BERGET LEWIS: ‘Jongeren moeten weten dat ze de kans hebben om iets van hun leven te maken’
LEER DE SIGNALEN VAN MENSENHANDEL HERKENNEN
‘Ik kan de gedachte niet
verdragen dat er op dit moment iemand net zo wordt uitgebuit
als ik. Ik wil gerechtigheid’
- Amanda overleefde mensenhandel en vertelt haar verhaal op pagina 37.
beeld/Sanne Romeijn
Doen wat we geloven
inhoud
9 FEITEN OVER UITBUITING
24 OP DE COVER: Norbert
26 LEZEN – KIJKEN –LUISTEREN
Soelaas in het weekend
37 Amanda overleefde mensenhandel
50 ZELFDE WERKING, ANDERE NAAM Het gevaar van synthetische drugs
52 LEER ARBEIDSUITBUITING HERKENNEN
De waarheid achter te mooie aanbiedingen
62 COLUMN Berget Lewis
69 STUDIO SALVATION: een bijzonder naaiatelier
70 VETERANEN
Samen herstellen in Sparrenheuvel
76 Frederik en Isabel krijgen een metamorfose bij ReShare
80 De soepbus in Zwolle deelt eten, drinken en aandacht uit
84 NEXT STEPS: vier organisaties helpen samen Roemeense vrouwen een stap verder
92 COLUMN HARTSTILSTAND
94 De ambulancedroom van Rina
Goede nazorg cruciaal bij afkicken met een licht verstandelijke beperking
Uitbuiting en dwang houden slachtoffers van mensenhandel gevangen
RECLASSERING
Pierre zit in de gevangenis
32 40 46 63 56 88
Op pad met Els en Robbie
IN BEELD
Leven uit een koffer
BUURTWERK Lego en limonade in de buurthuiskamer
Bente S. Gundersen/ Commandant Leger des Heils Nederland
De prijs van hoop
Geld, we hebben er allemaal mee te maken. Voor de een is goed omgaan met geld een sport. Je herkent vast het tevreden gevoel van een goede deal wel, bijvoorbeeld voor de renovatie van je badkamer, een nieuwe jas of een mooie vakantie. Voor de ander is goed omgaan met geld een noodzakelijk kwaad. Je moet elk dubbeltje omdraaien en hebt geen andere keuze dan de goedkoopste optie.
Hoewel spaarzaamheid en bewust omgaan met geld zeker waardevol zijn, schept de honger naar goedkope producten en diensten helaas ook ruimte voor uitbuiting. Lijkt jouw deal te mooi om waar te zijn? Dan is ‘ie dat waarschijnlijk ook. Dan betaalt de persoon die jouw product of dienst levert een hoge prijs. Zijn of haar hoop wordt de grond ingeboord.
voor geld, zien de intrinsieke waarde van ieder uniek mens niet meer.
Ze zien hun slachtoffers niet meer als mens, maar als handelswaar; als manier om snel en gemakkelijk geld te verdienen. Hoe is dat bij ons? Zien wij de mensen die onze kleding maken, onze meubels, die onze comfortabele levens mogelijk maken, als mens of als goedkope arbeidskracht? En staan wij erbij stil dat we hun, door onze keuzes, hoop kunnen geven of juist ontnemen?
geldt voor Punga (pagina 12) – hem kunnen
De slachtoffers van uitbuiting, die onze goedkope producten of diensten leveren, hopen op een beter leven. Ze worden ingepalmd door mensen met kwade bedoelingen die hun de vervulling van hun dromen beloven: werk, een goed inkomen en een beter leven voor henzelf en hun families. Maar als slachtoffers eenmaal in de macht zijn van mensenhandelaars, verdwijnt hun hoop als sneeuw voor de zon. Hun hoop, onze hebzucht en de kwade bedoelingen van mensenhandelaars tellen op tot een verwoest mensenleven. Mensen die andere mensen verhandelen
grond ingeboord. De slachtoffers van uitbuiting, diensten leveren, hopen op een beter kwade hun de vervulling van hun dromen een beter leven voor henzelf en hun hun hoop als sneeuw voor de van mensenhandelaars mensenleven. Mensen die andere mensen verhandelen
Staan wij erbij stil dat we hun, door onze keuzes, hoop kunnen geven of juist ontnemen?
leven te creëren. Niet als een van de vele goedkope arbeidskrachten die onze
de ander te zien als uniek waarde die God in hem of haar gelegd heeft, helpen we om
We kunnen hoop geven door de makers van onze spullen te zien als mens, niet als manier om dichter bij ons eigen ideale leven te komen. We kunnen mensen als Amanda, die op pagina 37 haar verhaal vertelt, helpen om hoop levend te houden, door haar te laten weten dat we haar zien. Hetzelfde geldt voor Punga (pagina 12) – hem kunnen we ook zien als mens die probeert een beter leven te creëren. Niet als een van de vele goedkope arbeidskrachten die onze tomaten betaalbaar houden en onze pakketjes sorteren. Door de ander te zien als uniek mens, elk met intrinsieke waarde die God in hem of haar gelegd heeft, helpen we om hoop terug te vinden. Dat doen we niet alleen als individuen, maar ook als Leger des Heils en als maatschappij. Zo vechten we, met elke keuze die we maken, tégen onmenselijkheid en vóór hoop.
leen als individuen, des Heils en als maatschappij. met elke keuze die we maken, vóór hoop.
beeld /
Janita Sassen
Volgens een schatting van de Global Slavery Index werden in 2021
bijna 50 miljoen mensen wereldwijd slachtoffer van mensenhandel.
Het is heel moeilijk om een precies aantal slachtoffers vast te stellen. Dat komt doordat slachtoffers vaak niet durven te vertellen over hun situatie, omdat hun uitbuiter hen de mond snoert. Daardoor weten instanties zoals de politie niet van hun bestaan.
Lees hier meer over op pagina 40.
beeld/Jule Geleijns
Mensen die uit EU-landen als Polen en Roemenie naar
Nederland komen, en hier vervolgens dakloos worden, krijgen vaak geen hulp.
De meeste EU-burgers weten niet dat ze recht hebben op hulp nadat ze een periode in Nederland hebben gewerkt. Daarnaast hebben ze meestal weinig vertrouwen in instituties zoals de politie en de gemeente. Als ze wel om hulp vragen, weten instanties vaak niet wat hun rechten zijn, waardoor ze alsnog worden geweigerd.
beeld/Else Wisselink
Als slachtoffers van mensenhandel zich in Nederland durven melden bij de politie, gaat de melding in 72 procent van de gevallen over seksuele uitbuiting.
Bij seksuele uitbuiting dwingen mensenhandelaren hun slachtoffers om seksuele handelingen te verrichten bij of met klanten. Het geld dat hiermee verdiend wordt, belandt in de portemonnee van de mensenhandelaar.
Lees hier meer over op pagina 40.
beeld/By Malu
tekst/Wilfred Hermans beeld/Sanne Romeijn
‘Ik
ga niet aan de zijlijn staan wachten tot het weer misgaat’
Punga Gheorghe (42) kent het gevangenisleven in zowel Roemenië als Nederland vanbinnen en vanbuiten. In menig straatgevecht stond hij z’n mannetje, maar tegen depressies was hij niet opgewassen. Hij belandde op straat. Het Leger des Heils en uitzendbureau 24/7 blijven in hem geloven. ‘Ik hou van Nederland!’
Van de paar tanden die Punga nog over heeft, besloot hij er gisteren nog eentje uit te trekken. Kiespijn. Hij verontschuldigt zich dat hij vanwege z’n gebitstoestand niet zo goed te verstaan is. Niettemin is Punga een trots en tevreden man. Van zijn salaris heeft hij net een nieuwe speaker gekocht om zijn favoriete muziek te kunnen draaien. En met z’n nieuwe telefoon is hij dusdanig content dat hij hem het hele gesprek stevig vasthoudt. Begeleider Carola van het Leger des Heils luistert geduldig mee en vertaalt zijn moeilijk verstaanbare mengelmoes van Engels, Roemeens en Nederlands.
Fietsen gestolen
Punga groeit op in een klein dorp in Roemenië, in een Romafamilie. “Op m’n vijftiende moest ik de gevangenis in omdat ik iets kleins had gestolen. Een paar jaar later werd ik opnieuw opgepakt. Ik had een fiets gestolen, maar ze sloegen me tot ik bekende dat ik tien fietsen had gestolen, wat niet zo was. In die gevangenis werd dagelijks gevochten. Ik begon nooit, maar als ik aangevallen werd, vocht ik terug, en goed ook. Na verloop van tijd kreeg ik tuberculose, ik
‘Het veldwerk dat wij doen, maakt dat iemand als Punga weer
spuugde bloed en dacht dat ik doodging. Ik mocht naar het ziekenhuis, waar men vond dat er niks aan de hand was. Ze brachten me weer terug naar de gevangenis.”
Depressief
Punga laat zijn armen vol littekens zien. “Ik ben daar vaak geslagen, met een zweep. Ondertussen bleef ik bloed spugen. Gelukkig mocht ik naar een beter ziekenhuis in Boedapest, tot ik een half jaar later genezen was. Er volgde nog twee jaar gevangenisstraf. In die periode trainde ik drie uur per dag, zodat ik steeds sterker werd; en als ik trainde, dronk ik niet.”
Eenmaal uit de bak vindt Punga een vrouw. Ondertussen ziet ook een vriend met maffiacontacten dat Punga stevig in de breedte is gegroeid. Hij biedt hem geld om wat ‘klusjes’ te doen. Punga gaat ervoor – “Wat moest ik anders?” Na een wilde tijd komt hij opnieuw vast te zitten. “Bewakers pakten m’n telefoon af. Ik mocht maar één keer per dag luchten, het eten was slecht en ik kwam in de isoleercel te zitten. Ik kreeg weer tbc. Toen ik ook nog hoorde dat mijn vrouw bij me weg was, raakte ik depressief.” Wijzend op z’n verminkte oor: “Toen heb ik een stukje van m’n oor afgesneden.”
Poging tot doodslag
Als hij eindelijk vrijkomt, wil Punga niks meer met Roemenië te maken hebben. Zijn vrouw is weg en de Romagemeenschap heeft hem alleen maar nodig voor z’n spierbundels. Hij vertrekt naar Nederland, waar hij lange tijd dakloos is. “Op straat heb ik een paar keer gevochten, maar altijd uit verdediging. Op een dag wilden drie Poolse mannen met me vechten. Eén van hen was echt groot.” Punga staat op en reikt naar het plafond. “Zó groot was ‘ie. Ze pakten m’n heuptasje met al m’n papieren af.” Punga zucht en zet z’n verhaal op dergelijke momenten kracht bij door op z’n voorhoofd te slaan terwijl hij zegt: “Sjonge jonge jonge. Uiteindelijk heb ik hem met een metalen pijp op z’n hoofd geslagen, waardoor ik wéér in de gevangenis kwam, nu voor poging tot doodslag.”
