vier criteria voor het helpen van een patiënt. Eén: ik
Als ik een borst reconstrueer, is dat eerst een nieuwe
moet kunnen zien waarvoor de cliënt komt. Als het
bult. Maar daarna tatoeëer ik er een tepel en tepelhof
een onaanzienlijk pukkeltje betreft, of iemand lijdt aan
op. Dan staan vrouwen soms te huilen bij de spiegel,
een fout zelfbeeld, doe ik het niet. Mensen met BDD
omdat hun lichaam weer lijkt op wat het was; het wordt
verwijs ik naar de psycholoog of psychiater. Twee: ik moet een ingreep technisch kunnen uitvoeren. Drie: de kans dat de patiënt erop vooruit gaat, moet groter zijn dan de kans dat de patiënt achteruit gaat. Het is toch een operatie, met kans op infectie of nabloedingen. En een litteken kan soms lelijker zijn dan het plekje dat je weghaalt. Vier: ik moet een goed gevoel hebben bij een patiënt. De patiënt moet geen irreële verwachtingen hebben. Bij cosmetische chirurgie heb je namelijk geen behandelplicht, dat is een verschil met verzekerde zorg. En dat is maar goed ook; dat je iemand met huidkanker niet kan weigeren, maar een vrouw die een tweede borstvergroting wil omdat haar partner dat mooier vindt wel.” Is het dan niet slecht voor het imago van een kliniek om patiënten te weigeren? “Welnee, het is slecht voor je imago als je zomaar iedereen aanneemt! Met operaties moet je zorgvuldig omgaan.” Als Karine iemand weigert te behandelen, omdat de cliënt een onrealistisch beeld heeft van zijn uiterlijk, legt ze dat op de volgende manier uit: “Ik heb wel eens een jongen gehad die binnenkwam en zei: ‘U ziet het zeker al wel. De ene helft van mijn gezicht is normaal en de andere helft is net een apenhoofd.’ Bij zo’n patiënt maak ik een tekeningetje van vijf poppetje naast elkaar, van dik naar dun. Ik vraag de patiënt welk poppetje volgens hem anorexia nervosa heeft. De patiënt wijst het dunste poppetje aan. Ik vraag de patiënt daarna hoe diegene zichzelf ziet. Daarop wijzen ze het dikke poppetje aan. En dan zeg ik: Jij hebt hetzelfde, maar dan niet met dik en dun.” Er zijn ook trends in de plastische chirurgie. “Er komen steeds meer huidkankerklachten. Maar ook schaamlipcorrecties. Ik vind het persoonlijk best mooi als je kunt zien dat mensen ouder worden, je leeftijd geeft ook karakter aan je gezicht. Je uiterlijk
weer herkenbaar. Helaas wordt je als plastisch chirurg
hoort te passen bij wie je bent. Daarom is het niet mooi
voornamelijk nog als ‘mooimaakdokter’ gezien en
als een jong mens er onnatuurlijk oud uitziet, maar ook
daarom niet serieus genomen. Als ik zeg dat ik dienst
niet als een oude dame het gezicht heeft van een jonge
heb, kijken mensen me soms raar aan en zeggen:
vrouw. De reacties van mensen die ik heb geholpen,
‘hoezo, kun je worden opgeroepen voor een acute
zijn altijd mooi. Ze vormen de reden waarom ik dit
facelift?’ Dat is jammer, mensen beseffen niet dat ik
werk doe. ‘Goh, wat ben ik hier blij mee’ en ‘dit had ik
naar het ziekenhuis scheur als hun kind door een hond
eerder moeten doen’ en ‘dit kan ik iedereen aanraden’.
in het gezicht is gebeten.”
strijdkreet | 23