Klim- en bergsportmagazine 2015 2

Page 1

/KLIM BERGSPORT EN

magazine APRIL 2015

1

VERSCHIJNT ZES KEER PER JAAR - JANUARI (SUMMIT), FEBRUARI, APRIL, JUNI, SEPTEMBER; NOVEMBER AFGIFTEKANTOOR 3500 HASSELT 1 - AFZENDERADRES STATIESTRAAT 64 - ZWIJNDRECHT - ERKENNINGSNR. P309808


2


/jaargang 8 nr. 2015 / 2

/inhoud 5/

WOORD VOORAF

6/

UP2DATE

9/

EXPEDITIE Aankondiging Makalu 2015

10/

MATERIAAL EN TECHNIEK Zekeringsmiddelen

12/

CULTUUR De bergen in de kunst

14/

ROTSKLIMMEN Desert Alpine Climbing

16/

SPORTKLIMMEN Klimmen en blessures: FAQ’s

20/

ROTSKLIMMEN PETZL RocTrip

24/

BERGWANDELEN Stage zelfstandig bergwandelen Noorwegen 2014

28/

BERGBEKLIMMEN Stage bergbeklimmers beginners 2014

33/

BERGBEKLIMMEN Bijscholing sportkarder bergbeklimmen 2014

36/

BERGBEKLIMMEN Hoogteziekte: wat en hoe?

40/

INDOOR / WEDSTRIJD Open Vlaams jeugdkampioenschap 2015

42/

TOERSKI VBW-stage Noorwegen

46/

SKI-MOUNTAINEERING Belgisch Kampioenschap ski-mountaineering

48/

ECOLOGIE De opwarming van de Alpen: het einde van het ijsklimmen?

52/

PRAKTISCH Shop / Hutten / contact 3

/HIGHLIGHTS

18

40

Foto kaft © Stijn Van Hulle - PETZL ROCTRIP - pagina 20

42

48


4


lidgeld LIDGELD 2015 (voor leden 2014) Gewoon lid (AU): 77 € Jeugdlid (JU) : 48 € Seniorlid (SU): 66 € Gezin (GU): 199 € Uitbreiding mountainbike: 6 € Uitbreiding ski/snowboard op piste: 12 € Rekeningnummer: BE55 0682 2479 9244 Mededeling: OGM-nr (zie herinneringsbrief) OF het lidnummer.

KBF werkt samen met Haglöfs (sportkaderkledij) en PETZL (Mount Coach)

woord vooraf /woord vooraf Beste KBF-lid, Je hoorde het misschien al through the grapevine : de KBF werkt al een tijdje aan de ontwikkeling van de bergsportbeurs, de opvolger van de After Summer. Enkele sessies brainstorming en out of the box-denken later is er witte rook: de naam is ‘Mount-Ex: Klim- en Bergsportbeurs’ en de eerste editie vindt plaats op zaterdag 5 maart 2016 in ‘t Bauhuis te Sint-Niklaas. Een nieuwe naam, datum en plaats: dat lijkt tabula rasa, maar is het geenszins. We behouden immers de troeven van de After Summer en spelen nog meer in op de verzuchtingen van de klimmers en bergsporters naar betrouwbare informatie en gedegen opleidingen. ’t Bauhaus is hiervoor een geschikte locatie: de grote beurshal biedt de mogelijkheid om diverse standhouders te huisvesten, de presentaties en workshops uit te breiden én meer te integreren in het beursgeheel, en - de nieuwe datum laat dit nu toe - nog meer info omtrent de werking van de federatie en de clubs aan te reiken, met de klemtoon op de kaderopleidingen en zomerstages. De foyer van ’t Bauhuis wordt het berghutcafé: een voile van gezelligheid en hartelijkheid met de open en ongedwongen sfeer van de berghut waar tussen pot en pint straffe anekdotes en legendarische exploten worden overgeleverd. En ondertussen kunnen de jongeren een competitie om ter hoogst klimmen (op de klimmuur) of springen (in het springkasteel) organiseren. De lat ligt hoog, ook bij de KBF. Het is een ambitieus project waarvan wij je graag op de hoogte houden. En omdat wij veel belang hechten aan jouw stem in het KBF-kapittel genieten de interactieve media onze voorkeur; je kan onze pagina op Facebook liken, ons volgen via Twitter of een reactie posten op www.mountex.be. Op deze website vind je een up-to-date overzicht van de activiteiten, lezingen en workshops, én handige tips voor een rimpeloos verloop van het beursbezoek op 5 maart. Hopelijk tot dan! Tom De Clerck

De sportkarderkledij is te verkrijgen bij De Berghut (Hamme), K2 (Antwerpen) en Mounteqshop (Desselgem)

/COLOFON KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE KBF Dit federatietijdschrift verschijnt zes maal per jaar en is een uitgave van de Klim- en Bergsportfederatie VERSCHIJNINGSDATA 2015 Begin januari (Summit 2015), begin februari, begin april, half juni, begin september en begin november. REDACTIEVERANTWOORDELIJKE Reginald Roels / reginald.roels@klimenbergsportfederatie.be REDACTIEMEDEWERKERS Tom De Clerck, Reginald Roels, Isabeau Vogeleer, Pleun van Looij, Celien Souvagie, Luc Vandenbosch, Louis De Geest, Orlando Furfari, Arne Monstrey, Mark Sebille, Tuur Ceuleers, Herman De Kegel. Afsluitdatum uitgave juni: 20/04/2015 Afsluitdatum uitgave september: 15/07/2015 Afsluitdatum uitgave november: 10/09/2015 VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK LayOut - opmaak: Reginald Roels Druk: Drukkerij EVM Print - Brussel VERANTWOORDELIJKE UITGEVer Tuur Ceuleers - p/a Statiestraat - Zwijndrecht

5


TEKST: REDACTIE

boekvoorstelling “de weg naar de alpamayo”

klimchallenge : 12 uren van durnal Wie er vorige keer bij was, wil beslist weer meedoen: in touwgroep op het massief van Durnal 1000 hoogtemeters proberen klimmen in 12 uur. Wanneer? zaterdag 12 september 2015, van 8 u tot 20 u (samenkomst 7u30) Hoe? Voorklimmen, naklimmer in toprope Voor wie? Alle leden van KBF, CAB en NKBV – een internationaal klim treffen dus! En als afsluiting: een BBQ aan de rotsen! Meer info en inschrijvingsmodaliteiten komen in ons volgend tijdschrift

In “Op weg naar de Alpamayo. Een waargebeurd verhaal over liefde, bergen en passie” schetst de auteur, Ignace Bral, zijn geleidelijke ontwikkeling van bergwandelaar tot alpinist. Hij volgt het hele traject: een cursus kaart en kompas, bergwandelen, initiator bergwandelen bij VTS-BLOSO. Een rugkwaal dreigt zijn bergsportcarrière te vergallen. Dan krijgt zijn creativiteit de bovenhand. Hij schaft zich een muilezel aan, zijn persoonlijke drager. Hoe meer die twee samen op stap zijn, hoe harder de lokroep weerklinkt om buiten te zijn. Een cursus alpinisme opent nieuwe wegen. Heel geleidelijk: Gran Paradiso, de Haute route, de Mont Blanc via de Italiaanse route, la Tour ronde, een korte noordwand, in een sneeuwhol een winterstorm ontwijken… en steeds maar blijven dromen. Verder en hoger en kouder naar de Cotopaxi en de Chimborazo in Ecuador. En dan uiteindelijk de realisatie van zijn grote droom: de beklimming van de Alpamayo (5947 meter) in Peru.

6

De auteur vertelt niet alleen over zijn bergsportcarrière. Hij gaat duidelijk verder en dieper. Hij getuigt ook over de waarde van het bergbeklimmen, over het belang van communicatie met je (klim) partners en over de gevaren als men zich verliest in zijn passie. Kortom een boek dat niet alleen over bergen maar zeker ook over mensen gaat.

officiele opening klimmassief “rocher de la vierge” te comblain-la-tour

Het boek is zowel een volbloed ‘bergsportboek’ als een pur sang ‘love story’ en aldus geschikt voor een breed publiek. Het kent de NUR-code 508 (reisverhalen) en de NUR-code 301 (literaire roman). Het boek is een uitgave van Lannoo en is vanaf heden beschikbaar. Meer informatie op www.lannoo.be of www.dromenslapenniet.be

Alle activiteiten vinden plaats of starten vanuit het park ‘BIRON’

Het boek is te verkrijgen via de boekhandel, uitgeverij Lannoo, of via ignacebral@telenet.be of 0479 50 32 11. De kostprijs bedraagt 19,99 €

11.30u: Officiële opening en receptie

en zijn voor iedereen toegankelijk. 09.30u - 21.00u doorlopend: Kinderanimatie (o.a.springkasteel), Café, infostands (klimsport, rotsmassieven, …) equiperen van rotsen

Voor- en namiddag: begeleide natuurwandeling, kinderzoektocht (in NL en FR), 5 – 12 jaar, adrenalinepiste,… ’s Middag s en ’s avonds: BBQ (3 stuks vlees + salade en brood: 8 €). Vooraf inschrijven is verplicht via 086 38 94 43


Up2Date fotowedstrijd

longlist “wandelroute van het jaar”

/KLIM BERGSPORT EN

magazine september

Jouw foto op de cover van de nieuwe editie van het KBF Magazine? Dat kan! Hoe?

1

Door deel te nemen aan onze gloednieuwe fotowedstrijd!

VERSCHIJNT ZES KEER PER JAAR - JANuARI, FEBRuARI, APRIL, JuNI, SEPTEMBER EN NOVEMBER AFGIFTEKANTOOR 3500 HASSELT 1 - AFZENdERAdRES STATIESTRAAT 64 - ZwIJNdRECHT - ERKENNINGSNR. P309808

1. Maak een prachtige foto met als thema ‘zomer’ 2. Like “Klim- en Bergsportfederatie” op Facebook 3. Upload jouw foto op de Facebook-pagina 4. Verzamel zoveel mogelijk likes De redactieraad selecteert de winnaar uit de vijf foto’s met de meeste likes. Let wel: hou er rekening mee om een “staand” beeld te gebruiken! We zouden de fotos moeten ontvangen ten laatste 01.08.2015 In september valt de nieuwe editie van het KBF Magazine in jouw brie venbus. Wie weet wel met jouw foto op de cover!

NIEUWE CLUB KBF KBF wil welkom heten aan de nieuwe club HIKING ADVISOR. Hiking Advisor wil mensen op weg zetten om op een veilige en verantwoorde manier (meerdaagse) wandeltochten te doen in bergachtige gebieden. Ze doen dit door op hun website www.hikingadvisor.be bruikbare en praktische info op een gestructureerde manier voor alle (meerdaagse) hikers, zowel beginners als ervaren, te plaatsen. Ze willen een platform opzetten om hikers bijeen te brengen om over alle aspecten van meerdaagse trektochten te discussiëren. Ze organiseren: - start to hike-workshops (wat/hoe/waar – materiaal – techniek – groepsdynamiek) - thema-workshops (1 of meerdere dagen over bijvoorbeeld wintertrek king / ontwikkel je eigen materiaal / kaart- en kompas / …) - begeleide meerdaagse trektochten voor beginners en/of gevorderden in binnen- en buitenland - packraft activiteiten - trailrunsessies - bijeenkomsten - e.a…

Op de Fiets en Wandelbeurs in Amsterdam is het een lange traditie om een ‘Wandelroute van het Jaar’ te kiezen. Op 28 februari 2015, tijdens de vierde Belgische editie van de Fiets en Wandelbeurs, bekroonden we voor het eerst een Belgische ‘Wandelroute van het Jaar’. Na een eerste selectie door de jury bleven er 12 kanshebbers over. Zowel langeafstandsroutes, wandelnetwerken als wandellussen met een thematische samenhang kwamen in aanmerking. Na deze longlist volgde begin februari, na uitgebreide testwandelingen, de shortlist en op de beurs de bekroning. De 12 kandidaten uit de longlist (in alfabetische volgorde) 1. De Wijers lange afstandswandeling Lage Kempen Regionaal Landschap Lage Kempen heeft in het hart van de provincie Limburg een lusvormige wandelroute ontwikkeld door de Wijers, een gebied met 1001 vijvers en grote heidegebieden. 2. La Grande Traversée de la forêt du Pays de Chimay Een GR kaderend in het thema van bosbeleving. Naamse valleien van Hermeton en Viroin en de uitgestrekte wouden rond het Henegouwse Chimay. 3. Langs sporen van de Groote Oorlog Op zoek naar landschapslittekens en verhalen van de Eerste Wereldoorlog via GR-paden in de provincies West-Vlaanderen, Antwerpen en Vlaams-Brabant. 4. Rand’Ourthe 220 km trektochten zonder rugzak. Je smartphone gidst je in etappes door het land van Ourthe en Aisne, van Durbuy tot Houffalize. 5. Rando Condroz Een langeafstandswandeling van 138 kilometer over de golvende paden van de Luikse Condroz (ten zuiden van Hoei). 6. Streek-GR Uilenspiegel Een grensoverschrijdend langeafstandswandelpad door Oost- en West-Vlaamse en Zeeuwse polders en kreken. 7. Terhistoire Met een app op stap door het land van iguanodons, oude mijnsites en de grensbossen bij Bernissart / Condé-sur-l’Escaut. 8. Vlaanderenroute GR 128 Van de Kemmelberg tot de Voerstreek, 468 km lang vernieuwd Gro- 7 te Routepad tussen de uithoeken van Vlaanderen. 9. Wandelgebied Landschapspark Zuidrand Een cluster aan wandellussen door negen gemeenten ten zuiden van de stad Antwerpen. 10. Wandelnetwerk Kempense Landduinen 340 kilometer wandelplezier in de Antwerpse gemeenten Balen, Geel en Meerhout. Vernieuwd netwerk,volgens het knooppuntensysteem. 11. Wandelnetwerk Pajottenland Het meest uitgebreide wandelnetwerk van Vlaanderen, maar liefst 760 kilometer aan wandeltrajecten in het Pajottenland (VlaamsBrabant) en een stukje Oost-Vlaanderen. 12. Wandelnetwerk Rivierenland Vernieuwd wandelnetwerk in de Schelde- en Zennevallei tussen Reet, Willebroek en Mechelen.


8


TEKST: JEAN LUC FOHAL

Als er één top is in de Himalaya die respect en bewondering afdwingt, dan is het de Makalu. De vijfde hoogste top in de wereld (8463 meter) is een prachtige, sterke en discrete berg. Hij ligt in de schaduw van zijn beroemde buur, de Mount Everest. De verhalen over de verkenning en de beklimming van deze Nepalese reus getuigen van een ongerept en authentiek alpinisme, ver verwijderd van de hebzucht en de overdaad die men beleeft op sommige toppen.

De Makalu werd voor de eerste keer beklommen in 1955 door een Franse expeditie. Dit was een groot succes omdat alle leden de top bereikten. Er zijn echter weinig Belgen die tot nu toe geprobeerd hebben in hun voetsporen te treden. Van ons team deed Rudi Bollaert in 1989 een eerste poging tot 7000 meter en in 2008 staakte Jean-Luc Fohal zijn beklimming rond 8000 meter. In de lente van 2015 zal er opnieuw een Belgische expeditie vertrekken om deze prachtige berg te beklimmen, zestig jaar na het eerste succes. De genomen route is de normaal route van de Franse expeditie in 1955, via de Makalu-la en de noordwestkant. Om een expeditie van deze omvang voor te bereiden, kan niet worden geïmproviseerd. Het idee ontstond intussen al meer dan een jaar geleden. Stukje bij beetje kreeg het project vorm: het samenstellen van een groep vrienden die ervaring op grote hoogte hebben (andere toppen in de Himalaya en de Andes), uitwerken van het budget, sponsoring zoeken, de vliegtuigtickets reserveren, een agentschap zoeken dat verantwoordelijk is voor de logistiek, het nakijken van het hoogte-materiaal, regeling van administratieve formaliteiten, enzovoort. Omdat dit geen commerciële expeditie is, neemt dit meer tijd in beslag. Hierdoor kan elke deelnemer een persoonlijke toets aanbrengen. Vele voorbereidende activiteiten hebben als doel een hechte groep te vormen. Momenteel bestaat deze groep uit acht klimmers, Franstalig en Nederlandstalig: Jean-Luc Fohal, Sofie Lenaerts, Rudi Bollaert, Stef Maginelle, Koen Verschraegen en Stef Wolput.

expeditie

Gelijktijdig aan deze expeditie zullen een tiental personen mee gaan op trekking en zo de mogelijkheid krijgen om vanuit Tumlingtar de valleien van Arun en Barun te ontdekken. Een authentiek Nepal waarin we de plaatselijke bevolking zullen ontmoeten die aan de voet van deze beroemde bergen leeft. Stap voor stap, van vallei naar vallei, zullen we het basiskamp van Makalu bereiken, op een hoogte van ongeveer 5600 meter bij het samenkomen van de gletsjers van Chago en Barun. Onze Makalu expeditie 2015 ondersteunt de Belgisch-Nepalese humanitaire vereniging Bikas. Dankzij giften van vele mensen kunnen we financiële steun geven aan een project voor de modernisering van het ziekenhuis van Khandbari, een klein dorp gelegen op de route van de trekking in de vallei van Barun, tussen Tumlingtar en Tashi Gaon. We staan voor een nieuw en mooi avontuur, zowel op fysiek als op menselijk vlak. De expeditie zal plaatsvinden van 5 april tot 31 mei 2015. Aanvullende informatie en live nieuwsberichten worden op de website en de Facebookpagina van de expeditie geplaatst. http://www.makalu2015expedition.com/ https://www.facebook.com/Makalu2015expedition

noot redactie 9

VORIGE POGINGEN BELGISCHE EXPEDITIES in de lente van 1989 vond de Makalu - Dhaulagiri plaats. Dat was een VBV expeditie. Op Makalu werd een hoogte van +/- 8200 meter bereikt. Op Dhaulagiri was het een misslag. Het volledig team bestond uit +/- 10 leden van de toenmalige Vlaamse Bergsport Vereniging (VBV), de voorloper van de VBF, VBSF en tenslotte nu de KBF. Expeditieleider was Jos Dewint van BVLB. De tweede poging was in 1996 met Daniel Van Doorsselaere als expeditieleider. Ook toen werd de top niet bereikt.


