan. Benthem: ‘Er ontstond een zwaan-kleefaan-effect. Al die andere partijen moesten er natuurlijk óók voor voelen om vanuit positieve gezondheid te werken. Het hielp dat er al sinds 2016 een regionaal netwerk positieve gezondheid was. Het concept was dus bekend.’
Ze werkten het zorgconcept uit en bekeken ondertussen allerlei panden, maar belandden uiteindelijk bij een locatie die grenst aan het park midden in het dorp. Daarop staat nu gezondheidscentrum Hooge Heide. Eén vleugel is voor de huisartsenpraktijk, de andere voor diverse andere zorgver-
leners. De gezamenlijke wachtruimte verbindt beide vleugels aan elkaar.
◼ OUT OF THE BOX
‘Positieve gezondheid betekent voor ons dat de regie zoveel mogelijk bij de patiënt ligt’, zegt De Waart. ‘Wij zoeken samen met de patiënt zo mogelijk naar oplossingen op niet-medisch gebied. Wat kan de patiënt zelf, wat kan de omgeving?’ Benthem: ‘Persoonsgericht is voor ons een belangrijk uitgangspunt. Wat werkt voor déze patiënt? Daarin denken we gerust
Huisartsenpraktijk Afferden zit in een van de beide vleugels van gezondheidscentrum Hooge Heide – genoemd naar een voormalig natuurgebied in de nabije omgeving. Tussen de beide vleugels is de gezamenlijke wachtkamer.
Voor zorg- en welzijnsstudenten van Hogeschool Arnhem-Nijmegen is er een leerwerkplek in het gebouw.
Huisartsenpraktijk
Afferden heeft 11 medewerkers, onder wie 3 huisartsen.
out of the box.’ De Waart: ‘We hebben bijvoorbeeld mensen samengebracht die nu een kaartclub vormen.’ De omgeving is betrokken geweest bij het vormgeven van het gezondheidscentrum, vertelt Benthem. ‘We wilden een gebouw neerzetten dat bij ons past én dat bij de gemeenschap past. Om de inbreng van bewoners te vragen, hebben we onder meer een paar avonden georganiseerd om met hen te praten over hoe
de zorg eruit zou moeten zien.’
De Waart: ‘We hadden al tien jaar contact met een lector van Hogeschool Arnhem-Nijmegen, die onderzoek deed naar kleine kernen en die toevallig ook architect was. Hij heeft het ontwerp gemaakt.’ Benthem: ‘Volgens mij lag het LHV-Bouwhandboek op z’n nachtkastje.’ De Waart: ‘En daar heeft-ie misschien wel nachtmerries van gehad. Want aan al die richtlijnen voldoen, is natuurlijk best ingewikkeld.’
◼ DE VOGELS HOREN
Het resultaat is een gezondheidscentrum met een schuur-achtig concept, dat mooi opgaat in de omgeving. ‘Ons werkplezier is enorm toegenomen’, zegt De Waart. ‘Het is hier zo rustig, dat je de vogels kunt horen. Aan het einde van de dag zetten we soms de deuren open.’ De praktijk is warm, maar niet té huiselijk, vertelt Benthem. ‘Mensen blijven soms wel even hangen, maar het moet niet té gezellig worden. In de wachtkamer zitten ook mensen op hun slechtst.’ De Waart: ‘We kiezen voor gastvrouwen aan een balie in de wachtkamer in plaats van een aanmeldzuil. De gastvrouwen zijn vrijwilligers die een praatje kunnen maken en mensen ook naar de andere zorgverleners kunnen toeleiden. Dat is fijn voor de bezoekers en voor de gastvrouwen zelf is dit werk een vorm van zingeving.’
Het gebouw draagt ook op andere manieren bij aan de positieve gezondheid die centraal staat in de zorg. De Waart: ‘De wandelclub start hier. Naast ons pand ligt een kruidentuin, die onderhouden wordt door inwoners. Voor hun kas krijgen ze stroom en water van ons. In onze wachtkamer organiseren we ook informatieavonden over gezondheidsthema’s voor de inwoners, bijvoorbeeld over artrose, over slaap of over wensen rondom levenseinde Ons pand is geen gemeenschapshuis, maar wel vaak startpunt van allerlei sociale activiteiten.’ ¶
‘De kasten komen van Marktplaats en zijn door een dagbesteding opgeknapt’
‘Er
zijn zaadjes uitgedeeld in het dorp die mensen kunnen opkweken tot plantjes die ze vervolgens terugbrengen’
Wie maken zich hard voor de huisartsenzorg?
DE AGENDA VAN ROBBERT POLET, SENIOR BELEIDS-
MEDEWERKER
LHV
De zorgsector kent vele uitdagingen – en daar houdt Robbert Polet van. Twaalf jaar geleden stapte hij over van de NZa naar de LHV. Sindsdien ‘never a dull moment’. Sommige vraagstukken blijven spelen, zoals bureaucratie en regeldruk, maar er duiken ook altijd weer nieuwe kwesties op waar hij met energie induikt.
TEKST: CORIEN LAMBREGTSE / BEELD: LEONARD WALPOT
De onderwerpen waar Polet zich mee bezig houdt, zijn heel divers: het Integraal Zorgakkoord (IZA), het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) en de arbeidsmarkt bijvoorbeeld. Als lid van het team Beleid & Bekostiging weet hij ook alles over actuele bekostigingsen contracteringskwesties. Daar zit een link met zijn achtergrond: hij studeerde economie – begon zijn loopbaan ooit bij Unilever. Maar al snel
ontdekte hij dat zijn echte interesse bij de zorg ligt. Bij de NZa keek hij nog van een afstand toe, bij de LHV zit hij dicht op de praktijk. Dat maakt het werk voor hem interessant en urgent. ‘Huisartsen hebben een belangrijke rol als poortwachter in het zorgsysteem. En het zijn ook nog eens aardige, interessante mensen. Ze kunnen koppig zijn, maar ook goed uitleggen waarom ze bepaalde dingen doen. Ik zie dagelijks hoe verantwoordelijk
‘De
relaties zijn verbeterd, maar het blijft hard
werken’
huisartsen zich voelen voor hun patiënten en hun vak. Die professionele inzet waardeer ik enorm. Zo zit ik er zelf ook in.’
De wereld van de huisartsenzorg is volgens hem de laatste jaren complexer geworden. ‘Het managen van praktijken is een hele klus. Praktijkteams zijn groter geworden, de administratieve lasten zijn toegenomen en veel praktijken zitten qua aantal patiënten aan hun taks. Ze hebben een patiëntenstop, omdat ze het anders niet kunnen bolwerken.’