Niet wachten
Na zijn straf werkt Punga kort in een varkensverwerkingsbedrijf, maar voor zijn door de tbc aangetaste lijf is het er te koud. Werkloos zwerft hij rond tot iemand hem naar station Eindhoven brengt, hopend op betere kansen. Met tweehonderd euro op zak en bivakkerend in een tent slaat de depressie toe. Begeleider Carola herinnert zich hoe hij schreeuwde en zichzelf pijn deed, wat hem agressief deed lijken. Na die tijd werkt hij nog even op een beschutte werkplek bij een groenvoorziening, maar door regelgeving kan hij er niet blijven en belandt hij weer op straat. Hij vertrouwt mensen snel en wordt soms bedrogen, maar maakt zelf ook fouten, zoals een gewelddadig incident dat hem vijf maanden cel oplevert. Bij dat soort ernstige overtredingen kan de Immigratie- en Naturalisatiedienst iemand ongewenst verklaren. Carola: “Maar na zijn vrijlating trof ik hem weer nuchter en gemotiveerd op het station. Ik besloot hem te helpen en nam hem op in onze pilotopvang voor EU-migranten in Eindhoven. Ik benaderde uitzendbureau 24/7 en overtuigde hen ervan dat Punga een kans verdiende, ondanks zijn taal- en schrijfproblemen. Als hij eenmaal werkt, doet hij het perfect.” Zo begint 24/7 in hem te geloven.
‘Toen heb ik een stukje van m’n oor afgesneden’
Huis inrichten
Het begin was wat moeizaam. Punga raakt onderweg naar zijn werk weleens verdwaald of komt te laat, maar nu gaat het goed, vertelt Carola. “We noemen hem soms grappend ons geadopteerde kind. Met de juiste steun en begeleiding doet hij het heel goed! Punga woont in een accommodatie van 24/7, hij weet de weg en weet wat er van hem verwacht wordt. Hij werkt bij REMONDIS, een afvalverwerkingsbedrijf.
Daar staat ‘ie acht, negen uur per dag aan een lopende band. Echt een heftige baan.”
Punga, enthousiast: “Het is rustig werk. Ik voel me daar goed, het is duidelijk wat ik moet doen. Ik hoop dat ik over een paar jaar een plek voor mezelf heb, een televisie kan kopen en andere spulletjes om mijn huis in te richten. Volgende maand koop ik een motor.”
Carola: “Nee, nee! Geen motor, daarvoor heb je een rijbewijs nodig, anders moet je weer de bak in. Een elektrische fiets is prima, géén motor.” Grappend: “Anders breek ik je benen.”
Geloven in kansen
Dan, serieuzer: “Een baan hebben, iets betekenen voor de maatschappij, is essentieel voor mensen als Punga. Het Leger gelooft in kansen en dit was op het randje, maar als niemand iets had gedaan, was het wachten op erger. Het veldwerk dat wij doen, is keihard nodig; het maakt dat iemand als Punga weer zin heeft in het leven.” Tegen Punga: “Je drinkt nu nauwelijks nog, en vanaf het moment dat je werkt, bezorg je geen overlast meer.”
Punga: “Werk is inderdaad superbelangrijk voor mij. Na m’n werk ga ik naar huis en maak ik wat soep – dat lukt nog het best met mijn gebit. Daarna een sigaret, één biertje, een beetje tv – klaar. De volgende ochtend gaat mijn wekker om vier uur. Ik kleed me aan, stap op m’n fiets…” – Punga fluit een deuntje – “…en begin om zes uur op mijn werk.”
Tegen Carola: “Dank je wel, mevrouw!”
‘ HET LEVEN IS EEN GEWELDIG CADEAU ’
tekst en beeld/Elske Verdoorn
“Bonjour! Je m’appelle Diet!”, roept Diet enthousiast wanneer de deur van zijn atelier openzwaait. Waarom hij me in het Frans aanspreekt weet ik niet, maar het is lang geleden dat ik zo vrolijk begroet ben. De wereld kan wel wat meer ’Diet’ gebruiken.
Diet Wiegman is 81 jaar, woont en werkt in Schiedam en bezoekt geregeld buurthuiskamer ‘Bij Bosshardt’ om de hoek van zijn atelier.
In zijn atelier kijk ik mijn ogen uit. In elke hoek staat wel iets waar ik het fijne van wil weten; neem het skeletachtige keramieken beeld van een olifant bijvoorbeeld. De typische vorm van de olifant is zo treffend, dat je die meteen herkent. Binnenin de olifant komen allerlei andere dingen samen: afgietsels van handen, een soort buizensysteem, iets wat op een orgaan lijkt. Diet is een vakman die vrij speelt met vorm en materiaal.
Eigenlijk is Diet al te beroemd voor deze reeks. Hij is een gevierd kunstenaar met een langlopende carrière. Hij werd bekend met zijn schaduwsculpturen, zijn werk staat in musea wereldwijd en hij gaf les aan academies in binnen- en buitenland.
Dit artikel gaat daarom, op zijn verzoek, ook een beetje over een buurthuiskamer van het Leger des Heils waar Diet graag komt. Deze ’Bij Bosshardt’ zit om de hoek van zijn atelier en hij wil die plek in het zonnetje zetten. Met name manager, “omdat ze zich zo inzet voor alle mensen.”
De buurthuiskamer is er niet alleen voor mensen in de problemen. Diet is heel vitaal, doet geregeld een dansje in zijn atelier, en heeft veel contacten. Maar hij houdt van de verscheidenheid aan mensen die in de buurthuiskamer komt. “Ik noem het The Big Family, zoals we daar zitten aan die tafel. Ze hebben het over wat de politiek moet doen, of over eten. Je lacht je rot, joh!”
Terug naar het atelier, waar Diet een kop thee voor me neerzet. “Hoppa... thee!” Grinnikend: “Ja, haha, ik moet uitkijken met die flauwe woordgrapjes altijd.” Die humor en het ombuigen van iets kleins naar iets groots typeren hem. Diet kan met scherven een perfecte schaduw creëren, bijvoorbeeld. Hij maakte ook een keramieken vaatdoek. Achter zijn kunst zit een enorme aandacht en werklust. “Ja, ik werk als een gék, met een enorme drive. Toen ik van de academie kwam, dacht ik: ik ga mijn werk met plezier doen. Ik ga ervan genieten.” Dat is zichtbaar. Zoveel zwierende vormen, zoveel grapjes. In Diets kunst zie ik zijn levenslust weerspiegeld.
“Ik zeg altijd: we hebben allemaal de hoofdprijs gewonnen. Ik zie me nog als eerste in die eicel springen. De kansberekening van dat ene shot is al ongelofelijk… Dus ik vind het leven een geweldig cadeau. Eén grote vakantie!”
Voor zwervende filosoof Norbert is vrijheid het hoogste goed
‘ERASMUS EN SPINOZA HADDEN HET DAAR AL OVER’
Ras-Amsterdammer Norbert ziet het leven als een avontuur. Dat bracht hem over de hele wereld – helaas ook op een paar verkeerde plekken. Na vele omzwervingen vond hij in een woonlocatie van het Leger des Heils stabiliteit. ‘Maar ik houd nog steeds van zwerven en ouwehoeren hoor.’
Als je bij Norbert op de koffie gaat in de Rosaburgh, kun je rekenen op een hoorcollege over Amsterdam. Over de geschiedenis van de Vondelparkslapers in de jaren zeventig bijvoorbeeld, of over bij welk inloophuis je wel of niet moet zijn. Ook de wijk waar hij nu woont, kent hij als zijn broekzak. “Ik ben hier vroeger opgegroeid. Het was toen echt een aggenebbisj-buurt – een buurt voor arme mensen. Nu is het helemaal opgeknapt.”
Vloek en zegen
Norberts liefde voor Amsterdam heeft hem er niet van weerhouden om ook de rest van de wereld te ontdekken. “Ik houd van avontuur”, zegt hij terwijl hij door zijn baardje strijkt. En dat bleek zowel een vloek als een zegen. Norbert is naar eigen zeggen een ‘trotse kosmopoliet’ – niet alleen een Amsterdamse Indo, maar ook een wereldbewoner. “We leven toch met z’n allen op de aarde, spaceship earth, weet je wel.”
‘We leven met zijn allen op spaceship earth’
Die houding bracht hem van Ecuador tot Spanje. Helaas was dat niet altijd voor vakantie. “Ik heb een paar keer gevangen gezeten”, geeft hij toe. “Ik had kennissen van allerlei kleuren en afkomsten – maar dan kom je ook met de verkeerde mensen in aanraking.” De wereld van de drugs lonkte, zowel om ervan te genieten als om er geld mee te verdienen.
Zoeken met middelen
Hoewel hij daar nu natuurlijk spijt van heeft, heeft het hem ook veel gebracht: hij leerde Spaans en werd een bekwaam handboekbinder – Norberts boeken bereikten
tekst/Elian Yahye beeld/Faye van Hest
de paus en de Spaanse koning. Ook vond hij God, nadat een evangelist hem in de gevangenis opzocht. “Ik ben niet religieus opgevoed, maar ik ben altijd een spiritueel zoeker geweest – daar hoorde voor mij ook middelengebruik bij.”
In de jaren dat hij vastzat, ontdekte Norbert dat vrijheid het allerbelangrijkste is in het leven. “Spinoza en Erasmus hadden het daar al over.” Dat hij jaren dakloos is geweest, ziet hij dan ook niet alleen als iets negatiefs. “Dakloosheid is een way of life”, benadrukt hij. “Ik geloof heel erg in less is more – minder is meer.”
Voor straf een thuis
Toch zou hij zijn plek in de Rosaburgh voor geen goud willen opgeven. Aanvankelijk werd hij hier voor straf naartoe gestuurd. ”Ik heb uit protest zelfs nog een nacht buiten op de stoep geslapen.” Maar toen hij er eenmaal was, smeekte hij of hij mocht blijven. ”Ik heb hier twee heerlijke kamers. En er wordt lekker gekookt door Marcella en Birgit – deze week bijvoorbeeld bami met stukken kip.” Maar Norbert is nog steeds regelmatig op straat te vinden. “Ik houd nou eenmaal van zwerven en ouwehoeren.” Het avontuur roept – en op Amsterdam raak je niet snel uitgekeken.
lees, kijk en luister
Wanneer zorg dodelijk wordt
In Dodelijke zorg beschrijft Bas Haan hoe mensen die worden weggezet als ‘verwarde personen’ vaak verwaarloosde GGZpatiënten zijn. Hoe gaan we ervoor zorgen dat ‘het systeem’ deze mensen gaat helpen? Koop dit boek bij je lokale boekhandel of leen het bij de bibliotheek.
Opgevangen
Jade werkte voorheen in de seksindustrie en woont nu in een opvanghuis voor vrouwen die in de prostitutie zijn vastgelopen. Ze vertelt haar verhaal aan presentator Jurre. Bekijk het op Youtube via ldh.nl/jade-soelaas
De achtergelaten levens van arbeidsmigranten
De Venlose Sander vindt in het bos achter zijn huis een dagboek, een Poolse bijbel en pasfoto's. Samen met documentairemaakster Naomi Steijger gaat Sander op zoek naar de herkomst van deze spullen. In hun zoektocht vinden ze achtergelaten slaapplaatsen van arbeidsmigranten, die hun werk en onderdak zijn kwijtgeraakt en aan de grens bij Venlo zijn gestrand. Luister de podcast op Spotify via ldh.nl/zwermelingen-soelaas
beeld/Sanne Boekel
Lezen
Kijken
Luisteren
'Ik kwam tot de conclusie
dat God wel moet bestaan.
Anders zou de wereld van teveel
toevalligheden aan elkaar hangen,
dat kan simpelweg niet'
- buurthuiskamerbezoeker Fritz over zijn geloof op pagina 28.
