Plantage marienburg

Page 23

De werking van een plantage De onderneming Berlijn, gezien vanuit Mariënburg [Collectie Tropenmuseum]

Het inpolderen

D

e plantages in Commewijne bevinden zich in de kustvlakte. Met andere woorden: in laaggelegen en moerassig gebied. Om een plantage aan te leggen, moest het gebied eerst worden ingepolderd. Dit was een zware en tijdrovende klus. Volgens Blom was juli de meest geschikte periode om te starten.12 De grote regentijd loopt dan op zijn einde en het water in de bossen zakt langzaam.

Eerst moest men het volledige perceel ontbossen: het struikgewas en de lagere bomen, daarna waren de grote bomen aan de beurt, die werden gekapt tot ongeveer drie voet boven de grond. Vervolgens bleef het terrein ongeveer vier weken ongemoeid. Zo was alles droog en dor genoeg om te kunnen branden, maar was de grond nog vochtig genoeg om het vuur te kunnen weerstaan. Het branden deed men alleen om ruimte te krijgen en om het land te kunnen bewerken. Nadat het perceel afgebrand was, kon het effectief worden ingepolderd. Er werd een dijk of dam aangelegd rond het perceel. Om die te kunnen maken werd met stokken aangeduid waar de dijk zou komen. In die zone ruimde men alles zeer nauwkeurig op: bomen, stronken, wortels… alles werd verwijderd want dit kon op termijn voor breuken of lekken in de dijk zorgen.13 Pag 16: ‘Algemeene kaart van de Colonie of Provintie van Suriname’ van Alexander de Lavaux, 1737 [bibliotheek UvA]

De volgende stap bij de aanleg van de plantage was het graven van de blinde trens. Op de plaats waar de dijk kwam, groef men alle aarde weg tot op de kleilaag. Die was steviger dan de aarde. Daarna groef men de loostrens. Die 21

Mariënburg_p001_144.indd 21

04-09-13 19:12


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.