◼ BETERE RELATIES
Een van de leuke kanten van zijn werk vindt hij de vele contacten. Met collega’s, bestuursleden en leden binnen de LHV, maar ook met partnerorganisaties, toezichthouders, zorgverzekeraars en andere overlegpartners. Hij gelooft in het gemeenschappelijke belang. Hoe beter de huisartsenzorg, hoe lager de zorgkosten. ‘Het is frustrerend als anderen dat soms niet zo zien. Ik heb de tijd meegemaakt dat de relatie tussen zorgverzekeraars en huisartsen heel slecht was. De laatste jaren zijn er, mede dankzij onze overlegteams huisartsenzorg (OTH's) positieve stappen gezet. De relaties zijn verbeterd, maar het blijft hard werken.’
◼ RODE DRAAD
In principe werkt Polet vier dagen, al komt zijn maandag/papa-dag nogal eens in de knel door noodzakelijke overleggen. Een fors deel van zijn tijd ging de afgelopen maanden op aan IZA/AZWA-overleggen en -voorberei-
dingen. Hij coördineert alle inbreng vanuit de LHV. ‘Het is een enorm overlegcircuit. Onder het IZA zijn zo’n tien thematafels en 70 werkgroepen in het leven geroepen. Wij kunnen onmogelijk overal aanwezig zijn, maar aan tafels als Regionale samenwerking, Versterking eerste lijn, Samenwerking gemeenten/GGZ, Arbeidsmarkt, Digitalisering en Contractering moeten we het huisartsengeluid laten horen.’
Het AZWA heeft als doel bestaande afspraken uit het IZA te concretiseren en te versnellen. ‘Voor de huisartsenzorg gaat dat onder meer over het op orde brengen van de vervolgzorg, minder administratieve lasten en versterken van de eerstelijnszorg.
Daarnaast biedt het ook kansen om nieuwe afspraken te maken, zoals het aantrekkelijker maken van praktijkhouderschap. Onze rode draad zijn nog steeds de eisen uit het Met de vuist op tafel-manifest. We hebben goede afspraken gemaakt voor de huisartsenzorg, maar we moeten alert blijven dat afspraken met andere partijen niet nadelig uitpakken.’
◼ ZICHTBAARHEID
Wat hem motiveert, is bijdragen aan betere randvoorwaarden voor huisartsenzorg. ‘Ik weet dat onze inzet als LHV-bureau niet altijd zichtbaar is. We werken veelal achter de schermen, omdat dat effectiever is. Ons doel is dat huisartsen hun werk kunnen doen op een manier die houdbaar is – voor henzelf en de samenleving. Dat vraagt om structurele oplossingen, niet om incidentpolitiek.’
7 agendapunten in een week van Robbert Polet
DINSDAG 13.00 UUR
Inbreng thematafel ggz (IZA/AZWA)
De thematafel ggz is een van de AZWA-thematafels waar wij als LHV aan deelnemen. Mijn collega Jelly Hogendorp zit hier aan tafel. Eerst verliep het overleg heel goed, maar nu toch moeizaam. We moeten er als LHV bovenop zitten, want veel huisartsen lopen tegen de ggz-wachtlijsten aan. Het doel van onze inbreng is om de vervolgzorg op orde te krijgen. De problemen in de ggz mogen niet op huisartsen worden afgewenteld. Jelly en ik stellen samen de juiste formuleringen van onze inbreng vast
WOENSDAG 10.00 UUR
Voorbereiding bestuurlijk
overleg IZA/AZWA voor Marjolein
Onze voorzitter, Marjolein Tasche, heeft deze week op vrijdag een bestuurlijk overleg (BO) over het AZWA, met alle zeventien betrokken partijen en VWS. Het gaat er in die overleggen soms heftig aan toe. Het akkoord had al in december rond moeten zijn, maar de finishlijn wordt steeds verzet. Iedere keer denken we dat we er bijna zijn, en dan wordt het toch weer later. Je hebt dus een lange adem nodig en veel conditie. Je moet kunnen incasseren, bijvoorbeeld omdat bepaalde informatie maar niet loskomt of een bepaalde passage voor
de zoveelste keer terugkomt. Dan bepalen we opnieuw onze positie: wat doen we, welke strategie kiezen we, wie kunnen we als bondgenoot inschakelen?
Als beleidsmedewerkers bereiden we het overleg goed voor, zodat Marjolein goed beslagen ten ijs komt. In de week ervoor haal ik bij iedereen input op. Ook overleggen we met InEen, zodat we samen kunnen optrekken. Vandaag breng ik alle informatie bij elkaar, inclusief de kernboodschappen en de punten waar wij extra op willen sturen.
WOENSDAG 15.00 UUR
Communicatie over IZA/AZWA richting ambassadeurs en leden
Overleg met communicatieadviseur Luuk Elzinga over hoe we onze leden over het IZA en AZWA gaan informeren. Geen beleidsjargon, maar duidelijke taal: wat betekent het akkoord concreet voor de huisartsenpraktijk? We sturen zo’n akkoord van misschien wel 100 pagina’s niet zomaar door naar onze achterban met de vraag: steunt u dit of steunt u dit niet? We gaan het samenvatten, uitleggen en begeleiden. Er komt een webpagina met een samenvatting, een filmpje waarin het
DONDERDAG 13.00 UUR
bestuur uitleg geeft, een lijst met vragen en antwoorden en links naar alle achterliggende documenten.
Ik denk dat we dat als LHV heel goed doen, uitleg geven over akkoorden en wat daar allemaal bij speelt. Dat is een les die we bij het IZA hebben geleerd. Ik ken geen andere organisatie die haar leden zo goed informeert. Wij vinden het heel belangrijk om transparant te zijn en onze leden te betrekken. Dat is voor ons de kern van verenigingsdemocratie.
Sparren over discussienotitie bekostiging
Naast alle AZWA-zaken doen we natuurlijk ook nog andere dingen. Als team Beleid & Bekostiging werken we aan een discussienotitie over eenvoudiger bekostiging. Deze komt ook in juni op de agenda van de ledenraad. Het huidige bekostigingssysteem is in 2015 geïntroduceerd, maar er is intussen veel veranderd. Praktijkteams zijn uitgebreid, er is meer regionale samenwerking, de zorgvraag van patiënten is complexer geworden, de huisvesting is duurder geworden en er wordt veel meer ICT ingezet. Het bekostigingssysteem
DONDERDAG 16.30 UUR
sluit daar op onderdelen niet goed bij aan. Het is soms ook niet meer uit te leggen wat wel en wat niet wordt vergoed en tegen welk tarief. Daarom willen wij dat de bekostiging eenvoudiger wordt, met meer ruimte voor maatwerk. Deze notitie moet dat gesprek in gang zetten. Eerst intern, maar daarna ook met de NZa, de zorgverzekeraars en InEen. Die verandering zal niet over één nacht ijs gaan. Maar ook hier geldt: wij hebben een lange adem en houden vol.
