Kwartaalblad nummer 77

Page 1

Kwartaalblad maart 2013 no. 77

Ree

77


Kwartaalblad van Stichting Het Drentse Landschap

www.de12landschappen.nl www.de12landschappen.nl

3

Eruitgelicht

Nieuwe natuur rond Zuidwolde Hester Heinemeijer

4

— bestuursberichten

— terreinbeschrijving

9 WMD 10

14

16

Boerderij Egberts Lent Eric van der Bilt

— erfgoed

Nijlgans Arend van Dijk

— fauna

De Gerardus Majella kerk Olav Reijers

— Stichting Oude Drentse Kerken

19

Activiteiten

20

Over de rug van Zuidwolde Bertus Boivin en Eric van der Bilt

22

24

26

28

— wandelroute

Het boerenerf op schoolplaten Roel Sanders

— cultuur

Winterannuellen Geert de Vries

— flora

Ha, die biomassa Eric van der Bilt

— opinie

Huis Ter Hansouwe Bertus Boivin

— erfgoed

32

Evaluatie beheer Doldersummerveld

33

Kortweg

39

NPL

— beheer

— berichten

Foto: Joop van de Merbel

Uitgave Stichting Het Drentse Landschap Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site:www.drentslandschap.nl Website: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr.www.facebook.com/drentslandschap Facebook: 30.28.75.751 Bankrek. nr. 30.28.75.751 Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van derE.W.G. Redactie Meer, van m.m.v. derH. Bilt, Colpa, J.D.D.J.G. Hofman, Schenkenberg B.M. van Mil, van Mierop S.S. van der en Meer, B. Zoer m.m.v. H. Colpa, H. Schipper, Vormgeving J.G. Schenkenberg Albert vanRademaker Mierop en BNO, B. Zoer Annen Grafische productie Vormgeving Albert Rademaker Koninklijke BNO, van Annen Gorcum BV, Assen Grafische productie Koninklijke van Gorcum BV, Assen Omslag Exoërkyl / foto: Geert de Vries Omslag Ree / foto: Hans Wolters ISSN 1380-3263 ISSN 1380-3263 Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van Stichting niet noodzakelijk de opvattingen van Stichting Het Drentse Landschap. Het Drentse Landschap. Het Drentse Landschap is een uitgave van Stichting Het Het Drentse Landschap is een uitgave van Stichting Het Drentse Landschap. Het geeft informatie over de terrein­ Drentse Landschap. Het geeft informatie over de terrein­ bezittingen en activiteiten van de stichting. Het blad bezittingen en activiteiten van de stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de beschermers van het en wordt gratis toegezonden aan de beschermers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde Landschap. Beschermer kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– . per jaar. Beschermer voor het leven € 400,– . Als u Het Drentse Landschap extra wilt steunen dan kan dat Als u Het Drentse Landschap extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: op de volgende wijze: Periodieke gift  In plaats van of naast uw begunstigersbijPeriodieke gift  In plaats van of naast uw beschermersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een bare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële akte toezegt. Voor bijdragen van € 50 eenvoudige notariële akte toezegt. Voor bijdragen van € 50 en hoger per jaar regelt en betaalt de stichting de akte. Het en hoger per jaar regelt en betaalt de stichting de akte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van Het Drentse Landschap. te houden van Het Drentse Landschap. Andere giften  Indien het totaal van uw giften in enig jaar Andere giften  Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60 te boven zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60 te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. Legaten of erfstellingen  U kunt Stichting Het Drentse Legaten of erfstellingen  U kunt Stichting Het Drentse Landschap en/of Stichting Oude Drentse Kerken ook in uw Landschap en/of Stichting Oude Drentse Kerken ook in uw testament begunstigen. testament begunstigen. Stichting Het Drentse Landschap en Stichting Oude Drentse Stichting Het Drentse Landschap en Stichting Oude Drentse Kerken zijn vrijgesteld van schenkings- en successierecht, Kerken zijn vrijgesteld van schenkings- en successierecht, zodat uw gift, schenking of legaat geheel ten gunste komt zodat uw gift, schenking of legaat geheel ten gunste komt van deze stichtingen. van deze stichtingen. Nadere inlichtingen over de hierboven vermelde mogelijke Nadere inlichtingen over de hierboven vermelde mogelijke vormen van steun kunt u inwinnen bij het kantoor van de vormen van steun kunt u inwinnen bij het kantoor van de stichting of bij uw notaris. stichting of bij uw notaris. Het Drentse Landschap Het Drentse Landschap


Gelukkig kunnen we weer vol goede moed over onze natuur en haar toekomst spreken. Met het nieuwe kabinet wordt er weer anders gedacht en gepraat over natuur en landschap, maar we hebben nog steeds met een enorme bezuiniging te maken. Toch kunnen we weer enigszins verder met het bewaken van de kwaliteit van onze natuur, in de prettige wetenschap dat ons werk van overheidswege weer op waarde wordt geschat. Ook blijkt dat anderen meer en meer een beroep op ons doen. Kerkgemeenschappen, die het onderhoud van hun beeldbepalende gebouwen niet meer kunnen volhouden; mensen, die jarenlang en met liefde ge誰nvesteerd hebben in hun bezit en dat niet versnipperd en verpauperd willen zien na hun overlijden; gemeenten, die hulp inroepen bij het beheer van molens of andere beeldbepalende gebouwen. Stichting Het Drentse Landschap ontwikkelt zich steeds meer tot beheerder en belangenverzorger van het culturele erfgoed in Drenthe. Het gaat al lang niet meer om een stukje natuur, bos of landschap, een historische hoeve of hunebed, maar om de samenhang van de elementen die Drenthe maken tot de karakteristieke provincie die het is. We worden een ensemble-organisatie. Vragen die wij hierbij stellen zijn: Wat is van beeldbepalende waarde? Wat hoort vanouds bij elkaar? Herkennen we hier Drenthe? Gaat er iets typisch Drenthe verloren als wij ons er niet voor inspannen? Dat is een voortdurende afweging voor onze organisatie. Om u te laten zien wat dat voor Drenthe betekent, willen we u graag ontvangen tijdens ons tweejaarlijks Festival van het Landschap op 30 juni. Ik hoop u er te ontmoeten.

NB Noteer alvast in uw agenda: Festival van het Landschap 30 juni 2013

Ali Edelenbosch voorzitter Het Drentse Landschap


4

Terreinbeschrijving

In de afgelopen twee jaar zijn er rond Zuidwolde meerdere natuurherstelprojecten uitgevoerd. Ook werden de verbindingen tussen de natuurgebieden bij Zuidwolde hersteld in de vorm van ecoducten over de N48, de weg van Ommen naar Hoogeveen. Monitoring laat inmiddels zien dat de planten en dieren al heel snel profiteren van deze maatregelen.

Nieuwe natuur en betere ecologische verbindingen rond Zuidwolde

Hester Heinemeijer*

De ingerichte gebieden zijn onderdeel van het vroegere uitgestrekte natte heidelandschap van het Nolderveld, dat zich ten noorden van het Reestdal bevond. In de reservaten Nolderveld en Takkenhoogte zijn voormalige landbouwgronden ingericht om iets van de vroegere natte heide en heischrale graslanden terug te brengen. Beide projecten zijn voorbereid door bureau Oranjewoud en vervolgens in nauw overleg met Het Drentse Landschap en Waterschap Reest en Wieden door de Dienst Landelijk Gebied uitgevoerd. Dit gebeurde in het kader van de Landinrichting ZuidwoldeZuid. In het Reestdal werd bij het natuurgebied Jodenvonder de aanzet gegeven voor herstel van broekbos in combinatie met waterberging. Ten noorden van het bestaande heidegebied Nolderveld is een acht hectare groot terrein ingericht. Dit gedeelte van het Nolderveld is reeds vroeg in de 20e eeuw ontgonnen en in agrarisch gebruik genomen. Het terrein is lang als (mais) akker gebruikt en jarenlang zwaar bemest. Afgraven van de fosfaatrijke bovenlaag zou te duur worden. Daarom is hier gekozen voor herstel van reliĂŤf, aanleg van laagtes en het met de vrijkomende grond ophogen van delen die op historische kaarten als hoogtes in het landschap herkenbaar waren. De uitgegraven laagtes zijn inmiddels schaars begroeid. Naast ruderale soorten zijn er ook al soorten van voedselarmere milieus aangetroffen. Zo is Waterpostelein als typische pionierssoort massaal tot ontwikkeling gekomen. Ook de Bosdroogbloem is op enkele plekken gesignaleerd, evenals enkele scharrige dophei- en struikheiplantjes.

Foto: Dick Mooi

Foto: Aerophoto

Nolderveld



Terreinbeschrijving

V.l.n.r: Vuurvlinders, Levendbare hagedis, Takkenhoogte, Ree en Dwergmuis

De hoge koppen zijn voedselrijk en ruig begroeid. Het beheer zal dan ook bestaan uit jaarlijks maaien en afvoeren. De Schotse hooglanders die op de aangrenzende heide lopen, begrazen ook dit nieuw ingerichte gebied. Om de openheid te versterken is de houtsingel tussen beide gebieden gedeeltelijk weggehaald. Takkenhoogte

Bij het inliggende voormalige landbouwperceel tussen de heide van Takkenhoogte en het Meeuwenveen, eveneens acht hectare, bleek de uitgangssituatie gunstiger. Hier bloeide halverwege de jaren ‘50 van de vorige eeuw de heide nog. De hoeveelheid af te graven grond om tot een voor voedselarme heideontwikkeling gunstige uitgangssituatie te komen, was beperkt. Bij de inrichting zijn kleine delen van het aanwezige grasland bewust onaangeroerd gebleven, terwijl elders de gehele voedselrijke bovenlaag is afgevoerd. Er is een gevarieerd gebied ontstaan met mogelijkheden voor uitbreiding van de bijzondere heidevegetaties die zich al eerder op Takkenhoogte hebben ontwikkeld. Daarnaast zullen delen van het terrein meer grazige heischrale vegetaties opleveren, mede onder invloed van de nuttige begrazingswerkzaamheden van de Schotse hooglanders. In de uitgegraven delen hebben zich al vele heidesoorten gevestigd waaronder Struikhei, Dophei, Kraaihei, Liggend walstro en Trekrus. Op de zandige koppen zijn behalve veel Schapenzuring ook Dwergviltkruid, Biggenkruid,Vertakte leeuwentand,Vogelpootje en zelfs Bleekgele droogbloem gevonden. De verwachting is dat de meer zeldzame soorten

Foto: Bertil Zoer

Foto: Joop van de Merbel

Foto: Jaap de Vries

6

van vochtige heidevegetaties zoals Snavelbies en Ronde- en Kleine zonnedauw zich hier net als in het aangrenzende gebied snel zullen vestigen. Jodenvonder

Voor dit gebied – gelegen in de bovenloop van het Reestdal – was, naast het herstel van potentiële natuurwaarden en de aanleg van ecologische verbindingen, waterberging als doelstelling geformuleerd. Daarom is met Waterschap Reest en Wieden overlegd over hoe het gebied als zogenaamde ‘meestromende waterberging’ ingericht kon worden. Meestromende berging betekent dat in natte perioden het gebied volstroomt, en bij het zakken van het Reestpeil ook weer leegloopt. Hiermee draagt het gebied bij aan het opvangen van pieksituaties in extreem natte perioden. Het waterschap heeft berekend dat in dergelijke situaties zo’n 5000 m3 water tijdelijk kan worden vastgehouden. Langs de koppelleiding Nolde is een deel van de percelen afgegraven. De vrijgekomen grond is verwerkt op een hoger gelegen beekdalflank grenzend aan de N48. Op de opge-


Foto: Geert de Vries

Foto: Hero Moorlag

Terreinbeschrijving

brachte grond is bos aangeplant waaronder Eiken. Op de voor de waterberging uitgegraven laagtes zal zich spontaan Elzen-wilgenbroekbos gaan ontwikkelen. Het gebied is uitgekozen omdat deze plek zich als broekbos kan ontwikkelen zonder dat dit ten koste gaat van landschappelijke waarden of natuurwaarden. De ligging pal naast de N48 heeft daarbij een rol gespeeld.

