Kwartaalblad nr.39

Page 1

Kwartaalblad sept. 2003 no. 39

39

Reestdal / Rabbinge


Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap

Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van: Stichting Drentse Boerderijen, Stichting Oude Drentse Kerken, Stichting Orvelte en Stichting Lemferdinge.

Uitgave Stichting ‘Het Drentse Landschap’ Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 43.97.50.962 Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer, m.m.v. J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Prepress Von Hebel bv, Groningen Lithografie Arfo Colortechnics, Groningen Druk en afwerking Boom Pers Drukkerijen BV, Meppel Omslag Reestdal / Rabbinge (John Stoel) ISSN 1380-3263 Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het geeft informatie over de terreinbezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– . Als u ‘Het Drentse Landschap’ extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze:

Periodieke gift In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële acte toezegt. Voor bijdragen van € 50,– en hoger per jaar regelt en betaalt de Stichting de acte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van ‘Het Drentse Landschap’. Andere giften Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60,– te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. ‘Het Drentse Landschap’ is voor schenkingen binnen twee jaar tot in totaal € 4143,– (voor 2003) vrijgesteld van schenkingsrecht. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag. Legaten of erfstellingen Tot een bedrag van € 8284,– (voor 2003) is ‘Het Drentse Landschap’ geen successierechten verschuldigd. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag.

3

Kom er even voor zitten

— bestuursberichten 4

De boerderij

— cultuurhistorie Bertus Boivin/Chris van der Veen 11

Diependal

— fauna Sipke van der Veen 14

Vrijwilligers

— activiteiten 16

WMD

17

Boerderijen van de Reest en de Wolden

— fietsroute Bertus Boivin/Eric van der Bilt 22

Stekelzwammen

— fauna Eef Arnolds 25

Week van het Landschap

27

Heivlinder

— fauna Geert de Vries 28

Kortweg

— berichten 34

Agenda


Bestuursberichten

3

Kom er even voor zitten... gezondheidsklachten. Er werden duidelijke relaties geconstateerd: hoe meer groen, des te minder gezondheidsklachten.

foto: Jaap de Vries

Opvallend is dat de verschillen in de uitkomsten nauwelijks beïnvloed worden door de aard van het groen. Het maakt in feite weinig uit of er sprake is van mooie parkaanleg, wilde natuur of van cultuurlandschap.

Dat een wandeling, een fietstocht, ja, zelfs een ritje met de auto door de natuur rustgevend en ontspannend werkt, weten we, denk ik allemaal uit eigen ervaring. We bezoeken graag grote steden, maar het meest lokken toch uitgestrekte heidevelden, gevarieerde bossen en kabbelende beekjes. Cijfers uit vrijetijdsonderzoeken spreken in dit opzicht boekdelen. In 1997 onderzochten de wetenschappers Buys en Volker wat de Nederlanders vinden van de functies die de natuur vervult. Van de twaalf mogelijkheden scoorde ‘gezondheid’ het hoogst. Het is daarom niet verwonderlijk dat er in toenemende mate onderzoek wordt gedaan naar de relatie gezondheid en groen.

Al bijna twintig jaar geleden onderzocht Ulrich de patiëntendossiers van mensen die in een bepaalde periode opgenomen waren geweest. De ene groep patiënten die een galblaasoperatie had ondergaan, kon herstellen met uitzicht op bomen. Een volstrekt vergelijkbare groep had uitzicht op een bakstenen muur. Het gemiddelde verblijf van de laatstgenoemde groep bedroeg 8.7 dag. De eerste groep herstelde aanmerkelijk sneller, met een gemiddeld verblijf van 7,9 dag. Deze mensen gebruikten bovendien minder pijnstillers. In 2000 onderzocht het onderzoekinstituut Alterra samen met het RIVM de relatie tussen natuur in de woonomgeving en het aantal bij huisartsen in diezelfde omgeving geregistreerde

Deskundigen zijn het erover eens dat bewegen gezond is en veel gezondheidsproblemen kan voorkomen. Uit analyses komt naar voren dat meer natuur in de omgeving leidt tot een frequenter bezoek aan die natuur en dus tot meer bewegen. ‘Gemiddelde bewegers’ hebben maar liefst 18 verzuimdagen per jaar minder dan ‘nauwelijks bewegers’. Ook op ons concentratievermogen heeft de natuur invloed. Mensen die in een bos hebben gewandeld, halen tweemaal zoveel fouten uit een tekst dan mensen die dat in een stad hebben gedaan. Kortom: Stichting ‘Het Drentse Landschap’: ook nog eens goed voor uw gezondheid!

Aleid Rensen Voorzitter Stichting ‘Het Drentse Landschap’


4

De Boerderij Bertus Boivin en Chris van der Veen*

De eeuwenoude relatie tussen de boerderij en het Drentse landschap Dat 2003 het Jaar van de Boerderij is, kan niemand

S.J. van der Molen moet de uitvinder geweest zijn van de term het ‘Oud-Drentsche huis’ dat in de Middeleeuwen uit het Friese Hallehuis zou zijn ontstaan. Van der Molen schreef een van de eerste boeken over Drentse boerderijen. Het boek verscheen in 1941 in Den Haag en had de onvermijdelijke titel Het Drentsche boerenhuis en zijn ontwikkeling. Recent onderzoek maakt echter duidelijk dat een dergelijke ‘importtheorie’ niet de meest voor de hand liggende is. Landbouw was in de Middeleeuwen in Drenthe bepaald geen nieuw fenomeen en er werden in deze streken dus al duizenden jaren boerderijen gebouwd. Zeker vanaf de tijd van de Hunebedbouwers tussen 3400 en 2900 v.Chr. werd in deze streken reeds op enigszins grootschalige wijze akkerbouw bedreven. Hun akkers ontgonnen ze in het bos. Bomen werden gekapt en de takken werden verbrand waarna ze in de vruchtbare as hun eerste gerst en tarwe zaaiden. Tot de oudste plattegronden van boerderijen in Drenthe horen die van Emmerhout in de gemeente Emmen die archeologen dateren tussen 1400 en 850 v.Chr.

ontgaan zijn. Alom in den lande gonst het van eten in de boerenkeuken, er is kunst op de boerderij, er zijn speciale wandel- en fietsarrangementen. Een kijkje komen nemen op een zorgboerderij? Ook dat is geen probleem in het Jaar van de Boerderij, want – zo schrijft het landelijke comité – ‘het platteland is van ons allemaal’. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ doet op haar eigen wijze mee aan het Jaar van de Boerderij met een boek over Drentse boerderijen in het Drentse landschap. Het is geen bouwkundige verhandeling over stijlen, substijlen en plaatselijke varianten of een ideeënboek over de verantwoorde inrichting In de voorgevel > van boerderij Kamps bij Deurze werd vanaf de achttiende eeuw het vakwerk opgevuld met metselwerk.

van de woonboerderij anno 2003. Het Drents Boerboek gaat over de eeuwenoude relatie tussen de boerderij en het Drentse boerenland. De dynamiek van het landschap en van het agrarische leven hebben hun sporen in de boerderijen achtergelaten. De boerderijen kunnen je het verhaal vertellen van duizenden jaren Drents landschap. In dit artikel krijgt u een voorproefje van het Drents Boer-boek dat in het najaar zal verschijnen.

Drentse ontwikkelingen

Een belangrijk argument tegen de ‘importtheorie’ werd geleverd door de Groningse archeoloog Piet Kooi. Hij kon van het gehucht Peelo – tegenwoordig een woonwijk van Assen – aantonen dat het een permanente bewoningsgeschiedenis kende vanaf de Bronstijd tot op de dag van vandaag en dat betekent dat Peelo meer dan 3000 jaar continu bewoond is geweest. Een ander in dit verband interessant onderzoek werd uitgevoerd door de bouwkundige Carlo Huijts. Deze stelde aan de hand van de grondsporen die de archeologen in de loop van de jaren hadden vastgelegd, een soort modellenboek van boerderijtypen samen. De lange rij begint uiteraard met het Emmerhout-type uit 1400 v.Chr. en komt via een groot aantal ‘tussentypen’ uit bij het Gasselte-type van rond 1300 na Chr. Dit laatste type staat volgens Huijts model voor de overgang naar de oude Drentse boerderij zoals Van der Molen die beschreef. Met het Gasselte-type is ook zo’n beetje de aansluiting bij onze tijd tot stand gebracht. Volgens de nieuwste onderzoeksgegevens is de boerderij aan het Hagenend 3 in Anderen de oudst bekende bestaande boerderij in Drenthe. Onderzoek van het eikenhout waaruit de gebinten gezaagd zijn, heeft uitgewezen dat de boerderij rond 1376-1380 moet zijn gebouwd. Andere respectabele oudjes zijn boerderijen in Witten, Zuidvelde en Wijster. De oudste boerderij van Stichting ‘Het Drentse Landschap’ is boerderij Kamps bij Deurze die in 1588 of 1589 de vorm kreeg die het bouwwerk tot op de dag van vandaag gehouden heeft.

foto: Joop van de Merbel

activiteiten in en om de boerderij. U mag komen



6

foto: Drents Museum

Egbert van Drielst werd in de achttiende eeuw in Amsterdam populair met zijn Drentse landschappen, zoals dit gezicht op Westerbork.

Het Drentse cultureel erfgoed bij Het Drentse Landschap in goede handen

Stichting ‘Het Drentse Landschap’ blijft waakzaam om het Drentse cultuurlandschap te beschermen en het zo mooi mogelijk te houden. Dat betekent niet alleen de zorg voor belangrijke natuurgebieden, steeds vaker treedt de stichting ook op als beschermer van het Drentse culturele erfgoed. Zo zocht ‘Het Drentse Landschap’ de publiciteit om te waarschuwen voor de teloorgang van de keuterijtjes van een eeuw geleden. ‘Monumentjes van de armoede’ die steeds vaker moeten plaatsmaken voor modieuze nieuwbouw van mensen die niet op een paar centen hoeven te kijken. De stichting heeft zo’n 250 waardevolle gebouwen in alle soorten en maten in eigendom. Een belangrijk deel ervan zijn oude en nieuwere boerderijen.

Achterbaanders en zijbaanders

Het belangrijkste kenmerk van de oude Drentse boerderijen in de Middeleeuwen was dat er in het midden een grote werkruimte gecreëerd werd. In Drenthe heette die ruimte ‘de deel’. Door een grote achterbaander kwam je de deel op waar je met een wagen moest kunnen manoeuvreren om de oogst en de wintervoorraad hooi binnen te brengen. Ook moest op de deel het koren kunnen worden gedorst. Van der Molen noemde zijn oude Drentse boerderijen een ‘eenheidshuis voor mens, dier en oogst’: mens en dier woonden onder één dak. Een muur tussen het woonhuis en het bedrijfsgedeelte werd pas in de loop van de achttiende eeuw gemeengoed in Drenthe. Drentse boeren waren voornamelijk akkerbouwers. Het vee was in Drenthe vroeger belangrijker voor de mest die ze in de potstal achterlieten, dan voor hun melk en vlees. Toen aan het begin van de zeventiende eeuw de roggeprijzen flink omhoog gingen en de Drentse boeren hun graantje daarvan wilden meepikken, moesten ze op zoek naar mogelijkheden om de es intensiever te kunnen bebouwen. Het was niet meer dan simpele boerenlogica dat er – nu er meer van de es gevraagd werd – meer vee moest komen om aan meer mest te komen. Meer vee betekende in Drenthe vanaf dat moment voornamelijk meer schapen. Als in Drenthe ergens geen gebrek aan was, dan waren dat de heidevelden waar alleen het schaap brood in zag. De komst van steeds meer schapen zorgde ervoor dat de oude boerderijen te klein werden. In die tijd kregen dan ook veel boerderijen een nieuwe ‘staart’ naast de achterbaander waar de schapen naartoe verhuisden. Wie toen vervolgens op het idee gekomen is om de baanderdeuren van de achterkant naar de zijkant van de


Cultuurhistorie

De boerderijen van ‘Het Drentse Landschap’

foto: Joop van de Merbel

boerderij te verplaatsen, is niet te achterhalen. Duidelijk is wel dat in de loop van de achttiende eeuw in Drenthe de achterbaander hopeloos ouderwets aan het worden was. Door zo’n ingang opzij kon de deel efficiënter gebruikt worden, want je kon overal veel beter bij. Bovendien kon er veel meer hooi worden opgeslagen, zeker als je een paar vakken helemaal voor hooiberging ging gebruiken. Aan de hand van deze drie typen – achtereenvolgens achterbaanders, ‘staarten’ naast de achterbaander en zijbaanders – is een simpele chronologie te maken die de periode van de late Middeleeuwen tot ver in de negentiende eeuw beslaat. Overigens past bij het hanteren van zo’n indeling wel enige voorzichtigheid, want een boerderij is geen statisch geheel. Zodra de boerderij in gebruik genomen was, begon er onmiddellijk een proces van voortdurend improviseren en vertimmeren dat de eeuwen daarna zou voortduren. Wat is een boerderij anders dan een gebruiksvoorwerp dat je al werkende naar je hand probeerde te zetten? De Drentse boer gooide al zijn vindingrijkheid in de strijd om ervoor te zorgen dat hij zoveel mogelijk werk met zo weinig mogelijk inspanningen zou kunnen klaren.