TEKST: ARNE MONSTREY Arne Monstrey is redactiemedewerker - verkoper bij

SMART ALPINE en SMART – Mammut

‘terecht een slim zekeringstoestel’

Elke zaal- en sportklimmer kent de GriGri van Petzl. Net zoals elke rotsklimmer vertrouwd is met de Reverso (Petzl) of de ATC-guide (Black Diamond). Deze drie toestellen hebben zoveel voordelen dat ze hun plaats in het klimmersmilieu ruimschoots verdiend hebben. Maar er zijn ook andere zekeringstoestellen. Neem nu de Smart Alpine van Mammut. Een toestel dat net zoals de Grigri automatisch blokkeert bij het opvangen van een voorklimmersval. Eveneens werkt hij zelfblokkerend bij het zekeren van één of twee naklimmers, zoals bij de Reverso of de ATC-guide het geval is. Daarnaast is ook rappellen perfect mogelijk met dit toestel. Onbekend maakt onbemind, maar met de Smart Alpine heeft Mammut een toestel op de markt gebracht dat het beste van beide werelden combineert. Afhankelijk van de touwdiameter, is deze verkrijgbaar in twee verschillende maten. Gewicht #1: 125 gram (voor touwdiameters van 7,5 tot 9,5 mm) / gewicht #2: 135 gram (voor touwdiameters van 8,9 tot 10,5 mm) Adviesverkoopprijs: 44,95 euro (voor zowel #1 als #2) Voor exclusief gebruik met enkel touw bestaat er ook de gewone Smart. Deze heeft dezelfde autoblokkerende functie voor het opvangen van een voorklimmersval, maar remt dynamischer dan de Grigri en is bovendien de helft lichter én goedkoper. Een waardig alternatief dat best wat meer aandacht verdient. Gewicht: 82 gram (voor touwdiameters van 8,7 tot 10,5 mm) Adviesverkoopprijs: 29,95 euro

‘een superlichte en snelle maillon rapide’

SPEEDY – Petzl

Je komt ze regelmatig tegen in multipitch routes: een boorhaak met een maillon rapide erin. Waarschijnlijk het laatst bereikte punt van een vorig cordée. Omdat het te moeilijk werd? Omdat ze overvallen werden door goed weer en moesten terugkeren? Feit is in elk geval dat iedereen die veel klimt ze ooit wel eens zal kunnen gebruiken. Zoals in bovengenoemde voorbeelden, maar net zo goed om een relais te vervolledigen of een rappelstand te installeren. De zwaardere stalen maillon rapides bestonden al langer, maar nu is er ook de Speedy van Petzl. Een lichtgewicht aluminium variant van slechts 23 gram. De sluiting maakt bovendien dat deze zeer gemakkelijk en snel open te schroeven is. gewicht: 23 gram sterkte in de lengterichting: 15 kN adviesverkoopprijs: 10,65 euro

10

X4 OFFSET CAMALOTS – Black Diamond ‘de laatste nieuwe in de camalot familie ‘ Ze zijn heel specifiek, OK, maar toch verdient deze nieuwe telg in de Camalot reeks genoeg aandacht. Van de vier roterende bladen zijn er telkens twee van een andere maat. Ze zijn specifiek gemaakt om te kunnen afzekeren daar waar klassieke cams niet meer van toepassing zijn: in pin scars en achter fijne rotsplaten bijvoorbeeld. De Camalot C3-, C4- en X4- reeksen kunnen bijvoorbeeld enkel veilig geplaatst worden in barsten met parallelle wanden, terwijl je deze ook veilig in oneven barsten kwijt kunt. Een zeer specifiek artikel dat slechts in zeer specifieke routes zijn toepassing zal vinden. Maar net dan zul je blij zijn dat er eentje aan je gordel hangt. De Cams zijn beschikbaar in vier verschillende maten, met verschillende prijzen.


materiaal & techniek MAGNETRON ROCKLOCK CARABINER – Black Diamond ‘de gemakkelijkste safebiner die je ooit hebt gehadt’ Met de Magnetron Rocklock heeft Black Diamond de meest handige safebiner ooit ontworpen. Iedereen die met een safebiners werkt, weet hoe moeilijk deze soms van je gordel te krijgen zijn. Logisch ook, ze zijn immers bedoeld om niet zo gemakkelijk open te krijgen. Maar klimmateriaal moet handig en intelligent zijn. En daar is deze Rocklock een schitterend voorbeeld van. Met één hand en één beweging klik je deze musketon zonder veel moeite van je gordel. Dit alles door het ingenieuze gebruik van magneetjes. Eén keer proberen en je bent gegarandeerd verkocht. Het is bovendien een keylock musketon, wat het in- en uitklikken van touwen nog gemakkelijker maakt. gewicht: 87 gram adviesverkooprijs: 28,70 euro

OZ RACK PACK – Black Diamond ‘maak je friends nog vriendelijker’ Bijna iedereen die aan alpiene rotsklimmen doet, gebruikt de camalots van Black Diamond. Je neemt gauw een hele set mee en je gordel hangt vlug vol. Zeker als daar nog eens al je ander klimgerief bijhangt. Om het overzicht te bewaren heeft Black Diamond het Rack Pack bedacht. Een setje van zes kleine musketons in dezelfde kleuren als de camalots. Op die manier zie je in één oogopslag welke musketon je van je materiaallus moet losklikken om de juiste maat te pakken te krijgen. En zoals iedereen weet:het moet soms snel gaan! Bovendien wegen ze slechts 28 gram per stuk. Het ‘hoodwire’ systeem zorgt voor gemakkelijk in- en uitpikken omdat het haakje in de opening van de snapper is weggewerkt. Een gouden tip voor elke avontuurlijke rotsklimmer. Eén setje bestaat uit zes musketons in de kleuren blauw, grijs, paars, groen, rood en geel. gewicht per set: 168 gram adviesverkoopprijs: 61,70 euro

LINK CAMS – Omega Pacific ‘meet the Link Cam, your new best friend’ Iedereen kent de Camalots van Black Diamond, maar slechts weinigen hebben ook gehoord van de Link Cams van Omega Pacific. Hun klemsysteem werkt hetzelfde als bij alle andere ‘friends’, maar deze cams kun je als het ware opentrekken om zo nog twee andere, smallere standen te creëren. Met één cam heb je dus hetzelfde bereik als met drie andere, wat hen soms ook de naam jokers oplevert. Want bij wie brak tijdens het voorklimmen nog eens niet het angstzweet uit bij het aanschouwen van zijn gordel? Een blik is meestal genoeg om je te realiseren dat de maat die je nodig hebt tien meter lager in een barst steekt. Maar is zo’n geval verdriedubbelt de Link Cam zomaar even je kansen! Met deze joker kun je immers drie verschillende diktes van barsten afzekeren. De enige voorwaarde is wel dat de diepte van de barst geschikt is. In de smalste stand is de Link Cam immers ook een stuk langer. De Cams zijn beschikbaar in vier verschillende maten, met verschillende prijzen.

11


TEKST: MARK SEBILLE

/de bergen in de kunst Er wordt wel eens gesuggereerd dat sport en kunst geen gemeenschappelijke noemer hebben. Kunst doet beroep op de spirituele nieuwsgierigheid van de mens, roept emoties op en streeft naar een esthetisch evenwicht. Sport en avontuur tasten naar de fysieke en mentale grenzen van het menselijk lichaam. Géén van deze eigenschappen lijken dus gemeenschappelijk, en toch. In het oude Griekenland was sport de hoogste vorm van lichaamscultuur en de sportieve helden werden esthetisch vereeuwigd in steen of brons. Heroïsche wedstrijden werden als beeldverhalen weergegeven op friezen, kruiken en borden.

Wie aan bergsport doet, kan niet om de esthetiek van de bergen heen. Het gebergte is de natuur in haar oervorm en de exploratie hiervan kan als een brug werken tussen de fysieke activiteit en het vinden van ons emotioneel evenwicht. De beleving van het gebergte heeft dus onweerlegbaar ook een meditatieve kant. Tot rust komen, de schoonheid ontdekken, ze koesteren en ze bewaren. “Zen” worden. Sport en kunst hebben dus meer raakpunten dan we zouden denken, met de filosofie als tussenschakel.

12

Lange tijd was de schilderkunst in de lage landen enkel de weergave van het eigen landschap. In de moderne tijd, voor alle duidelijkheid begint die met de renaissance, duiken in de werken van Vlaamse en Hollandse meesters voor het eerst berglandschappen op. Pieter Brueghel de Oude schilderde landelijke taferelen uit het Pajottenland met het kerkje van Sint-Anna-Pede alomtegenwoordig, maar tegelijk ook met indrukwekkende bergen in de achtergrond. Vanaf de Renaissance trokken kunstenaars immers op studiereis naar Italië om in Milaan, Rome en Firenze zowel de oude als de nieuwe kunstvormen te bestuderen. Zij staken de Alpen over via het voetpad van de Gothard of, meestal, via de Brennerpas. Deze laatste kon al heel vroeg bereden worden met paard en koets. Die bergpassen maakten grote indruk op de reizigers van toen. Er zijn talloze handschriften gekend waarin de kunstenaars hun indrukken beschreven tussen die nooit geziene bergen. Eens terug in eigen land gebruikten ze de vele schetsen die ze onderweg maakten als documentatie voor hun schilderijen. En die bergen werden erg populair bij de opdrachtgevers van toen. We maken een sprong in de tijd naar het midden van de negentiende eeuw, de tijd van de industriële revolutie, van de kolonisatie en grote ontdekkingsreizen. In het Victoriaanse Engeland was er een klasse die haar welstand wat graag etaleerde. Zo maakte het “kuren” in die tijd grote opgang. Wie het zich kon veroorloven, boekte gezondheidsreizen naar plaatsen waar de natuur erg mild was voor lichaam en geest. Niet alleen naar Bath of naar Biarritz, men reisde ook graag naar de bergen. Het ontluikende toerisme in Zwitserland speelde daar graag op in. Mondaine plaatsen kregen een promenade en een “Kursaal” en in enkele afgelegen bergdorpen verrezen al ware luxehotels. Die nieuwe infrastructuur moest natuurlijk nog worden gepromoot bij de potentiele klanten

en aangezien de fotografie nog niet bestond, werden hiervoor kunstenaars ingezet. Hun aquarellen en gravures moesten een aanlokkelijk beeld geven van het aanbod in de catalogi van de reisorganisatoren. Zo werden enkele kunstenaars avonturiers en sommige avonturiers zelfs kunstenaar. In 1860 werd de jonge Edward Whymper (1840 Londen – 1911 Chamonix) vanuit Engeland naar de Alpen gestuurd door William Longman, uitgever van reisgidsen. De jonge Whymper was een gedreven tekenaar en graveur. Hij was eigenlijk gedreven in àlles wat hij deed. Longman bewonderde Whympers werk en had dringend beelden van de Alpen nodig, vooral van de Dauphiné. In die tijd was er ook grote wetenschappelijke belangstelling voor de bergen en Whymper kon Prof. Bonney’s expeditie vergezellen naar de top van de Mont Pelvoux, toen nog aanzien als de hoogste top van de Alpes du Dauphiné. De expeditie raakte niet op de top, maar Whymper keerde er in 1861 terug en beklom als eerste de Pelvoux (3946 meter meterm) als eerste waarbij hij ook ontdekte dat de naastliggende Barre des Ecrins (4102 meter meterm) hoger was. Men kan dit moment zien als het begin van een carrièrewissel in het hoofd van de jonge Brit. Na zijn succes op de Mont Pelvoux trok Whymper naar Zwitserland waar hij zowel in Berner Oberland als in Wallis werkte. Daar raakte hij mettertijd in de ban van die ene berg die je vanuit geen enkele vallei kon zien, behalve vanuit het dorpje Zermatt.


cultuur

Het lag in de geest van de tijd om alles te ontdekken wat nog onbekend was en zo raakte Whymper letterlijk bezeten van de Matterhorn. Aanvankelijk omwille van zijn absolute schoonheid, die hij vastlegde in talrijke tekeningen, maar ook omdat dit veruit de enige vierduizender was die nog niet werd beklommen. Het vervolg is geschiedenis. Na acht mislukte pogingen bereikte het team van Whymper op 14 juli 1865 als eerste de top met een noodlottige afdaling er op volgend. Whymper zou één van de belangrijkste bergbeklimmers van zijn generatie worden, maar hij bleef ook altijd verder tekenen (om den brode) en tot aan zijn dood verzamelde hij elke zomer accurate gegevens voor de reisen klimgidsen die hij zelf was gaan uitgeven. Als kunstenaar is hij de geschiedenis in gegaan als een goed illustrator. Nog steeds in Zwitserland, maar nu een halve eeuw later, werd toerisme een belangrijke industrie. Zwitsers waren zich bewust van die nieuwe goudader en hadden gestaag hun spoorwegennet uitgebouwd, vaak door idyllische landschappen met duizelingwekkende brugconstructies. We staan nu aan het begin van de twintigste eeuw, de ingenieurswetenschappen openen nieuwe mogelijkheden en het wordt een uitdaging om de trein zowel onder als door de bergen te laten rijden. In de kunst heerst de Art Deco en de illustratoren gingen deze nieuwe stijl graag omarmen. Uit die tijd dateren de iconische posters van de Zwitserse spoorwegen en de beste illustratoren werden hiervoor aangetrokken. Kunst stond alweer in dienst van de reclame met de bergen als onderwerp.

Er waren ook enkele kunstenaars die geheel uit eigen beweging het avontuur opzochten om de bergwereld te ontdekken. De werken van Caspar Wolf (1735-1783) zijn interessante getuigenissen van de bergwereld van toen, met documentaristische waarde. Wolf was een meubelmaker die uit drang en fascinatie de bergen in trok. De Noor Peder Balke (1804-1887) voer in de zomer van 1828 op eigen initiatief rond de Noordkaap. In die tijd geen evidente bootreis met grote gevaren. Balke verwerkte zijn observaties en schetsen gedurende jaren in zijn latere schilderijen met indrukwekkende bergformaties en de woeste poolzee op de voorgrond. Ferdinand Hodler (1853-1918) groeide op in Grindelwald en Genève en verwerkte de bergwereld tot impressionistische observaties.

Voor de echte kunstliefhebbers lopen er enkele uitzonderlijke tentoonstellingen met bergen als hoofdthema. • Retrospectieve Peder Balke in de National Gallery te Londen, tot 12 april 2015 www.nationalgallery.org.uk • Ferdinand Hodler in Kunsthaus te Zürich, tot 26 april 2015. www.kunsthaus.ch • Het grootste deel van Wolf’s œuvre bevindt zich in het Kunsthaus in Aarau.

13


TEKST: SAM VANDENDRIESSCHE

desert alpine climbing

Mijn armen zijn uitgestrekt boven m’n hoofd. Vingers op zoek naar een klein randje op het zanderige plateau. Mijn voeten staan ergens beneden op een fragiel steuntje, net iets te veel vooruit en buiten mijn evenwichtspunt om op mijn gemak staan. Even denk ik dat ik geen kant meer uitkan…

14

“Omhoog dat been en op het plateau mantelen, dat is de enige oplossing”, denk ik bij mezelf. Ik plaats mijn linkervoet omhoog maar ik zie niets en mijn voet vindt niet echt steun. Het laatste zekeringspunt een vijftal meter lager is een veertien jaar oud touwtje dat door een zandloper zit! “Komaan Bram, je staat hier nu, het is nu dat het moet gebeuren…!” Ik plaats mijn rechtervoet omhoog en vind een minuscuul steuntje. Voorzichtig breng ik druk op mijn voet en druk mijn lichaam omlaag. Ik kruip weg onder het volgende bombeetje (ronde overhang, nvdr.) en neem een diepe zucht. De bewegingen vallen mee, maar mentaal blijft het toch hard klimmen. De kwaliteit van de rots is zeer variabel. Van beenharde, donkerbruine regletten (randje, nvdr.) waar je met je volle gewicht moet aan uithangen, tot broze, beige bakken die in zand transformeren als je er te lang naar kijkt. Wanneer je een stuk rots losmaakt en de rotsblok naar beneden valt, dan spat het op de grond in zandkorrels uit elkaar! Vele grepen zijn bedekt met een laagje zand of fijn stof waardoor pof niet echt van dienst is. De touwtjes en dyneema-slings die door de zandlopers zitten, dateren

al van de eerste beklimming en geven niet echt veel vertrouwen. Ik ben aan de derde relais van Geurre Sainte. Marijke klimt de lengte nog na, maar wanneer een voetsteun uitbreekt en ze met een zwier in het touw komt te hangen, beslissen we om terug te keren. “Welcome to Jordan, enjoy your stay”, is een zinnetje dat we tijdens de veertien dagen in Jordanië vele malen horen. Op een of andere manier klinkt het ook iedere keer echt gemeend en zonder bijbedoelingen. De mensen hier zijn gastvrij, geïnteresseerd in onze Westerse cultuur en nemen graag de tijd voor een babbel. Wij willen graag de verschillende smaken en geuren van hun keuken, hun manier van leven en het prachtige land ontdekken. Dit zorgt soms voor zeer aangename en interessante ontmoetingen, telkens met veel thee, verse groenten of fruit en sisha, de alomtegenwoordige waterpijp. In het Koninkrijk Jordanië bevindt zich het klimgebied Wadi Rum. Een stoffig stadje waar de meeste toeristen een korte tussenstop maken op weg naar een Bedoeïenen-kamp in de woestijn. In Wadi Rum stopt de weg en vanaf hier ben je aangewezen op jezelf of op een lokale gids. Regenen doet het er buiten de winter zelden. Aan barsten en prachtige multi-pitch routes is er geen tekort. Haken zijn echter schaars en het klimmen avontuurlijk. Kortom een prachtige bestemming voor een avontuurlijke klimtrip.


rotsklimmen

Inshallah Tijdens de eerste dagen van ons verblijf klimmen we enkele prachtige routes. We doen ook een poging in Geurre Sainte waar we, afgeschrikt door de rotskwaliteit, na de derde lengte terugkeren. Gelukkig zijn andere routes wel van goede kwaliteit. Toch blijft de verticale oostwand van Jebel Rum onze aandacht trekken. Voor we naar huis moeten, willen we deze zeker nog beklimmen. Van een lokale Bedoeïen, Salim, krijgen we de raad eerst de afdaling van de East Domes te gaan bekijken alvorens de super klassieker Inshallah Factor te klimmen. Dit doen we langs een Bedoeïen route (Rijm-Assaf). Deze brengt je via een graad op het plateau van Jebel Rum. Maar het gaat verder… dalletjes op en af klimmen, een siq (diepe kloof in de berg) waar je moet overspringen, steenmannetjes die nergens naartoe leiden. Je komt het allemaal tegen op weg naar de top. We slapen onder de top in een grote zandkom. Enkele bomen zorgen voor hout, droog genoeg om met een klein vonkje een vuurtje te starten. We koken regenwater, opgeschept uit een schaduwrijke kloof, drinken thee en genieten. Het is gewoon prachtig. De stilte en een opkomende volle maan maken het compleet. Voldaan sluiten we de dag af met een stukje Egyptische chocolade, cadeau gekregen van Salim.

