27
‘Na verdere diagnostiek middels een MRI-scan werd de diagnose gesteld: vasculaire ischemische afwijkingen hersenstam en cerebellum, ofwel leukoaraiose’ nose gesteld: vasculaire ischemische afwijkingen hersenstam en cerebellum, ofwel leukoaraiose.
Relevante medische gegevens, contextuele factoren en comorbiditeit Patiënt voelt zich regelmatig vermoeid en kortademig. Sinds de aortaklepoperatie is patiënt incontinent, voelt hij zich vaker neerslachtig en heeft hij moeite met concentratie en dubbeltaken. Patiënt is al jaren bekend met diabetes mellitus type II waarvoor hij tweemaal daags 500 mg metformine gebruikt. In 2006 werd middels röntgenonderzoek een inzakkingsfractuur van de vijfde thoracale wervel geconstateerd. Hij heeft af en toe milde rugpijn.
Sociaaldemografische gegevens Patiënt is gepensioneerd huisarts en woont samen met zijn echtgenote in een eengezinswoning. Hij heeft altijd veel gewandeld en speelt graag golf en bridge. Aanvankelijk heeft hij zijn hobby golf nog uitgevoerd door gebruik te maken van een golfkarretje, maar momenteel golft hij niet meer. Patiënt rijdt zelfstandig auto en loopt korte afstanden (ongeveer 1 km) met behulp van een handstok. Hij is gemotiveerd om te oefenen.
Onderzoek Patiënt geeft aan dat hij zich graag ‘zeker wil voelen’ tijdens het lopen. Om de subjectief ervaren balans tijdens het lopen op activiteitenniveau te meten is de Patiënt Specifieke Klachtenlijst (PSK) gebruikt. De balans is gemeten met de Berg Balans Schaal (BBS). Voor dit case report werd voor de PSK de probleemactiviteit ‘balans tijdens lopen’ gekozen waarna de patiënt op een 100 millimeter visueel analoge schaal (VAS-schaal) scoorde hoeveel moeite de gekozen activiteit in de afgelopen week kostte (‘geen enkele moeite’ tot ‘onmogelijk’).2 Patiënt had bij de vervolgmeting geen inzicht in zijn vorige score. De PSK komt overeen met de Patient Specific Functional Scale (PSFS) waarbij op een 11-puntsschaal wordt gescoord. De interne consistentie van de PSFS is goed (Cronbachs Alpha 0.97) bij patiënten met klachten aan de onderste extremiteit.2 De test-hertestbetrouwbaarheid van de PSFS is goed bij patiënten met lage rug-
Leukoaraiose De term ‘leukoaraiose’ komt uit het Grieks (leuko = wit en araiose = verdunning) en werd voor het eerst gebruikt in 1987 door Hachinski et al.1 De term leukoaraiose beschrijft diffuse afwijkingen in de witte stof van de hersenen.2 Pathologische bevindingen zijn: verbleking van myeline, vergroting van perivasculaire ruimten, gliose en verlies van axonen. Klinische symptomen die met leukoaraiose geassocieerd worden zijn afname van cognitief functioneren, een verstoord looppatroon en vallen.2 Van de patiënten met leukoaraiose blijkt tachtig procent enige mate van loopstoornis te hebben.3 Andere symptomen die met leukoaraiose geassocieerd worden zijn incontinentie4, stemmingsstoornissen en depressie5. Het aantal gevallen van leukoaraiose neemt aanzienlijk toe met het stijgen van de leeftijd. Vóór het vijftigste levensjaar is de prevalentie op CT-scans slechts een paar procent, waarna de prevalentie elk decennium twee tot drie keer stijgt. Bij oudere patiëntengroepen varieert de prevalentie tussen 21 procent en 100 procent, afhankelijk van de beeldvormende methode die wordt gebruikt.1
Uitspraak: lu’ko-ahr-i-o’sis
Literatuur 1. Helenius J, Tatlisumak T. Treatment of Leukoaraiosis: a futuristic view. Current Drug Targets 2007;8:839-45. 2. O’Sullivan M. Leukoaraiosis. Pract Neurol 2008;8:26-38. 3. Briley DP, et al. Cerebral white matter changes (leukoaraiosis), stroke, and gait disturbance. J Am Geriatr Soc 1997;45:1434-8. 4. Sakakibara R, et al. Urinary function in people with and without leukoaraiosis: relation to cognitive and gait function. J Neurol Neurosurg Psychiatry 1999;67:658-60. 5. Teodorczuk A, et al. White matter changes and late life depressive symptoms. The Britisch Journal of Psychiatry 2007;191:212-7.
klachten en knieklachten met een Pearson’s correlatiecoëfficiënt van respectievelijk 0.84 en 0.97 en bij patiënten met nekklachten en cervicale radiculopathie met een ICC van respectievelijk 0.91-0.92 en 0.82.2 De constructvaliditeit van de PSK en de PSFS is goed. De correlatie met de Short-Form 36 subschaal fysiek is r = 0.39-0.49, met de Roland Disability Questionnaire r = 0.59-0.74 en met de Neck Disability Index r = 0.74-0.82.2 Ook de res-
>>
FysioPraxis | januari 2013
CASUÏSTIEK.indd 27
09-01-13 12:47