Boerderij Kamps, Deurze In 2002 kon ‘Het Drentse Landschap’ boerderij Kamps bij Deurze kopen. Uit onderzoek is gebleken dat de gebinten in 1588 gekapt zijn. Heel bijzonder is de voorgevel waarin het vakwerk werd opgevuld met metselwerk: een overgangsfase tussen lemen vakwerkmuren en uit metselwerk opgetrokken gevels.

foto: Jaap de Vries

Boerderijen als bouwpakket

De gebinten van de oude boerderijen vormden de ‘kapstok’ waaraan bij wijze van spreken het hele gebouw opgehangen werd. Ze werden door de timmerman keurig genummerd zodat ze maar op één manier in elkaar konden worden gezet. Deze ‘telmerken’ kwamen later ook van pas als de boerderij eventueel verplaatst moest worden. De leeftijd van de gebinten zegt op zich dus niets over de ouderdom van een bepaalde boerderij. Voor hetzelfde geld stond-ie eerst een tijdlang op een heel andere plaats en had men hem hier later weer als een bouwpakketje opgebouwd... Eerst werden de gebinten op zware veldkeien geschoven om vervolgens met man en macht overeind getrokken te worden. Het hele dorp stak die dag de handen uit de mouwen. Vervolgens werden de gebinten door middel van lange balken over de volle lengte van het huis met elkaar verbonden. Hiermee was een skelet klaar dat voldoende sterk zou blijken om de komende eeuwen te trotseren. De meeste boerderijen kregen een strodak. Alleen de rijkere boeren konden zich een rieten dak veroorloven. Een rieten dak ging minstens twee keer zo lang mee als één van stro, maar roggestro was altijd in overvloed voorhanden en kostte bovendien niets. De wanden van de boerderij waren aanvankelijk van leem. Heel mooi is bij de oudste boerderijen vaak nog te zien hoe het eerste gebint het skelet van de voorgevel vormt. Bij de bouw waren de muurvlakken met tussenbalken verdeeld in

7

Bruntingerhof, Orvelte Als je bij de Bruntingerhof aan de Flintenweg in Orvelte staat, kom je niet op het idee dat de zo te zien eeuwenoude boerderij hier in 1968 gebouwd werd. Meer dan driehonderd jaren daarvoor stond hij enkele kilometers verderop aan de weg van Eursinge naar Bruntinge. Daar werd hij indertijd steen voor steen en balk voor balk afgebroken om in het monumentendorp te worden herbouwd.


Cultuurhistorie

foto: Joop van de Merbel

De boerderijen van ‘Het Drentse Landschap’

Tichelwerk, Roderwolde

foto: Joop van de Merbel

Ooit was het Tichelwerk de woonstee van een steenbakker, tegenwoordig vervult het een belangrijke rol in het beheer van het achter de boerderij gelegen natuurgebied De Kleibosch. Het pand stond al op een kadastrale kaart van 1832. In 1988 is de boerderij in bouwvallige staat aangekocht door ‘Het Drentse Landschap’ die het gebouw ingrijpend liet restaureren.

’t Ende, de Wijk In het gehucht De Stapel tussen de Wijk en Balkbrug ligt aan de rand van de Reestlanden de grote boerderij ’t Ende waarin onder andere een informatiecentrum van ‘Het Drentse Landschap’ ingericht is. De boerderij beleefde zijn gloriedagen ongeveer een eeuw geleden toen het erg goed ging met de melkveehouderij. Uit die tijd stamt het ‘nieuwe’ voorhuis dat vóór de oude boerderij werd neergezet.

‘vakwerkvakken’. Er werden staken tussen de vakwerkbalken gestoken en hiertussen vlocht men met twijgen een stevige mat die aan beide zijden met laagjes leem werd aangesmeerd. Stuk voor stuk bouwmaterialen die in de buurt van het dorp in overvloed voorhanden waren. Elk dorp had zijn 'leemkoelen’ waar je alle leem die je nodig had voor de wanden en de vloeren kon uitspitten. Ook hier hielpen de buren uiteraard weer een handje. Later werd het vakwerk niet langer gevuld met leem, maar met baksteen. Ook hier waarschuwen bouwhistorici dat je bij de datering van een boerderij aan de hand van de gebruikte steen de nodige slagen om de arm moet houden. Vaak verraadt de voeg meer over de leeftijd van zo’n bouwkundige ingreep dan de gebruikte steen. Baksteen was duur en die gebruikte je in Drenthe dus gewoon nog een keer of je probeerde elders voordelig een partijtje op de kop te tikken. Pas in de negentiende eeuw werd baksteen als bouwmateriaal algemeen gebruikt in Drenthe. In de eeuw ervoor verbaasden reizigers van elders zich erover dat toen nog hele dorpen in Drenthe uit huizen met vakwerk, lemen wanden en strodaken bestonden. Aardappels, boter en varkens

Eeuwenlang opereerden de Drentse boeren binnen de smalle marges die de natuur hen toestond. Het eind van de negentiende eeuw bracht de kunstmest die zo’n beetje alles mogelijk maakte waar de natuur zich tot dan toe tegen had kunnen verzetten. “Het belang van kunstmest is moeilijk te overschatten”, schreef agrarisch historicus Jan Bieleman. Kunstmest maakte het overbodig om grote schaapskudden aan te houden en het gevolg was uiteindelijk dat Drenthe zijn heide niet meer nodig had. Zo’n 130 duizend hectare ‘nutteloze grond’ wachtte op diepploeg en kunstmest. De ontginningsgolf maakte het mogelijk dat het aantal Drentse boerenbedrijven in de eerste helft van de twintigste eeuw vrijwel verdubbelde. Zonder overdrijving kun je stellen dat in Drenthe in enkele tientallen jaren tijd meer boerderijen gebouwd werden dan in alle eeuwen daarvoor. Niet meer rond de brink zoals tot dan toe gebruikelijk, maar ver weg op het veld, daar waar het land lag. Het aloude boerenbedrijf op de Drentse zandgronden beleefde een eeuw geleden een soort herstart. De rogge die vroeger verkocht werd, voerde men voortaan aan het vee. Maar de dagen van de rogge waren geteld, want hét nieuwe gewas van de ontginningen werd de fabrieksaardappel. Roomboter was in het buitenland een gewild product, men hield dus meer koeien en bracht de melk naar de ‘eigen’ coöperatieve zuivelfabriek. Ook gingen steeds meer boeren extra varkens houden omdat deze in een paar maanden tijd flink wat geld

foto: SHBO

8


Cultuurhistorie

9

foto: Joop van de Merbel

De boerderijen van ‘Het Drentse Landschap’

Doorzon-boerderij op maat

De eisen die het nieuwe boerenbedrijf aan de inrichting van de stallen en de opslag van de oogst stelde, vroegen om een ander bedrijfsgedeelte dan de traditionele Drentse boerderij bood. Ook aan de voorkant van de boerderij verdwenen oude vanzelfsprekendheden. Nieuwe ideeën over licht, ruimte en hygiëne maakten dat er andere eisen aan het woonhuis gesteld werden. Bovendien bleek het woonhuis voor de rijkere boeren een middel bij uitstek om de wereld te tonen dat het hen goed ging. Misschien kun je zelfs zeggen dat men er op het Drentse platteland voor het eerst achter kwam dat een boerderij uit twee verschillende delen bestond en dat het naast een bedrijf ook ‘gewoon’ een huis was, met ‘echte’ slaapkamers en het liefst ook een ‘zondagse kamer’. In navolging van de Veenkoloniën koos men in Drenthe massaal voor de Oldambtster boerderij als een soort basistype dat als geen ander wonen en werken onder één dak kon combineren en de ruimte precies kon afstemmen op de vraag, zoals in de ‘Graanrepubliek’ van het Oldambt bewezen werd. Het doorslaggevende voordeel van het Oldambtster type zat ‘m in de ‘krimpen’ in de zijmuur die je kon toepassen om het bouwwerk desgewenst te versmallen of te verbreden en zo precies op maat te maken. De boerderij versmalde zich daarbij in sprongen van een brede schuur met lage muren naar een smaller woongedeelte met hoge zijmuren. Zo kreeg je aan de voorkant extra licht en lucht in huis, terwijl je het bedrijfsgedeelte zo groot kon maken als je wilde. Ze maakten

Keuterij, Midlaren

In 1953 werd een zeventiende-eeuwse boerderij uit Zeijen overgeplaatst naar het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. Deze foto werd vlak daarvoor gemaakt.

Aan de Schutsweg in Midlaren liggen bij de hunebedden twee authentieke keuterijtjes uit het eind van de negentiende eeuw; één ervan is sinds kort eigendom van ‘Het Drentse Landschap’. Hun bescheiden afmetingen en uitvoering zonder enige luxe maken ze tot een zeldzaamheid in een tijd van groter en meer.

foto: Joop van de Merbel

opbrachten. Aardappels, boter en varkens lieten zich uitstekend combineren, want krieltjes en karnemelk kon je altijd nog prima aan de varkens voeren.

Sophiahoeve, Doldersum De Sophiahoeve aan de Huenderweg in Doldersum werd in 1922 door de Maatschappij van Weldadigheid gebouwd als de eerste ontginningsboerderij op het Doldersummerveld. Er zouden er meer volgen, was het plan. Uiteindelijk werd in de jaren zestig de verdere ontginning van het veld afgeblazen. ‘Het Drentse Landschap’ kocht het Doldersummerveld en nam de Sophiahoeve in gebruik als beheersboerderij.


Oud-minister van Koloniën Cremer liet in 1908 de Heidemij het Zeijerveld ontginnen. Hij bouwde er vijftien boerderijen, een voor die tijd enorme onderneming.

Het Drents Boer-boek is geen technische verhandeling geworden. Auteurs Bertus Boivin en Chris van der Veen geven in het Drents Boer-boek op levendige wijze de geschiedenis van de Drentse boerderijen weer. Er is veel aandacht voor interessante details. Een groot aantal mensen komt in het boek aan het woord met hun verhalen en ervaringen. Beeldredacteur Martin Hiemink zocht en vond uniek beeldmateriaal en grafisch ontwerper Albert Rademaker maakte er een fraai verzorgd boek van. Het Drents Boer-boek is een samenwerkingsproject van Stichting ‘Het Drentse Landschap’ en uitgeverij Van Gorcum in Assen. Het boek verschijnt in het najaar. In de bijgevoegde folder zit een antwoordkaart waarmee u alvast een exemplaar kunt bestellen.

foto: Joop van de Merbel

Het Drents Boer-boek gaat over Drentse boerderijen en hun relatie met het Drentse landschap, vroeger en nu. Aan zijn boerderijen kun je aflezen hoe de mens door de eeuwen heen met het landschap omgegaan is. Anders dan veel andere boerderijenboeken beperkt het Drents Boer-boek zich niet tot de ‘klassieke’ oude boerderij. Zo is ook de archeologie interessant, omdat daar dezelfde relatie tussen boerderij en landschap al zichtbaar te maken is. Bovendien houdt het Drents Boer-boek niet op als er in Drenthe aan het eind van de negentiende eeuw heel andere typen boerderijen gebouwd gaan worden. Ook hier is het weer de boerderij die laat zien hoe het boerenbedrijf zich aanpast aan de veranderende omstandigheden van ontginning en ruilverkaveling.

van de Oldambtster boerderij een ‘doorzon-boerderij’ die als een soort basismodel voor vrijwel alle ontginningsboerderijen – van de kleinste keuterij tot de kolossale herenboerderijen – in Drenthe zou gaan dienen. S.J. van der Molen had het niet op dit soort nieuwlichterij in Drenthe en schamperde over de opvolgers van zijn ‘OudDrentsche huis’: “Er is wel geen streek in Nederland, waar de boerderijen zoo lelijk zijn als in Drenthe”. Gelukkig hebben we langzamerhand wat meer oog gekregen voor de waarde van de nieuwere generaties Drentse boerderijen. Ook zij immers laten de dynamiek van het landschap zien. Net zo goed als hun voorgangers getuigen zij van de eeuwenoude relatie tussen de boerderij en het Drentse landschap en zijn ze ons respect meer dan waard.

* Bertus Boivin en Chris van der Veen zijn freelance publicisten.


Geliefde verblijfplaats voor vele vogelsoorten

flora en fauna

11

foto: Jaap de Vries

Sipke van der Veen*

Diependal De vloeivelden en het vloeimeer van de voormalige aardappelmeelfabriek Oranje, tegenwoordig vogelreservaat Diependal genoemd, staan bekend om de vele vogels die er voorkomen. Vanaf 1975 inventariseren vrijwilligers jaarlijks welke soorten het terrein aandoen om bij te tanken of er langere tijd verblijven. Het resultaat is een indrukwekkende lijst waarop ook verscheidene kwetsbare en zeldzame soorten voorkomen.

Misschien kent u de prachtige act waarin de cabaretier Bert Visser vogelaars op de hak neemt door vogelgeluiden te citeren uit een vogelgids. En inderdaad, wanneer je een vogelboek openslaat om een indruk van de geluiden te krijgen, kun je bij sommige soorten moeilijk serieus blijven, zeker wanneer je probeert stem aan zo’n tekst te geven. Toch kan deze informatie soms nuttig zijn om te achterhalen met

welke vogel je te maken hebt als hem niet (goed) te zien krijgt, maar wel hoort. Het bi bi bi bijvoorbeeld van een groepje hoog overkomende Regenwulpen, is onmiskenbaar. Maar iemand die ter voorbereiding van een bezoek aan de vogelkijkhut in het reservaat Diependal in Petersons Vogelgids de Blauwborst opslaat, zal vermoedelijk weinig baat hebben bij: “een scherp tak, een zacht oewiet en

een glutteraal turrk”. Iets duidelijker is het boek ‘Vogels van Europa’ van Lars Jonsson: “een eindeloze vloed van heldere melodieuze tonen, haastige trillers en vaak versnellende kloktonen, zoals trie trie trie trie, of ting ting ting”. Dit roept al een heel ander muziekstuk op dan Petersons’gids. Effectiever is het om naast een goed vogelboek bij Vogelbescherming een paar cd’s met vogelgeluiden aan te schaffen.


