‘Vijftien miljoen mensen. Die moeten niet het keurslijf in, die laat je in hun waarde.’ Zo luidt het refrein van een bekende popsong.
Vijftien miljoen zijn inmiddels meer dan zestien miljoen geworden. Duizend maal zoveel als het aantal melkveehouders dat Nederland kent. Op elke melkveehouder duizend coaches. Of bemoeials, wat u wilt. Want waar de miljoenen Nederlanders nog altijd graag luidkeels meezingen niet in een keurslijf te willen, belet dat hen niet om melkveehouders wel in een keurslijf te duwen.
De sector worstelt er, zeker nu de melkprijs slecht is, zichtbaar mee. Zozeer dat de Rabobank zelfs pleit voor een ‘deltaplan’. Onder het mom ‘voor het te laat is’. Nobel wellicht, dat meedenken van de grootste agrarische financier, maar wat zou zo’n deltaplan dan moeten behelzen? Een keuze om over te gaan op een maximaal aantal koeien per hectare? Of de melkveehouders opdelen in twee groepen, een groep produceert voor de Nederlandse consument en een voor de Aziatische markt.
Beide cr