2013-01 Fysiopraxis januari 2013

Page 1

va k b l a d vo o r d e f y s i o t h e r a p e u t

Fysiopraxis JAARGANG 22 • NUMMER 1 • januari 2013

Casuïstiek

opvattingen

wetenschap praktisch

Training bij patiënten met leukoaraiose

Fysiotherapie is voor de rijken

Schedelvervorming bij te vroeg geboren kinderen

De Physician Assistant verovert terrein Drie fysiotherapeuten over hun nieuwe uitdaging

COVER.indd 1

09-01-13 12:41


U kent Chemodol, de hypo-allergene afwasbare massageolie. Maar kent u ook Chemolan, de gel van Chemodis? Een ideale gel voor toepassing bij echo-, ultrageluiden elektrotherapie. Want de behandelkoppen en elektroden worden niet aangetast, de gel maakt geen vlekken, is reukloos en makkelijk afwasbaar.

Van Chemodol zult u niets horen. Bovendien heeft u voor een optimaal resultaat maar weinig nodig. Als u daar de voordelen van inziet en meer informatie wilt, neem dan contact op met uw leverancier. Of bel voor meer informatie: 0800-chemodis (0800-24 36 63 47). www.chemodis.nl

CHEMODIS

Dat ligt voor de hand

•FP-01 advertenties.indd 1

Chemodis B.V. Para-medische Farmacie Postbus 9160 NL-1800 GD Alkmaar Tel. +31 (0)72 - 520 50 83 Fax +31 (0)72 - 512 82 14

09-01-13 12:29


www.PsychFysio.nl

Modulen 2013

Psychologie voor fysiotherapeuten     

De Arcus polsbandage

DOORWERKEN ZONDER ZORGEN

Pijn en stressmanagement Neurolinguïstisch programmeren Motiverende gespreksvoering+ ACT bij chronische pijn Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut

-2 dagen di 28/5, 11/6 -3 dagen za 25/5, 8/6, 22/6 -3 dagen do 16/5, di 4/6, 18/6 -3 dagen di 10/9, 24/9, 8/10. -5 dagen do 10/10, 31/10, 14/11, 28/11, 12/12.

Opleidingen@PsychFysio.nl /06-15571070 /Leslocatie: Utrecht /www.psychfysio.nl

HET ARCUS ORTHOPAEDIE PROGRAMMA BEVAT EEN VOLLEDIG ASSORTIMENT AAN HULPMIDDELEN VOOR DE GROTE- EN KLEINE GEWRICHTEN IN HET LICHAAM. LEVERBAAR IN VERSCHILLENDE MATEN EN KLEUREN.

Gerichte compressie door het elastische breisel en een ingebreide pelotte

Effectieve Stabilisering door het samenspel van compressie, stabiliserend element en elastische boord

Fysiotherapie een wetenschap? In Utrecht wel!

Optimale Pasvorm

door het palmaire vervormbare aluminium stabiliseringselement MEER WETEN OVER ONS COMPLETE PROGRAMMA MEDISCH

Voor wie?

De master of science Fysiotherapiewetenschap van de opleiding Klinische Gezondheidswetenschappen is bedoeld voor wo- en hbo-bachelors met aantoonbare belangstelling voor de gezondheidszorg en de fysiotherapie in het bijzonder.

Meer weten?

Kom naar de masteravond van de Universiteit Utrecht op woensdag 13 februari 2013. Meer informatie op www.uu.nl/masteravond

Contact:

Tel: 088 75 535 40 (vrijdag 13.30 - 15.30 uur) E-mail: onderwijszakenkgw@umcutrecht.nl

THERAPEU TISCHE KOUSEN, STEUNKOUSEN EN ARCUS BANDAGES? BEL 0485-385123 OF MAIL INFO@OFA-NEDERLAND.NL

Nederland medical products

•FP-01 advertenties.indd 2

10 ja a

eiding!

Kies dan voor het universitaire masterprogramma Fysiotherapiewetenschap van de opleiding Klinische Gezondheidswetenschappen!

Al

pl

Individueel aanpasbaar

Ben jij de toekomstige academische professional die: - De fysiotherapie wetenschappelijk onderbouwt? - Kennis ontwikkelt door wetenschappelijk onderzoek?

e n suc re

door flexibele boorden en separate opening voor de duim

s v o ll e o

Onbeperkte bewegingsfuncties van de vingers

Van doen via denken naar wetenschappelijk handelen

ce

door hoogwaardige vlakbrei kwaliteit en anatomische pasvorm

www.kgwutrecht.nl

www.ofa-nederland.nl

Volg ons ook via Twitter@UU_kgw

09-01-13 12:30


4

REDACTIONEEL/INHOUD

1

12

Stilstaan

S

tilstaan bij verandering klinkt misschien wat vreemd voor u als specialist in beweging. Door beweging komt er verandering en door beweging gebeurt er iets. FysioPraxis beweegt graag met u mee, want het vak is in beweging, u bent in beweging en de maatschappij verwacht ook dat u als professional mee beweegt met de veranderende vraag. Toch vind ik het goed om bij verandering stil te staan en te kijken waar we vandaan komen; hebben we het goede gedaan, op het juiste moment en op de goede manier? Dat geldt niet alleen bij de ontwikkeling van FysioPraxis, maar ook voor u wanneer u een cliënt behandelt of een onderzoek verricht. Wat hebben we en wat willen we veranderen? En is elke beweging een vooruitgang? Zo hebben we met de redactie van FysioPraxis regelmatig discussies. Biedt het blad wat we beloven: een volwaardig vak- en verenigingsblad met ontwikkelingen in het vak, het veld en de vereniging? Discussies die we blijven voeren, want we willen u een goed vak- en verenigingsblad bieden. De redactie verandert dit jaar weer van samenstelling. In december hebben we afscheid genomen van Albertina Poelgeest en in mei nemen we afscheid van Harriët Wittink. Twee enorm gedreven redactieleden die altijd bovenop de veranderingen zitten en discussies niet uit de weg gaan. Beiden zijn echte vakspecialisten. Als geen ander wisten zij het vak van diverse kanten te bekijken en konden ze kritisch zijn, zowel naar vakgenoten als naar zichzelf. De ervaring die zij hebben opgebouwd door de jaren heen is goed en solide. Een nieuwe blik en andere ideeën zorgen waarschijnlijk weer voor verandering. Door stil te staan en te zien waar nog kansen liggen, zagen we ook mogelijkheden voor meer samenwerking met het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. Het tijdschrift met een rijke historie en het fundament voor de fysiotherapiewetenschap. Samenwerken om de wetenschap te blijven borgen is niet alleen een enorme en unieke kans, maar ook een verandering die voor u van belang is. Onze uitdaging blijft om de wetenschap toegankelijk te houden, zodat u als specialist in uw handelen gesteund bent door wetenschap, geïnformeerd wordt over de huidige inzichten en uw blik kunt verruimen. Dat u door het lezen van FysioPraxis kunt bijblijven in het vak. Kijk, soms is stilstaan zo gek nog niet!

In dit nummer 6 Column Eke Zijlstra 6 KNGF-kort 7 Even bellen met... 10 Van weten naar doen 11 Kijken, lezen, luisteren en surfen 16 Opvattingen 20 Achter het nieuws 26 Casuïstiek, diagnostiek en behandeling Intensieve training bij patiënt met leukoaraiose

33 Social media Adri Apeldoorn Saskia Bon Lidwien van Loon François Maissan

35 Agenda 36 Overzicht inhoud FysioPraxis 2012

Harriët Wittink

41 Vraag & Aanbod Reacties kunt u mailen naar fysiopraxis@kngf.nl.

42 Colofon FysioPraxis | januari 2013

INHOUD.indd 4

09-01-13 12:42


5

18

22

30

12 Physician Assistants veroveren 30 Cerebellaire atactische gang NIEUWE PRAKTIJKEN

TEST EN TECHNIEK IN BEELD

steeds meer terrein

en de Berg Balance Scale

De Physician Assistant (PA) verovert steeds meer een eigen gerespecteerde plek binnen de gezondheidszorg. Dat is niet alleen te danken aan de gedegen medische opleiding, maar ook aan de imposante bagage die de PA’s met zich meedragen: na hun HBO-bacheloropleiding moeten ze minimaal twee jaar werkervaring opdoen in hun eigen vakgebied, waarna ze tweeënhalf jaar bikkelen voor hun master PA.

Morton en Bastian onderzochten in 2003 in hoeverre stoornissen in de balans bijdragen aan de cerebellaire atactische gang. Met behulp van de Berg Balance Scale (BBS) wordt de dynamische balans gemeten. De BBS bestaat uit veertien items die apart worden geïnstrueerd of eenmaal worden gedemonstreerd.

18 Dr. Caroline Terwee PROFIEL

Het ‘Patient Reported Outcomes Measurement Information System’ (PROMIS) is een nieuw systeem van meetinstrumenten waarmee zowel onderzoekers als praktiserende fysiotherapeuten in de nabije toekomst over zeer efficiënte, valide en betrouwbare uitkomstmaten kunnen beschikken om verschillende aspecten van gezondheid te meten vanuit het patiëntperspectief. Dr. Caroline Terwee van het Kenniscentrum Meetinstrumenten werkt aan de Nederlandse validering van PROMIS.

22 Schedelvervorming WETENSCHAP PRAKTISCH

Te vroeg geboren kinderen hebben een grotere kans op schedelvervorming, in de volksmond bekend als ‘scheef hoofdje’. Dat is een van de conclusies van het promotieonderzoek van Jacqueline Nuysink. Vroegdiagnostiek bij symptomatische asymmetrie is erg belangrijk.

FYSIOPRAXIS ONLINE Naast FysioPraxis bestaat er FysioPraxis online. U vindt deze digitale versie op FysioNet: www.fysionet.nl. Literatuurverwijzingen, verrijkingen en links naar aanvullende informatie vindt u op FysioNet via Producten & Diensten, FysioPraxis. In FysioPraxis kunt u zien welke artikelen zijn verrijkt. Onder aan het artikel staat het FysioPraxis onlinesymbool: de ronde button met pijl. FysioPraxis online is alleen toegankelijk voor leden van het KNGF na inloggen.

FysioPraxis | januari 2013

INHOUD.indd 5

09-01-13 12:42


6

KNGF-KORT

VAN DE VOORZITTER

Regeren is vooruitzien Regeren is vooruitzien. Een oude wijsheid die nog niet aan waarde heeft ingeboet. Natuurlijk, de dagelijks praktijk is weerbarstig, maar toch kijk ik af en toe ook graag naar de dag ná vandaag. Vooruitkijken en voortbouwen. We bouwen voort op de zaken die 2012 heeft voortgebracht. Het was een roerig maar vitaal jaar. Op belangrijke dossiers waar stagnatie werd gevoeld, zijn belangrijke stappen gezet. Er is stevig gediscussieerd over de nieuwe routes voor de fysiotherapie; niet alleen in en met het bestuurlijk kader, maar vooral ook met u. Soms nog wat onwennig en aarzelend, maar elke keer weer sterker. U gaf gehoor aan onze vraag om met ons mee te denken – live én online – over (het meten van) kwaliteit en over marktpositionering. We maakten een eindejaarscampagne, die, wat u er ook van vindt, een nieuwe beweging in gang zette. Tijd voor een nieuwe fase. Wat brengt 2013 ons? In ieder geval dit: de beroepsgroep neemt zelf het heft in handen. Kwaliteit is van ons! We nemen de regie over kwaliteit, over kosteneffectiviteit, over de communicatie met en naar de patiënten en we innoveren op tal van terreinen. En in het voorjaar neemt u een besluit over de nieuwe werkwijze en inrichting van uw vereniging. 2013 is ook het jaar waarin programma’s voor kwetsbare ouderen verder worden ontwikkeld, waarin hoogleraren worden benoemd, waarin onze dienstverlening aan u een moderniseringsslag krijgt en we verder werken aan de Landelijke Database Fysiotherapie. Maar 2013 is ook het jaar waarin het kabinet keuzes maakt voor de jaren erna. We moeten waakzaam zijn. Wat gebeurt er met het basispakket? Hoe krijgt de aanvullende verzekering invulling? En wat gaat de burger doen als het krapper wordt in de portemonnee? Wil hij dan nog bijbetalen voor fysiotherapie? Dit alles vraagt niet alleen een vitale beroepsgroep, maar nog meer een vitale vereniging. Ik ben ervan overtuigd dat we in 2012 al een stevig fundament hebben gelegd om deze stappen goed te kunnen zetten. We stropen de mouwen op. De doelen zijn gedefinieerd, de uitkomsten ook. Ik zie uit naar dit jaar!

Jaco den Dekker Afstudeerprijs 2012 De Jaco den Dekker Afstudeerprijs 2012 is gewonnen door de Hogeschool Zuyd met de scriptie ‘Interactieve projecties op vloeren. Technologische implementatie in de ouderenzorg’. De auteurs van de scriptie, Anke van Cruchten, Naomi Driessen en Annemieke Keulen, hebben een origineel onderwerp voor hun scriptie gekozen dat met het oog op de huidige maatschappelijke ontwikkelingen zeer actueel is. Er wordt een relatie gelegd tussen betekenisvolle activiteiten en plezier in bewegen. De heldere, duidelijke presentatie, ondersteund door video-opnamen, maakten het geheel af. Een terechte winnaar!

Meest belangwekkende afstudeeronderzoek Het KNGF reikte de Jaco den Dekker Afstudeerprijs uit op vrijdag 16 november jongstleden. De scriptieprijs is voor die student(en) die in het afgelopen studiejaar het meest belangwekkende afstudeeronderzoek heeft gemaakt en gepresenteerd. De hogescholen dienden in totaal zeven scripties in. Na beoordeling door een deskundige jury werden vier scripties genomineerd.

Presentatie

Tijdens een speciale bijeenkomst op de Hogeschool van Amsterdam presenteerden de genomineerden hun scriptie aan de jury en belangstellenden. De winnaars ontvingen een cheque van € 1.000 en een oorkonde. De andere genomineerden kregen een eervolle vermelding.

Eke Zijlstra

FysioPraxis | januari 2013

KNGF-KORT.indd 6

09-01-13 12:47


7

Even bellen met...

Gezocht

lid voor de klachtencommissie

De klachtencommissie behandelt klachten van patiënten over fysiotherapeuten. Wettelijk zijn fysiotherapeuten verplicht een klachtbehandeling aan te bieden aan hun patiënten. Het KNGF heeft deze commissie ingesteld om fysiotherapeuten te ondersteunen zodat zij niet zelf een eigen klachtencommissie hoeven in te stellen. KNGF-leden kunnen zich bij de commissie aansluiten (regeling aannemen).

Klachtencommissie

rapeut, het liefst werkzaam in de praktijk, met een kritische blik en een objectief oordeel. Je kunt je inleven in zowel de klager als de verweerder. Je neemt elke klacht serieus en bent niet bang om het handelen van collega’s te beoordelen. Ook wil je een keer in de maand in Amersfoort op een dinsdagmiddag vergaderen en heb je de klachten die in de vergadering worden besproken goed voorbereid.

Karen van Hameren Karen van Hameren (38) werkt op de afdeling Communicatie & Events van het KNGF en houdt zich vooral bezig met ledencommunicatie.

Wat bieden we? Een boeiende kijk in de dagelijkse praktijk, leuke enthousiaste collega’s, een passende vacatievergoeding en een aanvullende reiskostenvergoeding.

Wat is je achtergrond? Ik ben opgeleid in de driehoek informatie, communicatie en erfgoedcommunicatie. Er waren en zijn constant raakvlakken met ‘communiceren’.

Reageren?

Hoe zie je de toekomst van de fysiotherapie?

Graag ontvangen we je reactie, bestaande uit een motivatie en cv, voor 15 februari 2013. Eind februari/ begin maart zullen de gesprekken plaatsvinden. Je kunt je reactie e-mailen aan Roel de Leeuw, ambtelijk secretaris van de klachtencommissie, deleeuw@kngf.nl.

‘ In dialoog met onze leden’

Alle veranderingen in de zorg vragen nogal wat van fysiotherapeuten. Niet alleen een ondernemersgeest, maar ook veel aanpassingsvermogen en creativiteit. Vanuit mijn vak hoop ik fysiotherapeuten goed te informeren zodat ze deze veranderingen kunnen aanpakken. Maar ook is het aan ons, het KNGF, om de waarde van de fysiotherapie goed over het voetlicht te brengen.

www.shutterstock.com

De commissie bestaat uit vijf personen: een onafhankelijk voorzitter (jurist), twee fysiotherapeuten en twee leden vanuit het patiëntenperspectief. De klacht wordt beoordeeld door de commissie, waarmee partijen een objectief oordeel in handen krijgen. Als lid van de klachtencommissie draag je bij aan de praktijk van de fysiotherapeut door te signaleren wat er beter kan. Ook help je regelmatig patiënten en fysiotherapeuten uit een patstelling.

Wat vragen we? Een ervaren fysiothe-

Call for abstracts De redactie van FysioPraxis is altijd op zoek naar nieuwe dissertaties/onderzoeken op het gebied van fysiotherapie of aanverwante vakgebieden. In FysioPraxis willen we hier aandacht aan besteden in de vorm van een recensie, een aanbeveling of een artikel. Dus bent u gepromoveerd of hebt u een interessant onderzoek gedaan of gelezen? Stuur een tip of het volledige onderzoek naar de redactie, fysiopraxis@kngf.nl.

Wat is je (grootste) uitdaging? We gaan meer en meer de dialoog aan met onze leden om beleid te maken of te toetsen. Denk bijvoorbeeld aan de rondetafelgesprekken over kwaliteit en marktpositionering, en de gesprekken over de nieuwe verenigingsstructuur. De mening van de leden scherpt de visie van het KNGF aan. Ook online gebeuren er interessante dingen. Ik vind dat goede ontwikkelingen, met een uitdagende component voor communicatie. Fysiotherapie, een mooi vak? Ja, een prachtig vak. Met veel gedreven mensen met hart voor het welzijn van de patiënten.