Fauna

veel moerasgebieden te compenseren met nieuwe vestigingen. Wij zijn er dan ook bijzonder mee ingenomen dat er in Diependal dit jaar weer twee territoria konden worden vastgesteld. Op een windstille avond of een vroege ochtend eind april/begin mei is de verdragende baltsroep, een donkere bas, op grote afstand te horen. In de afgelopen twee jaren was de Roodhalsfuut met 7 paar aanwezig; in 2001 alle met één of meer jongen. Ook de Fuut en de Dodaars (de kleinste fuutsoort) brachten jongen groot. Het aantal territoria van de Geoorde fuut is de laatste tien jaar geleidelijk gedaald van 12 naar 2. Datzelfde geldt voor de Bergeend die vanaf 1994 flink heeft ingeleverd. Het aantal geregistreerde jongen daalde van 105 in 1990 naar 4 in 2002. Gelukkig gaf 2003 een licht herstel te zien.

Rode Lijst

Tijdens de inventarisaties in 2002-2003 werd de (witgesternde) Blauwborst waargenomen. Deze vogel geeft de voorkeur aan natte gebieden met struikgewas. Het lijkt er op dat hij de vruchten begint te plukken van zijn status als Nederlandse Rode-Lijstsoort die bovendien de bescherming geniet van de Europese Vogelrichtlijn. Al langere tijd was de Blauwborst een bekende verschijning in ZuidoostDrenthe. In het noordwesten van de provincie dook de soort in 1979 op in de vloeivelden van de voormalige aardappelmeelfabriek Scholtens in Smilde, die nu deel uitmaken van het hoogveenreservaat Fochterloërveen. De Roerdomp die dezelfde beschermde status geniet, is er nog niet in geslaagd de teruggang door de verdroging van

foto: Johan Vos

Beschaafde geluiden

In de periode 1990 – 2000 toonden Kuifeend en Meerkoet zich bijzonder succesrijk. De laatste paar jaren hebben evenwel een daling te zien gegeven. Waterhoen en Waterral zijn steeds met enkele paren in de oevervegetatie aanwezig. Tegenover een teruggang van enkele soorten staat dat het aantal Nijlganzen fors is gestegen. Deze ‘gans’ is in werkelijkheid een uit de kluiten gewassen, tamelijk dominant aanwezige eend. Ook het geluid, onder andere een schorre blèrende roep, wordt niet door iedereen als aangenaam ervaren. Zeker als je hem vergelijkt met de Zomertaling is het verschil groot. Deze in de winter in Zuid-Europa of Afrika vertoevende vogel gedraagt zich onop-

foto: Joop van de Merbel

12

vallend en beperkt zich tot het produceren van beschaafde geluiden. De soort blijft jammer genoeg steken op enkele paren. Om veel Wintertalingen te zien moet men in de trektijd komen, vooral in de herfst. Dan kunnen de aantallen wel tot boven de 200 oplopen. De Wintertaling is de kleinste Europese eendensoort. Door zijn nogal verborgen leefwijze merkt hij gevaar vaak pas op het laatste moment op. Voor dat probleem heeft hij een mooie oplossing ontwikkeld: hij stijgt zeer snel, vrijwel loodrecht op en gaat dan over in een draaiende, zwierende vlucht. Als broedvogel is de Wintertaling, ooit vooral in het aangrenzende Hijkerveld met ruim 20 paren prominent aanwezig, teruggevallen naar een schamele 1 of 2 paar. De Krakeend hecht sterk aan een sociaal bestaan. Je treft ze vaak in groepjes aan, waarbij ze zich weinig mengen met andere eendensoorten. Zelfs tijdens broedpauzes zoeken de wijfjes een groepje soortgenoten op om samen voedsel te zoeken. In de meeste jaren wordt er door 1 of 2 paren met succes gebroed. De mannetjes houden het evenals bij verschillende andere eenden, halverwege de broedtijd voor gezien. Ze zoeken alvast de ruiplaatsen

Grote zilverreiger

< Blauwborst


Fauna

Verstopt in het riet

Een soort die zich in Diependal steeds beter thuis gaat voelen, is de Bruine kiekendief. Zowel in 2002 als in 2003 werden er twee paar gesignaleerd die in het riet hun grondnesten bouwden. Vaak zie je zowel in Diependal als in de aangrenzende gebieden een bruin wijfje of bruingrijs mannetje laag boven de grond schommelen. Soms bijna stilstaand en dan plotseling door de vegetatie aan het zicht onttrokken, om even later al dan niet met prooi weer in beeld te komen. Andere bewoners van riet en struweel die zich minder laten zien, maar die zich wel uiten in enthousiaste zang, waren in de beide jaren de Kleine karekiet (ca. 60 paar), de Rietgors (ca. 20 paar), de Grasmus (ca. 10 paar) en de Bosrietzanger (ca. 5 paar). De Rietzanger en de Sprinkhaanzanger kwamen wel langs, maar hebben zich waarschijnlijk niet gevestigd. Veranderingen

In 1975 werd Diependal voor het eerst integraal door leden van de Vogelwerkgroep “De Koperwiek” geïnventariseerd. Sindsdien worden de ontwikkelingen in het gebied nauwlettend gevolgd. Hoewel het terrein wordt beheerd als watervogelreservaat, is het toch aan verandering onderhevig, onder meer door de geleidelijke verbreding van de rietzomen. Voeg daarbij de invloed van wat er in de rest van de ons omringende wereld speelt, dan is het helder dat de vogelpopulatie voortdurend in beweging is. Dat maakt

het voor vogelaars extra boeiend. Nieuwe, onverwachte ontmoetingen zijn altijd mogelijk. Zo viel er van 2-6 oktober 2002 een Grauwe franjepoot te bewonderen. Dit vogeltje dat tot de strandlopers wordt gerekend, zwemt dankzij de met ‘franje’ verbrede tenen bijzonder vaardig. Ook om andere redenen is het een heel interessante vogel. De broedstreken liggen rondom de Noordpool, de overwinteringsgebieden in open tropische zeeën. Op de voorjaarstrek in mei en juni laten ze zich bij ons zelden zien. In augustus tot begin oktober is de kans groter. De Grauwe franjepoot is weliswaar grauwer dan de Rosse franjepoot, maar is toch een fraai gekleurde vogel. Hij is uitgerust met een naalddunne snavel waarmee in de zomer vooral insecten worden gevangen; ‘s winters leeft hij van plankton. Er wordt zwemmend gefoerageerd en dat biedt een vermakelijk schouwspel: de vogel draait in hoog tempo als een tol in het rond, pikt voedsel achter zich uit het water op en veroorzaakt daarmee een werveling in het water waardoor opnieuw voedsel beschikbaar komt. Als grote uitzondering zijn bij deze soort de vrouwtjes groter en opvallender dan de mannetjes. Daarmee samenhangend zijn de rollen omgekeerd: het mannetje broedt de eieren uit en zorgt voor de jongen. De wijfjes vertrekken dan ook als eersten weer uit het broedgebied. Een tweede nieuwe soort kon in 2002 aan de Diependallijst worden toegevoegd toen zich op 28 juli een Dwergstern vertoonde. Deze waarneming is misschien wat minder spectaculair dan die van de franjepoot,

omdat de Dwergstern een broedvogel is van de Nederlandse kust. Dwergsterns vliegen tijdens de trek anders dan de Grote sterns die de kust prefereren, regelmatig over het binnenland.

Jonge meerkoet

foto: Geert de Vries

op, waar ze op een beschutte plek hun slagpennen kunnen wisselen.

13

* S. van der Veen is voorzitter van de Vogelwerkgroep ‘De Koperwiek’ en bestuurslid van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


Activiteiten

Archief HDL

14

Gezocht

Vrijwilligers De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ werkt al zo’n 30 jaar met vrijwilligers. Als ideële non-profit organisatie heeft ze te weinig middelen en mankracht om bepaalde activiteiten uit te voeren. Momenteel heeft de Stichting de beschikking over maar liefst 120 vrijwilligers, die de meest uiteenlopende

Archief HDL

werkzaamheden verrichten. Ze organiseren wandeltochten en speurtochten voor kinderen, bemannen stands, tellen vogels, vlinders en slangen, leveren hand- en spandiensten op kantoor, geven rondleidingen, houden toezicht op vogelkijkhutten, helpen bij het beheer en toezicht op terreinen, verzorgen lezingen, maken foto’s, dia’s en films, schrijven artikelen voor ons kwartaalblad of scheperen een schaapskudde. En dat alles doen ze met groot enthousiasme en een

Archief HDL

enorme inzet.


Vrijwilligers

15

Projectteams

De werkzaamheden worden deels door zogeheten projectteams uitgevoerd. Een projectteam bestaat uit een groep vrijwilligers die onder aanvoering van een teamvoorzitter redelijk zelfstandig, binnen de door ‘Het Drentse Landschap’ vastgestelde kaders, projecten uitvoert. De teamvoorzitter onderhoudt in principe het contact met een vaste contactpersoon bij de Stichting, bijvoorbeeld de vrijwilligerscoördinator, een rayonhoofd of een ecologisch medewerker. Deze medewerker participeert ook als secretaris of voorzitter in het projectteam.

Het vrijwilligerswerk is een steunpilaar in onze organisatie. Daarom moeten we op onze vrijwilligers kunnen rekenen. Vrijwilligerswerk is dus niet vrijblijvend. Om te weten wat we beiderzijds bedoelen en van elkaar verwachten, wordt met elke vrijwilliger een overeenkomst afgesloten. In een vrijwilligersovereenkomst worden de afspraken tussen ‘Het Drentse Landschap’ en de vrijwilliger vastgelegd. Dat klinkt nogal formeel en verplichtend, maar we hechten er veel waarde aan dat voor beide partijen duidelijk is wat er van elkaar wordt verwacht. Naast afspraken over de werkzaamheden, de taken en verantwoordelijkheden worden in de overeenkomst regelingen en voorwaarden opgenomen. Een vrijwilligersovereenkomst wordt in principe voor onbepaalde tijd afgesloten. Iets anders gaan doen of – onverhoopt – stoppen, is altijd bespreekbaar met het uitgangspunt dat het vrijwilligerswerk is. Gratis, maar niet voor niets

Onze vrijwilligers voelen zich sterk aangesproken door de doelstellingen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Allen dragen natuur en cultuur een warm hart toe en tonen dat door zich daar actief voor in te zetten. Een ‘Drents Landschap’ is zonder vrijwilligers niet goed denkbaar. Daarom zijn we al die mensen die onbetaald zoveel zinvols toevoegen aan ons werk, heel erg dankbaar. Ze doen het gratis, maar niet voor niets. De inzet wordt beloond met voldoening en dankbaarheid. Maar als een vrijwilliger binnen de afspraken kosten maakt, is er een vergoedingsregeling. Belangstelling?

Lijkt het u wat om in een van onze teams mee te draaien of u op andere wijze in te zetten voor ‘Het Drentse Landschap’? Dat kan! De Stichting zoekt onder meer voor een aantal projectteams nog mensen.

foto: Jaap de Vries

Overeenkomst

Het Promotieteam wil graag haar team versterken met mensen die het leuk vinden om voorlichting te geven over het werk van de Stichting. Ze staan bijvoorbeeld op de Open Monumentendag, Museumweekeinde, Drentse Fietsvierdaagse en markten/beurzen. Ook zijn mensen van het promotieteam actief op het ooievaarsbuitenstation De Lokkerij. Het Kinderexcursieteam organiseert activiteiten voor kinderen van 4-12 jaar. Het team zoekt met name mensen met onderwijservaring die op een creatieve wijze educatieve programma’s kunnen bedenken en uitvoeren. Tenslotte zoekt de galerie op het landgoed Lemferdinge nog gastvrouwen of gastmannen. Gedurende het hele jaar worden in de galerie exposities gehouden. Op vrijdag-, zaterdag- en zondagmiddag wordt de galerie gerund door vrijwilligers. Zij heten de bezoekers welkom en geven indien gewenst toelichting op de tentoonstelling. Als u er voor voelt, willen we graag met u bekijken welke mogelijkheden er voor u zijn. En zou u iets willen waarin u nog niet zo vaardig bent, dan kunnen wij u wellicht helpen om daarvoor een cursus te volgen. Voor vragen over andere vrijwilligersactiviteiten of over het vrijwilligerswerk bij ‘Het Drentse Landschap’ in het algemeen kunt u terecht bij de vrijwilligerscoördinator, Hans Colpa, (0592) 30 41 71.

Bij de onderstaande mensen kunt u meer informatie over de diverse projectteams krijgen: Kinderteam Hans Colpa (0592) 30 41 71 Promotieteam Sonja van der Meer (0592) 31 35 52 Galerie Lemferdinge Ginie Arends (050) 309 25 32


16

Ons land kent een rijk en interessant industrieel verleden. Fabrieken, watertorens, sluizen, gemalen en stoommachines, kortom het industrieel erfgoed, illustreren het tijdperk waarin onze samenleving een revolutionaire verandering heeft ondergaan. De werking van de watertoren is gebaseerd op een hoog gelegen reservoir dat rechtstreeks aangesloten is op het waterleidingnet, waardoor waterslag voorkomen kan worden en druk opgebouwd wordt. In de loop der tijd hebben modernere systemen hun intrede gedaan en is de functie van een watertoren wel gewijzigd, maar niet verdwenen. De watertoren in Hoogeveen wordt nu gebruikt als hulpmiddel om het productie- en distributieproces gelijkmatiger te laten verlopen.