Jodenvonder over de beek naar Nolde en Linde en onderdeel van ‘De Loop Van De Reest’, is verlegd. De gevaarlijke oversteek over de N48 is daarmee gelukkig komen te vervallen. Wandelaars kunnen nu via een van de weg afgeschermd pad naar de Nolderweg lopen. Ecoducten

Broekbos

Foto: Dick Mooi

Gezien de recente inrichting hebben zich nog niet veel soorten kunnen vestigen. Opvallend is wel de aanwezigheid van kiemplantjes van elzen en wilgen. Het geplande broekbos is in miniatuurvorm dus al aanwezig. In de oeverzone van de koppelleiding Nolde en de Reest zijn al veel leuke vondsten gedaan zoals Wateraardbei, Waterviolier en het nog zeldzamere Kransvederkruid. In het oorspronkelijk soortenarme grasland zijn kleurrijke soorten opgedoken waaronder verschillende soorten boterbloemen en vergeet-mij-nietjes, Pinksterbloem, Waterpostelein en Penningkruid. De bestaande wandelroute vanuit Overijssel, via de feitelijke

Om bestaande en nieuw ingerichte natuurgebieden beter te verbinden heeft de Provincie Drenthe samen met Rijkswaterstaat bij Zuidwolde en Linde twee ecoducten aangelegd. Op termijn komen er mogelijk aanvullende voorzieningen zodat uitwisseling tussen gebieden aan weerszijden van de N48 verder wordt verbeterd. Ook elders in Drenthe werkt men aan ecologische verbindingen die de barrièrewerking van wegen moeten verminderen. Zo wordt nabij Beilen een veilige oversteek over de A28 gemaakt voor dieren die zich tussen het uitgestrekte Dwingelderveld en het Terhorsterzand bewegen. Voor het oversteken van de N48 is een ecoduct bij Linde - het Stiggeltie - aangelegd en een zogenaamd combiduct – Suthwolda – bij Zuidwolde. Hier kunnen gescheiden van het feitelijke ecoduct ook fietsers en wandelaars veilig de N48 oversteken. Doorgaans zijn de mensen overdag aanwezig, de dierenwereld gebruikt de oversteek vooral in de nachtelijke uren.Voor de aanvoer van de benodigde 50.000 m3 zand is het vrijkomende materiaal van bovengenoemde natuurontwikkelingsprojecten gebruikt. Daarnaast is grond uit de directe omgeving van Het Zwarte Gat en uit het Steenberger Oosterveld hiervoor ingezet. De ecoducten zijn op natuurlijke wijze ingericht met dode boomstronken,

7


8

Terreinbeschrijving

Foto: Dick Mooi

Foto: Jaap de Vries

Waterviolier

nieuwe bomen, vaak stekelige struiken en kleine poeltjes. Het zand is afgedekt met heidemaaisel. Dat is een snelle manier om heide ook op de ecoducten tot ontwikkeling te brengen. Monitoring

De Provincie Drenthe heeft het beheer van de ecoducten overgedragen aan Het Drentse Landschap. Gezamenlijk volgen de Provincie en Het Drentse Landschap, ondersteund door de onvermoeibare inzet van tal van vrijwilligers van de Natuurvereniging Zuidwolde e.o., de ontwikkeling, de effectiviteit en de functionaliteit van deze verbindingen. Het is inmiddels duidelijk dat zowel ReeĂŤn als Dassen geregeld gebruik maken van de veilige oversteek. In 2012 zijn ook al tal van andere organismen aangetroffen. Een greep uit de aangeleverde lijstjes: verschillende vlinders en libellen waaronder Kleine vuurvlinder en Groentje,

sprinkhanen, loopkevers, naaktslakken, vier soorten muizen te weten Dwergmuis, Bosmuis, Huisspitsmuis,Veldmuis, de Levendbarende hagedis en verschillende kikkers en padden. Ook de ontwikkeling van de plantengroei zullen we nauwlettend volgen. De uitvoering van deze herstelprojecten is een stap in de goede richting voor het behouden en het versterken van de natuurkwaliteit van de gebieden rond Zuidwolde.

*Drs. H.D. Heinemeijer is senior ecologisch medewerker bij Stichting Het Drentse Landschap.

Excursie naar ecoducten Zuidwolde – zondag 12 mei om 13.30 uur Het Drentse Landschap houdt in samenwerking met Natuurvereniging Zuidwolde een excursie naar de ecoducten van Zuidwolde. Waarom zijn die ecoducten daar? Wat betekenen ze voor flora en fauna? Wordt er echt gebruik van gemaakt? Hoe wordt dat gecontroleerd? Op veel vragen kan een antwoord gegeven worden en we gaan ook zelf kijken naar wat er te vinden is. Het verzamelpunt is aan de westelijke kant van het ecoduct Suthwolda over de N48 bij de bocht in de Steenbergerweg (daar is parkeergelegenheid). Een gids van de Natuurvereniging Zuidwolde (en lid van de werkgroep ecoducten van de vereniging) zal de excursie leiden.


Terreinbeschrijving

Noordse winterjuffer overwintert in waterwingebied Ruinerwold Waterwingebied Ruinerwold ligt ten oosten van het dorpje Ruinerwold, op de westelijke rand van het Drents Plateau. Aan de rand van het gebied ligt een veenplas, het Sultansmeer. De laatste jaren wordt de zeldzame Noordse winterjuffer bij het Sultansmeer aangetroffen. Winterjuffers hebben een bijzondere levenswijze. Ze overwinteren als volwassen insect op het land en niet zoals andere libellensoorten als larve of eitje in het water. René Manger van MangerEco was betrokken bij onderzoek naar de Noordse winterjuffer in Noord-Nederland. Waarom een onderzoek naar de winterjuffer? René vertelt: ‘De Noordse winterjuffer is in Nederland vrij zeldzaam en een bedreigde soort (Rode Lijst 2011). De soort komt alleen nog in Noordoost Nederland voor. Veel over deze winterjuffer was nog onbekend. Het onderzoek heeft nieuwe feiten opgeleverd die onder meer belangrijk zijn voor het beheer van overwinteringsterreinen.’ Hoe weet je waar de winterjuffers vandaan komen? René: ‘Na een tijd van afwezigheid, vanaf de jaren zestig, werd de Noordse winterjuffer in 1997 weer in De Weerribben aangetroffen. Hier bleek de soort zich toch voort te planten. In ons onderzoek hebben we, door dieren te merken, ontdekt dat de soort in het najaar uitzwermt over het westen van Drenthe om te overwinteren. De laatste jaren vinden we in het najaar Noordse winterjuffers in waterwingebied Ruinerwold.’ Waarom is het gebied rond het Sultansmeer aantrekkelijk voor de Noordse winterjuffer? René vervolgt: ‘Omdat er voldoende beschutting is. Het is voor de winterjuffers belangrijk dat er tijdens de overwinteringsperiode van september tot en met april voldoende hoge vegetatie, zoals gras of kleine struiken, aanwezig is. En natuurlijk geen tot weinig verstoring.’

Foto: René Manger

Wat kan WMD doen voor overwinterende winterjuffers? René legt uit: ‘Het beheer van graslanden is belangrijk. De delen waar de winterjuffers overwinteren kunnen vanaf september tot en met april niet gemaaid worden. Verder zijn houtsingels met een oplopende struiklaag, zoals braam en hoog gras, gunstig voor de overwintering van winterjuffers, maar ook voor andere diergroepen. Libellen in het algemeen zijn gebaat bij zoveel mogelijk open ruimtelijke structuur in de terreinen met afwisseling van struiken en beschutte delen.’ René besluit: ‘WMD en andere beherende instanties in Drenthe kunnen met hun beheer een belangrijke rol spelen in het voortbestaan van deze zeldzame bedreigde diersoort in Nederland,’

Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) streeft in de Drentse waterwingebieden naar een zo goed mogelijke balans tussen het winnen van water, de ontwikkeling van natuur en ruimte voor bezoekers om te genieten. Wilt u kennismaken met de Drentse waterwingebieden? Kijk eens op www.wmd.nl voor meer informatie over de gebieden en een wandelroute. Kijk voor meer informatie over drinkwater op wmd.nl.

9


10

Erfgoed

Boerderij Egberts Lent in Nieuw-Annerveen Eric van der Bilt*

Wie kent niet de Hondsrug met haar fraaie dorpen en boerderijen met uitzicht over het Hunzedal? Veel minder mensen kennen echter de oostelijk van de Hunze gelegen randveendorpen. Iedereen die wel eens de moeite heeft genomen om van Zuidlaarderveen naar Boermastreek te rijden, zal zich verbaasd hebben over de rijkdom aan monumentale boerderijen langs die route. De Groningse invloed is zo duidelijk dat sprake is van een streekeigen cultuurhistorische kwaliteit. De allerfraaiste boerderij op dit stuk is waarschijnlijk Egberts Lent. Een droom van een statige boerderij.


Het Hunzedal is al jarenlang een belangrijk natuurgebied voor Het Drentse Landschap. Toen de familie Begeman in 2004 meldde dat ze de boerderij die prachtig gelegen is aan de Hunze, wilde verkopen hoefde de stichting niet lang na te denken. Boer Begeman stond voor de moeilijke keuze om ofwel stevig te investeren in de in matige staat verkerende oude boerderij, dan wel een nieuw bedrijf te starten. Hij besloot het laatste. Samen zorgden we ervoor dat hij zijn bedrijf aan de overkant van de weg kon voortzetten. Dat laatste kon geregeld worden dankzij de steun van de omgeving en de Gemeente Aa en Hunze via een wijziging van het bestemmingsplan. In 2007 was de aankoop een feit en stond Het Drentse Landschap voor de lastige opgave om voldoende financiële middelen te vinden voor de restauratie.

rivierdal van de Hunze, gevormd in de laatste ijstijd. Een droge plek waarop al vanaf 1630 geboerd werd. In het haardstedenregister zijn de namen van de talloze Drentse families terug te vinden die hier in het zweet hunner aanschijns de kost verdienden. Roelofs (1630), Hoving (1784), Steenge (1789), Hiddingh (1816) en uiteindelijk Begeman (1940). Bijzondere elementen

De boerderij toont de ontwikkeling van de landbouw vanaf de 17e eeuw tot heden. Aanvankelijk was het een kleine boerenbehuizing met 4 gebinten, die daarna een aantal keren is vergroot. Het gebouw bevat nog talloze sporen van die ontwikkeling zoals onderdelen van een ankergebint uit

Bouwhistorisch onderzoek

Eén blik op de boerderij maakt duidelijk dat hier van een bijzonder monument sprake is. Om de waarde van dit Rijksmonument nauwkeuriger te bepalen werd een bouwhistorisch onderzoek verricht door de bouwhistorici Battjes en Ladrak. We wisten al dat vanuit Groningen in de middeleeuwen in het Hunzegebied turfwinning plaatsvond. Het transport van turf vond plaats via de Hunze. Hier werden met veldkeien verstevigde stapelplaatsen of loskaden aangelegd. Dit werden lenten genoemd.Vlak in de buurt is nog zo’n bewaard gebleven lent.Vandaar dat we de boerderij Egberts Lent hebben genoemd. Nieuw-Annerveen is een randveendorp gelegen op een zandrug in het

Foto: Archief HDL

Foto: Sonja van der Meer

Erfgoed

1725 en een muurplaat uit 1680. Dit is bij dendrochronologisch onderzoek naar de ouderdom van de gebinten aangetoond. De huidige boerderij uit 1812 is te omschrijven als een boerderij van het Krimpentype met topgevel, uitgevoerd in rode baksteen. De boerderij heeft een bijzondere voorgevel met een zadeldak op het voorhuis, belegd met geglazuurde oudHollandse pannen. Met vlechtwerk en een dubbele paneeldeur als voordeur. In empirestijl met een levensboom erboven, opgebouwd uit druiventrossen, bloemen en bladeren van zink. Voor de boerderij staan majestueuze lindebomen die het wat hogergelegen pand een voorname uitstraling geven. Vroeger moet er nog sprake van een slingertuin zijn geweest.

11


Erfgoed

wel afkomstig uit een kerk of zoiets. De schouw is nog oorspronkelijk en bevat tegeltableaus uit ca. 1810 van de firma Van Wezen. Rozensterren met grote bloem, met links en rechts naast de haard witjes. Ook de houtgeschilderde bedstedewand, de paneeldeuren en de met Bremer zandsteen belegde gang zijn vermeldenswaard. Tijdens de verbouwing werden nog een kelder met geel geglazuurde plavuizen en een waterput gevonden. Deze zijn onder de nieuwe vloer bewaard gebleven.

Oude waterput

De deels met riet gedekte boerderij heeft een vijfbeukige bedrijfsruimte en is werkelijk enorm van omvang. Bijna ondrents. Het interieur van het voorhuis bevat bijzondere kenmerken zoals de balkenzolder met gesjabloneerde tussenstukken die uit de periode 1900-1920 dateert. De zolderbalken zijn echt enorm van omvang en lijken

Foto: Sonja van der Meer

Restauratie

Restauratie van zo’n enorme boerderij is geen sinecure. Niet alleen gezien de forse bouwkundige en financiële opgave, maar ook om reden van de herbestemming. Het aantal mogelijkheden is legio maar uiteindelijk is gekozen voor een combinatie van functies: wonen, erfgoedlogies, multifunctionele ruimte, opslagruimte en informatieruimte voor Het Drentse Landschap. De aankoop, restauratie en herbestemming kon slechts gerealiseerd worden met massieve steun van de Europese Unie uit de zogeheten POP middelen, ministerie van OCW (RCE en FIM), de NPL en het PBCF. Het inrichten van het infocentrum werd mede mogelijk gemaakt door JMfonds, Albinofonds, NAM,VSBfonds, RABO en Gemeente Aa en Hunze. Het bureau Architecten Meppel maakte het bouwplan voor de restauratie en inrichting. Aannemer Geerts uit Zeijen zorgde voor de uitvoering waarbij ook jonge bouwvakkers van een restauratieopleiding werden ingeschakeld. Uitgangspunt voor de verbouwing vormde de wens om zoveel mogelijk

Foto: Rens Bonekamp

12

van de oude en waardevolle elementen te behouden en zo nodig verdwenen kenmerken weer terug te brengen. Binnen verkeerde de boerderij in zeer slechte staat en alleen een ingrijpende renovatie kon het voorhuis omtoveren tot een woning die aan de eisen van de tijd voldoet. De muren werden geïsoleerd, de vloeren en plafonds vervangen, de zolder werd van slaapkamers voorzien.Veel aandacht kregen de schouw, de bedstedewand en het balkenplafond met getamponneerde, gesjabloneerde panelen. Uiteindelijk heeft het voorhuis weer de voorname uitstraling gekregen die het ooit bezat. Aan de zuidzijde werd een klein erfgoedlogies gerealiseerd en achter op de deel nog de multifunctionele ruimte en het infocentrum. De deel werd opzettelijk leeg gehouden om de echt indrukwekkende ruimte van deze boerderij te laten werken. In 2011 werd de prachtig gerestaureerde boerderij opgeleverd.

* Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur/bestuurder van Het Drentse Landschap.


Open dag

13

Gratis Beverspeurtocht bij bestelling webwinkel* Tot 30 april 2013 ontvangt u bij elke bestelling gratis een Beverspeurtocht. Foto: Harry Cock

Kijk voor het complete overzicht op www.drentslandschap.nl/winkel

Beleef het voorjaar op Egberts Lent 31 maart 12.00-17.00 uur

* Vermeld bij uw bestelling actiecode BEVER 2013.

Het Drentse Landschap houdt samen met de nieuwe bewoners van Egberts Lent, de familie Bontekoe, een feestelijke instuifmiddag op de boerderij. Zo komt het Hunzekoor onder leiding van dirigent Willem Verkaik diverse nummers zingen uit de musical ‘Wicked’. De jeugdtheatergroep Egberts Lent geeft een voorstelling voor kinderen tot tien jaar over Boele Bever, de bever die model heeft gestaan voor de beverspeurtocht die start vanaf het informatiecentrum op Egberts Lent. Kinderen kunnen eten uit het verleden proeven, zitten aan een kampvuur en kunnen mee helpen een beverburcht te maken. Tevens tonen op deze dag diverse plaatselijke vinden zowel buiten als binnen plaats. Adres: Hunzeweg, Nieuw Annerveen Er is weinig parkeerruimte bij de boerderij. Volg daarom de borden naar de parkeerplaats tegen over de boerderij.

Foto: Sonja van der Meer

kunstenaars hun werk. De activiteiten op Egberts Lent


14

Fauna

De Nijlgans is een zeer opvallende nieuwkomer in de Drentse vogelwereld. Voor 1975 was hij er nog nooit gezien, in 1980 werd het broeden voor het eerst vastgesteld en thans is de gans overal in de provincie een normale verschijning. Zo normaal en talrijk dat hij door sommigen tot ‘plaagsoort’ is gebombardeerd.

Nijlgans, blaaskaak en nieuwkomer In eerste aanblik is het een opmerkelijk grof-bont-getekende wat rossig gekleurde gans. Bij beter kijken is de bovenzijde grijs en oranje-bruin en de onderzijde, hals, nek en kop vuilwitlicht grijs. De kop heeft een opmerkelijk donkere vlek rond het oog en op de borst zit ook een donkere vlek. In de vlucht valt de witte voorvleugel op. De individuele variatie is echter groot. De Nijlgans is verwant aan de Bergeend, maar is iets groter, heeft wat langere poten en staat meer rechtop dan andere ganzen. Misschien wel het meest kenmerkend is de luidruchtige, hese en hijgend klinkende roep “honkàh-àh-àh-àh” , in allerlei variaties en snelheden. De ‘blaaskaak’ roept ook sissende geluiden. Dit geluidsspectrum doet sommigen herinneren aan geluiden van stoommachines. In de vlucht kunnen ze behoorlijk zwalken en vliegen gemakkelijk tussen bomen door. Ze landen ook in bomen.

dateren van ongeveer 2200 jaar voor Christus. Tot begin 18e eeuw zaten ze ook noordelijker in Afrika en tevens in ZO-Europa langs de Donau. Nijlganzen zijn in de afgelopen eeuwen als sierganzen naar onder andere Groot-Brittannië en Nederland gehaald.Vooral in de 20e eeuw hebben uit gevangenschap ontsnapte vogels zich in het wild gevestigd. Aanvankelijk werden deze ontsnappers vervolgd, maar halverwege de vorige eeuw zette uitbreiding zich eerst voorzichtig en in recente decennia explosief voort. In Nederland begon de victorie omstreeks 1967 bij Den Haag. In de eerste tien jaren verliep de uitbreiding en toename geleidelijk met in 1977 30-50 broedparen en tien jaren later 125 paren. Daarna ging het snel en raakte vrijwel heel Nederland bevolkt met in 1995 1000 paren, in 2000 5000 en in 2010 7300 paren.

Siervogels

Drentse Nijlganzen

De rivier de Nijl is de meest noordelijke uitloper van het grote zich verder zuidelijk over Afrika uitstrekkende broedgebied.Vroegste afbeeldingen van de Nijlgans zijn aangetroffen op het graf van Mehu in Egypte en

In Drenthe, niet de meest waterrijke provincie, verliep de kolonisatie trager met in 1995 80 broedparen, in 2000 270 en in 2010 ongeveer 800 paren. Met dit aantal is de Nijlgans in Drenthe thans talrijker dan bijvoor-

beeld typisch Drentse broedvogels als Dodaars, Wintertaling, Wulp en Paapje! De broedverspreiding over de provincie is vrij egaal met enige concentraties in de lage delen in Noord- en Zuidwest-Drenthe. Halfopen landschappen zijn het meest in trek, grote open akkergebieden het minst. Buiten de broedtijd zijn vooral beekdalen met grote wateren favoriet. In het geregeld onderzochte ZuidwestDrenthe blijkt de stand de laatste jaren nauwelijks meer toe te nemen. Er treden schommelingen op onder invloed van bijvoorbeeld wisselend broedsucces en sterfte tijdens streng winterweer. Opdringerig

Grazende Nijlganzen kom je jaarrond overal tegen op onze vetgemeste graslanden, maar ook op gazons in parken, in dorpen en steden.Verder zitten ze in waterrijke (natuur)gebieden en in boomrijke landschappen, soms zelfs midden in grote bossen, waar je niet gauw een gans zou verwachten. Ze nestelen veelal enigszins verscholen op de grond, vaak nabij water, maar net zo goed worden eieren gelegd in boomholten, in oude vogelnesten hoog in bomen en soms op richels

Foto: Frans Lanting/FN

Foto: Marcel van Kammen/FN

Arend Jan van Dijk*


Fauna

van gebouwen. Wat de boomnesten betreft gaan ze soms niet lichtzinnig te werk. In Drenthe is waargenomen dat bezette nesten van onder meer Ransuil, Buizerd, Havik of Raaf doodleuk worden ‘gekraakt’. Ook speciaal opgehangen kasten voor Torenvalken worden gebruikt, zelfs als de vliegopening door spijlen sterk is verkleind. Nijlganzen zijn voor deze nestbezitters klaarblijkelijk te groot om tegen te houden. De reeds aanwezige eieren worden geplet of uit het nest verwijderd en de Nijlgans legt er zelf 6 tot 12 eieren in. Door Nijlganzen ingepikte nesten zijn vanaf de grond te herkennen aan de donsveertjes op de nestrand.

Duikelaars

Na een kleine maand laten de uitgebroede kuikens zich uit het soms 10 m hoge boomnest naar beneden vallen. Die komen er meestal zonder kleerscheuren vanaf.Vervolgens gaat het toom op zoek naar een veilige, waterrijke opgroeiplek. Nestelt een Nijlgans diep in het bos, dan worden de kuikens door de roepende ouders uit het bos gelokt. De ouders staan dan soms urenlang aan de bosrand te roepen. Ouders verdedigen hun jongen soms zeer fel tegen belagers. Een vogelringer met een te ringen ganzenkuiken in de hand werd door de Nijlgans aangevallen, gebeten en de gans probeerde zelfs te landen op z’n rug en hoofd. Stadse Nijlganzen broeden soms hartje winter, hetgeen waarschijnlijk te maken heeft

15

met z’n Afrikaanse wortels. Daar werd vaak gebroed na de regentijd, hetgeen kan samenvallen met de winter bij ons. Zomergroepen

Als de jongen zijn opgegroeid vormen Nijlganzen groepen van vaak tientallen vogels op geschikte plekken met graslanden nabij grote open wateren. De oudervogels ruien dan veren. In augustus-september zijn in Drenthe concentraties van 100-350 Nijlganzen geteld onder andere op het Zuidlaardermeer, in het Hunzedal bij Annen en Exloo, in Diependal en bij Eelde en Beilen. De Nijlgans is, of we het leuk vinden of niet, een schoolvoorbeeld van een geslaagde kolonisator. Het voedsel- en waterrijke agrarische Nederlandse landschap is een kolfje naar de hand van deze gans. Waarschijnlijk geeft ons milde zeeklimaat de gans een extra duwtje in de rug. Soms worden twee broedsels per jaar grootgebracht. Kom daar tegenwoordig eens om bij onze andere weidevogels. Zou het door z’n wat opdringerige, brutale en lawaaierige gedrag komen dat Nijlganzen of geliefd zijn of verguisd worden? Wat dat betreft is Nijlganzen niets menselijks vreemd.

*A.J. van Dijk is medewerker van Sovon Vogelonderzoek Nederland, vrijwilliger en lid van de Raad van Advies bij Het Drentse Landschap.


Stichting Oude Drentse Kerken

16

De Gerardus Majella kerk Barger-Oosterveld Gesticht als een Duitse enclave aan de rand van het veen heeft Barger-Oosterveld een bijzondere ontstaansgeschiedenis. Nog steeds treft u er veel Duitse namen aan maar bijzonder is vooral de rooms-katholieke kerk die bij binnenkomst een onvermoede schat ontsluit. Olav Reijers*

Foto’s: Olav Reijers

Tweede helft 19e eeuw staken steeds meer Duitse boeren de grens over om zich hier te vestigen. In Duitsland werd boerenland schaars terwijl er in de omgeving van Emmen nog plek genoeg was. Bovendien werden katholieken steeds meer belemmerd in de uitoefening van hun geloof zodat velen vlak over de grens een

nieuw bestaan zochten. In ZuidNederland heeft deze beweging zelfs een heuse golf van kloosterstichtingen tot gevolg gehad. De Duitse boeren die zich in het Barger-Oosterveld vestigden kerkten in eerste instantie bij de buurtparochies in Erica en BargerCompascuum. Vooral ‘s winters was deze overtocht door het veen en het riviertje de Runde bijna niet mogelijk. Toen ook nog eens bleek dat een aantal parochianen onderweg in het café bleef steken, was de maat vol. De pastoors Weninck van Barger-Conpascuum en Vinke van Munsterseveld wisten in korte tijd zoveel geld bij elkaar te krijgen dat de bisschop in 1904 toestemde in de bouw van een nieuwe kerk.

Bedevaartgangers

Beide pastoors hadden een grote bewondering voor Gerardus Majella, een 18e eeuwse Italiaanse kleermaker die als broeder in het klooster een kort maar voorbeeldig leven leidde. Juist vanwege zijn soberheid had hij veel aanhangers in ons land en toen hij in 1905 heilig werd verklaard was BargerOosterveld er als de kippen bij om als eerste kerk in ons land de naam van de nieuwe heilige te dragen. In de stichtingstijd leverde dit niet alleen veel giften op maar tot op de dag van vandaag een constante stroom bedevaartgangers. De jonge kerk kreeg namelijk vanuit Italië enkele stoffelijke resten van Gerardus Majella toegewezen. Deze zogenaamde relieken worden in de Rooms-katholieke kerk zeer vereerd


Stichting Oude Drentse Kerken

vanwege de wonderdadige kracht die eraan wordt toegeschreven. Door een reliek komt de gelovige namelijk in direct contact met de heilige. Deze bedevaarten gaan tot op de dag van vandaag door. Ieder jaar op de zondag voor 29 juni (het feest van Petrus en Paulus) verzamelt een menigte van vele honderden mensen zich in de buitenlucht om de mis te vieren. Na een processie over de begraafplaats eindigt de bedevaart bij het altaar met de relieken van Gerardus Majella. De belangrijkste gebeurtenissen uit het leven van de heilige staan daar afgebeeld. Naar goed katholiek gebruik volgt daarna een koffietafel met enige versnaperingen. Keien

De eerste kerk die gereed kwam in 1906 was een eenvoudige rechthoekige ruimte met een halfrond koor eraan vast. Hij werd een stuk buiten het dorp gebouwd, op een voor landbouw vanwege de vele veldkeien ongeschikt terrein.Van deze nood werd een deugd gemaakt door de keien als fundering van de muren te gebruiken wat nog steeds op een paar plekken zichtbaar is. Omdat de bevolking snel groeide niet ongebruikelijk bij katholieken in die tijd - werd de kerk eerst in 1923 in de breedte uitgebreid met twee zijbeuken en kort erna in 1937 aan de voorkant verlengd. De uitbreidingen sluiten zowel ruimtelijk als stilistisch mooi aan bij het oorspronkelijke gebouw zodat de kerk een harmonieus geheel is gebleven. De ramen zijn met spitsbogen in neogotische stijl uitgevoerd, de

17

rest van het exterieur is sober gehouden. Alleen het ingangsportaal springt eruit met natuurstenen banden in de hoeken boven de deuren. Wandschilderingen

Zoals het hoort zit de echte schoonheid van binnen. Als een van de weinige kerken in Drenthe is de kerk van binnen beschilderd. Het koor, de zuilen en een deel van de binnenmuren zijn versierd met prachtige, expressieve schilderingen die heiligen en verhalen uit de Bijbel uitbeelden. Het merendeel is gemaakt in 1938 door Jacob Ydema, een destijds gevierd frescoschilder die enkele tientallen kerken heeft beschilderd. Zonder twijfel behoort de kerk van BargerOosterveld tot de top van zijn oeuvre. De meeste werken zijn uitgevoerd in grisaille, een techniek die het midden houdt tussen tekenen en kleurschilderen. Alleen al deze fresco’s maken een bezoek aan Zuidoost-Drenthe meer dan de moeite waard. De kerk is financieel gezond en kan nog steeds een beroep doen op veel vrijwilligers. Maar net als elders loopt ook hier het kerkbezoek terug door vergrijzing en ontkerkelijking. De zorg voor het gebouw berust zodoende op steeds minder mensen. De kerk in de Emmer wijk Angelslo is inmiddels gesloten en ook voor de andere gebouwen dreigt op termijn leegstand. Om die reden is een beweging op gang gekomen om de parochies van Erica, Emmen, Emmerschans en BargerOosterveld samen te voegen met als uitgangspunt het behoud van de afzon-

derlijke gebouwen. De naam en faam van Sint Gerardus zal in de toekomst hard nodig zijn om dit prachtige complex te bewaren.

