> BEGAAFDHEID
ZE MOETEN LEREN Begaafdheidsspecialist Sylvia Drent helpt leraren en scholen met het vormgeven van onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen, maar liefst wel binnen het reguliere onderwijs. DOOR ERIK STAAL
Erik Staal is freelance webredacteur voor educatiehelden.nl en eigenaar van Erik Staal Tekst & Fotografie (www.erikstaal.nl).
A 20
lle begaafde kinderen zijn minder sociaal, ze zijn emotioneel minder stabiel, ze hebben minder zin in spelen en ze zijn allemaal hooggevoelig. Allemaal vooroordelen. Natuurlijk komen er wel eens bepaalde persoonskenmerken voor bij begaafde kinderen, maar het is zelden dat ze alleen bij hen voorkomen of dat ze daar veel vaker voorkomen. Mijn stelling is dat geen enkel persoonskenmerk, kenmerkend is voor kinderen met een hoge intelligentie. Als een kind snel denk- en leerstappen kan maken, goed verbanden kan leggen of creatief kan denken, dát zou wel een signaal van begaafdheid kunnen zijn.
Foto Tom van Limpt
BELEMMERENDE FACTOREN
Het is volgens Drent natuurlijk wel handig om je als leraar bewust te zijn dat persoonskenmerken belangrijk zijn voor het functioneren van de kinderen. “Stel een begaafde leerling loopt vast, twijfelen leerkrachten vaak aan de begaafdheid terwijl het kan komen door bepaalde persoonskenmerken of omdat een kind geen goede leerstrategie heeft. In wezen moet je bij elk kind kijken wat zijn de be-
lemmerende factoren om optimaal gebruik te maken van de capaciteiten die het heeft. En ik merk dat die mededeling voor leerkrachten soms best verrassend is. 'Oh, zijn ze niet allemaal heel perfectionistisch?' Nee dus.”
INCLUSIEF ONDERWIJS
De belangrijkste aanpassing voor begaafde kinderen is volgens Drent het compacten en verrijken
van de leerstof, dus sneller door de stof en andere opdrachten er bij. “Maar wel als ‘inclusief’ onderwijs, dat wil dus zeggen binnen de reguliere groep”, zegt zij. “Deze kinderen hebben meer uitdaging nodig. Maar andere kinderen hebben net zo goed uitdaging nodig. Dat hoort ook bij passend onderwijs. Het geldt ook voor leerlingen aan de onderkant. Ik wil zo graag dat er eerst goed onderwijs wordt gegeven in de groep. Het gebeurt nu nog teveel dat alle kinderen die wat extra uitdaging nodig hebben naar de plusklas gaan. “Het probleem wat ik vooral met plusklassen heb, is dat ze worden opgericht door scholen die nog niet goed zijn in het signaleren van begaafde kinderen of die nog geen structureel goed onderwijs aanbieden. Vervolgens sturen ze alle kinderen waar ze mee vastlopen naar de plusklas. Na een aantal jaren loopt de plusklas vast. Er is te breed geselecteerd, de plusklas kan het qua capaciteit niet aan. Mijn advies zou zijn: richt plusklassen alleen op voor die 2 procent hoogbegaafde kinderen. Want andere kinderen kunnen prima in de klas opgevangen worden. Overigens een deel van die 2 procent ook. Want als een school echt heel goed is in het bieden van gedifferentieerd onderwijs, hoeft dat geen probleem te zijn. Maar vaak is het voor veel scholen wel lastig om onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen er bij te pakken. “Dat er een voorziening is waar kinderen naar toe kunnen die echt heel veel uitdaging nodig hebben,