SP 1985 13(5)

Page 11

SKVDIVINGCLUB THE FLVING DUTCHMEN · TWINTIG JAAR Toen in 1965 The Flying Dutchmen werd opgericht, was het parachutespringen in Nederland niet meer dan een aantal static-line sprongen per jaar. Oud-Indië gangers hadden al jaren eerder de Eerste Paravereniging opgericht en zij werden enkele malen per jaar gevraagd om op "Vliegfeesten" wat staticline sprongen te maken. Vaak betekende deze sprongen meer een reünie voor de springers dan de beoefening van "de parasport". Een aantal Nederlanders hadden echter via het Franse opleidingscentrum Bondues, nabij Lille, kennis gemaakt met de vrije val en wilde ook in Nederland mogelijkheden om die te beoefenen. Een in Nederland studerende Amerikaan, Steve Groff, nam het initiatief tot The Flying Dutchmen en vroeg Koos Verhaar (ook in Frankrijk opgeleid voor de vrije val) hem daarbij te helpen. Op 2 januari 1965 was er in Amsterdam de oprichtingsvergadering, waarvoor enkele Nederlandse (in Frankrijk opgeleide) vrije val Iers werden uitgenodigd. De naam werd zeer bewust gekozen: Skydivingclub om aan te geven dat het om het vrije val springen ging en the Flying Dutchmen om in het buitenland als Nederlandse paraclub herkend te worden. De statuten, reglementen e.d. waren aangevraagd en inmiddels werd 'er druk verder georganiseerd. Voordat op 7 augustus 1965 de eerste sprongen onder de naam Flying Dutchmen mochten worden gemaakt, was in juni van dat jaar de eerste legale vrije val door Koos Verhaar, Bert Wijnands, Tom Verschoor en John Verhorst gemaakt. (De RLD had de vrije val door ongelukken en onbekendheid tot die tijd verboden.) Dit was boven Seppe, door de Eerste Nederlandse Paravereniging, die inmiddels was wakker geschud door al het geregel van de FD rond het vrije val springen. De eerste FD sprongen werden gemaakt onder grote belangstelling, Pers, publiek en zelfs de burgemeester en wethouder van Benthuizen (de

12 SPORT PARACHUTIST

gende Sportparachutisten. Hieronder nog enkele belangrijke feiten uit twintig jaar Rotterdams paraleven:

1968 De eerste club-PC (ten behoeve van de instrukteur) wordt aangekocht voor f 1.143,32. Overigens verkocht Steve Groff de eerste en dus oudste PC in Nederland aan een oudvoorzitter van de FD, Peter Peters, die hem nog steeds in zijn bezit heeft.

1969 Eerste FD zomerkamp

op Texel in 1968

plaats van de eerste FD dropzone) waren aanwezig. De oprichters Steve Groff, Koos Verhaar en de schrijver Simon Vinkenoog waren de eerste springers. Zij sprongen twee maal die dag. Bijna onontkoombaar bij elke geschiedschrijving is de opmerking "het waren moeilijke beginjaren". Dit geld zeker niet in de laatste plaats voor de FD. Zo waren er een aantal wisselingen van dropzones, hoewel dit niet het grootste probleem was. Bijna "ideale" en meest gebruikte dropzones waren die nabij Zoetermeer en Pijnacker (de laatste is nog steeds in gebruik). Daarnaast werd er o.a. gesprongen boven Zestien hoven, Delfgauw, Schipluiden en Berkel. In 1969 werd er gekozen voor het idee van een zomerkamp om de leden de mogelijkheid te bieden voor een week intensieve parasport-beoefening. De problemen met DZ's waren vaak aanleiding tot niet aktieve springdagen. Hierdoor kreeg de FD in para-Nederland van die jaren zelfs de naam van KOFFIEDRINKENDE PARACLUB. Het eerste zomerkamp werd gehouden op een klein vliegveldje op Texel. Een week lang kon men daar naar hartelust springen. Ook het tweede zomerkamp werd op Texel gehouden en een toenmalig FD lid zag daar "brood" in. Het was Bob Rienks; hij had berekend dat met een aantal opleidingen je net genoeg had om van te leven en zo begon hij op Texel de Skydivingschool Flying Dutchmen wat later Paracen-

trum Texel werd. Overigens hebben twee andere bekende FD'ers, Hans den Otter en Helene de Koning, in 1984 zich gevestigd nabij Arnemuiden met het Paracentrum Midden-Zeeland.

Eerste zomerkamp FD in Texel. Het zomerkamp zou jaarlijks terugkeren. Dit jaar hoopt de FD haar zestiende zomerkamp (tiende te Moorsele) te houden. Meerder clubs in Nederland hebben het idee van de FD inmiddels overgenomen en de laatste jaren in hun aktiviteitenlijst opgenomen ...

1970 Voor de FD was er geen plaats meer op Texel en men week uit naar Hoogeveen. Later toen zich ook daar een paraclub vestigde (PCN), vond men vliegveld Moorsele in België, waar ook dit jaar weer het jaarlijkse zomerkamp zal worden gehouden. Het meest langdurige probleem van de FD was dat van de "aanschaf" van een vouwzaal/clubonderkomen. Een verhaal dat vanaf het eerste begin tot plaatsing van een clubhuis op Zestienhoven tot de officiële opening in 1976, precies vier jaar heeft geduurd. Nadat de vouwzaal en bar in één onderkomen geen kombinatie bleken, werd er een gebouwtje ten behoeve van de bar bijgehuurd. Op dit moment echter moet de FD noodgedwongen dit bargebouwtje weer verlaten. Er passeren heel wat namen de revue in die twintig jaren. Naast de genoemde Groff, Verhaar, Rienks, Vinkenoog en Den Otter zijn er nog een aantal bekende namen te noemen. Zo was de zanger/kunstenaar Han Blaauw jaren lang instrukteur bij de FD en de ons aller bekende Ed Wissink startte ook bij de FD. Overigens zal er dit jaar een jubileumboek verschijnen ter gelegenheid van twintig jaren Flying Dutchmen. Meer daarover volgt in één van de vol-

Leden en vliegers van de FD brengen geld op tafel voor de aanschaf van het eerste eigen vliegtuig. Het wordt de Koka, genoemd naar· Koos Groeneveld en Koos Schütz.

1975 Het eerste eigen verenigingsblad "Aan de Lijn" verschijnt. Onder verschillende redakties is dit blad tot nu toe regelmatig verschenen. In april/mei van dit jaar hoopt de huidige redaktie het vijftigste nummer uit te brengen.

1976 Tijdens het achtste zomerkamp (zeer warm weer) te Moorsele gebeuren er twee ernstige springongelukken, waarvan één met dodelijke afloop.

1980

FD demo op het Schouwburgplein in Rotter· dam in 1973. (foto G. A. Boon)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
SP 1985 13(5) by Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL) - Issuu