*Drs. O. Reijers is erfgoedadviseur.

Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van Stichting Oude Drentse Kerken.


18

Foto: ????????????

Overdracht kerkje Eext

Nieuwe busreis langs Drentse begraafplaatsen Do 2 mei 09.00-17.30 uur In de serie Tour des Cimetières is een nieuwe bustocht ontwikkeld, Suydevelt genaamd. Deze geheel verzorgde busreis gaat langs de mooiste kerken en begraafplaatsen in de omgeving van Emmen. U bezoekt onder andere de RK-kerk uit dit artikel in BargerOosterveld, maar ook begraafplaatsen en kerken in Weiteveen, Coevorden, Zwinderen, Oosterhesselen en Sleen. Kosten: € 42,50 (incl. bustocht, lunch en koffie/thee). Opgave is noodzakelijk en kan via www.drentslandschap.nl/activiteiten of 0592-313552. Startlocatie: NS station Meppel (Assen of Groningen is ook mogelijk).

Op 13 december 2012 werd het uit 1841 daterende zaalkerkje van Eext aan onze stichting overgedragen. Het toentertijd op last van de Staten van Drenthe gebouwde kerkje is inmiddels een Rijksmonument. Met een sober bankenplan, een zeshoekige preekstoel en een uit 1910 daterend orgel. De overdracht kwam bijna nog in gevaar omdat de belastingdienst overdrachtsbelasting wilde eisen. Men was van mening dat dit vastgoed een bepaalde commerciële waarde vertegenwoordigde. Echt een merkwaardige opvatting omdat iedereen weet hoe moeilijk en potentieel verliesgevend het is om oude kerkjes een maatschappelijke functie te geven indien ze niet meer voor de eredienst gebruikt worden. Na taxatie werd dit gegeven uiteindelijk ook geaccepteerd en kon de overdracht van de mooi gerestaureerde kerk plaatsvinden. Op een heel prettige wijze kon één en ander tot een goed einde worden gebracht. Met dank aan de heer Heine Schipper, voorzitter van de PKN Eext en de heer Goos Knol namens de PKN Rolde alwaar de gemeente van Eext nu gaat kerken. De Stichting Vrienden van de Kerk Eext gaat de dagelijkse exploitatie op zich nemen en de eerste afspraken daartoe zijn al gemaakt. Kijk op de pagina hiernaast voor meer informatie over de open dag op 14 april.


Activiteiten

19

Activiteiten eruit gelicht Kijk voor meer activiteiten in de agenda april 2013 t/m september 2013 of op www.drentslandschap.nl

Zo 14 april 13.00-16.00 uur

Foto: Sonja van der Meer

Kijkdag kerk Eext

Zo 28 april 11.00-16.00 uur

Foto: Sonja van der Meer

Lammetjesdag

Za 11 mei 08.00-14.00 uur

Sinds december 2012 is Stichting Oude Drentse Kerken beheerder van de kerk in Eext. Wie deze kerk betreedt, komt terecht in een puntgaaf interieur waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. Het voelt en ruikt zelfs naar een kerk die nog maar net is opgeleverd, zo nieuw en verzorgd ziet de inrichting eruit. Wat is het geheim van de ogenschijnlijk eeuwige jeugd van dit gebouw? Vrijwilligers van de Plaatselijke Commissie van de kerk geven u graag uitleg tijdens deze middag. U kunt er ook over lezen in kwartaalblad 75. Locatie: Kloosterstraat 2, 9463 PR Eext.

Op het Hijkerveld en het Doldersummerveld dartelen de lammetjes inmiddels alweer een tijdje rond. U bent van harte welkom om deze feestelijke lentebodes mee te beleven en te genieten van beschuit met muisjes. Net als voorgaande jaren kunnen kinderen weer meedoen aan veel leuke doe-activiteiten die in het teken staan van het thema ‘schaap’. Een gezellig uitstapje voor het hele gezin. De route voor de schaapskooi op het Hijkerveld is vanaf het dorp Hijken aangegeven met bordjes. De schaapskooi Doldersummerveld staat aan de Huenderweg 1, Doldersum. Voor meer informatie: www.drentslandschap.nl of bel het secretariaat: 0592-313552.

Prachtige wandelingen in het grensgebied van de provincies Groningen, Drenthe en Friesland. U kunt kiezen uit afstanden van 5, 10, 15, 20, 25 of 40 km. Tevens zijn er speciale routes voor deelnemers met een rollator, rolstoel of scootmobiel. Kosten: € 5,00. Zie voor inschrijving of informatie: www.3provincienwandeltocht.nl. Startlocatie: Dündelle, Mjumsterwei 16, 9243 SK Bakkeveen. Foto: Hanna Schipper

3 Provinciën wandeltocht

Zo 23 juni 13.00-16.00 uur

Vanmiddag staan de deuren van onze beheerboerderij De Sophiahoeve voor u open. De kalfjes mogen al naar buiten en met een beetje geluk staan de velden rondom vol prachtige bloeiende akkerbloemen. Er zijn rondleidingen en diverse (kinder)activiteiten. Toegang is gratis. Locatie: Huenderweg 2, 8386 XB Doldersum. Foto: Hanna Schipper

Lekker naar de boer


20

Wandelroute Bertus Boivin / Eric van der Bilt

Over de Rug van Zuidwolde Het landschap tussen Zuidwolde en Nolde is van een verrassende schoonheid die u elders in Drenthe niet vindt. U loopt over verlaten landweggetjes door een glooiend landschap met steeds andere vergezichten. Hier en daar staat een eenzame boerderij. Weilanden en akkers worden afgewisseld door langgerekte bospercelen, ruim een eeuw geleden ten einde raad aangelegd toen de boeren hier met de ene misoogst na de andere geconfronteerd werden. Af en toe verlaat u de weg en brengt een kronkelpaadje u door het bos naar een weggetje verderop.

middelste gedeelte had zich in de loop van de tijd met veen gevuld, vandaar de huidige naam Middelveen.

De Rug van Zuidwolde

De naam ‘Suthwalda’ (Zuidwolde) dook voor het eerst op in een oorkonde uit 1275. Op de Rug van Zuidwolde vestigden zich in de loop van de dertiende eeuw de eerste bewoners in een rij ‘minidorpen’ die steeds uit een paar boerderijen met een gezamenlijke es

De laatste keer dat het landijs onze streken bereikte, was de voorlaatste ijstijd ofwel de Saale-ijstijd die door geologen tussen 370.000 en 130.000 jaar geleden gedateerd wordt. In deze Saale-ijstijd heeft het ijs in elk geval Drenthe drie keer bedekt: • De eerste keer schoof het van het noordoosten naar het zuidwesten over Drenthe. Het schuivende ijs zorgde voor twee stuwwalcomplexen die nog steeds in het landschap herkenbaar zijn: de Havelterberg en de Rug van Zuidwolde. • De tweede keer kwam het ijs minstens honderd kilometer verder dan de eerste keer en wierp de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug op. • De derde keer - aan het eind van de Saale-ijstijd - vormde een soort rivier van ijs vanuit het noordwesten de Hondsrug en de andere NoordDrentse ruggen. De Rug van Zuidwolde is acht kilometer lang en strekt zich uit van het noorden naar het zuiden. Tijdens de wandeling ervaart u de hoogteverschillen in het landschap het beste langs de Kerkweg (na punt 12 in de route). In het zuidelijke deel van het stuwwallencomplex, waar we vandaag wandelen, is sprake van twee parallelle ruggen. Het

Een rij dorpen in het Suthwalda

Foto: Hans Dekker

Boerderij in de buurtschap Nolde >

Deze route volgt het oostelijke deel van de Knapzakroute Linde-Zuidwolde en maakt een rondje over de Bazuineresch en de Drogteresch.

bestonden. In het noorden ontstonden de buurtschappen Ten Arlo en Steenbergen. In het zuiden kwamen Drogt, Bazuin en Nolde; de laatste lag aan de rand van het beekdal. Daartussenin groeide uit het buurtschap Kerkenbosch het huidige hoofddorp Zuidwolde. Deze wandeling brengt u achtereenvolgens langs de buurtschappen Nolde (punt 3), Bazuin (punt 10) en Drogt (punt 11). Het eerste dorp was vroeger


konden de verleiding niet weerstaan en verkochten een deel van hun land aan de maatschappij.

3

Foto: Hans Dekker

Foto: Archief HDL

Uitneembaar routekaartje in dit nummer. Ook te downloaden op www.drentslandschap.nl

1

Foto: Bertus Boivin

al een relatief rijk dorp, met name dankzij de nabijheid van de Reestlanden. In Bazuin en Drogt woonden vooral keuterboertjes.

Bos op oude akkers De route brengt u achtereenvolgens langs de Nolderesch, de Bazuineresch, de Drogteresch, de Schotteresch en de Linderesch. Op al deze essen zult u grotere en kleinere bospercelen zien staan. Tegen het eind van de negentiende eeuw werd hier op grote schaal bos aangeplant op oude akkers. Het initiatief voor de bosaanleg ging in 1882 uit van het gemeentebestuur van Zuidwolde die in dat jaar de NV Maatschappij voor Boschcultuur oprichtte. De maatschappij kocht percelen landbouwgrond voor de aantrekkelijke prijs van 100 gulden per hectare. Verzuring van de esgrond door het gebruik van veenplaggen zorgde ervoor dat de opbrengsten spectaculair terugliepen. Men sprak van de ‘ziekte der Drentsche esschen’. Heel wat boeren

De Maatschappij voor Boschcultuur plantte het voormalige akkerland in met eiken, berken en dennen. De oude perceeltjes zijn onderweg hier en daar in het bos nog duidelijk te herkennen. Eekschillers van de Veluwe kwamen in het voorjaar om eikenboompjes te kappen en de schors van de stammetjes los te kloppen. De schors werd gebruikt om looizuur voor de leerindustrie te produceren. Het hout dat overbleef, verkochten de eekschillers in de dorpen als brandhout. Toen Thomasslakkenmeel een wondermiddel tegen de ‘ziekte der essen’ bleek, nam het enthousiasme om grond aan de Maatschappij voor Boschcultuur te verkopen snel af. De aandelen van de maatschappij kwamen na de Tweede Wereldoorlog in handen van een beleggingsmaatschappij.

Beheer Esbosjes De Zuidwolder Esbosjes (punt 7) zijn net als de meeste bosjes op de Bazuineresch en de Drogteresch eigendom van Stichting Het Drentse Landschap. Deze voormalige productiebosjes veranderen steeds meer in een natuurlijk loofbos. Om het oorspronkelijke karakter van de esbosjes te bewaren, zou je zo’n perceel om de zoveel tijd helemaal kaal moeten kappen. Vooralsnog een oplossing die geen schoonheidsprijs zal verdienen en bovendien erg duur is. De aangrenzende landbouwgrond van de esbosjes heeft Het Drentse Landschap voornamelijk als graanakkertjes in gebruik. Meestal worden ze in het najaar ingezaaid met winterrogge.

Foto: Hans Dekker

Eekschillers

2

1 Tijdens deze wandeling doorkruist u het leefgebied van enkele dassenfamilies die hier grote burchten bewonen. Het zijn flinke dieren. Een volwassen mannetjesdas kan wel vijftien kilo zwaar worden. De kans dat u onderweg een das zult zien, is overigens vrijwel nihil. Dassen zijn nachtdieren. Scharrelend door hun jachtgebied leggen ze elke nacht enkele kilometers af op zoek naar voedsel. Op een gegeven ogenblik verlaten de jonge dieren hun familieburcht en gaan ze op zoek naar een eigen territorium. De das is in Drenthe bezig met een opzienbarende comeback. Hun aantal wordt op zo’n 500 exemplaren geschat. Zie voor meer informatie www.dassenwerkgroepdrenthe.nl 2 Links van het pad aan het begin van de wandeling lag vroeger het Kamp Linde. Het werd in 1940 gebouwd als werkverschaffingskamp waar zo’n honderd mensen konden verblijven. Vanaf januari 1942 brachten de Duitsers joodse mannen naar het kamp. Na de oorlog is Kamp Linde onder andere gebruikt voor de opvang van mensen die met problemen kampten na hun repatriëring uit Indonesië. Kamp Linde kreeg als nieuwe naam Huize Waringin. Tegenwoordig is hier bungalowpark annex beautycentrum Nolderwold. 3 Op de hoek van de Burg. Tockensstraat en de Kerkweg in Zuidwolde vindt u Cultuurhistorisch Streek- en handkarrenmuseum De Wemme. Tot 1999 stond op deze plek een oude boerderij, maar een grote brand zorgde er dat jaar voor dat De Wemme vrijwel opnieuw van de grond af moest worden opgebouwd. Het door vrijwilligers gerunde museum bezit een interessante collectie over de geschiedenis van de streek. In het bijgebouw wordt een unieke verzameling handkarren tentoongesteld. Zie voor meer informatie www.dewemme.nl. Het museum is van april tot oktober geopend.