De Bedoeïenen-routes door de woestijn en massieven zijn soms duizenden jaren oud, als gevolg van generaties jagers die de bergen in trokken. Het lijkt ons heel indrukwekkend als je bedenkt dat ze vijfdegraadspasjes blootvoets en zonder touwen klommen! De laatste dag houden we voor Inshallah Factor zelf. De Israëlische klimmers waarschuwen ons nogmaals voor de crux: een delicate dalpas zou zich een viertal meter boven het laatste zekeringspunt bevinden. Met deze verwittiging in het achterhoofd vertrekken we bij het eerste licht naar de wand. Het klimmen gaat echter zeer vlot en we passeren de crux zonder al te veel problemen. Een echte “run-out” is het niet en naar Wadi Rum normen zit de cam bomber-proof in een grote pocket. Na het traverseren van enkele lengtes, een luchtige en moeilijk af te zekeren 6a lengte vol met prachtige tafoni’s staan we aan het begin van “the great chimney”. Deze gigantische chimney splijt de oostwand als het ware middendoor. Er volgt 80 meter schoorsteenplezier! Ik haal onze kleine rugzak na. Rond 14.00u ligt de route onder ons, en na nog enkele hoogst irritante rappels staan we nog voor 18.00u terug in het kamp. Na het klimmen gaan we nog drijven in de Dode Zee en duiken we in het levensgrote aquarium van de Rode Zee. We bezoeken Petra, een van de zeven wereldwonderen, en verdwalen in de straten van Amman…

15


TEKST: ISABEAU VOGELEER

klimmen en blessures: FAQ’s Tijdens het klimmen krijgt je lichaam het vaak zwaar te verduren. De volgende ochtend na een intensieve klimtraining, ontdek je soms spieren waarvan je niet eens wist dat je ze had! Bovendien is de beschikbare informatie over sportblessures bij klimmers erg schaars. Reden te meer om enkele veel gestelde vragen en hun antwoorden op een rijtje te zetten.

Welke blessures komen het vaakst voor? Bij sportblessures maken we een onderscheid tussen acute en chronische blessures. Acute blessures ontstaan plotseling door een val of een plotse, hoge belasting. Voorbeelden van dit soort blessures zijn breuken, kneuzingen en spierscheuren. Bij het klimmen gebeurt dit bijvoorbeeld door een val of het wegglijden van de voeten. Naast acute blessures kunnen klimmers ook geconfronteerd worden met chronische blessures. Deze blessures worden ook wel eens overbelastingsblessures genoemd. Ze ontstaan erg geleidelijk en vaak met een terugkerend patroon. De meest voorkomende blessures bij klimmers zijn zogeheten ‘wekedelenletsels’: blessures aan de pezen, spieren en gewrichtsbanden. Sommige blessures zijn specifiek voor het klimmen, andere komen ook voor bij andere sporten. Het is vast geen verrassing dat het bovenlichaam het hardst te verduren krijgt. Blessures aan de handen en bij uitstek de vingers spannen de kroon, gevolgd door de ellebogen en de schouders. Blessures aan de rug zijn vaak het gevolg van een slechte landing bij het boulderen of overstrekken bij het klimmen of zekeren. Ook voeten enkelblessures doen zich geregeld voor, vaak als gevolg van een nare landing bij het boulderen, bij uitstek wanneer de klimmer terecht komt op de rand van de crash pad. Helaas zijn er geen actuele cijfers over sportblessures bij klimmers voor handen. Katie Steenackers, sportarts in opleiding en trainster bij Klimax, wil hier in de toekomst, in samenwerking met Tijl Smitz, verandering in brengen. Hoe kan ik blessures voorkomen? Om chronische sportblessures te voorkomen, is het van belang extra aandacht te besteden aan de opwarming voor de klimtraining en de cooling-down na de klimtraining. Hoe zo’n opwarming en cooling-down eruitzien, behandelen we verderop in dit artikel.

Er is echter niets dat zo motiverend werkt, als merkbaar vooruitgang boeken. Je wil zoveel mogelijk tijd in de klimzaal spenderen, maar hoe voorkom ik dan overbelasting? Enkele tips: - Bouw regelmaat in je klimtrainingen in. Om gestaag vooruitgang te boeken, is het efficiënter om consequent twee maal per week te trainen, dan twee weken niet en dan de schade op een week tijd trachten in te halen. - Respecteer de rustdagen tussen je klimtrainingen. Rustdagen geven je lichaam de kans om zich te herstellen na de intense belasting. - Maak veel meters! Om blessurevrij vooruitgang te boeken is het van belang om veel te trainen aan een matige intensiteit. Klim bijvoorbeeld drie 5C routes in plaats van een 6A. Maar ook hier schuilt het risico van overtraining. Om dit te vermijden, wissel je best af tussen krachttraining, techniektraining, een bouldersessie, enzovoort. - Klim verschillende soorten routes. Al snel merk je welke klimstijl jou het beste ligt. Misschien merk je dat overhang niet jouw ding is of heb je een bloedhekel aan die liggende platen. Dwing jezelf om deze minder aangename routes tóch te klimmen. - Kijk en leer van andere klimmers. Welke technieken gebruiken zij om (schijnbaar) moeiteloos die routes te klimmen? Waarom is opwarming belangrijk en hoe ziet een goede opwarming eruit? De opwarming bereidt je lichaam voor op de inspanning die het zal leveren tijdens het klimmen. Het stimuleert de bloedsomloop waardoor de nodige zuurstof je spieren sneller bereikt en afvalstoffen, zoals melkzuur, sneller worden afgevoerd. Een goede opwarming verbetert je prestaties en vermindert het risico op blessures.


sportklimmen

De opwarming start met vijf tot tien minuten joggen of fietsen op een rustig tempo. Wanneer je probleemloos met je partner kan praten of met je IPod kan meezingen, heb je het juiste tempo te pakken. Kom je met de auto naar de klimzaal, kan je ter plaatse wat (touwtje-) springen of joggen. Ook de spiergroepen in de schouders, armen en vingers moeten wakker gemaakt worden. Je kan met je armen draaien, met je handen en vingers knijpen, eventueel wat pompen of enkele keren optrekken. Reken vervolgens een half uur voor het ‘inklimmen’. Begin met enkele eenvoudige routes, bij voorkeur routes die je al kent. Beginners kunnen vaak een eenvoudige traverse (horizontale route, nvdr.) doorheen de klimzaal gebruiken om op te warmen. Belangrijk is dat je opwarmt in routes met grote klimgrepen. Bouw geleidelijk de moeilijkheidsgraad van de routes op en maak gebruik van verschillende soorten klimgrepen. Las voldoende rustpauzes in tussen de verschillende routes en drink regelmatig. Wat is het belang van een cooling-down en hoe ziet een coolingdown eruit? Net zoals je lichaam zich moet voorbereiden op de sportieve inspanning, moet je lichaam de kans krijgen om opnieuw tot rust te komen en afvalstoffen af te voeren. Dit gebeurt tijdens de cooling-down. Reken opnieuw ruim een half uur voor het coolingdown proces. Klim uit met twee à drie eenvoudige routes.

Is stretchen na het klimmen een goed idee? Er bestaat heel wat controverse over de (on-)zin van stretchen na het sporten. Een ding is zeker: stretching is goed voor de souplesse en de lenigheid van de spieren. Maar wie verkeerd rekt, doet zichzelf meer kwaad dan goed! Koude spieren rekken, leidt onvermijdelijk tot blessures. Daarnaast zijn er verschillende manieren (verend, dynamisch, passief,…) om de spieren te rekken. Enkele tips voor klimmers: - Vermijd verend stretchen na het klimmen. Deze vorm van stretching kan leiden tot blessures. - Aan het begin van de training kan het zinvol zijn om een dynamische stretching te doen, zoals bijvoorbeeld zwaaien met je armen. - Een statische stretching, waarbij een ander lichaamsdeel, een partner of een ander hulpmiddel de spier in een bepaalde rekpositie brengt, kan je aan het einde van training doen. Let op dat je spieren warm blijven tijdens het rekken. Voor de training kan het echter een negatief effect hebben op de prestatie. - Doe geen statische stretching na een zeer intensieve training of wedstrijd. Door de intense belasting ontstaan er kleine spierbeschadigingen die erger kunnen worden door stretching. - Las een stretchsessie in op een rustdag om je spieren leniger te maken, of 48u na een intense training. Let echter wel op dat je goed opwarmt voor je begint te rekken.

17


18


Wat is een ‘klimvinger’? Zoals het tennis een ‘tenniselleboog’ heeft, het voetbal de ‘voetbalknie’, heeft ook het klimmen een blessure eigen aan de sport, de zogeheten ‘klimvinger’. In feite gaat het om twee verschillende blessures.

Ten slotte wijst een zwelling van de vingergewrichten niet noodzakelijk op een blessure. De pezen, spieren en gewrichtsbanden passen zich immers aan de belasting aan en groeien in omvang.

De bekendste vingerblessure is ongetwijfeld de pulley-ruptuur waarbij de zogeheten ‘pulleys’ of ringbandjes scheuren. De pulleys – je hebt er vijf per vinger – zijn kleine ‘bandjes’ die de buigpezen tegen de vingerbotten houden. In het ergste geval, waarbij een of meerdere pulleys volledig scheuren, komt de buigpees los van het vingerbot met het ‘bowstring’ fenomeen tot gevolg. Deze blessure komt het vaakst voor bij de wijsvinger en de middenvinger. De pulley-ruptuur is gekenmerkt door pijn aan de binnenkant van het de vingers en gaat vaak gepaard met een zwelling. De klimmer hoort vaak een luide ‘knak’ bij het scheuren, soms zelfs hoorbaar door de zekeraar! De oorzaak van deze blessure ligt meestal in te veel kracht op de buigpees en de pulleys.

Hoe kan ik vingerblessures voorkomen?

Dat kan zijn door een val, wanneer de klimmer zich reflexmatig probeert tegen te houden, of door overmatig optrekken aan zo min mogelijk vingers.

Tijdens je klimtraining kan je extra aandacht besteden aan je vingers om sportblessures te voorkomen. Maak zoveel mogelijk gebruik van zogeheten vingervriendelijke klimtechnieken zoals de tendue of open grip. De tegenhanger van de tendue, de arquée of crimp grip, is het meest belastend voor de pezen en gewrichten in je vingers. Bij de arquée is het eerste vingergewricht helemaal gebogen en het tweede gewricht helemaal gestrekt, of zelfs overstrekt. Dit kan overbelasting en zelfs scheurtjes van de pulleys veroorzaken. Ook de pocket grip, waarbij een of twee vingers in een klein gaatje worden geplaatst, is erg belastend. Het volledige lichaamsgewicht van de klimmer komt immers terecht op deze vingers. Naarmate het klimniveau stijgt, worden ‘vingeronvriendelijke’ klimgrepen onvermijdelijk. De kans op vingerblessures wordt dan ook aanzienlijk groter. Om vingerblessures te vermijden, is het belangrijk niet te snel in klimniveaus te stijgen. Je spieren passen zich snel aan de belasting aan, maar je pezen niet. Te snelle vooruitgang is voorbeschikkend voor een (pees-)blessure. Besteed vervolgens voldoende aandacht aan de opwarming. Kan ik tape gebruiken? Tapen kan een pulley-ruptuur of ontsteking niet voorkomen. Het kan wel zinvol zijn in de revalidatieperiode na een vingerblessure. Gebruik een stuk tape van ongeveer 1,5 centimeter breed en draai dit twee maal rond de vinger. Kleef een stuk tape op het basis- en middenvingerkootje. Span de tape niet te hard aan om de bloedcirculatie niet te hinderen. Naast deze methode zijn er verschillende andere taping-technieken. Volg hiervoor steeds het advies van jouw arts of fysiotherapeut op! Ik heb een blessure, wat nu? Bij een acute blessure na bijvoorbeeld een val, pas je meteen de geschikte eerste hulptechnieken toe. Het Engelstalige acroniem PRICE is hier een goede leidraad: protect, rest, ice, compression, elevation. Breng vervolgens een bezoek aan je huisarts.

Naast de pulley-ruptuur komt een ontsteking van de peesschede geregeld voor als gevolg van overbelasting. De vinger is gevoelig aan de binnenkant, voelbaar gezwollen en maakt een knarsend geluid. Gezien de complexiteit van de vingers (de pees, de peesschede en de vingerkapsels liggen dicht op elkaar) is een exacte diagnose vaak moeilijk te stellen. Naast blessures aan de buigpezen van de vingers komen ook ontstekingen van de kapsels en banden die de vingergewrichten op hun plaatsen houden voor. De klimmer heeft pijn aan de zijkant van de vingers, voelbaar bij het dwars belasten van de vinger (in zij- of ondergrepen). Deze blessure komt voornamelijk voor bij crack climbing waarbij de vingers en handen geklemd worden. Ook overbelasting bij pinch grips komt voor.

Een chronische blessure, daarentegen, is moeilijker te herkennen. Wanneer gaat ‘normale spierpijn’ immers over in een dreigende, chronische blessure? Stop bij pijn en andere ontstekingsverschijnselen onmiddellijk met klimmen en breng een bezoek aan je huisarts. Kies, indien mogelijk, voor een sportarts en liefst eentje die ervaring heeft met klimmers. Op tijd rust nemen, kan bovendien erger voorkomen!

Hartelijk dank aan Jan Verhoeven (sporttechnisch medewerker KBF, Licentiaat LO, initiator sportklimmen ), Tijl Smitz (licentiaat LO, trainer B Sportklimmen en coach) en Katie Steenackers (sportdokter in opleiding) voor hun bijdragen aan dit artikel.

19


TEKST: TIJL SMITZ

20


/ FOTOS: STIJN VAN HULLE

rotsklimmen

ROCTRIP In oktober 2014 hoorde ik bij de gelukkigen die een weekje mee mochten reizen met de Petzl Roctrip. Het was de laatste van vijf weken rondreizen doorheen Oost-Europa. Na Roemenië, Bulgarije en Griekenland was Turkije het laatste land waar de caravaan van het Franse outdoormerk op zoek ging naar meer of minder bekende klimgebieden. We sloten aan in Geyik Bayiri, proefden van Citdibi en eindigden in Olympos.

Wat is de Petzl RocTrip? Sinds 2002 organiseert Petzl jaarlijks een klimtreffen op een of andere tot de verbeelding sprekende locatie. Frankrijk, USA, Canada, Griekenland, Oostenrijk, Mexico, China en Argentinië passeerden reeds de revue. De omvang van het evenement lijkt jaar na jaar te groeien en via kwaliteitsvolle video’s, die overlopen van de gemoedelijke sfeer en spectaculaire bewegingen, wist het Franse merk een heuse buzz te creëren. Het feit dat je er, als doodgewone amateur-klimmer, een week lang kan optrekken met het quasi voltallige Petzl-atleten team, hen kan aanmoedigen of door hen aangemoedigd worden, samen passages kan bespreken en natuurlijk ook samen pinten kunt drinken, geeft het geheel natuurlijk wat extra. Maar is dat dan de Petzl RocTrip? Een week gaan klimmen met toevallig een resem topklimmers in de buurt en op een misschien wat ongewone plaats? Het is een über-cliché maar je kan pas weten wat de RocTrip is, als je het beleefd hebt. ‘Go with the flow’ is het enige advies dat je daarbij in je achterhoofd moet houden. Stap in de bus zonder exact te weten waar je gaat uitkomen, noch wanneer. Laat je eenmaal ter plaatse naar boven leiden door de atleten die weten waar ze een jaar eerder haken in de rots geboord hebben. Kruip in de routes die u door omstaanders aangeraden worden. Klim met om het even welke klimmer of klimster, ongeacht nationaliteit, geloof, kleur, lievelingsdier of wat dan ook en geniet. Beveilig de eerste de beste die er om vraagt en kruip nadien gewoon ook in die route zonder ook maar te weten welk niveau, want daar draait het helemaal niet om. Terug op de grond bespreek je de route met de toevallig voorbijlopende klimster die een dag eerder haar kansen er in beproefde en kom je samen tot de slotsom dat ook deze route weer een pareltje is. Keer terug naar de bus als de massa aanstalten maakt om terug te keren. Volg die massa bij aankomst in het kamp en je zal tot bij het eten geleid worden. En als die massa daarna als een symbiotisch geheel richting tapkraan trekt moet je je ook geen vragen stellen. De DJ’s zullen wel verschijnen, op een gegeven moment zullen de lichten uitgaan en jawel, de volgende dag zul je weer wakker worden en dezelfde droom aan eenzelfde hels en toch hemels tempo verder kunnen beleven.

21


22


En de massieven die aangedaan werden? Voor Roemenië, Bulgarije, Griekenland en de eerste boulderbestemming in Turkije kan je best even de video’s op het YouTube-kanaal van Petzl bekijken. Geyik Bayiri en bij uitbreiding Antalya is sinds enkele jaren, samen met Kalymnos in Griekenland, de reizende ster aan het firmament van de klimbestemmingen. Bij aankomst werd Geyik Bayiri, of lachend “Gay Bar”, ons omschreven als het massief waar 3D-klimmen uitgevonden werd. Het bleek een zeer treffende omschrijving van de verrijkende klimstijl. Je moet inderdaad als klimmer in drie dimensies denken want overal, echt overal kan je je volgende greep of voetsteun moeten zoeken. De gezellige bergsfeer in de camping maakt een verblijf er helemaal af. Citdibi is een imposant massief bestaande uit een wand die kilometerslang lijkt en immens hoog. Petzl heeft naar het schijnt heel wat moeite mogen doen om de toestemming te krijgen er routes in te boren en voorlopig zijn er dan ook slechts een veertigtal routes te vinden. De hoofdwand is nog een apart verhaal want om hier op te klimmen moet je eerst nog een smalle kloof afdalen tot pakweg 20 meter lager om van daaruit het gevecht met de zwaartekracht aan te vangen. Imposante routes van 50 meter colonettes sleuren zijn het gevolg. En de fotografen die hadden nog maar zelden zo’n makkelijke uitkijk.

