Bubbels vol Hoop voor Pelgrims van Hoop

Page 1


Beste lezer,

Catechesehuis biedt u een glas champagne aan, vol bubbels. Wij laten u proeven van 40 poëtische, beschouwende en verhalende bijdragen rond het thema van het Jubeljaar, ‘Pelgrims van Hoop’.

Het Jubeljaar is een jaar van bezinning en vernieuwing. De hoop leidt ons op onze levensweg die bezaaid is met moeilijke, maar ook met mooie momenten.

Ze is ons innerlijk kompas, ook al lijkt de horizon soms ver. In iedere bijdrage vindt ze haar beslag in de ervaringen van mensen zoals u en ik. Ieder getuigenis komt recht uit het hart en is herkenbaar over de grenzen van cultuur, achtergrond en geloofsovertuiging heen.

Laat de hoop u leiden. Wat u ook zoekt, een nieuwe richting, wat troost of gewoon wat rust en reflectie, u vindt in deze bundel zeker uw gading. Geen abstracte ideeën, maar uit het leven gegrepen getuigenissen van mensen die door de hoop werden bijgelicht op bange en onzekere paden.

We hopen dat er ook voor u wat proviand in zit voor uw persoonlijke ‘Pelgrimstocht’.

Bernard Lenaerts - Schaarbeek

Catechesehuis vzw

Verhalen brengen hoop

Ik hoop een hele hoop dankzij verhalen.

Verhalen zorgen ervoor dat mensen kunnen blijven hopen.

Een spreuk, slogan, uitspraak, sprookje, legende of gedicht … steeds prikkelt het mij om er de boodschap uit te halen ons door mensen gegeven van vroeger en nu. Ze reiken over grenzen van tijd en ruimte heen en dagen me uit hoopvol, zinvol, daadkrachtig te leven.

May De Bont - Turnhout

BUBBELS VOL HOOP voor ‘Pelgrims van hoop’

Omdat ik hoop

Als ik zal roepen, hoop ik dat je luistert

Als ik moet huilen, hoop ik dat je ‘t ziet.

Als ik omhoog kijk, hoop ik dat er licht is

Als ik mijn hoofd buig, is het van verdriet.

Als ik mijn kind mis, hoop ik op erbarmen

Als ik de pijn verbijt, hoop ik op jouw hand.

Als ik regen krijg, hoop ik bij jou te schuilen

Als ik moet wenen, schrei dan mee met mij.

Als ik de lente voel, hoop ik dat jij meegroeit

Als ik de storm trotseer, weet ik dat jij staat.

Als ik van vreugde zing, hoop ik dat je invalt

Als ik zou fluisteren, wens ik dat jij praat.

Als ik naar vrede zoek, vind ik die bij jou

Als ik niet kijken mag, hoop ik dat jij ziet.

Als ik om liefde vraag, voel ik wat jij geeft

Als ik mag zingen, hoor je dan mijn lied?

Als ik geloven zou, hoop ik dat jij weet

Als ik bidden kan, weet ik dat Hij leeft.

Als ik hopen mag, word ik weer een kind

Als Liefde licht wordt, weet ik mij bemind.

Paul Béatse - Ronse

Hopen op Gods genade

Ik hoop op een beetje erkenning, ik hoop dat mijn kinderen een goed leven hebben, ik hoop dat ik de lotto win, ik hoop dat ik mijn rekeningen kan betalen.

Ach, mijn ‘hoop’ is zo klein, zo alledaags menselijk, er zijn geleerde mensen die veel belangrijker dingen kunnen vertellen over hoop. Vanmorgen trok ik de gordijnen open en dacht aan de woorden ‘Er zij licht’. Hoop is het licht dat de donkere nacht verdrijft, het licht dat schijnt in de duisternis, het sprankeltje licht dat op een donkere, droevige dag moed geeft.

Soms vraag ik me af of ‘ik hoop’ hetzelfde is als ‘ik wens’. Waar zit het verschil?

In de catechismuslessen van mijn jeugd leerden we de drie goddelijke deugden: geloof, hoop en liefde. En we weten het allemaal, van deze drie is de liefde de belangrijkste. Maar zonder geloof is het leven zinloos. Als ik niet geloof, waarom zou ik dan moeite doen om goed te leven, waarom zou ik mijn naaste liefhebben, behalve misschien vanuit een gevoel voor fatsoen?

Ooit las ik ‘Het boekje van de Hoop’ dat begon met:

‘HOOP is weten dat dit, wat vandaag is, geen eindpunt is, maar een doorgang naar datgene wat nog moet komen en de zekerheid dat het goed zal zijn.’

Die tekst verduidelijkt veel over de tweede christelijke deugd. Hoop is het koesteren van verwachtingen en vertrouwen stellen in wat gaat komen. Ik hoop op meer dan enkel de kleine dingen van elke dag. Ik hoop dat wat nog zal komen, goed zal zijn.

Ik hoop op een betere wereld, een doorgang naar de volgende wereld, een doorgang die we zo mooi of lelijk kunnen maken als we zelf willen. Durf ik daarop vertrouwen? Psalm 25,5 zegt het:

‘Wijsmijdewegvanuwwaarheidenonderrichtmij,wantUbentde God die mij redt, op U blijf ik hopen, elke dag weer.’

Onze hoop moet gericht zijn op God, op zijn liefde die alles vergeeft.

Bij mijn kleine hoop voeg ik vooral die hoop, de hoop op Gods genade.

Maria Vandebroek - Schoten

Mimi, de Hoop

Grote broer wilde met zijn jongste broer en zus op de foto. De vakantietijd was voorbij en hij ging op kot voor verdere studies. Het moest een jeugdfoto worden, waar ze alle drie op stonden. Moeder zou de foto nemen. Achteraf zag ze tot haar verbazing dat haar beide jongens de handen van zusje vasthielden: twee flinke zonen die kleine zus als het ware in bescherming namen. Moeder was ontroerd.

Ze liet de foto aan haar man zien. Die zei spontaan: ‘Ik moet denken aan het grote gedicht van Charles Péguy over het kleine meisje ‘Hoop’.

‘Heeft die daar een tekst over geschreven?’ vroeg moeder.

‘Ja,’ zei vader en hij kende gedeelten van de tekst van buiten: ‘Wat me verwondert, zegt God, is de hoop. Daar ben ik van ondersteboven. Het is dat kleine meisje hoop, dat de mensen laat zien, soms heel even, wat in het leven mogelijk is. Dat verwondert mij het meest.’

Tussen de twee stevige steunpilaren van geloof en liefde staat het kleine meisje ‘Hoop’, maar volgens Charles Péguy verwondert God zich het meest over haar. Zij aanvaardt de bijstand van geloof en liefde, maar heeft een eigen taak in het leven: aan de mensen tonen dat het leven vol mogelijkheden zit. In de puinhopen van deze wereld is de hoop het kleine onverwoestbare vlammetje dat telkens weer opflakkert. Dankzij dat lichtje gaat de wereld weer verder. Zelfs God staat er verwonderd naar te kijken.

En niet alleen in de puinhopen waar oorlog of natuurgeweld onze wereld teisteren. Ook in de harten van velen probeert dit tere vlammetje aanwezig te zijn. De mens kan niet leven zonder hoop: daarover verwondert God zich.

Dat kleine meisje ‘Hoop’ wordt telkens weer opnieuw geboren en vol verwachting begint ze aan haar pelgrimstocht door het leven. Ze zal er velen onderweg ontmoeten, naar hun levensverhaal luisteren en hen bemoedigen. Ze trekt met hen mee en ze zal haar kleine onverwoestbare vlammetje in hun harten weer doen opflakkeren. Want dat is haar naam: Mimi, de Hoop.

Klaas Blijlevens - Herentals

Koppige hoop

Ik heb U gezocht gewroet uw Naam geroepen altijd weer in het wilde weg soms U niet kennend slechts vermoedend

En de aandrang het verlangen

hebben mijn ziel open en wijd gemaakt

Gij hebt mij opgetild uw licht heeft mij aangeraakt

Mijn hoop is niet getemperd maar thans volgemaakt

En

mocht het duister mij ooit omringen laat dan Heer diep in mij de hoop op U haar lied verder blijven zingen

Jaklien Radino - Borgerhout

BUBBELS VOL HOOP voor ‘Pelgrims van hoop’

Espera

Onlangs zat ik in goed gezelschap te tafelen. Jezus heeft ons dat zowaar voorgedaan.

Een deskundige sommelier schonk ons bij een van de gerechten een lekkere witte Portugese wijn. Ik keek even naar de fles. De wijn had een mooie naam: ESPERA. Spontaan dachten we: als de wijn zo hoopvol is als de naam, dan zit het goed. Uiteraard legden we onmiddellijk een connectie met het Franse woord ‘espérance’, hoop. “Waarom heeft die wijn een naam die verwijst naar hoop?”

“Ha”, zei de schenker, “het woord betekent hier eerder: geduld!”

“Hoezo?”

“Wel, om deze wijn te maken moet de wijngaardenier geduld hebben. Door het snoeien van de wijnstok moet hij immers wachten op tweejarige twijgen om druiven te kunnen oogsten.”

