HERKEN DE GEPESTE: Voelt zich onzeker en onveilig. Stil en eenzaam. Speelt zelden mee. Slaapt onrustig. Zoekt steun bij volwassenen. Zenuwachtig. Gevoelig. Wordt uitgelachen en geduwd. Klaagt over buikpijn of hoofdpijn. HELP DE GEPESTE: • Steun het slachtoffer door haar ernstig te nemen. Geef aandacht aan haar gevoelens. • Geef haar nooit de schuld. Maak een plan om het pesten te stoppen. • Ga samen met het slachtoffer naar de juf om te vertellen wat de pester doet. Elke, slachtoffer
DE REST VERDEELT ZICH OVER DRIE GROEPEN: MEELOPERS, BUITENSTAANDERS, VERDEDIGERS. 1. MEELOPERS pesten mee, zijn bang om zelf slachtoffer te worden, voelen zich onveilig. Zij doen wat de pester hun zegt te doen. Geven geen kritiek op het pestgedrag. Doen zich voor als “vriend” van de pester. 2. BUITENSTAANDERS pesten niet. Ze zwijgen uit angst om ook gepest te worden. Blijven uit de buurt van pester en slachtoffer. 3. VERDEDIGERS komen op voor het slachtoffer. Zij dwingen respect af. Spreken de dader aan. Reageren op pestgedrag. Proberen te begrijpen hoe het slachtoffer zich voelt. Zij willen een leuke klassfeer. Ellen, meeloper, bu itenstaander of verd ediger
Klikken mag niet.
FOUT? JUIST OF
Toch wel. Als jij hulp inroept om het pesten te stoppen, is dat prima. Pesters willen aandacht. Klopt. Negeer hen. Het lijkt of pesters populair zijn, maar dat is niet zo. Niemand ziet ze graag komen. Pesten stopt vanzelf. Fout. Pesters weten van geen ophouden. De leraar of de klasgroep moet hen een halt toeroepen. Het slachtoffer moet van zich afbijten. De gepeste kan niet voor zichzelf opkomen. Dat lukt niet omdat het slachtoffer zich onveilig, eenzaam, bang, uitgesloten, bedreigd voelt.
Check de Yeticlip over pesten op www.yeti.be/iedereenanders!
19