Olympos is een massief aan de kust. Een vakantiebestemming met grootse stranden, weidse uitzichten en een portie toerisme in de vorm van een grote oud-Griekse ruïne en chimaera flames en andere publiekstrekkers. Klimmen kan je er op de wanden aan weerszijden van de vallei of op het strand. Je vindt er zowel makkelijk als moeilijk, dal, verticaal en overhang, rustig verlaten of druk toeristisch. Vind je een groepje gemotiveerden bij elkaar dan kan je met de boot naar een 10 minuten verder gelegen nieuw-geëquipeerde imposante grot en aanverwante wanden of je vaart een heel uur verder naar the place to be als je in Turkije aan deep water solo wil doen. Keuze te over, overgoten met een hippie-sfeertje in Kadirs Tree Houses en je hebt het perfecte podium voor de laatste dagen van een uiterst geslaagde Petzl Roctrip on the road edition. Achteraf kreeg ik vaak de vraag of die RocTrip niet gewoon een feest was. De RocTrip is geen gewoon feest, het is een klimfeest. Een kans om te vieren dat je een klimmer (m/v) bent onder klimmers. Je leeft, je geniet, je babbelt en je klimt. En iedereen droomt van hetzelfde: die volgende route, in goed gezelschap!

23


TEKST: OSCAR VAN HERREWEGHE

stage zelfstandig bergwandelen bivak Noorwegen 2014 Na een lange treinrit vanuit Oslo arriveer ik op zaterdag 19 juli als laatste aan de berghut Finsehytta in Finse, een klein gehucht die aan de voet ligt van de Hardangerjøkulengletsjer in Noorwegen. Mijn medereizigers (Griet, Peter, Chris, Katrijn, Petra, Dieter, Oskar) en de begeleider Philippe hebben reeds een bivak opgezet aan de overkant van het meer, maar er is geen tijd om mij te installeren, want het avondeten in de Finsehytta staat op ons te wachten. Daar krijgen we veel lekkers, en kunnen een goede bodem leggen voor de vijfdaagse bivaktocht. Als afsluiter van de avond heeft Philippe een bergquiz in petto. Dit is een ideaal moment om kennis te maken met de anderen. Na de gezelligheid van de Finsehytta keren we terug naar onze bivakplaats voor een eerste goede nachtrust.

Zondag 20 juli

24

Om 9 uur staat een kleine dagtocht naar de voet van de gletsjer op het programma, met theorie- en praktijklessen. Dit is een goede opwarmer voor de vijfdaagse bivaktocht die volgt. Het weer is goed en iedereen heeft er zin in. We krijgen eerst uitleg over het gebruik van een topografische kaart, kompas en hoogtemeter. Na even wandelen komen we het eerste sneeuwveld tegen en Philippe toont hoe we dit op een correcte manier kunnen oversteken, met onder andere het gebruik van een piolet (lees: wandelstok op hoogte ingesteld van een piolet) en de correcte staptechniek. Ons middageten nuttigen we op de morenen van de gletsjer – dat is het puin dat door de gletsjer is meegevoerd - en hierna is het weer tijd voor praktijkoefeningen. We oefenen onder andere de valtechniek in de sneeuw. ‘s Avonds aan onze bivakplaats is het tijd om voor de eerste keer zelf eten te maken, maar dankzij Philippe is dit niet gewoon een kant-en-klaar gedroogd zakje. Philippe heeft immers voor elke avond een gerecht klaargemaakt en gedroogd. Vandaag staat op een Noors lapje op het menu. Welke ingrediënten het bevat weet ik niet meer, maar het geluid van schrapende potten en voldane gezichten zegt meer dan genoeg. Dat belooft voor de rest van de stage.

Als avondactiviteit staat het marsplan op het programma. We weten nu in detail wat we de komende dag(en) mogen verwachten. Met ons hoofd vol informatie en zin om aan de volgende dag te beginnen gaan we slapen. Maandag 21 juli Na een korte nacht – echt donker wordt het nooit - staan we om 8.00u op om onze bivakplaats op te ruimen, het laatste materiaal te verdelen en stevig te ontbijten. Met een stralende zon beginnen we aan het eerste deel van de vijfdaagse tocht rond de Hardangerjøkulengletsjer. Eerst nog theorie over het weer - en meer specifiek het ontstaan van wind – en daarna gaan we op pad. We wandelen al snel in de ruige noordelijke kant van de gletsjer, met veel sneeuw en riviertjes. De reeds aangeleerde technieken komen al van pas in de sneeuw en we oefenen tijdens de pauzes veel met kaart en kompas.


bergwandelen

We wandelen in een prachtig landschap met een mooi uitzicht op de gletsjer en enkele grote meren. Het lijken wel de Alpen, nochtans zijn we in Noorwegen, en “maar” op 1500 meter. Rust wordt ons niet gegund: tijdens de middag krijgen nog meer les over het weer, luchtdruk en de wolken. Maar ik hoor niemand klagen en zodra Phillip begint te vertellen is iedereen heel aandachtig. Na onze middagpauze is de route vlakker, maar het is wel nog een stevig eind. Langzaam zien we het landschap veranderen en komen plukjes groen tevoorschijn. Halverwege de middag zien we een probleem: een overhellend sneeuwveld langs een meer dat reeds veel zonlicht te verduren heeft gekregen. Er rijzen wat twijfels in de groep, maar nadat Philippe het probleem vakkundig heeft bestudeerd zetten we uiteindelijk de weg verder. Na een lange tocht - omen we eindelijk in de vallei, met een mooi zicht op de gletsjer en een meer. Hier trekken we onze volgende bivakplaats op, in de buurt van de onbemande hut Rembesdalseter (blijkbaar wel bemand in juliaugustus). We halen snel water voor de avondmaaltijd. We krijgen pasta in een Italiaans jasje voorgeschoteld en het smaakt heerlijk na deze dag! De vele muggen, vermoeidheid en de gevulde buik zorgen ervoor dat we al snel onze slaapzak opzoeken.

Dinsdag 22 juli Na een goede nachtrust en het ontbijt zijn we klaar voor de tweede dag van de tocht. De tweede dag is vergelijkbaar met eerste, althans wat het aantal hoogtemeters en kilometers betreft. We beginnen met een lange steile klim. Iedereen volgt een eigen tempo, maar er is altijd visueel contact. Naarmate de stijging mindert gaat de omgeving over in een ruwer, desolaat landschap met vele meren en ijskoude rivieren. We zien regelmatig de gletsjer. We hanteren vaak kaart en kompas, en Philippe laat ons graag nadenken. Het mooi weer is ondertussen verdwenen, langzaam beginnen de wolken op te hopen. “Stau” legt Philippe uit, en wat later begint de eerste regenbui. Wanneer we de laatste afdaling richting de vallei aanvangen - een gebied met een groot meer en zelfs enkele bomen - zijn de rotsen gelukkig al opgedroogd. Op het moment dat we denken dat we bijna onze bestemming bereikt hebben, blijkt dat we toch nog een zonnige laatste slotklim voor de boeg hebben, naar een bivakplaatsje in de buurt van de Kjeldebuhut. We zetten snel de tent recht, en schuiven daarna aan voor het eten: Couscous à la Maroccain. We genieten van een prachtig uitzicht op twee meren en het licht dat nooit echt verdwijnt.

25


Woensdag 23 juli

Donderdag 24 juli

We worden wakker worden in een warm zonnetje en springen even het water in, om daarna met hernieuwde energie aan de derde dag beginnen. Vandaag een iets kortere tocht en weinig hoogtemeters, met als eindpunt de oudste hut van DNT in Noorwegen: de Krækkja. Gedurende het eerste deel van de tocht is het warm, en tijdens de pauzes is er, zoals altijd, een theorieles. Vandaag is het onderwerp: EHBO.

We staan op om 8 uur en er is voorlopig amper een wolkje aan de lucht. We zien wel enkele cirruswolken, wat niet veel goeds voorspelt. Vandaag wandelen we langzaam omhoog, terug naar het noorden van de gletsjer. Er liggen vele grote rotsblokken op ons pad en we hebben geluk dat het (nog) niet regent. ‘s Middags straalt de zon en wagen we ons aan een zwempartij, maar langzaam zien we meer bewolking en regen in de verte. Gelukkig blijft het, ondanks de dreiging, de hele dag droog.

‘s Middags hebben we allemaal wel zin in verfrissing en we nemen een duik in één van de vele meren. Als het einde van de middag nadert, zien we de Krækkja hut tussen twee grote meren, en rest ons enkel nog een afdaling. Bij aankomst genieten we eerst nog van het zonnetje, de bevrijding van de schoenen en een halve liter bier! Na de moeizame zoektocht naar een bivakplaats en het avondeten, leren we meer over UTM-coördinaten en de geodetische datum, met als afsluiter enkele oefeningen. Moe en roodgebruind zoeken we daarna onze slaapzak op.

In de namiddag is het weer tijd voor een praktijkoefening: gebroken been/redding. Later op de middag houden we – na het vinden van één van de weinige goede bivakplaatsen - het wandelen voor bekeken. We koken kip curry, en na het eten wordt het idee geopperd om het laatste deel van de tocht ‘s nachts te wandelen. Het nachtelijke licht brengt het landschap immers in een heel andere sfeer. We komen overeen dat Philippe om 2 uur ’s nachts zal opstaan om te kijken of de condities goed zijn (bij regen of te donker gaan we het niet doen). Wij kruipen snel onze tent in zodat we niet te moe te zijn voor een nachtwandeling.

“Na wat touwpret is het weer tijd om een stukje te wandelen, maar Philippe heeft duidelijk geen zin in een gemakkelijke dag en wil een white out ensceneren....”

26


Vrijdag 25 juli

Noot:

Helaas: op het moment dat Philippe vanonder de tarp kruipt, gaan de hemelsluizen open. Hij besluit om iedereen te laten slapen, waardoor we die ochtend goed uitgerust zijn. We hebben zin in het laatste stuk van de tocht en willen nog zoveel mogelijk bijleren.

Oskar, vooreerst heel erg bedankt voor dit mooie verslag. Ik hoop dat het de lezers zin geeft om deel te nemen aan een stage zelfstandig bergwandelen (bivak). Het leert je om op een zelfstandige wijze een tocht te kiezen, hem voor te bereiden, uit te voeren en bij te sturen. De KBF en de clubs organiseren er elk jaar meerdere. Deze stage is een specifiek aanbod gericht op bivakkeren in de bergen en ingericht door de KBF. Vorig jaar in de Italiaanse bergen aan de Lago Majjiore, dit jaar in Noorwegen aan de Hardangervidda. Kijk naar de kalender vanaf januari waar de stage volgend jaar zal plaatsvinden.

Al na een half uurtje stoppen we om enkele touwtechnieken te leren: een veiligheidslijn hangen, een machard knoop, vissersteek of gordel met bandlus maken,... Na wat touwpret is het weer tijd om een stukje te wandelen, maar Philippe heeft duidelijk geen zin in een gemakkelijke dag en wil een white out ensceneren, waarbij we alleen met marsplan en kompas verder zullen wandelen. Eerst nog even meten in hoeveel stappen je 100 meter wandelt en dan zijn we er klaar voor.

Wat men moet leren doen, leert men door het te doen (Aristoteles)

Voor we het weten staan we opnieuw aan onze eerste bivakplaats en is er enkel nog het meer tussen ons en een frisse pint in de Finsehytta. Als feestmaaltijd heeft Philippe boerenstoemp voorzien en als dessert lekkere pannenkoeken met appeltjes (eigenlijk voorzien voor een langdurige regenpauze).

reiswijzer periode

Zo komen we langzaam aan het einde van de stage, nog even een moment om de stage in groep te doorlopen en afscheid te nemen. Daarna gaan we elk veilig terug naar huis. Merci Philippe om deze mooie tocht te plannen, jouw kennis te delen en voor het lekkere eten te zorgen. Verder ook merci aan Peter, Griet, Chris, Dieter, Petra en Katrijn voor het goede gezelschap, de leuke sfeer en hopelijk tot op een volgende tocht!

zaterdag 19 juli tot zaterdag 26 juli

vervoer / transport Vliegtuig Brussel Airlines: Brussel - Oslo trein NSB: Oslo - Finse

accommodatie / verblijf tarp / tent

materiaal Trekrugzak - tent - kleren - kookmateriaal

relevante websites finsehytta.turistforeningen.no http://www.visitrallarvegen.no/nb/ hardangerj%C3%B8kulen/visit-rallarvegen/ hardangerj%C3%B8kulen

niveau - beginner kaarten Wandelkaart 10039 Hardangerjøkulen topografische kaart |Nordeca (7071940100399)

veiligheid Veilig, tenzij bij regen kunnen rotsen gevaarlijk glad zijn door moslaag

gezondheid Fit en kunnen wandelen met “zware rugzak”

nodige documenten identiteitskaart

prijs transport: +- 300 euro Organisatiekosten: 225 € plus het eten...

27


TEKST: CELIEN SOUVAGIE

stage bergbeklimmen

28


bergbeklimmen

beginners 2014 Pas, col, cabane De volgende ochtend wordt er niet al te veel getalmd: ontbijten, tanden schrobben, D-schoenen aan en rugzakken mee. We zetten koers richting Pas de Chèvres, maar door restauratiewerken aan de trappen wordt ons pad wat bijgestuurd en richten we ons kompas op Col de Riedmatten iets verderop. Eens we de Col over zijn, verandert het terrein sterk: glooiende bergpaadjes worden nu stevige rotsblokken en gletsjerpuin, en degenen met wandelstokken besluiten wijselijk hun gereedschap op te bergen. Plots zijn we omringd door de machtige toppen die we tot dan toe enkel kenden uit de bijlage van de stagemail. We zetten onze koers verder, een beetje overweldigd, en gestaag naderen we ons eerste ankerpunt: Cabane de Dix. We genieten het uitzonderlijk voorrecht de hut voor ons alleen te hebben, en besluiten algauw dat te bezegelen met – aah… – een biertje. De bierkaart blijkt van sterke kwaliteit (want voornamelijk Belgisch) en het feit dat er toch best wat Zwitsers tegenover staan, laat zich (voorlopig nog) niet gelden. Er volgt een smakelijke maaltijd, en de toon voor de komende dagen is meteen gezet. Wie zei iets over staptechniek?

Vlugger dan je denkt “De stage zal er vlugger zijn dan je denkt…”, klonk Thomas’ openingszin bij de eerste praktische mail. En zo geschiedde. Een stevig voorbereidingsweekend in Beez en 84 kruisjes op de kalender later bevinden we ons om vijf uur ’s ochtends op de parking aan de Cowboy Henk in Kortrijk. De autoverdeling verloopt erg vlot – de zestien mails blijken niet voor niets geweest – en algauw zetten we koers richting Arolla. Cowboy Henk kijkt ons even vertwijfeld na. De rit verloopt vlot, en naarmate de kilometers vorderen, worden ook de gemoederen meer op mekaar afgestemd. Tegen de vooravond bereiken we in stijl onze basecamp op 2100 meter hoogte: ‘Hotel de la Tsa’. Er volgt een kleine verbroedering op de parking, waarna we gauw een paar kamers inpikken en ons naar het terras begeven voor – aah… – een lekker biertje. De sfeer is gemoedelijk, de avond jong, en de vooruitzichten veelbelovend. Het eerste avondmaal zet zichzelf in gang en eens de grootste hongers gestild zijn, zoeken de meesten onder ons andere oorden op.

De volgende ochtend verenigen we ons rond een uur of zeven aan de ontbijttafel, klaar voor de eerste echte stagedag. Terloops wordt bij onze hauptmannen eens naar de planning gepolst. De verse laag sneeuw doet alvast vermoeden dat we nog geen extreme hoogteverschillen zullen overwinnen. Fabrice kondigt aan dat we staptechnieken met de stijgijzers zullen oefenen, en na ons materiaal bijeengepakt te hebben, begeven we ons algauw op het terrein. De Eckenstein- of 10-puntstechniek, de frontaaltechniek, en de gemengde techniek worden ons deskundig uit de doeken gedaan, en ieder van ons oefent ze op eigen tempo in. Twee ogenblikken later echter vliegen de sneeuwballen in het rond, en lijkt niemand met staptechniek nog enig probleem te ondervinden. Kids… In een volgende oefening verdelen we ons in cordées van drie en amuseren ons lustig met T-ankers maken. Bij wijze van experiment toont Ward aan dat met een aanloop van 20 meter een T-anker op 0,5 meter diepte weinig kans maakt. Zeer leerrijk! ’s Namiddags volgt een iets droger gedeelte, waarbij Dieter in de hut een weerom deskundige uiteenzetting doet over oriëntatie in de bergen. Kaart, kompas en iets warms zijn niet ver uit de buurt, en we worden weer allemaal een tikkeltje slimmer. We stellen meteen het marsplan op voor de oversteek naar Cabane des Vignettes, en dat geeft onze vooruitzichten alleen maar meer vorm. Het wordt alweer een gezellige avond en deze keer zoekt iedereen tijdig z’n bed op. Want: morgen staat La Luette op het programma!

29


30


To go or not to go… Na vele en zoete dromen bereiden we ons de volgende ochtend met een stevig ontbijt voor op onze eerste echte beklimming. Iedereen is lichtjes uitgelaten (!), en hoewel het weer er niet echt overtuigend uitziet, begeven we ons toch gepakt en gezakt richting de voet van La Luette. Ondertussen steken een zuchtje mist en een spatje regen op en naarmate beiden steeds grotere proporties aannemen, komt ook de top van La Luette verder buiten ons bereik te liggen. Al snel volgt het besluit van onze hauptmannen om in plaats van de hoogte de andere richting op te zoeken … met oefeningen op spaltenberging! Tijdens het vervolg van de dag proberen we in de hut van de nood een deugd te maken, en ’s avonds worden we bij het aperitief vergast op een viertal grote flessen bier van eigen bodem, ter ere van onze laatste avond in de hut! Verder zet het patroon van de vorige avonden zich verder, met als enig opmerkelijk feit dat Frederik – met overschot de stoerste van de bende – zich ook even aan de gletsjerdouche waagt!

“De twee cordées voor ons hebben intussen de top bereikt en de eerste emoties worden de vrije loop gelaten. .....”