22

Cultuur

Het boerenerf op schoolplaten Roel Sanders*

De tijd die ik doorbracht op de lagere school, zoals de basisschool toen nog heette, ligt ver achter me. Toch staat veel uit die periode me nog helder voor de geest. De boekjes aan de hand waarvan je leerde lezen bijvoorbeeld, verlucht met prachtige plaatjes. Het waren dezelfde plaatjes die ook op schoolplaten en leesplankjes voorkwamen. Naarmate ik ouder werd, realiseerde ik me dat ze van dezelfde hand moesten komen. En dat was Cornelis Jetses, een naam die je waarachtig ook al in je boekjes had zien staan.

Af en toe werd er een plaat voorin de klas gehangen, meestal over het leven op het platteland en daarover werd dan door de leerkracht verteld. Heel veel nieuws zat daar voor ons meestal niet in. We kenden immers de dagelijkse gang van het leven op het Drentse platteland uit eigen ervaring. We kenden de gang van de seizoenen, we zaten er midden in. Nee, het was meer de verbazing die ons beving, de verwondering over hoe de man die dat gemaakt had, dat allemaal kon weten. Hij kwam uit de stad Groningen, was hij hier dan geweest? We konden het ons moeilijk voorstellen. Ondertussen genoten we zeer van wat er te zien was en werd ons, hoewel er niet in die termen over werd gesproken, toch als het ware spelenderwijs bijgebracht, hoe je zaken met elkaar in verband kunt brengen en in een kader kunt plaatsen. Didactisch gezien een ijzersterke methode. Boerenleven

Schoolplaten, en die van Jetses in het bijzonder, staan al langere tijd weer in de belangstelling. De publicaties van Jan A. Niemeijer in boekvorm hebben daar een forse bijdrage aan geleverd en tentoonstellingen over dit onderwerp


23

trekken een groot publiek. In het Jaar van de boerderij past dan ook een bijdrage over boerenerven op schoolplaten. De hierbij afgebeelde plaat van Jetses laat het erf achter een boerderij zien. De boer heeft juist een nieuwe vracht hooi van het land gehaald. Hij brengt de paarden tot stilstand en moet even wachten tot de kar, die bij de hooischuur staat, geleegd is. De kinderen die op de terugweg van het hooiland bovenop het hooi hebben mogen meerijden, kijken belangstellend toe. Op een videopresentatie bij een tentoonstelling vertelde de dochter van Jetses dat zij model had gestaan voor het meisje en dat de oorsprong van de plaat in Gieten ligt, waar het gezin een zomer verbleef. Tegen de achtergevel van de boerderij staan hooiharken en een slijpsteen en tegen de muur zijn een kippenloop en een duivenhok aangebracht. Ook hier weer: ten behoeve van de didactiek werden zoveel mogelijk zaken onder de aandacht gebracht. Dat leidde soms tot een zekere overdaad, zoals bij de vogels die er rond lopen. Zoveel eenden, ganzen, kalkoenen, duiven en een pauw trof je niet gauw tegelijk aan op de boerenerven. Geen schaduwen

Jetses was overigens niet de enige die schoolplaten maakte. Er zijn er velen meer geweest. Een bekende naam in dit opzicht is Johan Herman Isings. Hij is vooral bekend van schoolplaten met voorstellingen van historische situaties en gebeurtenissen. Isings en Jetses kenden elkaar goed en hebben ongetwijfeld veel over elkaars werk overlegd, zeker in de periode dat Isings na het

overlijden van zijn vrouw en drie kinderen een jaar lang bij de familie Jetses woonde. In zijn werken komen praktisch geen schaduwen voor, want ‘aan schaduw heeft het onderwijs niets’, zei hij. Alles moest aan te wijzen zijn en er moest niets te raden overblijven. Ook hij maakte een plaat van een boerenerf. Een historische afbeelding, althans een afbeelding die te maken heeft met een periode die ver terug in de geschiedenis ligt. Het is een voorstelling uit de tijd van de hunebedbouwers en dus geheel gebaseerd op fantasie. Want van het volk dat de hunebedden bouwde, het Trechterbekervolk, dat zo’n 5000 jaar geleden in Drenthe woonde, is nog niet zoveel bekend. Hun naam danken ze aan de vorm van de potten die ze bakten en waarvan resten zijn teruggevonden. Het waren boeren die ook jaagden en visten. Runderen, schapen, geiten en varkens vormden hun have.

hun verhalen aan te horen. Links is een zittende vrouw bezig met het graveren van een lemen beker en een staande vrouw toont bollen wol. De mannen dragen om hun middel gewikkelde kleding en hebben een gedeeltelijk ontbloot bovenlijf. De vrouwen zijn eleganter gekleed, dragen een doek om het haar en hebben onbedekte armen. Dat lijkt niet erg in overeenstemming met het jaargetijde. Het moet diep in de herfst zijn of misschien wel in de winter, gezien de geheel kale bomen. Of waren de hunebedbouwers zo gehard dat ze goed lage temperaturen konden verdragen? In de berichtgeving over het Jaar van de boerderij werd de opmerking gemaakt dat een boerderij niet slechts een gebouw is. Nee, een boerderij begint al bij het erf. De schoolplaten van Jetses en Isings laten dat duidelijk zien.

Bloot gekleed

Op de fantasietekening die Isings maakte is tussen twee huizen door een hunebed te zien. Jagers zijn juist teruggekomen met hun buit en een man met een bijl, die bezig was hout te hakken onderbreekt zijn werk om

* Dr. R. Sanders is amateurkunsthistoricus


24

Flora

Het voorjaar begint pas echt wanneer we soorten zoals Citroenvlinder, Tjiftjaf, Speenkruid en Bosanemoon hebben waargenomen. Winterannuellen verdienen ook een plek in dit illustere gezelschap van herauten die de lente aankondigen. Je moet er dan wel even voor op de knieën om de schoonheid van deze kleine vroegbloeiers te kunnen aanschouwen.

Winterannuellen

Foto’s: Geert de Vries

Geert de Vries*

Voor winterannuellen, zoals Vroegeling, Klein tasjeskruid en Heidespurrie geldt dat na de lente meteen de herfst volgt. Ze ontkiemen in de herfst, groeien in de winter en bloeien in de lente. Nadat de planten zaden hebben gevormd gaan ze dood. De zaden overzomeren en wanneer ze in de herfst ontkiemen is het kringetje weer rond. Planten hebben in de loop der tijden een eigen plek veroverd in de verschillende leefgemeenschappen. Winterannuellen hebben in bijvoorbeeld grasvelden geen schijn van kans omdat daar meestal dominante grassen alle ruimte en veel licht opeisen. Alleen planten met slimme overlevingsstrategieën kunnen nog een plek veroveren. Winterannuellen gaan de concurrentie met dominante planten uit de weg door vroeg in het jaar de dan nog kale plekken te benutten.Veel planten zijn dan nog in winterslaap en/of hebben die open ruimte nog niet in beslag genomen. Zo profiteren de winterannuellen optimaal van de beschikbare ruimte en licht. Maar in kale milieus is het ‘s zomers ook vaak extreem warm en droog. Daar lijkt bijna geen kruid tegen opgewassen. Toch hebben winterannuellen hier iets op gevonden.


25

“Ouderwetse” akker met Vroegeling en Paarse dovenetel (links) en Klein tasjeskruid (rechts)

Ze sterven na een kortstondig leven. Maar voordat ze dat doen hebben ze zaad gevormd dat wel bestand is tegen extreme hitte en droogte. Vroegbloeier

Vroegeling en Klein tasjeskruid zijn rasechte pioniers die zich thuis voelen in landschappen waar nog ruimte is. Ruimte die nog niet is opgevuld door meerjarige planten.Vroeger bloeide de Vroegeling massaal langs zandwegen en legde in de lente een witte waas over de toen nog betrekkelijk schrale akkers. In het buitengebied zijn veel kale zandplekken verdwenen en zijn de akkers te voedselrijk geworden. De Vroegeling heeft op tijd zijn bakens verzet. Hij is van het landelijk gebied naar de bebouwde kom verhuisd. De plantsoendiensten voeren een onophoudelijke strijd tegen onkruid in hun plantsoenen. Op de daardoor ontstane kale plekken kan de Vroegeling zijn kortstondige levenscyclus voltooien. Ook groeit hij in elke bebouwde kom bij duizenden tussen stoeptegels. Ogenschijnlijk een keihard bestaan, maar op die manier laat hij de concurrentie achter zich. Deze winterannuel doet zijn naam eer aan: het is een van de vroegst bloeiende wilde planten.

Bedreigd

Leeftijd

Klein tasjeskruid heeft veel meer moeite zich staande te houden. In tegenstelling tot de Vroegeling stelt hij hogere eisen aan de voedselarmoede van de bodem. Tot de vijftiger jaren kwam het Klein tasjeskruid vaak in de winterroggeakkers voor. Elk najaar ontstond door grondbewerking weer een uitstekend kiembed. Wanneer de rogge in de voorzomer ging domineren was het Klein tasjeskruid alweer verdwenen en wachtten hun zaden op nieuwe kale plekken die de boer onbedoeld jaar in jaar uit voor hem creëerde. Door de toegenomen bemesting op de akkers is het Klein tasjeskruid als sneeuw voor de zon uit het landbouwgebied verdwenen. In tegenstelling tot de Vroegeling heeft hij de sprong naar de bebouwde kom niet kunnen maken. Het Klein tasjeskruid leeft nu nog voornamelijk in oude zandverstuivingen, zoals het Hijkerveld en Drouwenerzand. In zandverstuivingen groeit hij bij voorkeur op voedselarme plaatsen waar een beetje schapenpoep is terechtgekomen.

Een annuel is een eenjarige plant. Een winterannuel groeit in de winter. Er zijn ook zomerannuellen. Dat zijn eveneens eenjarige planten, maar die bloeien in de zomer, zoals klaprozen, kamillesoorten en Korenbloemen. Er zijn ook planten die twee jaar leven. In het eerste levensjaar vormen ze een rozet en bloeien dan vervolgens in het tweede jaar. Bekende tweejarige planten zijn distels, teunisbloemen en kaardebollen. Veel planten zijn meerjarig en leven lang. Dit worden ook wel vaste planten genoemd. Riet en veel andere grassoorten zijn vaste planten. Struikhei en Klokjesgentiaan kunnen wel veertig jaar oud worden. Winterannuellen moeten altijd op zoek naar plekken die nog niet worden gedomineerd door vaste planten en dat valt niet mee.

< Vroegeling

* G.W. de Vries is projectleider bij het IVN Consulentschap Drenthe en lid van de Wetenschappelijke Adviescommissie van Het Drentse Landschap.


krijgt niet zelden de indruk dat het behoud van natuur en landschap nogal een dure aangelegenheid is. Niets is echter minder waar. Waar het toch een van de meest belangrijke ambities hoort te zijn, kost het behoud van onze leefomgeving maar iets meer dan 0,1% van alles wat we met elkaar verdienen. Niets veel dus.

Ha, die biomassa

Wie tegenwoordig de media volgt

Recent is door het nieuwe kabinet de draconische bezuiniging van 72% enigszins teruggedraaid, maar we spreken nog steeds over ruim 50%. Eerder kaalslag overigens dan een bezuiniging. Organisaties als onze stichting passen zich aan de nieuwe situatie aan en dat moet wel. Opvallend daarbij is dat van vele kanten ons nieuwe ‘verdienmodellen’ worden aangereikt. Waarbij gesuggereerd wordt dat sprake was van een subsidieverslaafde natuurbeweging die te lui en te fantasieloos is geweest om haar eigen middelen in de samenleving te verdienen. Dit is ver bezijden de werkelijkheid omdat de meeste natuurbeschermingsclubs 50% tot 75% van hun middelen zelf bij elkaar scharrelen. En natuurlijk zouden we, net als particuliere grondbezitters, meer als vermogensbeheerders kunnen ‘inverdienen’. Door huizen in het bos te bouwen, zand te winnen of door windmolens te plaatsen op onze gronden. Maar daarmee verraden we tegelijkertijd onze doelstellingen. Het Drentse Landschap zal dan ook nooit voor een dergelijke oplossing kiezen. Maar wat dan wel? Kostenverlaging Het Rijk draagt niet meer bij en de Provincie kan deze ondersteuning niet zomaar overnemen. Om deze financiële klem op te lossen kunnen we, bijna als iedere andere particulier of ondernemer twee dingen doen. Om te beginnen door de kosten te verlagen, bijvoorbeeld door minder te doen. Effectiever met minder mensen. Dat betekent voor de ‘echte’ natuur zoals bossen, moerassen, venen en water dat ze in principe nog meer met rust gelaten kan worden en zich vrij kan

ontwikkelen. Geen slechte zaak omdat deze natuur de mens minder nodig heeft. Het zou echter een ramp kunnen betekenen voor onze cultuurlandschappen zoals de heidevelden, de schraallanden in de beekdalen, de weidevogelgebieden en kleinschalige wallen- en singellandschappen. Deze door de mens gemaakte cultuurlandschappen hebben gewoon beheer nodig. Een tweede mogelijkheid kan zijn om de baten te intensiveren. Bijvoorbeeld door producten uit onze natuurgebieden te verkopen. Te denken valt aan graan, hout, vlees, vakantiearrangementen, excursies, huren en pachten. Daar werken we volop aan. Een ander project waar we mee bezig zijn is het gebruik biomassa als grond- of brandstof. Met name omdat het zo’n perspectiefrijk en maatschappelijk actuele ontwikkeling is. Biobased economie Het landschap is eigenlijk altijd al een zogeheten ‘biobased verdienmodel’ geweest. Door het opnieuw als productie- of energielandschap te benaderen kan men moeilijk van een innovatie spreken. Kijk maar naar foto’s van een eeuw geleden van het landschap in heel Europa. Dat landschap was vrijwel overal kaal, volledig beroofd van haar biomassa door de beste grazer ter wereld: de mens. Wanneer we de mogelijkheden van het gebruik van biomassa beschouwen moeten er een paar kanttekeningen geplaatst worden. • Alle vernieuwbare biomassa die Nederland per jaar kan leveren zou slechts een 0,5 % van onze gehele energiebehoefte dekken. Dit feit relativeert de mogelijkheden aanmerkelijk.