FysioPraxis | januari 2013

KNGF-KORT.indd 7

09-01-13 12:47


TAPING CONCEPTS is een tweedaagse zeer praktische cursus voor fysiotherapeuten waarin cursisten kennis maken met de eigenschappen en toepassingsmogelijkheden van het tapen met elastische tape. De nadruk in deze cursus ligt sterk op de casuïstiek. Ook wordt er aandacht besteed aan casuïstiek waarbij men de voorkeur zou kunnen geven aan conventioneel tapen (o.a.Mulligan Taping Technieken). Docenten: René Claassen Gecertificeerd Kinesiotaping / taping

instructor sinds 2000, en Peter van Dalen, taping instructor sinds 2007. Beide TAPING CONCEPTS docenten zijn daarnaast docent Mulligan Concept (official members Mulligan Concept Teachers Association MCTA).

3-daagse cursus: 9, 10 en 11 april 2013

Locatie: Burggolf Haverleij, Den Bosch

Docenten: Jay Platt (USA) & René Claassen (NL)

Organisatie: Mulligan Opleidingen

www.backtogolf.nl

De cursus Taping Concepts wordt op diverse locaties in Nederland georganiseerd. Kijk voor data en locaties op onze website

www.mulliganconcept.nl of www.tapingconcepts.com De cursus is geaccrediteerd. De cursus wordt georganiseerd door Mulligan Opleidingen.

• •

100 % pijnvrije mobilisaties MWM’s, NAGS & SNAGS volgens Brian Mulligan Cursus Mulligan Concept A/B : 2 x 2 dagen (34 accr.pnt.) Cursus Mulligan Concept C: 2 dagen (14 accr.pnt.) Docenten: René Claassen en Peter van Dalen Voor meer informatie, data en inschrijven: Welkom op onze website! :

www.mulliganconcept.nl

10 gratis

claudicatio intermittens

toegangsbewijzen onder de eerste 500 inschrijvingen met compleet portfolio*

SCHRIJF JE NU IN via de website

patient empowerment - de patiënt anno 2013 - depressie en vaatlijden - eHealth & mHealth richtlijn 2013 - veiligheid van looptherapie - zelfmanagement - rookstopadvies - behandeling

meer weten over perifeer vaatlijden?

3e jaarcongres - 14 maart 2013 - ‘s-Hertogenbosch w w w . c l a u d i c a t i o n e t c o n g r e s . n l * incl. pasfoto & introductietekst

•FP-01 advertenties.indd 3

09-01-13 12:30


KNGF Kort

9

Wat u beweegt Vragen uit de praktijk Een actieve leefstijl, in beweging komen en in beweging blijven; het houdt ons allemaal bezig. Op het Kennisplein van FysioNet.nl informeren wij u over de standaarden Beweeginterventies, een KNGF-product waarmee u als fysiotherapeut mensen met een chronische aandoening optimaal kunt begeleiden naar een fitter en actiever leven. De standaarden zijn een handreiking voor de fysiotherapeut waarmee u een beweegprogramma kunt starten in uw praktijk of instelling. 1. Kan ik worden vermeld als aanbieder van een beweegprogramma? U kunt op www.fysionet.nl een checklist invullen. Aan de hand van deze checklist kunt u zien of uw beweegprogramma voldoet aan de ‘latest available evidence’, of u en uw collega’s aan de gestelde eisen voldoen en of uw praktijk goed uitgerust is voor de uitvoering van een beweegpro-

gramma. Wanneer u de checklist succesvol afrondt, ontvangt u een certificaat en kunt u, indien gewenst, worden vermeld op de website www.defysiotherapeut.com. 2. Ik kan niet inloggen bij de checklist. Hoe is dit te verhelpen? U staat in het Kwaliteitsregister geregistreerd, maar heeft aangegeven dat dit adres niet gepubliceerd mag worden op de consumentenwebsite als zijnde geregistreerd fysiotherapeut in het CKR. Aangezien na certificering voor de beweegprogramma’s automatisch ook publicatie op de website volgt, wordt de toegang tot de checklist op voorhand geweigerd. Wanneer u bij de afdeling Ledenadministratie aangeeft dat uw registratie in het CKR gepubliceerd mag worden op www.defysiotherapeut.com, kunnen wij daar ook uw certificering publiceren (mits u de checklist succesvol doorloopt).

3. Kan ik bij de afdeling Ledenvoorlichting ook terecht voor een inhoudelijke vraag met betrekking tot het doorlopen van de checklist voor het beweegprogramma? Wij kunnen u geen inhoudelijke informatie geven over de checklist voor de beweegprogramma’s. De informatie die nodig is voor het met succes doorlopen van de checklist vindt u terug in de standaarden Beweeginterventies. Daarnaast zal de scholing voor de beweegprogramma’s / standaarden Beweeginterventies u voorzien van relevante informatie.

Bent u in beweging en heeft u vragen? Neem contact op met onze ledenvoorlichters via ledenvoorlichting@kngf.nl of bel 033-467 29 29 (ma. t/m vr. 8.30-17.00 uur).

Volop kansen voor fysiotherapeuten in inspectierapport Unieke kans voor fysiotherapeuten die werken in verpleeg- en verzorgingshuizen uitgelicht: bewegen stimuleren bij ouderen in verpleeg- en verzorgingshuizen. Ouderen die in een instelling wonen, bewegen veel te weinig. Van de bewoners van verzorgingshuizen is driekwart inactief, in verpleeghuizen geldt dit zelfs voor negen van de tien bewoners. Dat bleek uit onder-

De bouwstenen voor bewegingsstimulering, met als doel de zelfredzaamheid van ouderen in instellingen te vergroten, staan beschreven in het inspectierapport Staat van de Gezondheidszorg 2012. De bouwstenen zijn: 1. Beleid 2. Cliënten erbij betrekken 3. Structuur voor beweegstimulering 4. Scholing en voorlichting 5. Zorgleefplan 6. Mogelijkheden beweegstimulering 7. Buurt erbij betrekken

zoek dat de inspectie voor deze Staat van de Gezondheidszorg liet uitvoeren. Inactiviteit vergroot onder meer de kans op incontinentie, botontkalking en valincidenten. Instellingen gebruiken de mogelijkheden van bewegingsstimulering als preventiemiddel onvoldoende. Meer bewegen is voor ouderen belangrijk, want het vergroot de zelfredzaamheid en vertraagt verdere achteruitgang in de kwaliteit van leven.

Zeven bouwstenen Instellingen zien het belang om bewegen bij ouderen te stimuleren, maar dit heeft in de praktijk geen prioriteit. De inspectie vindt het noodzakelijk dat dit wel een structureel onderdeel wordt van de zorg voor ouderen in instellingen. Met het veld en op basis van literatuuronderzoek stelde de inspectie zeven bouwstenen voor bewegingsstimulering op en werd de haalbaarheid bij tien instellingen getoetst. Instellingen en veldpartijen vinden de bouwstenen zinvol en haalbaar. In 2015 moeten alle verpleeg- en verzorgingshuizen de bouwstenen geïmplementeerd hebben. De inspectie gaat de naleving toetsen. Het KNGF spoort fy-

siotherapeuten aan een actieve rol te spelen bij de implementatie en vormgeving van bewegingsstimulering, als onderdeel van verantwoorde zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen. Pakt u als fysiotherapeut, als regievoerder van de beweegzorg in uw huis de handschoen op om te zorgen dat de bouwstenen worden geïmplementeerd?

Klankbordgroep Ter ondersteuning van fysiotherapeuten om deze rol te vervullen, werkt het KNG+F samen met Actiz, V&VN en LOC aan een addendum ‘Bewegen’ bij het Zorgleefplan. Wilt u als lid van het KNGF een rol spelen in de op te richten klankbordgroep als ondersteuning van de ontwikkeling van dit addendum? Laat dit dan weten aan Helmie Mulder-Mertens (KNGF), via muldermertens@kngf.nl. Zij bekijkt dan wat de mogelijkheden hiervoor zijn. FysioPraxis | januari 2013

KNGF-KORT.indd 9

09-01-13 12:46


10

VA N W E T E N N A A R D O E N

Onderzoeksactiviteiten in 2012

Terugblik onderzoek 2012 In Van weten naar doen wordt elke maand een onderzoek uitgelicht dat het KNGF onder haar leden houdt. Wat doet het KNGF met de resultaten en inzichten? En wat met de wensen en meningen die u als KNGFlid aan de vereniging toevertrouwt? Deze maand een overzicht van de belangrijkste activiteiten van het afgelopen jaar. Tekst: Wieke Ormel

DE KANS IS GROOT dat u in het afgelopen jaar een of meerdere uitnodigingen van het KNGF heeft ontvangen om deel te nemen aan een (digitale) enquête. Wij beseffen dat we daarmee een beroep doen op uw spaarzame tijd en maken dan ook altijd een zorgvuldige afweging welke onderzoeksvragen wel en welke niet worden uitgevoerd. Om u een idee te geven welke onderzoeken zoal worden uitgevoerd door de afdeling Onderzoek van het KNGFhoofdkantoor, blikken we terug op 2012.

Activiteiten in 2012

De belangrijkste activiteiten van het afgelopen jaar zijn geweest: - een meting van de Beroepsmonitor 2012; - drie enquêtes onder het Beroepspanel: de langetermijnvisie, voorbereiding van het FysioCongres en gebruik patiëntenfolders – invulling van het begrip ‘gezondheid’; - vier enquêtes onder specifieke doelgroepen binnen

Maximaal te besteden minuten aan vragenlijst, in percentages. 11%

12%

8%

26%

t/m 5 minuten 6-10 minuten 11-15 minuten

42%

16-20 minuten 21 minuten of meer

de fysiotherapie: ontwikkeling in aantal patiënten, haalbaarheid cao, evaluatie van het FysioCongres en ledencommunicatie; - vijf enquêtes van derden in samenwerking met het KNGF: beeldvormende technieken in de eerste lijn, kwaliteitsindicatoren, fysiotherapeuten in de wetenschap, besluitvorming bij lage rughernia en de evaluatie van het FysioCongres. Daarnaast zijn hebben diverse RGF’s en SV’s ook enquêtes uitgezet onder hun eigen leden.

Hoge respons In totaal zijn er vanuit het KNGF-hoofdkantoor ruim 18.500 uitnodigingen verstuurd voor de diverse enquêtes. De respons per enquête is gemiddeld 37 procent wat maakt dat u in totaal bijna 7.000 keer uw mening heeft gegeven over diverse onderwerpen. Een enorm aantal waar wij u zeer dankbaar voor zijn! Hoe meer input het KNGF krijgt, hoe beter de vereniging haar beleid op uw wensen kan afstemmen en hoe meer profijt u zult hebben van uw lidmaatschap. Zoals u de afgelopen maanden in deze rubriek heeft kunnen lezen, geeft u uw mening niet voor niets. De resultaten van de onderzoeken belanden niet ergens in een la, maar komen altijd ten goede aan de vele werkzaamheden die bij het KNGF worden uitgevoerd. Uw mening telt Als onderzoekers bekijken wij onze werkwijze kritisch en proberen we in te spelen op uw wensen. U heeft aangegeven dat u prijs stelt op een gemakkelijk toegankelijke terugkoppeling van de resultaten van de onderzoeken waaraan u meewerkt. U wilt graag horen wat de uitkomsten zijn en wat er vervolgens gebeurt met deze uitkomsten. Om aan deze wens te voldoen, zijn wij eerder dit jaar deze rubriek gestart. Daarnaast werken wij achter de schermen aan een verbetering van de terugkoppeling via FysioNet. U wilt (gemiddeld) maximaal 13 minuten besteden aan een vragenlijst. Wij kijken daarom altijd kritisch naar de lengte van de enquête die wij aan u voorleggen. En wij zorgen ervoor dat u, als dat enigszins mogelijk is, niet voor meerdere onderzoeken tegelijkertijd wordt uitgenodigd. We hopen dat u ook in de toekomst bereid blijft om uw mening kenbaar te maken. Zo kunnen wij als KNGF ook daadwerkelijk rekening houden met uw wensen. Wij willen u dan ook hartelijk bedanken voor uw medewerking!

FysioPraxis | januari 2013

VAN WETEN NAAR DOEN.indd 10

09-01-13 12:36


11

OVERIG KORT NIEUWS

KORT NIEUWS KIJKEN, LEZEN, LUISTEREN EN SURFEN

LEZEN

LUISTEREN

Bekkenpijn tijdens en na de zwangerschap

Dutch Pain Society congress 2013

Tijdens haar eigen zwangerschappen had Cecile Röst last van ernstige bekkenpijn. Deze persoonlijke ervaring combineerde ze met haar professionele kennis als orthopedisch manueel therapeut. Zo kwam zij met een effectieve aanpak van bekkenpijn.

De afgelopen 15 jaar heeft Röst veel wetenschappelijk onderzoek verricht en inmiddels wordt de Röstmethode toegepast door patiënten en hulpverleners. In de behandeling staat niet het bestrijden van de pijn centraal, maar het weer doeltreffend kunnen gebruiken van het lichaam. De Röstmethode kan worden toegepast tijdens de zwangerschap, bij vrouwen in de overgang, bij mannen en vrouwen met chronische pijnproblemen in onderrug of bekken, en ook bij kinderen met bedplasproblemen of pijnklachten in de bekkenregio. In deze derde herziene druk is de basistherapie aangevuld met behandeltechnieken uit andere methodes die kunnen worden toegepast bij patiënten met afwijkende of meer complexe klachten. Op de dvd staat een compleet behandelprogramma voor therapeuten en medisch professionals.

The Dutch Pain Society or- 2013 ganiseert op 20 april een multidisciplinair congres voor leden en overige belangstellenden. Het thema is ‘Van multi naar meer, Dutch Pain Society in nieuwe tijden’. DPS congres Iedereen die geïnteresseerd is in de multidisciplinaire diagnostiek en behandeling van acute en chronische pijn is van harte welkom. De Dutch Pain Society is een multidisciplinaire vereniging waar alle professionals in de pijn elkaar kunnen ontmoeten, van elkaar kunnen leren en kunnen netwerken. Het programma bestaat uit plenary lectures in de ochtend gevolgd door simultane workshops in de namiddag. Het congres vindt plaats in het congrescentrum de ReeHorst in Ede.

KoStEn En bEtalingSvooRwaaRDEn Registratiekosten

Call for abstracts:

Inschrijvingen voor 15 januari 2013 verpleegkundigen geen lid DPS en wil lid worden verpleegkundigen lid DPS verpleegkundigen geen lid DPS

€ 125 € 75 € 100

tijdens het congres wordt de mogelijkheid geboden om een poster te presenteren. ook een poster die u presenteerde op een internationaal congres in 2012 of 2013 mag gepresenteerd worden. op deze wijze hopen wij dat uw werk aan collega`s in nederland bekendheid krijgt. abstracts kunnen worden ingediend, via de website, tot uiterlijk 26 januari 2013. tijdens het congres zal de postercommissie de eerste, tweede en derde beste poster bekend maken. alle abstracts worden opgenomen in een abstract boek.

Paramedisch geen lid DPS en wil lid worden Paramedisch lid DPS Paramedisch geen lid DPS

€ 150 € 100 € 125

Bereikbaarheid:

artsen geen lid DPS en wil lid worden artsen lid DPS artsen geen lid DPS

€ 250 € 200 € 225

inschrijvingen ontvangen vanaf 15 januari 2013 verpleegkundigen geen lid DPS en wil lid worden verpleegkundigen lid DPS verpleegkundigen geen lid DPS

Per openbaar vervoer (trein): Hotel en Congrescentrum de Reehorst is per trein uitstekend bereikbaar (station Ede-wageningen ligt op 5 minuten lopen van het congrescentrum. Per auto: voor een routebeschrijving kunt u terecht op www.reehorst.nl. De Reehorst heeft een eigen grote parkeerplaats waar u tegen geringe betaling (parkeermunten zijn bij de receptie te koop) uw auto kunt parkeren.

€ 175 € 125 € 150

Congressecretariaat:

Paramedisch geen lid DPS en wil lid worden Paramedisch lid DPS Paramedisch geen lid DPS

€ 200 € 150 € 175

artsen geen lid DPS en wil lid worden artsen lid DPS artsen geen lid DPS

€ 300 € 250 € 275

Het ledentarief geldt alleen indien u lid bent van de Dutch Pain Society. indien u inschrijft voor het congres als ‘geen lid wil en lid worden’ dan zijn bij de registratiekosten voor het congres de kosten voor het lidmaatschap van Dutch Pain Society voor het jaar 2013 inbegrepen. De bedragen zijn inclusief administratiekosten, restauratieve voorziening en abstract boek. incasso vindt plaats d.m.v. het afgeven van een éénmalige machtiging. De betaling wordt geboekt op bankrekening 13.82.73.154 CMSH inzake DPS Congres 2013 onder vermelding van uw registratienummer.

Registratie:

alle deelnemers dienen zich digitaal in te schrijven via het registratieformulier op de website www.dutchpainsociety.nl

Inschrijf- en annuleringsvoorwaarden:

De congresregistraties worden in opdracht van de Dutch Pain Society verricht door Congress & Meeting Services Holland. Zij schrijven deelnemers op volgorde van ontvangst van de digitale inschrijving in. bij schriftelijke annulering vóór 15 februari 2013 worden de deelnemerskosten minus € 30,- administratiekosten gerestitueerd. vanaf 15 februari 2013 vindt geen enkele vorm van restitutie plaats en blijft u de volledige deelnemerskosten verschuldigd. Er kan eventueel wel een vervanger worden aangemeld.