Die gedachte liet mij niet meer los. Wij zeggen nogal vlotjes dat hoop doet leven, maar dikwijls zijn we te ongeduldig omdat we als moderne mensen steeds onmiddellijk resultaat willen zien. Zou het kunnen dat wie zijn geduld te snel verliest, ook gemakkelijker terecht komt in een hopeloze situatie?

Ik verzeker je, de wijn was bijzonder lekker en had veel diepgang.

Zonder hoop kun je niet leven, maar blijkbaar kun je beter meteen ook een lange adem hebben.

Allicht helpt een diep vertrouwen in Diegene die ons nooit in de steek laat. Geloof maar dat ‘Ik-zal-er-zijn-voor-jou’ er ook zál zijn, zelfs als er gesnoeid wordt in je leven.

André Quintelier - Gent

BUBBELS VOL HOOP

voor ‘Pelgrims van hoop’

Allen broers en zussen

We hopen op de oneindige goedheid van God, onze Vader. We erkennen daarbij de verdiensten van onze Heer, Jezus Christus. We doen dat allemaal met een vast vertrouwen. Dat vertrouwen hebben we ook in de Kerk, waarvan we verwachten dat ze haar deuren wijd openzet.

‘Deuren’ staat hier voor meer dan enkel de voor- of achterdeur.

We hopen op een open geest, zodat iedereen welkom is, zich welkom voelt en niemand uitgesloten wordt, zich uitgesloten voelt.

We hopen dat er in de Kerk geen discriminatie leeft, zodat we dat ook van anderen kunnen vragen. We hopen dat alle voorgangers van alle kerkelijk hiërarchische niveaus hiervan diep overtuigd geraken. Alleen dan zullen we geen onderscheid ervaren tussen mannen en vrouwen, tussen mensen met verschillende seksuele geaardheden, tussen mensen en hun verschillende gradaties van geloof en geloven.

We hopen op een wereld, waar allen écht broers en zussen kunnen zijn. We hopen dat woorden en daden met elkaar overeenstemmen.

‘Hoop doet leven’, maar leven kan niet zonder hoop. Wel kunnen we blijven klagen en zagen, maar dan verdwijnt de hoop en zodoende ook het leven.

Hoop impliceert ook een actieve deelname aan dat leven, niet afwachten tot er iets gebeurt, maar initiatief nemen. Ook daarom moeten de kerkdeuren open zijn, zo niet volgt alleen geklaag.

Dietrich Bonhoeffer mocht ook die keuze maken: klagen of hopen. Toen hij in Flossenburg meegenomen werd uit zijn cel, na zijn laatste gebeden, sprak hij: “Dit is het einde, maar ook het begin van een nieuw leven.” Dat is de hoop, die we als christenen met elkaar gemeen hebben. We geloven, omdat we hopen. Hopen, dat ieder einde een nieuw begin is. Dat het aardse leven omgewisseld kan worden in een eeuwig leven.

We hopen dat we mogen blijven geloven in een open kerk …

Een oud recept

Laten we de hoop haar rechtmatige plaats teruggeven in het midden van de drie theologale deugden: tussen geloof en liefde in, ontspruitend aan de eerste en uitmondend in de derde. Om te weerstaan aan de krachten van het boze en te volharden in de kracht van het broze. In tijden van crisis is het goed om weer aan te knopen bij wat ons vertrouwd is en daar kracht uit te putten. En dan kwistig en gul uit te delen, zonder voorbehoud, in de kwetsbare hoop dat het zinvol was dit te doen.

De hoop heeft me als theoloog en pedagoog altijd nauw aan het hart gelegen. Ik hield van de inzichten van de bevrijdingspedagoog Paulo Freire, die beweerde dat ouders en opvoeders het beste van zichzelf geven omdat ze hopen – als een vooruitgrijpend ‘zeker weten’ – dat er toekomst wacht voor hun kind. Zij gaan voor op de weg van de zelfgave, omdat ze geloven dat deze weg zinvol is.

‘Hoopisnieteenlauwezekerheiddatallesgoedkomtindetoekomst, maar bouwt voort op de gedachte dat de dingen een zin hebben, wat ook de afloop ervan is.’ (Vaclav Havel)

Kijk maar naar jonge mensen die aan het begin van het volwassen leven staan (bijv. relatie, gezin of werk), hoe zij de wereld als uitdaging zien en de sprong in het onbekende wagen. Hopen is in beweging komen en blijven, zich niet laten isoleren, zich niet laten opsluiten, de deur naar de toekomst openhouden.

Maar laten we eerlijk zijn: overheerst bij velen de angstvalligheid niet, het onvermogen om te hopen en vooruit te kijken? Er staan zoveel hinderpalen op de weg naar de toekomst. Bij vele tijdgenoten leeft de angst om zich krachtdadig op te stellen of te falen. Ik ervaar die angst soms ook bij mezelf. Betrouwbare informatie helpt om de weg goed te kunnen inschatten, zoveel is zeker. Maar ik geloof dat er meer nodig is: de ander die me uit liefde de hand reikt en – vanuit dezelfde onzekerheid als waarin ik verkeer – het waagt met mij de weg te gaan. Onze wereld heeft een hoop liefde nodig. Gulle, onvoorwaardelijke, zotte liefde. Die zegt en waarmaakt: ‘Ik zal er zijn voor jou. Niet ooit, maar hier en nu. En voor altijd.’

Bert Roebben - Kessel-Lo

BUBBELS VOL HOOP voor ‘Pelgrims van hoop’

Vurig hopen

Jij zal me onderhuids vertellen

Jij zal me letters wijzen die ik moet luisteren om onvervalst toekomst in te gaan

Jij zal met onbeschreven handen mij tastend bewegen

Jij zal mij eten geven en onbesuisd laten drinken het reine water van je ziel

Jij zal mij wiegen in de baren van je weven

Jij zal mij dopen in je vurig hopen

Samen gaan we loven zonder omzien

En gretig vlammen sprokkelen tot ze nooit meer doven

We zullen niet verdwalen We zullen ontwaken

BUBBELS VOL HOOP voor ‘Pelgrims van hoop’

In de verte en in de diepte

Toen ik als ziekenhuispastor werkte, had ik het geluk stagebegeleidster te zijn van Jana Binon. Zij gaf mijn zicht op hoop een geheel nieuwe wending.

Een ziekenhuis is een plek waar vaak met heel goedkope, holle woorden over hoop gesproken wordt. Groot leed, zware beproevingen ... begrijpelijk dat we niet weten hoe daarmee om te gaan. We willen troost of moed aanreiken, maar blokkeren daarmee niet zelden het verdriet dat naar buiten wil stromen.

Er is een dimensie van hoop in de verte. Het is nu nog niet zoals we het zouden willen, maar we ‘hopen’ dat het beter wordt. Later ... in dit leven of over de grenzen van dit leven heen. Dromen, verwachten, we willen ‘vooruit’, naar ‘later’, naar ‘anders’, naar beter ... Een nieuw lichaam, een wakkere geest, terug thuiskomen bij geliefden ... een onstuitbare hoop dat God zijn belofte waarmaakt: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.

Er is ook een ander aspect: hoop in de diepte. We blijven in het ‘nu’. Vaak ontdekken we juist in tijden van tegenslag hoezeer we bemind zijn, hoe sterk vriendschap wel kan zijn, hoeveel we kunnen genieten van kleine alledaagse dingen. Dit versterkt onze hoop, we groeien in de diepte en vinden kracht en moed. Liefdevolle mensen openen het venster op een liefdevolle God. Het wordt makkelijker om ons toe te vertrouwen aan zijn stille Aanwezigheid. Hoop in de diepte brengt ons naar Diegene wiens naam is: Ik-zal-er-zijn. De kunst is om niet in de plaats van de ander de plekken van hoop aan te wijzen of hoop concreet in te vullen, maar om wie we willen helpen of troosten de tijd te geven om zelf hoop te laten ontkiemen en te laten groeien. Zelfs als we door beproeving en tegenslag heen moeten, kan hoop een bron van kracht en levensvreugde zijn.

Vera Nelen - Leuven

Woordenboek en Bijbel

Volgens het verklarend woordenboek is hoop de onzekere verwachting dat een bepaalde gewenste gebeurtenis zal plaatsvinden.

Hoop is een positieve gesteldheid die onverbrekelijk deel uitmaakt van het mens-zijn. Ieder mens, wie hij ook is, heeft verwachtingen in het leven.

Jonge mensen hopen op welslagen in hun studies. Is die hoop vervuld, dan verlangen ze naar de verwezenlijking van carrière, huis en gezin. Is men ziek, dan hoopt men op genezing en gezondheid. Kent men armoede, dan hoopt men op welstand. Is men rijk, dan hoopt men deze rijkdom te behouden. Wordt men betrokken in oorlog en geweld, dan hoopt men op vrede en verzoening. Wordt men getroffen door natuurgeweld, dan hoopt men op het stillen van de stormen.

Wat zuurstof is voor de longen, is hoop voor het leven. Zonder hoop kan men niet leven. Maar … er is altijd een vorm van onzekerheid.

Het Bijbelse woord voor hoop is anders. Dat heeft alles met zekerheid te maken. De Bijbelse hoop is van een hogere orde. Hier is geen sprake van onzekerheid.