Op de eerste rij De volgende ochtend blijkt dat die vier grote flessen ten onrechte (?) naar binnen gewerkt zijn. Thomas en Fabrice kondigen aan dat de oversteek naar Cabane des Vignettes er wegens mist niet zal inzitten, maar als blijkt dat La Luette via de graat in de plaats op het programma komt, bevinden we ons in no time op het terrein. Op de sneeuwflank naar de Col de Cheilon wordt onze staptechniek meteen op de proef gesteld en een van de cordées waagt zich met een anker en via opzekeren aan een waardige alternatieve manier om de hoogtemeters te overwinnen. In wat volgt wisselen stukken rots- en sneeuwgraat elkaar gedurende 2.6 km af, en klauteren en klimmen we naar hartenlust. We schuiven de Col de la Luette over, met de top ondertussen reeds in ons gezichtsveld. De twee cordées voor ons hebben intussen de top bereikt en de eerste emoties worden de vrije loop gelaten. Het wordt wat wringen voor een plekje, maar uiteindelijk bevinden we ons allen op de eerste rij voor een heerlijk en intens schouwspel. Van hieruit – 46°01’ noorderbreedte, 7°23’ oosterlengte en 3548 meter boven de zeespiegel – lijkt de Dix erg nietig. De Mont Blanc de Cheilon eist zonder veel schroom de hele omgeving op, en in de verte blaakt Lac des Dix in de zon. De Dent Blanche, de Mont Collon, zelfs de Mont Blanc, de Grand Combin, …. Ook wij voelen ons nogal klein in aanwezigheid van al die massieve heerschappen. We absorberen de rust en de stilte en als we in de verte de vierde cordée vanaf de col zien afdalen, besluiten ook wij de terugtocht in te zetten. Na een vlotte afdaling bekomen we dankbaar en voldaan op het terras met – aah… – een pintje.

De Dix zit ondertussen afgeladen vol, maar dat brengt de wirten niet van hun stuk en avondmaal laat zich weerom stevig smaken. We sluiten de avond traditiegetrouw af met iets vloeibaars, en sommigen onder ons gaan buiten nog even een luchtje scheppen. Ik maak me tijdig uit de voeten – de combinatie van mannen in desolaat gebied en bier weetjewel – en bemerk gedurende het verloop van de nacht dat een afgeladen volle hut zo ook wel wat nadelen heeft… Het belang van randcondities Om vier uur in de vroege ochtend zit de hele equipe terug klaarwakker aan de ontbijttafel, maar dat blijkt… tevergeefs. Een duivels onweer en lawinegevaar zorgen ervoor dat we niet kunnen vertrekken en zo komt de oversteek nog maar een keer in het gedrang. Een lokaal lagedrukgebied steekt op tussen onzer beider oren, maar evengoed beseffen we dat er weinig tegen in te brengen valt. We besluiten nog even verder af te wachten maar een paar uur later kondigen onze hauptmannen desondanks aan dat we de reis een dag vroeger zullen afsluiten. De terugtocht verloopt vlot - we weten waarheen - en in tegenstelling tot de aanloop, kunnen we deze keer via Pas de Chèvres terug naar de bewoonde wereld. Er wordt hevig gediscussieerd over de dikte van de buizen en de buigsterkte van de nieuwe trappen – “De cement zit los!”, roept Thomas enthousiast – maar uiteindelijk overwint iedereen het ijzeren gestel en nemen we boven even de tijd om ons in de zon te nestelen. De laatste beelden worden op ons netvlies gebrand en op onze geheugenkaart opgeslagen, maar niet veel later bevinden we ons al beneden op het terras van een strategisch gelegen bierhutje. Bovendien heeft iedereen zich plots zonder veel schijnbare moeite van al zijn vooroordelen jegens niet-West-Vlamingen ontdaan. De huttenvrouw blijkt namelijk jong, strak, blond, en … een echte Gentse te zijn! De randcondities zijn met andere woorden eersteklas en dat laat zich kennelijk merken. De zon straalt, iedereen is uitgelaten en voldaan, en de stage wordt beklonken in een optimale sfeer. … en azo é … joa, azo zitt’n wieder ier!

31


TEKST: ERIK ADRIAENSSENS

32

bijscholing bergbeklimmen


bergbeklimmen problemen tijdens een tocht Stel je voor: je wandelt met z’n tweeën op een gletsjer. De ene spalt na de andere, maar overal ligt er een laagje sneeuw zodat je niet alle kloven ziet. Natuurlijk ben je netjes ingebonden, hou je 20 meter afstand, en omdat je met slechts twee in het touw zit heb je een aantal vlinderknopen als remknoop voorzien: zeven of negen, omdat dat net zo uitkomt. Mooi zo. Er kan jullie weinig gebeuren, het weer is helder, de top sluipt dichterbij, je wandelt op een eigen tempo. Tot je plots merkt dat je touwgenoot wegzakt. Met een ruk word je naar voren getrokken. Gelukkig zijn er remknopen en doen ze hun werk. Je slaagt erin de val te stoppen, met beide voeten in de sneeuw geduwd zit je nu neer en je begint verwoed met je piolet een ‘dode man’ te maken, zodat je gauw de last van je gordel af kan halen. Het touw sleurt aan je gordel, je moet tegelijk in de sneeuw hakken en je verzetten tegen het gewicht van je kameraad. Komaan, nog dieper moet die piolet. Oef, eindelijk diep genoeg, sneeuw erop stampen, nog sneeuw erbij schuiven, erop meppen met al je kracht, een bandlus errond met ankersteek. Vervolgens de prusik die je eerst op je touw hebt gezet verbinden met de bandlus via een centrale karabiner en hem naar voren duwen – en dan eindelijk, langzaam, de last overbrengen naar de piolet. Hij houdt. En goed, want de sneeuw is al een beetje pappig zodat de piolet stevig zit. Bon. Eerst een zelfzekering leggen, en nu even gaan kijken naar die kameraad in zijn spalt. Aan de rand van de spalt even naar beneden turen. Verdorie, hij hangt vrij diep. Zeker drie knopen zijn mee in de kloof geschoten. Nu ja, wat wil je: die rugzak weegt zwaar, hij is zelf ook stevig gebouwd, om dat tegen te houden moest je sowieso goede papieren in huis hebben. Je roept. Oké, hij roept terug. Maar hij meldt dat hij zijn arm zodanig heeft gestoten dat er van helpen niks in huis zal komen. “Haal me maar op”, roept hij. “En wacht niet te lang, ik sta hier met mijn voeten in ijswater.” Jaja. Hoe ga je dat doen? Seilrolle, dat ken je. Maar daarvoor moet je kameraad mee helpen. Münchhausen techniek ken je ook, daarmee zou je jezelf wel uit de spalt helpen. Hij kent die techniek ook, maar met een gekweste arm zal dat niet lukken. Een takel dan maar. Dat ken je nog wel: een takel met hulptouw vanop de rotsen, iets dergelijks.

2014

Oké, je begint eraan. Een takel met hulptouw: een Zwitserse takel naar het schijnt. Het lukt. Je touweinde heb je vastgezet aan de centrale carabiner, je omlooppunt voorzie je van een teruglooprem met je ropeman. Langzaam maar zeker komt je kameraad hoger uit de spalt. Zijn voeten zijn al uit het koude water, oef. Maar dan kom je met die verdomde vlinderknopen aan je omlooppunt. Geen mogelijkheid om ze door de teruglooprem te jagen. Je zit geblokkeerd. En wat erger is: je kameraad zit ook geblokkeerd, in de spalt. Had je maar de bijscholing bergbeklimmen gevolgd. Daar had je dat allemaal geleerd. En nog veel meer… aankomst bijscholing We - dat zijn Géza en ikzelf - komen een paar dagen vroeger dan de anderen aan in Dachstein. Het regent beneden, en dit betekent dat er boven heel wat sneeuw valt. Een stevige wandeling vangt dan veel op. De bergen zijn mooi, maar je leert algauw dat ook de valleien prachtig zijn: de bloemen zijn in dit voorjaarsseizoen op hun mooist, de gemzen en de steenbokken houden van de rust van dit seizoen en vertoeven lekker laag in de valleien. Als alternatief programma voor klettersteigen, rotsklimmen of andere alpiene uitstapjes mag dit er wel wezen. Zelfs de ‘toerist uithangen’ is voor een keer wel eens leuk. De boer met Schotse Hooglandrunderen ziet ons graag komen en laat ons van het lekkers proeven dat hij met hun vlees maakt. Als dan de vier andere opleidingsgenoten toekomen (’s nachts om 5 uur, ocharme) kan de opleiding vlot van start gaan. Na een stevig ontbijt nemen we even later de kabelbaan naar 2700 meter. Meteen de sneeuw in om… de Zwitserse takel van binnen en van buiten te leren kennen. Omdat dat toch niet zo’n evidentie is oefenen we ook de volgende dag deze takel. En we hebben een paar lawinebiepers, sondes en schoppen bij, dus ook daarmee kunnen we ons wel wat bijscholen: begraven en zoeken maar naar die lawinebiepers. Best leuk, en je leert dat die toestellen sterk geëvolueerd zijn in vergelijking met die oude bakjes van vroeger. De ‘feinsuche’ is met die nieuwe software op de Mammut Pulse een pak correcter en makkelijker geworden. Heerlijk spelen in de sneeuw dus, maar wel met een pittig ondertoontje.

33


34


Een lekkere beklimming met een shunt voor de tweede man is ook een leuke ontdekking. Een shuntman moet niet veel meer kunnen dan klimmen, voor zijn beveiliging is hij aangewezen op de begeleiding van de eerste en de laatste man. Mooi, dat hebben we dan ook weer in de praktijk gebracht op heerlijk ruwe kalkrots met een laagje sneeuw en ijs erop. Al goed dat er af en toe kan gezekerd worden op de langslopende klettersteig. ’s Avonds krijgen we nog een pak uitleg over sneeuwholbouw. Grappig, maar ook best leerzaam. Dat sneeuwhol zal in de toekomst toch iets comfortabeler, droger en warmer worden.

“Geen mogelijkheid om ze door de teruglooprem te jagen. Je zit geblokkeerd. En wat erger is: je kameraad zit ook geblokkeerd, in de spalt. Had je maar de bijscholing bergbeklimmen gevolgd.....” zekeren Aan volgende zes voorwaarden moet voldaan zijn om op het lichaam te ‘mogen’ zekeren als je op een stand staat: je mag niet met je hoofd ergens tegenaan getrokken kunnen worden als je voorklimmer valt (pas op: je kan gemakkelijk anderhalf meter omhoog getrokken worden bij een val – hang je zelfzekering dus een behoorlijk eind van je stand af!). Verder mag het gewichtsverschil tussen jullie beiden niet te groot zijn (130% is daarbij een maximum), moet je als zekeraar al ervaring hebben met het houden van een voorklimmersval, mag er geen botsingsgevaar zijn tussen de voorklimmer en de naklimmer en mag de val de zekeraar niet naar opzij trekken. Tenslotte moet steeds een dummyrunner geplaatst worden (als je stand niet al te solide is kan je ook de ‘plusclip’ methode gebruiken: je klimt eventjes door naar een volgende tussenzekering en hangt het touw daar alvast al in). De laatste opleidingsdag bouwen we standplaatsen. Verbeelding, hoekjes, kantjes, barsten, rotskoppen: alles is goed om een stand mee te bouwen. Het zingen van de slaghaken in de rots klinkt ons als een mooie sopraanstem in de oren. De friends worden ook weer eens met de kalkrots in contact gebracht en de klemblokken en piolets krijgen ook allemaal hun rol te spelen in de zekeringsketen.

35

epiloog Een stevige beklimming van een graat zit er niet in. De sneeuw heeft alle goede grepen bedekt met een zacht poederlaagje, veel standvastigs is er niet te vinden behalve een klettersteig. Dat doen we dan ook: een vrij eenvoudige klettersteig (Koppenkarkopfklettersteig) op en af, en we hebben weer een frisse dag buiten gespeeld. Alpinisme kan soms ook gewoon fijn zijn. De laatste dag ontbijten we nog lekker en dan is het weer huiswaarts door de vele files in Duitsland. Tja, dat hoort er dan ook bij.

Bedankt Bart, voor de goede begeleiding en het nooit aflatende enthousiasme. Brenda, voor de vele kritische vragen die dikwijls toch een ander aspect belichten. Marc, voor de rustige aanwezigheid, knie-gerelateerde aanbevelingen en gedegen stap. Albert, voor de leuke verhalen, de grappige noot, eigenlijk het zout en de peper bij deze opleiding (al goed ook, want met die vele regen en sneeuw was het toch wat waterig anders). Géza, voor de vele uren autorijden, de plezante dagen vooraf en het samen klimmen tijdens de opleiding. En Hanne, voor het naadloos organiseren van deze vierdaagse.


TEKST: ORLANDO FURFARI / CARTOONS: DOMINIQUE ARRAS

hoogteziekte: wat en hoe? Een verlengd weekendje naar de Alpen! Toch proberen om nog snel die ene bergtop te beklimmen die we dan van onze “wishlist” kunnen schrappen! Onze tijd is beperkt en dus willen we snel hoogte winnen. Vele klimmers herkennen dit wel, maar snel klimmen is niet zonder gevaar. We stellen onszelf immers bloot aan hoogteziekte. Hoogteziekte ontstaat door tekort aan zuurstof, vaak in combinatie met te snel omhoog willen en soms persoonlijke gevoeligheid. We onderscheiden drie vormen van ziekte door ijle lucht waarmee de bergsportliefhebber te maken kan krijgen: Climb high, sleep low 1. Acute hoogteziekte 2. Hoogtehersenoedeem: vochtophoping in de hersenen 3. Hoogtelongoedeem: vochtophoping in de longen 1. Acute hoogteziekte Acute hoogteziekte (Engelse term: Acute Mountain Sickness oftewel AMS) wordt veroorzaakt door tekort aan zuurstof in het lichaam. De lucht op aarde bestaat voor ongeveer 78 procent uit stikstof en 21 procent uit zuurstof en dit ongeacht de hoogte waarop we ons bevinden. Lucht heeft echter ook een gewicht: de luchtdruk die aangeduid wordt in millimeter kwik barometerdruk (mm Hg). Op zeeniveau wordt de lucht samengeperst door het gewicht van de luchtkolom erboven. Dit maakt de lucht “dik” en door de samengedrukte zuurstofmoleculen aangenaam om in te ademen.

36

Per liter lucht ademen we dus veel zuurstofmoleculen in. Echter, als we stijgen in hoogte, daalt de luchtdruk door de afname van het gewicht van de luchtkolom erboven. De zuurstofmoleculen in de lucht worden dan ook minder samengedrukt. Op grotere hoogte bevat de lucht dus minder moleculen zuurstof en wordt bijgevolg “dunner of ijler”. Precies omdat er per liter lucht minder zuurstofmoleculen beschikbaar zijn, neemt ons lichaam per ademhaling minder zuurstof op. Omdat we echter evenveel nood aan zuurstof blijven hebben, past ons lichaam zich in eerste instantie aan door een versnelde ademhaling en hogere hartslag. Vervolgens maakt het lichaam meer rode bloedcellen aan, zodat zuurstoftransport efficiënter wordt. Het is van belang dat we ons lichaam de tijd geven om zich aan te passen aan deze ijlere lucht. We moeten dus acclimatiseren. Hoe hoger je klimt, hoe meer het lichaam zich moet aanpassen en hoe langer de acclimatisatieperiode zal duren. Klim je hoger dan 6000 meter, dan acclimatiseert je lichaam niet meer volledig en boven 7500 meter nog nauwelijks. Als je sneller stijgt dan je lichaam zich kan aanpassen, kun je hoogteziek worden.

In de acclimatisatieperiode kunnen we ons lichaam helpen. Dat kan door op één dag sterk te stijgen, bijvoorbeeld met 1000 hoogtemeters of meer, en nadien, dezelfde dag weer af te dalen en te slapen op een lagere hoogte. De meeste klachten omtrent hoogteziekte treden immers pas op na zes à twaalf uur op een grotere hoogte. Als men weer afdaalt voordat deze klachten ontstaan, dus als men binnen die tijd weer beneden is, wordt men niet ziek. Zo maken we ons lichaam gewoon aan de ijlere lucht, terwijl we toch de klachten omtrent hoogteziekte kunnen vermijden. Het is dus van belang om tijdig te stoppen en ons lichaam de nodige rust te gunnen. Meestal zullen klachten van AMS overgaan na een nachtje slapen (bij voorkeur op een lagere hoogte). Symptomen Verschijnselen van hoogteziekte ontstaan vaak pas na enkele uren op hoogte en kunnen zijn: - Hoofdpijn die nog wel op pijnstillers reageert; - verminderde eetlust; - misselijkheid; - duizeligheid; - slapeloosheid; - traagheid; - braken; - minder plassen; - vermoeidheid; - en een licht gevoel in het hoofd. Vaak worden de symptomen toegeschreven aan iets anders, zoals “niet goed geslapen” of het eten in de hut dat iemand niet goed heeft gesmaakt. Je moet echter niet alle symptomen hebben om van AMS te kunnen spreken. Alleen een milde hoofdpijn kan al op AMS wijzen.


bergbeklimmen

2. Hoogtehersenoedeem Een hersenoedeem is een zwelling van de hersenen. Dit kan veroorzaakt worden door een zware hersenschudding of (op grotere hoogte) door zuurstofgebrek. Vaak is hoogtehersenoedeem (Engelse term: High Altitude Cerebral Edema oftewel HACE) een verder doorgedreven vorm van acute hoogteziekte. Als men de symptomen van AMS negeert en toch blijft stijgen, kan een verslechtering van acute hoogteziekte tot hersenoedeem plaatsvinden na één tot drie dagen. Door het zuurstoftekort op hoogte zwellen de hersenen op. Ons lichaam wil zich aanpassen aan de hoogte en gaat meer rode bloedlichaampjes produceren om een grotere hoeveelheid zuurstof te kunnen transporteren. Als het lichaam onvoldoende tijd krijgt om zich aan te passen, hoopt er zich vocht op in delen van het lichaam waar het niet hoort. Er treedt vocht uit je bloedvaatjes, dat zich ophoopt in bepaalde hersendelen. Omdat de menselijke schedel te weinig ruimte biedt aan de gezwollen hersenen, kunnen de verschijnselen, ook bij een relatief kleine vochtophoping, al snel zeer ernstig zijn. Als er hoogtehersenoedeem wordt vastgesteld, is de beste remedie een onmiddellijke afdaling. Bij milde symptomen kan 500 tot 1000 hoogtemeters misschien al genoeg zijn, maar bij ernstige gevallen moet wellicht nog meer afgedaald worden. Het toedienen van extra zuurstof is ook zeker aan te raden. Symptomen Symptomen die duiden op een hersenoedeem zijn: - Dubbel zicht; - verlies van beoordelingsvermogen en zin voor realiteit; - onaangepast gedrag (alsof men dronken zou zijn); - extreme hoofdpijn die niet meer reageert op pijnstillers; - waanbeelden en hallucinaties; - verlies van coördinatie; - blaasproblemen (incontinentie of juist niet meer kunnen plassen); - epileptische aanvallen; - toenemend braken; -geheugenverlies; - zich suf en lusteloos voelen; - verlammingsverschijnselen; - en uiteindelijk bewusteloosheid en overlijden door inklemming van de hersenen. De vaststelling van het coördinatieverlies kan vrij gemakkelijk. Als de zieke klimmer niet meer in staat is om met de ogen dicht rechtop te blijven staan of niet meer met de ogen dicht zijn/haar vingertop naar het puntje van de neus kan brengen, dan moet je zeker van hersenoedeem uitgaan. Als je klachten hebt die op hersenoedeem kunnen wijzen, moet je zo snel mogelijk afdalen en medische hulp zoeken.