Bekkenpijn tijdens en na de zwangerschap (voor professionals met dvd) kost € 49,50 en is uitgegeven door Reed Business.

van multi naar meer

in nieuwe tijden

Locatie

Hotel en Congrescentrum

Mw. Sanne van den biggelaar-van wienen en Frencis van den nieuwenhof Postbus 957 5600 aZ Eindhoven tel. 040 2113663 fax. 040 213 40 10 dutchpainsociety@congresservice.nl rekeningnummer 13.82.73.154 t.a.v. Congress & Meeting Services Holland inzake DPS congres 2013 iban: nl60Rabo 0138273154 biC: Rabonl2U

De Reehorst, Ede Organisatie

Dutch Pain Society

Wetenschappelijke programma commissie Rianne van boekel (v&vn Pijnverpleegkundigen) adriaan van Es (nHg) gertie Filippini-de Moor (nva) gerbrand groen (nva) Joost Jongen (nvn) Jan Passchier (niP) Jacob Patijn (nvn) Michiel Reneman (KngF) Rita Schiphorst Preuper (vRa) Jeanine verbunt (vRa) Kris vissers (voorzitter) (nva) arjen van wijk (aCta) Frank wille (nva) Rianne de wit (v&vn Pijnverpleegkundigen) Harriet wittink (KngF)

Zaterdag 20 April 2013 www.dutchpainsociety.nl

Inschrijven kan op www.dutchpainsociety.nl.

LEZEN Boekbespreking Begrijp de Pijn In 2012 verscheen de Nederlandse editie van Explain Pain, het boek van David Butler en Lorimer Moseley, vertaald door Bart van Buchem en Mark Langerhorst (beiden fysiotherapeut). Hoewel het in 2003 verschenen boek nooit is herzien en er sinds die tijd veel nieuwe kennis is vergaard in de pijnwereld, blijft het boek in veel opzichten zeer de moeite waard. De informatie over pijn en pijnfysiologie zal voor een deel van de therapeuten en artsen bekend terrein zijn, maar het boek biedt daarnaast waardevolle kennis omtrent het communiceren over pijn. Ook de rol van het pijngeheugen en het brein in het voortbestaan van klachten komt uitgebreid aan de orde (‘zonder brein geen pijn’). Informatie over belangrijke sleutelfuncties kan de patiënt inzicht verschaffen, en daarmee kan onnodige angst worden weggenomen en het gevoel van controle toenemen. Het besef dat het brein een grote

rol speelt bij pijn biedt natuurlijk ook mogelijkheden voor behandeling. Voorwaarde voor het slagen van therapieën die hier gebruik van maken – denk bijvoorbeeld aan cognitieve gedragstherapie, ‘graded exposure’-therapie en spiegeltherapie – is dat de patiënt begrijpt welke invloed de hersenen kunnen uitoefenen op pijn.

Vier doelen

Met Explain Pain hebben de auteurs vier doelen voor ogen. Ten eerste proberen ze een brug te slaan tussen de kennis uit de neurowetenschappen en die van artsen/therapeuten en hun patiënten. Ten tweede willen ze mensen met pijn inzicht geven in wat er aan de hand is, om zo hun angst te verminderen. Het derde doel is om patiënten te helpen de juiste keuzes te maken bij het omgaan met en de behandeling van hun pijn. Ten slotte worden de pijnbehandelingsmodellen samengevat en worden

handvatten geboden om van de pijn af te komen en het leven weer op te pakken.

Grip krijgen op pijn Het is een goede zaak dat Explain Pain nu ook in het Nederlands verkrijgbaar is. Het boek mag niet ontbreken in de bibliotheek van artsen en therapeuten die patiënten met chronische pijn behandelen. En voor patiënten kan het een hulpmiddel zijn om meer grip te krijgen op hun pijn. Het boek is te bestellen via duchatteau@lsj.nl. Han Marinus, bewegingswetenschapper/ epidemioloog, afdeling Neurologie, LUMC, Leiden. FysioPraxis | januari 2013

OVERIG KORT NIEUWS.indd 11

09-01-13 12:54


12

nieuwe praktijken

Physician Assistant

PA’s veroveren steeds meer terrein De Physician Assistant, kortweg PA (spreek uit: ‘Pie-Ee’) verovert steeds meer een eigen gerespecteerde plek binnen de gezondheidszorg. Dat is niet alleen te danken aan de gedegen medische opleiding, maar ook aan de imposante bagage die de PA’s stuk voor stuk met zich meedragen: na hun HBO-bacheloropleiding moeten ze minimaal twee jaar werkervaring opdoen in hun eigen vakgebied, waarna ze tweeënhalf jaar bikkelen voor hun master PA. Wie dat tot een goed einde brengt, heeft heel wat in zijn mars. En werkgevers weten dat. Tekst: Marjam Overmars | Beeld: Robert Jan Stokman Fotografie

FysioPraxis sprak met drie voormalige fysiotherapeuten die nu tot hun volle tevredenheid werken als Physician Assistant. Mireille de Wissel (41) is PA op de afdeling traumatologie en chronische pijn in het Militair Revalidatie Centrum (MRC) Aerdenburg in Doorn en Jeroen Rekveldt (41) en Lisa Wolters-Kasperink (33) zijn respectievelijk PA orthopedie en PA chirurgie-traumatologie in de Isala klinieken in Zwolle.

Behoefte aan meer verdieping Alle drie hebben ze de masteropleiding aan de Hogeschool Utrecht gevolgd (maar wel in verschillende jaren) en alle drie deden ze dat uit een behoefte aan meer verdieping. Lisa was na acht jaar klinisch fysiotherapeut, waarin ze diverse nascho-

seren, een plan te maken en daar actie op te ondernemen. Dat kan als PA.” Mireille was destijds (ze begon in 2005) de eerste PA überhaupt in de revalidatiegeneeskunde, dus moest ze haar gewenste toekomstige functie goed doorpraten met het management en de revalidatieartsen in het MRC Aerdenburg. Bij alle drie werd de opleiding deels bekostigd door de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en deels door de werkgever.

Tweeëneenhalf jaar flink aanpoten

Alle drie hebben ze de opleiding keurig afgerond in de 30 maanden die

Mireille de Wissel: ‘Ik fungeer nu als spin in het web voor het hele behandelteam en daarnaast overleg ik veel met specialisten in ziekenhuizen.’ lingen op het gebied van traumatologie volgde, toe aan ‘een nieuwe uitdaging’. Ze zat net te dubben over bewegingswetenschappen toen het hoofd van de afdeling traumatologie haar benaderde voor de functie van Physician Assistant. “Ik heb gesolliciteerd en de baan gekregen.” Jeroen is zelf naar de orthopeden toegestapt met een kant en klaar plan. “De fysiotherapeutische behandeling bij onze orthopedische patiënten is redelijk protocollair. Ik vind het leuker om bij een patiënt een probleem te analy-

ervoor staan. Vier dagen werken als assistent in opleiding en één dag naar school. Het was flink aanpoten. “Je moet goed de hoofd- en bijzaken van elkaar weten te scheiden”, vindt Lisa. “Dan is de hoeveelheid leerstof goed te behappen.” Jeroen en Lisa hebben hun stages voornamelijk in de Isala klinieken gedaan, terwijl Mireille telkens vier weken in andere instellingen bezig was. “Korte, maar intensieve stages”, volgens Mireille. “Je krijgt een breed beeld van de geneeskunde omdat je als

FysioPraxis | januari 2013

NIEUWE PRAKTIJKEN.indd 12

09-01-13 12:43


13

generalist wordt opgeleid. De bedoeling is dat je op je werk de diepte ingaat en je specialiseert.” “De stages volgen direct op de theoretische blokken, dat is heel effectief”, vult Jeroen aan. “Je wordt op alle vlakken in sneltreinvaart opgeleid.”

Werkzaamheden De Physician Assistants werken als zaalarts in de kliniek. Hun werk is te vergelijken met dat van arts-assistent. In het MRC worden zelfs geen artsassistenten meer aangenomen, deze taken worden inmiddels volledig door Mireille en twee collega-PA’s verricht. “Beter voor de continuïteit en daardoor de kwaliteit van de zorg”, zegt Mireille. Daarnaast zien ze ook patiënten op de polikliniek. Jeroen heeft zijn eigen patiënten, “met altijd de back-up van de orthopeed natuurlijk”, terwijl Mireille hecht samenwerkt met de revalidatiearts. “Onze patiëntenpopulatie bestaat voor 60 procent uit militairen en 40 procent uit burgers. Ik zie relatief veel militairen met complex letsel ten gevolge van een bermbom. De verwondingen zijn specifiek: fracturen, amputaties, wonden, scherven in het lichaam. In de revalidatie is het een aparte categorie: ernstig letsel, maar in de basis zijn de patiënten jong, gezond en sportief. Ze moeten een nieuwe invulling vinden in hun leven en ik begeleid ze door dat proces, samen met een multidisciplinair team. We gaan ver in de revalidatie, we mikken hoog.” Lachend, maar wel serieus: “Het liefst hebben we dat ze meedoen aan de Paralympics.” Lisa draait niet alleen poliklinieken, maar staat ’s middags

Lisa Wolters-Kasperink:
 ‘Ik kijk verder dan de gebroken heup, ik zie de patiënt erachter en heb meer tijd voor hem of haar.’

Links: Mireille de Wissel, PA op de afdeling traumatologie en chronische pijn, Militair Revalidatie Centrum (MRC) Aerdenburg in Doorn. Rechts: Lisa Wolters-Kasperink, PA chirurgietraumatologie, Isala klinieken in Zwolle.

ook regelmatig op de Spoedeisende Hulp (SEH), afgewisseld met poliklinische operaties.

Samenwerken met fysiotherapeuten Hun achtergrond maakt het samenwerken met de fysiotherapeuten zonder meer eenvoudiger. De contacten gaan soepel, ze ‘spreken dezelfde taal’ en interpreteren de vragen meteen in de juiste richting. Lisa: “Een fysiotherapeut vroeg me bij een patiënt met uitgebreid trauma of er tijdens een reoperatie, dus peroperatief, gekeken kon worden hoe ver de knie passief doorgebogen kon worden. Dan wist hij waar hij actief naartoe kon werken. Dat vond ik een relevante vraag, niet alle artsen begrijpen dat meteen.” Daar komt bij dat PA’s voor iedereen laagdrempelig toegankelijk zijn, ook voor verpleegkundigen en patiënten. Lisa: “Mijn kamer is op de verpleegafdeling Traumatologie.” Mireille: “Ik heb ’s ochtends en ’s middags inloopspreekuur. >> FysioPraxis | januari 2013

NIEUWE PRAKTIJKEN.indd 13

09-01-13 12:43


Evidence Based Practice MSc/Drs START 12E ACADEMISCH JAAR SEPTEMBER 2013

Tweejarige universitaire deeltijd masteropleiding tot klinisch epidemioloog (medisch wetenschappelijk onderzoeker) voor medici, paramedici, verpleegkundigen en verloskundigen

Fysiotherapie op meesterlijk niveau!

Bridging healthcare and science

Master Musculoskeletaal

■ ■

een eersteklas carrièrestap als startpunt naar een hoog wetenschappelijk niveau modern en actueel onderwijs met een multidisciplinaire benadering (inter)nationaal gerespecteerd en NVAO-geaccrediteerd locatie Faculteit der Geneeskunde - AMC

Master Arbeid & Gezondheid Master Revalidatie bij Chronische Aandoeningen

Voor contact, voorlichtingsdata, informatie en aanmelding:

www.amc.nl/masterebp

saxion.nl

Accreditatievrijstelling voor een deelregister naar keuze 003-0376 Advertentie Master Fysiotherapie 90x132.indd 1

CURETApE

BSN MEDICAl

CHEMODIS

MUEllER

TOCO THOlIN

08-01-13 12:30

FOxx

BIJ TRADE MED BENT U IN GOEDE HANDEN Uw partner voor: • BHV-artikelen • EHBO-artikelen • Fysiotherapie-artikelen • Medische artikelen • Sportmedische artikelen • Sportverzorgingsartikelen • Zelfzorgartikelen • Praktijkinrichting

www.TRADEMED.Nl Trade Med B.V. • Weteringstraat 15-1 • 7041 GW ’s-Heerenberg • T. 0314 674000 • F. 0314 674009 • E. info@trademed.nl

•FP-01 advertenties.indd 4

09-01-13 12:30


n i e u w e p r a k t ij k e n

15

Masteropleiding PA De masteropleiding Physician Assistant duurt 30 maanden. Het onderwijsprogramma bestaat uit tien lesblokken van elk 10 weken die gerelateerd zijn aan patiëntencategorieën. In zes van de tien blokken loopt de student stage op een andere afdeling. Jaar 1 - De eerste stap op weg naar PA - Patiënt met inwendige aandoeningen - Patiënt met chirurgische aandoeningen - Acuut zieke patiënt Jaar 2 - Chronisch zieke patiënt - Psychiatrische en neurologische patiënt - Oudere patiënt - Vrouw en kind Jaar 3 - Verdieping - Afstudeerfase Bron: Hogeschool Utrecht.

Jeroen Rekveldt: ‘De fysiotherapeutische behandeling bij orthopedische patiënten is redelijk protocollair, ik vind het leuker om bij een patiënt een probleem te analyseren, een plan te maken en daar actie op te ondernemen.’ En ik zie patiënten soms samen met de fysiotherapeut.” Hebben ze profijt van hun opleiding fysiotherapie? Daarop antwoorden ze volmondig ‘ja’. Jeroen: “Voor mij is het specialisme orthopedie natuurlijk makkelijker dan wanneer ik in de cardiologie was gaan werken. Ik hoefde niet veel bij te leren voor de riedel anamnese, onderzoek, conclusie en beleid.” Lisa: “Ik ben er goed in om de patiënt te benaderen op patiëntniveau. Ik merk dat ik medische zaken makkelijker verwoord dan iemand die net uit de collegebanken komt en begint als arts-assistent.” Mireille: “Ik ben al gewend hands-on te werken, maar nu doe ik het vanuit de medische invalshoek.”

Toegevoegde waarde De PA’s nemen een deel van de zorg van de specialisten over, zodat deze meer tijd hebben voor hoogspecialistische zorg. Jeroen vertelt dat hij meer expertise heeft gekregen in onderdelen van de orthope-

Jeroen Rekveldt, PA orthopedie, Isala klinieken in Zwolle.

die. “Een aantal dingen kan ik nu beter. Ik durf te stellen dat ik meer handigheid heb in infiltraties en puncties onder röntgendoorlichting dan mijn collega’s arts-assistenten en orthopeden.” Lisa ziet dat zij ook nieuwe taken op zich neemt. “Een chirurg is vooral een doener, ik heb er lol in om bij een patiënt visite te lopen. Ik kijk verder dan de gebroken heup, ik zie de patiënt erachter en heb meer tijd voor hem of haar.” Mireille vindt dat de kracht vooral zit in de samenwerking met de revalidatiearts. “Patiënten kunnen bij mij binnenlopen en ik heb meer tijd om uitleg te geven en een steuntje in de rug te bieden. Ik coördineer de dagelijkse zorg op de afdeling met de verpleegkundigen, terwijl de arts eindverantwoordelijk is en het hele proces in de gaten houdt.”

Aanraden Hebben ze een advies voor aspirant Physician Assistants? “Als je al in een bepaald vakgebied werkzaam bent”, aldus Jeroen, “is de overstap makkelijker. Orthopedie is een logische stap, maar ik kan me voorstellen dat een bekkenbodemfysiotherapeut PA wordt bij gynaecologie of urologie. Maar je moet je wel goed realiseren dat je echt geen fysiotherapeut meer bent als Physician Assistant.” Lisa: “Ik vond de acute instabiele traumapatiënt altijd al interessant en werkte daarom als fysiotherapeut veel op de ic en de afdeling chirurgie. Als je PA denkt te worden, ga dan vast werken met de patiëntengroep die jou aanspreekt.” En je moet wel echt geïnteresseerd zijn in medisch handelen en in samenwerken, vindt Mireille. “Ik fungeer nu als spin in het web voor het hele behandelteam en daarnaast overleg ik veel met specialisten in ziekenhuizen.” FysioPraxis | januari 2013

NIEUWE PRAKTIJKEN.indd 15

09-01-13 12:43


16

o p v at t i n g e n

Fysiotherapie is voor de rijken” Tekst: Marjam Overmars

‘Het systeem is erg lastig te begrijpen’

‘De zorgverzekeraar is veel duurder uit met een operatie’

Fysiotherapie is er natuurlijk voor iedereen, niet alleen de rijken. Maar helaas dreigt de stelling waar te zijn voor mensen met een lage sociaaleconomisch status. We hebben in het zorgstelsel niet alleen te maken met een eigen risico en het feit dat fysiotherapie in de aanvullende verzekering zit, maar er zijn ook andere barrières. Zo is het systeem op zich heel lastig te begrijpen, worden verzekerden door de callcenters van verzekeringsmaatschappijen onvoldoende of verkeerd voorgelicht en hebben patiënten soms verkeerde ideeën. Ze denken bijvoorbeeld dat ze verzekerd zijn omdat ze een verwijzing hebben. Het KNGF en fysiotherapeuten doen hun best om patiënten goed te informeren, maar dit lukt niet altijd. Ik werk in Lombok, een kleurrijke stadswijk in Utrecht. Ik zie rijke en veel niet-rijke patiënten, mensen met goede en met beperkte gezondheidsvaardigheden. Er zijn duidelijk verschillen. De jonge, hoog opgeleide mensen hebben inzicht in het systeem en maken weloverwogen keuzes. Voor hen blijft fysiotherapie toegankelijk. Voor de groep met minder geld, minder vaardigheden – vaak allochtonen, ouderen, mensen met weinig opleiding – is fysiotherapie minder of soms zelfs niet meer bereikbaar. Ik pleit voor fysiotherapeutische zorg die voor iedereen toegankelijk is. Het gat voordat de chronische indicatie ingaat, moet gedicht worden. En het is verkeerd dat de lijst van chronische indicaties steeds korter wordt. Binnen de Werkgroep fysiotherapeuten Achterstandsgebieden Utrecht (WAU) zijn we in samenwerking met de Hogeschool Utrecht een applicatie aan het ontwikkelen waarmee ook mensen met weinig gezondheidsvaardigheden vragenlijsten zelfstandig, zonder hulp van anderen, kunnen beantwoorden. Op die manier kunnen we voor iedereen een doelgericht behandelplan opstellen en tot een goede klachtenregistratie komen. Dit is een zinvolle bijdrage aan goede fysiotherapie voor iedereen.”