‘Daar moeten we echt nog eens over doorpraten’
FRITZ EN COLLIN GAAN DE DIEPTE IN:
BVanuit zijn woning kijkt Fritz op de buurthuiskamer in Terneuzen. Onbekend met het Leger, besluit hij op een dag eens binnen te lopen. Hij raakt in gesprek met officier Collin en is sindsdien meerdere dagen per week in de buurthuiskamer te vinden. Fritz: ’Vroeger had ik niet veel vrienden. Nu ervaar ik dat ik er echt bij hoor.’
ijna een jaar woont Fritz nu in zijn huidige woning. Hiervoor verbleef hij ruim drie jaar in een beschermde woonvoorziening.
“Ik had last van manische depressiviteit. Daarnaast was ik ook verslaafd aan crack. Het ging niet goed met me. Toen het beter ging, en ik weer zelfstandig kon wonen, kreeg ik dit mooie plekje met uitzicht op de buurthuiskamer.”
Bakkie en babbel
Heilsofficier Collin Koenen, die de geestelijke leiding heeft over de locatie in Terneuzen, weet nog goed wanneer hij Fritz voor het eerst zag. “Ik was bezig in de buurthuiskamer. Opeens kwam er een man binnen, die aangaf graag met iemand te willen praten. Het moest wel de diepte in, zei hij. Nou, daar houd ik wel van. Dus ik nodigde hem uit voor een bakkie en een babbel, altijd een goed plan. Zo heb ik Fritz leren kennen.”
De twee klikten meteen. Fritz: “Met Collin kan ik inderdaad de diepte in. We denken allebei veel na, en hij reikt me ook mooie dingen aan, zoals
boeken en theorieën.” Collin: “We hebben allebei een academische achtergrond. We houden wel van een goede theorie, haha.” Ze spreken elkaar regelmatig in de buurthuiskamer of ze maken een wandeling over de oude dijk van Terneuzen, met uitzicht op de Noordzee.
Toevalligheden
Het huis van Fritz ligt op een steenworp afstand van de buurthuiskamer. Door het grote raam in zijn woonkamer kan hij het rode schild altijd zien. Fritz: “Ik ben niet gelovig opgevoed. Wel moest ik van mijn ouders naar de zondagsschool, maar meer dan dat was het niet. Een aantal jaar geleden ben ik tot geloof gekomen. Ik kwam tot de conclusie dat God wel moet bestaan. Anders zou de wereld van teveel toevalligheden aan elkaar hangen, dat kan simpelweg niet.”
De twee vinden elkaar op een diep niveau. In gesprekken duiken ze in verschillende theorieën over toeval, het heelal en filosofie. Om gespreksstof zitten de mannen nooit verlegen. Het ene onderwerp wordt moeiteloos opgevolgd door het andere, en regelmatig klinken de woorden: ‘Hier moeten we echt nog eens over doorpraten.’
Emoties als verrijking
Fritz heeft autisme. Het tekent zijn leven en zijn relaties. “Vroeger had ik het niet makkelijk. Ik ben een echte bèta,
was een wijsneus met weinig emoties. Nee, veel vrienden had ik niet. Sinds mijn diagnose, in 2012, heb ik therapie gehad om dingen te verwerken. Dat heeft geholpen. Ook het geloof helpt me nu. Ik ervaar meer emoties, dat is echt een verrijking. Denk jij dat ik veranderd ben, Collin?” Daar hoeft Collin niet lang over na te denken. “Ja, zeker. Je bent rustiger, toegankelijker. Dat is zeker veranderd.”
Muziek en het maken van kunst helpen Fritz bij het uiten van zijn emoties. Er staan verschillende zelfgemaakte schilderijen in huis, hij is bezig met een boek en maakt muziek. “Het is heerlijk om mijn eigen wereld te scheppen in die kunst. Daar word ik rustig van.” Trots vult Collin hem aan: “En niet zonder resultaat, hè. Je gaat met een eigen nummer naar de voorrondes van het Kunst & Theater Gala.”
Voetbal
Terwijl het gesprek regelmatig theoretisch en academisch wordt gevoerd, vliegt er soms opeens een luchtiger onderwerp tussendoor. Fritz: “AZ was ook spannend hè, dit weekend!” Collin: “Nou, zeker. Penalty’s!” Tegelijk blijkt voetbal een van de weinige onderwerpen waarover ze van mening kunnen verschillen. Fritz: “FC Twente is mijn club.” Collin: “Ik zie liever PSV, haha.”
Doorpraten
Fritz voelt zich thuis bij het Leger des Heils. “Eerst had ik het altijd over ‘hun Leger des Heils’, maar ik kan nu echt zeggen: het is ook mijn Leger des Heils. Ik hoor erbij.” Collin: “Ik vind het zo mooi dat je dat zegt, Fritz. Want zo is het hè, je hoort erbij.” Fritz knikt instemmend. “Ik zit er ook over te denken om lid te worden van de kerk.” Collin begint te stralen: “Nu hoor ik iets moois. Daar moeten we echt nog even over doorpraten!”
tekst/Coen van Everdingen beeld/Folkert Koelewijn
‘Een bakkie en een babbel, altijd een goed plan’
tekst/Wouter Scheepstra beeld/Anne Claire de Breij
Boukje Dijkstra, PhD, is directeur van het Nijmegen Institute for Scientist Practitioners in Addiction (NISPA). Dit onderzoeksinstituut is een samenwerkingsverband van verslavingszorginstellingen in Nederland, waaronder het Leger des Heils.
BOUKJE DIJKSTRA, DIRECTEUR VAN HET NISPA:
‘BIJ MENSEN MET ZEER COMPLEXE PROBLEMEN IS OOK NA HET
Afkicken van een verslaving vraagt veel van een mens. De aantrekkingskracht van verdovende middelen is oersterk, zeker voor mensen met psychische problemen en een licht verstandelijke beperking heeft. Boukje Dijkstra, directeur van onderzoeksinstituut NISPA, deed onderzoek in De Wending.
Deze verslavingskliniek van het Leger des Heils biedt een behandeling aan
voor precies deze groep. Hoe effectief is de behandeling?
Als onderzoeker kent Boukje Dijkstra de cijfers in haar werkveld. Ongeveer zes van de tien cliënten in de verslavingszorg kampen met een dubbele diagnose: een verslaving en een psychiatrische stoornis. Ook is bekend dat dertig tot veertig procent een licht verstandelijke beperking heeft of zwakbegaafd is. “Deze mensen met dubbele en driedubbele diagnoses vallen soms tussen wal en schip”, vertelt Dijkstra, directeur van het Nijmegen Institute for Scientist Practitioners in Addiction, kortweg NISPA. “De gehandicaptenzorg mist bijvoorbeeld de expertise voor verslavingsbehandeling, terwijl de verslavingszorg niet altijd goed is ingericht voor mensen met een verstandelijke beperking.”
Versnipperde zorg
Veranderingen in de geestelijke gezondheidszorg pakten niet goed uit voor mensen die meerdere problemen tegelijkertijd hebben, weet Dijkstra. Met veranderingen doelt ze op kortere behandelingen, meer ambulante hulp vanuit huis en soms een wirwar aan verschillende financieringsstromen. Dijkstra: “Voor mensen met
‘Mensen met dubbele
en driedubbele diagnoses vallen soms tussen wal en schip’
complexe problemen is de zorg versnipperd.” Ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid trok al aan de bel: juist deze groep heeft behoefte aan samenhangende, continue zorg.
Problemen tegelijkertijd aanpakken
Speciaal voor mensen met complexe problemen startte het Leger des Heils een langdurig behandelprogramma in De Wending, de verslavingskliniek bij Apeldoorn. In een en dezelfde behandeling komt alle zorg samen en worden problemen tegelijkertijd aangepakt. Werkt deze behandeling? En voor wie precies? Daar deed Dijkstra, samen met onder andere collega Esther Pars, onderzoek naar.
Speciale aanpak
Een belangrijk verschil met reguliere verslavingsbehandelingen is dat De Wending de mogelijkheid biedt om er langer te wonen: tot wel zeven maanden. Dijkstra: “Dat is langer dan bij reguliere klinische behandelingen, die meestal drie maanden duren.” Het merendeel van de bewoners heeft een licht verstandelijke beperking. “Ze snappen informatie minder goed en zien niet altijd het verband tussen oorzaak en gevolg.” In de kliniek is de aanpak op hen afgestemd. “De taal is eenvoudig, met soms zinnen van maximaal acht woorden. Ook is er veel herhaling en visuele ondersteuning.” Korte therapiesessies worden afgewisseld met dagbesteding, zoals schoonmaken en houthakken op het terrein van De Wending. Naast individuele therapie zijn er verschillende groepssessies. En daar zijn goede redenen voor, legt Dijkstra uit. “Mensen met een licht verstandelijke
'Wat mensen nodig hebben, is toekomstperspectief'
beperking verstoppen vaak hun beperking uit schaamte of gebrek aan inzicht. In de groep herkennen mensen zichzelf in anderen. Hierdoor schamen ze zich minder en durven ze eerder om hulp te vragen. Groepstherapie biedt ook een ideale omgeving om sociale vaardigheden te oefenen.”
Het onderzoek
De onderzoekers brachten gedetailleerd in kaart wie er in De Wending verbleven en hoe het bewoners er verging - tot drie maanden na hun terugkeer in de maatschappij.
“Het zijn voornamelijk mannen die jarenlang verslaafd zijn geweest aan bijvoorbeeld drank, cocaïne of cannabis; vaak aan meerdere middelen tegelijk. Een groot deel heeft psychiatrische problemen en een zwak sociaal netwerk. Velen zijn werkloos en wonen alleen of in beschermde woonvormen, of hebben helemaal geen dak boven hun hoofd. Het gaat om mensen die veel hebben meegemaakt. Ze zijn vaker behandeld en hebben geregeld een terugval gehad.”
Bij twee derde van de bewoners konden Dijkstra en haar collega’s een licht verstandelijke beperking of zwakbegaafdheid vaststellen. Dijkstra: “Niet iedereen die we hebben onderzocht heeft een licht verstandelijke beperking. Ook hebben we geen groep mensen met een licht verstandelijke beperking onderzocht die dit behandelprogramma niet heeft gevolgd; een controlegroep ontbreekt. We kunnen dus niet vergelijken wat voor deze specifieke groep beter werkt: wel of geen behandelprogramma bij De Wending."
Langere behandeling werkt
“Maar”, zegt Dijkstra, “de langere behandeling die De Wending aanbiedt, werkt goed voor de bewoners: mensen met meerdere problemen tegelijkertijd, waaronder vaak een licht verstandelijke beperking.”
Tijdens de verlengde opname wordt ingezet op herstel en weer meedoen in de maatschappij. “Wij zien dat mensen in die periode meer persoonlijke groei laten zien en zich minder depressief, angstig en gestrest voelen.”
Niet iedereen hoeft zo lang in De Wending te blijven. En dat is volgens Dijkstra ook niet nodig. “Een deel van de bewoners volgt een korter behandeltraject en wij zien dat deze mensen ook opknappen. Maar dit zijn wel mensen met wat minder complexe problemen. Voor hen kan een kortere behandeling voldoende zijn. De nazorg moet dan wel goed geregeld zijn. Voor deze groep betekent dat steun van naasten uit hun omgeving en een zinvolle dagbesteding, zoals werk of hobby’s.”
Toekomstperspectief
De nazorg beter regelen, is een van de belangrijkste
‘We zien dat mensen persoonlijke groei laten zien tijdens een langere behandeling’
aanbevelingen van het onderzoek. Dijkstra: “Goede nazorg vergroot de kans dat mensen clean blijven. Bij mensen met zeer complexe problemen is ook na het afkicken blijvende professionele begeleiding nodig.” De nazorg moet volgens de onderzoeker vroeg duidelijk zijn, het liefst al voordat de behandeling start. “Wat mensen nodig hebben, is toekomstperspectief. Ons onderzoek toont aan dat onzekerheid daarover de behandeling negatief beïnvloedt, al tijdens de opname in de kliniek. Een van de cliënten zei hierover: ‘Als je toch weet dat je straks weer dakloos wordt, dan denk ik: waar doe ik het eigenlijk voor? Dan kan ik er net zo goed met de pet naar gooien.’”