Het is de hoop die niet beschaamt, omdat de God van de hoop niet beschaamt. Hij doet wat Hij beloofd heeft.

God is geen man, dat Hij liegen zou, of een mensenkind, dat Hij ergensberouwoverzouhebben.ZouHijietszeggenenhetdanniet doen? Zou Hij spreken en het niet gestand doen? (Numeri 23,19)

Ga met déze hoop door het leven. En, verloopt niet alles zoals je hoopte of verwachtte, weet dat met God elke hoop ingelost wordt. Eind goed, al goed!

Hoe groot is de hoop die je meedraagt? Klein, groter, grootst? Wat zijn de vergelijkende trappen van ‘hoop’? Hoop, hoper, hoopst?

De hoop kan worden klein gedrukt als je de focus legt op wat misgaat in je, rondom je, in de grote wereld.

De uitdagingen van het evangelie inspireren me om de kaart van de hoop te trekken. We hebben dan ook de taak om de lamp van de hoop helder brandend te houden, zodat ze schijnt als een teken van verlossing. Ze kan voor heel de mensheid de weg verlichten. Gods liefde is onze hoop. Die is niet altijd helder aan te duiden en te verwoorden, maar het is een kwestie van ze te ontwaren in ons hart en ze te laten opbloeien.

Vandaag is de behoefte aan hoop groot. Het is iets anders dan optimisme, want dat kan ons in de steek laten. Hoop kan worden gezien als een geschenk van God. Het is een gave waarnaar we moeten vragen. We moeten trachten ze te ontwaren diep in ons mensenhart.

Wanneer we intensief naar het eigen leven kijken en de blik op de wijde wereld richten, ontwaren we veel stille wanhoop. Vraag: wat doen we ermee? Proberen we diep in ons kracht te vinden, boven onszelf uit te stijgen en open te staan voor wat ons ingegeven wordt? Pessimisme kan de hoop in ons uitschakelen. Als we geloven dat we naar Gods beeld en gelijkenis geschapen zijn, zullen we ook in onszelf krachten bespeuren om perspectief, toekomst en hoop toe te laten.

De hoop vanuit ons geloof kunnen we omschrijven als de zekerheid dat wij onderweg zijn naar iets dat bestaat. Hoop is als licht. Niet als knipperende lichtjes die kortstondig verleidelijk kunnen zijn. Ook niet als verblindende lichten die de essentie verbergen. Maar wel als stabiele lichten die zacht zijn, die neerdalen in ons hart en die verwijzen naar de nabijheid van de Heer naar wiens beeld we geschapen zijn.

Dat sprankeltje kracht de hoop die uitbundig toont hoe sterk liefde is

Thieu Plessers - Beringen

Hopen … een leven lang

De kleuter hoopt op speelgoed, een lief huisdier.

Een lagere schoolkind hoopt op veel vriendjes, een lieve juf/meester.

De puber hoopt op een vaste vriendengroep, waardering van leraars en medeleerlingen, interessante leerstof, tijd voor hobby’s, vrede thuis.

De volwassene hoopt op een goede job; een vaste vriend/vriendin met wie hij/zij een leven lang gelukkig kan zijn en een gezin uitbouwen.

De hoop op kinderen en een leven zonder tegenslag is bij velen sterk aanwezig.

De ouders hopen op goede schoolresultaten van hun kinderen; hopen dat hun kinderen gelukkig zijn, welke keuze ze ook maken.

De gepensioneerde hoopt voor zichzelf op een goede gezondheid en een lang en gelukkig leven en dat ook buren, familie, vrienden dit geluk mogen hebben.

Hoe ouder men wordt, hoe meer men hoopt op vrede in de wereld.

De vierde leeftijd hoopt op een bezoekje, niet vergeten worden …

De bejaarde gelovige hoopt op een hemel, een ‘weerzien’ met allen die vóór hem/haar de oversteek naar de andere oever maakten; een alles overstijgende staat van volmaakt geluk waaraan geen einde komt …

Het mooiste geschenk

Ik wens jou, mijn kind, het mooiste geschenk.

Groter dan regenbogen en springkastelen, helderder dan jouw blik.

Voorbij het gejaag en gewoel in veel te donkere nachten.

Al was het slechts één druppel.

Ik wens ze jou, die druppel Hoop.

Laat je niet misleiden, liefste.

In die druppel geborgen, ligt een ónvoorstelbare kracht.

Ze houdt de wereld draaiende, al was het vierkant.

Ze wringt en wrikt zich overal tussen, kent je beter dan jijzelf.

Ze past zich aan als een groots leermeester.

Maakt zich wakend klein of laat je lenterig barsten.

Altijd vindt ze nieuwe wegen, andere gedaanten.

Eén bloemetje dat wilskrachtig door de stoepstenen bloeit.

De warmte in de stem die het slechte nieuws brengt.

Het onbeholpen schouderklopje wanneer woorden de verslagenheid niet kunnen dekken.

De druppel die de emmer overlopen doet, zwanger van kracht om het tij te doen keren.

Steeds slaat ze kiertjes in het leven.

Ik wens ze jou toe, teder kind van mijn hart.

Want jij bent er mijn uiterste uiting van.

Petra Van Hemelryk - Jabbeke

Op oorlogspuin zingen kinderen vol hoop

Zoveel jaren lang kenden de kinderen niets anders dan oorlog. Het hevig conflict in Syrië bleef maar duren. Kinderen uit Damascus schreven toen samen een lied. Het werd een droom van hoop die ze de wereld wilden insturen. De kinderen hadden één vraag: ‘Geef ons weer hoop, geef onze kindertijd terug.’

‘Ik ga terugkeren naar huis; de liefde zal terugkeren’, zo klinkt de melodieuze stem van Ansam, een tienjarig Syrisch meisje dat blind is geboren. Deze kinderen hebben nog hun hele leven voor zich. Hierdoor kunnen ze zich een hele toekomst voorstellen. Zoals

Ansam zingt: ‘Alles wat we nu doormaken zal ooit eindigen.’

Ansam zingt samen met een koor van veertig andere kinderen. Ze maken deel uit van de drie miljoen kinderen die hun woonplaats voor het geweld zijn moeten ontvluchten. Nog niet zo lang geleden leefden deze kinderen in een zware nachtmerrie. Van dichtbij maakten ze te veel geweld en angst mee. Ze zijn allemaal – soms tot zevenmaal toe – hun thuis moeten ontvluchten. Ze hebben allemaal vrienden en familieleden verloren, maar ook hun school en het gevoel ergens bij te horen. Toen verspreidden ze een boodschap van liefde en hoop. Op het puin van hun huizen zie je hen vol overtuiging dansen en zingen.

De videoclip werd opgenomen tegen de schokkende achtergrond van een wijk op het platteland rond Damascus. Het dorp was door het conflict volledig verwoest. Te midden van het puin zingen de kinderen hun onthutsende boodschap van hoop.

‘We waren gewoon aan het geluid van geweerschoten en bombardementen. Nu horen we muziek en liedjes,’ vertelt een klein meisje. Hun uitstraling en kordaatheid bezielt. Het laat hun overtuiging en veerkracht zien. Telkens als ze glimlachen, komt er een straaltje hoop vrij.

Jos De Muynck - De Haan

BUBBELS VOL HOOP voor ‘Pelgrims van hoop’

Haiku’s vol hoop

Ooit wordt het beter, dat met zekerheid weten. Maar niet weten hoe.

Toelaten wat is, vertrouwen op wat zal zijn. Hoop wordt geboren.

Durven vertrouwen, leven heeft het laatste woord.

Ooit en hoe-dan-ook.

Na winter: lente, dan zomer, herfst en winter. Steeds (op)nieuwe hoop.

Mogen ervaren: is er hoop, er is leven. Een punt wordt komma.

Als niets anders kan, bewaar dan toch nog de hoop. Je kan anders niet.

Geduldig wachtend als zaad in winteraarde. Weet hebbend van zon.

Jan Van den Berge - Kessel-Lo

BUBBELS VOL HOOP voor ‘Pelgrims van hoop’

Alles komt goed

Golfjes van warme hoop maakten van mijn leven een stromend en bezield gebeuren.

Als kind hoopte ik te voldoen aan de verwachtingen die mijn ouders voor mij voor ogen hadden.

Als jonge tiener hoopte ik bruisende dingen te mogen beleven in een fijne vriendengroep.

Als student hoopte ik een goed diploma te behalen, waarmee ik kon bijdragen aan een fijne en rechtvaardige wereld.

Als godsdienstleerkracht in de basisschool hoopte ik zaadjes van warme goedheid en liefde te mogen planten in de harten van vele kinderen, zodat ze later meelevend en dienstbaar in het leven konden staan.

Als zanglerares koesterde ik de hoop dat kinderen en jongeren via hoopvolle catecheseliederen zouden bijdragen aan een maatschappij die oog, hart en oor heeft voor mensen aan de zijkant van het leven.

Als leidinggevende in de jeugdbeweging hoopte ik dat jongeren warme verbondenheid mochten leren ervaren om later als solidaire mensen op weg te gaan.