Het klopt wel dat de toegankelijkheid van fysiotherapie steeds meer wordt bepaald door het feit of mensen zich een aanvullende verzekering kunnen veroorloven, ofwel zelf de behandelingen kunnen betalen. Ik ben aangesloten bij ClaudicatioNet en krijg veel verwijzingen van vaatchirurgen voor mensen met arterieel vaatlijden die looptherapie moeten volgen. Het is een chronische indicatie, maar de eerste twintig behandelingen worden niet via de basisverzekering vergoed. Ik heb nu al verschillende keren meegemaakt dat mensen komen voor de intake, vervolgens begrijpen dat ze niet verzekerd zijn en dan noodgedwongen afhaken omdat een behandeling te begrotelijk is – ze zijn immers al gauw 600 euro kwijt. Ze gaan weer terug naar de vaatchirurg met de mededeling: looptherapie is te duur. Ik vind dat erg. Looptherapie is de ‘eerste keus behandeling’ voor mensen met claudicatio. Het kent weinig risico’s, is effectief en vooral: kosteneffectief. Een patiënt die teruggaat naar de vaatchirurg en vervolgens geopereerd wordt (dotteren, stents) is veel duurder voor de verzekering! Bovendien geeft de fysiotherapeut ook nog eens leefstijladviezen. Wij helpen mensen met motiverende gespreksvoering om te stoppen met roken, de vaatchirurg niet. Ik geef zelf ook altijd door aan de vaatchirurg dat mensen geen looptherapie volgen omdat het te duur voor ze is. Ik hoor daar nooit wat op. Misschien ligt hier een taak voor het KNGF: zou deze kwestie niet aangekaart kunnen worden bij de zorgverzekering?”

Elli van Leeuwen (53) is fysiotherapeut en bekkenfysiotherapeut bij Adphys Fysiotherapiecentrum Lombok in Utrecht en lid van de Werkgroep fysiotherapeuten Achterstandsgebieden Utrecht (WAU).

Ivonne Silvis (57) is fysiotherapeut in Rotterdam en actief binnen het ClaudicatioNet en ParkinsonNet.

FysioPraxis | januari 2013

OPVATTINGEN.indd 16

09-01-13 12:48


17

” ‘We moeten binnen de fysiotherapie meer de preventiekant op’

‘De eerste drie consulten moeten in de basisverzekering zitten’

Wij fysiotherapeuten moeten ervoor zorgen dat deze stelling niet waar wordt. Er liggen voldoende kansen voor ons. Uiteraard bestaat voor mensen aan de onderkant van de samenleving het gevaar dat we straks niet meer bereikbaar zijn. Het gaat dan vaak om mensen met complexe aandoeningen, wat voor een groot deel te maken heeft met hun leefstijl. Daarom moeten we binnen de fysiotherapie meer de preventiekant op en niet blijven hangen in de curatie. Als wij beter voor het voetlicht brengen dat fysiotherapeutische preventie bij uitstek een middel is binnen de gezondheidszorg om op een goedkope manier erger te voorkomen, dan zou – en dan denk ik even out of the box – leefstijlbegeleiding misschien wel in de basisverzekering kunnen worden opgenomen. Nederland moet keuzes maken om te voorkomen dat we vastlopen in de gezondheidszorg en daarbij meer gebruikmaken van fysiotherapie. Wij zijn immers relatief goedkoop vergeleken met ziekenhuizen en dure opnamen. We volgen grotendeels de Angelsaksische samenleving. Wat er gebeurt in Amerika, volgt in Nederland met een vertraging van 5 tot 10 jaar. De hele maatschappij wordt qua leefstijl passiever en mensen worden te dik. We laten dat nu een beetje liggen, maar daar moeten we dus op inzetten in plaats van het over te laten aan de wellnessbranche. Fysiotherapeuten met hun kennis en kunde zijn daarvoor veel beter geschikt. Kunnen we de fysiotherapie niet anders organiseren? We zouden makkelijk met assistenten kunnen gaan werken, bijvoorbeeld bij het begeleiden van een fietsprogramma binnen een zorgplan. Binnen de geneeskunde wordt al langer met gedelegeerde verantwoordelijkheid gewerkt, en binnen de fysiotherapie zou dat ook perfect kunnen. Als we het anders inrichten, kan het misschien nog goedkoper en dan word je interessant voor de markt. En nou niet met zijn allen naar het genootschap kijken; het genootschap dat zijn we zelf!”

Een bizarre stelling. De fysiotherapeut is DE generalist hulpverlener binnen de gezondheidszorg op het gebied van het disfunctionerend bewegen. Ongeacht de financiële status zou deze basale vorm van gezondheidszorg voor iedereen bereikbaar moeten zijn, net zoals huisartsenzorg. Ik vind dat iedereen binnen de eerste lijn de mogelijkheid zou moeten hebben om voor twee of drie consulten toegang tot fysiotherapie te hebben, om in te kunnen schatten of en in hoeverre een fysiotherapeutische interventie kosteneffectief, doelmatig en veilig kan zijn. Vervolgens moet de patiënt zelf de keuze hebben of hij zichzelf daarvoor aanvullend wil verzekeren, of dat uit eigen middelen wil bekostigen. Bekeken vanuit het solidariteitsprincipe van het Nederlandse zorgstelsel vind ik dat fysiotherapie beperkt op de algemene middelen mag drukken, maar die beperking zou opgelegd moeten worden vanuit evidence-based practice, waarin dan gelijke delen klinische expertise, patiëntvoorkeuren en vooral ook wetenschappelijke evidentie moet zitten. Kortdurende en op maat gemaakte individuele interventies zijn de kenmerken van moderne evidence-based fysiotherapie. ‘Zorg die ertoe doet’, dat is zo’n kreet die weleens naar voren komt. Zorgverzekeraars willen dat wij een soort eenheidsworst fysiotherapie leveren aan subgroepen van patiënten. Op een recent congres in Canada rekende een vooraanstaand hoogleraar ons echter voor dat als we patiënten met aspecifieke rugklachten in subgroepen willen onderverdelen, we zo ongeveer 10.000 subgroepen nodig hebben. Daar ligt dus helemaal geen evidentie voor groepstherapie. Fysiotherapie is als kortdurende, individuele interventie vaak heel kosteneffectief, maar dan moet de patiënt actief deelnemen aan het gezondheidsproces. Het geldt overigens ook bij de meeste chronische ziektes: ook dan heeft de patiënt op kritische momenten baat bij kortdurende interventies. Kortom: de eerste twee, drie fysiotherapeutische consulten in de basisverzekering, zodat de drempel laag is – net als bij een huisartsenconsult.”

Edwin Glerum (50) is fysiotherapeut, manueel therapeut, directeur van Rehab Centre en voorzitter van de vereniging FysioTopics.

Erik Thoomes (51) is fysiotherapeut, sportfysiotherapeut en manueel therapeut in Hazerswoude, docent aan de Avans Hogeschool en bestuurslid van de International Federation of Orthopaedic Manipulative Physical Therapists (IFOMPT). FysioPraxis | januari 2013

OPVATTINGEN.indd 17

09-01-13 12:48


18

Profiel

Dr. Caroline Terwee

Hoge verwachtingen van meetinstrument PROMIS Het ‘Patient Reported Outcomes Measurement Information System’ (PROMIS) is een nieuw systeem van meetinstrumenten waarmee zowel onderzoekers als praktiserende fysiotherapeuten in de nabije toekomst over zeer efficiënte, valide en betrouwbare uitkomstmaten kunnen beschikken om verschillende aspecten van gezondheid te meten vanuit het patiëntperspectief. Dr. Caroline Terwee van het Kenniscentrum Meetinstrumenten werkt hard aan de Nederlandse validering van PROMIS. Tekst: José Hermans | Beeld: Robert Jan Stokman Fotografie

Tijdens haar studies bewegingswetenschappen en epidemiologie ontdekte Caroline Terwee een passie voor methodologie die nooit meer is overgegaan. Binnen het vakgebied van de methodologie houdt zij zich voornamelijk bezig met klinimetrie: het beoordelen van de kwaliteit van meetinstrumenten en metingen en het ontwikkelen van methoden om die kwaliteit te verbeteren. Naast collega professor Riekie de Vet is Terwee een van de weinige onderzoekers in Nederland die zich voornamelijk met de klinimetrie bezighouden. Een passie die zij makkelijk kunnen delen omdat beiden werkzaam zijn bij het Onderzoeksinstuut EMGO van de Vrije Universiteit: De Vet als hoogleraar klinimetrie en Terwee als coördinator van het Kenniscentrum Meetinstrumenten VUmc.

Gebundelde expertise Terwee: “In dit centrum is expertise op het gebied van klinimetrie, psychometrie en medische informatiekunde gebundeld. Er wordt gekeken hoe de kwaliteit van meetinstrumenten en metingen het beste kunnen worden bepaald en geoptimaliseerd. Daarnaast worden systematische reviews van bestaande meetinstrumenten uitgevoerd om de kwaliteit van deze

‘Tegenwoordig worden patiëntgerapporteerde uitkomstmaten als de belangrijkste gegevens gezien’ instrumenten in kaart te brengen. Onderzoekers kunnen op basis van deze reviews een keuze maken voor een passend meetinstrument voor hun studie.”

Outcomes movement Naast de gebrekkige methodologische kwaliteit van de oudere testen heeft er ook een verschuiving plaatsgevonden in het gebruik van de vragenlijsten in het gezondheidszorgonderzoek. Terwee: “Vroeger werd er vooral gemeten om de dokter of de fysiotherapeut van informatie te voorzien over het effect van diens handelen, tegenwoordig willen we vooral we-

ten wat de behandeling voor de patiënt betekend heeft. Deze zogenaamde ‘outcomes movement’ binnen het wetenschappelijk onderzoek heeft ertoe geleid dat tegenwoordig patiëntgerapporteerde uitkomstmaten als de belangrijkste gegevens worden gezien.” Een voorbeeld uit de fysiotherapie is het onlangs uitgevoerde onderzoek van de Neck Disability Index. De validiteit van dit instrument is bekeken alsook de kwaliteit van de Nederlandse vertaling. Omdat de validiteit tegen blijkt te vallen is nu besloten om een nieuw instrument te ontwikkelen.

Niet voldoen

“Een probleem is dat de meeste vragenlijsten die binnen de fysiotherapie en elders worden gebruikt, zijn ontwikkeld in de jaren ‘80 en ‘90. In die tijd was de methodologische kennis nog niet zo groot. Als we daar met onze huidige kennis op terugkijken, voldoen veel vragenlijsten niet aan de criteria die we tegenwoordig hanteren. De Neck Disability Index bleek de beste vragenlijst op zijn terrein, maar blijkt toch niet zo’n goede test. Dan blijft er dus geen bruikbare test meer over en moet er een nieuwe worden ontwikkeld. We hebben hiervoor subsidie ontvangen van het Wetenschappelijk College Fysiotherapie. Het duurt echter jaren om een goed instrument te ontwikkelen. Daarom is het belangrijk om gebruik te maken van de meetinstrumenten die er al zijn en die te verbeteren, in plaats van helemaal opnieuw te beginnen.” Dit betekent echter niet dat de praktiserend fysiotherapeut de Neck Disability Index nu maar meteen in de prullenbak moet gooien. Terwee: “Wij maken een onderscheid tussen het gebruik van testen voor wetenschappelijk onderzoek en het gebruik in de praktijk. Als signaleringsinstrument voor een individuele patiënt kan dit meetinstrument zeker nog van nut zijn.” Dit soort problemen speelt mogelijk ook bij andere vragenlijsten die in de jaren ‘80 en ‘90 zijn ontwikkeld, zoals de Disabilities of the Arm, Shoulder and Hand (DASH) en de Harris Hip Score.

Een must Hoewel het lastig is om geld los te krijgen voor methodologisch onderzoek vindt Terwee dat het gebruik van goede meetinstrumenten een must is – niet alleen binnen het wetenschappelijk onderzoek, maar ook in de

FysioPraxis | januari 2013

PROFIEL.indd 18

09-01-13 12:41


19

Naam: Caroline Terwee (45) Opleiding: master bewegingswetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam (1993), postdoctorale opleiding epidemiologie Vrije Universiteit Amsterdam (1995), promotie tot doctor in de medische wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam op een onderzoek getiteld ‘Quality of life in patients with Graves’ ophthalmopathy’ (2000) Huidige functie: senior onderzoeker klinimetrie aan het EMGO instituut en coördinator Kenniscentrum Meetinstrumenten van het VUMC Favoriete sport: dansen, een keer per week Passie voor: lezen Favoriete website: www.meetinstrumentenzorg.nl Inspirerende collega: Riekie de Vet, hoogleraar klinimetrie, ‘omdat wij dezelfde passie voor klinimetrie delen’

praktijk. “Zonder, kan niet!”, zegt zij stellig. “Zorgverleners moeten hun eigen handelen evalueren. Meetinstrumenten zijn daarbij een noodzakelijke aanvulling op de klinische expertise. Het is belangrijk dat zorgverleners zich erin trainen om altijd bepaalde onderwerpen aan bod te laten komen en dat kan het beste met het gebruik van gestandaardiseerde meetinstrumenten. Patiënten zijn meestal wel bereid om vragenlijsten in te vullen en het blijkt dat door het gebruik van deze lijsten de communicatie tussen patiënt en zorgverlener verbetert.”

PROMIS Voor de nabije toekomst is alle aandacht van Terwee gericht op de Nederlandse validering van PROMIS; een valide en betrouwbaar meetsysteem waarmee op zeer efficiënte wijze patiëntgerapporteerde gezondheidsuitkomsten en welzijn gemeten kunnen worden. De ontwikkeling van dit systeem is in 2004 in de Verenigde Staten gestart met financiering van het National Institue of Health. Terwee: “PROMIS kent verschillende dimensies, zoals fysiek, mentaal en sociaal functioneren. Binnen die dimensies zijn er subdomeinen bijvoorbeeld pijn, lichamelijke functioneren, angst en depressie en participatie. Het meetinstrument is ontwikkeld voor de Amerikaanse bevolking. Om te bepalen of de gebruikte parameters ook voor de Nederlandse bevolking gelden, is er validatieonderzoek nodig. Reade in Amsterdam is in juni 2012 gestart met een eerste validatiestudie van de onderdelen lichamelijk functioneren, reacties op pijn en belemmeringen door pijn bij patiënten met chronische pijn. Een andere validatiestudie van de itembank (een grote set vragen) over het lichamelijk functioneren bij patiënten met reumatoïde artritis start binnenkort bij de Universiteit Twente.”

Computer adaptief testen

Terwee is zo enthousiast over PROMIS dat zij verwacht dat het gebruik van dit meetsysteem in de toekomst vragenlijsten die gericht zijn op bepaalde lichamelijke klachten, zoals neken rugklachten wellicht overbodig kan maken. Terwee: “De vragen uit PROMIS zijn namelijk vergelijkbaar over alle patiëntengroepen heen.” Een ander groot voordeel van dit meetinstrument is dat het via de computer kan worden afgenomen. Terwee: “Dat gebeurt door middel van zogenaamd computer adaptief testen. Voor elk subdomein is een itembank (een grote set vragen) ontwikkeld. De computer kiest hier vragen uit op grond van wat de respondent bij eerdere vragen heeft ingevuld. Dat leidt ertoe dat een gering aantal vragen, drie tot zeven, net zo betrouwbaar kan zijn als twintig vragen. Op dit moment zijn zeventien itembanken van PROMIS vertaald en beschikbaar voor validatiestudies: tien voor volwassenen en zeven voor kinderen. Binnenkort komen daar nog negen itembanken bij. De volgende stap is het verkrijgen van subsidies en het zoeken naar geïnteresseerde onderzoekers en instellingen die willen meewerken aan de validatie van deze itembanken voor de Nederlandse situatie. Terwee: “Voordat er voldoende normgegevens zijn voor de totale Nederlandse bevolking zullen we drie à vier jaar verder zijn, maar dan beschikken we wel over een uniek en dynamisch meetinstrument dat steeds verder kan worden doorontwikkeld en waar bestaande instrumenten aan gekoppeld kunnen worden.”

Dr. Caroline Terwee: “Zorgverleners moeten hun eigen handelen evalueren. Meetinstrumenten zijn daarbij een noodzakelijke aanvulling op de klinische expertise.”

Meer informatie over Promis is te vinden op de website van het Kenniscentrum Meetinstrumenten: www.kmin-vumc.nl/promis. FysioPraxis | januari 2013

PROFIEL.indd 19

09-01-13 12:52


20

achter het nieuws

Werkbezoek in Apeldoorn

Fysiotherapie moet breed toegankelijk blijven Het KNGF is samen met kamerleden op werkbezoek geweest bij drie verschillende praktijken om de waarde van de fysiotherapeut tastbaar te maken voor de politiek. Uit de werkbezoeken kwam naar voren hoe patiënten baat hebben bij het bezoek aan de fysiotherapeut en hoe daadwerkelijk hun kwaliteit van leven wordt verhoogd. In het verslag van het werkbezoek met CDA-kamerlid Hanke Bruins Slot aan een Apeldoornse praktijk wordt deze meerwaarde van de fysiotherapie mooi geïllustreerd. “Als je merkt dat het fysiek beter met je gaat, word je geestelijk ook steeds sterker. Ik wil die scootmobiel en die rollator nog niet. Ik ben bij de fysiotherapeut met twee minuten wandelen begonnen, maar inmiddels ben ik zo veel sterker dat ik sindsdien niet meer in het ziekenhuis ben opgenomen.” Sjaan Kuijl is COPD-patiënt en onder behandeling bij fysiotherapiepraktijk Bos & Weide in Apeldoorn. Ze heeft een zuurstoftankje als een tas om haar schouder hangen, waarmee ze 10 uur per dag verzekerd is van lucht. Zo kan Kuijl de hele dag op pad. Ze krijgt COPD-fysiotherapie op maat, waardoor de fysieke dalen minder diep worden.