Blijven luisteren
Om de behandeling doorlopend te kunnen verbeteren, is het belangrijk om goed te luisteren naar de cliënten.
“Wat komt iemand nou eigenlijk halen? Dat hebben we ook onderzocht.” Dijkstra onderscheidt twee groepen mensen: één groep zoekt vooral praktische hulp, zoals contact met kinderen, schulden aanpakken, justitiezaken regelen en werk vinden. De andere groep wil aan zichzelf werken. Dat kan bijvoorbeeld gaan om iemand die praktische tips wil over wat te doen bij depressieve gevoelens, of zelfontplooiing. Dijkstra pleit ervoor om hiermee rekening te houden bij de behandeling.
“Als iemand vooral praktische behoeften heeft, moet je dan wel aan zijn of haar emotionele welbevinden werken? Nu krijgt iedereen min of meer hetzelfde behandelprogramma.”
Dijkstra hoopt dat het onderzoek bijdraagt aan het ontwikkelen van zorg op maat en het opzetten van meer gespecialiseerde behandelingen. “Het is helder dat deze mensen intensieve hulp nodig hebben om hun leven op de rit te krijgen en te houden. De behandeling van het Leger des Heils draagt hier zeker aan bij.”
tekst/Geke van Wijnen beeld/RedMatters
‘Ik kan de gedachte niet verdragen dat hij op dit moment een andere vrouw misbruikt’
Trigger warning: in dit verhaal komt geweld, verkrachting en poging tot zelfdoding voor.
AMANDA:
De Afrikaanse Amanda overwint veel tegenslagen in haar leven. Ze voedt haar kinderen zelfstandig op en zorgt ervoor dat ze nooit iets tekortkomen. Nadat ze naar Europa is gevlucht, komt ze in contact met een Nederlandse man die haar mishandelt, verkracht en uitbuit. In de toekomst wil Amanda motivational speaker worden, maar op dit moment is ze al haar zelfvertrouwen kwijt. ‘Ik weet niet hoe ik deze ervaring ooit nog te boven kom.’
n een kantoortje van het Leger des Heils zit Amanda, samen met een medewerker die slachtoffers van mensenhandel bijstaat. Als Amanda spreekt, staart ze met een lege blik in de verte. Regelmatig lopen er tranen over haar wangen. Ze is nog geen jaar weg uit de gruwelijke situatie waarin ze maandenlang werd vastgehouden. Toch wil ze haar verhaal vertellen. “Het monster dat mij misbruikte, is nog op vrije voeten. Ik ben niet zijn eerste slachtoffer geweest en ik zal ook niet het laatste zijn. Mensen moeten weten dat dit gebeurt en dat het niet mag gebeuren.”
ONDERWIJS
“In mijn thuisland had ik een managementfunctie. Ik heb een business degree en stond regelmatig voor grote groepen. Ik ben een gescheiden vrouw, het leven was voor mij niet altijd gemakkelijk, maar voor mijn kinderen deed ik alles. Ze hebben allemaal goed onderwijs gehad, ik was nooit een dag te laat met het betalen van hun schoolgeld. Een van mijn zoons woont en werkt nu in Duitsland.
Toen ik vanwege doodsbedreigingen mijn thuisland moest ontvluchten, leek het dus logisch om daar naartoe te gaan.” Eenmaal in Duitsland voelt Amanda zich verloren, alleen in een land waar ze niemand kent. Om nieuwe mensen te leren kennen, installeert ze een datingapp. Ze komt al snel in contact met Ron. “Binnen een paar dagen kwam hij me opzoeken. Misschien is het naïef, maar het voelde als een wonder van God dat deze man op mijn pad kwam. Toen hij voorstelde dat ik hem zou bezoeken in Nederland, ging ik met hem mee.”
ROZE WOLK
De rit naar Nederland voelt als een huwelijksreis, vertelt Amanda, ze zit op een roze wolk. Als ze in het donker arriveren bij Rons huis, op een afgelegen plek, vertelt hij Amanda dat ze beter in het achterste deel van het huis kan blijven. “Zijn buren hadden het niet op zwarte mensen, zei hij. Dat vond ik raar, onderweg en in Duitsland had ik daar niets van gemerkt. Op de vierde dag dat ik bij hem was, kwam het omslagpunt. Ik was aan het bellen met mijn zoon, dat vond Ron niet leuk. Hij werd achterdochtig, de uitdrukking op zijn gezicht veranderde. Ik liep even de kamer uit en toen ik terugkwam, was mijn telefoon weg. Ik vroeg hem waar mijn telefoon was, maar hij gaf geen antwoord. Toen realiseerde ik me: ik ben in gevaar. Ik haastte me naar boven, waar mijn rugzak met al mijn waardevolle spullen lag, ook mijn paspoort. Dat was weg. Ik rende weer naar beneden en vroeg hem nogmaals waar mijn spullen waren. Hij antwoordde maar een ding: you came here to serve me.”
DE AANBOUW
“Ron mishandelde me en bracht me naar een kamer die aan zijn huis was gebouwd. Het was goed geïsoleerd, niemand kon me horen. Er stond een kleine koelkast, een bed en een tv-scherm. Ook was er een deur die op slot kon. En hij gebruikte me. Het ergste was wanneer hij andere mannen naar me toe bracht. Dan gaf hij me van tevoren een glas water, een drankje. Ik weet niet wat erin zat, maar ik werd er helemaal zwak van. De mannen konden met me doen wat zij wilden. Maandenlang ging het zo door, tot het moment dat ik het niet langer kon verdragen. Ik probeerde mezelf te ‘Ik was niet Rons eerste slachtoffer en ik zal ook niet zijn laatste zijn’
‘Hij zette me uit de auto, drukte honderd euro en een papiertje met een adres in mijn hand, en reed weg’
doden. Toen dat niet lukte, wilde Ron van me af. Hij zette me ergens uit de auto, drukte honderd euro en een papiertje met een adres in mijn hand, en reed weg.”
DUBLINCLAIM
Amanda komt terecht in Ter Apel, waar ze asiel aanvraagt. Haar verzoek wordt echter afgewezen. “De IND [Immigratieen Naturalisatiedienst, red.] wilde me terugsturen naar Duitsland. Ik ben in Duitsland de EU binnengekomen en volgens internationale afspraken moet ik daar dus asiel aanvragen. Maar hier in Nederland, bij het Leger des Heils, voel ik me voor het eerst gezien en gehoord. Ik heb samen met mijn begeleider aangifte tegen Ron gedaan. Maar de politie doet er niks mee. Het enige wat de instanties willen is mij zo snel mogelijk het land uitwerken, lijkt het wel. We krijgen zo abnormaal snel een ‘nee’ te horen van verschillende instanties, dat had mijn begeleider nog nooit meegemaakt. Gelukkig heb ik een goede advocaat.”
LITTEKEN
“Ik weet niet hoe ik deze ervaring ooit te boven kom. Het zal de rest van mijn leven een litteken blijven. Het ergste vind ik dat de man die mij dit heeft aangedaan nog altijd vrij rondloopt. Dat de politie niets doet met mijn aangifte. Ik was niet Rons eerste slachtoffer en ik zal ook niet zijn laatste zijn. Ik kan de gedachte niet verdragen dat er op dit moment iemand in zijn aanbouw net zo wordt uitgebuit als ik. Ik wil gerechtigheid.”
WONDER
“Als ik het Leger des Heils niet had gevonden, weet ik niet waar ik nu was. Dan zou ik niet meer leven, denk ik. Het is een wonder van God dat ik hen heb gevonden. Ze zijn zo ontzettend behulpzaam, ze staan altijd voor me klaar. Elke keer als ik vastzit in negatieve gedachten, halen ze mij weer uit de put. Dat maakt me sterk, ik sta niet alleen. En ik voel me bevoorrecht, want maar zo weinig mensen hebben toegang tot dit soort hulp. Ik heb altijd vrouwen willen bemoedigen en met hen willen praten over relaties en uitdagingen in het leven. Net als Oprah Winfrey. Ik wil vrouwen vertellen: je leven wordt niet bepaald door een man.”
VAN SLACHTOFFER
TOT SURVIVOR
Malaika Oringo heeft ook mensenhandel overleefd en werkt nu bij het Leger des Heils. Ze vertelt: “De emotionele en praktische steun die ik als slachtoffer van mensenhandel kreeg, heeft mij zoveel kracht gegeven. Mijn maatschappelijk werker heeft me bijgestaan door alle juridische procedures heen, die meer dan tien jaar hebben geduurd. Ze zorgde ervoor dat ik me nooit alleen voelde. Het Leger des Heils regelde bijvoorbeeld ook kinderopvang voor mijn dochter, zodat ik naar school kon. Zo kon ik worden wie ik nu ben. Ik pleit ervoor dat slachtoffers centraal worden gezet in de aanpak die het Leger des Heils ontwikkelt voor het helpen van slachtoffers van mensenhandel. En ik behartig de belangen van slachtoffers op allerlei plekken, bijvoorbeeld bij internationale beleidsmakers in Brussel en New York.”
Scan de QR-code om te zien hoe Malaika in 2021 de algemene vergadering van de Verenigde Naties toesprak.
De namen in dit artikel zijn gefingeerd en het thuisland, het land waar haar zoon woont en de verblijfplaats van Amanda in Nederland zijn weggelaten of veranderd. Amanda krijgt helaas nog steeds doodsbedreigingen uit haar thuisland. Ook loopt Amanda’s Nederlandse misbruiker nog vrij rond.
tekst/Geke van Wijnen beeld/Beeldbazen
Hoop in de duistere wereld van mensenhandel
Duizenden mensen in Nederland leven in verschrikkelijke angst. Mensenhandelaren hebben hen geronseld om onder dwang te werken en de opbrengst daarvan af te staan. Slachtoffers raken verstrikt in een web van uitbuiting en dwang, soms jarenlang. Het Leger des Heils vangt slachtoffers op en helpt hen een leven op te bouwen na mensenhandel.
Mensenhandel is het werven, vervoeren of huisvesten van een individu met gebruik van dwang, geweld, misleiding, chantage of misbruik van een kwetsbare positie en heeft als doel uitbuiting en geldelijk gewin.
Mensenhandelaren maken misbruik van mensen in een kwetsbare positie, zoals jongeren, vluchtelingen of mensen met een licht verstandelijke beperking. De daders gebruiken misleiding, geweld en (emotionele) chantage om slachtoffers in hun macht te krijgen. Ook willen ze hen daarmee dwingen werk te doen waarvan zijzelf profiteren. Mensenhandelaren zien hun slachtoffers niet als mens, maar als handelswaar, als product waar zij geld aan kunnen verdienen.
Hoe werkt mensenhandel?