De watertoren in Hoogeveen De monumentale watertoren in Hoogeveen is in 1927 gebouwd aan de De Vos van Steenwijklaan. Bij de overname van het gemeentelijk waterbedrijf van Hoogeveen in 1989 door de NV Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) bleef de toren buiten de verkoop. De WMD dacht de toren niet meer nodig te hebben, omdat de benodigde druk in het leidingnet ook met pompen zou kunnen worden opgebouwd. De WMD vond de werking van de toren zo goed, dat men de toren als voorraadbuffer en drukopbouwer toch wilde handhaven. Ook bij storingen geeft de watertoren meer zekerheid en minder drukschommelingen in het leidingnet. Na onderzoek bleek dat de toren nodig aan renovatie toe was. De WMD nam het grootste gedeelte van de kosten voor haar rekening en kon in 1995 de toren in eigendom van de gemeente Hoogeveen overnemen voor een “bruidsschat” van één gulden.

Het belangrijkste onderdeel van de watertoren is het reservoir. De rest van de toren dient als ondersteuning en omhulling. In de periode van de watertorenbouw in Nederland ontwikkelde de bouwtechniek zich in hoog tempo. Ook kwamen nieuwe materialen en technieken beschikbaar voor de constructie van reservoirs. Vrijwel alle reservoirs hebben een ronde omtrek. De ronde wand kan de kracht die de grote hoeveelheid water in het reservoir veroorzaakt goed opnemen. De vorm van de bodem verschilt echter sterk. Aanvankelijk werden de reservoirs van ijzer gemaakt, vanaf het begin van de vorige eeuw werd daarnaast beton als constructiemateriaal toegepast. De toren in Hoogeveen heeft een betonnen holbodemreservoir met in het midden een schacht met een wenteltrap. De toren is 38,3 meter hoog. Het reservoir is te bereiken via een houten trap langs de binnenzijde van de buitengevel. Het reservoir kan ongeveer 300.000 liter water bevatten. Meer informatie: www.wmd.nl

Deze pagina wordt verzorgd door NV Waterleidingmaatschappij Drenthe


Een eindje om met Het Drentse Landschap

Bertus Boivin / Eric van der Bilt in samenwerking met Albert Winters

Fietsroute

foto: Joop van de Merbel

De boerderijen van de Reest en de Wolden

7


De boerderijen van de Reest en de Wolden 9 10

8 11

Het jaar 2003 werd uitgeroepen tot het Jaar van de Boerderij. Vandaag

12

komt u langs een aantal van de meest opvallende Drentse boerderijen. Rietgedekte boerderijtjes uit de achttiende eeuw verstopt in het groen. Eenvoudige ontginningsboerderijen die je in één oogopslag laten 13

merken dat het hier toentertijd geen vetpot geweest kan zijn. Fraaie villaboerderijen die de rijkdom van hun bewoners tot in het kleinste

14

6 7

detail naar voren brengen. Een fietstocht biedt mogelijkheden bij uitstek om de wisselwerking tussen boerderijen en het omringende 5

landschap te laten zien. 3 U rijdt op de Lutten Oever. Na circa 1,5 kilometer slaat u

rechts.

linksaf naar Pieperij. Daar op de driesprong opnieuw linksaf terug

22 Bij Café Poortman blijft u het fietspad volgen. U gaat de Reest

naar Bloemberg.

over en volgt de bocht richting

pioniers zich in het Reestdal. Het waren

Balkbrug.

Drentse boeren die op zoek waren

Wie voor het eerst in zijn of haar leven

gegaan naar een gunstige plek om zich

over de Reest komt, zal niet gauw

te vestigen. Het waren Drenten dus

geïntimideerd raken door de breedte of

bouwden ze Drentse boerderijen. Kleine

de woestheid van haar stroom. Toch

boerderijen met rieten daken, omgeven

heeft de Reest een belangrijk stempel

door een dichte haag en een erf vol

gedrukt op het landschap waar ze door

bomen en struiken. Samen vormden ze

stroomt. De Reest vroeg weinig en had

een soort groene mantel die het erf aan

veel te bieden want de landen aan weers-

het gezicht onttrok. Een bijzonder fraai

zijden van de beek leverden meer hooi

voorbeeld vindt u onderweg van Pieperij

op dan waar dan ook elders. Meer hooi

naar Bloemberg aan uw rechterhand

betekende dat je meer vee kon houden.

(Bloemberg 14).

In de twaalfde eeuw waagden de eerste

15

© Topografische Dienst Emmen

1 Vanaf ’t Ende gaat u op het fietspad langs de Stapelerweg

Start

3

44 Bij Café Poortman steekt u de doorgaande weg over en rijdt u

hooien en niet te bemesten. Zo

ongeveer 200 meter terug richting

ontstonden bloemrijke hooilanden die

’t Ende. Dan neemt u rechtsaf de

mede dankzij de inspanningen van

weg naar Fort. Voor de brug slaat

Stichting ‘Het Drentse Landschap’ en

u linksaf en volgt u de Stapeler-

Landschap Overijssel bewaard gebleven

veldweg.

zijn. Langs de Reest groeien planten-

Aan het begin van de twintigste eeuw

soorten die elders in Nederland buiten-

werd het grootste deel van het Stapeler-

gewoon zeldzaam geworden zijn.

veld ontgonnen tot landbouwgrond. Eeuwenlang was het veld het domein geweest van de schaapskudde van de boeren van De Stapel. Het gebruik van

foto: Joop van de Merbel

beheren door het land regelmatig te

1 2

Eeuwenlang zijn de boeren de Reestlanden op dezelfde manier blijven

16

De Hof, Commissieweg 9, De Wijk

4


De boerderijen van de Reest en de Wolden Startpunt Parkeerplaats bij boerderij ’t Ende (U vindt ’t Ende vanaf de Wijk door bij Restaurant De Stapel rechtsaf de Stapelerweg richting Balkbrug te nemen. Voor de scherpe bocht wijst een bord van ‘Het Drentse Landschap’ rechtsaf richting ’t Ende.)

1

Openbaar vervoer NS-station Meppel (De route bereikt u door de Hoogeveenseweg te nemen die u langs het Diaconessenhuis naar punt 14 in de route brengt.) Fietsverhuur Tweewielercentrum Huisjes, Dorpsstraat 70, 7957 AW de Wijk, (0522) 44 32 92, Wolbers Stationsrijwielshop, Stationsweg 72, 7941 HG Meppel, (0522) 25 43 69

foto: Harry Cock

Lengte route Circa 45 km (U kunt de route in tweeën knippen door bij Koekange de Lange Dijk linksaf richting de Wijk terug te gaan.)

1

Benodigde tijd 3 /2 à 4 /2 uur

Bloemberg

kunstmest maakte de kudde overbodig en het Stapelerveld werd ontgonnen.

77 Voor de Hoge Linthorst gaat u rechtsaf, u steekt de doorgaande

Met de ontginningen ontstond een

weg over. U rijdt nu op de

nieuw type boerenbedrijf dat buiten de

Koekanger Dwarsdijk die u naar

woonkernen in het buitengebied werd

Berghuizen brengt.

gevestigd. Bedrijven die zich ook qua

Het dorp Koekange is een streekdorp

vorm en indeling niet stoorden aan de

dat als een randveenontginning op de

eeuwenoude tradities. Vaak zijn het

oostoever van de Koekanger Aa

boerderijen van het zogeheten krimpen-

ontstaan is. De deskundigen zijn er over

type. Ze hebben een doorlopende nok-

eens dat het dorp in de dertiende eeuw

lijn van voor naar achter. De boerderij

hier langs de huidige Koekanger Dwars-

versmalde zich daarbij in sprongen

dijk ontstaan is. De oudste vermelding

– ofwel: ‘krimpen’ – van een brede

is van 1275. Vanaf deze wat hoger

schuur met lage muren naar het veel

gelegen zandrug werden langgerekte

smallere woongedeelte met hoge zij-

percelen aangemaakt. Veel van de oude

muren. Zo kreeg je aan de voorkant

middeleeuwse erven zijn in de loop van

extra licht en lucht in huis, terwijl je

de tijd in oostelijke richting verplaatst.

het bedrijfsgedeelte zo groot kon maken

Met het verplaatsen van de boerderijen

als nodig was. Op allerlei plaatsen zult u

verplaatste de doorgaande route zich

onderweg dit type aantreffen dat vele

van de Koekanger Dwarsdijk naar de

jaren bijzonder populair was, omdat het

huidige Dorpsstraat, ongeveer

een prima woning plus een efficiënte

500 meter verderop.

werkplek opleverde, 55 Aan het eind van de weg gaat u linksaf de Commissieweg op en

Koekange.

foto: Joop van de Merbel

weg en brengt u naar Ruinerwold.

daarna de eerste weg rechts. Dit is de Leyenweg richting

De Reest

88 Blijf in Berghuizen rechtdoor fietsen. De weg heet Dijksmans-

99 In Ruinerwold komt u op de Wolddijk uit. Daar gaat u rechtsaf, bij de rotonde linksaf om

66 Einde weg gaat u linksaf naar Koekange, maar vervolgens

vervolgens op de kruising linksaf

neemt u meteen de eerste weg

Ruinerwold ontstond als streekdorp aan

links naar de Hoge Linthorst.

de noordkant van de Wolddijk. De in

Hoewel de route rechtsaf gaat, is het

totaal bijna zeven kilometer lange Larij-

beslist de moeite waard nog even een

weg is pas in 1924 aangelegd op initiatief

klein stukje door te rijden om het piep-

van de toenmalige huisdokter Larij.

kleine gehucht Hoge Linthorst met een

Vroeger waren de erven alleen bereik-

de Dokter Larijweg op te gaan.

handvol oude boerderijen even te

baar vanaf de Wolddijk langs eigen

bekijken. In de Middeleeuwen lag het

paadjes die vaak enkele honderden

als een eilandje in het veen aan de

meters lang waren.

overkant van de Koekanger Aa.

Aan de daken van de boerderijen is


goed te zien dat er nog flink wat veen onder moet hebben gezeten toen ze

11 11 Een stukje vóór het viaduct bij het bord ‘overstekende fietsers’

gebouwd werden, want de meeste

de weg oversteken. Vóór de fiets-

rieten daken vertonen diepe knikken

tunnel volgt u linksaf het rijwiel-

en de gebouwen zijn vaak scheefgezakt.

pad.

Fraaie gietijzeren muurankers in de vorm van cijfers maken duidelijk dat de meeste boerderijen uit de achttiende

12 12 Aan het eind van het rijwielpad gaat u rechtsaf. De weg heet

eeuw stammen.

Broekhuizen. U steekt bij de

Opvallend detail zijn de ca. 1000 peren-

rotonde de weg over en gaat

bomen aan weerszijden van de straat. Als

richting Rogat.

je toch bomen plant, waarom dan geen gezond fruit, redeneerde dokter Larij.

13 13 Bij het kanaal gaat u rechtsaf en blijft de kanaaldijk volgen

10 U volgt de Larijweg helemaal tot het eind. Dan linksaf de

tot u langs het tolhuisje bij het viaduct komt.

Havelterweg op. Op de doorgaande weg Dijkhuizen gaat

14 Ga het viaduct op. Het viaduct 14

u rechtsaf om deze te blijven

brengt u over het kanaal. Daarna

volgen richting Meppel. Voorbij

volgt er een tweede die u over de

de rotonde gaat de weg

A28 voert. U blijft het fietspad

Haakswold heten.

volgen en bent nu op de

Haakswold wordt ook wel het ‘Gouden

Schiphorsterweg.

Endje’ van Ruinerwold genoemd.

Tot aan de Wijk vindt u langs de

Toen rond 1900 de fabrieksboter de

Schiphorsterweg een aantal opvallende

internationale markten veroverde,

foto: Joop van de Merbel

De boerderijen van de Reest en de Wolden

Het Drentse Landschap komt op voor het Drentse culturele erfgoed Het Drentse Landschap heeft niet alleen de zorg voor belangrijke natuurgebieden. Steeds vaker treedt de stichting ook op als beschermer van het Drentse culturele erfgoed. Inmiddels heeft Het Drentse Landschap zo’n 250 waardevolle gebouwen in alle soorten en maten in eigendom. Steeds meer mensen zien het belang in van deze nieuwe functie van Het Drentse Landschap. Een opvallend voorbeeld hiervan is het in 1842 gebouwde boerderijtje Pol’s stee aan de Dokter Larijweg 124 in Ruinerwold. In 1996 werd dit monumentale pand door de heer Pol aan Het Drentse Landschap geschonken, omdat hij de karakteristieke waarden van pand en omgeving zo goed mogelijk zeker wilde stellen.

12

geleden. Lagen de oude Reesterven een

landgoederen: De Lindenhorst,

16 16 Na 3 km bij Restaurant De Stapel gaat u rechtsaf richting

De Havixhorst, Dickninge en Voorwijk.