Verhalen van de patiënten

Het zijn de verhalen van de patiënten die de buitenwereld doen beseffen dat fysiotherapie breed toegankelijk en betaalbaar moet blijven voor iedereen die het nodig heeft. Neem Hetty Beekman die dankzij fysiotherapie haar baan bij een thuiszorgorganisatie heeft kunnen behouden. Ondanks dat zij sinds 1986 reumapatiënt is. “Ik werk geen 30 uur meer zoals vroeger, maar ik ben tenminste sociaal actief.” Ze vertelt dat ze daar hard voor moet werken, in beweging moet blijven.

Preventie en toegankelijkheid

Kuijl en Beekman doen hun verhaal tijdens het werkbezoek van CDA-kamerlid Hanke Bruins Slot aan de Apeldoornse fysiothe-

bepalen waar je als patiënt heen moet, is er sprake van gedwongen winkelnering.”

Fysiotherapie als verbinding Het werkbezoek brengt vertegenwoordigers van het KNGF, SaFyrA, fysiotherapeuten van Bos & Weide, hun patiënten, een fractiemede-

Hetty Beekman: ‘Ik werk geen 30 uur meer zoals vroeger, maar ik ben tenminste sociaal actief.’ werkster van het CDA uit Apeldoorn en het CDA-kamerlid om de tafel. Alle gesprekspartners hebben dezelfde ongerustheid over de toenemende vraag naar zorg in een tijd van minder middelen. Toch gaat het bij praktijkeigenaar Rogier Bos vooral over oplossingen en alternatieven die fysiotherapie kan bieden. Want door fysiotherapie vroegtijdig in te zetten, gaat de kwaliteit van leven van patiënten met aandoeningen als reuma of COPD omhoog. Bovendien kunnen op die manier hogere zorgkosten worden voorkomen, bijvoorbeeld omdat een patiënt later niet naar het ziekenhuis hoeft.

Hanke Bruins Slot: ‘Als zorgverzekeraars bepalen waar je als patiënt heen moet, is er sprake van gedwongen winkelnering.’ rapiepraktijk Bos & Weide. Preventie en de toegankelijkheid van de zorg blijken belangrijke gespreksthema’s op die herfstige maandag in november. De plannen van het nieuwe kabinet om de restitutiepolis af te schaffen noemt Bruins Slot slecht. “Het is belangrijk dat de patiënt zijn eigen keuzes mag maken” zegt ze. “Als zorgverzekeraars

Fysiotherapie is te zien als verbinding tussen politiek en patiënt, zo stelt KNGF-bestuurslid Harry Gosselink. De politiek heeft de wens dat zorg kleinschalig, laagdrempelig en in de buurt is. De fysiotherapeut levert maatwerk en doet dat bovendien kosteneffectief, zo blijkt uit recent onderzoek.

FysioPraxis | januari 2013

ACHTER HET NIEUWS.indd 20

09-01-13 12:37


21

“Daarbij is het voor de patiënt uitermate belangrijk dat de deuren tussen de zorgprofessionals onderling openstaan”, zo voegt Rian Veldhuizen (directeur KNGF) daaraan toe. “Patiënten gaan na een ziekenhuisopname zelf op zoek naar hulpmiddelen of therapieën. Soms weten ze niet eens wat er allemaal mogelijk is” legt ze uit aan Bruins Slot. “Misschien is de rollator die sommige patiënten automatisch aangeraden krijgen, helemaal niet nodig. Daar is door gerichte fysiotherapie nog zo veel gezondheidswinst te behalen.”

Better In, Better Out Maar dan moet de verzekeraar die behandeling wel vergoeden, stelt fysiotherapeut Bos. “Ik heb soms huilende patiënten aan de balie, omdat hun aanvullende verzekering al zo is uitgekleed dat de verzekeraar hun behandeling niet meer vergoedt.” Bos zou bepaalde patiënten die op korte termijn geopereerd moeten worden, graag vooraf willen behandelen zodat ze nadien sneller op de been zullen zijn – volgens het principe van Better In, Better Out. “Maar als ze dat niet bekostigd krijgen, nemen ze die preventieve maatregelen niet”, zo vertelt hij de CDA-delegatie. Looptraining

Bruins Slot pleit voor meer nationale aandacht voor preventie. De aandacht en middelen om ziektes of operaties te voorkomen, staan in het huidige politieke klimaat niet hoog op de agenda. “Als het aan mij ligt, is dat niet alleen een verantwoordelijkheid van de zorg-

verzekeraars, maar ook bijvoorbeeld van werkgevers.” En ook daar kunnen fysiotherapeuten een cruciale rol spelen, legt Veldhuizen uit aan de delegatie. “Patiënten met claudicatio intermittens (etalagebenen) bijvoorbeeld, blijken in de praktijk veel baat te hebben bij gerichte looptraining. Daarmee kunnen operaties worden voorkomen. Waarom zou je als zorgverzekeraar niet pas een

Rian Veldhuizen: ‘Het is voor de patiënt uitermate belangrijk dat de deuren tussen de zorgprofessionals onderling openstaan.’ operatie vergoeden als eerst looptraining is geprobeerd?” Bruins Slot neemt aan het einde van de bijeenkomst nog even kijkje in de praktijk waar COPD-patiënt Kuijl en reumapatiënt Beekman veel te vinden zijn. In de bijna dertig jaar dat Hetty reuma heeft, is er veel veranderd: “Vroeger hoefde ik zelf niet zo veel te doen tijdens een behandeling. Nu heb ik allerlei testen en oefeningen. Maar daardoor kan ik wel blijven werken. Daar doe je het voor.” FysioPraxis | januari 2013

ACHTER HET NIEUWS.indd 21

09-01-13 12:37


22

Wetenschap praktisch

Schedelvervorming

Gerichte interventie bij tijdige herkenning Te vroeg geboren kinderen hebben een grotere kans op schedelvervorming, in de volksmond bekend als ‘scheef hoofdje’. Dat is een van de conclusies van het promotieonderzoek van Jacqueline Nuysink. Zij promoveerde op 11 oktober 2012 aan de Universiteit Utrecht op het proefschrift Asymmetry and infants born preterm. Tekst: Frank van Geffen | Beeld: Jacqueline Nuysink

Jacqueline Nuysink is hoofd van de specialisatie Kinderfysiotherapie bij de opleiding master Fysiotherapie aan de Hogeschool Utrecht. Uit onderzoek blijkt dat 13 tot 20 procent van de kinderen die rond de uitgerekende datum geboren zijn, een voorkeurshouding van het hoofd hebben die kan leiden tot schedelvervorming. Meestal trekt deze scheve vorm vanzelf bij, maar er zijn ook kinderen die hiervoor kinderfysiotherapie krijgen of een periode een helmpje dragen. Bij een klein deel van de kinderen is de voorkeurshouding een teken van een specifieke aandoening, waarbij vroeg ingrijpen van groot belang is (symptomatische asymmetrie). Het is dus van groot belang dat kinderfysiotherapeuten dit kunnen onderscheiden. Daarom ontwikkelde Nuysink een screeningsinstrument voor kinderfysiotherapeuten om symptomatische asymmetrie (asymmetrie in het lichaam dat symptoom is

www.thinkstockphotos.com

Soms hebben kinderen gewoon een voorkeurshouding, soms is het pathologie.

van een ziekte) te herkennen bij kinderen die jonger zijn dan zes maanden. Het instrument is gemaakt met behulp van literatuurstudie en interviews met experts.

Risicofactoren

Nuysink volgde een half jaar 120 zeer vroeg geboren kinderen in het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) in Utrecht. Hieruit blijkt dat de meeste kinderen rond de oorspronkelijk verwachte geboortedatum een voorkeurshouding van het hoofd hebben. Als ze drie maanden oud zijn, gecorrigeerd voor de vroeggeboorte, is bij meer dan de helft van alle kinderen een vaak lichte schedelvervorming te zien. Als ze een half jaar zijn, is dit nog maar bij een kwart van de kinderen het geval, terwijl geen van de kinderen helmtherapie had gekregen. Kinderen die langdurig zuurstof nodig hadden na de geboorte en de kinderen die zich langzaam ontwikkelden, liepen de meeste kans op blijvende schedelvervorming. Zij hebben de aandacht van een kinderfysiotherapeut dus het hardst nodig.

Klinisch redeneren “Mijn proefschrift bestaat uit een aantal artikelen over de onderwerpen asymmetrie en te vroeg geboren kinderen”, zegt Nuysink. “De rode draad daarin is het klinisch redeneren. Soms hebben kinderen gewoon een voorkeurshouding, soms is het pathologie. In de kliniek bestond het beeld dat schedelvervorming of plagiocephalie bij te vroeg geboren kinderen vaker voorkomt, maar daar was geen onderzoek naar gedaan. We hebben kinderen dus over een langere periode gevolgd. Kinderen die worden geboren na minder dan dertig weken zwangerschap vormen zeker een risicogroep. Bij die kinderen komt schedelvervorming veel voor al is het verloop relatief gunstig. Maar wat zijn de voorspellende factoren? Het betrof relatief gezonde prematuren. Significant was dat bij kinderen die lang van zuurstof afhankelijk zijn geweest de kans dat de schedelvervorming langer blijft bestaan veel groter is. Een andere voorspellende factor was het niveau van de grove motoriek. We hebben veel metingen verricht, ook nog toen de kinderen vijftien maanden oud waren. Die hebben we gebruikt om iets te kunnen zeggen over de

FysioPraxis | januari 2013

WETENSCHAP PRAKTISCH.indd 22

09-01-13 12:38


23

‘Kinderen die langdurig zuurstof nodig hadden na de geboorte en de kinderen die zich langzaam ontwikkelden, liepen de meeste kans op blijvende schedelvervorming’ voorspelbaarheid van de motorische ontwikkeling. Heel vroege metingen zeggen dus weinig, maar metingen van rond de zes maanden zeggen wel iets over de motoriek van rond de vijftien maanden. Vroege prematuren kwamen pas later tot lopen.” Nuysink vindt vroegdiagnostiek bij symptomatische asymmetrie belangrijk. “Symptomatische asymmetrie kan andere oorzaken hebben, bijvoorbeeld een hydrocephalus of een tumor. Het is dan belangrijk om op tijd te diagnosticeren want in dergelijke gevallen kan het levensbedreigend zijn. Deze gevallen komen niet vaak voor, maar we moeten ze wel opsporen. Maar er zijn ook kinderen die een voorkeurshouding hebben vanwege een eenzijdig visusverlies of oogspieruitval. Dan moeten we

Meestal trekt de scheve vorm van het hoofdje vanzelf bij, maar er zijn ook kinderen die hiervoor kinderfysiotherapie krijgen.

niet met fysiotherapie komen, maar ligt het op het terrein van de oogarts. Vroegdiagnostiek wijst ons hierin de weg.”

Gevolgen Nuysinks onderzoek heeft vooral gevolgen voor de kinderfysiotherapeut. “Onlangs verscheen er een richtlijn van de Jeugdgezondheidszorg. Ik pleit ervoor om in die richtlijn aparte aandacht te besteden aan prematuren. Ons huidige advies bij prematuren is: richt je heel sterk op preventie en behandel met name de prematuren met langdurige longproblematiek en trage motorische ontwikkeling. Na goed klinisch redeneren, kan de kinderfysiotherapeut interveniëren en de ouders begeleiden. Het screeningsinstrument is in de praktijk te

>>

FysioPraxis | januari 2013

WETENSCHAP PRAKTISCH.indd 23

09-01-13 12:38


SvS-200x287.qxp

11-07-2005

17:01

Pagina 1

Word nu supporter Reken af met spierziekte. Giro 33322

www.spierenvoorspieren.nl •FP-01 advertenties.indd 5

09-01-13 12:30


25

Wetenschap praktisch

gebruiken maar wel met de nodige voorzichtigheid; het moet namelijk nog gevalideerd worden. Het is wel goed om er al ervaring mee op te doen. In mijn artikel staat de gebruiksaanwijzing van het instrument. Kinderfysiotherapeuten kunnen er meteen mee aan de slag, scholing is hooguit nodig voor nieuwe collega’s. In het bijscholingsprogramma voor de behandeling van asymmetrie is het instrument al ingebed.”

Vervolgonderzoek Nuysink wil graag met het WKZ blijven samenwerken in een vervolgonderzoek, waaraan ook masterstudenten kinderfysiotherapie kunnen meedoen. “Ik schrijf nu een plan voor de opzet van een normeringsstudie voor een in Nederland veelgebruikt Canadees instrument naar grofmotorische ontwikkeling van kinderen tot achttien maanden, de Alberta Infant Motor Scale (AIMS). Uit vergelijkbaar onderzoek bij andere instrumenten blijken Nederlandse kinderen anders te scoren dan bijvoorbeeld Amerikaanse kinderen. Daarom is het belangrijk om ook voor dit instrument te weten welke scores voor Nederlandse kinderen normaal zijn. Dat willen we doen net als bij het oorspronkelijke instrument in voldoende grote maandgroepen van jongens en meisjes, goed verdeeld over sociale klassen en etniciteit. Die gegevens vergelijken we met de oorspronkelijke dataset. Verder is het interessant om kinderen te volgen in de tijd. Longitudinaal onderzoek dus. De gegevens van één persoon geven namelijk toch veel variatie, ze leveren eigenlijk zelden een rechte lijn op. Meer meten is dus nodig, dan zie je patronen in de ontwikkeling. Die moet je vastleggen in plaats van een dwarsdoorsnede.”

Het proefschrift Asymmetry and infants born preterm (inclusief screeningsinstrument) is te downloaden via http://igitur-archive.library.uu.nl. Voor meer informatie: jacqueline.nuysink@hu.nl.

Visie Meer evidentie over de risico’s

J

anjaap van der Net, hoofd van het Kinderbewegingscentrum en senior onderzoeker bij de divisie Kinderen van het Wilhelmina Kinderziekenhuis, Universitair Medisch Centrum Utrecht: “De positie die zeer jonge kinderen een groot deel van de dag innemen (dit kan actief zijn maar ook passief) lijkt een rol te spelen bij de ontwikkeling van schedelasymmetrie. Als alle andere (pathologische) oorzaken uitgesloten zijn, blijft er toch een groep kinderen over met asymmetrie van het hoofd waarvoor geen verklaring is. Naar deze groep prematuren was nog weinig onderzoek verricht. Dit onderzoek heeft inzichten opgeleverd die het mogelijk maken aan deze kinderen doelmatiger zorg te verlenen. Het onderzoek leert ons dat veel prematuur geboren kinderen met aanvankelijk persisterende asymmetrie zich uiteindelijk toch normaal ontwikkelen, maar het onderzoek leert ook dat het nog niet duidelijk is waarom sommigen niet herstellen. Al met al is er nog te weinig bekend om een richtlijn op te stellen voor deze specifieke patiëntengroep. We zien wel dat kinderen in de neonatale intensivecareperiode kwetsbaar zijn. Dat werpt zijn schaduw vooruit. We moeten dus extra alert zijn op de complicaties die een kind in de eerste weken na de geboorte meemaakt. Gelukkig betreft het maar een klein percentage van de kinderen. Van oudsher hadden deze kinderen al de speciale aandacht van kinderfysiotherapeuten. Nu er wat meer evidentie is over de risico’s kunnen we dus betere keuzes maken voor de behandeling. Ook kunnen we follow-upprogramma’s beter aanpassen. Het onderzoek leert ons tevens dat de natuur zich niet laat haasten: hoe vroeger je iets wilt voorspellen, hoe groter de kans is dat je ernaast zit. Vervolgonderzoek kan zich richten op het thema van de voorspelbaarheid van een asymmetrische ontwikkeling. Dat zou dan een groot prospectief onderzoek moeten zijn, waarin meerdere grotere verbanden samenwerken in een landelijk netwerk. Onderzoek kan zich ook richten op het meer in detail kijken naar de doelmatigheid van screenings- en meetinstrumenten van de kinderfysiotherapeut. Uiteindelijk willen we met zo weinig mogelijk klinimetrie een zo goed mogelijke voorspelling doen. Het zou goed zijn als bij andere centra ook gekeken wordt of deze grote aantallen voorkomen om te kijken of de resultaten qua predictoren stand houden.”

Janjaap van der Net, hoofd van het Kinderbewegingscentrum en senior onderzoeker bij de divisie Kinderen van het Wilhelmina Kinderziekenhuis, UMC Utrecht.

FysioPraxis | januari 2013

WETENSCHAP PRAKTISCH.indd 25

09-01-13 12:38


26

C as u ï sti e k , D I A G N O S T I E K E N B E H A N D E L I N G

Case report leukoaraiose

Intensieve training bij patiënt met leukoaraiose Deze casuïstiek beschrijft en evalueert het effect van intensieve coördinatietraining na een periode van vier weken op de dynamische balans tijdens het lopen bij een 77-jarige patiënt met leukoaraiose in het cerebellum. Klinische symptomen die met leukoaraiose geassocieerd worden zijn: afname van cognitief functioneren, een verstoord looppatroon en vallen.1 Het effect van intensieve coördinatietraining op loopstoornissen ten gevolge van leukoaraiose in het cerebellum is nog niet specifiek onderzocht. Tekst: Maartje Buijssen, Janke Oosterhaven en Ina Bettman

Casusbeschrijving Historie Op 30 augustus 2009 werd bij de heer H. (77 jaar) de aortaklep vervangen door een biologische hartklep. Patiënt had postoperatief moeite met lopen: hij liep onzeker en wankel en had het gevoel geen kracht in de benen te hebben. Het lopen op de golfbaan leverde problemen op. Patiënt werd sinds januari 2010 fysiotherapeutisch behandeld. De hulpvraag luidde: ‘Ik wil me graag zeker voelen tijdens lopen op oneffen ondergrond. Ik wil graag weer veilig zelfstandig zonder hulpmiddelen lopen op de

golfbaan.’ Aanvankelijk werd gedacht dat inactiviteit en een daarmee samenhangende afname van het cardiovasculaire uithoudingsvermogen en spieratrofie ten grondslag lagen aan de loopstoornis. De fysiotherapeutische behandeling bestond in eerste instantie uit training van het cardiovasculaire uithoudingsvermogen, training van het krachtuithoudingsvermogen van de beenmusculatuur en functionele looptraining met een frequentie van twee keer per week een half uur. Deze interventie had slechts een matig effect op het onzekere, wankele gevoel dat patiënt ervoer tijdens het lopen. Na verdere diagnostiek middels een MRI-scan werd op 2 maart 2010 de volgende diag-

Tabel 1. Methodologische kwaliteit PSK en PSFS.