Een mensenhandelaar misbruikt de kwetsbare positie van zijn slachtoffer om hem of haar helemaal in zijn macht te krijgen. Dan begint de uitbuiting. Bij seksuele uitbuiting dwingen mensenhandelaren hun slachtoffers om seksuele handelingen te verrichten bij of met klanten. Hun beloning belandt in de portemonnee van de mensenhandelaar. 72 procent van de politieregistraties over mensenhandel in Nederland gaat over seksuele uitbuiting. Een andere vorm
Vluchtelingen die in Nederland slachtoffer van mensenhandel worden, krijgen vaak te maken met de Dublinclaim. Lees hier meer over op pagina 44.
is criminele uitbuiting. Hierbij dwingen mensenhandelaren hun slachtoffers bijvoorbeeld om diefstal te plegen en de buit af te staan. Bij arbeidsuitbuiting maken slachtoffers bizar lange werkdagen, bijvoorbeeld in de bouw- of transportsector. Ze worden gedwongen om zwaar of gevaarlijk werk te doen voor weinig of geen loon.
‘Mensenhandelaren zien hun slachtoffers als producten waar zij geld aan kunnen verdienen’
Hoe herken je signalen van mensenhandel?
Slachtoffers van mensenhandel zijn zich er niet altijd van bewust dat zij worden uitgebuit. Daarnaast leven zij in diepe angst voor hun dader. Dit zorgt ervoor dat mensenhandel moeilijk te bestrijden is. Er zijn wel signalen die je kunt herkennen, volgens CoMensha, het landelijk coördinatiecentrum tegen mensenhandel. Een combinatie van deze signalen kan wijzen op mensenhandel.
• Een slachtoffer heeft geen toegang tot zijn of haar eigen identiteitsbewijs of geld.
• Hij of zij ziet er ongezond uit en vermijdt bezoeken aan zorg- en hulpinstanties.
• Een slachtoffer is erg angstig en wordt constant begeleid of in de gaten gehouden door iemand anders.
• Hij of zij woont op het werk of met heel veel collega’s in een karig onderkomen.
CoMensha heeft een helpdesk die telefonisch en per e-mail bereikbaar is. Deze professionals kunnen je bijstaan met hulp en advies als je mensenhandel vermoedt. Werk je bij het Leger des Heils? In elke regio is een aandachtsfunctionaris mensenhandel die jou en je collega’s kan helpen om signalen te herkennen en actie te ondernemen als dat nodig is.
Heb jij een ‘niet pluis’-gevoel? Neem dit serieus en ga erover in gesprek met anderen. Wees je ervan bewust dat een slachtoffer vaak getraumatiseerd is en heel bang. Ga dus nooit direct het gesprek met het (mogelijke) slachtoffer aan, zonder dat je hebt overlegd met een professional.
Waarom zijn arbeidsmigranten en vluchtelingen kwetsbaar?
Of de mensen nu van buiten of van binnen de EU komen, ze zijn kwetsbaar voor mensenhandel. Zij spreken de Nederlandse taal meestal niet, kennen hun rechten niet en hebben geen sociaal netwerk om op terug te vallen.
Jaarlijks komen er tienduizenden mensen uit EU-landen zoals Polen en Roemenië naar Nederland voor werk.
Uitzendbureaus beloven hun werk, huisvesting en een goed inkomen, maar eenmaal in Nederland blijken de woonen werkomstandigheden soms slecht.
Daarnaast kunnen deze arbeidsmigranten gemakkelijk hun baan verliezen, omdat ze onder een uitzendcontract werken. Doordat hun woonplek is geregeld door hun baas, belanden ze op straat wanneer zij hun baan verliezen. Eenmaal dak- en werkloos zijn zij een gemakkelijke prooi voor mensenhandelaren.
Vluchtelingen die van buiten de EU naar Nederland komen en hier slachtoffer van mensenhandel worden, krijgen vaak te maken met de Dublinclaim. Volgens deze Europese regel moeten vluchtelingen asiel aanvragen in het land waar zij de EU binnenkomen. Dat is voor slachtoffers van mensenhandel vaak onmogelijk. Hun mensenhandelaar vervoert hen naar een ander land, bijvoorbeeld Nederland. Als zij hier eenmaal vrijkomen uit de greep van hun dader en aangifte durven doen, zien opsporingsinstanties hen als illegale migranten en sturen ze hen terug naar het land waar ze asiel moeten aanvragen. Hun aangifte van mensenhandel wordt niet in behandeling genomen.
Lees over Amanda’s zoektocht naar gerechtigheid op pagina 37.
‘Doordat de woonplek van arbeidsmigranten is geregeld door hun baas, belanden ze op straat wanneer zij hun baan verliezen’
Hoe helpt het Leger slachtoffers?
Slachtoffers van mensenhandel komen we bij het Leger des Heils op allerlei plekken tegen: in onze dag- en nachtopvangen, op straat, in prostitutiegebieden en in de reclassering. We bieden opvang voor slachtoffers op meerdere plekken in Nederland, onder andere een beschermde opvang in Zwolle, waar slachtoffers met multiproblematiek terechtkunnen. Ons programma Recht in Zicht (RiZ) biedt sociaal-juridische ondersteuning aan ongedocumenteerde slachtoffers van mensenhandel. De sociaal raadsvrouwen die hier werken, adviseren binnen het Leger des Heils op landelijk niveau medewerkers en cliënten over zaken rondom verblijfsrecht (zoals ongedocumenteerd zijn, een asielaanvraag of reguliere vergunning).
ongedocumenteerd zijn, een op allerlei plekken waar sekswerk wordt
te doen. Als zij dat willen, helpen we werk te vinden. Ook maken we met publiekscampagnes in Nederland bewust van het bestaan van mensenhandel. Want alleen
Daarnaast biedt het Leger des Heils op allerlei plekken waar sekswerk wordt verricht praktische hulp en geven we de werkers een veilige plek om hun verhaal te doen. Als zij dat willen, helpen we mensen in de prostitutie om ander werk te vinden. Ook maken we met publiekscampagnes in Nederland en het buitenland mensen bewust van het bestaan van mensenhandel. Want alleen samen kunnen we ervoor zorgen dat dit onrecht stopt en dat elk mens de kans krijgt om een waardig leven te leiden.
Meer weten over de sociaaljuridische hulp van Recht in Zicht? Of wil je een casus bespreken?
Scan de QRcode voor meer informatie en contactgegevens.
tekst/Coen van Everdingen beeld/ Tom van Huisstede
‘Je kunt mensen wel opsluiten, maar het probleem ligt dieper’
Aan de vastgepinde tafel, in een klein kantoortje met een betonnen vloer, zit een grote man. Hij praat makkelijk – met een sterk Limburgs accent – en heeft gevoel voor humor. Hij is getrouwd, vader en houdt van sporten. Op het eerste gezicht is hij een man als zovelen. Met één groot verschil: Pierre zit in de gevangenis.
De man op de foto is niet Pierre.
Om bij Pierre te komen, moet je door zwaarbeveiligde deuren, betonnen sluizen en langs meerdere beveiligers. Buiten, aan de andere kant van de tralies, schijnt de zon. Ze werpt een vrolijk licht op het groene grasveld dat is omgeven door hoge muren en hekken. Binnen is alles grijs.
Pierre werkt graag mee aan het interview. Hij heeft wel wat te vertellen. Op meer begrip of sympathie hoopt hij niet direct: “De mensen die mij kennen, weten wat voor man ik ben. Dat is het belangrijkste.”
Geen veilig thuis
Pierre groeit op in het zuiden van Limburg. Van een fijne jeugd is geen sprake. Pierre: “Ik ben opgevoed door een psychotische, narcistische en alcoholistische vader. Op een goede dag kreeg ik klappen met de hand, en goede dagen waren er weinig.” Het klinkt volgens Pierre misschien vreemd, maar hij wende eraan. “Op een gegeven moment voelt het normaal. Je weet niet beter.” Ook psychisch kreeg Pierre het vaak zwaar te verduren. “Mijn vader wist me altijd te kleineren. Vóór mij heeft mijn moeder een miskraam gehad. Volgens mijn vader was ik de troep die was achtergebleven.”
Overleven
“Ik was altijd bezig met overleven”, vertelt de vader van zes kinderen. “Leraren moeten hebben gezien dat ik onder de blauwe plekken zat tijdens gym. Maar niemand deed iets.” Het leven is hard voor Pierre. Na zijn ongelukkige jeugd gaat hij
op 18-jarige leeftijd aan het werk in de bouw. Daarna krijgt hij tot twee keer toe kanker en een zware burn-out. Uiteindelijk krijgt Pierre een WIA-uitkering. “Ik denk weleens: het is allemaal een test. Maar ik red het wel.” Even is hij stil. “Ja, ik ben wel hard voor mezelf. Kritisch ook. Het moet perfect.”
Foute vrienden
Dat Pierre in de gevangenis belandt, is een combinatie van foute vrienden, naïviteit en misschien ook wel pech, vertelt hij. Voor vrienden bewaart hij verschillende koffers in een opslag op zijn terrein. Er bleken wapens in te zitten. “Ik zeg echt niet dat het allemaal de schuld van iemand anders is, ik ben te naïef geweest. Maar ik wist het echt niet.” Pierre werd aangehouden in Duitsland, zat daar vast en werd uiteindelijk overgeplaatst naar Nederland. Hier mocht hij in vrijheid, maar onder voorwaarden, de rechtszitting afwachten.
In hoger beroep kreeg Pierre vier jaar gevangenisstraf. Die zit hij nu uit.
Resocialisatie
Het leven in de gevangenis is, zo zegt Pierre, ‘waardeloos’. “Kijk, ik begrijp heel goed dat mensen gestraft moeten worden. Die straf is dat je niet mee mag doen in de samenleving. Maar het doel van de straf is natuurlijk wel dat je erna weer goed terugkeert. Resocialisatie moet het uitgangspunt zijn.”
Falend beleid
Pierre snapt best dat hij niet hoeft te
‘Ik ben bang voor wat er
allemaal naar boven komt, voor wat ik heb verdrongen’
rekenen op sympathie als hij vertelt dat de omstandigheden binnen niet goed zijn. Toch vindt hij het nodig om zijn ervaring te delen. “Ik zie hier op de afdeling zoveel jonge mensen die nu al diep in de criminaliteit zitten, zoveel mensen met een verslaving. Je kunt al die mensen wel opsluiten, maar het probleem ligt dieper. Als je problemen niet bij de wortel aanpakt, gaat de recidive [het opnieuw plegen van strafbare feiten, red.] niet omlaag. Dat is geen draaideurcriminaliteit, dat is falend beleid.”
Voorwaardelijke vrijheid
Binnenkort komt Pierre voorwaardelijk vrij. Eerst volgt er nog een klinische plaatsing: hij wordt opgenomen in een gesloten instelling, waar hij wordt behandeld voor zijn trauma’s. “Ik ben blij dat ik eindelijk hulp krijg. Maar ik heb ook knikkende knieën hoor. Ik ben bang voor wat er allemaal naar boven komt, wat ik heb verdrongen. Toch zal ik eerst dieper moeten, alles onder ogen moeten komen, om daarna verder te kunnen met het opbouwen van mijn leven.” En waar hij naar uitkijkt als hij straks weer vrij is?
“Lekker eten. Verse groenten, man, wat kijk ik daarnaar uit.”
Traditionele drugs zoals cocaïne worden nog altijd het meest ge- en misbruikt. Maar nieuwe, synthetische drugs, zijn in opmars, ziet Stephan den Boer. Wat maakt deze research chemicals of designer drugs zo populair?
beeld/ Jelle Post
Legaal maar gevaarlijk: synthetische coke
LAAGDREMPELIG. Synthetische drugs die nog niet worden gereguleerd door de Opiumwet, kun je zo bestellen op internet. Met een paar muisklikken krijg je een pakketje thuisbezorgd.
