2628.bk.Med.planten.4a.16-528.drij.def_Layout 1 02-08-11 17:55 Pagina 17
ACANTHACEAE
Justicia pectoralis Jacq. Lokale namen: tonkawiwiri1, papawiwiri2, man/uma pawintiwiri2 (Sr), kumaruballi1 (Ar), tone uwíi3 (Au), papá uwíi2, töne uwíi3 (Sa). Beschrijving: Kruid, rechtopstaand of kruipend, tot 50 cm hoog. Stengels geribd, dun, wortelend aan de verdikte knopen. Bladeren tegenoverstaand, variabel van vorm, eirond of lancetvormig, 4-12 x 0,5-2,5 cm, voet afgerond of spits, punt spits of toegespitst; bovenkant donker groen, onderkant licht groen. Bloeiwijze een eindstandige aar. Bloemen klein, zittend, wit met paarse vlekjes. Doosvrucht met 4 lensvormige zaden.
Justicia pectoralis: habitus en variatie in bladvorm. Illustratie H. Rypkema.
Voorkomen: af en toe voorkomend langs bospaden, rivieren en kreken, ook in stadsparken. Verspreiding: van Zuid Mexico tot Paraguay en het Caraïbisch gebied. Domesticatie: wild, soms aangeplant op erven, nu minder vaak dan voorheen. Gebruik: In Suriname onderscheidt men twee ‘soorten’ pawinti wiri: een mannelijke vorm met rondere blaadjes en een vrouwelijke vorm met lancetvormige blaadjes. Hoewel beide vormen apart worden verkocht, wordt er in recepten nauwelijks onderscheid gemaakt. Een thee van een gedroogde plant op een liter water wordt gedronken tegen nieraandoeningen. Een afkooksel van vers of droog blad met een paar handen vol blaka uma bladeren (Cordia curassavica) en zeven kalebasbladeren (Crescentia cujete) op 1,5 liter water wordt in plaats van water gedurende de hele dag gedronken tegen dysenterie. Een thee van vijf bladeren op een kopje water en wat citroengras (Cymbopogon citratus) wordt driemaal daags ge-
dronken tegen verkoudheid, hoest en bronchitis (Sedoc, 1992; Stephen 1978; Heyde, 1987). Saramaccaners drinken de thee van dit kruid tegen hartkwalen, hoge bloeddruk, maagpijn, darmklachten en te frequente menstruatie. De thee wordt soms gekookt met kwasibita (Quassia amara), markoesablad (Passiflora spp.) en luisawiwiri (Eclipta prostrata). Op een steen fijngewreven blad wordt vermengd met warme kokosolie en ‘s ochtends en ‘s avonds gemasseerd op verstuikte of gekneusde ledematen, tot de pijn is verdwenen. Bij hoofdpijn en flauwvallen worden fijngewreven blaadjes op het voorhoofd gelegd. Het sap van in een zakdoek uitgeknepen blaadjes wordt in ontstoken ogen (‘oogvirus’) gedruppeld. Pawinti wiri geurt zowel in verse als gedroogde staat sterk naar coumarine, een kaneel-achtig aroma. Saramaccaners in Pikin Slee wrijven de fijngemaakte bladeren onder hun armen tegen zweetgeur (van ’t Klooster, 2009). Een kruidenbad van Justicia pectoralis wordt aangeraden bij duizeligheid. Gekookt met knopowiwiri (Hyptis lanceolata) en makamaka (Lantana camara) wordt het bad gebruikt tegen koorts en
17