Fysiopraxis6 juli aug2015 def

Page 33

33

Tabel 1. Resultaten klinisch beloop CALR klinisch beloop

baseline (n=1.752)

2 maanden (n=1.696)

5 maanden (n=1.564)

12 maanden (n=965)

Lagerugpijnintensiteit (VAS) gemiddelde (SD)

55,5 (23,0)

37,0 (23,8)

35,3 (26,1)

32,3 (26,9)

>30% verbetering

-

53,8%

55,2%

60,5%

Volledig herstel (≤10 punten)

3,8%

13,7%

19,8%

28,6%

Lagerugspecifieke beperkingen (QBPDS) gemiddelde (SD)

51,7 (15,6)

>30% verbetering Volledig herstel (≤20 punten)

2,6%

31,7 (15,2)

31,1 (18,2)

29,1 (20,0)

62,6%

61,3%

63,4%

24,1%

30,9%

38,3%

Werkparticipatie (gewerkte uren/contracturen)* gemiddelde (SD)

38,3 (43,1)

-

73,4 (44,9)

81,7 (52,9)

>30% verbetering

-

-

30,3%

60,5%

Volledig herstel (90%)

25,4%

-

43,2%

52,0%

Kwaliteit van leven (Short Form-36) FCS: gemiddelde (SD)

31,9 (7,1)

40,7 (8,2)

42,1 (10,1)

-

MCS: gemiddelde (SD)

46,6 (10.3)

49,2 (9,4)

50,4 (9,8)

-

10% verbetering op de FCS

-

76,6%

76,3%

-

10% verbetering op de MCS

-

39,6%

20,6%

-

Global perceived effect (GPE 5-puntsschaal) Klinisch verbeterd GPE

-

45,1%

53,0%

60,3%

1 sterk verbeterd 2 enigszins verbeterd 3 geen verandering 4 enigszins verslechterd 5 sterk verslechterd

-

45,1% 44,1% 7,4% 3,1% 0,3%

53,0% 32,1% 9,3% 3,9% 1,8%

60,3% 19,1% 10,8% 5,% 4,1%

Resultaten klinisch beloop chronische aspecifieke lagerugpijn over een periode van 12 maanden n=aantal patiënten in de analyse; SD=standaarddeviatie; VAS=Visual analogue scale, 0-100, 0=geen pijn; QBPDS=Quebec Back Pain Disability Scale, range 0-100, hogere score indicatie voor meer beperkingen; werkparticipatie (0-100%) huidige werkuren/contracturen; *geïncludeerd die patiënten die betaald werk hebben (n=1.608); SF-36=Short Form; FCS=Fysieke Component Schaal; MCS=Mentale Component Schaal range 0-100, hogere scores indicatie betere kwaliteit van leven; Missende waardes van 0,5% tot 35,2%.

over een periode van 8 weken (in totaal 48 uur). Patiënten volgen daarna 3 maanden lang een ‘self-management’-programma buiten het revalidatiecentrum (zie de figuur ‘Overzicht van behandelprogramma’ op FysioNet). Er zijn 23 potentiële prognostische factoren onderzocht voor elke uitkomstmaat (zie box 1), grotendeels afkomstig uit de systematische literatuurstudie en de Delphi-studie bij klinische experts. In de huidige studie is herstel voor elke uitkomstmaat geoperationaliseerd in twee definities: 1) Herstel is gedefinieerd als 30% verbetering op het meetmoment in de follow-up in vergelijking met de baselinescore, voor de uitkomstmaten rugpijnintensiteit (VAS-score 0-100 mm), beperkingen in activiteiten (Quebec Back Pain Disability Scale (QBPDS)score 0-100) en als 10% verbetering voor de uitkomsten kwaliteit van leven gemeten met de Short Form 36 (SF-36), de subschalen Fysieke Component Schaal (FCS) en Mentale Component Schaal (MCS).4 2) Volledig herstel is gedefinieerd als een VAS-score van ≤ 10 mm, een QBPDS-score van ≤ 20 punten, een werkparticipatie van ≥ 90% en een door de patiënt ervaren herstel (Global perceived effect [GPE], score 1-5 gedi-

chotomiseerd in ‘klinisch verbeterd’ [score 1] versus ‘klinisch niet verbeterd’ [score 2-5]).4-6 Het klinisch beloop en het identificeren van prognostische factoren met de interne validiteit van de modellen is geanalyseerd voor de 5 uitkomstmaten. De interne validiteit van het uiteindelijke model werd bepaald via bootstrapprocedure.7 Het is gebruikelijk om binnen prognostisch onderzoek een p -waarde te gebruiken van 0,157.7 De prognostische factoren met een p -waarde ≤ 0,157 blijven in het model. Doordat er missende waardes (0-45%) waren binnen de dataset, is gebruikgemaakt van multiple imputatie, resulterend in 5 geïmputeerde datasets per uitkomstmaat. Er is een multivariabele logistische regressieanalyse uitgevoerd met de 23 baselinefactoren voor elk van de 5 uitkomstmaten. Een sensitiviteitsanalyse is uitgevoerd, waarbij de selectie van factoren met 5 en 40 geïmputeerde datasets en met een p -waarde van 0,05 en/of 0,157 is gemaakt. We hebben een completed-case-analyse (CCA) uitgevoerd, dat wil zeggen dat alle patiënten van wie gegevens ontbraken, van de analyses waren uitgesloten.8 Ook zijn voor elke uitkomstmaat het percentage van de verbetering en/of de score van het volledig herstel (gekozen afkap-

punt) aangepast, om de invloed hiervan nader te onderzoeken.

Resultaten Onderzoekspopulatie – Een totaal van 1.760 patiënten (gemiddelde leeftijd 40,1 (standaard deviatie [SD] 10,6) jaar; 74,3% vrouw) met CALR namen deel aan het onderzoek (zie tabel ‘Baselinekarakteristieken deelnemers’ op FysioNet). Klinisch beloop – Een jaar na de behandeling gaven de patiënten op de 5 uitkomstmaten verbetering aan (zie tabel 1). 60% van de patiënten of meer gaf verbetering aan in rugpijnintensiteit, beperkingen, kwaliteit van leven (SF-36) en werkparticipatie op 12 maanden-follow-up. Op de vraag naar ervaren herstel gaf 60% van de patiënten aan klinisch verbeterd te zijn. Het vergelijken van de resultaten van de huidige studie met andere studies is lastig, omdat studies verschillen in studieopzet (methodologie), geselecteerde patiëntenpopulatie en setting. Bovendien wordt vaak gebruikgemaakt van een andere definitie van herstel of gekozen afkappunt en op verschillende meetmomenten geëvalueerd. Op de uitkomstmaten pijn en FysioPraxis | juli/augustus 2015

>>


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Fysiopraxis6 juli aug2015 def by KNGF FysioPraxis - Issuu