37


3. Hoogtelongoedeem Hoogtelongoedeem (Engelse benaming: High Altitude Pulmonary Edema, HAPE) ontstaat als de bloedvaatjes in je longen gaan scheuren en bloed beginnen te lekken. Hierdoor kan er onvoldoende zuurstof uit de ingeademde lucht in je longen naar het bloed overgebracht worden. Je stikt dus eigenlijk langzaam. Je zou kunnen stellen dat men bij HAPE verdrinkt in zijn eigen lichaamsvocht. Als je klachten hebt die op longoedeem kunnen wijzen, moet je ook snel maatregelen nemen, de ziekte kan na het begin van de klachten in korte tijd, vaak gedurende een nacht, tot de dood leiden. Voor de behandeling van hoogtelongoedeem is slechts één optie: zo snel mogelijk afdalen en (gespecialiseerde) medische hulp zoeken. Gelukkig komt HAPE in onze “lage Alpen” niet zo vaak voor: naar schatting bij één à twee procent van de mensen die boven de 2500 meter komen. Bergsportliefhebbers die boven de 5000 meter klimmen, en zeker zij die daar langere tijd verblijven, hebben een grotere kans om hoogtelongoedeem te ontwikkelen. Symptomen

hoogtewijzer Tabel met de luchtdruk (in hPa) en de relatieve zuurstof concentratie op verschillende hoogtes

38

hoogte 8000 m 6000 m 5500 m 4500 m 4000 m 3500 m 3000 m 2500 m 1000 m zeeniveau

luchtdruk in hPa 370 hPa 465 hPa 500 hPa 570 hPa 600 hPa 650 hPa 700 hPa 750 hPa 900 hPa 1013 hPa

%zuurstof tov zeeniveau 36% 47% 50% 53% 60% 64% 68% 73% 88% 100%

Op deze tabel zien we dat op 3500 meter hoogte de luchtdruk nog maar 2/3de is van de luchtdruk op zeeniveau. Deze verminderde lucht druk maakt dat het moeilijker is om de zuurstof in de lucht op te nemen. Bovendien zien we dat op deze hoogte de zuurstofconcentratie in de lucht ook gedaald is met 36 procent. Dat wil dus zeggen dat het niet alleen moeilijker geworden is om zuurstof in het bloed op te nemen door de lagere druk, maar dat er bovendien ook nog eens minder zuurstof aanwezig is. Deze beide gegevens leiden tot een verminderde zuurstofopname.

Welke symptomen duiden op hoogtelongoedeem? Bijna altijd: - Een benauwd gevoel; - kortademigheid; - continu hijgen en een versnelde hartslag (ook als je geen inspanningen levert); - pijn in de borststreek; - hoofdpijn die niet (goed) meer reageert op pijnstillers; - misselijkheid en slapeloosheid; - duizeligheid; - droge hoest en na een tijdje ook bloed ophoesten; - verwardheid omdat er onvoldoende zuurstof naar de hersenen gaat. Hoogteziekte voorkomen Zoals eerder al aangehaald is het belangrijk dat ons lichaam tijd krijgt om zich aan te passen aan de hoogte. Op diverse websites en in verschillende publicaties wordt aangeraden om per dag maar een bepaald aantal hoogtemeters te stijgen. Dat schommelt van 200 tot 600 hoogtemeters per dag. Persoonlijk ben ik al verschillende keren met meer dan 600 meter per dag gestegen zonder last te hebben van hoogteziekteverschijnselen. Ik denk dus dat men deze cijfers moet relativeren en dat ieder moet leren naar zijn/haar lichaam te luisteren. Stijg verstandig en hou in je planning rekening met de hoogte van de hutten, rustdagen,… Verder is het erg belangrijk om voldoende te drinken. Zelfs als men geen dorstgevoel heeft, moet men toch drinken omdat, via de versnelde ademhaling, het vochtverlies erg toeneemt. Is de kleur van je urine helder, dan ben je voldoende gehydrateerd. Klimmen is een fysiek intensieve sport: geef je lichaam voldoende brandstof door koolhydraten te eten.


een getuigenis... Vorig jaar in april trok Frank De Decker uit Brecht met zijn klimmakkers naar Nepal. Het zou een mooie trekking moeten worden met als hoogtepunten de beklimming van de Pokalde (5806 meter) en de Lobuche East (6119 meter). Voor Frank draaiden de zaken echter anders uit. Wij stelden hem enkele vragen...

KBF: Dag Frank. Vorig jaar ben je naar Nepal geweest. Kun je daar iets over vertellen? Frank: Jazeker. Nadat we vanuit Kathmandu naar Lukla waren gevlogen, zijn we begonnen met onze trek naar het basecamp van de Pokalde. Dat ging rustig aan maar naarmate dat we hogerop trokken, liet de vermoeidheid zich meer en meer voelen. KBF: Kreeg je last van hoogteziekte tijdens de trekking? Frank: Nee hoor! Ik was gewoon vermoeid. Eventueel met wat verminderde eetlust, maar ja, dat kennen we allemaal wel als we de bergen intrekken. Ik had zelfs geen last van hoofdpijn. Bij de beklimming van de Pokalde kreeg ik het voor het eerst een beetje moeilijk, maar ik dacht gewoon dat ik een mindere dag had. KBF: Je hebt dus nog op de top van de Pokalde gestaan? Frank: Inderdaad. Het is pas tijdens de afdaling dat ik, achteraf gezien, de eerste tekenen van hoogteziekte kreeg. Ik had het soms moeilijk om mijn evenwicht te bewaren. Uiteindelijk zijn we tot in het basecamp afgedaald. We hadden nog altijd niet aan hoogteziekte gedacht. We gingen er gewoon van uit dat ik erg moe was. KBF: Hoe heb je dan de volgende dag beleefd? Frank: De volgende ochtend had ik geen fut om op te staan en ik had moeite om mijn rugzak te maken. Ik moest ook ontzettend veel hoesten. We moesten die dag eerst nog wat stijgen om een pas over te steken en toen kon ik echt helemaal niet meer volgen. Bovendien kon ik mijn evenwicht niet goed meer bewaren en ben ik regelmatig gevallen. Ik had gewoon geen zin meer om recht te staan. Ik moest ondersteund worden en heb me vastgehouden aan de rugzak van diegene die voor mij liep. Ik was helemaal uitgeblust en volledig futloos. De gidsen hebben dan gezorgd voor twee extra dragers en hangend tussen die twee heb ik het laatste stuk naar het volgende dorp afgelegd. Ik was echt blij toen we daar aankwamen.

KBF: Op dat moment had je dan toch door dat het aardig fout zat, of niet? Frank: Jawel hoor, maar niet dat het eigenlijk wel heel ernstig was. In die lodge waren toevallig twee gepensioneerde verpleegsters uit Nieuw-Zeeland die een zuurstofmeter bij zich hadden. Mijn zuurstofsaturatie was ontzettend laag: 39 procent! Gelukkig had de uitbater van de lodge een fles zuurstof. De volgende nacht heb ik half zittend op mijn bed doorgebracht met een zuurstofmasker. Elk uur kwam Roeland mijn zuurstofsaturatie opmeten en de hoeveelheid toegediende zuurstof bijstellen. Ondertussen stonden onze gidsen in contact met de organisator in Kathmandu om mijn evacuatie te regelen. KBF: Hoe ben je dan uiteindelijk verder afgedaald? Frank: Wel, de volgende ochtend was het weer nog altijd niet zo goed en kon er geen helikopter tot in het dorpje komen. Uiteindelijk ben ik dan te paard naar een lager gelegen dorp afgevoerd waar een helikopter mij kwam oppikken. Wij zijn naar het ziekenhuis in Kathmandu gevlogen voor een onderzoek. De diagnose luidde hoogteziekte met hersenoedeem. Nadien heb ik een week op hotel gelogeerd totdat m’n makkers weer terug waren. Bijkomend had ik last gekregen van bloeduitstortingen op m’n netvlies waardoor ik niet echt meer scherp kon zien. Nadien heb ik daar nog een maand last van gehad. KBF: En de kosten voor dit alles? Frank: De verzekering van de federatie heeft alle medische kosten terugbetaald: de extra dragers, de zuurstof, het huren van het paard, de helikoptervlucht en het ziekenhuis. De extra kosten van het hotel in Kathmandu heb ik zelf moeten betalen. De verdere oogcontroles in België heb ik ook zelf moeten betalen.

39


TEKST: JAN VERHOEVEN / FOTOS: PETER CUYPERS

open Vlaams jeugdklim Fotos © Peter Cuypers

De voorbereidingen

40

Het derde weekend van het nieuwe jaar start het lead seizoen traditioneel met het Open Vlaams Jeugdklimkampioenschap, tevens de eerste bekerwedstrijd van de Belgische beker lead voor de jeugd. De organisatie, in handen van BVKB, was ook dit jaar een schoolvoorbeeld. Zelfs een zieke hoofdroutebouwer weerhield het routebouwteam er niet van uitmuntend werk te leveren en ook de voorbereidingswerken van de nieuwe boulderzaal naast Klimax I deden niet af aan de organisatie. Uitzonderlijk werd de wedstrijd dit jaar over twee dagen gespreid, waardoor het aanwezige publiek meer ademruimte had. De livestream – nieuw vanaf dit jaar – zorgde er bovendien voor dat de achtergebleven fans van thuis uit vlot het hele gebeuren konden meevolgen.


indoor / wedstrijd

mkampioenschap 2015 officiële leverancier van het topsportteam -

De wedstrijd: dag 1 Op zaterdag mochten de categorieën Junior (18-19 jaar), Youth A (16-17 jaar) en Youth B (14-15 jaar) aantreden. Grote blikvanger was uiteraard onze internationale topper bij de volwassenen Anak Verhoeven, die vierde op de IFSC-wereldranglijst staat. Zij startte haar laatste seizoen jeugdwedstrijden met een gouden medaille bij de categorie Junior, voor eigen publiek en in aanwezigheid van de pers. Bij de categorie Junior Male was het Simon Lorenzi die het hoogste trapje mocht beklimmen. Met winnaar Nicolas Collin bij Youth A Male was het podium voor de categorieën Junior en Youth A trouwens volledig Waals. Dit in tegenstelling tot de damescategorieën waar Celine Cuypers (Goud - Youth A) , Elfe Claes (Brons – Youth A), Cathinka Tilborghs (Zilver - Youth B) en Laure-Anne Stevens (Brons - Youth B) de Klimax-kleuren met glans verdedigden. Alleen Marie Colot (Goud - Youth B) kon bij de dames een gouden medaille onthouden van Klimax.

Karo Laperse (Youth D), Gilles Poppe (Youth D) en Daphne Glazema (Youth C) vertegenwoordigden de G-sporters in de jongste categorieën. Vanaf nu wordt ook uitgekeken naar het internationale IFSCwedstrijdseizoen. Klimmers vanaf 16 jaar kunnen na een bikkelharde selectie deelnemen aan een 20-tal wedstrijden in de categorieën lead, speed en boulder. De wedstrijden vinden plaats over de hele wereld, gaande van België (Klimax , 26-27 september) tot China en Korea. Meer info op www.ifsc-climbing.org. Ook zin om deel te nemen aan klimwedstrijden? Contacteer je club of informeer via sportklimmen@kbfvzw.be.

Volledige resultaten van het Open Vlaams Jeugdklimkampioenschap kun je vinden op: www.bccclimbing.be

Bij Youth B Male haalde Harold Peeters van ClimbCool de eindoverwinning binnen. Bij de G-sporters haalde Pavitra Vandenhoven (Youth A) het beste uit zich naar boven.

uitslagen De resultaten van het Open Vlaams

De wedstrijd: dag 2 Zondag was het dan de beurt aan de categorieën Youth C (12-13 jaar) en Youth D (10-11 jaar). In de teamranking stond Klimax na de goede resultaten van zaterdag al ruim aan kop en met een gouden medaille voor Charlène Tilborghs (Youth C Female), Ite Lemière (Youth D Female) en Jasper Van Malderen (Youth C Male) werd ook de eindoverwinning zeker gesteld. Al was daar bij Jasper een thriller van een superfinale voor nodig om de – anderhalve kop grotere – Luca Ferrari achter zich te houden. Bij de Youth D Male klom Hannes Van Duysen van Bleau Climbing Team uit Gent naar goud en werd daardoor de enige Vlaams Kampioen 2015 die geen lid is van BVKB. Het mag gerust opgemerkt worden dat Bleau Climbing Team met een delegatie beloftevolle klimmers kwam aantreden. De nieuwe lengteklimzaal in Gent doet alvast hopen dat we vanaf nu ook systematisch Oost -Vlaamse klimmers kunnen verwachten op de nationale wedstrijden lead.

Youth D Male: 1. Van Duysen Hannes (BTCT) Youth D Female: 1. Lemière Ite (Klimax) Youth C Male: 1. Van Malderen Jasper (Klimax)Youth C Female: 1. Tilborghs Charlène (Klimax) Youth B Male: 1. Peeters Harold (ClimbCool) Youth B Female: 1. Colot Marie (Escale) Youth A Male: 1. Collin Nicolas (Stone Climbing Factory) Youth A Female: 1. Cuypers Celine (Klimax) Junior Male: 1. Lorenzi Simon (ClimbCool) Junior Female: 1. Anak Verhoeven (Klimax) vlaams kampioen Youth D Male: Van Duysen Hannes (Bleau Climbing Team) Youth D Female: Lemière Ite (Klimax) Youth C Male: Van Malderen Jasper (Klimax) Youth C Female: Tilborghs Charlène (Klimax) Youth B Male: Vancraeynest Mats (Klimax) Youth B Female: Tilborghs Cathinka (Klimax) Youth A Male: Arno Luypaert (Team Moondo) Youth A Female: Cuypers Celine (Klimax) Junior Male: William Frimout (Klimax) Junior Female: Anak Verhoeven (Klimax)

41


TEKST: JEROEN JANSSENS

VBW-toerskistage TROMSØ:

We treffen elkaar op maandag 3 maart in Tromsø om 18 uur. Zelf heb ik met de boot de Hurtigruten-lijn gevolgd, via Svolvaer (Lofoten) naar het trefpunt. Op de Lofoten heb ik voordien een week rondgezworven. De anderen zijn via Kopenhagen en Oslo naar Tromsø gevlogen. Het is een blij weerzien, de anderen hebben op de vlucht al verbroederd, maar voor mij is het weer een tijdje geleden dat ik Stefan, Koen en Lieven gezien heb. Het is tevens mijn eerste kennismaking met Kurt, maar dat verloopt hartelijk. Mijn gevoel zegt me dat het een fantastische week wordt.

Dinsdag 4 maart 42

Mijn spullen nog even op en in de auto laden en we kunnen doorrijden naar onze uitvalsbasis Hav og Fjell, 30 minuten rijden ten noorden van Tromsø. Dat is een spannende bedoening, door ijsvorming en regen zijn er vele diepe putten in de wegen. Onze auto - gevuld met vijf flinke Vikingen, een berg materiaal in de auto en vijf volgestouwde skizakken op het dak - is misschien een tikje overladen. Deze combinatie zorgt voor een hotsend en botsend ritje, en ik voel me na een paar minuutjes al een geklutst eitje. Na drie kwartier blijkt dat we te ver gereden zijn, waarop Koen heel kalm inbrengt: “Oh maar we zijn dat bordje 20 minuten geleden voorbij gereden, maar ik dacht dat het een ander Hav og fjell was.” Uiteindelijk komen we aan omstreeks 20u30, overlopen we nog de plannen voor de volgende dag, en zet ik al thee voor morgen (om extra sterk in te laten trekken, jaja, een goed alpinist let op de details). Na nog twintig minuten Top Gear op de Noorse TV trekken we ieder in ons bed om na een vermoeiende reisdag goed uitgerust de volgende dag aan te vatten.

Na een stevig ontbijt (eieren met veel look, maar dat heb ik de anderen niet verteld) volgt een korte bespreking en vertrekken we naar de Nordfjellet. Het eerste stuk loopt door een bos langs een valleiriviertje, de Sandelva, en daarna volgen we de flank van de Glimtinden naar de top op 413 meter. Daar genieten we van een relaxte lunchpauze met een spectaculair zicht op de zeearm Grondsundet, terwijl we in de verte Tromsø en haar markante brug zien. Nadat we weer wat op krachten gekomen zijn, trekken we verder naar de Glimfjellet (658 meter), over een mooi breed zadel waar we ons middagmaal nuttigen. Het zicht is hier mogelijk nog meer indrukwekkend: aan de ene kant zien we de fjord en Tromsø, aan de andere kant het plateau op de top van de Nordfjellet, met een mooi zicht op de “Wechte” aan de zijkant van zijn graat. Het ideale moment voor Stefan om ons eens goed rond te laten kijken en te letten op de mogelijk lawinegevaarlijke factoren


toerski op toerski’s het Noorderlicht achterna…

Vervolgens beginnen we aan de laatste trek naar de top op 1000 meter. Boven rusten we nog even uit en nemen enkele foto’s. Daarna volgt een supermooie afdaling met zicht op de glinsterende golven in de fjord. Het is jammer dat de sneeuw op de hogere flanken heel verwaaid is, maar het gevoel om naar de oceaan toe te skiën is niet te vergelijken met de afdaling van een alpenweide. Iets lager moeten de ski’s uit. We bevinden ons tussen de typische Scandinavische struikjes, dit stuk ligt er weer wat ijzig bij. Het caramboleren tussen de struikjes en boompjes is echter heel leuk en heeft met een hoog playstation-gehalte. Iedereen is elkaar zowel fysiek als technisch waard en dat maakt ons een zeer goede groep. Dat belooft voor de komende dagen. Later doen we nog een winkelritje, nemen we een saunasessie met een “blotekontduik” in zee en kijken we naar het noorderlicht (Aurora Borealis) met een Mackbier (gebrouwen in de meest noordelijk gelegen brouwerij ter wereld) in de hand. Een mooiere eerste dag kunnen we ons niet wensen. Woensdag 5 maart Weer een vroeg begin van de dag: om 6 uur gaat de wekker, we ontbijten en vertrekken om 7 uur. Maar dan loopt het even fout: om 7u25 zijn we pas boven op straat, nochtans maar 50 meter verder… Blijkt dat het weggetje van de hut naar de straat gladder is dan verwacht en dat vraagt enige creativiteit. Twee mensen die op één kant van de motorkap zitten als extra druk op de band blijkt dan toch te werken. Na dit korte intermezzo kunnen we wat later eindelijk beginnen aan de beklimming van de Skitntinden. Een van de stageleden voelt zich geroepen om de kop te nemen en legt een strak tempo op. De weg gaat quasi recht omhoog. Brandende billen, kreunende kuiten, u kent het allemaal wel.