Patient Specifieke Klachtenlijst (PSK) Patient Specific Functional Scale (PSFS) Interne consistentie PSFS: Cronbach’s Alpha 0.972 Test-hertestbetrouwbaarheid PSFS Lage rugklachten: Pearson’s r = 0.842 Knieklachten: Pearson’s r = 0.972 Nekklachten: ICC = 0.92, 0.912 Cervicale radiculopathie: ICC = 0.822 Constructvaliditeit PSK en PSFS Fysiek functioneren subschaal van de Short-Form 36: Pearson’s r = 0.39-0.492; Roland Disability Questionnaire: Pearson’s r = 0.59-0.742; Neck Disability Index: Pearson’s r = 0.74-0.822 Responsiviteit Effect size in verbeterde groep rugpatiënten: 1.632 Effect size in niet verbeterde groep rugpatiënten: 0.732 Klinisch relevante verandering PSK bij lage rugpijn: 64%2 Klinisch relevante verandering PSK bij lage rugpijn: 18-24 mm3 ICC = Intraclass Correlation Coefficient

FysioPraxis | januari 2013

CASUÏSTIEK.indd 26

09-01-13 12:47


27

‘Na verdere diagnostiek middels een MRI-scan werd de diagnose gesteld: vasculaire ischemische afwijkingen hersenstam en cerebellum, ofwel leukoaraiose’ nose gesteld: vasculaire ischemische afwijkingen hersenstam en cerebellum, ofwel leukoaraiose.

Relevante medische gegevens, contextuele factoren en comorbiditeit Patiënt voelt zich regelmatig vermoeid en kortademig. Sinds de aortaklepoperatie is patiënt incontinent, voelt hij zich vaker neerslachtig en heeft hij moeite met concentratie en dubbeltaken. Patiënt is al jaren bekend met diabetes mellitus type II waarvoor hij tweemaal daags 500 mg metformine gebruikt. In 2006 werd middels röntgenonderzoek een inzakkingsfractuur van de vijfde thoracale wervel geconstateerd. Hij heeft af en toe milde rugpijn.

Sociaaldemografische gegevens Patiënt is gepensioneerd huisarts en woont samen met zijn echtgenote in een eengezinswoning. Hij heeft altijd veel gewandeld en speelt graag golf en bridge. Aanvankelijk heeft hij zijn hobby golf nog uitgevoerd door gebruik te maken van een golfkarretje, maar momenteel golft hij niet meer. Patiënt rijdt zelfstandig auto en loopt korte afstanden (ongeveer 1 km) met behulp van een handstok. Hij is gemotiveerd om te oefenen.

Onderzoek Patiënt geeft aan dat hij zich graag ‘zeker wil voelen’ tijdens het lopen. Om de subjectief ervaren balans tijdens het lopen op activiteitenniveau te meten is de Patiënt Specifieke Klachtenlijst (PSK) gebruikt. De balans is gemeten met de Berg Balans Schaal (BBS). Voor dit case report werd voor de PSK de probleemactiviteit ‘balans tijdens lopen’ gekozen waarna de patiënt op een 100 millimeter visueel analoge schaal (VAS-schaal) scoorde hoeveel moeite de gekozen activiteit in de afgelopen week kostte (‘geen enkele moeite’ tot ‘onmogelijk’).2 Patiënt had bij de vervolgmeting geen inzicht in zijn vorige score. De PSK komt overeen met de Patient Specific Functional Scale (PSFS) waarbij op een 11-puntsschaal wordt gescoord. De interne consistentie van de PSFS is goed (Cronbachs Alpha 0.97) bij patiënten met klachten aan de onderste extremiteit.2 De test-hertestbetrouwbaarheid van de PSFS is goed bij patiënten met lage rug-

Leukoaraiose De term ‘leukoaraiose’ komt uit het Grieks (leuko = wit en araiose = verdunning) en werd voor het eerst gebruikt in 1987 door Hachinski et al.1 De term leukoaraiose beschrijft diffuse afwijkingen in de witte stof van de hersenen.2 Pathologische bevindingen zijn: verbleking van myeline, vergroting van perivasculaire ruimten, gliose en verlies van axonen. Klinische symptomen die met leukoaraiose geassocieerd worden zijn afname van cognitief functioneren, een verstoord looppatroon en vallen.2 Van de patiënten met leukoaraiose blijkt tachtig procent enige mate van loopstoornis te hebben.3 Andere symptomen die met leukoaraiose geassocieerd worden zijn incontinentie4, stemmingsstoornissen en depressie5. Het aantal gevallen van leukoaraiose neemt aanzienlijk toe met het stijgen van de leeftijd. Vóór het vijftigste levensjaar is de prevalentie op CT-scans slechts een paar procent, waarna de prevalentie elk decennium twee tot drie keer stijgt. Bij oudere patiëntengroepen varieert de prevalentie tussen 21 procent en 100 procent, afhankelijk van de beeldvormende methode die wordt gebruikt.1

Uitspraak: lu’ko-ahr-i-o’sis

Literatuur 1. Helenius J, Tatlisumak T. Treatment of Leukoaraiosis: a futuristic view. Current Drug Targets 2007;8:839-45. 2. O’Sullivan M. Leukoaraiosis. Pract Neurol 2008;8:26-38. 3. Briley DP, et al. Cerebral white matter changes (leukoaraiosis), stroke, and gait disturbance. J Am Geriatr Soc 1997;45:1434-8. 4. Sakakibara R, et al. Urinary function in people with and without leukoaraiosis: relation to cognitive and gait function. J Neurol Neurosurg Psychiatry 1999;67:658-60. 5. Teodorczuk A, et al. White matter changes and late life depressive symptoms. The Britisch Journal of Psychiatry 2007;191:212-7.

klachten en knieklachten met een Pearson’s correlatiecoëfficiënt van respectievelijk 0.84 en 0.97 en bij patiënten met nekklachten en cervicale radiculopathie met een ICC van respectievelijk 0.91-0.92 en 0.82.2 De constructvaliditeit van de PSK en de PSFS is goed. De correlatie met de Short-Form 36 subschaal fysiek is r = 0.39-0.49, met de Roland Disability Questionnaire r = 0.59-0.74 en met de Neck Disability Index r = 0.74-0.82.2 Ook de res-

>>

FysioPraxis | januari 2013

CASUÏSTIEK.indd 27

09-01-13 12:47


28

C as u ï s t i ek , D I A G N O S TI E K E N B E H A N D E L I N G

Tabel 2. Baselinemeting. Meetinstrument

Score patiënt

Afkappunt

Referentiewaarde

BBS

43

<45 gaat bij ouderen gepaard met een verhoogde kans op vallen5

Gemiddelde score bij gezonde mannen tussen 70-79 jaar = 54 (SD 3)4

-3,7 SD gemiddelde score bij gezonde mannen tussen 70-79 jaar4 PSK ‘balans tijdens lopen’

46 mm

BBS = Berg Balance Scale; PSK = Patient Specifieke Klachtenlijst; SD = standaarddeviatie

ponsiviteit van de PSK en PSFS is goed. De effect size in een verbeterde groep rugpatiënten is 1.632 en in een niet-verbeterde groep rugpatiënten 0.732. Voor de PSK is de klinisch relevante verandering bij patiënten met lage rugpijn bepaald op 64%2 of 18-24 mm3 (tabel 1). Er is geen onderzoek gedaan naar de psychometrische eigenschappen van de PSK bij patiënten met leukoaraiose.

‘Patiënt scoorde 43 punten op de BBS, dit is onder het afkappunt van 45’ Baselinemeting Patiënt scoorde 43 punten op de BBS. Dit is onder het afkappunt van 45. Scores van <45 blijken bij ouderen gepaard te gaan met een verhoogde kans op vallen.4 Op de PSK scoorde hij 46 mm op de activiteit ‘balans tijdens lopen’ (tabel 2).

Interventie Bij cerebellaire aandoeningen kunnen de cerebellaire feedbackmechanismen tekort gaan schieten. De interventie zoals beschreven in het onderzoek van Ilg et al.5, met als doel het activeren en uitlokken van con-

trolemechanismen, werd hier als uitgangspunt genomen. Tijdens de interventie wordt de vaardigheid van de patiënt getraind om visuele, somatosensore en vestibulaire input te selecteren en te gebruiken, zodat het vermogen om te reageren op onvoorziene situaties behouden blijft en er geleerd wordt om valincidenten zo veel mogelijk te vermijden.5 Het programma bestaat uit een 4 weken durende intensieve coördinatietraining van drie sessies van 1 uur per week. Vanwege de beperkte belastbaarheid en verminderde concentratie van patiënt is de intensiteit van het programma aangepast en de tijdsduur van de oefensessies ingekort tot 30 minuten. Het oefenprogramma bestond uit de volgende onderdelen: - statische balans, bijvoorbeeld staan op één been; - dynamische balans, bijvoorbeeld uitstappen naar opzij en traplopen; - totale lichaamsbewegingen om coördinatie tussen romp en ledematen te trainen; - valpreventie en valstrategieën; - bewegingen ter contractuurpreventie. Het oefenprogramma van de patiënt is beschreven in bijlage 1 (FysioNet). Na elke oefensessie werd een Rated Perceived Exertion (RPE-)score (0-10) gevraagd om de mate van inspanning, de belastingsgraad en mate van vermoeidheid in te schatten.6,7 Een RPE-score van 5-6 staat voor een matig intensieve activiteit, waarbij een merkbare verhoging van hartritme en ademhalingsritme

Tabel 3. Resultaat. Meetinstrument

Baselinemeting

Eindmeting

Verschil

BBS

43

50

7*

PSK

46 mm

15 mm

31 mm*

* = klinisch relevant

FysioPraxis | januari 2013

CASUÏSTIEK.indd 28

09-01-13 12:47


29

‘Na het toepassen van intensieve coördinatietraining gedurende een periode van vier weken is een klinisch relevante verbetering opgetreden in de dynamische balans tijdens het lopen’ optreedt.6,7 Een RPE-score van 7-8 staat voor een zware activiteit.6,7 Patiënt gaf een gemiddelde (range) RPE-score van 6 (5-7).

Resultaat

De interventie duurde 4 weken. Na 7 weken werd de eindmeting verricht in dezelfde ruimte als de beginmeting. Patiënt scoorde 50 punten op de BBS. Dit is een klinisch relevante verbetering van 7 punten (Minimal Detectable Change = 5 punten bij een baseline score van 35-44)8 in vergelijking met de beginmeting van 43 punten. Patiënt komt met 50 punten uit boven het afkappunt van 45. Op de PSK scoorde patiënt 15 mm voor de activiteit ‘balans tijdens lopen’. Het verschil met de beginmeting is 31 mm (-67%). Op basis van de waarden die bekend zijn voor patiënten met lage rugpijn is dit een klinisch relevant verschil.2,3 Er werden geen relevante veranderingen gemeten op functioneel inspanningsvermogen, cognitief functioneren, depressie en incontinentie (bijlage 2, FysioNet) die ook het resultaat – gemeten met de PSK en BBS – zouden kunnen verklaren.

Conclusie Uit het resultaat kan worden opgemaakt dat na het toepassen van intensieve coördinatietraining gedurende een periode van vier weken een klinisch relevante verbetering is opgetreden in de dynamische balans tijdens het lopen bij deze patiënt met leukoaraiose in het cerebellum. Ten aanzien van de hulpvraag van patiënt: ‘Ik wil me graag zeker voelen tijdens lopen op oneffen ondergrond. Ik wil graag weer veilig zelfstandig zonder hulpmiddelen lopen op de golfbaan’ kan worden gesteld dat ook de subjectief ervaren moeite met ‘balans tijdens lopen’ klinisch relevant is afgenomen van 46 mm naar 15 mm op

een 100 mm VAS. Patiënt scoorde met 50 punten op de BBS boven het afkappunt van 45 waardoor wordt verwacht dat hij onafhankelijk en zonder fysieke of verbale hulp kan lopen. De data zijn verzameld bij één persoon en op basis van deze studie kunnen er vooralsnog geen uitspraken worden gedaan over de effectiviteit van de interventie. De literatuurverwijzingen, een schema van het oefenprogramma (bijlage 1) en een tabel met de resultaten van aanvullende metingen (bijlage 2) staan op FysioNet, www.fysionet.nl.

M.G. Buijssen, fysiotherapeut bij Evean Guisveld in Zaandijk, en volgt de opleiding master Fysiotherapie aan de Hogeschool Utrecht, specialisatie Geriatriefysiotherapie. Drs. J. Oosterhaven, hogeschooldocent onderzoeker Hogeschool Utrecht. W. Bettman MPT, hoofd opleiding master Fysiotherapie, specialisatie Geriatriefysiotherapie, Hogeschool Utrecht. FysioPraxis | januari 2013

CASUÏSTIEK.indd 29

09-01-13 12:47


30

test en techniek in beeld

De Berg Balance Scale

Cerebellaire atactische gang en de Berg Balance Scale Morton en Bastian onderzochten in 2003 in hoeverre stoornissen in de balans bijdragen aan de cerebellaire atactische gang.1,2 Met behulp van de Berg Balance Scale (BBS) wordt de dynamische balans gemeten. De BBS bestaat uit veertien items die apart worden geïnstrueerd of eenmaal worden gedemonstreerd. Tekst en beeld: Maartje Buijssen, Janke Oosterhaven en Ina Bettman

Bij een groep personen met een variabel niveau van stoornissen in de balans en stoornissen in de selectieve coördinatie van de benen werd gevonden dat personen met stoornissen in de balans (zonder stoornis in de selectieve coördinatie van de benen) veel kenmerken van de cerebellaire atactische gang vertoonden.1,2 De personen met stoornissen in de selectieve

‘Alle items worden uitgevoerd zonder loophulpmiddelen en met het dragen van schoeisel’ coördinatie van de benen (zonder stoornis in de balans) hadden geen significante beperkingen in het looppatroon.1,2 Balansproblemen lijken dus in sterkere mate van invloed op de cerebellaire atactische gang dan stoornissen in de coördinatie van de benen.1,2 De dynamische

Item 7 van de BBS: zelfstandig staan met de voeten tegen elkaar.

balans kan worden gemeten met de Berg Balance Scale (BBS).3,4 De dynamische balans tijdens het lopen wordt middels de BBS op een indirecte manier gemeten. Om de dynamische balans kwantitatief en objectief vast te leggen is geavanceerde apparatuur nodig, bijvoorbeeld door middel van een geautomatiseerde loopanalyse.5

Uitvoering BBS De BBS kwantificeert balans op functie- en activiteitenniveau op een ordinale schaal.6 De BBS bestaat uit veertien items die apart worden geïnstrueerd of eenmaal worden gedemonstreerd. Bij twijfel wordt de laagste score genoteerd. De patiënt krijgt te horen dat hij zijn evenwicht moet bewaren tijdens het uitvoeren van de opdracht en dat sommige opdrachten tijdgebonden zijn. Wanneer de patiënt wordt gevraagd te gaan staan is het de bedoeling dat de patiënt een parallelstand inneemt, tenzij anders vermeld. De therapeut staat naast de patiënt om vallen te voorkomen. Alle items worden uitgevoerd zonder loophulpmiddelen en met het dragen van schoeisel.7 Een verandering van 4 punten is nodig om met 95

Item 13 van de BBS: staan met één been voor.

Item 14 van de BBS: staan op één been.

FysioPraxis | januari 2013

TEST EN TECHNIEK 2.indd 30

09-01-13 12:36


31

Psychometrische aspecten van de Berg Balance Scale Methodologische kwaliteit Interne consistentie: Crohnbach’s alpha = 0.92-0.98 (CVA)6 Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid: ICC = 0.95-0.98 (CVA)6 Intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid: ICC = 0.97 (CVA)6 Test-hertestbetrouwbaarheid: ICC = 0.98 (CVA)6 Interbeoordelaarsovereenkomst en intrabeoordelaarsovereenkomst: ICC = 0.98 (ouderen)9 Validiteit bij afkappunt 45: sensitiviteit 64%, specificiteit 90% (ouderen)9 MDC = 4 punten bij score binnen 45-56 aanvankelijk; 5 punten bij een score binnen 35-44; 7 punten binnen 25-34; 5 punten bij een score binnen 0-248

CVA = cervico vasculair accident; ICC = intraclass correlation coefficiënt; MDC = minimal detectable chance

procent zekerheid te kunnen vaststellen dat een daadwerkelijke verandering is opgetreden wanneer de patiënt bij aanvang tussen de 45-56 punten scoort; 5 punten bij een score tussen 35-44; 7 punten tussen 25-34; en 5 punten bij een score tussen 0-24.8

CVA-patiënten

De interne consistentie, interbeoordelaarsbetrouwbaarheid, intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid en test-hertestbetrouwbaarheid van de BBS zijn uitstekend bij CVA-patiënten, met respectievelijk Cronbachs alpha = 0.92-0.98, ICC = 0.95-0.98, ICC = 0.97, ICC = 0.98.6 De interbeoordelaarsovereenkomst en intrabeoordelaarsovereenkomst bij ouderen is tevens uitstekend, ICC = 0.98.9 Sensitiviteit en specificiteit gemeten bij ouderen zijn respectievelijk 64 procent en 90 procent (zie kader).9

‘Balansproblemen lijken in sterkere mate van invloed op de cerebellaire atactische gang dan stoornissen in de coördinatie van de benen’

Het volledige protocol van de BBS staat in de KNGF-richtlijn Beroerte. M.G. Buijssen, fysiotherapeut bij Evean Guisveld in Zaandijk, en volgt de opleiding master Fysiotherapie aan de Hogeschool Utrecht, specialisatie Geriatriefysiotherapie. Drs. J. Oosterhaven, docent hogeschool, onderzoeker Hogeschool Utrecht. W. Bettman MPT, hoofd opleiding master Fysiotherapie, specialisatie Geriatriefysiotherapie, Hogeschool Utrecht.