Balkbrug. In de flauwe bocht ziet

een boerderij als De Hof mocht gezien

Het oudste huis van deze vier is

u het bord dat u naar ’t Ende

worden. U ziet hem links van de weg

De Havixhorst die in zijn huidige vorm

terugbrengt.

op het adres Commissieweg 9.

in 1753 gebouwd werd. De Havixhorst

Aan de Commissieweg en de Stapeler-

Hetzelfde geldt ook voor boerderij

is eigendom van Het Drentse Landschap

weg vindt u tal van fraaie voorbeelden

’t Ende, het begin- en eindpunt van

en is in gebruik als hotel-restaurant.

van rijke Reesterven die profiteerden

deze route. Destijds werd een geheel

Onlangs werd de landgoedtuin in oude

van de gouden jaren van de Drentse

nieuw voorhuis vóór het oude gebouw

gekleurd Chinees huis gebouwd is als

luister hersteld; Het Drentse Landschap

zuivelindustrie ongeveer een eeuw

neergezet.

ouderwoning (Haakswold 8/10).

richt er een beeldentuin in.

profiteerden de boeren hier er met volle teugen van. Langs Haakswold vindt u de villaboerderijen van de Ruinerwoldse herenboeren, de ene boerderij nog groter dan de andere. Opvallend is de boerderij aan de rechterkant waar naast het statige woonhuis een fel

beetje verstopt voor de buitenwereld,

De boer had zo’n gebouwtje op de Wereldtentoonstelling in Parijs gezien en liet hem door de dorpstimmerman

15 11 Aan het eind van de Schiphorsterweg volgt u het fietspad

van een plaatje namaken. Een van de

rechtsaf naar de Wijk. Daar blijft

mooiste boerderijen aan de overkant

u de Dorpsstraat het dorp door

van de weg is de Villa Gomarus, in

volgen. Aan het eind van het

© Stichting ‘Het Drentse Landschap’ (september 2003)

1899 gebouwd in neorenaissancistische

dorp houdt u rechtsaan, de

Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen – Postadres: Postbus 83 – 9400 AB Assen

stijl (Haakswold 19).

Commissieweg op.

Tel. (0592) 31 35 52 – e-mail: mail@drentslandschap.nl


Vara’s Vroege Vogels festival Moeder natuur wacht met haar twee uilen op het openbreken van de muur die is opgetrokken over de aarde. De muur vertoont al barsten. Maar gelukkig ziet iedereen langzamerhand het belang in van behoud van natuur, frisse lucht, vrijheid en schoonheid. Een waardevolle gedachte voor nu en de toekomst. Astrid Engels

Deze campagne is van 17 natuur- en milieuorganisaties met steun van de Nationale Postcode Loterij. Ook tekenen voor de natuur? Bezoek dan het Vara’s Vroege Vogels Festival op 28 september a.s. in Apeldoorn. Voor meer informatie: www.tekenvoordenatuur.nl

Op zondag 28 september 2003 viert het VARA-radioprogramma ‘Vroege Vogels’ zijn 25-jarig bestaan. Ter gelegenheid hiervan is er op deze dag een Vroege Vogels Festival dat gehouden wordt in Natuurpark Berg & Bos te Apeldoorn. Al wandelend door dit prachtige park worden de bezoekers getrakteerd op een zeer gevarieerd programma rondom het thema ‘Ontdek de toekomst’. Een groot aantal natuur- en milieuorganisaties biedt samen met bedrijven en wetenschappelijke instellingen een veelheid aan nieuwe ontwikkelingen en activiteiten op het gebied van natuur, milieu, wetenschap en techniek. Dankzij een bijdrage van de Nationale Postcode Loterij kunnen ook de provinciale Landschappen zich presenteren op deze dag. Wij nodigen u graag uit om een kijkje te komen nemen. De toegang is gratis. Meer informatie kunt u vinden op www.vroegevogelsfestival.nl


22

Interview

foto: Eef Arnolds

Detail stekels van de Geschubde stekelzwam.

Stekelzwammen

paddestoelen uit de goede oude tijd Eef Arnolds*

Stekelzwammen zijn uitstekende indicatoren voor een gezond milieu. In de eerste helft van de vorige eeuw kwamen in Drenthe nog zeventien soorten stekelzwammen voor, maar door luchtverontreiniging zijn zeven soorten uitgestorven. De overige soorten zijn zeldzaam geworden en uit de meeste bossen verdwenen. Gelukkig zijn er signalen die

Voor de indeling van paddestoelen is het van groot belang hoe de onderzijde van de hoed er uit ziet. Meestal zien we daar dunne plaatjes die straalsgewijs vanaf de steeltop naar de hoedrand lopen. Soms bestaat de onderzijde uit gaatjes of poriĂŤn, bijvoorbeeld bij het Eekhoorntjesbrood en andere boleten. Een enkele keer komen we paddestoelen tegen, waarvan de onderkant bezet is met fijne stekeltjes: Stekelzwammen. Al deze structuren dienen om de sporenvormende oppervlakte te vergroten, want in de natuur geldt: hoe meer nakomelingen, des te groter de overlevingskans.

wijzen op een voorzichtig herstel.

Stekelzwammen vormen overigens geen homogene groep. Ze behoren tot verschillende families, onder andere op grond van de vorm van de sporen. Het

zijn meestal opvallende, middelgrote tot grote paddestoelen. De hoed van de Geschubde stekelzwam kan wel 20 cm breed worden. De Gele stekelzwam lijkt van boven wel wat op de bekende Hanekam of Cantharel en heeft regelmatig gevormde vruchtlichamen met zacht, breekbaar vlees. De soorten van de geslachten Kurkstekelzwam en Lederstekelzwam hebben daarentegen vlees met een taaie of houtige consistentie. Heel vaak zijn de hoeden van deze stekelzwammen doorboord met grassprieten of takjes. Deze obstakels zijn tijdens de groei van het vruchtlichaam door de stekelzwammen ingesloten. Als vruchtlichamen dicht bij elkaar uit de grond komen, kunnen ze ook gemakkelijk onderling vergroeien. Zo kunnen grillige plakkaten ontstaan met een


oppervlakte van enkele vierkante decimeters. Korstmossen-Dennenbos

De vondst van een stekelzwam is tegenwoordig een buitenkansje, want alle soorten zijn sterk achteruit gegaan. Een belangrijk milieu voor stekelzwammen werd eertijds gevormd door de dennenbossen die sinds het einde van de 19e eeuw op grote schaal geplant zijn om verstuiving van zand tegen te gaan, in Drenthe bijvoorbeeld in het Lheederzand en het Drouwenerzand. Op de droge, zeer voedselarme en humusarme zandgrond konden de dennen slechts overleven dankzij de hulp van allerlei mycorrhizapaddestoelen. Deze paddestoelen kunnen boomwortels via een netwerk van schimmeldraden op efficiĂŤnte wijze voorzien van het weinige water en de

schaarse nutriĂŤnten. Sommige stekelzwammen zijn goed aangepast aan dergelijke extreme omstandigheden, bijvoorbeeld de Geschubde stekelzwam, Blozende stekelzwam, Blauwgestreepte stekelzwam en Dennenstekelzwam. De ondergroei van deze stuifzandbebossingen bestond aanvankelijk vooral uit Rendiermos en andere korstmossen, die een karakteristieke plantengemeenschap vormden, het Korstmossen-Dennenbos. Ook in het buitenland zijn de genoemde stekelzwammen kenmerkend voor dit bostype. In Nederland zijn de korstmossen nu echter vrijwel uit dennenbossen verdwenen en vervangen door een dichte mat van Bochtige smele of Kraaihei. Dat is deels het gevolg zijn van natuurlijke bosontwikkeling die gepaard gaat met de vorming van een dikker wordende strooisel- en humus-

laag. Maar in Nederland heeft de enorme vermesting van de bosbodems een overheersende invloed. Met de neerslag komt jaarlijks veel stikstof in natuurgebieden terecht die afkomstig is van landbouw, verkeer en industrie. Met het Korstmossen-Dennenbos zijn de kenmerkende stekelzwammen verdwenen. De hierboven genoemde soorten zijn in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw voor het laatst in Drenthe gevonden. Bermtoeristen

foto: Eef Arnolds

23

foto: Eef Arnolds

Interview

Een ander belangrijk biotoop voor stekelzwammen werd gevormd door spontane of aangeplante eikenbosjes op schrale zandgronden. Ook deze eikenstrubben hadden indertijd een karige ondergroei van mossen en korstmossen, maar in de herfst struikelde je er wel over de paddestoelen. Dit was het favoriete milieu voor de veel gezochte Hanekam of Cantharel, maar er groeiden veel andere soorten, waaronder de Gezoneerde stekelzwam, Fluwelige stekelzwam, Tengere stekelzwam en Blauwvoetstekelzwam. Ook deze mosrijke eikenbosjes zijn als gevolg van zure, stikstofrijke regen vergrast en de stekelzwammen zijn eruit verdwenen. Maar deze eikenbegeleiders hadden

Blauwvoetstekelzwam.

< Gele stekelzwam.


Programma In Drenthe worden tijdens de Week van het Landschap de onderstaande activiteiten georganiseerd. Deelname aan de activiteiten is gratis.

• •

Zondag 21 september is een natuurwandeling onder begeleiding van een gids om 14.00 uur. Dinsdagavond is er een boeiende dialezing over oude boerderijen langs de Reest. De lezing begint om 19.30 uur. Opgave via het rentambt, telefoon (0592) 31 35 52. Op zondag 28 september kunt u met verhalenvertelster Gerda Noordam een bijzondere wandeling maken door het Reestdal. Aanmelden bij Hans Colpa, telefoonnummer (06) 153 05 713. Speciaal voor deze week is er rond het informatiecentrum een speurtocht voor kinderen uitgezet. De opdrachten kunnen in het informatiecentrum worden afgehaald. Openingstijden Het informatiecentrum is geopend van 10.00-17.00 uur.

foto’s: Joop van de Merbel

Week van het Landschap in het Reestdal

Bereikbaarheid Vanaf Assen volgt u de A28 richting Ommen/Zuidwolde (via N48). U neemt dan de afslag naar Zuidwolde. U volgt deze weg 7 km via Veeningen. 2,5 km voorbij Veeningen bij Restaurant De Stapel, slaat u linksaf richting Balkbrug. Na 1 km ligt het informatiecentrum ‘t Ende aan uw rechterzijde, een stukje van de weg af.


24

Onderzoek

21 t/m 28 september

foto: Eef Arnolds

Blauwgestreeptestekelzwam.

meer geluk dan de soorten die aan dennen gebonden waren, want ze konden uitwijken naar sommige schrale wegbermen met oude eiken. Daar heersen plaatselijk nog steeds erg voedselarme omstandigheden doordat de wind er elke herfst het dorre blad wegblaast, vooral als dit samengaat met een verschralend beheer van maaien en afvoeren van de ondergroei. In schrale bermen kunnen soms wel vijf of meer soorten stekelzwammen samen voorkomen. De rijkste vindplaats van Nederland met acht soorten stekelzwammen is gelegen in landgoed Vennebroek bij Paterswolde. Andere soortenrijke bermen in Drenthe liggen in het Asserbosch, landgoed Overcingel in Assen en langs het Oranjekanaal bij Zwiggelte en Odoornerveen. Niet alle stekelzwammen houden overigens van zeer voedselarme zandgrond. De Gele stekelzwam heeft een voorkeur voor bodems met wat meer mineralen, bijvoorbeeld keileem. Deze soort wordt in Drenthe vooral in het potkleigebied bij Roden gevonden. Hoop voor stekelzwammen

De laatste paar jaar lijkt er een kentering op te treden in de achteruitgang van

stekelzwammen. Door de Paddestoelenwerkgroep Drenthe zijn sinds 2000 van diverse soorten nieuwe vindplaatsen ontdekt. Bijna alle nieuwe groeiplaatsen liggen in bermen met bomen en in lanen op landgoederen. Deze opleving van stekelzwammen wordt in verband gebracht met een vermindering van de stikstofdepositie met ongeveer 30% ten opzichte van 1985. De milieumaatregelen tegen vermesting lijken dus inderdaad een positief effect te hebben, maar de oude situatie is nog lang niet hersteld. In loofbossen is nog steeds nauwelijks een stekelzwam te vinden en voor de soorten van Korstmos-Dennenbossen moeten we helemaal naar Scandinavië, Schotland of Zuid-Duitsland. Zullen we die paddestoelen ooit nog in Drenthe terug zien?

* Dr. E.J.M. Arnolds is voorzitter van de Stichting Paddestoelenwerkgroep Drenthe en lid van de Wetenschappelijke Adviescommissie van Stichting ´Het Drentse Landschap´.

Van 21 tot en met 28 september vindt de Week van het Landschap plaats. Zoals bekend, houden de twaalf Provinciale Landschappen elk jaar een gezamenlijk evenement in september. In het kader van het Jaar van de Boerderij zullen veel activiteiten in het teken van dit thema staan. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft dit jaar als locatie het informatiecentrum ’t Ende gekozen. Zie voor meer informatie: www.landschappen.nl In 1569 was ’t Ende een van de vier boerderijen van de buurschap De Stapel. De eerste keer dat de boerderij in de oorkondes opdook was in 1458 toen ene Johan Alberts bij ‘t Ende een ‘aalstal’ (palingfuiken) in de Reest bleek te hebben. Sinds 1997 is ‘t Ende eigendom van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. De oudste delen van de boerderij stammen uit 1650. Het voorhuis wordt nu verhuurd aan een particulier. In het achterste gedeelte van de boerderij zijn een kantoor, een werkschuur en het informatiecentrum van de Stichting gevestigd. ’t Ende ligt vlak aan het riviertje de Reest. Dit beekje ontspringt in het voormalige veengebied tussen Hoogeveen en Dedemsvaart. Na ruim dertig kilometer komt de Reest uit op het Meppelerdiep. Stroomopwaarts is de beek hooguit een paar meter breed. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ beheert samen met Landschap Overijssel in het Reestdal zo’n 1400 hectare natuurgebied.