Overleg over IZA/AZWA met bestuur en MT
Iedere donderdag bespreken we met het bestuur en het management de voortgang van het IZA/AZWA-traject. We delen signalen, bespreken knelpunten en kijken welke acties nodig zijn. We bepalen de koers voor komende bestuurlijke overleggen. Door elkaar goed op de hoogte houden, kunnen we als het moet snel schakelen. Zodra de eindteksten rond zijn, komt er een ledenvergadering om het akkoord met de ambassadeurs te bespreken. De ambassadeurs moeten dan wel tijd hebben
gehad om daar met hun achterbannen over te spreken. Het wordt een ingewikkelde planning. We koersen nu op de ledenvergadering van juni. Het is onze taak om alles zo helder mogelijk uit te leggen en te laten zien dat een akkoord een totaalpakket van afspraken is, dat je als geheel moet beoordelen. Als je er elementen uithaalt en uit hun verband rukt, doe je het akkoord geen recht.
VRIJDAG 10.00 UUR
Dashboard
arbeidsmarkt, met
Vektis
Een (online) overleg met Vektis, samen met collega Elsbeth Zeijlemaker (team Arbeidsmarkt). We hebben gezamenlijk met Vektis een dashboard ontwikkeld voor de huisartsenzorg. Het geeft inzicht in de zorgkosten, maar ook in hoe het echt zit met de arbeidsmarkt. Het tekort aan huisartsen wordt vaak afgedaan als een spreidingsprobleem, maar de cijfers laten zien: er is écht een tekort. De Algemene Rekenkamer heeft dat in april in een rapport bevestigd. Met het Dashboard Huisartsenzorg kunnen we dat feitelijk onderbouwen richting politiek en beleidsmakers. Om de feiten kan niemand heen. Er moeten oplossingen komen.
Huisarts, word jij onze nieuwe collega?
Ben je praktijkhoudend huisarts* en wil je naast het werk in je praktijk de stem van alle huisartsen versterken richting politiek en stakeholders? Dan zijn we op zoek naar jou!
Vacature huisartsbelangenbehartiger
(20 – 32 uur per week, standplaats Utrecht)
Als huisarts-belangenbehartiger volg je proactief de ontwikkelingen in de (huisartsen)zorg, maak je de vertaalslag naar de huisarts(enpraktijk) en adviseer je bestuur, directie en collega’s van de LHV. Je werkt hierin samen met je collega’s van het team Beleid & Belangenbehartiging (bijvoorbeeld met Robbert Polet uit het artikel op deze pagina) en experts op het gebied van communicatie, public affairs en beleidsontwikkeling.
Complexe vraagstukken over bijvoorbeeld innovatie, werkdruk en samenwerking, vertaal je naar praktische oplossingen die de huisartsenzorg nu en in de toekomst versterken. Je hebt contact met belangrijke partijen zoals het ministerie van VWS, IGJ en andere beroeps- en brancheverenigingen. En je beantwoordt vragen van leden en stakeholders over belangrijke thema’s in de huisartsenzorg.
VRIJDAG 13.00 UUR
Bellen met lid
Overlegteam
Huisartsen
Even een belletje met een OTH-lid. Over hoe het zit met de indexering in contracten. Dit soort details lijken klein, maar raken aan grotere kwesties rond bekostiging en contractvrijheid. Voor de OTH’s is het belangrijk om met kennis van zaken het gesprek met zorgverzekeraars te kunnen voeren. Mijn collega Joelle van Pelt en ik ondersteunen de OTH’s om de huisartsenbelangen goed op tafel te kunnen leggen en tegenspel te bieden aan de zorgverzekeraars met hún belangen.
“Het werk als huisarts-beleidsmedewerker is afwisselend en sluit vaak aan bij de actualiteit. Het helpt ontzettend als je in overleggen weet wat bepaalde keuzes voor de huisartsenpraktijk of patiëntenzorg betekenen en dat je dit in kan brengen.”
Petra Meerkerk, huisarts en LHV-belangenbehartiger
Ons aanbod
◼ Een veelzijdige functie (20-32 uur per week, uren in overleg)
◼ Bruto maandsalaris tussen € 6.227,- en € 8.413,- plus een huisartsentoeslag van € 1.069,(op basis van een 40-urige werkweek);
◼ Goede secundaire arbeidsvoorwaarden en de mogelijkheid om deels thuis te werken.
Heb je belangstelling? Dan kun je bellen met Erik Dijkstra, manager Beleid & Belangenbehartiging, 06-11325195. Of solliciteer bij bij hrm@lhv.nl
* Vanwege de samenstelling van het huisartsenteam zoeken we nu een praktijkhoudend huisarts
Een klassieke dokterstas, of toch een hippere variant? Wat zegt de tas eigenlijk over de dokter? En wat zit er in die tas?
Huisarts Tom Rebholz heeft een echte dokterstas, maar wel een héle kleine.
TEKST: BERBER BIJMA / FOTO: MAARTJE KUPERUS
‘Mijn oude tas is een mooi contrast met de vernieuwingen in onze praktijk’
Wie? Tom Rebholz (65)
Huisarts sinds 1992
Hoe en waar? praktijkhouder in Nieuwegein
‘Die grote NHG-tas van de opleiding was ik wel zat toen ik ’m een paar jaar had meegezeuld. Er zat van alles in dat ik niet nodig had. Vroeger hadden dokters toch veel kleinere tassen? Daar raakte ik over aan de praat met een mevrouw die een brocanterie runde in Utrecht. Zij bleek in haar berging nog meerdere kleine dokterstassen te hebben, die ze toen liet zien. Daar heb ik er eentje van uitgezocht. Hij is vermoedelijk een jaar of honderd oud. Helaas weet ik niets van vorige eigenaren.
Inmiddels loop ik al een kleine dertig jaar met deze tas rond en ik zou niet meer anders willen. Bij gewone visites weet je waar je naartoe gaat en wat je nodig hebt. Voor spoedvisites hebben we op de praktijk één spoedkoffer staan, die we met z’n vieren gebruiken. Daar zitten bijvoorbeeld ampullen in. Dat is veel duurzamer dan alle vier een volledig gevulde tas. En op de huisartsenpost zit alles wel in de auto.
Met deze tas hoeft niemand te twijfelen: dat is de dokter. Dat vind ik wel fijn. Zo blij als ik met mijn tas ben, zo leuk vind ik mijn vak. Ik herken me totaal niet in al dat geklaag over hoe zwaar huisartsen het hebben. Ik denk dat ik nog wel een jaar of vijf blijf werken. Daarna krijgt deze tas een ereplek in huis. Om nou te zeggen dat die tas een stuk van mijn identiteit is, dat gaat misschien wat ver. Maar toch: die tas, dat ben ik wel een beetje.’ ¶
EEN BLIK IN JOUW TAS?
Wil je vertellen over jouw dokterstas? Meld je aan voor deze rubriek via dedokter@lhv.nl met in de titel ‘dokterstas’.
Otoscoop, stethoscoop, saturatiemeter, bloeddrukmeter, reflexhamer, 2 handschoenen en een pen. Meer heb ik niet nodig. Dat zijn zo weinig spullen, dat ik het meteen voel als de otoscoop er nog niet in zit – die ligt normaal op mijn bureau in de spreekkamer.