Literatuur 1. Morton SM, Bastian AJ. Mechanisms of cerebellar gait ataxia. The Cerebellum 2007;6:79-86. 2. Morton SM, Bastian AJ. Relative contributions of balance and voluntary leg coordination deficits to cerebellar gait ataxia. J Neurophysiol 2003;89(4):1844-56. 3. Axer H. et al. Falls and gait disorders in geriatric neurology. Clin Neurol and Neurosurg 2010;112: 265-74. 4. Ilg W. et al. Intensive coordinative training improves motor performance in degenerative cerebellar disease. Neurology 2009;73:1823-30. 5. Vandeputte C et al. Automated quantitative gait analysis in animal models of movement disorders. BMC Neuroscience 2010;11(92). 6. Blum L, Korner-Bitensky N. Usefulness of the Berg Balance Scale in stroke rehabilitation: a systematic review. Phys Ther 2008;88:559-66. 7. Vogels EMHM et al. KNGF-richtlijn Beroerte. Suppl bij het Ned Tijdschr Fysiother 2004;5:31. 8. Donoghue D, Stokes EK. How much change is true change? The minimal detectable change of the Berg Balance Scale in elderly people. J Rehabil Med 2009;41:343-6. 9. Steffen TM, Hacker TA, Mollinger L. Age- and gender-related test performance in community-dwelling elderly people: six-minute walk test, berg balance scale, timed up & go test, and gait speeds. Phys Ther 2002;82:128-37. FysioPraxis | januari 2013

TEST EN TECHNIEK 2.indd 31

09-01-13 12:36


•FP-01 advertenties.indd 6

09-01-13 12:30


SOCIAL MEDIA

33

Hoe actief zijn fysiotherapeuten op het gebied van social media? Hoe kunnen social media op een goede manier worden ingezet en wat zijn daarvan de voor- en nadelen? In deze rubriek komen collegafysiotherapeuten aan het woord. Tekst: Lidwien van Loon

BERRY LAMPE Fysiotherapeut en eigenaar van Lampe Therapie in Emmen en partner van blessurebalie.nl. Van welke social media maak je gebruik in je praktijk en hoe zet je deze in voor je patiënten? Voor blessurebalie.nl gebruiken we vooral Twitter. We hebben veel volgers, zowel patiënten als fysiotherapeuten. Blessurebalie.nl is ontstaan vanuit de praktijk. Zoals je inloopspreekuren hebt in ziekenhuizen, zo hebben we met blessurebalie.nl ook inloopspreekuren gecreëerd bij de fysiotherapeut, via een online afsprakensysteem. Vooral voor sporters is dit ideaal. De agenda staat inmiddels voor de hele week open, niet alleen meer in het weekend. Het is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot een landelijk systeem waarin nu ook social media geïntegreerd is. Zodat je als patiënt, waar of wanneer dan ook, vanuit Facebook meteen een afspraak met een fysiotherapeut kunt plannen, ook via een app die in ontwikkeling is. De zorgverzekeraars ondersteunen het van harte. Met welk doel gebruik je social media? Met het doel om blessurebalie.nl als DTF-tool onder de aandacht te brengen bij patiënten, en patiënten te laten zien dat er nog plek in onze agenda is. Daarnaast gebruiken we social media om kennis met collega’s te delen door informatie te retweeten en interessante filmpjes te delen. Verder verstrekken we informatie aan patiënten over hun zorgverzekeringen en informeren we topsporters en de pers over innovaties die we toepassen. De reacties op hun tweets zijn verrassend en leveren ons een stroom aan nieuwe patiënten. Wat zijn de voordelen van social media? Je kunt snel veel mensen met informatie bereiken en veel nieuwe contacten aanboren. Ik denk dat veel collega’s er nog niet van doordrongen zijn hoeveel je met social media kunt doen. Door een bericht over een nieuw product of een interessant artikel te retweeten bied je collegialiteit aan. Je kunt fysiotherapie vanuit een ander perspectief onder de aandacht brengen. Dat patiënten vragen kunnen stellen over klachten, daar zijn we als praktijk nog niet

Berry Lampe

op ingesteld maar dat gaat wel komen. Daar ontkomen we als beroepsgroep niet aan. Wat zijn de nadelen van social media? Geen, ik heb ze nog niet ervaren. Je moet natuurlijk wel reageren. Wat is je belangrijkste tip als collega-fysiotherapeuten social media willen gaan gebruiken? Zodra je begint met social media, krijg je meteen de voordelen in je schoot geworpen. Dus begin ermee, en dan niet alleen zenden maar vooral delen.

facebook.com/blessurebalie twitter.com@blessurebalie linkedin.com/search-fe/group_search?pplSearchOrigin=GLHD& keywords=blessurebalie

FysioPraxis | januari 2013

SOCIAL MEDIA.indd 32

09-01-13 12:43


SAM MOET NOG VEEL LEREN.

Help hem blindengeleidehond worden. Ga naar

adopteereenpup.nl •FP-01 advertenties.indd 7

09-01-13 12:31


35

Agenda JANUARI 2013

je deskundigen die zijn uitgezonden. Zij vertellen

MEi/juni 2013

25 januari

hun ervaringen en beantwoorden vragen.

30 mei-1 juni

11e Groningen Sports Medicine Symposium

Locatie: omgeving Utrecht

1st World Congress on Pelvic Pain

UMCG

Inlichtingen: www.vso.nl

Er zal een plenaire bijeenkomst zijn met lezingen,

De focus ligt op drie onderwerpen: voetbal, hardlopen en heupblessures. Ook dit jaar is de poster-

State of the Art en posterpresentaties. Programma: Terminology, taxonomy and pheno-

sessie een belangrijk onderdeel van het programma,

MAART 2013

bedoeld om nieuwe onderzoeksresultaten op het

8 en 9 maart

The pain management team; Pain after surgery;

gebied van sportgeneeskunde te presenteren. Er

Diagnostiek en revalidatie van de schouder

Male and female chronic pelvic pain; Myofascial

is gekozen voor een ruim thema: Sports Medicine.

bij (bovenhandse) sporters

aspects; Neurology and nerve involvement;

Locatie: Universitair Medisch Centrum Groningen

Locatie: Duiven

New developments in pain research

(UMCG), Groningen

Inlichtingen: www.physioknowledge.nl of

Locatie: Beurs van Berlage, Amsterdam

Inlichtingen: www.wenckebachinstituut.nl/winkel/

tel. 06-52680218

Inlichtingen: www.pelvicpain-meeting.com

typing; Guidelines on diagnostics and treatment;

26 januari Avans+ Fysiocongres Samen vallen en opstaan

14 maart

Met bijdragen van prof. dr. Bouwien Smits-

Jaarcongres ClaudicatioNet

Engelsman, dr. Eugène Rameckers, Jessica Gal

Met een keur aan sprekers, zoals mevr. J.

(ex-judoka/ sportarts), VeiligheidNL en verschillende

Baardman (adjunct directeur Patiëntenfederatie

specialistenverenigingen van het KNGF.

NPCF), dhr. T. van Andringa de Kempenaer

februari 2013

Locatie: ReeHorst, Ede

(vaatchirurg), prof. dr. Joep Teijink (vaatchirurg,

7-10 februari

Inlichtingen: www.avansplus.nl

Catharina Ziekenhuis, Eindhoven), dhr. J. Barlage

Congres FYSIOnairs

(fysiotherapeut), mevr. W. de Kanter (allround

Een congres over fysiotherapeutische aanpak bij

26 januari

longarts, Rode Kruis Ziekenhuis) en prof. dr.

longziekten.

Symposium Fysiotherapie en Traumatologie

R. de Bie (hoogleraar fysiotherapie, Universiteit

Locatie: Davos, Zwitserland

Voor de zeventiende keer organiseren Universiteit

Maastricht).

Inlichtingen: www.davosschool.nl,

Maastricht, Hogeschool Zuyd en RGF Maasvallei

Locatie: Brabanthallen in ‘s-Hertogenbosch

www.nederland-davos.nl of tel. 06-55699566

het symposium Onderzoek in beweging. Centrale

Inlichtingen: info@claudicationet.nl

thema: traumatologie. De organisatie van het symposium biedt ook dit jaar studenten, fysiothera-

BUITENLAND

MEi 2013

peuten en onderzoekers de mogelijkheid hun

april 2013

onderzoek te presenteren door middel van een

10 april

4th International Congress on Neuropathic Pain

posterpresentatie.

Fysiotherapie 2020, samen excelleren

Topics covered will feature the most up-to-date

Locatie: Universiteit Maastricht

Verleden, heden en toekomst van fysiotherapie

information and developments in the understanding

Inlichtingen: www.onderzoekinbeweging.nl,

op het snijvlak van de tweede en de eerste lijn.

and care of patients with neuropathic pain.

conny.dezwart@maastrichtuniversity.nl

Interactief programma waarbij de meerwaarde

Locatie: Toronto, Canada

van fysiotherapie in acute en chronische zorg

Inlichtingen: www.neupsig.org, www.kenes.com/

wordt belicht.

neupsig

februari 2013 2 februari

23-26 mei

Locatie: VUmc Amsterdam Inlichtingen: www.vumc.nl/fysio2020

Radiologie voor de fysiotherapeut

OKTOBER 2013

Locatie: Ede

12 en 13 april

9-12 oktober

Inlichtingen: www.physioknowledge.nl of

MASSAGEvakBEURS 2013

EFIC Congress: Pain in Europe VIII

06-52680218

Locatie: Intres in Hoevelaken

The EFIC will announce more details and

Inlichtingen: www.massagevakbeurs.nl

information on how to register et cetera closer

9 februari

to the actual date.

Meet VSO: informatiemiddag werken in een

20 april

Locatie: Florence, Italië

ontwikkelingsland

Dutch Pain Society Congress 2013

Inlichtingen: www.efic.org

Met jouw kennis en ervaring kun je structureel wer-

Multidisciplinair pijncongres voor leden en overige

ken aan een wereld zonder armoede. Internationale

belangstellenden. Thema: ‘Van multi naar meer,

ontwikkelingsorganisatie VSO organiseert een infor-

Dutch Pain Society in nieuwe tijden’.

matiemiddag over werken in Afrika en Azië. Naast

Locatie: Congrescentrum de ReeHorst, Ede

algemene informatie wordt op een interactieve

Inlichtingen: www.dutchpainsociety.nl of

manier – specifiek voor jouw vakgebied –

congresservice@dutchpainsociety.nl

■ Nieuw toegevoegde evenementen

verteld wat de mogelijkheden zijn. Ook ontmoet

FysioPraxis | januari 2013

AGENDA.indd 35

09-01-13 12:48


36

inhoud fysiopraxis 2012

FysioPraxis 2012

Overzicht inhoud 2012 FysioPraxis 1-2012

04 Inhoud 04 Redactioneel; Plannen 2012 06 Column Eke Zijlstra; Kennismaken 06 KNGF-kort 07 Even bellen met... Lidwien van Loon 08 Kijken, lezen, luisteren en surfen 09 Overig kort nieuws 12 Nieuwe praktijken; Probeer altijd op de eerste golf te blijven 16 Opvattingen; “Ziekenhuisfysiotherapeut is onvervangbaar” 18 Uit het buitenland; Perspectief van een Nederlander in Boston 20 Test en techniek in beeld; Het hypermobiliteitssyndroom 22 Ingezonden artikel; Communicatie met laagopgeleide migranten 25 Fundamenten; Motorisch leren: heilzame variatie 26 Profiel; Eke Zijlstra 28 Forum; Beweegprogramma: what’s in a name? 30 FysioWijzer; Van richtlijnen tot interactie en serieuze spellen 32 Achter het nieuws; Accreditatie bevordert kwaliteit fysiotherapie 36 Specialistenkatern; NVMT, NVBF, NVFS, NVOF 45 Agenda 46 Overzicht inhoud FysioPraxis 2011 49 Vraag & Aanbod 50 Colofon

FysioPraxis 2-2012

FysioPraxis 4-2012

04 Inhoud 04 Redactioneel; Titulatuur 06 Column Eke Zijlstra; Glazen bol 06 KNGF-kort 07 Even bellen met... Wieke Ormel 11 Beroepsmonitor Fysiotherapie 2012 12 Overig kort nieuws 12 Kijken, lezen, luisteren en surfen 14 Nieuwe praktijken; Denk vanuit de markt 18 Opvattingen; “Behandelen bij ongezonde leefstijl is zinloos” 20 Patiënt aan het woord; Hartpatiënt pleit voor meer fysiotherapie 22 Profiel; dr. David Butler 26 Test en techniek in beeld; Motivational Interviewing (deel 3) 29 FysioWijzer; Patiëntveiligheidsprogramma 30 Wetenschap praktisch; Fysiotherapeuten dragen bij aan gedragsveranderingen 34 Achter het nieuws; FysioCongres op 2 en 3 november 2012 37 KNGF-service; Hoe zichtbaar is uw praktijk? 38 Agenda 41 Vraag & Aanbod 42 Colofon

FysioPraxis 5-2012

04 Inhoud 04 Redactioneel; De fysiotherapiepraktijk met twee sterren 06 Column Eke Zijlstra; Passie wordt herkend 06 KNGF-kort 07 Even bellen met... Rinus van Bergeijk 08 Overig kort nieuws 09 Kijken, lezen, luisteren en surfen 10 Nieuwe praktijken; Een kniepolidag in Amsterdam-Zuid 14 Opvattingen; “Zonder passie geen fysiotherapie” 16 Wetenschap praktisch; Balanceren tussen passie en burn-out 20 Test en techniek in beeld; Motivational Interviewing (deel 1) 24 Ingezonden artikel; Van beperkingen naar mogelijkheden 26 Profiel; prof. dr. Michiel Reneman 28 Achter het nieuws; Iedereen voordeel van programma V&V 30 Ingezonden artikel; Wijsheid komt met de jaren 34 Ingezonden artikel; Better safe than sorry 38 Specialistenkatern; NVFB, NFP, NVFG, NVFK, VHVL, NVFS 47 Agenda 49 Vraag & Aanbod 50 Colofon

04 Inhoud 04 Redactioneel; Marktpositionering 06 Column Eke Zijlstra; Wegwijs in beweegland 06 KNGF-kort 07 Even bellen met... Harry Gosselink 09 Van weten naar doen 10 Overig kort nieuws 10 Kijken, lezen, luisteren en surfen 12 Dossier marktwerking; Positie fysiotherapie in de markt 16 Opvattingen; “Contracteren? Ja absoluut!” 18 Nieuwe praktijken; De grootste maartschap van het noorden 22 Achter het nieuws; Goed zorgen voor morgen 24 Fundamenten; Motorisch leren: de rol van slaap 25 KNGF-service; Contracteren of niet? 26 Profiel; prof. dr. Marijke Hopman-Rock 28 Test en techniek in beeld; Motivational Interviewing (deel 4) 33 FysioWijzer; Nieuw: de buurtsportcoach 36 Specialistenkatern; NFP, NVFB, NVFS, NVMT 45 Agenda 49 Vraag & Aanbod 50 Colofon

FysioPraxis 3-2012

FysioPraxis 6-2012

04 Inhoud 04 Redactioneel; Hoe werkt fysiotherapie? 06 Column Eke Zijlstra; Het spel goed spelen 06 KNGF-kort 07 Even bellen met... Jules van Wijngaarden 10 Overig kort nieuws 10 Kijken, lezen, luisteren en surfen 12 Nieuwe praktijken; Selectieprocedure bacheloropleiding Fysiotherapie 16 Opvattingen; “Zorgverzekeraars bewaken kwaliteit fysiotherapie” 18 Wetenschap praktisch; Onderzoek naar chronische lage rugklachten 22 Test en techniek in beeld; Motivational Interviewing (deel 2) 24 KNGF-service; Inkomen zelfstandig fysiotherapeut goed verzekerd? 26 Ingezonden artikel; COPD en dagelijkse activiteit 30 KNGF-service; Versterk uw afdeling fysiotherapie! 32 Fundamenten; Motorisch leren: Old Way, New Way 33 FysioWijzer; Ketenzorg belangrijk in herziene standaard diabetes 34 Achter het nieuws; Langetermijnvisie: trendanalyse 38 Specialistenkatern; NVFB, NVFK, NVFL, NVOF, NVMT 47 Agenda 49 Vraag & Aanbod 50 Colofon

04 Inhoud 04 Redactioneel; Tegenstrijdige informatie 06 Column Eke Zijlstra; Kijkje in de keuken 06 KNGF-kort 07 Even bellen met... Simone Agema 11 Van weten naar doen 12 Overig kort nieuws 12 Kijken, lezen, luisteren en surfen 14 Casuïstiek; Mediale kniepijn bij een hardloper 18 Opvattingen; “Massage: een ondergewaardeerde interventie” 20 Wetenschap praktisch; Vroegdiagnostiek schouderklachten 24 Achter het nieuws; Wie gaat over kwaliteit? 26 Profiel; prof. dr. Jo Nijs 28 Test en techniek in beeld; Motivational Interviewing (deel 5) 32 Ingezonden artikel; Studenten ontwikkelen Handige Handen 34 FysioWijzer; Ordenen en reduceren van aantal meetinstrumenten 35 KNGF-service; Inspiratie voor meer P.I.T. 36 Specialistenkatern; VHVL, NVFK, NVFG, NVBF, NVFL, NVFS 45 Agenda 49 Vraag & Aanbod 50 Colofon