ZELFDE WERKING, ANDERE NAAM. Omdat synthetische drugs bestaan uit verschillende legale stoffen, zijn deze niet verboden. Ze hebben echter dezelfde werking en zijn net zo gevaarlijk. Zo heeft DMC-poeder dezelfde werking als cocaïne, maar kan dit wel legaal verkocht worden.
VOORDELIG. Deze drugssites bieden kortingen en extra’s voor vaste klanten – sommige hebben zelfs loyaliteitsprogramma’s. Koopzegels erbij?
Boer is coördinator ervaringsdeskundigheid bij het Leger des Heils en werkte daarvoor in onze afkickkliniek De Wending.
‘Ik moest Robbie beloven dat ik er zou staan als hij zijn ogen weer opendeed.
Die beloft e heb ik gehouden’
- Begeleider Els over de bijzondere band tussen haarzelf en deelnemer Robbie op pagina 56.
De waarheid achter te mooie aanbiedingen
Wie betaalt de prijs?
Als een advertentie of aanbieding te mooi lijkt om waar te zijn, is dat vaak ook zo. In Nederland werken duizenden mensen onder mensonterende omstandigheden. Ze maken extreem lange dagen en krijgen nauwelijks betaald. Deze mensen betalen de prijs van onze spotgoedkope producten en te goedkope diensten. Ze plukken je groente, maken je hotelkamer schoon of zetten je maaltijd klaar—maar hun rechten worden structureel geschonden. Arbeidsuitbuiting is moderne slavernij, en het gebeurt gewoon hier, in Nederland.
tekst/Willemijn de Jong beeld/Rob van der Voort, Gerritjan Huinink
Van bewustwording naar verandering
Het Leger des Heils startte een campagne om consumenten en werkgevers wakker te schudden. Via verleidelijke online advertenties voor goedkope producten als massages, nagelbehandelingen en hotelovernachtingen confronteren we de consument met de verborgen prijs achter zulke aanbiedingen: arbeidsuitbuiting. De boodschap is helder: zolang wij blijven kiezen voor de laagste prijs, houden we uitbuiting in stand. We stuurden ook
Neem verantwoordelijkheid? jij je
deals die te mooi waren om waar te zijn richting werkgevers. We boden personeel aan voor veel te lage uurlonen en veel te lange werktijden, die volgens de Nederlandse arbeidsinspectie niet eens zijn toegestaan. Als werkgevers op de advertentie klikten, belandden ze op onze campagnewebsite, waar de waarheid wordt verteld over te mooie aanbiedingen. Bewustwording is tenslotte de eerste stap naar verandering.
Uitbuiting komt vooral voor in de seksindustrie, bouw, horeca, landbouw, bosbouw en visserij.
De meeste slachtoffers worden geronseld in landen waar mensen minder verdienen en minder rechten hebben.
Veel slachtoffers weten niet wat hun rechten zijn in Nederland.
Wil je de signalen van uitbuiting leren kennen, weten wat het Leger des Heils doet en wat jij kunt doen? Scan de QR-code om naar de campagnewebsite tegoedkoop.com te gaan.
Heb jij het vermoeden dat je collega wordt uitgebuit? Meld het bij de arbeidsinspectie.
tekst/Elian Yahye
Kuipers
Robbie kan niet zonder begeleider Els – en zij niet zonder hem
‘Als zij iets zegt, vertrouw ik dat’
Robbies verjaardag is niet compleet zonder Els – zijn ‘tweede moeder’. Ze hebben samen al veel meegemaakt. Robbie weigerde bijvoorbeeld voor een operatie onder narcose te gaan als Els er niet bij was. ‘Ik moest Robbie beloven dat ik er zou staan als hij zijn ogen weer opendeed. Die belofte heb ik gehouden.’
Na de verjaardagshightea moeten Els en Robbie nog even wat administratie doornemen, en daarna staat er nog een bezoek aan de sociale dienst op de planning. Maar eerst maakt Robbie netjes zijn bed op. Goede verzorging vindt hij belangrijk: “Ik wil niet dat mijn huis stinkt.”
Els is niet de enige sterke vrouw die Robbie bewondert. Aan de muur hangen foto's van prinses Diana, Michelle Obama en Adele. “Ik volgde alles wat Diana deed – zij is echt my type of woman. Ze deed veel voor de mensen in Afrika, dat vond ik zo prachtig. Ik weet nog als de dag van gisteren dat ze stierf – veel te jong.”
Robbies dochter Regine, die nu in Barcelona woont, mag van hem niet ontbreken op de foto. “Zij is mijn trots.”
Vanwege Els' knieblessure spreekt het duo normaal in de schuur beneden af, waar Robbie aan zijn fietsen sleutelt. Els: “Vandaag moeten we het nog even hebben over een paar rekeningen die betaald moeten worden en die tweede scooter die we willen verkopen.”
BERGET LEWIS:
‘Ik vertel jonge mensen graag dat ze de kans hebben om iets van hun leven te maken’
tekst/Berget Lewis beeld/Edland Man
Als kind ging ik met m’n moeder mee naar de kerk. Ik zag welk positief effect de bekering van m’n moeder op haar had; na een pittige jeugd hield het geloof haar op latere leeftijd staande. Rond mijn zestiende ging ik met haar mee de straat op. Terwijl m’n vriendinnen uitgingen en stiekem hun eerste sigaretje rookten, stond ik met m’n moeder van ons geloof te getuigen achter het centraal station, tussen de pooiers en prostituees. Ik nam een gettoblaster en microfoon mee en zong liedjes; zingen is altijd al mijn manier geweest om met mensen in contact te komen.
Mijn zangcarrière begon als zangeres in een gospelkoor in de kerk. Als jonge twintiger kwam ik in een coverbandje terecht en nog weer
ontdekten; zonder Ruth Jacott, Karin Bloemen en Angela Groothuizen was het voor mij een stuk moeilijker geweest. Nu ben ik in de positie hetzelfde te betekenen voor anderen.
Muziek verbindt en houdt ons in deze gekke wereld bij elkaar. Als het mij lukt om met mijn talent andere mensen een goed gevoel te geven, dan word ik daar heel gelukkig van. Waar ik ook blij van word, is ander talent ontdekken. Vijftien jaar geleden richtte mijn zus met anderen het gospelkoor ZO! Gospel Choir op. Het idee was: getalenteerde jongeren, die om verschillende redenen niet op een conservatorium terechtkomen of anderszins een zangcarrière van de grond krijgen, een kans geven. Jonge mensen moeten zich gesteund voelen, ze moeten wéten dat ze de kans hebben om iets van hun leven te maken. Dat vertel ik ze graag.
regelmatig
op, bied een schouder, probeer hen te ben geboren met een gesloten
Berget Lewis is zangeres. Ze is ook regelmatig op televisie, bijvoorbeeld in Project Rembrandt en The Masked Singer.
Naast een hart voor jong talent heb ik ook een hart voor jongeren met een beperking. Ook zij verdienen het dat er iemand naar hen omkijkt. Ik zoek hen op, bied een schouder, probeer hen te zíen. Misschien heeft dat te maken met mijn medisch verleden: ik ben geboren met een gesloten fontanel. Als mijn moeder en de artsen niet zo adequaat hadden gehandeld, had ik nu misschien ook een beperking gehad. Vorig jaar kreeg ik een lintje voor wat ik doe voor deze twee doelgroepen. Naast dat ik vereerd ben, vind ik het ook ingewikkeld; ik vind dat vooral God alle eer moet krijgen, mijn talent komt van Hem.
hadden gehandeld, had jaar kreeg ik een lintje voor vereerd ben, vind ik het moet krijgen, mijn talent later fungeerden andere zangers voor mij als springplank, toen ze mijn talent (1971)
beeld/Marleen Kuipers
Leven uit een koffer
Als je geen (t)huis hebt, draag je al je bezittingen bij je. Hoe ziet dat eruit? We vroegen het mensen die in de opvang in Dordrecht slapen.
REGINA (42)
‘Ik heb over mijn tijgeroog [steen, red.] gelezen dat ‘ie kracht geeft. Ik geloof er niet echt in, maar het herinnert mij eraan dat je krachtig moet zijn in het leven en het van de positieve kant moet bekijken’
GULED (36)
‘Ik heb van mijn moeder geleerd om mezelf goed te verzorgen en er netjes uit te zien. Dit eten heb ik al een maand bij me. Ik heb het gekocht toen mijn uitkering net gestort was’
MENNO (38)
‘Voor die telefoon kan ik wel een balletje krijgen. Maar ik heb hem gekregen van een vriend van mij, een oudere man die mij wel eens helpt. Dus ik verkoop hem niet’
ACHRAF (28)
‘In die map zitten mijn papieren. Ik heb geen huis, snap je, en ik kan mijn bankpas en paspoort hier niet achterlaten. Daarom heb ik deze tas altijd bij me’
AZMI (49)
(‘maar ik voel me 29 als ik geld heb’): ‘Jouw hart is je geloof. Als je hart goed is, voelen de vogels het ook, die gaan dan op je hoofd zitten’
WEen deelnemer van de studio heeft de afbeelding op deze pagina geborduurd.
at begon als een alternatieve dagbesteding voor sekswerkers in de coronaperiode, is inmiddels uitgegroeid tot een volwaardig creatief atelier: Studio Salvation. Hier maken deelnemers van het Leger des Heils in Amsterdam kennis met het kleermakersvak en ontwikkelen hun talenten. Tijdens het werk doen ze ook sociale contacten op, leren omgaan met afspraken, leerdoelen stellen en samenwerken om deze te behalen. Studio Salvation maakt kleding, accessoires en interieuritems, zoals tassen, schorten en kussenhoezen.
In 2024 werden kimono’s beschilderd door
2023 exposeerde de studio ook al in Loods
In 2024 werden kimono’s beschilderd door deelnemers van de studio en geëxposeerd in Loods 6 onder de titel True colours. In 2023 exposeerde de studio ook al in Loods 6, toen met onder andere een wandkleed van gerecyclede spijkerbroeken.
De studio is op zoek naar enthousiaste vrijwilligers die deelnemers willen begeleiden tijdens hun creatieve momenten. Vind je het leuk om je naaivaardigheden te delen en anderen op weg te helpen? Dan zoeken we jou! Neem contact op met Rachel Grassnick-Hanoch, coördinator van de studio, via rachel.hanoch@legerdesheils.nl
tekst/Coen
RUST, REGELMAAT EN BEGRIP
Hoe veteranen herstellen in Sparrenheuvel
van Everdingen beeld/Erik Borst
Herstellocatie Sparrenheuvel is een unieke plek van het Leger des Heils. Verscholen tussen de hoge bomen, aan een statige laan in Bosch en Duin, bevindt zich de plek waar veteranen aan hun herstel werken, omringd door mensen die hen begrijpen. Locatiemanager Meinke Ehrhardt: ‘Hier snappen we elkaar, we spreken dezelfde taal. Dat maakt een groot verschil.’
oedemorgen allemaal. Het is negen uur, dus ik wil graag de dag beginnen.” Meinke staat bij de koffiebar. Leger des Heilsjasje aan, haar blik gericht op de klok aan de muur. Ze begint met een korte, positieve spreuk over veerkracht. Een van de andere collega’s neemt de dag door. “Er moeten boodschappen gedaan worden. En we gaan sporten, wie wil er mee?” Een paar handen gaan, ietwat twijfelend, de lucht in.