Ik heb de tas voor dertig euro gekocht en een paar jaar geleden voor ongeveer het tienvoudige de voering laten vernieuwen, met twee vakjes. Of die tas dat waard is, zou ik niet weten. Het is het míj waard. Het is een mooie doorleefde tas, die nog perfect functioneert. Bij het opknappen is er een leren sticker met mijn naam in aangebracht.
Wij hebben in onze praktijk altijd vooropgelopen met vernieuwingen. Mijn oude tas vormt een mooi contrast daarmee. Soms neem ik m’n tablet mee als ik op visite ga, zodat ik het HIS bij de hand heb. Die moet dan los in de hand, want die past niet in de tas.
‘ HET CONTRACTERINGSPROCES VOOR 2026 ZIT IN EEN CRUCIALE FASE ’
Veel een- en tweejarige contracten met zorgverzekeraars lopen eind dit jaar af. Dat betekent dat huisartsen in oktober de nieuwe zorgovereenkomst moeten tekenen. De zorgverzekeraars hebben in april hun inkoopplannen bekend gemaakt. Een belangrijk moment voor de overlegteams huisartsen (OTH’s) die daar de afgelopen maanden intensief over hebben overlegd, met ondersteuning van het LHV-bureau. Hoeveel invloed hebben ze kunnen
uitoefenen op de plannen van de zorgverzekeraars en is er nog iets wat moet worden bijgesteld of aangescherpt? Aard Verdaasdonk, LHVbestuurslid met contractering in zijn portefeuille, volgt het proces elk jaar op de voet.
Wat is het beeld van de plannen voor komend jaar?
‘We zitten in een cruciale fase van het contracteringsproces. Het beeld is dat de zorgverzekeraars over het algemeen meegaan met wat er in het Integraal Zorgakkoord is afgesproken. Als het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord er komt, worden de afspraken uit dit akkoord pas volgend jaar meegenomen. Dat kan niet anders.
De hele cyclus van voorbereiden, overleggen, publiceren, ondertekenen en verwerken van contracten kost nu eenmaal een jaar. Wat opvalt is dat er nogal wat contracten voor één jaar zijn, terwijl is afgesproken dat we naar meerjarencontracten toegaan. Dat is wel jammer.’
Waarom zouden meerjarencontracten beter zijn?
‘Meerjarencontracten geven meer zekerheid. Je weet als praktijkhouder waar je aan toe bent. Als je personeel moet aannemen, wil je niet dat
het maar één jaar kan. Er is behoefte aan zekerheid, ook in verband met de nieuwe wetgeving rondom zzp’ers. Bij goed werkgeverschap hoort geen onzekerheid of je mensen na een jaar nog werk kunt bieden. Daarom willen we de komende jaren dus toe naar meerjarencontracten. Drie jaar zou het mooist zijn.’
Hoe zit het met belangrijke thema’s als bevordering praktijkhouderschap?
‘Praktijkhouderschap is een belangrijk onderwerp in de inkoopplannen. Er zijn enkele zorgverzekeraars die speciale modules aanbieden om huisartsen die een praktijk starten of overnemen te ondersteunen. Belangrijke thema’s zijn ook digitalisering en vermindering van administratieve lasten. Zorgverzekeraars willen bijvoorbeeld actief wachtlijstbemiddeling doen zonder dat huisartsen daar extra administratieve lasten van krijgen.’
Zijn er grote verschillen tussen de inkoopplannen van de zorgverzekeraars?
‘Gelukkig niet, want je wil dat een huisarts in Tytsjerksteradiel en een huisarts in Zeeuws-Vlaanderen een vergelijkbaar contract hebben. Er zijn een paar zorgverzekeraars waar echt nog serieuze gesprekken moeten plaatsvinden, bijvoorbeeld over de bekostiging van POH’s en ouderenzorg, maar over het algemeen zijn de inkoopplannen van de zorgverzekeraars vergelijkbaar. Tegelijkertijd zien
we dat de uitvoering regionaal verschillend is. Bijvoorbeeld in de manier waarop zorgverzekeraars omgaan met regionale eerstelijns samenwerkingsverbanden. We moeten ervoor waken dat die RESV’s geen bureaucratische tussenstations worden die huisartsen verder op afstand zetten.’
Hebben de OTH’s veel invloed op de contractering?
‘De OTH’s laten het geluid van individuele huisartsen in de regio’s en het landelijke beleid van de LHV horen. Zij brengen de punten uit de zorgakkoorden in die voor huisartsen belangrijk zijn en vertalen die naar de praktijk.
Hoe werkt contractering?
Dankzij een vaste tijdlijn voor contracteren weet je precies wat je op welk moment in het jaar moet doen. Op de LHV-website vind je alle stappen van contractering op een rij. Ook leggen we uit welke onderhandelingsruimte je hebt en waar je terecht kunt als je vastloopt.
‘ We willen meer zelf de agenda bepalen’
Marie Annet Vollebregt zit als LHVambassadeur Midden-Nederland in het overlegteam huisartsen met Zilveren Kruis (OTH-ZK). Samen met acht collega’s en met ondersteuning vanuit het LHV-bureau zet ze zich in voor het best mogelijke contract voor de huisartsenzorg. ‘De zorgverzekeraars draaien aan de knoppen, maar dat betekent niet dat wij geen invloed hebben.’
Ze is vorig jaar samen met een collega een nulpraktijk gestart in Woerden. Nu doet ze twee dagen per week patiëntenzorg en daarnaast een heleboel andere dingen, waaronder het OTHwerk. Ze heeft meerdere overleggen per maand, ‘maar dat geeft me eigenlijk alleen maar energie.’
De samenwerking met Zilveren Kruis is volgens haar intensief en constructief. ‘We zitten regelmatig samen aan tafel. Het is echt een kwestie van telkens kleine stapjes zetten. Wij leggen als OTH kritische punten op tafel, maar altijd met het oog op samenwerking.’
PRAKTIJKSTARTMODULE
Die benadering werpt haar vruchten af. Vollebregt: ‘We hebben bijvoorbeeld samen met Zilveren Kruis een praktijkstartmodule ontwikkeld: een regeling die het voor startende huisartsen makkelijker maakt om hun praktijk financi-
Marie Annet Vollebregt, OTH-lid
eel van de grond te krijgen. Daar zijn we echt trots op. Tot nu toe wist niemand waar je moest aankloppen of welke voorwaarden er golden als je ondersteuning wilde bij een praktijkstart. Het blijft maatwerk, maar er is nu een helder format.’ Die praktijkstartmodule is illustratief voor een bredere ambitie. ‘We willen niet alleen reageren op wat de zorgverzekeraar aandraagt, maar ook zélf met voorstellen komen. Bijvoorbeeld over de financiering van chronische zorg. De huidige rekentool is veel te complex. Wij zijn bezig met een visie over hoe de chronische zorg in de toekomst beter gefinancierd zou kunnen worden en hoe we dat in een contract geregeld krijgen. Maar we zitten nog in een verkennende fase, want de toekomst van de chronische zorg is nog voor niemand helder en is ook op meerdere tafels onderwerp van gesprek.’