26

Onderzoek

Heivlinder

foto’s: Geert de Vries

Jaarprogramma

Het gaat niet zo best met de Heivlinder. Zijn leefgebieden worden steeds kleiner en raken meer versnipperd. Alleen in natuurreservaten zijn er nog kansen om dit buitengewoon fraaie vlindertje een duurzaam bestaan te bieden. Hoe dit beestje leeft, is een boeiende illustratie van hoe subtiel de relaties in de natuur in elkaar zitten, maar confronteert ons ook met de kwetsbaarheid van deze soort en zijn leefmilieu. Geert de Vries*

De Heivlinder is een bedreigde vlindersoort die in Drenthe gelukkig nog veel voorkomt. Dit fraai gecamoufleerd zandoogje woont het liefst in oude zandverstuivingen waar tussen de hei ook kale plekjes te vinden zijn. Vlinders zijn namelijk koudbloedig, hetgeen betekent dat hun lichaamstemperatuur afhankelijk is van de buitentemperatuur. Een kaal zandgebied is daarom voor de Heivlinder geen geschikt leefgebied. Op hete zomerdagen is het daar niet uit te houden. Ook een volledig met gras of hei dichtgegroeide zandverstuiving is ongeschikt, omdat daar geen kale plekken zijn waar de vlinder zich kan opwarmen. Verdwijnen de kale plekjes tussen de hei dan verdwijnt ook de Heivlinder.

De eerste Heivlinders zijn halverwege de maand juli op de hei te zien. Het merendeel kruipt in augustus uit de pop. Heivlinders leven als vlinder ongeveer een maand. In dat korte leven proberen de mannetjes meerdere vrouwtjes te bevruchten. Een vrouwtje paart maar met één mannetje. Ze legt zo’n 150 eitjes. Daar trekt ze ongeveer vijf dagen voor uit. Al na tien dagen kruipen de rupsen uit hun ei; ze beginnen dan meteen te eten. De rupsen verpoppen zich pas na 10 (!) maanden. Ze maken een holletje in het zand onder een graspol en bekleden dat met zijdespinsel. De pop heeft zo geen last van de zon die in de zomer het zand soms genadeloos kan verhitten. Na een maand kruipt de Heivlinder uit zijn pop. Balts

Het mannetje heeft op de hei een territorium. Daar wacht hij op langsvliegende vrouwtjes. Heivlinders zien slecht; alles wat maar beweegt en enigszins op een vlinder lijkt, ziet hij aan voor een vrouwtje. Het is komisch te zien hoe een Heivlinder verwachtingsvol op een dwarrelend berkenblaadje kan afduiken. Als er een vrouwtje zijn territorium doorkruist, nodigt hij haar uit op een dansvloertje dat bestaat uit een kaal plekje. Als het vrouwtje ook verkering zoekt, kijkt ze belangstellend hoe het mannetje haar met uitnodigende danspasjes benadert. Eenmaal oog in oog wappert hij met zijn vleugels een lekker geurtje in haar richting. Vervolgens draait het mannetje fraaie kringetjes met zijn voelsprieten. Is het vrouwtje paringsbereid dan stopt ze


Fauna

27

Buntgras is een belangrijke voedselplant voor de rupsen.

haar voelsprieten tussen de voorvleugels van het mannetje. Dat schijnt zo opwindend te zijn dat de paring er snel op volgt. Zo’n paring varieert van drie kwartier tot twee uur. Wanneer ze tijdens de paring gestoord worden, vliegt het vrouwtje op. Haar ega kan tijdens de paring het vrouwtje niet loslaten en bungelt er tijdens zo’n vliegtocht maar een beetje verloren bij. Alle beetjes helpen

Boven: Baltsende vlinders. Onder: Parende vlinders.

Heivlinders zetten de eitjes af op grassen die in voedselarme gebieden groeien en waar weinig voedsel in zit. Meestal zijn dat Schapengras, Buntgras of Struisgras. Dit worden waardplanten genoemd. Rupsen die planten eten waar veel voedsel in zit, zoals Koolwitjes, hebben reeds na twintig dagen genoeg gegeten

om zich te verpoppen. De rupsen van de Heivlinder hebben minstens 280 dagen nodig om uit die voedselarme grassen genoeg voedsel te halen om te kunnen verpoppen. De rupsen beginnen in de zomer al te eten en daar gaan ze zelfs in de winter mee door. Gelukkig hebben ze veel ‘antivries’ in hun lijf waardoor ze ook in koude winters kunnen overleven. Het hele voorjaar en een groot deel van de voorzomer besteden ze nog aan hun karige maaltijden. De Heivlinder moet als rups op een houtje bijten, maar als ze eenmaal vlinder zijn, dan kunnen ze zich te buiten gaan aan de overvloedige nectar van de Struikhei. Leefgebied

De Heivlinder leeft bij voorkeur in voormalige zandverstuivingen. Hij stelt nogal wat eisen aan zijn leefgebied. Er moeten namelijk kale plekken zijn waar de vlinder zich kan opwarmen. Omdat de zon zand snel opwarmt, voelt hij zich daar het prettigst; het is voor de Heivlinder een soort vloerverwarming. Deze kale plekken dienen tevens als ontmoetingsplaats om verkering te krijgen. In het vlieggebied moeten ook bomen staan die op hete zomerdagen voor wat verkoeling zorgen. De grassen waarop de eitjes worden afgezet moeten in pollen staan, zodat het vrouwtje er omheen kan lopen. Zodra deze waardplanten een aaneengesloten grasmat vormen, kan de Heivlinder haar ei daar niet meer kwijt. De populatie sterft dan lokaal uit. Tenslotte moet in het woongebied veel bloeiende Struikhei staan omdat de Heivlinder veel nectar nodig heeft.

Toekomst

De zandverstuivingen die wij nu nog in Drenthe hebben, zijn klein en stuiven niet of nauwelijks meer. Daardoor groeien ze betrekkelijk snel dicht met hei en gras. Als we niets doen wordt het bos. In de voormalige stuifzandgebieden worden schapen en runderen ingezet om open plekjes te houden. Wie op een zonnige zomerdag oog in oog wil komen te staan met de fraaie Heivlinder, maakt in augustus de meeste kans op het Drouwenerzand en het Hijkerveld.

* G. de Vries is onderwijsconsulent bij het consulentschap NME en bestuurslid van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


Vale gieren in het Reestdal

Kortweg 1 – Hunzedal

Het klinkt als een van de vele dierfabels van Aisopus, doch niets is minder waar: het was een bloedserieuze confrontatie! Op 3 juni dook de eerste Vale gier op bij het ooievaarsstation De Lokkerij. Bij dit, bij de Ooievaars grote paniek veroorzakende verschijnen werd een jonge Ooievaar opengescheurd en gedood. De Vale gieren moeten zich al enige dagen daarvoor in het Reestdal hebben opgehouden. Bij controle van de ooievaarsnesten gelegen aan de buitenzijde van het station werden drie kadavers van jonge Ooievaars ontdekt, gedood op identieke wijze, van wat oudere datum. De gieren hebben zich in ieder geval tenminste tot en met 19 juni in het Reestdal opgehouden. Er zijn meldingen van latere datum, doch op die dagen namen wij ze niet meer waar. Het ging om zeker twee Vale gieren (een licht- en een donker gekleurde), maar meerdere meldingen vanuit Meppel en rond het Dwingeler Veld spreken van drie exemplaren. Hier betrof het een juveniele en een adulte gier. Vale gieren (aaseters) zijn de laatste jaren al vaker als dwaalgasten in ons land waargenomen, maar nog nooit in het Reestgebied. Het (helaas) unieke in dit geval was de consumptie van levende jonge Ooievaars. De gang van zaken was eigenlijk eenvoudig: de Vale gier observeert al zwevend in het nest liggende jonge Ooievaars: deze houden zich bij dreigend gevaar dood. De gier ploft op een ooievaarsnest neer: de oudervogels vluchten weg in paniek en de gier heeft vrij spel bij de zich dood houdende en plat liggende jongen. Voor de Vale gier het beeld van een kadaver? In ieder geval een eenvoudig te bemachtigen prooi. Er werden 26 jonge Ooievaars gedood. Opvallend was wel, dat de Ooievaars na enkele dagen tot een soort georganiseerde afweer kwamen: zodra de gieren in zicht kwamen, vlogen al gauw 20 tot 40 Ooievaars op. Door alsmaar onder de gieren te scheren, trachtten zij de belagers “weg te brengen”, te verjagen. Soms had deze tactiek succes en hielden de gieren het voor dat moment voor gezien. Trouwens, ook een Buizerd nam soms actief deel aan de jaagpartij. Hopelijk hebben gieren een slecht geheugen en komen zij volgend jaar niet opnieuw de kant van het Reestdal op.

De nieuwe natuur in het Hunzedal staat erg in de belangstelling van de vogels. Het gebied lijkt een sterke aantrekkingskracht uit te oefenen op exotische reigerachtigen. De Grote zilverreiger werd er al vaker waargenomen. Dit voorjaar werden er ook twee Kleine zilverreigers gesignaleerd.

4 3

ASSEN

1

6 5 2 HOOGEVEEN MEPPEL 7

Karakteristieken van de Vale gier (Gyps fulvus):

• • • • •

aaseter hoogte 95-105 cm. spanwijdte ca. 280 cm. gewicht ca. 11-15 kg. standvogel in Zuid-Europa, Noord-Afrika en Klein Azië

8

EMMEN


Berichten

Dit jaar was weer een goed broedjaar voor de Grauwe klauwier. Deze mooie, wat geheimzinnige zangvogels lijken in hun gedrag wat op roofvogels. Ze vangen prooien als muizen, kikkers, hagedissen en insecten. Wat niet voor directe consumptie is of dadelijk aan de bedelende jongen kan worden gevoerd, wordt in de provisiekast bewaard. In de buurt van een nest kun je dan de buit gespiest zien op scherpe doorntjes van bijvoorbeeld Sleedoorn of Meidoorn, maar ook wel op prikkeldraad. Dit jaar waren er broedgevallen in het Oude Diep. Maar ook op het Drouwenerzand en Rheebruggen waren broedgevallen. Ze zijn met name te vinden in kleinschalige landschappen met veel struiken, singels en houtwallen. Om meer te weten te komen over het broedgedrag en de verspreiding van deze soort zijn de nestlocaties doorgegeven aan Stef Waasdorp, die uitgebreid onderzoek doet naar deze vogels. Alle jongen zijn voor het uitvliegen geringd.

Bosgeelster.

3 – Bongeveen In 2004 worden extra beheersmaatregelen getroffen voor de heide en de graslanden die liggen ten noorden van het kokmeeuwenven. Het is ook de bedoeling om de van oorsprong aanwezige ringwal van de pingoruïne te herstellen. In de berm en bij de graslandingangen stonden dit jaar bijna een meter hoge, bossige, heldergeel bloeiende kruisbloemen, de Oostenrijkse kers. Dit is een neofiet die afkomstig is uit Oost-Europa en WestAzie. Deze plant hoort oorspronkelijk niet thuis in Nederland. In de loop van de vorige eeuw bleek deze soort her en der langs de grote rivieren voor te komen. De plant werd ook een keer gesignaleerd in Meppel. Na 1950 dook hij op drie plaatsen op in Noord-Drenthe. Van daaruit heeft uitbreiding plaatsgevonden in het gebied tussen de Drentsche Aa en het Peizerdiep. Ook langs de weg PeizeDonderen-Vries zijn opvallende haarden Oostenrijkse kers te vinden. Hij is goed te herkennen aan de grote aantallen bolle, flesvormige vruchtjes. De vruchtjes bevatten zelden rijp zaad. Tijdens warme zomers weet de soort zich echter uit te breiden. Het ontkiemen van de schaarse zaden kan bevorderd worden door de bodem te frezen.

Archief HDL

2 – Oude Diep

29

4 – Lemferdinge Dit voorjaar is gekeken hoe het gaat met de stinsenflora op het landgoed. Stinsenplanten zijn, veelal in het voorjaar bloeiende, bol- en knolgewassen die traditioneel op landgoederen en voorname buitenplaatsen aangeplant werden. Stinsenplanten die op Lemferdinge voorkomen, zijn: Lenteklokje, botanische krokussen, en veel Sneeuwklokjes. Er komt op het landgoed ook opvallend veel Bosgeelster voor. Mogelijk maakt Lemferdinge deel uit van een natuurlijk verspreidingsgebied van deze soort. De soort

komt op meer plekken langs de noordelijke rand van Drenthe tot in de stad Groningen voor. Tot in 1979 werd ook de Gele anemoon nog aangetroffen op het landgoed. Deze soort kon dit voorjaar helaas niet teruggevonden worden. Zijn van nature in het gebied thuishorende witte ‘neefje’de Bosanemoon komt ronduit massaal voor op het landgoed. Samen met het eveneens veel voorkomende Speenkruid geven ze Lemferdinge een kleurrijke voorjaarstooi.