“Tromsdaltinden (1238m): de karakteristieke ijskoepel die hoog boven Tromsø uittorent. Als je een foto van Tromsø ziet staat hij er bijna altijd op....”

Na een korte klaagzang door de bezwete groep heeft de brave man de rest van de dag in tweede positie gelopen om de motor van de collega’s niet op te blazen. Namen zal ik omwille van privacyredenen niet noemen, maar de man verdient wel een pluim voor de getoonde kracht. In Noorwegen wordt iedereen een klein beetje Viking. Na de lage flank in het bos trekken we verder over de kam naar het eerste plateau, en daarna over de lange kom in een ruk naar een plateautje 20 meter onder de top. Daarna wandelen we te voet naar de top voor een verdiende Berg Heil. De afdaling die volgt heeft in het begin zeker een paar mooie stukken, maar de laatste 300 meter zijn zwaar, en we doen het dan ook allemaal voorzichtig aan. Voor we weer terugkeren naar onze hut gaan we een nieuw paar schoenen halen in Tromsø voor onze beenharde Viking Kurt. Twee dagen in te kleine schoenen naar boven en naar beneden, ik zie het mezelf niet doen. Ik maak dan ook maar even van de gelegenheid gebruik om wat koolhydraten bij te tanken in de Burger King. Misschien niet gezond, maar o zo verdiend na de afgelopen 2 dagen. Nadien gauw naar de hut om even te eten en te plannen voor morgen. Daarna het bed in, het zal morgen weer vroeg dag zijn.

43



Donderdag 6 maart Vandaag beginnen we aan een berg die me al aanspreekt sinds de planning van de reis: Tromsdaltinden (1238 meter), de karakteristieke ijskoepel die hoog boven Tromsø uittorent. Als je een foto van Tromsø ziet staat hij er bijna altijd op. Ik ben met de Hurtigrutenboot van Svolvaer naar Tromsø gereisd, en dan zie je hem al van ver opdoemen tussen de fjorden, lang voor je Tromsø zelf ziet. Het hoeft dus geen betoog dat ik heel gemotiveerd ben om deze berg te schrappen van mijn wishlist. Enige nadeel van de tocht naar de voet: je moet je auto vrij ver parkeren en dan al skilopend of met de ski’s op de rugzak het langlaufpad volgen dat heel licht oplopend en op sommige stukken vlak is, en naar de echte voet leidt. Je bent toch al gauw 75 minuutjes kwijt. Aan het einde van het langlaufpad hebben we dan even geknabbeld en wat gerust, en dan met volle moed aan de beklimming begonnen. Spijtig genoeg zitten de omstandigheden niet echt mee, en moeten we tussen de lawinevallen door laveren, want overal zien we tekens van triebschnee. Op het moment dat we eindelijk op de rug die naar de top leidt aankomen, begint de wind flink aan te wakkeren. Het zal ook niet lang meer duren alvorens het donker wordt, en dus moeten we beslissen of we nog de laatste 100 hoogtemeters willen overbruggen of niet. Als we naar de top willen moeten we nadien de veiligere, maar veel langere weg terug volgen. Dit betekent echter we in het donker zullen toekomen en waarschijnlijk niet meer kunnen skiën. De andere optie is dat we enkel een mooie afdaling doen. Na overleg kiezen we voor de laatste optie. De afdaling moet vrij gecontroleerd worden uitgevoerd door de triebschnee-plakken, maar is toch weer heel mooi. Beneden aangekomen gaan we in Tromsø nog even kijken naar de Ishavskathedraal, een must voor iedereen die hier naartoe komt. Vrijdag 7 maart De wekker staat weer om 7 uur. Ik zie witte schuimkoppen op de golven staan, wat betekent dat er vandaag niet veel geavonturierd zal worden. En, eerlijk is eerlijk, ik vind het niet erg. Gisterenavond zijn we immers nog wat lang blijven plakken bij een paar vijf-euro-biertjes en dat voel ik vanochtend dus. In plaats van op tocht te gaan lassen we vandaag dan maar een theoriedag in. Stefan geeft ons een uiteenzetting over welke EHBO- en lawinebenodigdheden we zeker altijd moeten voorzien, en hij legt ons uit welke soorten LSZA’s (LawineSlachtoffer ZoekApparaat) er op de markt zijn en waarop te letten bij aanschaf.

Daarna wordt het praktischer en bouwen we een reddingslee. Hier blijkt maar weer eens wat een ingespeeld team we ondertussen zijn: samen bouwen we in no time een slee die ons slachtoffer/ gids Stefan van de guurste berg kan halen. Ondertussen is het al namiddag. Het weer is wat opgeklaard en we besluiten nog even de berg tegenover ons huisje omhoog te vellen en daar een praktisch deel aan de theorie van de voormiddag te plakken. We graven twee grote sneeuwkolommen uit om de verschillende sneeuwlagen te bestuderen en een drukproef uit te voeren. Dat vergt nog flink wat graafwerk, en uiteindelijk is het toch nog een inspannende dag geworden. Op aanvraag van enkele groepsleden wordt er deels in cordé naar beneden geskied, met enkele hilarische momenten tot gevolg. ‘s Avonds na het eten plannen we de tocht van morgen, en deze keer is het de bedoeling dat we alles zelf plannen en dat Stefan ons enkel raad geeft. We zijn het er vrij snel over eens naar welke regio we willen, iedereen wil wel een keer richting de Lyngen Alpen. De keuze van een eerste plan en een reserveoptie in geval van slechte weersomstandigheden verloopt veel moeilijker. De keuze van beklimmingen is namelijk overweldigend groot en ieder heeft zijn eigen idee. Uiteindelijk komen we er na uitgebreid overleg uit door een proces van eliminatie, en rekening houdend met de capaciteiten en voorkeuren van ieder groepslid, en de weers- en sneeuwomstandigheden. Zaterdag 8 maart Een weekrecord rijker: om 4 uur gaat de wekker, en om 5 uur zitten we na een uitgebreid ontbijt in de auto. Het is namelijk een uurtje of 3 rijden tot de berg de Fastdalstinden (1275 meter). Als we daar aankomen overleggen we nog even en bekijken samen nog eens de plannen en foto’s. De afspraak is dat we om beurten een stuk sporen en tussentijds overleggen. Dit werkt wonderwel, en we zijn ondertussen echt een geoliede machine geworden die samen ergens willen komen. Helaas valt het weer niet mee. Op het eerste stuk is het nog krasselen op harscheisen om de eerste steile stukken te overwinnen, daarna begint het voor het eerst deze week flink te sneeuwen en is de zichtbaarheid onvoldoende om verder te skiën. We houden nog even een korte drink- en eetpauze, en hopen dat de weersomstandigheden verbeteren, maar dit blijkt ijdele hoop. We besluiten onze tocht af te breken en terug naar de auto te skiën. Aangezien dit onze laatste dag op Noorse bodem is, zijn we allemaal flink teleurgesteld dat we onze tocht vroegtijdig hebben moeten afbreken, maar we beseffen dat het gekkenwerk is om blind naar boven te gaan. En we komen toch nog terug, dus geen man overboord...

reiswijzer Interessante toerskitopo’s Toppturer i Norge (fri flyt), Toppturer i Troms (fri flyt) en The Lyngen Alps (fri flyt) Interessante kaarten Wegenkaart Cappelens kart 5 “Troms of Finnmark” Stafkaarten Kartverket Norge 1:50000: nr. 180 Kvaløya, nr. 181 Ringvassøya, nr. 182 Tromsø, nr. 183 Lyngen

45


TEKST: PAUL VERZELE

Belgisch Kampioenschap Zaterdag: individuele race Opnieuw werd het Belgisch kampioenschap toerskiën of skimountaineering aan een ander nationaal kampioenschap gekoppeld. Het scherpt de competitiegeest wat aan en een groot deelnemersveld garandeert ook veel publiek, en met het publiek de ambiance. Iedereen kijkt immers niet alleen naar zijn plaats binnen de nationale ploeg, maar eveneens naar de plaats binnen een algemeen klassement. Dit jaar zijn we samen met de Nederlanders naar het Zwitsers nationaal kampioenschap toerskiën in Villarssur-Ollon getrokken. Voor velen een onbekend dorp in de nabijheid van Montreux, in het massief waarin ook Leysin ligt, een oord dat bekend is van Intersoc.

46

Het Zwitsers kampioenschap vindt altijd heel vroeg in het jaar plaats, deze keer op 10 en 11 januari 2015. Tot op het laatste moment hoopten we op voldoende sneeuw. Pas tijdens de allerlaatste dagen is er wat gevallen, net genoeg voor de wedstrijd. Warm weer kondigde zich aan dus werd het ook voor de organisatoren een race tegen de tijd. Uiteindelijk dienden zich net geen driehonderd atleten aan, waaronder veertien Belgen en veertien Nederlanders. De Nederlanders schreven zich met meer in, maar een paar lieten verstek gaan. De Belgen schreven zich oorspronkelijk maar met negen in. Op het laatste moment, aan de start zelf, kregen er nog een vijftal “goesting”. Voor de start werd op het laatste moment een hoger gelegen locatie gekozen dan oorspronkelijk gepland. Dit was noodzakelijk om voor iedereen een veilige omloop te kunnen garanderen, niet alleen voor de allereerste die in de maagdelijke sneeuw skiet en ruim voldoende sneeuw voor zich heeft, maar eveneens voor de laatste die het uitgesleten spoor van de 295 voorgangers volgt. De wedstrijd zelf was mooi, spectaculair, afwisselend, behoorlijk uitdagend en moeilijk. Hoewel de organisatoren er alles aan deden om de wedstrijd in goede banen te leiden, en met ruim honderdtwintig lokale vrijwilligers het hele parcours beveiligde, speelde vooral het weer de deelnemers parten. Het uitzonderlijk warme weer veroorzaakte veel verdamping in de lager gelegen valleien in de wijde omgeving. Deze verdamping veroorzaakte op haar beurt een dichte mist die tijdens de tweede wedstrijdhelft de besneeuwde hellingen gestaag inpalmde.

Sommige recreatieve skiërs vergisten zich hierdoor van piste en beleefde spannende momenten toen ze zich onverwacht op een stevige wedstrijdpiste bevonden en ver weggeleid werden van de skiliften. Maar ook sommige atleten misten een merkteken of een paaltje op een cruciale bocht en gingen volledig de boer op. Zo ook een paar betere Belgische atleten. Wie vooraan skiet en nauwelijks een spoor heeft om te volgen, moest veel meer aandacht besteden aan de route zelf. Toegegeven, hier en daar kon er misschien een paaltje meer staan. Maar als je het circuit op het laatste moment nog moet aanpassen omwille van de weersomstandigheden en inderhaast nog enkele paaltjes moet verplaatsen, kan je het de organisatoren niet al te kwalijk nemen. Het was immers een huzarenstukje om de hele wedstrijd überhaupt nog voor elkaar te krijgen. De proclamatie vond plaats in de namiddag in het centrum van het dorp, te midden van een kerstmarkt en onder grote belangstelling van heel Villars-sur-Ollon en wijde omgeving. Na de officiële dankbetuigingen aan de organisatoren voor hun uitzonderlijke prestatie en de overhandiging van een zo fel gegeerde biermand, werden onze winnaars in de verschillende categorieën gehuldigd en de medailles uitgereikt. De Zwitsers hebben wijselijk geen algemeen klassement doorgegeven omdat onze Belg, Maximilien Drion, bij de juniors als derde eindigde en zo weer bijna het hele Zwitserse deelnemersveld het nakijken gaf. Ook bij de seniors hebben onze Belgen behoorlijke prestaties neergezet.


ski-mountaineering

Ski-Mountaineering

Zondag: vertical race Op zondag werd er dan een vertical race georganiseerd. Daarbij wordt enkel op ski’s een helling acht honderd meter omhoog geskied. Als Lead klimmen het equivalent zou zijn van de individuele races toerskiën, dan is een boulderwedstrijd het equivalent van een vertical race: kort maar zeer intens. Op minder dan een uur is de hele wedstrijd afgelopen. Na afloop van de individuele races op zaterdag – en dus na menig isotone drankjes – hadden voldoende Belgische deelnemers elkaar warm gemaakt om ook aan de vertical race deel te nemen. Voor het eerst hebben we dan ook een nationale ranking vertical race in de categorieën Juniors en Mannen Senior:

Helaas hadden we voor deze wedstrijddiscipline geen medailles voorzien. Dit jaar doen onze atleten het enkel voor de eer. Naar de toekomst toe moet nog even bekeken worden of deze discipline van de toerskisporttak ook als een heus Belgisch kampioenschap georganiseerd wordt. Voor volgend jaar zijn we opnieuw bij de Zwitsers uitgenodigd. Hun nationaal kampioenschap vindt dan op 9 en 10 januari 2016 plaats in Davos. Voor de Nederlanders lijkt het al een uitgemaakte zaak. Wij hebben echter nog een paar uitnodigingen van organisatoren die ook eens een mand Belgische bieren willen… Er is nog wat tijd om erover na te denken en ondertussen kunnen de winnaars van het Belgische kampioenschap van hun zege genieten. 47

uitslagen SKI MOUNTAINEERING MANNEN SENIOR DAMES SENIOR JUNIORS 1. MASSET Gauthier (01:48:06,79) 1. PELKA Sophie (02:34:31,97) 1. DRION Maximilien (01:19:30,79) 2. SANNEN Maarten (02:01:20,23) 2. FUNCK Guillaume (01:40:00,21) 3. DRION Olivier (02:01:38,82) 3. LAMBERT Baptiste (01:50:03,04)

VERTICAL RACE MANNEN SENIOR DAMES SENIOR JUNIORS 1. MASSET Gauthier (00:32:19,97) geen deelnemers 1. DRION Maximilien (00:27:23,27) 2. DRION Olivier (00:36:13,97) 2. Drion Coralie (00:36:20,56) 3. SANNEN Maarten (00:38:19,13)


TEKST: LOUIS DE GEEST

De opwarming van de Alpen: Na de gefaalde klimaattop in Lima in december lijkt een tijdige oplossing voor de klimaatopwarming steeds verder weg. Nochtans zien klimmers daar nu al de impact van. In de Alpen bijvoorbeeld, met grote gevolgen voor de klimsport. “Routes van 300 tot 800 meter vallen gewoon naar beneden.” We keken naar heden en toekomst met drie experts ter zake: Bart Overlaet, UIAGM-berggids en ervaren Alpinist, professor Frank Pattyn, glacioloog en hoofd van het Laboratorium voor Glaciologie aan de ULB te Brussel en doctor Hans De Boeck, global change ecoloog aan de Universiteit van Antwerpen.

ALPINISME IN DE PRAKTIJK Bart Overlaet kreeg zijn passie voor de Alpen mee van in de kinderjaren. Al in zijn tweede levensjaar trok hij met familie naar de bergen, om er vervolgens elke zomer naar terug te keren. Met zesendertig jaar ervaring in het ijsklimmen heeft hij in de loop der tijd veel zien veranderen. Bart: Als berggidsen en klimmers zien we de gevolgen van de opwarming van de aarde heel concreet gebeuren. Voor de meeste mensen is dat nog een ‘ver van mijn bed’-show, maar op die zesendertig jaar klimmen merk ik heel duidelijk het verschil.” “Neem de Petit Mont Collon Nord bijvoorbeeld (hiernaast zichtbaar op de foto’s, nvdr.) een wand van 350 meter aan een heel hoge berg in het kanton Wallis, Zwitserland. Dat is een van de eerste ijswanden die ik ooit beklommen heb, begin jaren tachtig. In 2008 kwam ik voor een gidsopleiding voor het eerst terug ter plekke. Ik schrok mij te pletter: dat was een volledige rotswand geworden. Die is nu uiteraard niet meer te beklimmen.

48

En dat is een algemeen verschijnsel: de berggidsen worden zelfs bij elke uitgave aangepast, omdat de gletsjertongen almaar kleiner worden. Als je een kaart zou nemen van Wallis in de jaren negentig en je legt er een recente naast, dan zie je dat verschil zeer duidelijk. Zonder aangepaste kaarten zouden klimmers zich niet meer kunnen oriënteren. KBF: Gletsjerexpert Martin Roos meent dat bij een verdere stijging van de temperatuur, tachtig procent van de Alpengletsjers tegen 2100 zal verdwijnen. Bart: Ja, dat terugtrekken van gletsjers is nu soms zelfs al een toeristische bezienswaardigheid. Aan de Morteratschgletsjer in het Berninamassief is er bijvoorbeeld een wandeling met om de zoveel meter een paal die het jaartal aangeeft tot waar de gletsjer vroeger kwam. Dat is interessant natuurlijk, maar langs de andere kant ook zeer triest.


ecologie

... einde van het ijsklimmen?

“Nu daarentegen, zijn alle gletsjers sinds 2010 wereldwijd aan het verkleinen. Allemaal. En met gletsjers bedoel ik alle ijsmassa’s met uitzondering van Groenland en Antarctica....”

KBF: Wanneer ben je de gevolgen van de klimaatopwarming zelf beginnen opmerken? Bart: In de jaren negentig, met het afbrokkelen van bergwanden. Naast afsmeltende gletsjers is ook de permafrostgrens van niet- of weinig besneeuwde bergen namelijk aan het opschuiven. Zo’n berg wordt eigenlijk vastgehouden door een vorstgrens. Maar die grens kruipt steeds meer naar binnen, waardoor zelfs bij Les Drus, een heel bekende berg in de Franse Alpen, gigantische stukken rots los kwamen te zitten. En zo komt het dat die berg sinds begin jaren negentig steeds meer afbrokkelt, waardoor bepaalde routes helemaal verdwenen zijn. Twee routes die ik zelf nog heb beklommen, bestaan ondertussen niet meer: die zijn gewoon naar beneden gevallen. Dat gaat over routes van driehonderd tot achthonderd meter, voor de duidelijkheid. Dat is natuurlijk levensgevaarlijk voor klimmers. Het is al gebeurd dat er mensen op die berg zaten toen er stukken naar beneden vielen.