ZELF CONTRACT OPSTELLEN
De invloed van landelijke zorgakkoorden is volgens haar beperkt zichtbaar in de contracten die huisartsen dit najaar toegestuurd krijgen. ‘Zo’n akkoord wordt op zeker moment gesloten, maar onze contracteringscyclus is dan al verder. Wij werken minstens een jaar vooruit. Dat is op zich niet erg, maar soms kan het frustrerend zijn dat innovaties eerst gefinancierd worden via een tijdelijke module, en vervolgens nergens meer een plek krijgen als die module verdwijnt.’
Over het algemeen is ze positief over het overleg met de zorgverzekeraars.
‘We weten dat zij aan de knoppen draaien en beslissen. Maar Zilveren Kruis consulteert ons op veel punten en als wij het ergens niet mee eens zijn, dan zeggen we dat. We mogen kritisch zijn. Mijn ideaal? Dat wij als huisartsen zelf het contract opstellen en Zilveren Kruis vragen wat zij ervan vinden. Daar zijn we nog niet, maar ik denk dat we op de goede weg zitten.’
Zilveren Kruis en LHV-ambassadeur Midden-Nederland
DaF-architecten bouwt nieuw medisch centrum in Bemmel
Nieuw- of verbouwplannen?
DaF architecten werkt graag aan maatschappelijke projecten zoals gezondheidscentra.
Medisch Centrum Houtakker is een flexibel gebouw ontwikkeld voor en door meerdere gebruikers, waaronder drie huisartsenpraktijken, een apotheek, en een fysio-praktijk.
DaF-architecten ontwierp een duurzaam gebouw met natuurlijke materialen en slimme installaties. Tot in detail is het een mensvriendelijk gebouw, van houten gevel tot Corona-virus lamp.
www.dafarchitecten.nl
Nascholingsagenda
KOPP/KOV-kinderen
Handelen in het belang van kind en ouder
Cursus op woensdag 17 september
Leefstijl in de spreekkamer
Praktische interventies voor de zorgpraktijk
Cursus op dinsdag 2 december
Fertiliteitsproblematiek en een kinderwens
De medische en psychologische impact van fertiliteitstrajecten
Congres op donderdag 11 december
Psychiatrie & Zwangerschap
Als de roze wolk schuilgaat achter donkere wolken
Congres op woensdag 4 februari
‘Voor de huisartsenzorg is behoorlijk wat geld voor groei beschikbaar’
Zonder de OTH’s zouden de zorgverzekeraars alles zelf bepalen. Het overleg verloopt constructief. Dat is ook wel eens anders geweest. Maar mede door de stevige gesprekken die we over het Integraal Zorgakkoord (IZA) hebben gehad, is er echt een steen verlegd. Ook de zorgverzekeraars beseffen dat we de problemen in de zorg samen moeten oplossen en dat huisartsen daar een cruciale rol in vervullen.’
De NZa-tarieven voor de basishuisartsenzorg zijn volgens de LHV niet kostendekkend. Is dat ook een punt voor de zorgverzekeraars?
‘Dit punt staat los van het overleg tussen zorgverzekeraars en OTH’s. De LHV is een beroepsprocedure tegen de NZa begonnen. De manier waarop de tarieven zijn opgebouwd, is volgens ons niet meer van deze tijd en stimuleert niet om goede zorg te leveren. Je kunt niet alles wat je mist op segment 1, compenseren met zorg uit segment 3. Dat is ook een verkeerde
prikkel. De zorgverzekeraars moeten werken met de door de NZa vastgestelde tarieven. Maar ook zij hebben belang bij een goede basisfinanciering van huisartsen. Ook zij willen niet dat praktijken omvallen of door de nieuwe tarieven in de problemen komen. En dat dreigt voor sommige praktijken toch te gebeuren.”
Wat gaan huisartsen volgend jaar vooral merken?
‘Voor de huisartsenzorg is behoorlijk wat geld voor groei beschikbaar. Dit in tegenstelling tot de medisch specialistische zorg die op een nullijn zit. Voor de huisartsenzorg moet zich dat vertalen naar concrete vergoedingen en modules, in de vorm van ondersteuning bij een praktijkstart, vergoedingen voor praktijkondersteuners en meer tijd voor de patiënt. We hebben momentum als huisartsenzorg – maar we moeten er scherp op blijven dat de gemaakte afspraken landen in goede contracten.’ ¶
De
weg naar een nieuw contract
De weg naar een nieuw contract is in het ideale geval een doorlopend proces:
Januari: start van het overleg over een nieuw contract of de aanpassing van een doorlopend contract, op basis van de afspraken uit het IZA. De overlegteams huisartsen (OTH’s) hebben periodiek overleg met de preferente zorgverzekeraar.
April: zorgverzekeraars publiceren hun inkoopbeleid voor het komende contractjaar.
Half september: verzekeraars presenteren hun contractaanbod via het digitale portaal VECOZO. Huisartsen krijgen 5 tot 6 weken de tijd om keuzes te maken en eventuele aanpassingen te regelen.
Begin oktober: kunnen de huisartsen het contract digitaal tekenen. De uiterlijke datum om het contract te tekenen is meestal 12 november.
November: zorgverzekeraars maken publiek met welke zorgaanbieders zij een contract hebben afgesloten.
De nieuwe contracten worden voor 1 januari administratief verwerkt.
Al 25 jaar uw vertrouwde innovatiepartner in de zorg
Met onze hybride zorgoplossingen:
ondersteunen we zorgorganisaties met ons medisch service centrum; ontwikkelen we efficiënte zorgpaden met onze IT expertise; blijven we bouwen aan de zorg van morgen.
