N V F G | N E D E R L A N D S E V E R E N I G I N G V O O R F Y S I O T H E R A P I E I N D E G E R I AT R I E
46
S P E C I A L I S T E N K AT E R N
Interview met dr. Anneke van der Plaats
De wondere wereld van dementie Dr. Anneke van der Plaats is oprichter van Het Breincollectief, een groep deskundigen die zich bezighouden met mensen met een hersenaandoening. Ze ontwikkelden de Brein-Omgeving-Methodiek, ofwel BOM™®, die ons leert hoe we in de leef/zorgomgeving rekening kunnen houden met de aantasting van het brein. Tekst: Linda van Osch
Van der Plaats is sociaal geriater, wetenschapper, docent en adviseur. Ze werd geïnterviewd voor het vakblad van de NVFG over dementie. Met sprekende voorbeelden verduidelijkte ze het begrip omgevingszorg volgens BOM™®. Graag delen we enkele voorbeelden, met zinvolle adviezen voor fysiotherapeuten die demente mensen behandelen. OEFEN IN GROEPJES Volgens Van der Plaats werkt het goed om in groepjes te oefenen. “Maar dan wel zonder andere patiënten eromheen”, legt Van der Plaats uit. “Bij mensen met dementie is het bovenbrein beschadigd en hiermee is het onderbrein de baas, ook wel de na-aap-laag genoemd. Een persoon met dementie heeft namelijk bij de vraag ‘ga eens lopen’ geen voorstelling, geen plaatje van het lopen, laat staan van welke spieren hij moet aanspannen. De beweging voordoen, samen handin-hand achteruitlopen, tellen bij het lopen maar ook lopen in groepsverband werkt dan goed.” VERALGEMENISEER NIET Een voorbeeld van een ander aandachtspunt: “Een meneer met een CVA zat te worstelen met het aandoen van zijn trui en dacht op een gegeven moment: ‘dan maar geen trui’. Het was hartje winter, maar toen hij naar buiten keek, leek het zomer door het stralende zonnetje. De meneer stapte in zijn overhemd naar buiten en had de volgende gewaarwording: ‘Brr, wat is het koud.’ Direct liep hij naar binnen en trok zijn trui in één keer aan. Dit komt door de associatie die meneer kreeg bij het waarnemen van de kou. Daarbij zei hij: ‘Mijn vrouw had me onderweg niet moeten vragen om de was binnen te halen, want dan was ik boos geworden.’” Van der Plaats legt uit dat het onderbreken van de handeling als storend wordt ervaren, omdat dan het plaatje verdwijnt. “Was deze meneer opgenomen geweest, dan had iedereen gezegd dat hij zijn trui zelf kon aandoen. Dit zeggen we omdat we veralgemeniseren: als we eenmaal koffie kunnen zetten, dan menen we dat overal
Woonzorgcentrum De Rijnhoven in Utrecht zonder aandacht voor de inrichting van de omgeving
De serre van verpleeghuis Kinrooi (Belgisch Limburg) zonder aandacht voor de inrichting van de omgeving
De Rijnhoven met aandacht voor de inrichting van de omgeving (© ontwerp: Sylvia de Koning/ De Koning Creaties); visualisatie: Michiel Schouteten)
De serre in Kinrooi met aandacht voor de inrichting van de omgeving (© ontwerp: Sylvia de Koning/De Koning Creaties); visualisatie: Michiel Schouteten)
Het volledige interview staat in de jubileumeditie (jaargang 30) van het vakblad F&O van de NVFG.
te kunnen, ongeacht hoe druk het is of hoe de koffiekopjes eruitzien. Dit veralgemeniseren kunnen mensen met dementie niet.” BEDENK: IK WIL NIET = IK KAN NIET Van der Plaats legt ook uit waarom mensen met dementie vaak niet weten waarom ze iets niet doen en dan zeggen: ‘Ik heb geen zin of ik wil niet.’ “Dat is geen luiheid want ze doen hun uiterste best”, zegt ze. “Als mensen met dementie zeggen: ‘Ik wil dat niet’, dan bedoelen ze eigenlijk: ‘Dat kan ik niet.’ Oftewel: hun hersenen kunnen dat niet.” Ze geeft een voorbeeld van een meneer die op de dagbehandeling altijd alleen voor zichzelf koffie inschonk. De anderen vonden dat onbeschoft en zeiden dan: “Nou Jan, als je voor jezelf koffie pakt, dan kun je ook voor de anderen inschenken.” Jan zei dan: “Ik wil dat niet.” Van der Plaats: “Natuurlijk, als deze meneer dat zou kunnen, dan zou hij dat doen. Het is dan leuk om in deze situatie iets te bedenken. Zo bleek deze meneer kantinebaas te zijn geweest. Iedereen noemde hem Ome Jan. Zodra iedereen rustig zat, zei de activiteitenbegeleider op een joviale manier zoals dat in kantines gaat: ‘Hé ome Jan, schenk eens een bakkie koffie in!’ Waarop Jan voor iedereen koffie inschonk.”
Dr. Anneke van der Plaats (foto: Artica Maastricht)
ZOEK NAAR ASSOCIATIES Van der Plaats benadrukt dat het goede plaatje vinden bij mensen met dementie belangrijk is. “Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we al onze herinneringen opslaan in plaatjes. Bij mensen met dementie vervagen de laatste plaatjes als eerste en er komen geen nieuwe plaatjes bij. Zo herkennen dementerende mensen bijvoorbeeld geen moderne meubels, waardoor ze kunnen weigeren om op een moderne stoel te gaan zitten. Het zoeken naar oude tafereeltjes en associaties is dus belangrijk om de juiste plaatjes naar boven te halen.” Linda van Osch is fysiotherapeut en senior onderzoeker bij Covance. Daarnaast is ze redacteur van het vakblad F&O van de NVFG. Ze is bereikbaar via lvanosch@ziggo.nl.
FysioPraxis | april 2016
FP03_Specialisten_Katern.indd 46
12-04-16 08:43