Als gelovige, jonge vrouw en tochtgenoot van een bezielde en begeesterde pastor hoopte ik mee te mogen werken aan een goddelijke beweging voor meer menselijkheid in het spoor van die Man van Nazareth.

Hoop houdt ook verwachting in en is voor mij ook altijd samengegaan met geloof en vertrouwen in de allesomvattende liefde van die Ene, wezenlijke oerwerkelijkheid, die ik God durf noemen en naar wiens beeld wij geschapen zijn.

En nu, op latere leeftijd, blijf ik hopen dat al die zaadjes van hoop blijven kiemen en vrucht dragen, ook al zijn er in mijn leven momenten geweest dat ik mij berooid voelde en bijna zonder hoop. Maar, ondanks gebrokenheid, kleinheid, verdriet en zelfs het kwade in de wereld, blijf ik van harte hopen en geloven dat uiteindelijk alles goed zal komen.

Heling en perspectief

Het beeld

Ik zie een groot anker voor mij, symbool van hoop. Het zit diep onder de oppervlakte, je ziet het niet, maar toch zorgt de ankerketting dat het anker verbonden is met jou en de wereld waarin we leven.

Het doet wat het moet doen. Het anker zorgt voor stabiliteit en houvast. Het geeft je even rust, ook wanneer je in woelig water vertoeft. Het geeft je even de ruimte om na te denken over wat nog komen gaat, om vervolgens met nieuwe moed en herwonnen rust verder te doen.

Het anker is zoals de navelstreng verbonden met wie jij ten diepste bent, je eigen identiteit, en vertrekt van wat jou drijft en richting geeft.

Het laat je even terug aarden, contact maken met jezelf, met de anderen en met het hogere, het Onnoembare.

Zo kan je hoopvol uitkijken naar een verdere realisatie van jezelf en onze aarde om open te staan voor heling en ondanks alles toch perspectief te zien.

Het woord

Verder ontsluit iedere letter van het woord een diepere betekenis, waar de samenvoeging van de 4 letters een mooie waaier van hoop vormt.

H staat voor helen. Hoop doet genezen, het moeilijke verwerken wat we als mens doormaken.

O staat voor openstaan. Door te hopen, staan we open voor andere dimensies en kunnen we uitzien naar wat nog komen gaat. Alternatieven opzoeken en nieuwe pistes bewandelen.

O staat voor ondanks. Ondanks alle zwaarte is er een reden om door te doen en toch te geloven dat het beter kan. Beter dan gisteren en eergisteren.

P staat voor perspectief. Door te hopen, ontstaat er perspectief. We hoeven niet langer te mijmeren over wat voorbij is, maar onze ogen richten op wat nog komen gaat. Dat wat nog niet is, zal mooi en betekenisvol worden.

Dat kan hoop voor u betekenen, beste lezer: openstaan voor heling, ondanks alles toch perspectief zien.

Joost Cottyn - Gullegem

Hoopbrengers

Ik zit in de zon voor een eeuwenoude kastanjeboom. Onder een bloemenkrans gaan jonge mensen elkaar het ja-woord geven, omringd door familie en vrienden. Plots moet ik aan het woordje hoop denken. Hoop die even teder is als de liefde, maar ook heel krachtig, hoop die mensen doet opstaan om opnieuw in het leven te stappen.

Hoop leeft in het hart van deze jonge mensen, hoop op een leven samen in liefde.

Hoop zo nodig als brood, als levensadem hoop ervaren, het doet zo’n deugd.

Meer dan 10 jaar geleden is mijne Lukas overleden. Hoop werd wanhoop, het werd winter in mijn hart. Ik had zoveel hoop op een leven samen, op een genezing, op een wonder.

Maar net als de lente geruisloos je leven binnendringt, groeit ook heel zachtjes, heel teder de hoop op een ander zinvol leven. Je leert anders kijken, anders luisteren, anders voelen.

Mensen komen naar jou, brengen woorden van hoop, raken je aan, een knuffel zomaar uit hun hart geboren. Je staat terug op, dankzij de hoop dat je je weg niet alleen moet gaan.

Woorden uit psalm 23 - Mijn herder is de Heer, mij zal het nooit aan iets ontbreken. Ik kom weer tot leven, dan trekken we verder, vertrouwde wegen, Hij voor mij uit, want God is zijn naam - worden hoopvolle woorden.

Ik kijk om me heen en ervaar zoveel wonderen.

Lieve mensen die voor elkaar zorgen in 100.000 dingen, vrijwilligers, jongeren, jeugdleiders, leesmoeders, knutselopa’s, goededoelenorganisaties en nog zovele.

Zij zijn de hoopbrengers, de lente in deze moeilijke wereld. Jonge mensen blijven kiezen voor nieuw leven. Baby’s, telkens een wonder van hoop op een betere wereld. Ik ontving 9 kleinkindwondertjes.

Ik zit hier in de schaduw van de oude kastanjeboom, diep verbonden en ik ervaar de vreugde van mijne Lukas. Hoop op een leven dat nooit eindigt.

Ik geef het jonge paar ‘hoop’ cadeau dat ze hun levensweg nooit alleen gaan, dat ze zich steeds gedragen weten door lieve mensen en door het Grote Mysterie van de Liefde.

Lieve Driljeux - Belsele-Waas

In Gods armen

In HOOP zit een hele hoop vervat.

Hoop is: als je jouw hele leven dat overhoop ligt begint te ontrafelen, omdat je weet dat je het kan.

Hoop is: wensen dat er ooit betere tijden komen.

Hoop is: een tochtgenoot hebben met wie je veel kan delen.

Hoop is: vertrouwen dat iemand je warme liefde biedt.

Hoop is: boven alle vrees uitstijgen.

Hoop is: het vuur brandend houden omdat het de moeite is.

Hoop is: niet afwachten, maar positief bijdragen.

Hoop is: uitzien naar het onbekende.

Hoop is: dromen van een mooie toekomst.

Hoop is: verwachten dat wereldleiders vrede bewerkstelligen.

Hoop is: verlangen naar innerlijke stilte die je dicht bij jezelf brengt.

Hoop is: zeker zijn dat je er niet alleen voor staat.

Hoop is: dankbaar zijn voor alle zegeningen en die ook echt zien.

Hoop is: beseffen dat we genoeg hebben aan Zijn genade.

Hoop is: erin geloven dat je, wat er ook gebeurt, opgevangen wordt in Gods armen.

- Waregem

In

Gods naam

In de loop van mijn leven heb ik een merkwaardige naam leren kennen. Een onuitspreekbare naam, bestaande uit 4 medeklinkers: JHWH. Hij komt 6828 maal voor in de Hebreeuwse Bijbel. Maar vergis u niet: die naam is meer dan ‘spielerei’. Hij is verwant met het werkwoord ‘zijn’ en betekent ongeveer ‘Ik-zal-er-zijn-zoals-ik-er-zal-zijn’. Die Naam kan alleen worden verwoord in metaforen: ENE, BEWOGEN NABIJE, VADER, MOEDER, ADONAI, HEER ...

Deze ENE laat zich doorheen talloze verhalen kennen als degene die onvoorwaardelijk trouw blijft aan het project van Bevrijding van en Solidariteit met ‘de meest verlatenen’. Een project dat Hij begonnen is met dat volkje van niets, ‘Israël’, dat op zijn beurt geroepen wordt om aan die weg trouw te blijven.

We moeten die Naam niet zoeken in de onbereikbare hoogten van de bovenwereld of in de onpeilbare diepten van de onderwereld. De Naam manifesteert zich waar mensen, met de voeten in de aarde en vaak zelfs in de onleefbare modder, proberen om menswaardig te leven met en voor elkaar.

Deze Naam heeft voor mij een invulling gekregen die doorklinkt in een andere Naam, die mij meer dan lief is geworden: EN TOCH! Ondanks alles EN TOCH blijven zeggen en doen. Dat is het hart van mijn hoop.

EN TOCH is voor mij de samenvatting van de hoop die mij draagt en optilt, juist omdat EN TOCH steeds wordt voorafgegaan door ONDANKS.

Tot slot enkele woorden uit een brief die ik ooit schreef naar EN TOCH. Heel onverwacht kom ik Jou tegen in de open gezichten van kinderen, die jou zeker in deze tijd zo nodig zullen hebben. Ik loop Jou tegen het lijf in mensen die ondanks alles rechtop blijven en niet als geslagen honden door het leven gaan. Gekwetst, maar niet gebroken. Vernederd, maar niet geschonden in het diepste van hun ziel. En dit omdat ze Jou, En Toch, hebben leren kennen in de loop van hun leven. Sindsikkindben,hebikJouliefgekregen.Maarnu,EnToch,komiktot de ontdekking, dat Jij mij meer in jouw hart bewaart dan ik Jou in het mijne. Want wie zou ik zijn zonder Jou? En soms vraag ik mij af wie Jij zou zijn zonder mij, zonder ons.

Paul De Witte - Aalst

Hoopvol gebed

Jarenlang heb ik heel vast in Jou geloofd, Jij Onuitspreekbare!

Ik kan nu alleen maar hopen dat het waar is wat ik altijd zo vast heb geloofd.