Samen houden we passende zorg toegankelijk voor iedereen die dat nodig heeft. www.medicinfo.nl
Advertentie De Dokter_Medicinfo_maart_2025.indd 1 13-2-2025 10:07:03
Verkorte productinformatie Prevenar 20 (opgesteld: maart 2024). De volledige productinformatie (SPC) is op aanvraag verkrijgbaar. ▼Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Samenstelling: 1 dosis Prevenar 20 suspensie voor injectie (0,5 ml) bevat: pneumokokkenpolysacharide serotype 1, 3, 4, 5, 6A, 6B, 7F, 8, 9V, 10A, 11A, 12F, 14, 15B, 18C, 19A, 19F, 22F, 23F, 33F geconjugeerd aan het dragereiwit CRM₁₉₇ (± 51 µg) en geadsorbeerd aan aluminiumfosfaat (0,125 mg aluminium). Indicaties: Actieve immunisatie voor de preventie van invasieve ziekte, pneumonie en acute otitis media veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae bij zuigelingen, kinderen en adolescenten in de leeftijd van 6 weken tot 18 jaar. Actieve immunisatie voor de preventie van invasieve ziekte en pneumonie veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae bij personen van 18 jaar en ouder. Zie de SPC voor informatie over bescherming tegen specifieke pneumokokkenserotypen. Prevenar 20 dient te worden gebruikt in overeenstemming met officiële aanbevelingen. Farmacotherapeutische categorie: vaccins, pneumokokkenvaccins, ATC-code: J07AL02. Dosering: De primaire serie voor zuigelingen bestaat uit drie doses, elk van 0,5 ml, waarbij de eerste dosis gewoonlijk wordt gegeven op de leeftijd van 2 maanden, met een interval van ten minste 4 weken tussen de doses. De eerste dosis kan al worden gegeven op de leeftijd van 6 weken. De vierde (booster)dosis wordt aanbevolen tussen de leeftijd van 11 en 15 maanden. Prevenar 20 dient te worden toegediend als enkelvoudige dosis bij personen van 18 jaar en ouder. De noodzaak van revaccinatie met een volgende dosis Prevenar 20 is niet vastgesteld. Voor Prevenar 20 zijn er geen gegevens beschikbaar over opeenvolgende vaccinatie met andere pneumokokkenvaccins of een boosterdosis. Als het gebruik van een 23 valent pneumokokkenpolysacharidenvaccin (Pneumovax 23) zinvol wordt geacht, dient gebaseerd op de klinische ervaring met Prevenar 13 (een pneumokokkenconjugaatvaccin dat bestaat uit 13 polysacharidenconjugaten die ook in Prevenar 20 zitten), eerst Prevenar 20 gegeven te worden. Zie de SPC voor verdere informatie over dosering. Contra-indicaties: Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de hulpstoffen of voor het difterietoxoïd. Waarschuwingen en voorzorgen: Prevenar 20 mag niet intravasculair worden toegediend. Terugvinden herkomst: Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren moeten de naam en het batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden. Overgevoeligheid: Zoals bij alle injecteerbare vaccins dienen passende medische behandeling en toezicht altijd direct beschikbaar te zijn in geval van een zeldzame anafylactische reactie na toediening van het vaccin. Gelijktijdige ziekte: De vaccinatie dient te worden uitgesteld bij personen die aan een acute, ernstige ziekte met koorts lijden. De aanwezigheid van een milde infectie, zoals een verkoudheid, is echter geen reden om vaccinatie uit te stellen. Trombocytopenie en stollingsstoornissen: Het vaccin moet met voorzichtigheid worden toegediend aan personen met trombocytopenie of een bloedingsstoornis, aangezien er na een intramusculaire toediening een bloeding kan optreden. Het risico op een bloeding bij patiënten met stollingsstoornissen moet vóór intramusculaire toediening van een vaccin zorgvuldig worden beoordeeld. Subcutane toediening dient te worden overwogen indien het potentiële voordeel duidelijk opweegt tegen de risico’s. Bescherming tegen pneumokokkenziekte: Prevenar 20 kan alleen bescherming bieden tegen serotypen van Streptococcus pneumoniae die in het vaccin zijn opgenomen en biedt geen bescherming tegen andere micro-organismen die invasieve ziekten, longontsteking of otitis media (OM) veroorzaken. Zoals voor elk vaccin geldt, kan het zijn dat Prevenar 20 niet alle personen die het vaccin krijgen beschermt tegen invasieve pneumokokkenziekte, pneumonie of OM. Raadpleeg de desbetreffende nationale organisatie voor de meest recente epidemiologische informatie. Immuungecompromitteerde personen: Over Prevenar 20 zijn geen veiligheids- en immunogeniciteitsgegevens beschikbaar voor personen in immuungecompromitteerde groepen. Vaccinatie dient op een individuele basis te worden overwogen. Op basis van de ervaring met pneumokokkenvaccins kunnen sommige personen met een gewijzigde immuuncompetentie een verminderde immuunrespons op Prevenar 20 hebben. Pediatrische patiënten: Er dient rekening te worden gehouden met het mogelijke risico op apneu en de noodzaak voor bewaking van de ademhaling gedurende 48 tot 72 uur wanneer de primaire immunisatieserie aan zeer premature zuigelingen (geboren bij 28 weken zwangerschap of vroeger) wordt toegediend, en met name bij degenen met een voorgeschiedenis van respiratoire immaturiteit. Aangezien het voordeel van vaccinatie bij deze groep zuigelingen groot is, dient de vaccinatie niet achterwege te worden gelaten of te worden of uitgesteld. Hulpstof: Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is. Interacties: Verschillende injecteerbare vaccins dienen altijd op verschillende vaccinatieplaatsen te worden toegediend. Prevenar 20 mag niet in dezelfde injectiespuit gemengd worden met andere vaccins of geneesmiddelen. Pediatrische patiënten: Bij zuigelingen en kinderen van 6 weken tot 5 jaar kan Prevenar 20 gelijktijdig worden toegediend met een van de volgende vaccinantigenen, als monovalent of als combinatievaccin: difterie-, tetanus-, acellulaire pertussis-, hepatitis B-, Haemophilus influenzae type b-, geïnactiveerd poliomyelitis-, mazelen-, bof-, rodehond- en waterpokkenvaccins. In klinische onderzoeken mochten rotavirusvaccins gelijktijdig worden toegediend met Prevenar 20 en werden er geen veiligheidsproblemen waargenomen. Personen van 18 jaar en ouder: Prevenar 20 kan gelijktijdig worden toegediend met het seizoensgriepvaccin (QIV; oppervlakteantigeen, geïnactiveerd, met adjuvans). Bij personen met onderliggende aandoeningen die gepaard gaan met een hoog risico op het ontwikkelen van levensbedreigende pneumokokkenziekte, kan worden overwogen QIV en Prevenar 20 apart toe te dienen (bijv. met ongeveer 4 weken ertussen). Prevenar 20 kan gelijktijdig worden toegediend met het COVID19-mRNA-vaccin (nucleoside-gemodificeerd). Er zijn geen gegevens over gelijktijdige toediening van Prevenar 20 met andere vaccins. Bijwerkingen: Zuigelingen/kinderen/adolescenten (6 weken tot 5 jaar): Zeer vaak (≥1/10): verminderde eetlust, prikkelbaarheid, suf voelen/veel slapen, rusteloos slapen/weinig slapen, koorts (pyrexie), erytheem op de vaccinatieplaats, induratie van/zwelling op de vaccinatieplaats, erytheem of induratie/zwelling op de vaccinatieplaats (>2,0-7,0 cm) (zeer vaak na peuterdosis en bij oudere kinderen [van 2 tot 5 jaar]), vaccinatieplaatspijn/gevoeligheid op de vaccinatieplaats. Vaak ≥1/100, <1/10): diarree, overgeven, huiduitslag, koorts hoger dan 38,90C, erytheem of induratie/zwelling op de vaccinatieplaats (>2,0-7,0 cm) (na zuigelingenserie), vaccinatieplaatspijn/gevoeligheid op de vaccinatieplaats die een bewegingsbeperking van het ledemaat veroorzaakt. Soms ≥1/1.000, <1/100): huilen, insulten (waaronder koortsstuipen), urticaria of urticaria-achtige huiduitslag, erytheem of induratie/zwelling op de vaccinatieplaats (>7,0cm). Zelden (≥1/10.000, <1/1.000): overgevoeligheidsreactie (waaronder gezichtsoedeem, dyspneu, bronchospasme), hypotone-hyporesponsieve episode, vaccinatieplaatsovergevoeligheid.