RUST EN REGELMAAT
Het is tekenend voor hoe de dagen hier verlopen. Op deze locatie draait alles om rust en regelmaat. Ontbijt om acht uur, dagstart om negen uur, lunch om twaalf uur en avondeten om zes uur. En dat betekent dat er ook echt op die tijden wordt gestart. Niet eerder, niet later. Meinke, zelf ook veteraan, legt uit: “Dat hebben we toch wel overgenomen van Defensie. We zijn op tijd. We doen ook alles als groep. Als we klaar zijn met eten, dan ruimt iedereen de tafel af. Daar hoef je niet om te vragen, dat gaat vanzelf.”
Tussen de vaste momenten door hebben bewoners de ruimte om zelf hun tijd in te vullen. Een aantal mannen gaat mee naar de sportschool. Een andere veteraan krijgt zijn maatschappelijk werker op bezoek. Er zijn ook bewoners die overdag naar de dagbesteding gaan, om te werken. Tussen alle bedrijven door hebben de bewoners gesprekken met hun persoonlijk begeleiders van het Leger des Heils.
MILITAIRE DISCIPLINE
De militaire discipline zie je terug op de locatie. Niet alleen in het strakke dagritme, maar ook in hoe alles oogt. De tafels zijn leeg en opgeruimd, stoelen netjes aangeschoven.
De gezamenlijke woonkamer en keuken ogen rustig en sfeervol. Er lopen wat kippen door de tuin. Naast de gemeenschappelijke ruimtes hebben alle bewoners een eigen appartement. Ze zijn ruim en bieden allemaal uitzicht op de prachtige, groene tuin.
Meinke: “Deze plek is echt bedoeld als rustpunt. We werken aan herstel, zodat ze straks weer zelfstandig verder kunnen.” Een van de begeleiders, Nandra, vult aan: “Wij vliegen het net even anders aan. Dat kan omdat we met een kleine groep zijn. De structuur die we hier hebben, zou niet werken in een reguliere opvang.”
PTSS
Want de structuur maakt deze locatie niet alleen uniek, die is ook echt nodig. Meinke: “Binnen de reguliere opvanglocaties van het Leger des Heils zagen we een heel aantal veteranen. Mensen met PTSS of oorlogstrauma’s, die na hun tijd bij Defensie het ‘gewone’ leven niet meer aankonden. Ze raakten verslaafd, dakloos. Deze mensen komen niet tot hun recht in een reguliere opvang. De problematiek waar zij mee te maken hebben, vraagt om een andere oplossing. Die bieden wij hier.”
“Een simpel voorbeeld: iemand met PTTS of oorlogstrauma kan enorm schrikken van een onverwachte, harde knal.
‘Hier snappen we elkaar,
we spreken dezelfde taal’
Als in een reguliere opvang tientallen mensen rondlopen, wordt er weleens met deuren geslagen. Op Sparrenheuvel is de stilte opmerkzaam. Dat geeft precies de rust die deze mannen nodig hebben.”
BEGRIP
Omdat Meinke de militaire wereld zelf goed kent, snapt ze wat de bewoners nodig hebben. “We hebben soms aan een woord genoeg. Iemand hoeft niet honderd keer te vertellen wat hij heeft meegemaakt: dat hebben we namelijk allemaal. En dat helpt enorm, want er is vaak veel onbegrip.”
Het is een veelgehoorde klacht van de veteranen: ze worden niet begrepen door de samenleving. Rico*, ooit onderdeel van het bekende Dutchbat III-bataljon, woont nu een tijdje in Sparrenheuvel. Het onbegrip vanuit de samenleving vindt hij lastig. “Wij hebben gevochten voor Nederland. We hebben vreselijke dingen gezien, die gewone burgers zich niet kunnen voorstellen. Maar als je terugkomt, als veteraan met PTSS, lopen mensen het liefst met een grote boog om je heen, want je zult wel gevaarlijk zijn. Als veteraan mis je dan begrip, respect.”
BOKITO
Een van de bewoners, die bijna uitstroomt, is Mokhtar. Aan de lange eettafel in de woonkamer vertelt hij zijn verhaal. Jarenlang werkte hij bij Defensie. Hij ging op missies naar Afghanistan en Irak. Hij had het goed naar zijn zin in het leger, maar moest verplicht vertrekken toen hij werd beschuldigd van drugshandel. Toen ging het mis. “Ik raakte verslaafd aan GHB en kwam veel in aanraking met de politie. Gevangenis in, gevangenis uit. Ik was geen lieverdje, ze noemden me ‘Bokito’. Ik was groot en sterk en kon als een gek tekeergaan. Altijd onder invloed van dat spul.”
REDDING
Meerdere keren belandt Mokhtar in het ziekenhuis, steeds door zijn GHB-verslaving. “Ik heb heel wat engeltjes op m’n schouder gehad hoor. Ik denk dat ze nu op zijn. De laatste
Samenwerking
Sparrenheuvel biedt plek aan twaalf veteranen, voor een periode van drie tot zes maanden. Het Leger des Heils verzorgt de begeleiding op de locatie. Het Nederlands Veteraneninstituut doet alle intakes en zorgt voor de behandeling. Het Ministerie van Defensie betaalt een deel van de kosten van de opvang en behandeling.
heb ik gebruikt om hier te komen.” Want Sparrenheuvel is zijn redding geweest, zegt hij zelf. “Via iemand van het Leger des Heils ben ik hier terechtgekomen. Dat is maar goed ook. Als ik hier niet had gezeten, was ik waarschijnlijk dood.”
Naast zijn GHB-verslaving, kampt Mokhtar ook met de gevolgen van PTSS. “Die herbelevingen joh… soms zie ik de snipers nog in de bosjes liggen, op me mikken. Dan raak ik compleet in paniek. Daar moet ik mee leren leven - zonder drugs.” Hij volgt behandelingen, en hoopt zijn leven weer op de rit te krijgen. “Mijn doel is dat ik mijn dochter weer mag zien. Al duurt het nog jaren, daar ga ik voor!”
*Rico is een gefingeerde naam. Zijn echte naam is bekend bij de redactie.
Mokhtar gebruikt al ruim een jaar geen GHB meer en heeft mooie stappen gezet richting een ‘normaal’ leven. Binnenkort gaat hij weer op zichzelf wonen. “Dat vind ik nog wel spannend hoor, weer helemaal alleen. Maar ja, het is ook goed om weer een stap te zetten.” Hij kan het goed vinden met zijn begeleider Nandra. “Het liefst zou ik bij haar gaan wonen”, zegt hij lachend. “Maar dat heeft zij liever niet, dus dan doe ik het maar zelf.”
FREDERIK EN ISABEL IN HET NIEUW BIJ RESHARE
beeld/Valentina Vos
Gestyled en stralend
Frederik
De zachtaardige Frederik (39) werkt in een lunchroom van 50|50 Food. Na een periode werken in de horeca brak hij zijn knie en ging hij reintegreren bij het Leger des Heils. Binnenkort gaat hij op zoek naar een betaalde baan, het liefst in de keuken van een culturele instelling. De metamorfose vindt hij een leuke ervaring: “De mensen die me styleden waren heel aardig en ze hebben leuke dingen voor me uitgezocht.”
OVER LEGER DES HEILS RESHARE
Isabel en Frederik kregen hun nieuwe outfit cadeau van de ReShare Store in Amsterdam. Bij Leger des Heils ReShare kun je de mooiste tweedehands en vintage items shoppen.
Benieuwd of er een Store in jouw buurt is? Kijk op ldh.nl/ shoppen-soelaas
tweedehands en vintage
Isabel
Isabel (58) heeft veel meegemaakt in haar leven. Ooit deed ze een opleiding aan de kunstacademie en studeerde ze in New York. Nu woont ze alweer ruim tien jaar in Amsterdam en doet ze vrijwilligerswerk als receptioniste. Stylist Lidewij Merckx en kapper The Color geven Isabel een metamorfose. “Te gek, ik ben helemaal blij”, is Isabels reactie. “Nu ga ik naar huis, ik ben moe.”
tekst/Coen van Everdingen beeld/Folkert Koelewijn
Bij de soepbus wordt eten, drinken en aandacht uitgedeeld
De zon staat al laag aan de hemel als Erik, Jaap en
Nathan het terrein van het Leger des Heils oplopen. De drie mannen gaan vanavond op pad met de soepbus in Zwolle. Jaap: ‘Het is mooi om heel praktisch iets te kunnen doen voor je medemens.’
Het pand van Leger des Heils 50|50 aan de Dijkstraat ligt er verlaten bij. De soep die vanavond uitgedeeld wordt, staat klaar in grote ketels. Nathan: “Overdag werken op deze locatie mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zij maken de soep die we uitdelen.” Eens per maand stappen de mannen vrijwillig met elkaar een avond op de bus om soep en brood uit te delen aan dak- en thuisloze mensen in Zwolle.
EEN PRAATJE
Bij een buurtcentrum, tussen de flatgebouwen, parkeert Jaap de bus als eerste. Er staat al een aantal mensen te wachten. “Ha Cor! Goed je te zien. Trek in een lekker soepje?” Terwijl Nathan begint met het uitdelen van soep, mengen Jaap en Erik zich tussen de mensen.
‘Gewoon even vragen hoe het met iemand gaat, kan al wonderen doen’
Ze luisteren aandachtig naar wat die te vertellen hebben en delen ondertussen boterhammen en broodjes uit. Sommigen kennen de vrijwilligers al, zoals Gerrit: “Ik kom hier al vijftien jaar. Hoewel ik een eigen woning heb, blijf ik langskomen. Dan heb ik even een praatje.”
MENSEN UIT OOST-EUROPA
Terwijl het op straat steeds donkerder wordt en de meeste mensen binnen zijn, rijdt de soepbus verder naar de tweede locatie. Ook hier staat al een groep mensen te wachten. Erik: “Op deze plek, in het centrum, zien we meer mensen uit Oost-Europa. Zij hebben geen recht op andere voorzieningen, dus als ze op straat staan, hebben ze weinig opties.” Een van die mensen is Girteras, een man uit Litouwen. Hij vertelt dat hij naar Nederland kwam om jazzpianist te worden. Dat is niet gelukt; zijn auto ging kapot en zijn geld is op. Hij vertelt: “Ik ben heel blij met het Leger des Heils. Meestal loop ik de hele dag rond, te praten in mezelf. Deze paar minuten dat ik mijn verhaal kwijt kan, zijn goud waard. Dan kan ik er echt weer even tegenaan.” Ook Jaap merkt dat het menselijk contact een
belangrijk onderdeel is van het werk. “Gewoon even vragen hoe het met iemand gaat, kan al wonderen doen.”
RUIM DELEN
In totaal staat de soepbus in Zwolle op drie plekken per avond. De laatste stop, een rustige, is op een klein parkeerplaatsje aan de rand van de stad. Vier mensen staan te wachten. Brood en soep worden rijkelijk uitgedeeld. “Wil iemand nog een extra boterham?”, vraagt Nathan. Een Poolse man loopt op Nathan af. “Yes, please”, zegt de man vriendelijk. “No problem, what do you want?”, vraagt Nathan. Met een extra paar boterhammen en een emmertje soep om mee te nemen, loopt de Poolse man tevreden weer weg.
CONTACT
Waar ze ook staan, de mannen maken met iedereen een praatje, vragen geïnteresseerd hoe het met iedereen gaat en luisteren naar de verhalen. Alle drie doen ze in het dagelijks leven iets heel anders, toch gaat het contact hen makkelijk af. Ze kennen de vaste bezoekers en denken mee als er vragen zijn. Het is duidelijk dat de soepbus meer is dan een uitdeelpunt voor eten en drinken. Het gaat om contact, om mensen laten voelen dat ze gezien en gehoord worden - dat ze ertoe doen.