Ik zal Jou niet langer om een gunst vragen, omdat ik uit ervaring weet dat Jij niet tussenbeide komt, noch wanneer ik pijn heb, noch wanneer ik diepe vreugde ken.

En toch hoop ik dat ik in alle omstandigheden door Jou gedragen word, dat Jij net zo weerloos bent als wij mensen, dat Jij net zo vaak hulpeloos huilt om zoveel ellende om ons heen, net zo vaak diep ontroerd bent om zoveel warme verbondenheid tussen mensen.

Mag ik hopen dat, als Jij echt bestaat, Jij diep in mezelf te vinden bent?

Breng me dan alsjeblieft op dat spoor, diep in mezelf, waar de hoop zich genesteld heeft: dat ik over de grenzen van de dood heen eeuwigheidswaarde bezit.

Neen, mijn hoop is nog lang niet dood!

Lutgard Besard - Kessel-Lo

Ik zou mijn tranen willen drogen aan de kleuren van de regenbogen, aan de warmte van de zon en aan het frisse water van een bron …

Ik zou mezelf in rust van witte anjers willen zien, met open ogen kijken naar een blauwe hemel en misschien de bijna vergeten woorden van hoop laten komen als een gefluister in het zonlicht of in het avondduister …

Ik zou voorbij de tijd willen gaan met rasse schreden of wellicht gedragen op zachte hoop door al mijn levensdagen en nooit stil blijven staan …

Ik zou de pure schoonheid willen stelen, verdwijnen in het diepste verlangen om in mijn hart alleen nog liefde én hoop als sublieme geschenken te ontvangen …

Castelein - Menen Ik zou …

BUBBELS VOL HOOP voor ‘Pelgrims van hoop’

Hoop … de stem die fluistert

Het leven is een reis … vol ups en downs. En dan komt daar plots een periode dat alle tegenslagen zich opvolgen. Je moet afscheid nemen van iedereen die je liefhebt, je vertrouwde omgeving is er niet meer en de eenzaamheid doet verschrikkelijk veel pijn. Je voelt je alleen op de wereld. Je hele bestaan ligt ondersteboven en je weet echt niet meer waar je staat. Er is geen gisteren, geen vandaag meer en geen morgen. Alle hoop is weg. En op zo’n crisismoment wordt je pad gekruist door een vertrouwde tochtgenoot, iemand die je begrijpt en aanvoelt zoals niemand anders.

Twee armen en een sterke schouder kunnen op dat moment een onverwachte bron van kracht zijn. Voorzichtig komt er nieuwe hoop, een beetje brandstof die onze dromen voedt. De verbondenheid die ontstaat, kan een inspiratie zijn om opnieuw het beste uit jezelf te halen. Het verlangen naar warmte en affectie is diep menselijk en zet je in beweging om te groeien en je te verbinden met anderen. Een diepgaand gesprek, een wandeling in de natuur, samen lachen zijn momenten die een relatie versterken en ons herinneren aan de schoonheid van het leven.

Liefde, in welke vorm dan ook, laat zich niet bepalen door regels of dogma’s. Het hart kent geen grenzen, zelfs niet binnen de muren van de kerk.

Ook al staat de volle liefde op het verlanglijstje van het leven, een pure vriendschapsrelatie kan net zo romantisch zijn. In de stilte van een onuitgesproken liefde groeit er een passie van een ander niveau. Het leven zit vol onverwachte wendingen en het is belangrijk om te focussen op de schoonheid van het ‘nu’. Vrij blijven en voluit kiezen voor het geloof laat voldoende ruimte over om echte liefde in al haar facetten te omarmen.

Toch blijft het een voortdurende zoektocht naar het uitdrukken van gevoelens die zowel het hart als de ziel raken. Door uitdagingen aan te gaan kan je groeien en leren om tedere momenten te koesteren en elkaar dan weer los te laten. Hoop is de stem die fluistert dat er altijd een weg is, ook in de donkerste momenten en als de toekomst onzeker lijkt.

Monika Van den Perre - Ganshoren

Lichtstraal in de donkere nacht

In onze maatschappij wordt zoveel op ‘een hoopje’ gegooid.

Zo’n hoopje brengt geen hoop.

Hoop bespeur ik in het bezig zijn van mensen, in de kleine dingen van het leven. Hoop, te ontwaren in de schijnbare hopeloosheid van een bizarre tijd.

Is hoop niet de keerzijde van wan-hoop?

Is hoop niet de rust in de onrust en de chaos?

Kan hoop niet de drive zijn die je uit je verlammende zwarte ellende optilt?

Misschien is hoop leven, toekomst, de lichtstraal in de pikdonkere nacht. De kleine pleister op de snijdende pijn.

Misschien is hoop de moed die een moeder in de oorlog, met een – zwaar gewond – kind op haar schoot … doet doorgaan.

Of … het kleine ‘hoopje’ spirit dat je stuwt voorbij de zwarte nacht, als een lokroep van licht aan het firmament.

Misschien is hoop het frêle en tegelijk sterke bloempje dat zich tussen de rotsen van liefde en geloof, omhoog friemelt en resoluut een weg baant naar licht en leven!

Loopt het goed af?

Hoe komt het dat mensen altijd hopen dat iets goed afloopt? Vaak tegen beter weten in? We hebben toch allemaal al ervaren hoe gemakkelijk onze hoop de kop wordt ingedrukt. Hoe machteloos we staan tegenover dodelijke ziektes. Hoe weinig we onszelf en onze geliefden kunnen beschermen tegen kwaadwillende mensen, dronken chauffeurs, pestkoppen op school of op het werk. Hoe moeilijk het is om de grote wereldproblemen van klimaat, armoede en geweld echt aan te pakken.

Toch blijven we erin geloven dat het ooit beter wordt. We spreken dat niet uit, maar het blijkt uit alles wat we doen.

We worden verliefd en beloven om samen met iemand door het leven te gaan. We krijgen kinderen die we leren kijken naar wat mooi en goed is. We maken onszelf mooi en onze huizen gezellig. We geven het beste van onszelf in onze job. We rijgen in de loop van ons leven een ketting van vriendschappen aan elkaar. We koesteren warme momenten van verwondering en verbondenheid, ook al weten we dat er ooit een einde aan komt.

In onze wereld is het zoveel gemakkelijker om iets kapot te maken dan om iets op te bouwen of te laten groeien. Een boom groeit tientallen jaren voordat hij volwassen is, maar je zaagt hem op een paar minuten om. Het duurt jaren van zorg en toewijding om een kind volwassen te laten worden, maar het kan in een oogwenk het slachtoffer worden van een ongeval. Het kost veel energie en geld om stevige woonruimtes te bouwen, maar een natuurramp of een oorlog kunnen ze binnen het uur vernietigen. Het lijkt bijna onrechtvaardig dat de schepping zo in elkaar zit. Het is om moedeloos van te worden.

Maar dat doen we niet. We gaan verder, bouwen en planten opnieuw, koesteren elk nieuw leven. Ook al weten we hoe kwetsbaar het is.

Want er is zoveel goeds en moois in de wereld. Misschien is dat wel het ultieme bewijs dat het goede uiteindelijk toch sterker is dan het kwade. Anders was er allang niets meer van overgebleven.

De bron van onze hoop is God, die onvoorwaardelijk alle goede krachten steunt. Hij is het fundament van onze hoop.

Kolet Janssen - Leuven

Tot ik opendoe

Onze zoon die uit het leven stapt op die 11de november, één dag voor mijn verjaardag: daar zijn geen woorden voor.

Onze zoon die een afscheidsbrief schrijft met als laatste zin: ‘Ik hoop dat het eens goed komt met jullie en dat jullie verder kunnen leven zonder mij.’

Onze zoon die mij enkele maanden eerder een geschenk gaf, een asbak met daarin: ‘Don’t smoke’, een stille wenk dat ik niet opnieuw zou beginnen roken.

Maar die ‘hoopvolle’ asbak – ik weet hoe hard mijn zoon tegen roken was – bleek een trigger om de hoop van onze zoon waar te maken.

Ik ben niet opnieuw beginnen roken, want dat was ook MIJN hoop. En ’s avonds voor het slapengaan, vraag ik hem, waar hij zich ook bevindt, mij te steunen met de hulp van God, die Onzichtbare op wie ik vertrouw. Elke dag verwacht ik dat Hij hoopvolle tekens naar de aarde stuurt, vanuit die plek waar ik hoop verder te mogen leven. Ik vertrouw erop dat Hij onvoorwaardelijk tekenen van hoop zendt, zodat ik overeind kan blijven en verder veerkrachtig en weerbaar mijn leven kan leven, hopend dat het ‘eens goedkomt’, zonder ons kind.

Een therapeut raadde me aan om de natuur in te trekken, te wandelen in Gods schepping. Daar leerde ik hoopvolle tekens te ontdekken die mij telkens de weg toonden van de HOOP, de weg van het intens geloof dat Hij en onze zoon er altijd zouden zijn. Zo kon ik stap voor stap de weg terugvinden naar aanvaarding en geluk. Ik leef nog, al word ik af en toe geconfronteerd met zwarte gedachten die de hoop van onze zoon dreigen te vernietigen, alsof een duivel zich plots meester wil maken van mij, zoals hij dat deed met Jezus in de woestijn. Maar – ondanks deze moeilijke momenten – blijf ik hopen dat diezelfde God mij niet zal loslaten en dat mijn geloof verder kan groeien. Zo wordt Hij beter bereikbaar en opent mijn hart zich als een deur waarop God blijft kloppen, tot ik opendoe en ervaar dat mijn hoop niet zinloos is.