5 – Uffelter Binnenveld Op het Uffelter Binnenveld lopen de heer en mevrouw Prins een monitoringsroute voor reptielen. Ringslangen en Levendbarende hagedissen worden er regelmatig waargenomen. Ook ontdekten ze dat er Bruine winterjuffers in het gebied voorkomen. De Bruine winterjuffer is één van

de weinige libellensoorten die als volwassen dier overwinteren. De andere soorten doen dat vooral als larve onder de waterspiegel. Het was nog niet bekend dat de soort in dit terrein voorkwam. Omdat de soort als bedreigd op de Rode Lijst voorkomt, is dit een extra leuke ontdekking.


Berichten Bosuil.

lichtpunt de 8 paren Wulp en de Kwartelkoning in 2002. Mede door het beheer van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ ontwikkelde zich een opvallend goede broedvogelstand in het halfopen cultuurlandschap: Geelgors, Grasmus, Kneu, Roodborsttapuit, Gele kwikstaart en de Grauwe klauwier. Misschien is de komst van de Steenuil, naast de reeds aanwezige Kerkuil, een voorbode van definitieve vestiging in het 480 ha grote Landgoed Rheebruggen.

In totaal werden 102 broedvogelsoorten in deze jaren vastgesteld. Kortweg ontwikkelden de broedvogels van de bossen op Rheebruggen zich voortreffelijk met als bijzondere soorten Boomkruiper, Appelvink, Matkop, Goudvink, Boomklever en Wielewaal. De vogels van het open agrarische gebied deden het ronduit slecht met als klein

Dank gaat uit naar de inventarisatoren die zich zo noest aan dit werk hebben gewijd. Met speciale dank aan Arend van Dijk voor wie dit een deel van zijn levenswerk is. Het is van grote betekenis dat er mensen zijn die zich veel moeite getroosten om langjarige waarnemingsreeksen te produceren. Hierdoor krijgen we informatie om de veranderingen in onze omgeving in een breder verband te beschouwen. Dit biedt ook een beheerder als ‘Het Drentse Landschap’ de mogelijkheid om het effect van de beheersinspanningen in beeld te krijgen.

Goudvink.

foto: Eddy Kuis

6 – Landgoed Rheebruggen Door Arend van Dijk is met steun van een aantal vrijwilligers een rapport over de vogels van Rheebruggen tussen 1968 en 2002 gemaakt. Voorwaar een indrukwekkende reeks van waarnemingen, uniek voor Drenthe en gezien de bestreken 34 jaren misschien wel voor heel Nederland.

foto: Jaap de Vries

30

7 – Reestdal In het gebied Rabbinge werd een nest van een Bosuil met drie eieren gevonden. Dit was de eerste keer dat deze uilensoort hier aangetroffen werd.

8 – Stroeten Op 5 juni werd de akte van de ruilverkaveling Mars- en Westerstroom gepasseerd. Deze ruilverkaveling speelde zich af in één van de meest waardevolle delen van Drenthe. Het oude cultuurlandschap rond Aalden, Oosterhesselen, Meppen en Gees bevat grote natuurwaarden. Voor de natuurbeschermingsorganisaties, waaronder Stichting ‘Het Drentse Landschap’, stonden grote belangen op het spel. In de landinrichtingscommissie is uiteindelijk heel goed samengewerkt tussen landbouwers en natuurbeschermers, waardoor de ruilverkaveling Mars- en Westerstroom een goed voorbeeld is van hoe met dergelijke processen kan worden om-

gegaan. Hier bleek dat je met begrip en respect heel veel kunt bereiken. Daarom is een compliment voor deze commissie zeker op zijn plaats. Grote delen van het gebied hebben een natuurfunctie kunnen krijgen. Het reservaat Stroeten van ‘Het Drentse Landschap’ kon helaas niet worden uitgebreid tot de door de Stichting gewenste omvang. Reden was dat niet voor alle betrokken landbouwers vervangende grond kon worden gevonden. Toch is de ruilverkaveling zodanig uitgevoerd dat de mogelijkheden blijven bestaan om dit waardevolle reservaatje in de toekomst uit te breiden.


Berichten

Koraaljuffer.

Diversen Beestenboel in Hunzedal •Afgelopen mei hebben honderden kinderen van diverse basisscholen uit de gemeente Aa en Hunze meegedaan aan het onderwijsproject ‘Kleine beestenboel in het Hunzedal’. Menig loopkever, spuugbeestje en rups werd in het Annermoeras verrast met een bezoek van de jonge onderzoekers. Zij voerden hun onderzoek uit met behulp van loepjes, kleine bakjes en een wit laken. Om hun speurtocht enigszins te vergemakkelijken maakten ze gebruik van valkuilen. Op verschillende plekken langs het water hadden ze bakjes ingegraven waar de nietsvermoedende bodembeestjes onverhoeds in tuimelden. Als ze voldoende bewonderd en bestudeerd waren, kregen ze uiteraard hun vrijheid terug. Eindconclusie van de onderzoekers was dat de verscheidenheid aan diertjes in het bosgedeelte in het nieuwe natuurgebied beduidend groter was dan in het grasland. Over twee jaar gaan dezelfde scholen op dezelfde plekken opnieuw onderzoek doen. Ze willen dan nagaan hoe de verschillende kolonies van diertjes zich in de nieuwe natuurgebieden hebben ontwikkeld. De verwachting is namelijk dat het aantal soorten loopkevers langzamer koloniseert in de nieuwe natuur dan bijvoorbeeld de vliegende insecten.

foto: Jaap de Vries

Nieuw handboek Op 11 juni vond de feestelijke presentatie van ons nieuwe handboek plaats in de sfeervolle omgeving van de schaapskooi in Doldersum. Het 1e exemplaar werd door gedeputeerde mevrouw A. Edelenbosch in ontvangst genomen. Het handboek is in een oplage van maar liefst 25.000 exemplaren verschenen. Bijna de helft hiervan is inmiddels naar de begunstigers van de Stichting gestuurd. Velen hebben inmiddels een vrijwillige bijdrage overgemaakt. Heel hartelijk dank hiervoor. De belangrijkste reden om een nieuw handboek te maken is dat het werkveld van ‘Het Drentse Landschap’ de afgelopen jaren sterk verbreed is en al lang niet meer bestaat uit alleen maar natuurbeheer. De Stichting richt haar activiteiten ook steeds meer op het behoud van het culturele erfgoed. Zij beheert talloze historische objecten en monumenten, de helft van de 53 hunebedden en een groot aantal boerderijen in het prachtige esdorp Orvelte. De uitgave van het handboek is mede mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van het Recreatieschap Drenthe, Stichting Pieter Roelf, Prins Bernhard Cultuurfonds Drenthe, VSB-fonds, Provincie Drenthe en de Nationale Postcode Loterij.

‘Kleine beestenboel’ is een onderdeel van een drie jaar durend onderwijsproject voor scholen in het Hunzedal. De kinderen gaan zich de komende tijd nog bezighouden met onderzoeken naar de waterkwaliteit, bijen en wilde planten. Het project wordt uitgevoerd door het IVN Consulentschap Drenthe in opdracht van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Voor de realisatie van het project zijn financiële bijdragen ontvangen van de Provincie Drenthe, Leader en de gemeenten Aa & Hunze, Borger-Odoorn en Tynaarloo.

Orvelte Het Tolhuisje in het dorp is gerenoveerd en wordt nu voor erfgoedlogies verhuurd. Verder is er een bouwvergunning ontvangen voor het oprichten van een kantoor in een voormalige schuur nabij de Borkerhof. Het ziet ernaar uit dat in het voormalige huifkarrencentrum een kinderboerderij van Alescon gevestigd gaat worden. Al heel lang maakt het dorp ons erop attent dat er maar weinig voor kinderen te doen is. We hopen hiermee aan deze wens tegemoet te komen.

31


32

Berichten

foto: Jaap de Vries

Deense Hooglanderstieren geïmporteerd Met steun van de Nationale Postcode Loterij heeft de Stichting twee stieren uit Denemarken over laten komen: Rex en Robert of Barup. Mooie compacte rode stieren van zo’n twee jaar oud. Om inteelt te voorkomen moeten het raszuivere beesten zijn. In de praktijk blijkt het steeds lastiger om andere bloedlijnen in de nabije omgeving te vinden. Vandaar dat ze uit Denemarken zijn gehaald. De stieren gaan naar de kuddes van het Hijkerveld en Takkenhoogte. Half mei kwamen ze in prima gezondheid aan, klaar voor het grote werk.

Expositie Lemferdinge Vanaf vrijdag 12 september t/m zondag 28 september vindt er in Galerie Lemferdinge een gecombineerde tentoonstelling plaats van de Quilt Art groepen Duikvlucht 1 en Duikvlucht 2. Op beide tentoonstellingen zijn veel verschillende “Artquilts” te bewonderen. Duikvlucht 1 exposeert in Galerie Lemferdinge, Lemferdingelaan 2, 9765 AR Paterswolde, Openingstijden dinsdag t/m donderdag 14.00-17.00 uur. Vrijdag t/m zondag 12.00-17.00 uur. Entree € 3,–. Duikvlucht 2 exposeert in Cordi Atelier, Oranjestraat 21, 9717 GA Groningen, tel. 050-3121511. Openingstijden dinsdag t/m zaterdag 11.00-17.00 uur.

Cursus ‘Boerderij als leefomgeving’ Dit voorjaar is de eerste cursus over de ‘Boerderij als leefomgeving’ gegeven. In oktober en november wordt de cursus nog tweemaal herhaald in Noorden Zuidoost-Drenthe. Doel van de cursus is om inzicht te geven in de bouwhistorische eigenschappen en architectonische aspecten van Drentse boerderijen. De bijeenkomsten zijn met name bedoeld voor (toekomstige) eigenaren van oude boerderijen. Steeds vaker verliezen boerderijen hun oorspronkelijke functie en worden ze verbouwd tot woonboerderij of bijvoorbeeld atelier. Hierdoor verdwijnen vaak de streekgebonden karakteristieken van zo’n pand, omdat betrokkenen hiervan niet goed op de hoogte zijn. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ maakt zich, samen met enkele andere organisaties, sterk om dit onderdeel van ons Drentse culturele erfgoed zo goed mogelijk te behouden. Daarom werd in samenwerking met het Drents Plateau, Landschapsbeheer Drenthe en Stichting Veldwerk Nederland de cursus ‘Boerderij als leefomgeving’ ontwikkeld. Tijdens de bijeenkomsten wordt ook aandacht besteed aan de geschiedenis van de boerderij, het boerenerf en de samenhang met het omringende landschap. Voor meer informatie kunt u terecht bij Anneke Kaskens van Stichting Veldwerk Nederland, tel.: 0593-582556 of a.kaskens@veldwerknederland.nl

Beeld van Drenthe Op zaterdagmiddag 20 september a.s. organiseert het Drents Archief de jaarlijks terugkerende publieksmanifestatie Drents Erfgoed Actueel. Vanaf 13.00 uur zal het ICO-gebouw in Assen bruisen van de activiteiten die in het teken zullen staan van het thema Beeld van Drenthe. Er zijn lezingen over bijvoorbeeld de hunebedden als beeld van Drenthe, maar ook over het Kamp Westerbork en het toerisme. Er is een debat waarin twee advocaten de stelling ‘Drenthe is de meest vooruitstrevende provincie van Nederland’ zullen aanvallen en verdedigen en het pleit wordt beslecht door mr. Frank Visser, bekend als de rijdende rechter. Verder zijn er historische films te zien, met name die waarin bewust een bepaald beeld van Drenthe werd gecreëerd. In het kader van het thema mag Bartje natuurlijk niet ontbreken: de gehele Bartje-TV-serie wordt deze middag dan ook éénmalig vertoond! Kinderen kunnen zich bovendien verkleden in kleding uit Bartjes tijd en spelen met speelgoed uit deze periode. De manifestatie vindt plaats op 20 september van 13.00 tot 17.00 uur in het ICO-gebouw aan de Zuidersingel/Zuidhaege in Assen. De toegang is gratis.


Berichten

herinrichtingsplan voor het nationale park Drents-Friese Wold. De stal van de Huenderhoeve is verbouwd tot schaapskooi en huisvest een kudde van 150 Schoonebeker schapen die met een herder over de heideterreinen trekt. De herder, Catrinus Homan, is in dienst bij de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Samen met de Vereniging Natuurmonumenten heeft de Stichting een informatiecentrum ingericht in een voormalige schaapskooi. Hier wordt onder meer informatie gegeven over het beheer van de nabijgelegen heidevelden en het esdorpenlandschap. Vanuit het centrum starten een drietal gemarkeerde wandelroutes door het gebied. De initiatiefnemers van het deelproject zijn de Gemeente Westerveld, Vereniging Natuurmonumenten en Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Verder zijn ondermeer betrokken: Recreatieschap Drenthe, Dienst Landelijk Gebied, Provincie Drenthe, Nationaal park Drents-Friese Wold, werkgroep ringslangen, Grontmij en Hazelaar Aanneming.

schap’) en burgemeester Anne Meijer van de gemeente Westerveld. De weg, de slenk, de brug, de schaapskooi en het informatiecentrum zijn onderdeel van het project ‘Esdorpenlandschap Doldersum’ in het stroomgebied van de Vledder Aa. Het is een van de 11 projecten in het grootscheepse

foto: Harry Cock

Opening informatiecentrum Doldersum Op 23 juni is de Huenderweg, de schaapskooi en het informatiecentrum in Doldersum geopend door de heer Frans Blanckenborg (directeur NatuurmonumentenNoord), Eric van der Bilt (directeur ‘Het Drentse Land-

33

Fungi, de paddestoelenprofessor Bij de IVN-afdeling MiddenDrenthe verschijnt op 8 september een boekje over paddestoelen: ‘Fungi, de paddestoelenprofessor’. Het boekje is gebaseerd op een sprookje over paddestoelen dat tijdens dialezingen werd verteld. Het boekje bevat veel informatie over paddestoelen, ondersteund met tientallen foto’s. Zowel jong als oud kunnen er veel plezier aan beleven. Kortom, een handig naslagwerk voor wie snel meer wel weten over paddestoelen. De gemeente Midden-Drenthe en de provincie Drenthe hebben de uitgave mede mogelijk gemaakt. Het boekje kost € 9,90 (exclusief verzendkosten € 1,50) en is te bestellen door het verschuldigde bedrag over te maken op giro 59607 t.n.v. J.W. van ’t Hof. Voor meer informatie kunt u contact met hem opnemen (0598) 33 16 01.