Opinie

• Het verwaarden van biomassa heeft

alleen perspectief indien de energieen grondstofprijzen aanmerkelijk zullen stijgen. Door de voortdurende groei van de wereldbevolking en de welvaart lijkt dat de komende jaren geen probleem te zijn. • Het proces moet zo lokaal mogelijk georganiseerd worden om de milieukosten, zoals die bijvoorbeeld gemoeid zijn met transport over grotere afstanden, zo beperkt mogelijk te houden. • Er moet sprake van waarde-cascadering zijn. Wat inhoudt dat steeds de meest hoogwaardige gebruiksfunctie voorrang krijgt en daarna pas andere gebruiksvormen gekozen worden. Dus mais niet in de biovergister maar eerst als voer gebruiken waarna de mest in de vergister gebruikt kan worden. Hout bijvoorbeeld eerst als grondstof gebruiken, daarna pas als brandstof. • Het winnen van biomassa moet niet uitsluitend financieel gestuurd worden, wat zou kunnen leiden tot het grootschalig loslaten van natuurdoelstellingen. Dus geen natuurbos leegroven tot het een zandverstuiving is geworden. Er wordt een duidelijk gemotiveerde keuze van een stichting als de onze verwacht over waar het wel kan en waar niet. Technische mogelijkheden Vanuit het natuurbeheer komen een tweetal grote biomassastromen vrij, te weten maaisel en hout. Biomassa via de landbouwpraktijk zoals stro en oogstresten, maar ook beteelde wilgenakkers worden hier verder buiten beschouwing gelaten.

Een heel interessante stroom aan tot nu toe nutteloze biomassa vormt de grote hoeveelheid maaisel en rietresten afkomstig van schraallanden en slootonderhoud. De afgelopen jaren groeit de afzet aan bijvoorbeeld biovergisters heel geleidelijk maar is nog steeds een kostenpost in plaats van een opbrengst. Maar het gaat de goede kant op. De beste gebruiksvorm is om deze biomassa als grondstof in te zetten. Bijvoorbeeld door er organische stoffen uit te persen zoals Avebe heeft onderzocht. Deze koolhydraten en eiwitten kunnen dan voor industrieel gebruik ingezet worden. Men kan er ook natuurboard van persen (bouwplaten) of tot compost verwerken om de bodemvruchtbaarheid in stand te houden. Tenslotte geldt de bestemming als energiedrager via biovergisting of verbranding via het bijstoken in een energiecentrale. De tweede, veel traditioneler stroom betreft hout. Te benutten als grondstof voor balken, planken, papier etc. De prijs van hout is de afgelopen jaren duidelijk stijgend. Verder kan men het als brandstof gebruiken in de vorm van snippers of afvalhout. Overigens ontwikkelen zich ook nieuwe gebruiksvormen zoals bio-raffinage van sloophout wat een product levert dat fossiele brandstoffen kan vervangen als industriële grondstof voor plastics bijvoorbeeld. Een interessante ontwikkeling. Wie organiseert dit proces? Kort en krachtig: de markt. De afgelopen 15 jaar is Het Drentse Landschap bij dit onderwerp betrokken geweest. Nooit is echt gebleken dat de overheid de ontwikkelingen heeft kunnen regisseren. De prijs van fossiele brandstof of de

27

ontwikkeling van schaarste op de grondstoffenmarkt zijn mondiale processen die een overheid niet kan controleren. De prijzen in de markt zullen bepalen hoe snel het gebruik van biomassa een serieus verdienmodel zal opleveren. Het zal een proces zijn tussen leveranciers en afnemers, tussen bedrijven, particulieren, terreinbeheerders, waterschappen en overheden. De overheid zal in randvoorwaardelijke zin een rol spelen t.a.v. milieucondities, ruimtelijke ordening en het afdwingen van een ethisch gebruik van voedingsproducten als grond- en brandstof (waarde-cascadering). Dus koester de markt en zoek het in lokale oplossingen. Het is misschien leuk om met een verduidelijkend voorbeeld te besluiten. Landschapsonderhoud vraagt om het regulier terugzetten van wallen, singels en bosjes. Boeren, particulieren, terreinbeheerders voeren dat al dan niet gezamenlijk uit en leveren daarbij hoeveelheden houtsnippers. De snippers worden gebruikt als brandstof voor een kleine energiecentrale bij een overdekt dorpszwembad of een verzorgingshuis. Via brandstof uit de lokale omgeving worden deze gemeenschapsvoorzieningen relatief betaalbaar verwarmd. Prachtig toch!

Eric van der Bilt Directeur/bestuurder van Het Drentse Landschap.


28

Erfgoed

Steenhuis aan het Eelderdiep

Huis Ter Hansouwe Bertus Boivin*

Eén dezer dagen verschijnt het boek Huis Ter Hansouwe, Steenhuis aan het Eelderdiep. Het is het tweede deel in de serie ‘Cultuurschatten van Drenthe’, een gezamenlijk project van Stichting Het Drentse Landschap en uitgever Koninklijke Van Gorcum. In 2010 werd Het Drentse Landschap eigenaar van het monumentale pand aan de oostkant van Peize. Ter Hansouwe heeft inmiddels een grootscheepse restauratie achter de rug.

Ter Hansouwe lag er rond 1960 tamelijk troosteloos bij. Er waren zelfs serieuze plannen om de ‘bouwval’ dan maar af te breken. Om het noodlot te keren werd Ter Hansouwe in 1965 op de monumentenlijst geplaatst. (Drents Archief, collectie Monumentenzorg)

Misschien wel de meest opvallende ontdekking in het boek Huis Ter Hansouwe is het feit dat iedereen in de negentiende eeuw vergeten leek dat aan de weg van Peize naar Eelde aan de rand van het beekdal van het Eelderdiep een goeddeels bewaard gebleven middeleeuws steenhuis lag… De Peizer schoolmeester P.H. Oosterman komt de eer toe als


herontdekker van Huis ter Hansouwe de geschiedenis in te mogen gaan. Hij schreef er in de Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1899 een lang artikel over. Bij zijn speurtocht in de archieven in Groningen en Assen vond Oosterman de bewijzen dat het vergeten middeleeuwse Huis Ter Hansouwe op het grondgebied van Peize moet hebben gelegen. Sterker nog, dat het Ter Hansouwe er nog steeds bleek te liggen… Oosterman lijkt zich oprecht te verbazen als hij schrijft: ‘Ouden van dagen weten zich nog goed te herinneren, dat daar vroeger slechts één huis stond en wel de boerenplaats, thans bewoond door den Heer A. Brink. Hier moet dus het huis ter Hansouwe hebben gestaan. De geheele bouworde van woning met kelder en schuur van den Heer Brink toont genoegzaam haren hoogen ouderdom.’ Steenhuis

Ter Hansouwe ligt op een zeer interessante plek aan de rand van de uitgestrekte venen in het grensgebied van Groningen en Drenthe. Rond het jaar 1000 zijn de eerste kolonisten de streek rond het huidige Roderwolde en de Eelder- en Peizermaden ingetrokken om zich er permanent te vestigen. Een aantal van die woonplekken zijn in de

vorm van ‘veenterpen’ bewaard gebleven. Wanneer het eerste Huis Ter Hansouwe gebouwd is, is ondanks onder andere uitvoerige archiefstudie van Renée Nip tot nu toe nog niet precies bekend geworden. Wat wel zeker is, is dat we in een akte uit 1376 voor de eerste keer de familienaam Ter Hansouwe tegenkomen. Burggraaf Reinoud IV van Coevorden beleende in dat jaar ene Johan ter Hansouwe met de zogeheten tienden van NoordSleen. (Tienden waren oude kerkelijke belastingen.) Waar deze Johan ter Hansouwe toen woonde, weten we niet. Wel weten we dat zijn zoon Herman in 1418 op het Huis ter Hansouwe woonde. De historici gaan er op dit moment van uit dat het oorspronkelijke steenhuis in de dertiende eeuw aan de oever van het Eelderdiep moet zijn gebouwd. ‘Gewone’ boerderij

Bouwhistorici Jan Battjes en Hans Ladrak keerden Huis Ter Hansouwe in 2010 binnenste buiten om de bouwgeschiedenis van het pand te reconstrueren. Ze kwamen tot de conclusie dat er van het oorspronkelijke steenhuis waarschijnlijk niets over is. Wel vonden ze enkele lagen bakstenen die waarschijnlijk ook voor dat eerste huis gebruikt zijn. Op basis van de ‘leeftijd’ van het hout in een deel van de kap moet Ter Hansouwe rond 1480 behoorlijk vertimmerd zijn. Veel middeleeuwse steenhuizen in de provincie Groningen zijn in de loop van de tijd uitgegroeid tot monumentale borgen. Bij Ter Hansouwe gebeurde dat niet. Eerder was het tegendeel

Foto: Hans Dekker

Links: Huis ter Hansouwe ‘op de Agterste Horst’ op de kadastrale tekening in 1832. (Drents Archief)

Theo Spek vertelt over het middeleeuwse steenhuis Ter Hansouwe Op 17 april a.s. om 19.30 uur verzorgt hoogleraar landschapsgeschiedenis Theo Spek ter gelegenheid van het verschijnen van het boek ‘Huis Ter Hansouwe, Steenhuis aan het Eelderdiep’ een lezing over de boeiende geschiedenis van dit interessante middeleeuwse huis bij Peize. In de lezing bespreekt Theo Spek de geschiedenis van het omringende landschap, de bouwgeschiedenis van het huis en de interessante verhalen over de vele generaties bewoners die het huis sinds de veertiende eeuw heeft gekend. Zijn lezing is gebaseerd op het onderzoek dat vijf wetenschappers in 2011 hebben verricht. Kosten: € 7,50 (beschermers van Het Drentse Landschap en vrienden van het Drents Archief betalen € 5,00) Locatie: Studio Drents Archief Assen Aanmelden kan via aanmelden@ drentslandschap.nl. Haast u want het aantal plaatsen is beperkt.


Erfgoed

30

Foto: Sake Elzinga

Impressie van het interieur en de nieuwe verblijfsaccomodatie Ter Hansouwe.


In het najaar van 2012 kon Stichting Het Drentse Landschap een grootscheeps restauratietraject met succes afsluiten. De buitenkant van Ter Hansouwe is grondig aangepakt, de verzakte muren zijn gerepareerd, een groot deel van het rieten dak is vernieuwd en het woonhuis is gemoderniseerd. De dwarsschuur kreeg zijn oude ruimtelijkheid terug. Onder de hoge kap van de schuur kwam een opvallend appartement met drie slaapkamers voor erfgoedlogies. Architect van de plannen was Gurbe van der Schaaf van Architecten Meppel. Aannemer Hofstra Hulstra Bouw uit Nieuw-Buinen klaarde de klus. De aankoop en restauratie was mogelijk dankzij financiële bijdragen van gemeente Noordenveld, gemeente Tynaarlo, Europese Unie (POP-bijdrage ELFPO), provincie Drenthe/ILG, Regio Groningen-Assen, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, DLG/Herinrichting Peize en Nationale Postcode Loterij.

Foto: Sonja van der Meer

Huis Ter Hansouwe kan er weer even tegen

waar, want in enkele eeuwen tijd veranderde het adellijke woonhuis in een ‘gewone’ boerderij. Rond 1600 besloot de toenmalige eigenaar jonkvrouw Oede Lewe om er een echte agrarische onderneming van te maken. Ze liet een grote schuur tegen het huis aan bouwen en kocht heel veel landbouwgrond in de omgeving. Lange tijd was Oede Lewe de laatste eigenaar die ook daadwerkelijk op het huis woonde. Ten Hansouwe verwisselde in de eeuwen daarop vele malen van eigenaar terwijl op het huis steeds pachters woonden. Hier dringt zich het beeld op van Ter Hansouwe als object van speculatiezucht. In 1807 kwam de boerderij in handen van de pachters, op dat moment de familie Brink, die een aantal generaties lang op Ter Hansouwe zou blijven wonen en werken. Zij waren het die in 1837 de dwarsschuur tegen de oude boerderij aan bouwden.