Zuigelingen/kinderen/adolescenten (5 jaar tot 18 jaar): Zeer vaak (≥1/10): verminderde eetlust, prikkelbaarheid, suf voelen/veel slapen, rusteloos slapen/weinig slapen, hoofdpijn, spierpijn, vermoeidheid, erytheem op de vaccinatieplaats, induratie van/zwelling op de vaccinatieplaats, vaccinatieplaatspijn/gevoeligheid op de vaccinatieplaats. Vaak (≥1/100, <1/10): diarree, overgeven, huiduitslag, gewrichtspijn, vaccinatieplaatspijn/gevoeligheid op de vaccinatieplaats die een bewegingsbeperking van het ledemaat veroorzaakt. Soms ≥1/1.000, <1/100): urticaria of urticaria-achtige huiduitslag, koorts (pyrexie). Volwassenen: Zeer vaak (≥1/10): verminderde eetlust, hoofdpijn, spierpijn, gewrichtspijn, vermoeidheid, vaccinatieplaatspijn/gevoeligheid op de vaccinatieplaats, vaccinatieplaatspijn/gevoeligheid op de vaccinatieplaats die een bewegingsbeperking van het ledemaat veroorzaakt. Vaak ≥1/100, <1/10): koorts (pyrexie), erytheem op de vaccinatieplaats, induratie van/zwelling op de vaccinatieplaats. Soms ≥1/1.000, <1/100): overgevoeligheidsreactie (waaronder gezichtsoedeem, dyspneu, bronchospasme), diarree, misselijkheid, overgeven, huiduitslag, angio-oedeem, pruritus op de vaccinatieplaats, lymfadenopathie, urticaria op de vaccinatieplaats, koude rillingen.. Afleverstatus: UR. Verpakking: Prevenar 20 suspensie voor injectie (0,5 ml) is verkrijgbaar in een voorgevulde spuit (type I-glas) met een afsluitdopje (synthetisch rubber van gemengd isopreen/bromobutyl) en een zuigerstop (chlorobutylrubber). De verpakking bevat 1 voorgevulde spuit met 1 aparte naald. Registratienummer: EU/1/21/1612/002. Vergoeding en prijzen: Zie de G-standaard. Voor medische informatie over dit product belt u met 0800-MEDINFO (6334636). Registratiehouder: Pfizer Europe MA EEIG, Boulevard de la Plaine 17, 1050 Brussel, België. Neem voor correspondentie en inlichtingen contact op met Pfizer bv, Postbus 37, 2900 AA Capelle a/d IJssel.
LHV nieuws
Herregistratie-eisen aangepast Zorg AZC telt mee als reguliere huisartsenzorg
Werk je als huisarts in een asielzoekerscentrum (AZC)? Dan kun je deze gewerkte uren vanaf 1 januari 2025 mee laten tellen als reguliere huisartsenzorg bij je herregistratie.
De zorgverlening voor asielzoekers in een AZC is de laatste tijd aanzienlijk veranderd. Deze zorg in asielzoekerscentra wordt tegenwoordig gezien
als huisartsenzorg in de volle breedte. Daarom is het niet langer nodig om deze zorg als ‘bijzondere groep’ te definiëren in regelgeving. LHV en NHG hebben zich hier gezamenlijk sterk voor gemaakt.
Op de site van de KNMG vind je een overzicht van alle huidige eisen voor herregistratie.
Vind jouw opvolger op Praktijkmatch
Ben jij als huisarts op zoek naar een opvolger voor je praktijk? Of zoek je juist een werkplek in de huisartsenpraktijk? Maak dan gebruik van LHV Praktijkmatch, een website voor huisartsen waarop vraag en aanbod voor werk in de huisartsenpraktijk samenkomt. Hier vind je een huisarts of een praktijk die bij je past.
BREDE STEUN TWEEDE KAMER VOOR BEHOUD FLEXIBELE SCHIL
Eind mei heeft de Tweede Kamer met ruime meerderheid een motie van de SGP aangenomen voor het behoud van een flexibele schil in de huisartsenzorg in situaties voor ziek, piek en uniek en de ANW-zorg. De LHV pleit al langere tijd hiervoor en is ongelooflijk blij met deze brede politieke steun.
Deze motie laat zien dat een meerderheid in de Tweede Kamer vindt dat in specifieke situaties de inzet van zzp-huisartsen mogelijk moet blijven noodzakelijk om de continuïteit en kwaliteit van de huisartsenzorg te kunnen garanderen.
FLEXIBELE SCHIL CRUCIAAL
De motie onderstreept het standpunt van de LHV dat behoud van een (kleine) flexibele schil voor ANW-diensten en bij onvoorziene omstandigheden overdag en tijdens vakanties cruciaal is als we meer huisartsen willen stimuleren zich te verbinden aan een vaste patiëntenpopulatie. Om continuïteit van patiëntenzorg te garanderen zijn alle huisartsen nodig: praktijkhouders, huisartsen in loondienst en waarnemers.
Samen werken aan gezonde zorg!
MedMij is dé Nederlandse standaard voor het veilig en betrouwbaar uitwisselen van medische gegevens tussen burgers en gezondheidsprofessionals.
Sluit aan op MedMij en zorg ervoor dat jouw patiënten een completer beeld krijgen van hun gezondheid.
Meer weten? Ga naar medmij.nl/zorgaanbieders
LHV nieuws
Vacature
CAO-TEAM ZOEKT HUISARTS
(gemiddeld 2 á 3 uur per week)
Wil je meebeslissen over personeelsbeleid en goede arbeidsvoorwaarden voor huisartsen? Wil je jouw (werkgevers)visie op het team van de toekomst inzetten bij onderhandelingen over de cao? Sluit je dan aan bij het cao-team van de LHV.
Samen met een andere huisarts en medewerkers van de LHV maak je deel uit van de teams die zich bezig houden met de Cao Huisartsenzorg en de Cao Huisartsen in loondienst. Je doet mee aan werkgroepen over beide cao’s, overlegt periodiek over de voortgang en sluit aan bij de onderhandelingen over beide cao’s.
TEAM
Antonie van Schothorst is praktijkhouder (en werkgever) en zit als cao-belangenbehartiger in het team: ‘Bij de term cao denken we misschien al snel aan een kwartje meer of minder. Maar dat is maar een klein onderdeel van waar het in zo’n traject om draait. Ik vind het mooi om iets te betekenen voor de breedte van de huisartsenzorg. De inbreng van de LHV-medewerkers is enorm belangrijk: zij komen met
veel input en organiseren het mandaat. We doen het echt als team.’
TIJDSINVESTERING
De tijdsinvestering is zo’n 2 á 3 uur per week. In de aanloop naar een nieuwe cao zul je meer uren met de functie bezig zijn, daarnaast zijn er weken waarin even geen activiteiten zijn. We wisselen online en fysieke vergaderingen met elkaar af.