Praatjes

Vlug een kaarsje branden, want ik hoop dat mijn kinderen een goed examen afleggen. Men weet maar nooit of het helpt. Hopen dat het morgen regent, want mijn gazon ziet roestbruin en de groenten in de moestuin zien er maar slapjes uit. Neen, hopelijk schijnt de zon, want we hebben wat te vieren met vrienden en we gaan barbecueën. Hopen dat mijn voetbalploeg wint en hopelijk zijn er geen hooligans.

Hopen we nog op vrede waar oorlog is of is dat ijdele hoop? Wie moet daarvoor zorgen of moeten we hopen op een goddelijke interventie? Hij is toch almachtig, of niet? Ik zie niets, voel niets en hoor niets van Hem. Praatjes …

Doet hoop leven? Velen zijn de wanhoop nabij. Zij hopen op een spoedig einde. Nemen misschien zelf het initiatief … Verwonderlijk: wel het duister zien, maar niet het licht.

Hopen op een wonder, want mijn kind is ernstig ziek. Bestaan er nog Bijbelse wonderen zoals blinden zien, lammen lopen, doven horen. Zomaar in één flits, één woord, één gebaar en ’t is gebeurd. Praatjes

Is hoop niet daar waar mensen de handen uit de mouwen steken?

Hulpverleners die tussen tot puin gebombardeerde huizen zoeken naar overlevenden. Stromen solidariteit komen op gang na overstromingen en aardbevingen. Bij de pakken blijven zitten is geen optie. Hoop doet leven? Of doet leven nog hopen op een betere toekomst? Vrijwilligers, met duizenden en duizenden zijn ze, zijn de bron van leven en hoop voor velen die uit de boot dreigen te vallen, letterlijk en figuurlijk. Zorg voor het milieu is een teken van hoop, er is nog toekomst. Kinderen uit liefde geboren zijn een teken van hoop.

Wij, mensen, zijn de toekomst. Wij, mensen, zijn de hoop op een betere toekomst. Opgeven is geen optie. Solidariteit is de kern, de bron van hoop. Inderdaad, hoop doet leven en leven doet hopen.

Paul Dehoperé - Torhout

Wat mij hoop geeft

Hoop wordt geboren in liefde voor de wereld of voor een mens in wanhoop.

Als ik mijn ogen en oren, mijn hart en mijn denken open hou, zie ik ontelbare voorbeelden.

In het midden van een verwoeste stad speelt een cellist muziek. Die muziek laat ons meetrillen met de scheppende kracht van het leven. Ze geeft mij hoop voor de toekomst. Het leven vieren is sterker dan dood en vernietiging.

Oorlog zet mensen aan tot haat en moord tussen buren. En toch gaan er mensen van beide kampen op weg naar elkaar. De ene verloor een dochtertje, de andere een zoon. Ze erkennen de wanhoop van het eigen volk en de wanhoop van het andere. Misschien vinden ze steun bij hun God, Allah of Jahweh, bron van liefde zonder grenzen. Ze ontmoeten elkaar en streven samen naar een andere toekomst, gedreven door de liefde voor de mens in wanhoop, van waar die ook komt.

In de Bijbel lezen we vele verhalen over een God die zichzelf laat kennen als ‘Ik zal er zijn’, de mens in nood nabij. De profeet Elia verkeert in een grote levenscrisis. Hij heeft gemoord in naam van Jahweh, overtuigd van de superioriteit van zijn God. Nadien voelt hij zich mislukt en wil sterven. Maar God laat hem niet in de steek. Hij stuurt een engel, die hem aanspoort om op weg te gaan voor een grote reis. Dat doet Elia. 40 dagen en nachten trekt hij door de woestijn. Met de moed der wanhoop. Uiteindelijk ontmoet hij God in een zacht fluisterend briesje. Hij ontdekt nieuwe levenszin. Kennen we niet allemaal momenten van kleine en grote crises, van wanhoop? Voelen we ons soms niet opgesloten in onszelf, in ons eigen gelijk of in ons falen? Welke engel, welke boodschap kan ons dan weer openmaken en hoop geven, ons verbinden met de scheppende kracht van het leven?

Een liefdevolle mens die onze ogen en oren opent, ons hart en onze gedachten; een woord, een gedicht, een lied, een gebaar, een verhaal uit de Bijbel … voorbeelden van schoonheid en goedheid, boodschappen van hoop in onze wanhoop.

Hendrik Van Moorter - Holsbeek

Ik kan niet niét hopen …

“Ik kan niet niét hopen”, stamelde ze zachtjes in haar Duitse moedertaal. Ze had het over haar geliefde kleinzoon die werd gegijzeld in het Israëlisch-Palestijns conflict 2 jaar geleden. Zonder hoop zou ze er niet meer zijn, sterker: wil ze er gewoonweg niet meer zijn.

Het klinkt wellicht banaal, maar je kan ‘soorten’ van hoop onderscheiden. Begin juni moest ik onder het mes. Ik had alles zo lang mogelijk uitgesteld omdat een goeie vriend bijzonder nare ervaringen had ondervonden. Van de weinigen die op de hoogte waren, vermoed ik sterk dat ze – ongevraagd – een uiterlijk teken van ‘hoop’ hebben gesteld: een kaars aangestoken, een intentie uitgesproken, een gebed gepreveld. Banaal? Zou ik niet durven zeggen. Het stemt me alleszins zeer dankbaar.

‘Ich kann nicht nicht hoffen’ doet mij onwillekeurig denken aan de uitspraak van de jonge Marokkaanse schrijver El Khannoussi: ‘Ik kan niet niét geloven. Ik heb het geloof nodig om het gevoel te hebben dat dingen onbegrensd zijn, groter dan wij. Anders vind ik het leven heel verstikkend.’

Zelfs al is het geloof onuitgesproken, hoop is er, mijns inziens, onlosmakelijk mee verbonden. De oudste volkeren op aarde beleden een rituele verbondenheid met hun voorouders. Reeds in 1500 v. Chr. geloofden de Egyptenaren in een leven na de dood. Dichter bij huis schrijft P.F. Thomése(°1958): ‘Gelovig ben ik niet, wel geloof ik in de keerzijde van wat wij zien. De ‘achterkant’. Veel wezenlijker dan diploma’s, prestaties of literaire prijzen zijn het onstoffelijke, het ongrijpbare.’

Zit hierin geen spoor van de ultieme, existentiële Hoop? Voor mij hoeft geen hiernamaals als een soort veredeld hemels woonzorgcentrum waar zowel vriend als vijand samen van de gelukzaligheid proeven.

De erkenning van het onnoemelijke leed van allen die op aarde ongewenst zijn en verstoten, die gewoonweg geen levenskansen kregen: dit is mijn fundamentele wens(droom). Mijn ultieme Hoop op een Onbegrensde, Rechtvaardige Liefde.

Marcel Backaert - Aalst

Geen hoop zonder geloof en liefde

Hopen kan je alleen in de toekomst niet in het verleden. Kan je hopen zonder geloof of liefde ? Onmogelijk.

Geloven kan je in het verleden, liefde kan altijd.

Maar er is geen hoop zonder geloof en liefde of omgekeerd.

Na elke tunnel komt er licht, licht in de duisternis.

Een gedachte kan niemand je afpakken. Als je vandaag leeft, kan je hoopvol naar morgen kijken.

Hoop is als een licht na de tunnel. Het is niet de toekomst voorspellen, omdat we de onzekerheid niet aankunnen. We kunnen het nieuws niet voorspellen voor het nieuws is geworden.

We kunnen de wereld niet onder controle houden. Hoop is niet als een glazen bol om de toekomst te voorspellen. Hoop is verwachting op iets wenselijks dat zal gebeuren. Wat maakt hoop zeker? Geloof.

Hoop die samenwerkt met geloof is zo krachtig. ‘Hoop is optimisme met opgestroopte mouwen,’ (Leo Bormans) het is werken om dingen beter te maken voor jezelf en voor anderen.

Houd vast aan hoop

Hoop is een fluistering in de nacht, Een ster die schijnt, hoe donker ook, Een zachte gloed die in ons wacht, De maan die straalt, ondanks de rook.

Hoop is een licht in de duisternis, Een vonk die ontwaakt wanneer we vrezen, Een stem die zegt: ‘Het is nog niet voorbij’, Een droom die blijft, een hart dat leeft.

Het is de glimlach na de traan, De zon die door de wolken breekt, Een pad dat door de schaduw gaat, Een weg die ons naar de toekomst leidt.

Hoop is de wind die de zeilen vult, Een hand die reikt door storm en regen, Een brug over de kloof van pijn, Een lied dat zingt van nieuwe oogst.

Ze is de kracht die ons doet strijden, Het licht dat in ons binnenste brandt, Een anker dat ons stevig houdt, Wanneer de nacht weer boven ons landt.