FysioPraxis | januari 2013

OVERZICHT INHOUD 2012.indd 36

09-01-13 12:35


37

FysioPraxis 7-2012

04 Inhoud 04 Redactioneel; Koersen op zelfmanagement 06 Column Eke Zijlstra; Lijf en leven 06 KNGF-kort 07 Even bellen met… Simonne de Zwart 11 Van weten naar doen; Toekomst fysiotherapie 12 Overig kort nieuws 12 Kijken, lezen, luisteren en surfen 14 Nieuwe praktijken; Bewegingsmeter helpt bij zelfmanagement chronisch zieken 16 Opvattingen; “Zelfmanagement, onze zorg?” 18 Wetenschap praktisch; Goede balans nodig bij behandeling van chronische lage rugpijn 21 Fundamenten; Motorisch leren: spiegelneuronen, imitatie en revalidatie 22 Ingezonden artikel; ‘Shared decision-making’ 25 FysioWijzer; Hoe bevorder je gezond gedrag van cliënten? 26 Profiel; prof. dr. Maurits van Tulder 28 Ingezonden artikel; Op één lijn met de allochtone patiënt 31 Forum; Beweegprogramma: what’s in a name? 32 Test en techniek in beeld; De Morton Mobility Index (DEMMI) 34 KNGF-service; Wim Roerdink 36 Achter het nieuws; Professionaliseringsslag ICT-omgeving fysiotherapeut 38 Specialistenkatern; NVFL, NVFVG, NVFS, NVMT, NVFB, NFP 47 Agenda 49 Vraag & Aanbod 50 Colofon

FysioPraxis 8-2012

04 Inhoud 04 Redactioneel; Vergrijzing 06 Column Eke Zijlstra; Verder vooruit denken 06 KNGF-kort 07 Even bellen met... Janjaap van der Net 11 Van weten naar doen 12 Overig kort nieuws 12 Kijken, lezen, luisteren en surfen 14 Nieuwe praktijken; Snelle screening en behandeling 18 Opvattingen; “Taakherschikking verbetert de kwaliteit van zorg” 20 Forum; Meten is (w)eten? 22 Wetenschap praktisch; Chronische lage rugpijn 26 Profiel; dr. Tim Takken 28 Ingezonden artikel; Werken als zzp’er steeds populairder 32 FysioWijzer; Vroegsignalering van dementie 33 KNGF-service; De fysiotherapeut en de meldcode 34 Forum; Klasse in het klasseren van LRP-patiënten? 39 Agenda 41 Vraag & Aanbod 42 Colofon

FysioPraxis 9-2012

04 Inhoud 04 Redactioneel; Richtlijnen 06 Column Eke Zijlstra; 30 Minute Cooking 06 KNGF-kort 07 Even bellen met... Guus Meerhoff 10 Van weten naar doen 11 Overig kort nieuws 11 Kijken, lezen, luisteren en surfen 12 Nieuwe praktijken; Master verandert positie fysiotherapie in ziekenhuis 16 Opvattingen; “Richtlijn leidt tot betere zorg!” 18 Profiel; dr. Philip van der Wees 20 Wetenschap praktisch; Implementatie richtlijnen: gezamenlijke verantwoordelijkheid 25 Achter het nieuws; Campagne voeren een topsport? 26 Ingezonden artikel; Richtlijn Oncologische revalidatie 31 Fundamenten; Motorisch leren: individuele verschillen 32 FysioWijzer; Multidisciplinaire samenwerking bij meervoudige problematiek 33 KNGF-service; 200 fysiotherapeuten aan het ontbijt 34 Profiel; Nico de Bruïne 38 Specialistenkatern; NVFS, NVMT, NVBF, NVOF 47 Agenda 49 Vraag & Aanbod 50 Colofon

FysioPraxis 10-2012

04 Inhoud 04 Redactioneel; Differentiëren niet discrimineren 06 Column Eke Zijlstra; Het brein is hot 06 KNGF-kort 07 Even bellen met... Arjan Visscher 11 Van weten naar doen 12 Overig kort nieuws 12 Kijken, lezen, luisteren en surfen 14 Nieuwe praktijken; Fysiotherapie online: op afstand goede zorg leveren 18 Opvattingen; “De patiënt betaalt, dus bepaalt” 20 Ingezonden artikel; Kwaliefy-indicatorenset 25 KNGF-service; IOF blijft belangrijk 26 Wetenschap praktisch; Gericht bewegen helpt bij lage rugklachten 30 FysioWijzer; Fysio-nair 2012 31 Social media; Jouri van den Broeke 33 Ingezonden artikel; Bij de dierenarts 36 Specialistenkatern; NVMT, NVFS, NVFG, NVFB, NVFL 45 Agenda 49 Vraag & Aanbod 50 Colofon

FysioPraxis 11-2012

04 Inhoud 04 Redactioneel; Ethiek 06 Column Eke Zijlstra; Fysiotherapie werkt 06 KNGF-kort 07 Even bellen met... Ellen van Voorn 11 Van weten naar doen 12 Overig kort nieuws 12 Kijken, lezen, luisteren en surfen 14 Nieuwe praktijken; Netwerk Handtherapie Noord-West 18 Opvattingen; “Ethisch werken kost tijd!” 20 Wetenschap praktisch; Conservatieve behandeling verdient meer aandacht 24 Social media; Floris van den Berg 25 KNGF-service; FysioFactor 2013 26 Test en techniek in beeld; De mate van pijngedrag bij lage rugklachten 30 Casuïstiek, diagnostiek en behandeling; Dry needling bij aspecifieke acute lage rugpijn 35 FysioWijzer; Evaluative Frailty Index for Physical activity (EFIP) 38 Specialistenkatern; NFP, NVBF, NVFK, NVZF, NVFS, VHVL, NVOF 47 Agenda 49 Vraag & Aanbod 50 Colofon

FysioPraxis 12-2012

04 Inhoud 04 Redactioneel; Oud en nieuw 06 Column Eke Zijlstra; De tijd vliegt 06 KNGF-kort 07 Even bellen met... Christine Greve 11 Van weten naar doen 12 Overig kort nieuws 12 Kijken, lezen, luisteren en surfen 14 Nieuwe praktijken; ToP-programma voor prematuur geboren baby’s 18 Opvattingen; “50% van wat we meten kun je vergeten” 20 Achter het nieuws; Verlanglijstjes voor 2013 22 Wetenschap praktisch; Verminderde rompcontrole bij mensen met lage rugpijn 26 KNGF-service; Leden praten mee over Nieuwe Routes kwaliteit en marktpositionering 28 Profiel; dr. Annelies Pool-Goudzwaard 30 Social media; Anja Eefting 31 FysioWijzer; Richtlijn ALS 32 Ingezonden artikel; Begeleiding van het Nederlands CP-voetbalteam 36 Specialistenkatern; NVFG, NVFB, NVRF, NVMT 45 Agenda 49 Vraag & Aanbod 50 Colofon

FysioPraxis | januari 2013

OVERZICHT INHOUD 2012.indd 37

09-01-13 12:35


Vakliteratuur koop je bij de specialist Kom kijken en kopen bij BSL Shop n

Onderscheidend in kwaliteit en service: 91% van de klanten recommandeert BSL Shop bij collega’s, 98% blijft bij BSL Shop bestellen;

n

Meer dan 2.000 titels voor professionals en studenten in de zorg;

n

Boeken, tijdschriften, e-books, vragenlijsten, testen, handboeken, agenda’s en meer;

n

24/7 online bestellen, levering uit voorraad in binnen- en buitenland;

n

U koopt rechtstreeks bij de uitgever: altijd de meest actuele uitgaven

BESTEL NU

Ga meteen naar www.bsl.nl

BSL Shop: de kwalitatieve bron van kennis Professionals en studenten in de zorg gaan voor relevante en betrouwbare vakinformatie naar BSL Shop. Het adres voor literatuur en lectuur voor de dagelijkse praktijk en opleidingen. Want bij BSL Shop koopt u rechtstreeks bij de uitgever. Dus beschikt u altijd over de meest actuele uitgaven en een klantenservice met kennis van zaken. Ervaar het zelf, kom kijken en kopen op www.bsl.nl

Baanbrekend. Betrouwbaar. Bohn Stafleu van Loghum.

Just_BSL_Ad_210-297_BSL-Webshop2.indd 1 •FP-01 advertenties.indd 8

13-10-2011 16:23:11 09-01-13 12:31


De complete online software voor de paramedici

Curasoft Fysio Transparante zorg door inzicht

Uw voordelen

EPD + declaratie in 1 systeem Agenda en integraal dossier

Software voor paramedici Zodat u meer tijd overhoudt voor uw cliënt

Verslagen, rapportages en communicatie EPD conform eisen KNGF Geïntegreerde boekhouding

Voor een gratis demonstratie ga naar www.curasoft.nl/paramedici Meer informatie over Curasoft Fysio kijk op www.curasoft.nl, bel 0900-28727638 of mail info@curasoft.nl

Wie sponsort mijn hart? Gezocht: donateurs Kinderhartenfonds. Draag bij aan levensreddend wetenschappelijk onderzoek en een gezondere leefstijl voor kinderen. Bel 070 - 3155638 voor informatie of kijk op www.iksteunhetkinderhartenfonds.nl

350 km in de schaduw van de Kilimanjaro Fietsen voor AMREF Flying Doctors Zélf kijken bij AMREF-projecten

eek!’ ‘Wat een gave w n dkampioen schaatse Carl Verheijen (werelheidscentrum) en directeur gezond

GREAT ADVENTURES MAGIC MOMENTS Durf jij het aan? De Kenya Classic is een sportieve en mentale uitdaging en een kans om daadwerkelijk bij te dragen aan een betere gezondheid in Afrika. De Kenya Classic rijd je voor jezelf en voor AMREF Flying Doctors.

Gegarandeerd: trots en inspiratie! Onder de Afrikaanse zon leg je in 6 fietsdagen 350 kilometer af. Tijdens deze adembenemende tocht bezoek je projecten van AMREF waarvoor je sponsorgeld hebt opgehaald.

Geef je nu op voor deze spectaculaire sponsorfietstocht!

www.kenyaclassic.com •FP-01 advertenties.indd 9

09-01-13 12:31


Afgelopen dinsdag ging de praktijk van fysiotherapeut Doornbos

online

Tijjdeelijjk aanbod! Nú iinstappppen en u krijgt 50% korting opp een deskundigge instructie p aktijjk in uw pr ). (regulier tariief 180,- euro

‘Een gezamenlijke uitstraling met behoud van de eigen identiteit. Praktijkinfo maakt dit mogelijk. Als Multidisciplinair Centrum kozen we voor een van de zes vaste ontwerpen met variatiemogelijkheden voor de onderlinge disciplines. Zo onderscheidt de website van mijn fysiotherapiepraktijk zich duidelijk in kleur van de sites van de huisarts, apotheek, diëtist en psycholoog. Groot pluspunt is het onderhoudsgemak. Ik kan de site eenvoudig zelf beheren en aanpassen wanneer het mij uitkomt.’ Wilt u ook zo’n complete website voor uw praktijk? Ga naar www.praktijkinfo.nl

Adv.PraktijkInfo_voor Fysiopraxis 210x297.indd 1 •FP-01 advertenties.indd 10

07-05-2012 11:38:24 09-01-13 12:31


Vraag en aanbod

41

Vraag & Aanbod Aangeboden Wegens omscholing ter overname aangeboden, fulltime maatschapdeel in een fysiotherapie praktijk te Breda. Het is een praktijk met 3 maten. Meer info?: S. Uppelschoten, Hoge Vucht Fysiotherapie, Kortrijkstraat 4, 4826 LX, Breda of tel. 06-24520822 Praktijkruimte te huur Amsterdam Jordaan Brouwersgracht sfeervolle ruimte te huur voor meerdere dagdelen per week, gezocht zelfstandig werkend bekkenfysiotherapeut of haptonoom, 6 verschillende paramedische specialisten aanwezig goede samenwerking, teamgeest, enthousiasme info@fysiotherapiebrouwersgracht.com Ter overname: Fysiotherapiepraktijk in de regio Utrecht. 2 parttime (loondienst)

medewerkers. Voornamelijk algemene-, bekken- en kinderfysiotherapie. Praktijkpand is te huur. Info: Dhr. W. Baart 0345 596062 of mail walter@deugdenterpstra.nl Praktijkruimte aangeboden.Omgeving EINDHOVEN. Plaats ong.12000 inw. Beschikbaar vanaf april 2013. Omvat: Entree-Wachtruimte-4 royale behandelkamers-receptie-kantoor. Uiterst centraal gelegen. Brieven onder nr. Brieven onder nummer FP02290 Workshop Myofasciale Chronische Pijn op zaterdag 2 februari 2013. Een totaal behandelconcept, gebaseerd op de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de samenhang tussen chronische pijn, spieren en bindweefsel, het immuunsysteem en het autonoom zenuwstelsel. Info op: www.biofeedbackopleiding.nl

Deze advertentierubriek is alleen voor KNGF-leden. Ga voor het plaatsen van een advertentie in de rubriek Vraag & Aanbod naar FysioNet, www.fysionet.nl > inloggen > Producten & Diensten > FysioPraxis > Vraag & Aanbod. Reactie onder nummer (linksboven op envelop) kunt u sturen naar: Bohn Stafleu van Loghum, FysioPraxis, Afdeling Vraag & Aanbod, t.a.v. Eleonora Smit, Postbus 246, 3990 GA Houten. Wanneer u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met e.smit@bsl.nl.

ADVERTENTIE

LageRUGPIJN Congres

Vrijdag 14 juni 2013 JaaRbeURs UtRecht

Meer informatie: www.bsl.nl/lagerug

CLR2013_Adv_185x132mm.indd 1

FP 01 V&A.indd 41

• • • • •

Klinische richtlijnen voor lage rugpijn Gedragsmatige behandeling van lage rugpijn Preventie en behandeling van lage rugpijn in de werkomgeving Multidisciplinaire behandeling van patiënten met chronische lage rugpijn Indelen van patiënten met lage rugpijn in subgroepen

FysioPraxis 2013 17-12-2012 11:04:39 | januari

09-01-13 12:33


42

VRAAG EN AANBOD

CONGRES

LYMFOEDEEM IN HET HUIDIGE ZORGVELD

VRAAG & AANBOD

RESERVEER IN UW AGENDA!

Donderdag 4 april 2013 JAARBEURS UTRECHT

• Diagnostiek, chirurgie en lymfoedeem • Aandacht voor ethiek & privacy en de rol van voeding • Het perspectief van de patiënt en de zorgverzekeraar

Meer informatie: www.bsl.nl/lymfoedeem LGK2013_Adv_185x132mm.indd 1

22-11-2012 11:53:13

COLOFON VA K I N F O R M AT I E V O O R D E F Y S I O T H E R A P E U T FysioPraxis is het officiële tijdschrift van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) en verschijnt 12 keer per jaar. UITGEVER

Karin Linden Bohn Stafleu van Loghum Het Spoor 2, 3994 AK Houten Postbus 246, 3990 GA Houten T: (030) 638 38 05 E: k.linden@bsl.nl I: www.bsl.nl

REDACTIE

ABONNEMENTEN NIET-KNGF LEDEN

Adri Apeldoorn Saskia Bon (hoofdredacteur) Lidwien van Loon (specialistenkatern) François Maissan Harriët Wittink

Een abonnement (incl. verzend- en administratiekosten) op FysioPraxis voor particulieren kost per jaar € 106,00 en niet-leden buitenland € 131,00 (prijswijzigingen voorbehouden). Abonnementen kunnen op iedere gewenst moment worden aangegaan. Een abonnement wordt eenmaal per jaar bij voorfacturering voor het aankomend jaar berekend en belast. Beëindiging van het abonnement is mogelijk op elk moment in het jaar, met inachtneming van een maand opzegtermijn. Indien u uw abonnement wilt stopzetten, vindt verrekening plaats met eventueel reeds betaald abonnementsgeld. U betaalt dan alleen voor de maanden waarin u abonnee bent geweest en eventueel teveel betaald abonnementsgeld wordt aan u gecrediteerd.

ADVERTENTIES

Bohn Stafleu van Loghum, advertentietarieven op aanvraag Jan Peterson T: (030) 638 39 76 E: j.peterson@bsl.nl I: www.bsl.nl/adverteerders

REDACTIEADRES

Bohn Stafleu van Loghum Postbus 246, 3990 GA Houten T: (030) 638 37 43 E: s.hoevers@bsl.nl

Eleonora Smit T: (030) 638 37 04 E: e.smit@bsl.nl

EINDREDACTIE

ABONNEMENTEN / ADRESWIJZIGINGEN

Suzet Hoevers E: s.hoevers@bsl.nl

KNGF, Postbus 248, 3800 AE Amersfoort T: (033) 467 29 00 E: ledenadministratie@kngf.nl

REDACTIERAAD

Gaston Melis, (1967) communicatie

de inhoud van de door hen geschreven artikelen en het KNGF voor het verenigingsnieuws. AUTEURSRECHT

©2013 KNGF. Artikelen mogen alleen worden overgenomen en/of vermenigvuldigd, op welke wijze dan ook, na schriftelijke toestemming van het KNGF of Bohn Stafleu van Loghum en met bronvermelding. BLADCONCEPT

Bohn Stafleu van Loghum VORMGEVING

Onnink Grafische Communicatie BV FOTO OMSLAG

Lisa Wolters-Kasperink, Isala klinieken in Zwolle Robert Jan Stokman Fotografie

ADRESWIJZIGING NIET-KNGF LEDEN

Bij wijziging van de tenaamstelling en/of het adres: adreswikkel met de gewijzigde gegevens opsturen naar het KNGF.

ISSN 0927-5983

VERANTWOORDELIJKHEID

De verantwoordelijkheid voor de samenstelling van het tijdschrift berust bij de redactie, met dien verstande dat de auteurs verantwoordelijk zijn voor

FysioPraxis | januari 2013

FP 01 V&A.indd 42

09-01-13 12:33


Ik sta op voor mijn moeder Els Brenda Schaaper (42) mede-organisator KWF SamenLoop

En wat doe jij? Kijk wat jij kunt doen op staoptegenkanker.nl/inactie

•FP-01 advertenties.indd 11

09-01-13 12:31


ONZE ROL IN DE SPORT

Voor een optimaal herstel wil iedereen de beste medische zorg. org. Met onze TÜV-gecertificeerde, latexvrije tape garanderen wij het beste materiaal. Op deze manier ondersteunen wij, al bijna 15 jaar, topsporters over de hele wereld bij hun prestaties. Daarom is er voor fysiotherapeuten en hun patiënten maar één keus: CureTape. reTape.

www.curetape.nl

13136 Adv Curetape FysioPraxis kleuren.indd 2 •FP-01 advertenties.indd 12

08-08-12 08:55 09-01-13 12:32


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.