GESLAAGDE AVOND
Als iedereen genoeg op heeft, ruimen de mannen voor de laatste keer deze avond de bus weer in. Rond half tien zijn ze terug op de 50|50 locatie. Na het afwassen kunnen ze zelf ook naar huis. “Het was een geslaagde avond,” zegt Nathan tevreden. “We misten wel een paar vaste bezoekers. Je weet natuurlijk nooit wie er komen opdagen. Soms hebben ze opeens een plek waar ze kunnen verblijven.” Dat is het werk van de soepbus ten voeten uit: gaan en kijken wat er gebeurt, wie je tegenkomt. Over drie dagen gaat de bus opnieuw de stad in, voor vanavond zit het erop.
samenwerking
tekst/Geke van Wijnen
beeld/Caroline Cracco
Project Next Steps helpt mensen in de prostitutie en slachtoffers van mensenhandel om in hun thuisland Roemenië een nieuw leven op te bouwen. In het project werken het Leger des Heils, Dorcas, Bright Fame en International Justice Mission samen om deze mensen te ondersteunen.
De stap naar een hoopvolle toekomst
Het verhaal van Afina is geschreven aan de hand van een aantal casussen van Next Steps. Afina is dus een fictief persoon.
AFINA: “Ik was wanhopig, mijn moeder was ernstig ziek en ik had geen geld voor haar behandeling. Igor zei dat hij werk voor me had in Nederland, en dat ik vier keer zoveel betaald zou krijgen als hier. Na drie maanden werken zonder salaris wist ik dat er iets heel erg mis was.”
IN BEELD BRENGEN
Roemenië is een van de armste landen van Europa. Roemenen die hopen op een beter leven in Nederland, zijn kwetsbaar om in de gedwongen prostitutie terecht te komen. Politie of hulpverleners, bijvoorbeeld van Bright Fame, die signaleren dat mensen vastzitten in de prostitutie of slachtoffer zijn geworden van mensenhandel, kunnen aankloppen bij Evelien Kremer. Zij is namens het Leger des Heils verbindingscoördinator bij Next Steps. “Mijn doel is: een veilige terugkeer coördineren”, vertelt ze. “Ik vraag wat iemand nodig heeft om een betere toekomst te creëren. Dat kan onderdak zijn, juridische hulp of werk. Met deze informatie schakel ik met het team van Next Steps in Roemenië.”
RECHT DOEN
Als iemand slachtoffer is geworden van mensenhandel, kan Evelien stichting International Justice Mission (IJM) inschakelen. IJM strijdt op internationaal niveau tegen mensenhandel. In Nederland kan IJM meekijken bij juridische vraagstukken. In Roemenië ondersteunt IJM politie, wetgevers en openbaar aanklagers bij de aanpak van mensenhandel. Want zolang daders niet gepakt en berecht worden, blijven zij slachtoffers maken.
VERTELT:
“Tijdens een politie-inval in ons pand werd ik bevrijd. Daarna kwam ik voor
het eerst in contact met Evelien. Ik schaamde me voor wat me was overkomen, maar zij stelde me gerust. Ze gaf me hoop.”
“Ik was doodsbang om Igor weer tegen te komen, maar nu ik veilig was, wilde ik zorgen dat niemand anders meer slachtoffer van hem kon worden. Gelukkig hielp IJM me om aangifte van mensenhandel te doen.”
AFINA
KWETSBAARHEID VOORKOMEN
In Roemenië ondersteunt Next Steps niet alleen de lokale instanties. Het Leger des Heils en Dignity Restored, een samenwerkingspartner van Dorcas, gaan bijvoorbeeld ook met een voorlichtingsfilm langs scholen om jongeren bewust te maken van het gevaar van mensenhandel. Terugkerende deelnemers van Next Steps krijgen in Roemenië de kans om een vak te leren, bijvoorbeeld in het naaiatelier van Dignity Restored in Oradea. Doordat deelnemers salaris ontvangen, zijn ze minder kwetsbaar om opnieuw in armoede belanden en slachtoffer te worden van mensenhandel.
‘Zolang daders niet gepakt en berecht worden, blijven zij slachtoffers maken’
“Toen ik landde in Oradea, kreeg ik flashbacks naar de laatste keer dat ik op het vliegveld was, met Igor. Gelukkig stond Alexandra van Leger des Heils Roemenië klaar om me op te vangen. Ik kreeg een kamer in een opvanghuis en in de weken erna kon ik komen werken in een naaiatelier. Binnenkort word ik opgeleid tot coupeuse.”
MEER WETEN OVER NEXT STEPS?
Neem een kijkje op de website: projectnextsteps.nl
tekst/Wilfred Hermans beeld/Folkert Koelewijn
Lego en limonade in de buurthuiskamer
In buurthuiskamer ‘Perron 3’ in Helmond is een overvloed aan Lego. En een speelkeukentje, zitzakken waar je lekker op kunt springen en limonade. Logisch dus dat Mylène (10) hier graag komt. “Meestal speel ik alleen, lekker rustig.”
MYLÈNE VINDT RUST
“I
k houd van skeeleren, fietsen en steppen. Laatst ben ik nog gevallen met skeeleren, daarom heb ik hier van die sneetjes. En ik rijd paard op een hengst die nog hoger is dan ik.
Degene die mij paardrijles geeft, houdt haar hand op, zó, en ik zet dan m’n voet erop. Het paard heet Lejano, kijk, hij staat ook op m’n shirt. Deze zomer ga ik met m’n vader nog een keer paarden knuffelen. Hoe het op school gaat? Goed. Ik ga met een paar anderen kinderen in een soort schoolbus naar school, een taxi eigenlijk. De buschauffeur vindt mij een lastig kind. Hij scheldt me uit en zegt dat ik hem uitscheld, maar dat is niet waar. Ben je nu al aan het opnemen? Is dit al het interview?”
Lekker rustig
“Dit is mijn vaste plek, bij het keukentje en de Lego. Hier speel ik altijd, en als het rommelig is, ruim ik op. Er staat een elektrische trein die ook weleens rijdt en
‘Ik ga wat eten bakken, kind! Jullie zijn mijn kinderen’
er zijn Legosetjes, maar ik kan er ook kunst mee maken. Kijk, deze heb ik zelf gemaakt, en deze mijn broertje. Meestal speel ik alleen, dat vind ik wel fijn, lekker rustig. En mama is ondertussen boven, daar is een kledingwinkel. Soms gaan we kleren kopen, ik heb hier ook mijn paardenshirt vandaan. En mijn hele panterset: een panterjurk, panteroren, een panterstaart en een panterstrik. Kom, we gaan spelen. Ik ga wat eten bakken, kind! Jullie zijn mijn kinderen, dus. Ik heb alleen eieren.”
Knuffelen met Dunja
“Als het goed weer is, gaan we hier vaak naartoe. Het is hier superleuk, zelfs leuker dan thuis. Ik let altijd op Dunja als ze hier is, het hondje van Jos. Ze springt altijd op me zodra ik binnenkom. Knuffelen met haar vind ik het leukst. M’n broertje Merlijn vindt dat ook leuk. Ik zit in groep 6, hij in groep 3. Mijn favoriete vak? Paardrijden. Oh, je bedoelt op school! Dat is taal, spelling. Hé, mama, wat doe jij hier? Het is hier wel privé, hè?”
‘Knuffelen met Dunja vind ik het leukst’
“Op deze zitzakken spring ik graag. Jij moet dat ook doen. En ik kan op m’n handen staan, en de radslag. Kan jij de brug? En ik speel ook graag op deze piano, al kan ik het nog niet zo goed; zal ik het laten horen?”
In de buurthuiskamers van het Leger des Heils is iedereen welkom voor een kop koffie, een goed gesprek of een spelletje. Hier vinden bewoners een plek om thuis te zijn in de buurt. Mylènes moeder Shirley: "Mylène zit op het speciaal onderwijs. Hier kan ze zichzelf zijn en even het gevoel hebben dat er niemand bovenop haar zit." Lees meer over buurtwerk op ldh.nl/buurtwerk-soelaas
tekst/Mariëlle Groot Wassink beeld/Sven Scholten
HARTSTILSTAND
Mariëlle Groot Wassink
werkt bij het Leger des Heils als veldwerker. Met een bus zoeken zij en haar collega’s mensen op zonder vaste woon- of verblijfplaats. Ze bieden eerste levensbehoeften en bouwen een band met hen op. Als mensen dat willen, verwijzen Mariëlle en haar collega's hen door naar een passende vervolgplek en/of hulpverlening.
Met gebruik van haar knie en een T-shirt knelde zij zijn slagader af, nadat hij op straat met een mes in zijn hals was gestoken. Ze redde zijn leven. Zo gaat dat op straat: uitkijken voor elkaar, uitkijken naar elkaar, zorgen voor elkaar. Maar drie maanden later werd Wiktoria zelf niet gered.
Engelse en Nederlandse woordenschat was niet groot, onze Poolse woordenschat klein.
Wiktoria was ongeveer even oud
als ik, maar ze oogde stukken ouder. Ze leefde al langere tijd op straat, of beter gezegd: overleefde. Dat leek haar goed af te gaan. Wellicht was het overleven haar met de paplepel ingegoten, had ze geen ander referentiekader en was dit haar normaal. Ze stond haar mannetje. Maar haar zichtbare stevigheid kwam vooral door de alcohol, die haar lijf deed opzetten. Haar stoere, misschien lompe houding,
Wiktoria groeide op in een weeshuis in Polen. Op zoek naar een beter bestaan, kwam ze naar Nederland om te werken. Ze raakte haar onderdak in Nederland kwijt toen ze haar baan verloor en ze belandde, samen met haar eveneens Poolse vriend, op straat. We kwamen haar bijna wekelijks tegen met een groepje Poolse mensen. In haar laatste weken hoorden we dat ze samen met stichting Barka een plan had gemaakt om haar situatie te doorbreken. Ze keek uit naar werk, naar onderkomen, naar perspectief. Een beter leven, waarin ze haar pantser misschien eens kon laten zakken.
was een pantser. De
olifantenhuid die ze had opgebouwd, had ze nodig om de dagen en nachten door te komen. Een kop soep of koffie accepteerde ze van ons, maar echt dichtbij mochten we niet komen. Haar
Je zou nog
Een week voordat het zover was, werd haar levensstijl haar fataal. Midden op straat, in de stad, stond haar hart stil.
levensstijl haar fataal. de stond
Moest nog Ging nog Had nog tijd toch
Dit mocht niet
Kon niet, jij niet Nooit niet Maar is toch
Wat overblijft is Weet je nog? met
Diet: 'De ontmoeting was erg gezellig. Ik vond het fijn dat ik op deze manier mijn waardering kon uitspreken voor Marjolein van het Leger des Heils'
Punga: ' Het was leuk om een dag een echte beroemde ster te zijn'
De fotoshoot was onwennig en grappig. De trui die ik altijd aanheb bij mijn werk bleek een ware aardappelzak, niet echt de juiste kleding voor een fotoshoot. Door een waaier aan te zetten, hebben we nagebootst hoe mensen mij buiten in het werk veelal treffen, met de haren in de wind’
Soelaas • nummer 11 • 2025
Hoofdredactie
Willemijn de Jong
Kapitein Harm Slomp
Eindredactie
Willemijn de Jong
Geke van Wijnen
Art direction en grafisch ontwerp Tineke van der Jagt • TinekeWerkt
Correctie
Jasper van den Bovenkamp
Redactie
Coen van Everdingen, Daniël Albers, Marko Mellema, Merel Mok, Frank Taale, Majoor Simon van der Vlugt