Restauraties

Een opmerkelijk man onder de laatste eigenaren van Ter Hansouwe was mr. Gerrit Overdiep, rechter van beroep en in zijn vrije tijd een bevlogen historicus. Hij liet Ter Hansouwe in de jaren zeventig van de vorige eeuw restaureren. Overdiep leverde daarbij een titanengevecht met het toenmalige Bureau Monumentenzorg van de Provincie Drenthe. Hij weigerde namelijk om Ter Hansouwe terug te restaureren naar een oudere situatie.Volgens Overdiep moest je de ontwikkelingsgeschiedenis in het gebouw kunnen blijven zien. Tegenwoordig is dat een gangbare aanpak bij restauraties, maar destijds klonk zoiets ongeveer als vloeken in de kerk.

Begin april verschijnt in de serie Cultuurschatten het boek Huis Ter Hansouwe. In de bijgevoegde flyer vindt u meer informatie over deze prachtige uitgave.

* Drs. L. Boivin is tekstschrijver en historicus. Hij publiceert ook regelmatig over Drentse onderwerpen.Voor dit kwartaalblad maakt hij al vele jaren samen met Eric van der Bilt wandel- en fietsroutes.


Beheer

32

Foto: Eric Waanders

Evaluatie beheer Doldersummerveld

Tapuit

Vanaf 1982 doet Het Drentse Landschap iedere 10 jaar uitgebreid onderzoek naar de ontwikkelingen van de plantengroei en de broedvogelbevolking op het Doldersummerveld. Ook in 2012 is het gebied aan een grondige analyse onderworpen. De rapportage volgt in 2013 en zal een schat aan gegevens opleveren. Niet alleen over planten en vogels maar ook over bijvoorbeeld reptielen en vlinders. Het intensieve onderzoek was mogelijk door financiĂŤle steun van het Nationaal Park Drents Friese Wold en forse bijdragen van het Juncus Pornanza Delchio-fonds en het RĂśpcke-Wynia Fonds, onderdeel van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Planten Uit de inventarisatie in augustus 2012 blijkt dat de plantengroei van vennen, hoogvenen en natte heide zich sinds 2002 heeft uitgebreid. Dat geldt in mindere mate voor de vochtige heide. Het areaal droge heide is gekrompen.Verschillende soorten van de Rode lijst hebben zich fors uitgebreid. Denk aan Klokjesgentiaan, Beenbreek, Moeraswolfsklauw, Kleine zonnedauw, Heidekartelblad en Witte en Bruine snavelbies. Deze ontwikkeling is te danken aan herstel van de waterhuishouding en het vervolgens natter worden van het heideveld. Ook het graaswerk van de runderen en schapen en lokaal plaggen en maaien hebben hun steentje bijgedragen. Broedvogels Dat in de winter ganzen op het Doldersummerveld bivakkeren is bekend. Maar tegenwoordig broeden ze er ook. Grauwe ganzen met 5 tot 10 paren en verder enkele paren Nijlganzen en af en toe een Canadese gans. De natte heide trekt soorten als Kievit (15

broedparen), Tureluur (4), Wulp (1) en de minder bekende Graspieper (32), Gele kwikstaart (7) en Paapje (3). Door de enorme achteruitgang van deze soorten in het agrarisch gebied (door intensieve landbouw), staan de meeste op de Rode lijst van bedreigde soorten. De Veldleeuwerik is tegenwoordig ook schaars, maar niet op het Doldersummerveld. Introductie van begrazing heeft in combinatie met het lokaal plaggen en maaien van heide het Doldersummerveld tot een leeuwerikenparadijs gemaakt. Hier komt de teller op 98 paren, een mooie toename. De afwisseling in de heidebegroeiing biedt de leeuwerik beschutting om er te nestelen en te schuilen. Ook is er voldoende voedsel, zoals zaden en insecten. Ook de Geelgors profiteert van het heidebeheer en doet het uitstekend in het gebied. Tot eind van de eeuw telde de stand 10 tot 25 paar Geelgorzen.Vorig jaar zijn er 35 paar geregistreerd. Tapuit De zeldzame Tapuit zit nog met enkele paren op de heide. Door de enorme afname van Konijnen gaat het niet goed met deze soort. Konijnen graven holen, waar Tapuiten graag veilig in nestelen en ze houden de vegetatie zeer kort door hun grazen en graven. In die korte vegetatie kan de Tapuit achter z’n prooien aanrennen. Dat is allemaal veranderd. Goed nieuws is er over de familiegenoot, de Roodborsttapuit.Veertig jaar geleden werd het eerste broedpaar ontdekt en nu zitten er ongeveer vijftig op het veld. Ze profiteren onder andere van de afwisselende heidebegroeiing en het lokaal kappen van bos, maar vermoed wordt tevens dat klimaatverandering de soort een duwtje in de rug geeft.


Berichten

33

Kortweg In het nieuwe natuurgebied Torenveen is de broedvogelstand in 2012 geïnventariseerd door de heer Waterreus. Hij registreerde dat er in dit eerste jaar na de inrichting maar liefst 41 soorten vogels broedden. Het blijkt dat het gebied vooral vogelsoorten aantrekt die zich thuisvoelen in een natte omgeving. Dit zijn soorten als Tureluur, Grutto, Watersnip, Scholekster en Kievit. Daarnaast broedden er ook al enkele paren kleinere moerasvogels zoals Kleine karekiet, Bosrietzanger en Rietzanger. Hun aantal is nog relatief laag omdat het gebied zich nog moet ontwikkelen. Behalve bij de vogels is het nieuwe natuurgebied ook al erg in trek bij libellen.Van de Weidebeekjuffers, liefhebbers van schoon stromend water, werden al meer dan 100 exemplaren waargenomen.

Veel reacties op lezersonderzoek Lezers van het kwartaalblad hebben massaal meegedaan aan het lezersonderzoek dat in het kwartaalblad van december was toegevoegd. De redactie kreeg maar liefst zo’n 1500 vragenformulieren terug. Uit een eerste analyse van nog maar een deel van de resultaten blijkt dat het merendeel van onze lezers tevreden is over de vormgeving en inhoud van het kwartaalblad. We verwachten in het juninummer wat uitgebreider stil te staan bij de resultaten van het onderzoek.

Foto: Eric Waanders

1 - Hunzedal

Grutto

1

ASSEN

1

EMMEN

HOOGEVEEN

Foto: Sonja van der Meer

MEPPEL

In de afgelopen maanden zijn op diverse plekken in Zuidwest-Drenthe ottersporen aangetroffen. Uit nader onderzoek is zelfs gebleken dat hier zelfs al een otterfamilie woont. Met een camera is aangetoond dat er zowel volwassen Otters als jonge dieren aanwezig zijn. De Otter die tot begin vorig jaar in het Zuidlaardermeer woonde, lijkt te zijn verdwenen. In dit gebied worden nu geen verse sporen meer aangetroffen. Mogelijk is het dier intussen omgekomen in het verkeer. Er werden in 2012 op twee plekken in Drenthe Otters dood gereden.

Vleesactie Het Drentse Landschap heeft vlees en/of vlees­ producten in de aanbieding. Mocht u belangstelling hebben dan kunt u kijken op de website: www.drentslandschap.nl of bellen tijdens kantooruren met Aaltje Stroetinga (0592) 31 35 52.


34

Berichten

Diversen

Landgoed Lemferdinge >

In memoriam Henk Diephuis Op 13 januari overleed op 86-jarige leeftijd ons oudbestuurslid Henk Diephuis. Vanaf het midden van de vorige eeuw heeft hij in dienst van de Provincie Drenthe op talloze plaatsen bruggen en wegen helpen aanleggen. Onder meer ook bij de A28 en de voorloper van de A37. Als gemeenteraadslid en wethouder van Hoogeveen heeft hij decennialang bijgedragen aan de ontwikkeling van die stad in de meest brede zin. Jarenlang was hij voorzitter van het vliegveld Hoogeveen. Diephuis was ook een van de eersten die in onze provincie aandacht vroegen voor het milieu. Van 1984 tot 1998 was hij als vertegenwoordiger namens de Provincie Drenthe lid van ons Dagelijks Bestuur. Na zijn bestuursperiode heeft Henk zich vele jaren als vrijwilliger voor onze stichting ingezet. Hij hielp bij de verwerving onder andere in het Bosgebied Hollandsche Veld maar voelde zich evenzeer happy om bij grote acties te helpen met het verzendklaar maken van de post. Henk Diephuis was een kanjer van een kerel, een echter stadjer. Door zijn grote gestalte en forse aanwezigheid ontstond altijd reuring om hem heen. Altijd goedgemutst klonk

zijn bulderende lach door ons kantoor als hij er was. Tot het laatst hielp hij mee, reed in zijn enorme Mercedes door de provincie of liet zich door vrienden rijden om nieuwe ontwikkelingen te zien. Henk Diephuis was een dijk van een man met veel verdiensten voor onze stichting. Wij zullen hem node missen. Lemferdinge De Drentse afdeling van het Prins Bernhard Cultuurfonds heeft uit het Jenny Vrieling Fonds onze stichting € 5.000,-geschonken. Met deze bijdrage is het mogelijk om de Engelse landschapstuin van Roodbaard bij het Landgoed Lemferdinge een opknapbeurt te geven.

Vijvers zullen opgeschoond worden en een deel van de minder vitale bomen zal worden gekapt. De stichting is het fonds erkentelijk voor deze steun. Natuurspeelbos Het Drentse Landschap vindt het belangrijk dat kinderen op jonge leeftijd in aanraking komen met de natuur. Naast het organiseren van kinderactiviteiten is ze zich ook aan het orienteren op het aanleggen van een aantal natuurspeelplaatsen in Drenthe. Tijdens dit onderzoek is Het Drentse Landschap in contact gekomen met de Stichting Paardrijden Gehandicapten Meppel e.o. (PGM). Deze stichting gaat op

haar locatie “de Baander” in de wijk Oosterboer in Meppel haar activiteiten uitbreiden onder andere door de aanleg van een natuurspeelbos en een natuureducatiecentrum. Naast Het Drentse Landschap zijn ook landschapsarchitecte Heilien Tonckens en architectenbureau B+O betrokken bij dit project. Bij de ontwikkeling van het natuurspeelbos wordt nauw samengewerkt met de basisscholen in de wijk Oosterboer.Vanuit de Baander zijn ook wandelroutes uitgezet die de wandelaars voeren langs het natuurgebied “Engelgaarde”, langs het hospice Eesinge en langs het stroomdal van de Reest. Kijk voor meer informatie op www.pgmmeppel.nl.


Berichten

Foto: Archief HDL

vermelden is dat de heer en mevrouw Elema - Van Deursen uit Abcoude zowel Het Drentse Landschap als Stichting Oude Drentse Kerken de komende 5 jaar € 5.000,-- per jaar schenken. De laatstgenoemde stichting ontving ook van de heer Bezuijen uit Westerbork nog een bijdrage van € 300,--. Allen heel hartelijk dank voor hun bijdrage. Er zijn weinig zaken die het werk van de stichting zo stimuleren als het vertrouwen dat geschonken wordt via deze schenkingen. Windmolens malen door Landelijk hebben de Provincies met het Rijk afgesproken dat zij zelf zorgdragen voor zo’n 6000 megawatt (MW) aan windmolens. Hiermee wordt voorkomen dat het Rijk eenzijdig bij wet de plaatsing afdwingt.Voor de provincie Drenthe betekent dit dat er voor 280 MW aan megawindmolens moeten worden geplaatst. Na een onoverzichtelijk proces is duidelijk geworden dat de Provincie er samen met de betrokken gemeenten voor kiest om 6 à 7 clusters van groepjes molens aan onze oostgrens te plaatsen. De locaties Gasselterboerveen, Nieuw-Buinen en Tweede Exloërmond zijn al aangegeven. Die van Emmen en Coevorden volgen nog. Het Drentse Landschap is zoals bekend tegen windmolens in Drenthe. Ze

© Albert Rademaker

Legaten, giften en schenkingen Het Drentse Landschap ontving ook in de afgelopen periode weer een groot aantal giften. Van de heer Veldwisch € 600,--. Van de heer Arnolds uit Beilen kregen we een schenking van € 300,-- en van de Stichting Panzolo uit Groningen werd € 200,-- ontvangen.Van de heer H. Manting uit Beilen, die 80 jaar werd, ontving de stichting het cadeaugeld ten bedrage van € 265,--. Edwin Snijder schonk zijn kerstpakket als gift van € 70,-- aan de stichting.Verder werden bijdragen ontvangen van mevrouw Farenhorst - Kanis , de heren L. Meijer, A.Verhage en P.S. Mulder. Maandelijks wordt gedurende een langere periode door mevrouw Alberts - Elsinga een bijdrage overgemaakt. De stichting is bijzonder verheugd met deze bijdragen. Ook werd de stichting blij verrast door mevrouw Cohen uit Amsterdam die bij leven uitvoering geeft aan haar testament door een legaat van € 3.000,-- over te maken. Verder werden vijfjarige schenkingsakten afgesloten met mevrouw Jansen uit Paterswolde (€ 100,-- p/j), mevrouw Bourgonje uit Wijster (€ 50,-p/j) en de familie Van Pelt - Verkuil uit Leiden (€ 30,-p/j). Ook bijzonder om te