Nederlands kampioenschap schapendrijven met honden Op zaterdag 11 en zondag 12 oktober organiseert de Border Collie Club Nederland, in samenwerking met Stichting ‘Het Drentse Landschap’, het Nederlands Kampioenschap schapendrijven met honden. Dit kampioenschap wordt gehouden bij de schaapskooi van ‘Het Drentse Landschap’ op het Hijkerveld en vinden plaats vanaf 9.00 uur. De kooi is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met ronde bordjes.


34

Agenda Algemeen Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft. Van 1 april tot eind september is er op zondagen meestal een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. De hut is te bereiken door vanaf het Oranjekanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten moet een verrekijker meenemen! Schaapskudde Hijkerveld De kudde vertrekt met de herder om 09.30 uur naar de heide en komt om 16.30 uur terug bij de kooi. De schaapskooi is te bereiken vanaf het dorp Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes. Informatiecentra De Blinkerd Vamweg te Wijster Open het gehele seizoen van 10.00 uur tot zonsondergang

’t Ende Stapelerweg 20, De Stapel (bij De Wijk) van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur van 1 november tot en met 31 maart alleen op zondag van 11.00-17.00 uur

• •

Orvelte Dorpsstraat 1a te Orvelte van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Huenderhoeve Huenderweg 5 te Doldersum dagelijks van 10.00-17.00 uur

Open monumentendag in het Reestdal za. 13 en zo. 14 sept. Op verschillende locaties in het Reestdal worden in het kader van de Open Monumentendag activiteiten georganiseerd. Speciaal voor deze dag is de fietstocht in dit kwartaalblad uitgezet die u langs de mooiste plekjes in het Reestdal voert. Tijdens het weekeinde organiseert ‘Het Drentse Landschap’ de volgende activiteiten:

Onder begeleiding kan op zaterdag en zondag om 14.00 uur de havesathe De Havixhorst, haar (beelden)tuin en het landgoed worden bezichtigd.

Zaterdagavond om 20.00 uur een vleermuisexcursie op landgoed De Havixhorst. Start: parkeerplaats van De Havixhorst aan de Schiphorsterweg bij De Wijk.

Medewerkers van de Stichting zijn tussen 10.00-16.00 uur aanwezig op ’t Ende om informatie te geven over de geschiedenis van de boerderij. Adres: Stapelerweg 20 in De Wijk

Korte excursies op de beheersboerderij De Pieperij om 12.00, 14.00 en 16.00 uur. Adres: De Pieperij 7 in Veeningen (bij De Wijk)

zo. 14 sept. 14.00 uur Insecten op het Hijkerveld De betekenis van insecten in de natuur. Start: bij de schaapskooi op het Hijkerveld. Deze is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes. zo. 14 sept. 14.00 uur Paddestoelenexcursie op Rheebruggen Met spiegeltjes en een paddestoelenboek op zoek naar de kleurrijke schimmels. Start: bij de beheersboerderij van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’, Rheebruggen 8 in Ansen. zo. 21 sept. 14.00 uur Moeraswolfsklauw en Ronde zonnedauw Bijzondere planten in de Boerenveensche Plassen. Start: achter de Hervormde kerk die ligt aan de weg tussen Pesse en Stuifzand. Week van het Landschap 21-28 sept. Locatie: ’t Ende in De Stapel (bij de Wijk). Zie voor meer informatie op pagina 15. zo. 28 sept. 14.00 uur Fietsexcursie in het Hunzedal Op de fiets worden enkele mooie plekjes langs de Hunze bezocht. Start: café ’t Keerpunt, Oostermoer 1, Spijkerboor. Duur fietstocht: 2 uur. zo. 28 sept. 10.30 uur Een wandeling over het Orvelterzand De gidsen nemen u mee over dit prachtige stuifzandreservaat. Start: op de picknickplaats van Staatsbosbeheer. Vanaf Orvelte de Orvelterbrug over en vervolgens rechtsaf langs het Oranjekanaal rijden. Eerste weg links nemen en na ongeveer 500 meter aan de linkerkant ziet u de picknickplaats.

za. 4 okt. 11.00 uur Lange wandeling langs de Reest Over oude nederzettingen, oude wegen en paden en oude verhalen. Start: parkeerplaats tegenover hotel restaurant Ter Linde, Ommerweg 68, aan de oude weg van Zuidwolde naar Balkbrug. Duur wandeling: 3 à 4 uur. zo. 5 okt. 14.00 uur Paddestoelenexcursie over het Groote Zand Over moordenaars, samenwerkers en opruimers. Start: op de parkeerplaats van camping ‘Het Grote Zand’, gelegen aan de weg van Hooghalen naar Amen, vlakbij Hooghalen. za. 11 okt. 14.00 uur Herfstwandeling over het Landgoed Vledderhof De gidsen laten u opvallende en minder opvallende herfstverschijnselen in de natuur zien. Startpunt: natuurpad bij de werkschuur aan de Middenweg, Vledder. wo. 15 okt. 14.00 uur Ontdektochten voor kinderen op het Hijkerveld Het schapenpad: over de grasmaaiers op pootjes. Voor kinderen van 4 t/m 6 jaar. Het tijdpad: over de pre-historische bewoners van het Hijkerveld. Voor kinderen van 7 t/m 12 jaar. Opgave bij Els Hurkmans: (0592) 26 28 29. Start: schaapskooi. Deze is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes. zo. 19 okt. 14.00 uur Paddestoelenexcursie op De Wildenberg De Wildenberg staat bekend om de vele en bijzondere paddestoelen. De wandeling vindt plaats in samenwerking met Landschap Overijssel. Start: voor het natuurinformatiecentrum De Wheem, Oud Avereest (Overijssel).


Agenda

di. 21 okt. 14.00 uur De Branden en Drouwenerzand In De Branden hoopt Stichting ‘Het Drentse Landschap’ ‘nieuwe natuur’ te maken. Start: voor de Antiekboerderij Het Wagenwiel, hoek Julianalaan/Kamplaan, Gasselte. wo. 22 okt. 14.00 uur Een natuurbelevingtocht op het Orvelterzand Een bijzondere ervaring voor kinderen en hun begeleiders. Start: op de picknickplaats van Staatsbosbeheer. Vanaf Orvelte de Orvelterbrug over en vervolgens rechtsaf langs het Oranjekanaal rijden. Eerste weg links nemen en na ongeveer 500 meter aan de linkerkant ziet u de picknickplaats.

za. 1 nov. 14.00 uur Paddestoelen van het Drouwenerzand Het Drouwenerzand herbergt paddestoelen in allerlei soorten en maten. De gidsen kennen hun naam en levenswijze. Start: voor de receptie van bungalowpark Drouwenerzand, Gasselterstraat 7, Drouwen. zo. 2 nov. 14.00 uur Mysterieuze Jeneverbessen op De Palms Een excursie tussen de mysterieuze Jeneverbessen, die sinds mensenheugenis ‘op wacht staan’. Start: bij de ingang van het reservaat. Dit terrein is gelegen aan het verlengde van de Middendorpstraat in Meppen, zo’n 300 meter voorbij de camping ‘Witte Zand’. zo. 9 nov. 14.00 uur Herfstwandeling op Kampsheide Over eikels, galappels en afgevallen bladeren. Start: bij het informatiepaneel aan het G.A.M. van den Muyzenbergpad, ten westen van Balloo.

zo. 16 nov. 14.00 uur Gevleugelde wintergasten op Diependal Honderden vogels besluiten elk jaar op Diependal te overwinteren. Start: de Vogelkijkhut. Deze is bereikbaar door in het dorp Oranje vanaf het Oranjekanaal, vlakbij ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. De route is met bordjes aangegeven.

zo. 14 dec. 14.00 uur Winterwandeling met snert-maaltijd rondom de boerderij Rheebruggen Boerderij Rheebruggen is een van de beheersboerderijen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Vooraf opgave in verband met maaltijd: Hugo Spitzen, tel: 06-55535457. Kosten: € 2,– p.p. Start: bij de boerderij Rheebruggen, Rheebruggen 8 in Ansen.

zo. 23 nov. 14.00 uur De eerste Drenten… Een archeologische wandeling over het Hijkerveld. Start: bij de schaapskooi op het Hijkerveld. Deze is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes.

zo. 21 dec. 14.00 uur Hunebedbouwers en andere bewoners van Kampsheide Een ontdektocht met een amateurarcheoloog naar prehistorische overblijfselen op Kampsheide en omgeving. Duur: 2,5 uur. Start: bij het informatiepaneel aan het G.A.M. van den Muyzenbergpad ten westen van Balloo.

zo. 7 dec. 14.00 uur Hoe overleven planten de winter? Met pepernoten op stap over de Gasterse Duinen, op zoek naar planten die zich voorbereiden op de komende winter. Start: bij het informatiebord op de parkeerplaats aan de Oudemolenseweg tussen Gasteren en Oudemolen.

do. 25 dec. 1e Kerstdag 14.00 uur Kerstwandeling over het Hijkerveld De wandeling wordt opgedeeld naar leeftijd en gaat ondermeer door het interessante jeneverbesstruweel van het Hijkerveld. Start: bij de schaapskooi op het Hijkerveld. Deze is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes. di. 30 dec. 14.00 uur De zandheren van Drouwen De gidsen nemen u mee naar de nog zichtbare sporen van de oude landeigenaren van het Drouwenerzand. Start: voor de receptie van bungalowpark Drouwenerzand, Gasselterstraat 7, Drouwen. Laarzen of waterdichte schoenen aanbevolen. We raden u aan een verrekijker mee te nemen

foto: Jaap de Vries

zo. 19 okt. 14.00 uur Herfst en de kringlopen van de natuur Gidsen laten in De Kleibosch zien hoe belangrijk natuurlijke kringlopen zijn voor een gezonde en evenwichtige natuur. Start: bij de boerderij Tichelwerk, Moleneind 4 in Foxwolde.

35

We raden u aan een vergrootglas mee te nemen

Voor alle activiteiten geldt dat honden helaas niet mee mogen; ook niet aangelijnd!


Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Koninklijke BOOM UITGEVERS Meppel (0522) 26 61 11 Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw Bouwbedrijf H. POORTMAN Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw Royal Haskoning Groningen (050) 521 42 14 Adviesbureau voor water en milieu GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe ESSENT MILIEU Wijster (0593) 56 39 39 Inzameling, hergebruik en verwerking van afvalstoffen NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij Havesathe ‘DE HAVIXHORST’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant NV Waterleidingmaatschappij ‘DRENTHE’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... Buro HOLLEMA Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 317 23 17 Een mooie gelegenheid om uit te gaan ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) HULZEBOSCH Grondwerken C.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind KADASTER DIRECTIE NOORD Assen (0592) 30 48 88 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed CHRISTIAAN DEN DEKKER B.V. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering QUERCUS Boomverzorging en Advisering Emmen (0591) 51 27 07 Uw bomen, onze zorg Veenbedrijf HAVERKORT VROOMSHOOP B.V. Vroomshoop (0546) 64 38 02 Veenafgraving, verkoop veengrond en tuinaarde N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

BUNING Wegenbouw B.V. Zuidwolde (0528) 37 31 64 Grond-, straat- en rioleringwerkzaamheden. Levering zand NATIONALE POSTCODE LOTERIJ Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe, TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 1 – 7860 AA Oosterhesselen Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Uitgeverij/grafisch bedrijf Assen (0592) 37 95 55 Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14 BORK B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen ERDMAN SCHMIDT Hoogeveen (0528) 27 72 66 Lichtgewicht tenten, slaapzakken, bergschoenen, rugzakken, etc. HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, cv/sanitair, telematica, beveiliging DAGBLAD VAN HET NOORDEN Groningen (050) 584 44 44 BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies BTL UITVOERING Vestiging Emmen (0591) 63 00 80 www.btl.nl Aanleg en onderhoud van stedelijk/landschappelijk groen en historische buitenplaatsen Architectenbureau WOUDA & VAN DER SCHAAF Meppel (0522) 25 57 96 DESTIC KUNSTSTOFFEN B.V. Veendam (0598) 61 45 64 Productontwikkeling, displays, bewerkingen, inrichting en presentaties OCTANORM® Bunne (050) 309 51 33 Leverancier van aluminium interieurbouw-, standbouwen displaysystemen RANDSTAD DRENTHE Assen (0592) 39 77 11 Tijdelijk en vast personeel mede mogelijk gemaakt door Randstad JBF MULTI MEDIA COMMUNICATIE Groningen (050) 313 59 20 De Verhalenvertellers CONCORDIA BOUWMATERIALENHANDEL Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel OOSTERHUIS BV Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.