Nederland en de sportboycot van Zuid-Afrika

Page 44

Uiteindelijk namen de twee sportkoepels op 12 november 1982 een standpunt in. De Nederlandse sportwereld moest duidelijkheid krijgen. Zeker ook omdat de internationale en nationale discussies toenamen. De besturen van de NSF en het NOC adviseerden hun leden om zich te onthouden van sportcontacten met Zuid-Afrika. Vriendschappelijke sportcontacten werden dus ontraden maar er werd wel rekening gehouden met de verplichtingen die voortkwamen uit een lidmaatschap van een internationale sportorganisatie. De sportkoepels gaven echter aan dat ze niet zouden overgaan tot sancties wanneer hun advies niet zou worden gevolgd door de aangesloten sportbonden. 113 Dit advies aan de sportbonden kwam tot stand door de kwestie van Zuid-Afrika te beoordelen vanuit de uitgangspunten sport en politiek die de algemene vergadering van de NSF al in mei 1982 had aangenomen. Sport maakte het mogelijk dat verschillende mensen uit alle landen van de wereld elkaar konden ontmoeten. Grote sportevenementen konden echter worden gebruikt voor politieke doeleinden. In sommige gevallen zouden daarom sportcontacten met een omstreden regime moeten worden vermeden. Het bestuur was van mening dat er in deze situatie sprake was van een uiterst geval. Gezien de nationale en internationale opvattingen over de apartheid en de maatregelen die al getroffen waren was het beter om sportcontacten met Zuid-Afrika te vermijden. 114 De NSF sprak namens de Nederlandse sportwereld haar onvrede uit over het feit dat de regering haar standpunt reeds had gevormd zonder de federatie hiervan op de hoogte te brengen. In december 1982 voerde de regering opnieuw geen overleg met de NSF over het voornemen om het visumbeleid ten opzichte van Zuid-Afrika te wijzigen. Dit tot teleurstelling van de federatie. Toch gaven de NSF en het NOC aan dat ze nog steeds met de regering wilden meewerken. De sportkoepels waren wel van mening dat in bepaalde sportdisciplines toch deelname van Zuid-Afrika mogelijk moest zijn. Vooral wanneer Zuid-Afrikaanse deelname was toegestaan door een internationale sportorganisatie waar de desbetreffende Nederlandse sportbond ook lid van was. 115 De sportkoepels waren bang dat de regering door het nieuwe visumbeleid het nietdeelnemen van Zuid-Afrikaanse sporters aan wedstrijden in Nederland zou gaan afdwingen. Onwillige sportbonden konden op deze manier worden gestraft, omdat de regering niets te maken had met de reglementen van de internationale sportorganisaties. De NSF was tegen iedere vorm van sanctie en ging uit van de eigen verantwoordelijkheid van de 113

Rapport sportcontacten met Zuid-Afrika, juni 1984, NA, NSF (2.19.138), inv. nr. 465. Brief aan de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, 21 juni 1982, NA, NSF (2.19.138), inv. nr. 465. 115 Rapport sportcontacten met Zuid-Afrika, inv. nr. 465. 114

43


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.