35

zijn lelijk, maken lawaai en zijn economisch nauwelijks van toegevoegde waarde. Windmolens zijn een ramp voor het landschap waar wij voor opkomen. In een eerdere situatie heeft onze stichting zich er met tegenzin bij neergelegd om 280 MW aan windmolens in de gemeenten Emmen en Coevorden te accepteren. De Provinciale Staten hebben later het veenkoloniale gebied toegevoegd als zoekgebied.Vanuit het perspectief van de natuur in het Hunzedal en het zich daar ontwikkelende landschap, wijst onze stichting het nu gekozen drietal locaties af. Inzet op windmolens op zee of zon-

necollectoren heeft onze voorkeur. Het Drentse Landschap ervaart het verder als moeilijk te begrijpen dat er vanuit een aantal bestuurders stevig wordt aangedrongen op plaatsing van veel meer windmolens her en der in de provincie. In onze ogen een zekere weg om de meest unieke waarde van Drenthe, haar landschap, om zeep te helpen. Met alle economische gevolgen van dien. Windmolens zijn ons’ inziens een zekere weg naar krimp en economische verpaupering van een regio.


een mooie lezersfoto! Diversen

Edo van Uchelen van het Centrum voor Natuurfotografie maakte deze foto in een van de terreinen van Het Drentse Landschap. Je ziet twee mannetjes van de Heikikker in bruiloftskleed, gefotografeerd vanaf een heel laag standpunt. Om de opname te kunnen maken was de juiste timing essentieel. Heikikkers zijn eind maart maar een paar dagen zo fraai blauw gekleurd. Als ze zo druk zijn met de voortplanting verliezen ze tijdelijk hun natuurlijke schuwheid. Van zo›n moment maak je als natuurfotograaf graag gebruik! Wil je kans maken op publicatie van jouw beste foto in het kwartaalblad van Het Drentse Landschap? Dan kun je deze uploaden naar het Centrum voor Natuurfotografie (www.centrumvoornatuurfotografie. nl/HDL). Voor Het Drentse Landschap verricht het Centrum voor Natuurfotografie de selectie voor publicatie in ‘Klik’, de nieuwe rubriek voor mooie natuurfoto’s van lezers.

Foto: Edo van Uchelen

Bijensterfte Al eerder besteedden we aandacht aan de enorme bijensterfte in ons land. Deze tekent zich nu ook af in de rest van de wereld. In China bestuiven inmiddels schoolkinderen de fruitbomen omdat er geen bij meer aan het werk is. De gevolgen voor de land- en tuinbouw kunnen enorm zijn. Onderzoek wijst steeds vaker uit dat neonicotinoïden, een nieuwe groep van bestrijdingsmiddelen, een belangrijke oorzaak zijn. De bijen worden vergiftigd, verliezen onder meer hun oriëntatievermogen om de korf te bereiken en worden gevoeliger voor parasitaire ziekten. In Frankrijk worden genoemde middelen qua toepassing fors beperkt. In Nederland zijn ze in de periode van Bleeker juist vrijgegeven voor breder gebruik. Zo’n dossier maakt opnieuw duidelijk hoezeer lange termijn belangen gebonden aan het duurzaam omgaan met onze leefwereld het in ons land nog steeds afleggen tegen korte termijn economische belangen. Een gevaarlijk spel. Het meest verbaast ons nog de advisering van de Universiteit van Wageningen die ogenschijnlijk geen gevaar ziet in de werking van de neonicotinoïden.


Doodvonnis voor groot wild In ons land en zo ook in Drenthe zijn we al bijna 40 jaar bezig om meer natuur aan te leggen. Het beleid is erop gericht om grote, goed te beheren en met elkaar verbonden natuurgebieden te realiseren. En dat lukt ook. In Drenthe zien we daar mooie voorbeelden van zoals het Drents-Friese Wold, de grote boswachterijen in Midden-Drenthe, het Scharreveld, Goudplevier en het Hunzedal. Er zijn inmiddels twee ecoducten nabij Zuidwolde gerealiseerd en de derde bij Spier wordt momenteel aangelegd. Door deze ontwikkelingen is er in onze provincie voldoende ruimte ontstaan voor groot wild zoals Damhert, Edelhert en Wild zwijn. Uit angst voor schade hanteert de Provincie Drenthe echter een nulstandbeheer. Dit betekent dat elk zwijn of hert dat met succes uit Duitsland, de Veluwe of een hertenkamp onze provincie bereikt, per decreet wordt afgeschoten. De drie grote terreinbeheerders maken daar bezwaar tegen. Niet alleen levert groot wild een meerwaarde voor de natuur op, ook de recreatieve betekenis ervan is groot zoals blijkt uit ervaringen op de Veluwe. Toerisme is namelijk nog een van de weinige groeisectoren in deze tijd van crisis.

Foto: Joop van de Merbel

Berichten

Het toestaan van groot wild vraagt echter ook om goede afspraken over het noodzakelijke populatiebeheer om schade aan derden te beperken. Ook de terreinbeheerders beseffen dat en zijn daar ook toe bereid. De laatste berichten uit het provinciehuis wijzen erop dat er mogelijk ruimte ontstaat voor een meer genuanceerde benadering ten aanzien van het groot wild. Nederlandse Kampeerauto Club Op 12 januari heeft Het Drentse Landschap in Norg een lezing gehouden op de nieuwjaarsbijeenkomst van de afdeling Noord van de Nederlandse Kampeerauto

Club (NKC). Zo’n 220 leden van deze club kregen een toelichting op het werk van de stichting en de betekenis van de natuur voor het toerisme in Drenthe. Maar liefst 20% van Drenthe is natuur en met haar 485.000 inwoners is onze provincie dunbevolkt. Mede door het restrictief ruimtelijke ordeningsbeleid is het landschap een van de gaafste van ons land. Dat heeft als resultaat dat de recreatiesector een van de economisch meest belangrijke pijlers is. Met een werkgelegenheidsaandeel van 12%. Bij sommige gemeenten zoals bijvoorbeeld Borger-Odoorn is het zelfs 25%. De toeristischrecreatieve bestedingen in Drenthe bedroegen in 2012

bijna 900 miljoen euro (Bron: Recreatieschap Drenthe). EĂŠn en ander maakt duidelijk dat ook voor de achterban van onze stichting recreatiemogelijkheden ook van groot belang zijn. Daarom is 96% van onze gebieden toegankelijk en investeert de stichting in wegen, informatiepanelen, excursies, informatiecentra, routes, enzovoorts. De recreant maakt deel uit van onze achterban en dat geldt dus ook voor de campergebruikers van de NKC. Afgesproken werd om nader in beeld te brengen op welke wijze deze doelgroep ook van de bestaande infrastructuur bij Het Drentse Landschap gebruik kan maken.

37


Berichten

Foto: Joop van de Merbel

38

Jaar van de boerderij Tien jaar na ‘2003, Jaar van de Boerderij’ wordt er dit jaar weer extra aandacht aan de historische boerderij besteed tijdens het ‘Jaar van de Boerderij, 2013’. Want er is nog steeds grote zorg over de achteruitgang van dit historisch erfgoed. Teveel boerderijen verdwijnen, terwijl ze zo’n belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van het landschap en de regionale identiteit van het landelijk gebied.

Vanaf 2003 is het erfgoedbeleid en het beleid voor het landelijk gebied sterk veranderd. De huidige financiële en economische crisis vraagt om nieuwe oplossingen en biedt nieuwe mogelijkheden. Natuur en monumenten worden anders beleefd en identiteit heeft een heel andere lading gekregen. Ook agrarisch erfgoed heeft met dergelijke ontwikkelingen te maken. Daarom organiseren we in 2013 verspreid over het land en over het jaar, het Jaar van

de Boerderij. Het programma bestaat uit activiteiten voor iedereen, voor de boerderijenbewoners en voor de specialisten en beleidsmakers. Dat gebeurt door de boerderijstichtingen overal in Nederland en door Agrarisch Erfgoed Nederland. Het Drentse Landschap/ Stichting Drentse Boerderijen zal ook gedurende het gehele jaar allerlei activiteiten organiseren waarin extra aandacht is voor de Drentse boerderijen. Kijk voor meer informatie op www.boerderij2013.nl.

Nieuwsbrief Nog beter op de hoogte blijven van Het Drentse Landschap? Meld u dan aan voor onze Nieuwsbrief met de laatste nieuwtjes, aanbiedingen en leuke activiteiten. U kunt zich aanmelden via www.drentslandschap.nl/nieuwsbrief. Ook via Facebook kunt u ons blijven volgen: www.facebook.com/drentslandschap.

Nieuwe website De12landschappen Sinds het begin van dit jaar is de nieuwe website www.inhetlandschap.nl online gegaan. Deze website van de gezamenlijke Provinciale Landschappen is ontwikkeld om te promoten dat de Landschappen naast het beheren van natuurgebieden en erfgoed ook vakantiehuisjes, vergaderlocaties en informatiecentra beheren waar bezoekers gebruik van kunnen maken. Donateurs van een van de 12 Provinciale Landschappen kunnen vaak met korting gebruik maken van deze voorzieningen.


Foto: Eric Wanders

Recordbedrag van 291 miljoen euro voor goede doelen van Postcode Loterij Ruim negentig goede doelen schitterden in februari op het Goed Geld Gala van de Nationale Postcode Loterij. In Het Concertgebouw in Amsterdam maakte de grootste goededoelenloterij van Nederland bekend dat zij dankzij haar 2,5 miljoen deelnemers dit jaar een recordbedrag van 291 miljoen euro kan schenken aan de goede doelen. De helft van ieder lot doneert de Postcode Loterij aan goede doelen op het gebied van mens en natuur. De koepelorganisatie van de 12 provinciale landschappen, waar Het Drentse Landschap deel van uitmaakt, ontving 12 miljoen euro. Mede dankzij deze steun kunnen we ontzettend veel extra doen om Drenthe mooi en leefbaar te houden. Het Drentse Landschap bedankt de Postcode Loterij en haar deelnemers dan ook van harte voor deze genereuze bedrag. Het is echt fantastisch!


Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

• Nationale Postcode Loterij Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur • VSBfonds Groningen - www.vsbfonds.nl Zet zich in voor de kwaliteit van de Nederlandse samenleving • PBCF Amsterdam - www.prinsbernhardcultuurfonds.nl Voor cultuur en natuurbehoud in Nederland • JMFonds Groningen - www.jmfonds.nl Levert bijdragen aan maatschappelijke ontwikkelingen • Bouwbedrijf H. Poortman Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw • GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau • ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau • Attero Wijster (088) 550 10 00 Energiek met milieu – Terugwinning grondstoffen en productie duurzame energie uit afvalstromen. • NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij • Havesathe ‘de Havixhorst’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant • NV Waterleidingmaatschappij ‘Drenthe’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... • Buro Hollema Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT • ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) • Quercus/Krinkels bv Zuidwolde (0592) 26 11 71 Uw bomen, onze zorg • N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water • KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Assen (0592) 37 95 55 Uitgeverij/grafisch bedrijf • BORK SLOOPWERKEN B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling • HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Groningen (050) 597 39 59 Uw installatie in goede handen! • DE ROO DRENTE BV Bedum (050) 301 25 00 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen

• BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies • ARCHITECTEN MEPPEL Meppel (0522) 25 57 96 • Concordia bouwmaterialenhandel Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel • oosterhuis bv Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk • ASTRON/LOFAR Dwingeloo www.astron.nl www.lofar.nl • WARENHUIS VANDERVEEN (ASSEN) Assen (0592) 31 16 11 Shop-in-shop totaalwarenhuis elton bv • Roden (050) 502 11 99 Producenten van ELLEN tochtprofielen • VNO NCW Noord Groningen (050) 534 38 44 Belangenbehartiger van het Noorden • Ensing Schilders Assen (0592) 348 080 Onderhoud- en protectiesystemen • VANDERSALM bouwkundig ontwerp- en adviesburo Dwingeloo (0521) 593 638 Nieuwbouw, verbouw, renovatie, projectontwikkeling en restauratie • DE FRIESLAND ZORGVERZEKERAAR Leeuwarden (058) 291 31 31 • Bureau B+O Architecten BV Meppel (0522) 246 625 • De Bonte Wever Assen 0592 - 356 000 / www.debontewever.nl Het meest complete all-in hotel van Nederland! ORANJA marketing communicatie reclame • Meppel (0522) 26 20 95 Verbinden vanuit de essentie: www.oranja.nl Installatiebedrijf DICK SJABBENS • Diever (0521) 59 19 94 Specialist in duurzame energietechnieken • Schildersbedrijf WESTERBEEK Zuidwolde, www.westerbeek-schilders.nl De beste vriend van uw huis Bouwbedrijf Bruins Slot V.o.f. • www.bouwbedrijfbruinsslot.nl Restauratie - onderhoud - verbouw - nieuwbouw • GROENVERZORGING VOS BV Roden (050) 501 53 46 / www.vosroden.nl Boomverzorging en landschaponderhoud • KNOL TRAINING & ADVIES BV Gieterveen (0599) 89 19 70 Ingenieursbureau voor proces- en milieutechnologie • HOFSTRA HULSHOF BOUW BV Nieuw-Buinen (0599) 21 29 77 • Van Dijk Infragroep BV Meppel (0522-243612) Grond-, weg en waterbouw • CompuSystems Hoogezand (0598-343860)

Stichting Het Drentse Landschap zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van:

• Stichting Drentse Boerderijen • Stichting Oude Drentse Kerken • Stichting drs. A.V.J. den Hartogh Fonds


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.