Hoop is een bloem die bloeit in de kou, Een kiem die wacht op nieuwe grond, Een belofte die zich langzaam ontvouwt, Een teken dat we nooit alleen zullen zijn.

En als de nacht haar zwartste kleed Omhult met kou en eindeloos, Dan blijft hoop onze stille rede, Een fluistering, helder, tijdloos.

Dus houd vast aan hoop, hoe klein ook de vlam, Want in haar glans groeit de kracht, Een stille wijsheid die ons altijd omarmt, ‘Blijf geloven, blijf hopen - het beste komt langzaam maar zacht.’

Roos Scheers - Londerzeel

Sprankeltje hoop

Je wensen op een kaartje schrijven, is veel meer dan een simpel gebaar. Het gaat om het geven van hoop.

Voor elke fase in het leven, momenten van vreugde of verdriet, bestaat er een wenskaart die perfect past bij wat je aan de andere wil zeggen.

Het begint al bij het uitkiezen van het juiste ontwerp: een foto die spreekt, een tekening die raakt of een tekst die troost biedt. De wenskaart verbindt je reeds met de ontvanger, nog voor er een boodschap wordt toegevoegd. Wanneer je persoonlijke woorden op de kaart schrijft, is dit meer dan alleen een wens. In moeilijke tijden bied je steun, kracht en hoop: een toekomst vol licht, ondanks de duisternis. Of het nu gaat om het vieren van een nieuw begin of het bemoedigen in een moeilijke periode, je kaart draagt jouw wens dat de ontvanger de toekomst met vertrouwen tegemoet kan zien.

Het prachtige aan een wenskaart is dat ze tastbaar is: de ontvanger kan ze keer op keer vasthouden. De persoon die je in je hart draagt, kan de boodschap van hoop telkens opnieuw ervaren. Misschien is het juist dit kleine, persoonlijke gebaar dat iemands dag doet oplichten. Jouw wenskaart kan dat sprankeltje hoop zijn dat iemand nodig heeft om door te gaan.

Gerda Aesseloos - Sint-Genesius-Rode

Hoop is als een glimwormpje

Als alles donker is in je leven, als zorgen en pijn domineren, dan zie je alleen het negatieve, verlies je de moed en kan je niet vechten.

Je kijkt om je heen en ziet alleen de donkere nacht, je speurt tevergeefs naar een glimwormpje maar je ziet het niet, het lijkt verdwenen in het niets.

Maar als iemand naar je glimlacht, als iemand je zegt: “Je komt er wel doorheen,” als iemand naast je staat en zegt: “We helpen je er samen wel doorheen,” dan krijg je weer moed en kan je weer verder.

Je kijkt met andere ogen naar de donkere nacht en ontdekt dat er niet één, maar meerdere glimwormpjes tastend zoeken naar een weg doorheen het duister en je zoekt mee naar wat nog positief is, hoe weinig ook.

Glimwormpjes schijnen in ’t donker, kleuren het leven weer in.

Alleen kan niemand het aan, samen kan maar als er vertrouwen en geloof is. Dat komt niet vanzelf, dat groeit in alle stilte, dat krijg je van hierboven.

Alleen zo groeit hoop op een betere wereld, zonder hoop kan niemand leven!

Hoop is de krachtbron, de motor voor gelukkig leven.

Francine Roels - Dendermonde

Voor Al wat leeft

Ja, wat hoop ik eigenlijk?

Ogen dicht, mijn gedachten op nul, luister ik ontspannen naar wat van binnenuit naar boven komt.

Soms voel ik me als een deeltje van een groter geheel, een geheel dat steeds verder groeit en alles omvat: de aarde, mensen, dieren, planten, zelfs al het materiële. Verbonden ben ik met de hele kosmos, met al het zichtbare en onzichtbare. Die verbondenheid geldt natuurlijk voor ieder van ons. Samen vormen wij één geheel, één eenheid.

’t AL

Dit betekent dat wij tijdens onze reis door het leven iedereen en alles kunnen tegenkomen. En ik hoop te mogen beseffen: we hebben iets met elkaar. Of het nu gaat om een medemens, een vlieg of een plank. Al wat bestaat, is een onderdeel van een groter geheel. Niets daarvan gaat ooit verloren.

Respectvol dienen we daarom om te gaan met alles en iedereen die we ontmoeten.

Ik hoop dat alle mensen zich hiervan opnieuw bewust mogen worden. We keren dan weer terug naar het aardse paradijs vol liefde, vrede en schoonheid

Helaas … de werkelijkheid is nog anders. In de wereld waarin wij nu leven is het aardse paradijs verbrokkeld tot hier en daar wat kleine paradijsjes. We mogen al blij zijn dat er nog steeds plekken op onze planeet te vinden zijn waar het goed vertoeven is.

Laten we echter niet berusten in die kleine plekjes. Onze verbondenheid vraagt om vrijheid, gelijkheid en zuster- en broederschap voor iedereen, overal ter wereld. Het vraagt om respect voor dier, plant en het stoffelijke.

Een utopie, een valse hoop?

Ja, als we ons alleen maar op het uiterlijke richten.

Nee, als we ook onze weg naar binnen durven gaan, want daar begint het paradijs. Op die innerlijke reis worden we ons bewust van die verbondenheid met AL wat is. Laten we daarmee beginnen, door zelf die weg naar binnen te gaan en te hopen dat velen ons zullen volgen. We mogen erop vertrouwen dat iedereen die openstaat voor deze weg, zal ontdekken welke rijkdom in ons innerlijk schuilt.

Michael Herni - Huijbergen (NL)

Diep innerlijk weten

Het is nacht en donker.

Je bent wakker en je denkt:

hoelang duurt de nacht toch.

In de donkere stilte waar niets je aandacht afleidt, is het alleen-zijn scherper.

Pijn snijdt dan meer.

Maar dan is er de hoop.

Gelukkig is er de hoop.

Dat straks het donker oplost in de morgen.

Of is het het geloof?

’t Is het geloof dat er meer zachtheid is dan kwaad.

Zonder dat geloof is er toch geen hoop?

Want hoop sterft zonder geloof.

Zowel geloof als hoop zijn het vertrouwen dat alles goed komt.

Dat alles goed is zoals het is.

Hopeloosheid is de dood.

Geloof geeft perspectief.

Hoop is het verlangen.

Beide, geloof en hoop zijn zo verbonden met elkaar.

Het één bestaat niet zonder het ander.

Je ziet het aan een mens als hij gelooft en hoopt.

Hij heeft geen ongeduld.

Hij heeft vertrouwen.

En het is daar waar liefde schuilt.

En liefde kent geen haast.

Want waar de liefde is, is het verlangen, en waar verlangen is, is er de hoop en waar er hoop is, is geloof.

Het is het weten dat na het donker licht komt.

Geloof is de drager van de hoop.

Hoop vindt zijn bron in de liefde.

Geloof en hoop en liefde worden gedragen door diep innerlijk weten.

Ze zijn de wijsheid. En dat geeft echt geluk …

Hoop … houvast?

Wanneer ik denk aan situaties waarin hoop je enige houvast is, dan denk ik aan een dik touw waaraan een bergbeklimmer zich vastklampt zonder te weten of het ergens verankerd is. Zal het je redden wanneer je dreigt in een ravijn te storten?

Een ravijn kan alles zijn wat de grond onder je voeten weg slaat: ziekte, financiële tegenslag, een relatie waar je leven op gebouwd is en die ten einde loopt.

Waarom in godsnaam breng ik de hoop als een hoopje ellende te berde? En plaats ik haar bovendien in een somber hoekje?

Ik doe dit opzettelijk. Want, na zélf de hoop in zo’n weinig flatterend daglicht te hebben geplaatst, kan ik fatsoenshalve maar beter meteen als haar advocaat optreden. En dat is net wat ik hebben wou.

De hele geschiedenis door hebben de mensen de hoop als iets kwetsbaars, maar ook als oneindig mooi ervaren. Hoeveel kleine meisjes die hun geboorte misschien niet overleefd hadden, zijn in de Angelsaksische wereld ‘Hope’ genoemd omdat ze het tóch gehaald hebben? Wordt het kwade dat mensen in de wereld brengen niet keer op keer van antwoord gediend door de vermetele, haast naïeve keuze van andere mensen, voor wat goed is en pijn en verdriet heelt?

De hoop als stevig touw met een onzekere verankering is niet noodzakelijk een verraderlijke val. Ze is even goed de uitgestoken hand van onze mentale weerbaarheid die ons helpt te overleven. Volgehouden hoop heeft al genezingen bevorderd en diepe vreugde en dankbaarheid gebracht wanneer ze bewaarheid wordt.

Slechts één hoop biedt van in het begin de zekerheid dat ze verankerd is. Ooit was er een mens vermetel genoeg om zijn vertrouwen te stellen op God. In al zijn kwetsbaarheid stierf Hij op een kruis, verraden door de mensen om voor altijd een levend baken te zijn voor eenieder die Hem zoekt en volgt.

Vredesduif

Een foto van een moeder die haar zoon die naar het front vertrekt, uitwuift met de woorden ‘Breng hoop en vrede mee terug.’ Haar handen gleden traag en bedachtzaam langs zijn schouders, ze moest omhoog kijken om zijn gezicht te zien.