KBF: Vormt dit een groot gespreksonderwerp onder klimmers? Bart: Absoluut. Onder berggidsen, maar ook onder berg-, rots- en ijsklimmers. Mijn discipline, het ijsklimmen, is een discipline die steeds moeilijker uit te oefenen wordt in de zomermaanden. De klassieke beklimmingen zijn op dat moment vaak niet beklimbaar wegens steenslaggevaar of omdat er gewoon geen ijswand meer is. Ook in de winter wordt het steeds moeilijker. Een groot effect is er ook voor mensen die bevroren watervallen beklimmen, het meest zuivere ‘ijsklimmen’. Die ijswatervallen worden ’s winters door de warme temperaturen namelijk niet meer of slechts gedeeltelijk gevormd. Vroeger kon je op voorhand min of meer voorspellen wat de beste klimperiodes in de zomer zouden zijn. Nu is dat haast onberekenbaar. Zelfs in de winter weet je niet meer of er gegarandeerd sneeuw zal liggen. De isotherm van nul graden, de hoogte waarop het vriest, blijft ook stijgen en is in de zomer soms waanzinnig hoog. Die grens is erg belangrijk voor ijsklimmers, omdat ze de veiligheid van de beklimming bepaalt. Blijft de nulgradengrens op te grote hoogte, dan bevriest het ijs niet en is de sneeuw te wak en te gevaarlijk om te beklimmen. Dan kunnen er zelfs lawines ontstaan. Er zijn nu zomers, zoals bijvoorbeeld in 2003, waar de nulgradengrens in de Alpen hoger ligt dan de Mont Blanc, die met 4800 meter de hoogste berg is van het klassieke Alpengebied. Dat wilt niet zeggen dat alles daaronder smelt, maar je merkt het wel aan de slechte kwaliteit van de sneeuw.

49


OORZAKEN EN GEVOLGEN

KBF: Wat zullen de gevolgen zijn voor de fauna en flora in de Alpen?

Wat Bart Overlaet en zijn collega’s doorheen de jaren hebben zien gebeuren, is deel van een wereldwijde dynamiek die nog nauwelijks te stoppen lijkt. De Alpen zijn geen geïsoleerd geval: ook op andere continenten verdwijnen gletsjers aan een nooit geziene snelheid.

Hans De Boeck: Berggebieden zullen de klimaatopwarming in het algemeen veel sterker voelen, om drie redenen. Ten eerste is de opwarming zelf sterker: de temperatuur is in de Alpen bijvoorbeeld twee tot drie keer sneller gestegen dan het wereldwijde gemiddelde. Ten tweede heeft het voorspelde en reeds geobserveerde extreme weer daar nog grotere gevolgen: het leidt tot extreme sneeuwdumps, extreme regenval, langere droge periodes, etc. Ten derde moet je ook rekening houden met de activiteiten van de mens ter plaatse. Het huidige gebruik van artificiële sneeuw heeft bijvoorbeeld duidelijk effecten op de vegetatie. Maar ook de veranderende landbouw heeft een invloed, wanneer boeren bijvoorbeeld uit financiële moeilijkheden met hun activiteiten moeten stoppen. Die traditionele landbouw heeft veelal een positief effect op biodiversiteit, denk maar aan de bloemrijke Alpenweides onder de boomgrens.

Dat alles vormt ook het onderwerp van academische studie. Professor Frank Pattyn heeft Glaciologie als voornaamste specialisatie en was net terug van een bezoek aan Antarctica bij het afnemen van dit interview. Doctor Hans De Boeck bestudeert als global change ecoloog specifiek de invloed van klimaatverandering op ecologische systemen, waaronder het Alpengebied. Beiden zitten zo in het hart van het onderzoek naar de klimaatopwarming. Frank Pattyn: De gevolgen van de opwarming van de aarde zijn al lange tijd aan de gang. Alle gletsjers, zeker in de Alpen, zijn al geruime tijd aan het terugtrekken. Aanvankelijk gebeurde dat ten gevolge van een natuurlijke opwarming na wat we ‘de kleine ijstijd’ noemen, die ergens in zeventiende á achttiende eeuw zijn piek bereikte. Maar het werd de voorbije decennia versterkt door het broeikaseffect, veroorzaakt door menselijke activiteit. Gletsjers reageren op twee factoren in het klimaat. Enerzijds zijn ze gevoelig aan de temperatuur: bij een verhoging van die temperatuur gaan ze meer smelten. Anderzijds reageren ze ook op neerslag. Vandaar dat gletsjers in Nieuw-Zeeland bijvoorbeeld in de jaren zeventig en tachtig net gróter zijn geworden omdat er regionaal meer neerslag viel. In die jaren waren gletsjers dus nog niet overal op aarde aan het verkleinen. Nu daarentegen, zijn álle gletsjers sinds 2010 wereldwijd aan het verkleinen. Allemaal. En met gletsjers bedoel ik alle ijsmassa’s met uitzondering van Groenland en Antarctica. Met alle gevolgen van dien natuurlijk, het fenomeen versterkt zichzelf. Een wit oppervlak reflecteert namelijk energie. Wanneer je in de plaats van een wit oppervlak een donker oppervlak krijgt door het wegsmelten van de ijsmassa, absorbeert dat donker oppervlak meer energie en versnelt dat het smeltproces. Daar kan een lokaal strengere winter of mildere zomer niet meer tegenop.

Pattyn: Een bergecosysteem is in het algemeen ook zeer fragiel, omdat de overlevingskans van fauna en flora in zo’n ‘extreme’ gebieden gering is. Een kleine variatie in de weersomstandigheden van dat extreem milieu heeft meteen grote consequenties. Bij extremere weersomstandigheden is het begrijpelijk dat sommige soorten daar niet langer kunnen overleven. Op een bepaalde hoogte komen soorten voor die geen contact hebben met andere soorten. Die kunnen enkel op die plek overleven. Als dat milieu verandert, betekent dat het einde van die soorten daar.

50

1977

2006


KBF: Als al die effecten zo duidelijk zijn, waarom grijpen overheden dan niet in? Pattyn: Bij het politieke beleid ligt dat alles zeer gevoelig. Minder gebruik van fossiele brandstoffen heeft natuurlijk bijzonder veel economische implicaties. Daar is een enorme industrie en economie aan verbonden. Daarnaast heeft de mens niet van nature de aard om risico te nemen om iets te veranderen. Doen zoals we bezig zijn, is altijd veel gemakkelijker. Zeker in behoudsgezinde tijden van economische crisis. De Boeck: Individuele regeringen kunnen actie ondernemen, maar dat is dweilen met de kraan open indien andere landen hun verantwoordelijkheden uit de weg gaan. In landen met bergketens is men zeer bezorgd om de klimaatverandering, omdat het voor hen een enorme impact kan hebben. Meer lawines bijvoorbeeld, overstromingen, onzekerheden omtrent stroomvoorziening via stuwdammen, de bedreiging van het toerisme,... Ze weten echter ook dat hun eigen inspanningen rond de beperking van de CO2-uitstoot niet veel zoden aan de dijk brengen, tenzij als voorbeeldfunctie. Daarom zetten ze vaak meer in op het verkleinen van de impact van de klimaatverandering: aangepast bosbeheer om met lawines om te gaan, irrigatiestrategieën voor de landbouw en dergelijke.

EEN BLIK NAAR DE TOEKOMST KBF: Ter conclusie vroegen we onze geïnterviewden naar hun toekomstvisie. Betekent dit alles op termijn werkelijk het einde van het ijsklimmen? Bart Overlaet: Ik denk niet dat we het in mijn levensloop nog zullen zien gebeuren, maar het gaat overduidelijk die richting uit. Bepaalde disciplines binnen het Alpinisme zullen steeds minder aan hun trekken kunnen komen. Rotsklimmen zal je volgens mij kunnen blijven doen, zolang je rekening houdt met afbrokkelende rotswanden. Hans De Boeck: Zeker is dat we niet zomaar de andere kant kunnen blijven opkijken en denken dat er niets zal veranderen. De verandering is er al. Frank Pattyn: Laten we even terugkeren naar onze gletsjers, die aftakelen en steeds kleiner worden. Stel dat we de situatie daar zouden proberen stabiliseren door de vooropgestelde grens van twee graden opwarming te respecteren ten opzichte van het preindustriële tijdperk: dan zou dat voor de Alpen geen oplossing bieden. Die gletsjers komen niet meer terug. We zitten hoe dan ook in een nieuwe situatie. Kijk naar de Italiaanse Alpen: daar zijn de gletsjers al zeer klein, met gletsjermeertjes die gevaren opleveren voor de omwonenden. Dat is een situatie die onvermijdelijk in 2050 ook in de rest van de Alpen zal aanwezig zijn.”

51


shop BOEKEN 1. BERGBEKLIMMEN - CURSUSBOEK BEGINNERS Hét naslagwerk over technieken voor beginnende alpinisten. Prijs: € 21,00 2. wALLIS - Alpiene ervaring opdoen Een selectie van 10 prachtige “eenvoudige” beklimmingen in detail beschreven, zodat je met vertrouwen deze tochten zelfstandig tot een goed einde kan brengen! Prijs: € 19,00 3. ALPINE ROTSKLIMMEN - Auteur: Koen Hauchecorne Van klimschool tot hoogalpiene routes. Prijs: € 20,00 4. kennis maken met sportklimmen Klimactiviteiten die te realiseren zijn met de basisinventaris van een turnlokaal, voor groepen van 25 à 30 kinderen. Stapsgewijs wordt de overgang gemaakt naar klimmen in een echte klimzaal. Prijs: € 25,00 5. De Rock Warrior’s Way - Mentale training voor sport-en rotsklimmers - Auteur: Arno Ilgner Een leidraad bij de beleving van het klimmen, maar ook bij elk avontuur in het leven! Prijs: € 18,00

TOPO 1. MARCHE LES DAMES Prijs: € 18,00 2. TOPO fREYR (uitgave 2014) Prijs: € 29,00 3. TOPO MOZET Prijs: € 16,00 4. TOPO DURNAL (uitgave 2014) Prijs: € 9,00 5. TOPO BEEZ Prijs: € 6,00 6. TOPO Hotton Prijs: € 9,00 7. TOPO CORPHALIE (HUY) Prijs: € 8,00 8. TOPO YVOIR Prijs: € 12,00 9. TOPO Pont-a-lesse Niet meer beschikbaar - nieuwe uitgave verschijnt voorjaar 2015 10. TOPO PLAIN DES FOSSES Prijs: € 8,00 10. TOPO Comblain la tour (uitgave 2014) Prijs: € 9,00

cursusboekjes kvb ®

MERCHANDISING T-SHIRTS KBF Kleur man: grijs-blauw met witte bedrukking. Kleur dames: grijs-groen met witte bedrukking. Prijs: € 16,00 (verzendingskosten inclusief)

52

1. KVB ® - cursusboekjes Deze cursusboekjes zijn bestemd voor de leerlingen, bevatten een handig overzicht van de aangeleerde technieken plus overzichtelijke illustraties. KVB KVB KVB KVB

1 (indoor Toprope - 36 pag - 12,5 cm x 9 cm) 2 (indoor voorklimmen - 48 pag - 12,5 cm x 9 cm) 3 (outdoor voorklimmen - 56 pag - 12,5 cm x 9 cm) 4 (adventure klimmen - 46 pag - 21 cm x 15 cm)

Prijs: 7,50 €/stuk (KVB 1-2-3) en 16,00 €/stuk (KVB 4) 2. Kvb ® - instructeurshandleidingen Dit is de handleiding voor docenten, inclusief de bijhorende leskaarten. KVB 1 - Indoor Toprope – 36 pag (24 cm x 17 cm) KVB 2 - Indoor voorklimmen (24 cm x 17 cm) KVB 3 - Outdoor voorklimmen (24 cm x 17 cm) Prijs leden KBF: 16,00€/stuk (KVB ® is a registered trademark)


hutten REFUGE JEF DE ROECK (oVIFAT - hOGE vENEN)

chaveehut (maillen - ardennen)

Rue Abbé Toussaint 19, OVIFAT - 080 44 67 17

Rue de la Chavée 7, 5330 MAILLEN - 083 65 52 39

Voor activiteiten als wandelingen, langlauftochten, mountainbike of een gezellig treffen in een prachtige omgeving. Voor groepsreservaties en toegangscode: zie onderstaande telefoonnummers. Ieder niet-lid mag op uitnodiging en in het bijzijn van een lid, ten hoogste tweemaal overnachten in de refuge. Bij een eventuele derde overnachting zal het niet-lid lid moeten worden van de KBF. Reservatieprocedure 1. reservatie via het KBF-secretariaat 2. betaling (vooraf) uit te voeren 3. secretariaat stuurt bevestiging + toegangscode 4. na verblijf het drankverbruik doorgeven aan secretariaat Om de bereikbaarheid van de refuge te garanderen, moet het codenummer van de hut aangevraagd worden op het secretariaat: 03 830 75 06 of Paul Verzele 0478 25 67 84

Paul Verzele

RESERVATIES Alle reservaties gebeuren via het KBF-secretariaat Tel. 03 830 75 00 Fax 03 830 36 24 info@kbfvzw.be

TARIEVEN “all-in” (per bezoeker per dag) (verblijf, gebruik trekkerskeuken, gas, electriciteit, douche) : Lid: € 7,00 Niet-lid: € 14,00 Lid < 13 jaar: € 4,00 Niet-lid < 13 jaar: € 8,00

OPENINGSTIJDEN Van 1 maart tot 30 juni en van 1 september tot 30 oktober is de hut elk weekend open (tijdens de week vanaf minimum 20 personen). Van 1 juli tot 31 augustus: alle dagen met enkel trekkerskeuken formule en ontbijt en lunchpakket.

Tot en met 5 jaar: gratis

De hut is dagelijks gesloten van 10u tot 17u.

Hutverantwoordelijke

REFUGE JEAN DUCHESNE (fREYR - ARDENNEN) Chaussée des Alpinistes 1, 5500 ANSEREMME (Dinant) Gelegen op het plateau van Freyr, boven het meest indrukwekkende rotsmassief van België, Freyr ... Hier heeft de CMBel een hut beschikbaar voor o.a. KBF-leden. Deze hut biedt slaapgelegenheid aan 32 personen. Indien het te veel regent, is dit de ideale oplossing om droog te blijven tijdens de weekends, na een zware klimdag. Overnachting is ook mogelijk op de bivakweide en dit in een (kleine) tent of bivakzak. Omdat het hier niet gaat om een officiële camping, maar om een bivakplaats zijn grote tenten – model bungalow – verboden. TARIEVEN 2014 Refuge: Lid van bergsportfederatie: € 4,00 Niet-leden: € 8,00 Bivakweide: Lid van bergsportfederatie: € 2,00 Niet-leden: € 4,00

Van 1 november tot 28 (29) februari is de hut zowel tijdens het weekend als de week pas open vanaf min. 20 personen. De huttenwirten komen aan op vrijdag rond 20u. en vertrekken op zondagochtend rond 11u. Hutverantwoordelijke Bart en Gonda Vercruyssen - Martens Tel. 09 374 12 50 (na 19.00u) TARIEVEN 2014 waarborgsom € 75 (10-29 pers) / € 125 (vanaf 30 pers) Trekkers keuken € 2,00 Ontbijt € 5 Lunch € 5 Avondmaal € 10

lid van bergsportfederatie niet-lid kind lid <13j kind niet-lid <13j

KAMER € 8,50 € 17,00 € 6,00 € 12,00

LAGER € 7,00 € 14,00 € 4,50 € 9,00

TENT € 5,00 € 10,00 € 2,50 € 5,00


contact algemeen

clubs

Secretariaat : Statiestraat 64 - 2070 Zwijndrecht Openingsuren: maandag - vrijdag (09.00u - 17.00u) info@kbfvzw.be - 03 830 75 00 Meer info op: www.kbfvzw.be

AlpUA www.alpua.be

IN HET WEEKEND DOET HET TELEFOONNUMMER DIENST ALS SOS-NUMMER: dwz. enkel voor melding ongevallen!

administratief lidmaatschap@kbfvzw.be - 03 830 75 01 bestellingen@kbfvzw.be - 03 830 75 01 (bijv. KVB’s , topo’s, ...) klimtoelating@kbfvzw.be - 03 830 75 08 facturatie@kbfvzw.be - 03 830 75 08 verzekering@kbfvzw.be - 03 830 75 06 chaveehut@kbfvzw - 03 830 75 09 refugeovifat@kbfvzw.be - 03 830 75 06 advertentie@kbfvzw.be - 03 830 75 06

sporttechnisch stage@kbfvzw.be - 03 830 75 09 bergbeklimmen@kbfvzw.be - 03 830 75 03 bergwandelen@kbfvzw.be - 03 830 75 09 sportklimmen@kbfvzw.be - 03 830 75 02 rotsklimmen@kbfvzw.be - 03 830 75 04 winter@kbfvzw.be - 03 830 75 00 jeugd@kbfvzw.be - 03 830 75 04 canyoning@kbfvzw.be - 03 830 75 03

Ombudspersoon ombudspersoon@kbfvzw.be

BIBLIOTHEEK Tijdens kantooruren, èn de laatste woensdagavond van de maand, MAAR dan ALLEEN op afspraak (mail, telefoon).

BEHEER KLIMGEBIEDEN BELGIAN REBOLTING TEAM 54

CONTACTPERSOON: Kobe Bellinkx - Schrijversweg 4, 3660 Opglabbeek 0486 12 37 86

BAC ANTWERPEN www.bacantwerpen.be BAC LIMBURG www.bac-limburg.be balance bouldering team www.klimzaalbalance.be Bergsportclub Alpigo www.alpigo.be BERGSPORTVERENIGING KLEIN BRABANT www.bvkb.be BERGSPORT OOST VLAANDEREN www.bovl.be BERGSPORTVERENIGING PROVINCIE ANTWERPEN www.bpa.be BERGSPORT VLAAMS BRABANT www.bvlb.be BLEAU CLIMBING TEAM www.bleau.be BLOK CLIMBING CLUB www.klimzaalblok.be BLUEBERRY CLUB www.blueberry-hill.be CANYON TEAM VLAANDEREN www.canyonteamvlaanderen.be CLIMBING TEAM DE DAM www.dedam.be CRUX CLIMBING TEAM www.cruxbouldergym.be DE BERGPALLIETERS www.bergpallieters.be HIKING ADVISOR www.hikingadvisor.be KAJOE www.kajoe.be KLIMCLUB HUNGARIA www.klimzaalhungaria.be LIMBURGSE BERGSPORTVERENIGING www.klimburger.be VLAAMSE BERGSPORT WAASLAND www.bergsportwaasland.be WESTVLAAMSE BERGSPORTVERENIGING www.westvlaamsebergsportvereniging.be


55



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.