VACATIEVERGOEDING
Voor deze functie krijg je een vacatievergoeding van € 96,38 per uur, plus een vergoeding voor reiskosten en reistijd.
BELANGSTELLING?
Ben je enthousiast geworden over deze functie en wil je meer weten? Voor vragen over de functie kun je terecht bij Yvonne Kok, manager LHV-afdeling Dienstverlening, via y.kok@lhv.nl. Op www.lhv.nl vind je een sollicitatieformulier.
LEDENKORTING OP ZIEKTEVERZUIMVERZEKERING
Als jouw medewerker ziek wordt, ben je als werkgever verplicht om de eerste 2 ziektejaren het loon door te betalen. Dit financiële risico kun je afdekken met een ziekteverzuimverzekering. Als lid van de LHV krijg je tot 7,5% korting op een verzuimverzekering.
Op de website lees je bij welke twee verzekeraars je korting krijgt als LHV-lid.
23 september 2025 LHV NETWERK HUISARTS & AI
AI ontwikkelt zich razendsnel. In de huisartsenzorg liggen hier kansen: AI kan verlichting bieden in een drukke praktijk én bijdragen aan betere zorg voor patiënten. Tegelijk roept AI ook vragen op. Hoe betrouwbaar zijn die toepassingen? Wat mag er juridisch gezien? En vooral: hoe zorg je dat het echt helpt in plaats van extra werk oplevert? Namens de LHV brengen we op dinsdag 23 september huisartsen samen om antwoorden te vinden op bovenstaande vragen: in het LHV Netwerk Huisarts & AI. Dit netwerk is er voor huisartsen die nieuwsgierig zijn naar de mogelijkheden van AI, oog hebben voor de risico’s en samen een visie willen vormen hoe wij willen dat deze technologie ons gaat helpen. We beginnen door een fysiek kennisplatform op te zetten dat jaarlijks 2-3 landelijke bijeenkomsten organiseert. Meer inhoudelijke en praktische informatie vind je op onze website.
wisselcolumn
Rutger Verhoeff, huisarts in Utrecht
De dokter
Het is vakantie maar daar trekken de patiënten zich niets van aan. De telefoons blijven over gaan. Non stop. Serieuze blikken bij de assistentes. Drie kanjers met headset. Hier en daar een oververhit hoofd. Wat ben ik blij met ze. En dan laat ik hun bijdrage aan alle gezelligheid achterwege. Ik kom eigenlijk voor een dringende cafeïneboost, maar luister stiekem mee.
‘Vanochtend wakker geworden met een dichtgeplakt oog?’ hoor ik een van hen zeggen. ‘Voorzichtig schoonpoetsen met een nat washandje…’
Een ander: ‘Is het gister in uw rug geschoten, wat vervelend. Heeft u al pijnstilling geprobeerd…?’
En als ik met een volle mok koffie voorbij schiet krijg ik net de laatste woorden van een derde gesprek mee: ‘Het klinkt als aften. Spoelen met hele donkere thee, dat etst…’
‘Met een verslagen gevoel plaats ik de cursor van mijn muis op de volgende patiënt’
Niet toevallig is dat advies van onze oudste van dienst. Het past in de categorie ‘Oma weet raad.’
Mijn middagspreekuur begint met een jongedame (24 jaar). Ze had een oude hobby opgepakt: hardlopen. Maar veel kilometers maakt ze niet. In korte tijd ontwikkelde ze pijn aan het scheenbeen. Rechts welteverstaan, voor mij links, maakt ze me duidelijk. Gek, want dat was haar
goede been. Het blijft onduidelijk waarom dat haar ‘goede’ been is – ‘Gewoon een gevoel.’ En: ‘Dat is altijd zo geweest.’
Van shin splint heeft ze nooit gehoord en van zelfzorg is geen sprake: ‘Daarvoor kom ik bij ik u.’ Ik print informatie van Thuisarts uit en ga alle adviezen samen met haar na. Haar teleurgestelde reactie is veelzeggend: ‘Dan had ik net zo goed niet hoeven komen…’ Het consult is exemplarisch voor deze tijd. De zelfredzaamheid van de mens is tegenwoordig ver te zoeken. Waar zijn alle oma’s? Ze lijken verdwenen en daarmee: wijze raad die van oma op (klein) dochter of (klein)zoon wordt overgedragen.
Met dit verslagen gevoel plaats ik de cursor van mijn muis op de volgende patiënt. Het is een man van dertig jaar. Er verschijnt: een zeer pijnlijke likdoorn. Schuifelend van de pijn haalt hij de spreekkamer. Op de vraag wat hij er zelf al aan gedaan heeft komt een verrassend antwoord: ‘Eerst met (echt) schuurpapier eroverheen. Toen dat niet hielp: met een stanleymes weggesneden. Maar uiteindelijk: met een soldeerbrander weggebrand.’
Met een mengeling van verbazing en nieuwsgierigheid reageer ik: ‘En nu?’
Een werkschoen wordt links uitgetrapt. Een witte sok gaat van de voet. En de voetzool omhoog. ‘Ik denk dat het ontstoken is.’
Hij heeft gelijk. Onder de bal van de voet zit een fikse rode zwelling met in het midden een puskop. Ik was ze bijna vergeten: de doe-hetzelvers. ¶
Op zoek naar korte wachttijden voor electieve zorg?
Diak Clinic is centraal gelegen in Midden-Nederland en goed bereikbaar vanuit het hele land. Het is onderdeel van het Diakonessenhuis en gevestigd in onze locatie in Zeist.
Door focus op electieve zorg, leveren wij op een efficiënte manier kwalitatief hoogwaardige zorg. Patiënten kunnen snel, vaak binnen een week, terecht op onze poliklinieken. Na de afspraak op de polikliniek plannen we de behandeling op korte termijn in, altijd in overleg met uw patiënt. Deze zorg bieden wij aan alle patiënten die deze zorg nodig hebben, ook voor patiënten ouder dan 70 jaar of patiënten met co-morbiditeit.
Voorbeelden van onze electieve zorg met wachttijden:
Verdenking huidkanker: 2 dagen
Hand- en polsklachten: 2 dagen
Gescheurde kruisband of meniscus: 7 dagen
Versleten knie of heup: 7 dagen
Ontstoken keel- en neusamandelen: 9 dagen
Bekijk onze zorg en actuele wachttijden op diakclinic.nl/onze-wachttijden DC advertentie de Dokter Juni 220x250mm 03.indd 1
Retouradres LHV
Landelijke Huisartsen Vereniging
T.a.v. Afdeling Ledenadministratie
Postbus 20056
3502 LB Utrecht
De voordelen van Diak Clinic:
• Korte wachttijd
• Goede bereikbaarheid vanuit het hele land
• Voor alle patiënten (ASA 1-4) en alle leeftijden
• Door ervaren medisch specialisten van het Diakonessenhuis