Hij antwoordde: ‘Het land heeft mij nodig en ik moet nu verdergaan, want de officier is daar reeds.’ Ze knikte begrijpend, bijna onderdanig. Een lichte huivering ging door haar heen, als was ze bevreesd voor de avond die weldra zou vallen. Dit heeft mij zodanig getroffen dat ik een oorlogsgedicht geschreven heb over het universele symbool van vrede en hoop.

De witte duif is over heel de wereld bekend en symboliseert de hoop op een wereld zonder conflicten. Ze verwijst naar de vogel die door Noach werd losgelaten nadat de ark was vastgelopen op de berg Ararat. De duif kwam na een zoektocht teruggevlogen met een olijftakje in de snavel. Dat betekende dat de aarde na de zondvloed weer was opgedroogd.

Vredesduif

Er is een witte duif gevallen.

In de palm van mijn hand bloedt het zoals vandaag, vrede.

In zijn geperforeerde veren weent de streelwind.

Zijn met kogels doorzeefde vleugels beginnen te trillen: ‘Ik wil niet dood.’

Ik doorkruiste landen, zeeën, oceanen.

Ik zag bomen, huizen en velden branden.

Ik heb onschuldige mensen zien doodbloeden ...

Geef mij maar vleugels van staal opdat zij mij ver mogen dragen naar het land van de lentes, waar ik vrede breng.

Maar laat ze heel licht zijn, zodat de fluisterwind me wegvoert.

Sta op en vlieg, duif!

De aarde hangt aan je gekartelde vleugels half hemel, half staal.

De hoop die uit je vlucht geboren is, is sterker dan de dood.

Lucie Putzeijs - Knesselare

Een druppel op een hete plaat

Terwijl het nieuwsbericht de ene gruwel na de andere toont en de kranten vol staan met slecht nieuws, vind ik het een uitdaging om over hoop te schrijven. Het lijkt enorm tegenstrijdig en toch. Toch zie ik Gods Goede Geest elke dag aan het werk doorheen mensen. Toch blijf ik geloven in Het Goede. Natuurlijk zie ik de gruwelijke oorlogstaferelen; zie, hoor en lees ik de verhalen waarin jongeren hun gezin om het leven brengen, het vuur openen op school, en toch.

Toch wil ik blijven geloven dat in elke mens een stukje goedheid schuilt. In onze pastorale eenheid zag ik onlangs een groepje jongeren samenkomen om goederen te verzamelen voor mensen die het moeilijk hebben. Ik zie ook hoe jongeren zich bekommeren om het klimaat, jonge dieren helpen en bossen schoonmaken. Ik zie tekens van hoop in kleine, alledaagse dingen en ik geloof dat ze een katalysator kunnen zijn voor een nieuwe en hoopvolle toekomst.

Als voorganger kom ik in verschillende kerken. Ik zie en hoor de teksten en gebeden die bij de meeste mensen vertrouwd zijn, maar ik zie ook jongeren die nieuwe en andere manieren zoeken om samen te komen rond Gods Woord. Jongeren die een hedendaagse taal zoeken om over spiritualiteit te spreken. Ik voel hoe onder hen een nieuwe kracht opborrelt en hun hart in vuur en vlam zet. Ik kan alleen maar hopen dat wij hen ontvangen, wij hun vlammetjes aanwakkeren en samen een vuur van warmte, genegenheid en verbinding mogen laten branden. Zo kunnen wij de mensen rondom ons mee opnemen in ons vreugdevuur.

Natuurlijk hoop ik dat aan alle gruweldaden in de wereld zo snel mogelijk een einde komt. Laten we eerst bij onszelf beginnen. Ik geloof in de druppel op de hete plaat. Ik ben ervan overtuigd dat we eerst de conflicten moeten oplossen in onze eigen kring. Laten we klein beginnen en zo langzaam uitdijen. Dat de hoop in elke kring mag doorgroeien, onzichtbaar aanwezig, maar zo wezenlijk belangrijk als een stuwende kracht. Diep in ons hart.

Stephanie Gonnissen - Berchem

Vrede en alle goeds …

‘Laat varen alle hoop, gij die hier binnenkomt.’ Met deze woorden begon Dante het derde deel van zijn meesterwerk ‘Divina comedia’ over de hel. Daarmee is alles gezegd. Het ergste wat iemand kan overkomen is naar de hel gewenst te worden ... Het is iemands toekomst afpakken en vernietigen.

Het heeft een tijdje geduurd vooraleer ik het wereldberoemde gedicht van Charles Péguy begreep: ‘Hoop is een klein meisje, zwak, weerloos en kwetsbaar, maar ze gaat met open blik haar toekomst tegemoet …’ Ik vond het niet zo geweldig totdat ik voortdurend rond mij hoorde: ‘Ik zie het niet meer zitten ...’ Het is de moed niet laten zinken en de kwaliteit van zijn leven verbeteren, zodat het nu reeds doordrongen is van Gods Liefde. Hoop kun je niet kopen of zelf maken, maar het borrelt in je op als jij je inzet voor het goede. Het is een cadeau. Het overvalt je en doet je zelfs verlangen naar een blijvend liefhebben. Het zegt je: jij bent goed onderweg naar jouw geluk en ik hoop dat het eeuwig blijft …

Ik bid wel in de psalm: ‘Mijn ziel heeft dorst naar U, mijn God’. Toch stel ik mij soms de vraag: waar is die God in mijn leven? Dan moet ik tijd maken en me terug oriënteren naar die liefdevolle God en hopen op zijn barmhartigheid.

Hopen is een permanente houding die je kracht geeft om je actief in te zetten jouw dromen waar te maken. De hoop is als een medaille met twee zijden: het verwachten en het realiseren. Het Frans heeft daarvoor twee woorden: ‘espérance’ is dromen over wat jij van je leven wil maken en ‘espoir’ is jouw inzet om die droom waar te maken. Bernardus vertaalde het in de leidraad voor zijn medebroeders door ‘ora et labora’ ‘bid en werk’ of zoals de Broeders van Taizé het uitdrukken ‘actie en contemplatie’. Bidden helpt om de toekomst open te houden en niet af te sluiten. Hoop geeft een panoramisch uitzicht en fixeert niet op één punt of op één moment, maar stelt in staat om het hele leven positief te bekijken.

Franciscus van Assisi gaf zijn broeders de raad om een gesprek steeds te beëindigen met een bemoedigend woord. Ik doe het met de woorden van Benedictus: Vrede en alle goeds voor jou!

Marcel Huyghe - Jette

Een wens voor ‘Pelgrims van Hoop’

Via onze zintuigen staan we in contact met een steeds veranderende wereld. Onze pijn en onze vreugde zijn afhankelijk van de relatie die we hebben met die onvoorspelbare omgeving. De kracht van je hoop kan bepalend zijn voor de aard van je pijn en je vreugde. Hoop kan dan zijn als een zwaartepunt dat je in balans houdt. Hoe dieper het ligt hoe stabieler en weerbaarder je kunt zijn. De Zaligsprekingen van Jezus boden de inspiratie voor deze wens die niet gericht is op het bereiken van iets, maar op de ontplooiing van het mooiste in onszelf: het vermogen om liefde te ontvangen en te geven.

Wanneer je met lege handen staat, niets meer te geven, niets meer te vinden, zelfs geen houvast, dat je dan toch vrij en toegankelijk mag blijven voor de wonderen om je heen.

Wanneer je zonder verweer je grenzen aanvaardt en het vertoon van macht en geweld je uitdaagt, dat je dan toch de kwetsbare mens mag blijven herkennen.

Wanneer je illusies gaat onderscheiden van waarheid, teleurstellingen in je leven heb leren verdragen, dat de pijn van de ander dan ook jou mag gaan raken.

Wanneer je woorden verwaaien en actie onvruchtbaar lijkt, maar onrecht je rust blijft verstoren, dat je dan toch vrij mag blijven en niet schuilt achter schijn en clichés.

Wanneer je liefde mag groeien in verwondering, en alles en iedereen ongrijpbaar mag blijven voor jou, dat jouw liefde dan niet gebonden zou zijn aan wederkerigheid.

Als je weten en kunnen verweerd zijn, in je hart en hoofd plaats komt voor tegenspraak, dat je dan mag weten dat jij niet de bron bent van de kracht die je draagt.

Als je eigenwaarde niet gebaseerd is op wat je hebt en presteert, als je stilte en richting mag vinden in de dagelijkse stroom van sensaties, dat dan Zijn liefde het zwaartepunt van je balans mag blijven bepalen.

Bram Hommel - Huijbergen (NL)

Catechesehuis bevindt zich op 300 meter van het station van Schaarbeek.

Catechesehuis vzw

Monplaisirlaan 51 1030 Brussel

02/242 79 51 & 0494/17 69 41 catechesehuis@skynet.be www.catechesehuis.be

Eindredactie: Lieve Bergmans - Lommel

Lay-out: Bart Keymolen - Grimbergen

© Nadruk verboden

IBAN BE72 2100 6305 6116

van Catechesehuis vzw

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.